Preek van Martijn Piet d.d. 4 mei 2008
Lessen in de woestijn - 1 Meenemen of achterlaten Ik realiseer mij heel goed dat de titel van deze serie „Lessen in de woestijn‟, nou niet bepaald heel uitnodigend is. Ten eerste houden we er niet van als iemand ons een lesje wil leren en bovendien houden we evenmin van de woestijn. Van alle plekken op aarde zijn afgelegen, eenzame en onherbergzame plekken als woestijnen, maar ook de Noord- en Zuidpool of Siberië, wel het minst aantrekkelijk. Toch spelen woestijnen in de bijbel een belangrijke rol. Het is beslist niet het beloofde land waar overvloed is; een land van melk en honing. Integendeel, er is aan alles tekort en het is er eenzaam, stil en verlaten. Maar het is evenmin Egypte, dat symbool staat voor deze wereld. Egypte was een land van slavernij. Er was misschien wel welvaart, maar geen vrijheid. Woestijnen zijn niet Gods oorspronkelijke idee. Toen God de mens schiep, plaatste hij hen in een paradijs. Een schitterende volmaakte omgeving van perfecte harmonie tussen mensen, dieren, planten en God zelf. De wildernis is in feite een gevolg van de zondeval. Het is een gebied waar je het op jezelf niet redt. Zonder water, zonder voedsel en zonder gids overleef je het daar niet. Volkomen onaantrekkelijk op het eerste gezicht, maar we zullen ontdekken dat God zich in de stilte van de woestijn laat vinden en tot je kan spreken. Dat er in de woestijn voldoende water is, als je maar drinkt bij de juiste bron en dat de weg door de woestijn uiteindelijk leidt naar het beloofde land, als je maar bereid ben om de gids te volgen. Wij zullen ons in deze serie vooral concentreren op een aantal lessen die Mozes en het volk Israël leerden gedurende hun periode van respectievelijk 80 en 40 jaar in de Sinaï woestijn. Maar zij waren beslist niet de enigen die door God de woestijn in werden geleid. Ik denk bijvoorbeeld aan Elia. Ook hij trok de Sinaï woestijn in, net als Mozes. Geen 40 jaar, maar wel 40 dagen; daar in de woestijn bij de berg van God Horeb. En daar waar God ook met Mozes meerdere malen had gesproken, sprak Hij nu in de stilte tot Elia. En Elia, die feitelijk bij de pakken neer was gaan zitten, vatte door deze ontmoeting weer nieuwe moed. 1Kon 19:8 Elia stond op, en toen hij had gegeten en gedronken liep hij, gesterkt door dit voedsel, veertig dagen en veertig nachten door de woestijn, tot hij bij de Horeb kwam, de berg van God. De woestijn doet iets met je, of het maakt je stuk, of het maakt je sterk. Maar wanneer je je in zo‟n God verlaten situatie bevindt, dan kun je ontdekken dat God ook daar is en dat Zijn stem misschien nog wel luider klinkt dan ooit. God verwacht namelijk niet dat wij opklimmen naar het paradijs, daar waar God is, maar God daalt af, ook naar de woestijnen van het leven. De woestijn is de plaats van loutering, de plek waar je niets hebt aan geld, want er is niets te koop. Waar je niets hebt aan status of positie. Je wordt teruggeworpen op jezelf en op God. Het is een plaats waar jij en ik misschien niet graag willen zijn, maar waar God je maar al te graag, voor een periode, wil hebben. De woestijn is de plaats waar alles van je afvalt, zodat God opnieuw kan beginnen met bouwen. Daar word je gevormd. Daar begint God tot je hart te spreken. In Hosea 2:14 (2:16) lezen we dat Hosea, namens God, het volgende over het volk Israël profeteert: Ik zal haar meelokken naar de woestijn en dan tot haar hart spreken. 15 (2:17) Daar zal ik haar wijngaarden aan haar teruggeven, het Achordal maak ik tot een poort van hoop. En zij zal mijn liefde beantwoorden als in de tijd van haar jeugd, als op de dag dat ze wegtrok uit Egypte. 1
