Lestip 'Het ongelooflijke liefdesverhaal van Heer Morf' Over het boek Heer Morf is een beroemde circushond. Elke dag danst hij op de koorden in de nok van een circustent en krijgt hij daverend applaus. Maar roem is niet alles. Heer Morf voelt zich heel eenzaam. Overal om hem heen ziet hij gelukkige koppels. Op een dag verlaat hij het circus om op zoek te gaan naar de ware liefde. Na een lange en vruchteloze zoektocht komt hij diep ontgoocheld thuis. Plots begint het in zijn pels te kriebelen. Een vlo!? Dit boek werd in 2003 bekroond met een Zilveren Penseel voor de illustraties. Auteur(s) Carll Cneut Uitgeverij De Eenhoorn / 2002 Aantal pagina's 28 p. ISBN 90-5838-141-2 Genre Prentenboek Doelgroep 1ste kleuterklas, 2de kleuterklas, 3de kleuterklas Trefwoorden
Voorbereiding/sfeerschepping In het verhaal komen enkele begrippen aan bod die mogelijk wat voorbereiding vragen: het circusgebeuren, eenzaamheid, op zoek gaan naar…, talenten, identiteit, anders zijn. Afhankelijk van de kleutergroep kan je volgende suggesties gebruiken om de kleuters een aantal ervaringen te laten opdoen. Samen met de kleuters stel je een fotoboek samen met foto’s die ze van thuis meebrengen. Vraag de kleuters om foto’s van zichzelf, maar ook van hun huis, hun hobby’s, hun huisdieren,… mee te brengen. Maak kleuters via verschillende activiteiten bewust van hun uiterlijk en het uiterlijk van anderen: ze tekenen zelfportretten en karikaturen, bekijken zichzelf en anderen in spiegels en vervormspiegels, maken collages. Maak ook foto’s van je kleuters in actie. Al deze activiteiten kunnen als uitgangspunt dienen voor een kringgesprek rond hetzelfde zijn en anders zijn, ik en jij,… Tijdens vaste rituelen kan even aandacht besteed worden aan gelijkenissen en verschillen wat betreft leefgewoonten. Bij het invullen van het register laat je kleuters bijvoorbeeld vertellen wat ze die middag gegeten hebben.
Laat hen ervaren dat je sommige dingen gemakkelijker alleen doet dan met twee of meer: de tanden van een andere kleuter poetsen, aan elkaar vastgebonden lopen, samen met hetzelfde penseel schilderen, samen door één zonnebril kijken, gezellig met een boekje in een hoekje zitten,… Anderzijds is het samen vaak makkelijker dan alleen: samen de bak met flesjes wegdragen, samen opruimen, samen de vuilbak buiten zetten, samen iets vragen aan de directrice,… Probeer met (een klein groepje) kleuters een filosofisch gesprek op gang te brengen. Wat kan je goed? Wat durf je (niet)? Wanneer ben je anders? Wie zie je graag? Wanneer zie je iemand graag? Ken je iemand die iets speciaals kan? Ben je graag alleen? Wat doe je dan? Wat doe je liever met twee?
Welke waarden kan het verhaal voor kleuters hebben? Ze ervaren dat: tonen waar je goed in bent, kan en mag; iedereen anders is; iedereen uniek is; er personen zijn waar jij je extra goed bij voelt; er personen zijn die je een warm gevoel geven; samenwerken fijn is; bestaande sociale structuren als familie, vriendengroep,… houvast kunnen bieden; alleen zijn niet slecht is; je bepaalde eigenschappen, voorkeuren, talenten,… hebt; Ze leren: het verschil kennen tussen eenzaam en alleen; omgaan met verschillen tussen ik en de ander (vreemde culturen, andere generaties, anders samengestelde gezinnen,…); gelijkenissen en verschillen tussen zichzelf en hun klasgenootjes en tussen de klasgenootjes onderling kennen en ermee omgaan; kritisch zijn tegenover vooroordelen en stereotiepen; openstaan voor cultuurverschillen.
Hoe het verhaal aanbrengen? Mogelijke intro’s
- Breng het verhaal als poppenspel. Zo leren de kleuters de verhaallijn kennen. Iemand is alleen en wil een partner zoeken, net als alle anderen. De personages hoeven niet dezelfde te zijn als in het boek. - Ontwerp een affiche en hang ze op in de zithoek. Op deze affiche staan de personages uit het verhaal afgebeeld. Bespreek met de kinderen de mogelijke verhoudingen. - Ontwerp een huwelijksaankondiging van Heer Morf en Mevrouw Vlo. Speculeer samen met de kleuters over de bruid en bruidegom. Twee zo’n uiteenlopende figuren samen, kan dat wel? - Maak van de zithoek een circustent. Laat de kinderen binnenkomen via de kassa en leid het verhaal in als circusdirecteur. - In het verhaal neemt Heer Morf een bijzondere koffer mee op reis. Breng een koffer mee die ‘anders’ is en speculeer met de klas over mogelijke eigenaar en inhoud. Misschien klopt Heer Morf wel op de wand van de koffer en vraagt hij het verhaal zelf te mogen vertellen.
Ondersteunende hulpmiddelen Volgende elementen kunnen gebruikt worden tijdens het vertellen van het verhaal: een microfoon, circusdeuntjes, muziekinstrumenten, verkleedkledij, poppen, linten, kegels, hoepels, ballen om circusacts mee op te voeren, inkomtickets, spiegels, verschillende soorten koffers en handtassen, petten, hoeden, make-up,… Je kan (een deel van) het materiaal in de koffer stoppen en het tijdens het vertellen tevoorschijn halen.
Vertelperspectieven Vertel het verhaal vanuit verschillende perspectieven: Morf brengt verslag uit van zijn zoektocht, de vlo vertelt in extase, de verschillende dieren in het verhaal vertellen waarom het niets werd tussen hen en Morf, de circusdirecteur zit met de handen in het haar omdat hij één van zijn artiesten kwijt is,…
Kleuters betrekken tijdens het vertellen Kleuters moeten geen stille toeschouwers zijn tijdens het luisteren naar het verhaal. Ze mogen mee denken en doen. Suggesties: ze zijn publiek in een circus. Laat ze juichen en applaudisseren voor de circusartiesten. Ze mogen hun voorkeur laten blijken door harder of minder hard te klappen (applausmeter). Laat de kleuters met muziekinstrumenten bepaalde passages begeleiden: de gelukkige, rollende beren, de stappende Morf,… Laat de kleuters vluchtig mekaars neus kussen. Vertel het stuk over de mol door een buis en laat de kleuters één voor één door de buis luisteren. Laat hen slaapgeluiden maken en ademen zoals tijdens het slapen. Laat hen net voor elk nieuw dier speculeren of het iets zal worden met Morf. Laat ze raden waarom Morf zo lacht. Kriebel een paar kleuters. Lachen ze of kunnen ze zich inhouden?
Vertel eerst het verhaal. Zoek hierbij naar eigen verwoordingen, aangepast aan je groep. Voorlezen kan later als de kleuters meer vertrouwd zijn met de verhaalinhoud.
Verwerking en uitdieping Muzische vorming Applausmeter: kleuters ervaren wat crescendo en decrescendo is en ze spelen met volume. Ze koppelen hier waardering aan door harder of zachter in de handen te klappen. Ze herkennen sombere en blije muziek en koppelen dit aan passages in het verhaal. Bijvoorbeeld: als Morf wordt afgewezen, maken ze sombere muziek of zoeken ze een somber muziekstukje. Ligt hij te lachen van het kriebelen, laten de kleuters dit ook merken. Praten door buizen: de kleuters ervaren het echo-effect in de mollengang. De leidster en kleuters bewerken het verhaal tot een muzikaal geheel. Dierenstemmen: ze zoeken bij elk dier een passende stem. De beer praat met een zware, holle stem, de vlo heeft een hoge piepstem,… Gezongen dialoog: de kleuters voeren zingend een gesprek met elkaar, zoals de zwaluwen in het boek. Iemand maakt geluiden van voortbewegende dieren. De anderen raden om welk koppel dieren het gaat (ganzen, beren, chimpansees,…). De kleuters voorzien een eigen kunstje van passende muziek.