‘Ik zal haar meelokken naar de woestijn en dan tot haar hart spreken.’ Misschien is de wildernis achteraf bezien toch niet zo‟n beroerde plek. God belooft in Jesaja 35:1 zelfs, dat op een dag de woestijn zich zal verheugen, de dorre vlakte vrolijk zal zijn, en de wildernis zal jubelen en bloeien. Dat betekent dat er hoop is in elke situatie en letterlijk ook voor elk land. Ik ben jaloers wanneer is de fantastische verhalen over opwekkingen en wonderen hoor in Afrika en Noord en Zuid Amerika. Daar stroomt de rivier van God. Vergeleken met die plaatsen is Europa maar een dorre bedoeling. Maar als God de woestijnen afschrijft, zal Hij ook Europa niet afschrijven. Zelfs de woestijn zal bloeien en jubelen van vreugde. Gods plan begint zelfs in de woestijn. Het is niet voor niets dat het in de woestijn was, dat Johannes de Doper mensen opriep om zich te bekeren en zich te laten dopen. Hij was de vervulling van de door Jesaja geprofeteerde stem die zou roepen in de woestijn en zou aankondigen dat er een nieuwe tijd zou aanbreken. Ook Jezus ging naar Johannes om zich door hem te laten dopen en vervolgens lezen we dat ook hij, door de Heilige Geest - net als Mozes en Elia - wordt meegevoerd naar de woestijn, waar hij net als Elia veertig dagen en veertig nachten verblijft zonder te eten. Hij is daar alleen, teruggeworpen op Zichzelf. Omringd door wilde dieren en uitgehongerd. Het is op dat moment van zwakte, dat de duivel tot driemaal toe probeert om Jezus tot zonde te verleiden, maar zonder succes. In de woestijn mag aan alles gebrek zijn, maar God is dezelfde. In welke situatie jij je ook bevindt, er is een woord dat God niet kent en dat woord is onmogelijk. De woestijn is een plaats of een periode van beproeving die (als het goed is) leidt tot overwinning. De duivel druipt met de staart tussen zijn benen af en engelen komen om voor Jezus te zorgen. Vervolgens lezen we dat Jezus - gesterkt door de Heilige Geest - uit de woestijn komt, klaar om zijn bediening te beginnen. Mozes, Elia en Jezus, werden alle drie gelouterd in de woestijn. Alle drie ook werden ze opgenomen in de hemel. Mozes is wel gestorven, maar zijn lichaam is nooit gevonden. De bijbel vertelt ons dat God zelf zijn lichaam heeft begraven. Elia, wordt met lichaam en al door een vurige wagen met vurige paarden opgenomen in de hemel. Jezus overwon de dood. Het graf kon Hem niet vasthouden en uiteindelijk - we hebben daar afgelopen donderdag bij stil gestaan - werd Hij met het verheerlijkte lichaam dat Hij toen al bezat, opgenomen in de hemel, om plaats te nemen aan de rechterhand van God. Mozes, Elia en Jezus hadden elkaar al eerder ontmoet, op de berg der verheerlijking. Jezus was met Petrus, Johannes en Jacobus de berg opgegaan om te bidden, toen plotseling Mozes en Elia aan hen verschenen. Ik weet zeker dat het louteringsproces in de woestijn van geweldige positieve invloed is geweest op de bediening van deze drie mannen. Als jij in een woestijn terecht bent gekomen, als je je geestelijk droog voelt of als je het idee hebt dat dingen tegenzitten, bedenk dan dat het misschien wel God is die met jou wil spreken. Waarom eigenlijk leidde God zijn volk door de woestijn? Waarom worden we niet meteen opgenomen in het hemelse paradijs, in het beloofde land, in het nieuwe Jeruzalem? Het antwoord vinden we in Deuteronomium 8:2. Daar wordt aan Israël uitleg geven waartoe de woestijnreis diende.