Taal - Bespreek samen met de kleuters de kaft en de titel van het boek. Let op de schikking en de verschillende lettertypes. Laat hen speculeren waarover het boek zou kunnen gaan. De kleuters verzinnen zelf een ander slot. Je vertelt het verhaal maar voor een deel, de kleuters vullen aan. - Aanspreekvormen: verzin voor verschillende dieren een aanspreekvorm zoals Heer Morf, Mejuffer Dezeug,… - De kleuters schrijven een brief naar Morf en zijn Vlo om hen te feliciteren. - Bouw samen met de kleuters een dialoog op met zelf gevonden scheldwoorden. Maak de kleuters ook duidelijk dat schelden wel eens een uitlaatklep kan zijn, maar dat je er anderen ook mee kwetst. Zet een ‘scheldstoel’ in de klas. Alleen op die plek mag er gescholden worden! - Sta even stil bij de namen van de koppels in het boek. Misschien hebben kinderen in de klas ook wel gelijkende namen? Of beginnen hun namen met dezelfde letter? - Dramatiseer samen met de kleuters het hele verhaal of fragmenten zoals de ontmoetingen met de verschillende dieren. Hebben je kleuters nog niet zoveel ervaring met deze werkvorm, speel dan zelf de rol van
Morf. Wil je het geheel minder sturen, kies dan voor een minder dominante rol. - Sta even stil bij het soms abstracte, figuurlijke taalgebruik: welke betekenis geven de kinderen aan volgende uitdrukkingen: de zwaluwen zijn al uit de veren, Mejuffer Dezeug moddert voort, de kat gaat er als een haas van door,… Ga dieper in op de taal van de kleuters: zijn er verschillen in woordenschat en uitspraak? Spreken sommige kinderen thuis een andere taal? - De kleuters vertellen het verhaal opnieuw met behulp van de ondersteunende hulpmiddelen die je zelf gebruikte tijdens het aanbrengen van het verhaal. - De kleuters hervertellen het verhaal met behulp van viltfiguren: elke kleuter krijgt een personage uit het boek toebedeeld. - De kleuters interviewen Morf en/of de vlo.
Vraag-en-antwoordspel De kleuters geven invulling aan de steeds terugkerende dialogen tussen Morf en de mogelijke huwelijkskandidaat.
Raadselspel
De kleuters moeten goed luisteren naar de beschrijving die je hen geeft, a.d.h.v. prenten uit het boek. Later kunnen ze zelf omschrijvingen geven. Zorg ervoor dat de beschrijvingen zo accuraat mogelijk zijn.
Circus - Laat de kleuters kunstjes verzinnen bij andere dieren dan die uit het boek. Leg de nadruk op het gebruik van adjectieven zoals rollende beren, jonglerende ganzen,… - De kleuters bedenken aankondigingen die een circusdirecteur gebruikt om zijn artiesten voor te stellen. - Je ontwerpt met de kleuters een affiche en inkomtickets. Vraag aan de kinderen welke informatie allemaal vermeld moet worden. - Praten zonder woorden. Je kan aan de gezichten van de andere dieren zien dat Morf een beetje gek doet als hij terugkeert. Wat kunnen wij allemaal met ons gezicht uitdrukken? - Je herkent iemand die aan de overkant van de circustent zit. Maak een gebarenconversatie. - Hoe zouden wij tegen zwaluwen en beren praten? Verstaan ze onze taal of moeten we ons aanpassen en dierentaal praten? En hoe klinkt die dierentaal dan? Leg de link met vreemde (mensen)talen. - Niet alleen via applaus drukt een publiek waardering uit. Dit gebeurt ook verbaal. Probeer het uit met de kleuters: oooh, aah, boe,… Welke emotie schuilt hierachter? Maak woordkaarten met visuele ondersteuning die ze in de lucht steken. - De kleuters lezen pictogrammen af die op een groot papier geplakt zijn en maken hierbij het passende geluid. Dit is een muziekpartituur i.f.v. voorbereidend lezen. - Bespreek met de kleuters de passage van de slapende uil. Sommige letters zijn groter dan andere. Hoe moeten we dit lezen? (Variatie in volume op de klanken zzzz, ooooo, pffff.) - Vervang de wolf uit het boek door andere sprookjesfiguren. Laat de kleuters nieuwe dialogen bedenken. - De kleuters bedenken (fantasie)namen voor hun geliefde of voor de vlo van Morf. - Neem een bandopnemer met microfoon mee naar de klas om leuke momenten vast te leggen. Zo
kunnen kinderen zich inleven in de rol van een circusdirecteur of fragmenten uit het muzikaal verhaal opnieuw beluisteren.
Wiskunde - Verander de zithoek in een circustent m.b.v. panden stof. Hang ze nog niet vast zodat de kleuters kunnen meten welk stuk in welke hoek moet. - Kleuters brengen foto’s van zichzelf als baby mee: leg de nadruk op terugblikken in de tijd en vergelijken van de verschillen en gelijkenissen van de baby’s. Voer een gesprek over de ontwikkeling van baby’s die niet altijd gelijkloopt. - Bekijk het boek opnieuw en zoek uit van wie poten, slurf, staarten,… zijn. Bekijk de prenten meer in detail: hoeveel vogels tel je? Hoeveel ballen staan er op een blad? Let op de bijzondere patronen die je overal in het boek ziet. Kleuters kunnen ze natekenen op stof of rollen behangpapier. - Laat de kleuters in het boek op zoek gaan naar specifieke voorwerpen, zoals een kleine rode bal met strepen. Variatie: gebruik maken van dobbelstenen waardoor ze twee kenmerken moeten combineren (logiset). - De kleuters verkopen tickets voor een modeshow, optreden, voorstelling,… in hun klas en in andere klassen.
Koffer In het boek komen veel koffers voor: bied koffers in verschillende maten en vormen aan zodat de kinderen hiermee kunnen experimenteren: wat is verschillend en wat is hetzelfde? Kijk naar sloten, kleuren, handvaten,…Kijk naar de koffer van Morf. Teken vreemde koffers en laat de kleuters raden wat er in kan zitten. De kleuters bekleden hun koffers langs de binnenkant. Ze meten hoeveel stof en papier ze nodig hebben. Met de stof kunnen ze later kledij/hoeden ontwerpen. Het papier kan dienen om de koffer te versieren (zie beeldende opvoeding). De kleuters pakken pakjes in voor Morf en zijn vlo en meten hoeveel papier ze hiervoor nodig hebben.
Groot en klein Als je het verhaal voorleest, leg dan de nadruk op de wiskundige taal die in het verhaal aan bod komt: paar, dubbel,… Ook tijdsbegrippen komen aan bod: eeuwig, dag na dag,… Je vindt er ook verwijzingen naar gestalte: groot, nietig,… Richt een meethoek in de klas in waar kleuters voorwerpen maar ook zichzelf kunnen meten en vergelijken. Wie is de grootste/kleinste van de klas? Wie heeft de langste vingers?… Maak een spiegelpaleis met verschillende spiegels en vervormspiegels. Maak een doolhof waarin Morf zijn weg moet zoeken. (Dit kan ook met een balletje of magneetje.) De kleuters maken platlanders. (De kleuters gaan op een groot blad papier liggen en tekenen mekaars omtrek.)
Wie is de grootste/kleinste,…
Bewegingsopvoeding - Laat de kleuters een houding van één van de dieren kiezen. Ze beelden ze uit (samen of alleen). De anderen raden om welke pose het gaat. De kleuters kunnen ook achter een doek met een lamp staan zodat je enkel hun schaduw ziet (schimmenspel). Besteed ook aandacht aan de fijne motoriek, zoals de uil die slechts één oog opendoet. - Maak een bewegingshoek rond balanceren en evenwicht met loopklossen, stelten, touwen,… - Organiseer een bewegingsomloop. Wie durft wat (niet) ? Kleuters moedigen elkaar aan. Niet iedereen durft en kan hetzelfde even goed en dat mag! - Maak een donkere hoek en ga al tastend op zoek zoals de blinde mol uit het verhaal. Wie is er bang in het donker? Wie vindt gemakkelijk de weg? Misschien kunnen de kleuters samen op zoek gaan? - Ballenregen: verdeel de kleuters in twee groepen en stel ze als twee kampen tegenover elkaar op. Elk kamp krijgt evenveel ballen. Bedoeling is na het fluitsignaal zo weinig mogelijk ballen in je kamp te hebben. Samenwerking is hierbij heel belangrijk. - Relaxatieoefening met ballen (Sherborne): laat de kleuters met kleine balletjes over mekaars rug rollen, of laat kleuters op een heel grote bal gaan liggen,… - Reis rond de wereld: gebruik circusattributen. - Werk samen met de kleuters een circusact uit en voer deze op voor andere klassen. Sommige kinderen staan graag in de belangstelling, andere niet. Zij kunnen de plaatsen wijzen, muziek of licht verzorgen,… Iedereen krijgt een taak die bij hem past zodat ze samen tot een afgewerkt geheel komen.
Wereldoriëntatie - Breng een bezoekje aan een circus. Bekijk niet alleen de voorstelling, maar kijk ook naar de leefomstandigheden van de artiesten. Hoe is het leven in en om het circus? Als dit niet haalbaar is, kunnen de kinderen fantaseren over het circusleven. Ook prentenboeken schetsen een beeld. - Het circus is een plaats waar verschillende culturen samenkomen. Besteed hier ook aandacht aan. - Bestudeer de eigenschappen en habitats van de dieren die in het boek vermeld worden. Vergelijk met circusdieren. - Bekijk de diersoorten: de kat en de tijger zijn katachtigen,… - Circusartiesten dragen speciale kostuums. Ook in het boek dragen de dieren bijzondere kledij. Bekijk ze eens. Ook de kleuters zijn verschillend gekleed. Of zijn er juist gelijkenissen? Wat dragen de kleuters graag? Welke kleur vinden ze leuk? Waarom dragen jongens geen rokjes? Hebben ze ook speciale kledij voor aparte gelegenheden of voor het beoefenen van sporten? - In het boek werden veel koffers getekend. Wat neem je mee als je op tocht gaat? Wat heb je echt nodig om te overleven? Bekijk ook de vorm en verschillende soorten tassen, zakken, koffers. Welke schooltassen gebruiken de kleuters? Hebben ze ook zwem- of sporttassen? - Laat de kleuters een stapje verder gaan met het boek: hoe zou het trouwfeest van Morf en Vlo eruitzien? Hoe zag het trouwfeest van hun ouders er trouwens uit? Wat droegen ze? Wat aten ze? Misschien zijn er culturele verschillen? Neem eens een kijkje in andere landen. Zijn alle ouders getrouwd? Zijn er nieuw samengestelde gezinnen? - Wat zouden de dieren uit het boek eten? Wat eet je zelf graag? Leg de nadruk op verschillende voorkeuren. Iedereen lust andere dingen graag. Laat de kleuters eventueel een (voor andere kinderen onbekend
of vreemd) recept/gerecht meebrengen. Misschien kennen de kinderen het wel (b.v. spaghetti) maar smaakt het toch helemaal anders dan thuis. - De kinderen houden een feestoptocht met afgewerkte kledij en koffers net zoals circusartiesten hun show promoten in de straten. De verschillen tussen de kinderen zullen blijken en de kleuters krijgen meteen de kans hun werk aan anderen te tonen. Het kan leuk zijn je kunstje voor jezelf te oefenen, maar sommigen vinden het nog leuker om ook echt op te treden. Waarom niet eens een bezoekje brengen aan een rusthuis of kinderziekenhuis,… Zo kan je hun dag opfleuren! - Misschien kennen de kleuters iemand die iets heel speciaals kan en die dit wil komen tonen in de klas. De kleuters mogen dit uiteraard ook zelf doen! - Leg met de kleuters een fotoboek aan. Hierin staan foto’s van hun familieleden, woonst, huisdieren, hobby’s,… Weer zullen verschillen en gelijkenissen opduiken.
Beeldende vorming - De kleuters ontwerpen een eigen bal (bijvoorbeeld met stofjes of van papier-maché) of een koffer. Bespreek met de kleuters dat iedereen van hetzelfde basismodel vertrekt, maar dat het eindresultaat bij iedereen anders zal zijn. Bekijk de resultaten. - De kleuters maken een zelfportret. Ze bekijken zichzelf in de spiegel en maken een zo getrouw mogelijke weergave. De ene kleuter heeft gele verf nodig voor het haar, de andere bruine. Sommige kleuters zullen kleuren moeten mengen. Bespreek de gelijkenissen en de verschillen. Nadien kunnen de kleuters ook karikaturen maken zodat de onderlinge verschillen nog beter geaccentueerd worden! - De kleuters ontwerpen tickets en een affiche voor hun eigen act. - De dieren in het boek worden vaak slechts gedeeltelijk afgebeeld. Bespreek eerst met de kleuters om welk dier het zou kunnen gaan en laat ze vervolgens het beeld verder afwerken. Het is ook leuk om gekke combinaties te maken en fantasiedieren te ontwerpen. Wat dacht je van een kikkerkop op een giraffenlijf? - De kleuters maken een miniatuurcircus en dieren uit klei. Nadien spelen ze het verhaal na. - Ze ontwerpen speciale stoffen en kostuums. - Ze maken met inkt vinger- of handafdrukken. Maak de kleuters duidelijk dat vingerafdrukken, net als identiteitskaarten, uniek zijn.
Waardenbeleving - Voer met de kleuters een filosofisch kringgesprek over wat je nooit zou willen verliezen. Voor de ene zal het speelgoed zijn, de andere denkt misschien aan zijn mama. - De kleuters maken een ‘ik-boekje’ waarin ze weergeven wie ze zijn, wat ze kunnen,… - De kleuters maken een medaille waarop langs de ene kant staat waar ze goed in zijn en langs de andere waar ze minder goed in zijn. - Ze maken een droombeeld van hoe ze er zouden willen uitzien. Tijdschriften zijn leuk materiaal. - De kleuters omschrijven hun eigen droomvlo. De ene vindt humor belangrijk, de andere hecht belang aan de kleur van de ogen. - Contact-kriebelspel: zoals de vlo Morf kriebelt, kriebelen de kleuters elkaar. - Circusacts leer je niet op een dag. Maak ruimte voor wat kleuters nog niet zo goed kunnen en laat ze het toch eens proberen. Ze moedigen elkaar aan en leren aanvaarden dat niet alles meteen lukt. Voorbeelden: springen op één been, knipogen, fluiten,… - In het boek zie je telkens dezelfde dieren een paar vormen. Morf en de vlo zijn echter verschillende
dieren. Bedenk met de kleuters andere dierenkoppels en vertel wat ze samen goed zouden kunnen. Hoe zouden hun kinderen eruit zien? Het kleintje van een aap en een hyena zou erg snel in de bomen kunnen kruipen! - Maak foto’s van alle ogen, monden, neuzen,… van de kleuters. Ga nadien op zoek naar de eigenaar van deze lichaamsdelen. Combineer ook eens de ogen van Lotte met de neus van Sofie. Zo kan je een leuke collage maken.
Het thema laten leven in de klas Zithoek Deze wordt omgevormd tot een tent of arena. Er is een koffer met attributen (o.a. de ondersteunende hulpmiddelen die gebruikt worden bij het aanbrengen van het verhaal) en een cassette met het verhaal op, het boek zelf, de microfoon met cassettespeler, circusmuziek, viltfiguren uit het verhaal. Zo kunnen de kleuters het verhaal opnieuw beleven wanneer ze maar willen.
Bewegingshoek Richt een bewegingshoek in met attributen zoals een trapeze, touwen, jongleersjaaltjes, hoepels, ballen, kegels,… Deze stimuleren de kleuters om motorische vaardigheden zoals balanceren, evenwicht, coördinatie te trainen. De kleuters die willen, kunnen hun act tonen in de arena.
Verkleedhoek De verkleedhoek wordt omgetoverd in een woonwagen waarin volgende accessoires te vinden zijn: dierenneuzen, kostuums, oren, hoofddeksels, handtassen, pruiken, lappen stof,… De kleuters leven zich volledig in in hun rol.
Meet- en weeghoek In de meethoek kunnen kleuters zich meten en wegen. Ze krijgen de kans om te vergelijken. Voorzie een groeimeter.
Spiegelpaleis Zorg voor verschillende soorten en maten spiegels. In een kleine spiegel zien ze maar een fragment van zichzelf,
in grote spiegels zijn ze samen zichtbaar. Ook in water en spiegelpapier kan je jezelf zien. Met vervormspiegels verkrijg je grappige effecten.
Bouwhoek Kleuters reconstrueren de leefplaatsen van de verschillende dieren. Mejuffer Dezeug leeft in een modderbad,… Met dozen en doeken, wasspelden en draad kunnen kleuters grote en kleine tenten bouwen.
Knutselhoek Deze hoek wordt een speciaal ontwerpatelier waarin allerlei bedrukte stoffen, kokers om hoeden te maken, papieren zakken, grote papieren voor affiches,… te vinden zijn.
Donkere hoek Doeken, tafels,… kunnen deze hoek verduisteren. Voorzie kleine en grote pillampen om te experimenteren met licht en donker. Wie is er bang in het donker? Wie durft alleen? Wie gaat er liever samen met een vriendje? Zoek je weg in het donker, net zoals de mol.
Fotomuur Voorzie allerlei beeldmateriaal waarop mensen te zien zijn. Varieer in leeftijd, geslacht, cultuur, sociaal milieu,… Wacht de reacties van de kleuters af.
Rode draden en kaders De koffer Voorzie voor elk kind een (schoen)doos. Die vormt het uitgangspunt voor de koffer die de kleuters zelf invullen: ofwel is de inhoud materieel: werkjes die de kleuters gemaakt hebben, dingen die ze van thuis meebrengen,… Ofwel komen dromen, wensen, verlangens in één of andere vorm in de koffer terecht. Kleuters kunnen dingen in mekaars koffers stoppen. Op je levensweg neem je ook dingen mee die je van anderen leerde of kreeg. Uiteindelijk zijn de identieke koffers een persoonlijke veruitwendiging van wie ze zijn. Hetzelfde en toch zo anders!
De passages De verhaalinhoud leent zich ertoe om elke dag een fragment uit het boek uit te werken. Eerste passage: ‘Een daverend applaus graag voor de geweldige Heer Morf.’ Elke kleuter heeft een talent en wordt hierin graag bevestigd. Tweede passage: ‘Waar Heer Morf ook keek, overal zag hij gelukkige paren.’ Morf heeft geen partner zoals de anderen, hij wil niet alleen zijn. Derde passage: ‘Dag na dag, week na week, jaar na jaar, niemand kwam. Dan maar zelf op zoek gaan naar de ware.’ Wie is jouw ware? Bestaat de ware? Moet je ernaar op zoek gaan? Hoe weet je dat je hem gevonden hebt? Ga je voor je evenbeeld of sta je open voor een tegenpool? Vierde passage: ‘Wil jij met mij trouwen?’ Morf stelt overal de vraag, wordt telkens afgewezen, maar geeft de moed niet op. Vijfde passage: ‘Is Heer Morf zot geworden?’ De ware liefde vindt hem. Morf gedraagt zich anders. Wat is er toch met hem? De liefde kan je niet onderzoeken. Elke dag wordt een deel van het verhaal opnieuw verteld en wordt de bijbehorende prent opgehangen. Op het einde van de week is heel het verhaal verteld. Maak een selectie van de activiteiten die voor jouw groep het best aansluiten bij de passages.
Morf Morf komt als hand- of stokpop elke dag langs in de klas. Hij heeft een koffer bij zich waarin attributen zitten die centraal staan bij het dagthema. Elke dag wordt een stukje poppenspel gespeeld. Morf wil iemand vinden om mee te trouwen. Hij komt mensen tegen met een andere huidskleur, die een andere taal spreken of in een ander land wonen, die extreme lichamelijke kenmerken hebben. Morfs bevooroordeelde reactie en enge blik lokken reacties uit bij de kleuters. Naar het einde van de week matigt hij zijn reacties en leert hij anderen in hun anders zijn aanvaarden.
Brieven Morf komt een keer op bezoek in de klas. Hij vertelt dat hij op reis vertrekt, op zoek naar de ware. Hij belooft de kleuters op de hoogte te houden. Hij laat elke dag iets van zich weten d.m.v. een brief, e-mail, videofragment, cassette, foto’s,… Deze vormen het uitgangspunt voor de dagactiviteiten. De kleuters antwoorden ‘Morf’.