2
Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. Dat is de ultieme les die we in de woestijn leren. Wanneer we op onszelf zijn teruggeworpen, wordt openbaar wat er in ons hart leeft. Wanneer ons geloof op de proef wordt gesteld, dan blijkt of we God vertrouwen en werkelijk willen volgen … of niet. Ook wij moeten met dezelfde problemen klaarkomen, als de Israëlieten toen ze Egypte ongeveer 3200 jaar geleden verlieten om deel te krijgen aan de vrijheid van het Beloofde Land. Angst, onzekerheid, twijfel, verdriet, woede, ontmoediging en verzoeking zijn allemaal dingen die de voortdurende metgezellen zijn van alle pelgrims in de woestijn. Er zijn allerlei, hele diverse dingen, waardoor je in een woestijnperiode terecht kunt komen. Misschien ben je een baan kwijtgeraakt, misschien een geliefde, misschien je gezondheid of een vriendschap. Misschien hebben mensen je teleurgesteld. Misschien ben je teleurgesteld in de kerk. Gaan dingen anders dan je had gedacht. Misschien heb je het idee dat niemand jou ziet staan. Misschien word je geconfronteerd, met angst of eenzaamheid, een gevoel van falen of zorgen om geld of je kinderen. Niet zelden ook gaat er aan een woestijnreis een zondige daad vooraf. Zo was het tenminste wel bij Mozes. De woestijnreis van Mozes begon toen hij veertig jaar oud was. Mozes was een Israëliet, maar groeide op aan het hof van de Egyptische Farao. Zo‟n 400 jaar eerder - in de tijd van Jozef waren de Israëlieten - toen zo‟n 75 man - in Egypte komen wonen. Het ging goed met hen en hun aantal nam sterk toe. Zo sterk, dat de Egyptenaren begonnen te vrezen, dat zij naar de macht zouden grijpen. En om dat te voorkomen, gingen ze de Israëlieten onderdrukken en tot slavenarbeid dwingen. Zo rond de geboorte van Mozes werd er zelfs een bevel uitgebracht dat alle nieuwgeboren Israëlische jongentjes aan de krokodillen in de rivier de Nijl gevoerd moesten worden. Ook Mozes belandde in die rivier, maar zijn moeder had hem in een drijvend mandje tussen het riet gelegd, waar hij gevonden werd, niet door een krokodil, maar door een Egyptische prinses die zich over hem ontfermde en hem opvoeddet als haar eigen zoon. Egypte was in die tijd een grootmacht. Dit is de tijd waarin de piramides werden gebouwd, waar waarschijnlijk ook de Israëlische dwangarbeiders aan hebben gewerkt. Mozes werd, zo lezen we, onderwezen in alle kennis van de Egyptenaren en werd een machtig man in woord en daad. Misschien werd hij zelfs wel gezien als troonopvolger. Maar op een dag, als Mozes 40 jaar oud is en hij ziet hoe een Israëliet, een Hebreeër, door een Egyptenaar wordt mishandeld, schiet hij de Israëliet te hulp en neemt hij wraak op de Egyptenaar door hem te doden. Dat is het begin van Mozes‟ woestijnreis. Lezen: Exodus 2:11-22 De eerste reactie die bij ons opkomt, bij het ervaren van welke wildernis dan ook, is een neiging om ons terug te trekken. Als je de pijn ervaart om het verlies van een geliefde, de schok wanneer je je baan kwijtraakt, de diepe teleurstelling als je merkt dat iemand die je vertrouwde je heeft verraden, dan hebben we de neiging om ons van de wereld af te sluiten. Onze eerste, primaire reactie is vaak; „Laat me alleen. Laat me met rust” 3
Ik geloof dat God dit begrijpt. Maar hij begrijpt ook onze nóg grotere behoefte om deel uit te maken van een gezin; om te worden aangeraakt door liefhebbende handen, om te worden vastgehouden door liefhebbende armen. Daarom stuurt God ons zijn speciale boodschappers om ons te dienen. Naar Jezus stuurde hij Engelen. Naar Mozes een oude bedoeïenensjeik Reüel, veel beter bekend met de naam Jethro. Maar Jethro is waarschijnlijk een titel en Reüel zijn eigenlijke naam; Jethro betekent stamhoofd of koning. En dat is interessant, want dan was Reüel niet alleen priester van Midjan, zoals we hebben gelezen, maar ook koning. Net zoals Mechisedek koning en priester was te Salem, het latere Jeruzalem. En net zoals Jezus onze Koning en Hogepriester is, zo zijn ook wij - jij en ik - volgens 1 Petrus 2:9 een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, met als opdracht om de grote daden te verkondigen van Hem die ons uit de duisternis heeft geroepen naar Zijn wonderbaarlijke licht. Het is bij deze Reüel, koning en priester te Midjan, waar Mozes wordt uitgenodigd om te verblijven. Mozes was op dat moment, wat wij zouden noemen, een pastoraal geval. Hij was niet opgevoed door zijn eigen ouders, maar geadopteerd. Hij kende zijn ouders, zus en broer wel, maar groeide niet met hen op. Als baby wilde de Farao hem vermoorden en nu weer. Hij was de tweede man van het machtigste volk van dat moment, zowel in militair als wetenschappelijk opzicht. Het leven lachtte hem toe, de wind in de zeilen … tot dat fatale moment. Nu was hij op de vlucht. Een vreemdeling in een droog, dor, onaantrekkelijk land dat hij niet kende. Bovendien was hij ook nog eens occult belast. Aan het hof van de farao werden verschillende afgoden vereerd en er werkten diverse tovenaars en magiërs die allerlei bovennatuurlijke, paranormale werken verrichtten. Maar Reüel hielp de voormalige prins van Egypte, met een warme, eenvoudige gastvrijheid uit zijn cocon van verdriet en zelfmedelijden. God had een heel ander plan met Mozes. Hij zou niet de leider van Egypte worden, maar van de Israëlieten en hen bevrijden uit de handen van de farao. Maar Gods plan kon pas doorgang vinden, wanneer eerst het egoïsme van Egypte uit zijn dienstknecht was weggebrand in de smeltkroes van de woestijn. De scherpe randjes moesten er vanaf. Bovendien, en dat was misschien wel het belangrijkste, moest Mozes in de verschrikkelijke Sinaï-woestijn, waar aan alles gebrek was, leren om te wachten op God en Zijn stem leren verstaan. Daar leerde Mozes ontscheid te maken tussen hartstocht en principe, tussen het volgen van impulsen en het zich kalm en weloverwogen een doel stellen. In de Sinaï, letterlijk een verzengende oven, werd het karakter van de man die God zou gebruiken gelouterd. Daar leerde hij wat bidden is; ook leerde hij de waarde van jezelf terugtrekken in de stilte. Daar leerde hij - te beginnen met een paar schapen en geiten - de principes van leiderschap. Maar hij hoefde niet alleen te worstelen. God bracht hem in een gezinsstructuur - in Reüel‟s gezin waar hij leerde wat gasvrijheid was, en waar hij leerde… wie God is. Ik geloof, hoewel de bijbel het nergens duidelijk bevestigt, maar overigens ook niet tegenspreekt, dat Reüel priester was van de allerhoogste God, de God van Abraham, Isaäk en Jacob, schepper van hemel en aarde, en niet van één of andere heidense afgod. Reüel was immers een nakomeling van Midjan en Midjan was een zoon van Abraham. Weliswaar niet van Isaäk en Jacob, maar wel van Abraham. Nadat Abrahams vrouw Sara was overleden trouwde hij met Ketura. Zij baarde hem zes zonen. Eén daarvan was Midjan. Midjan moet dus wel de God van zijn vader Abraham gekend hebben. 4
Hoe het ook zij, waar het om gaat is dit: Mozes had zich kunnen terugtrekken in zijn cocon van zelfbeklag. Maar God plaatste hem in een gezin. In Psalm 68:7 staat dit: God geeft eenzamen een thuis. Aan Mozes gaf Hij Reüel‟s familie. Wanneer Mozes vrij moet komen van verdriet en isolement, dan is het niet genoeg dat iemand de zaak eens met hem doorspreekt, of tegen hem preekt; hem eens goed de waarheid vertelt. Mozes had geen behoefte aan een preek, maar aan liefde. Wat hij nodig had is wat wij allemaal van tijd tot tijd nodig hebben: een arm rond zijn schouder, een borst waar hij zijn hoofd op kon leggen, een goede maaltijd en een stem die zegt: “Ik begrijp je”. Wij moeten misschien leren om wat minder te preken, wat minder snel te komen met onze adviezen en aanwijzingen en in plaats daarvan te doen wat Reüel deed. Hij vroeg aan zijn dochters toen ze vroeg thuis kwamen en vertelde over de vreemdeling die hen had geholpen “Waarom hebben jullie die man achtergelaten? Nodig hem uit om te komen eten”. Misschien wil God wel hetzelfde tegen jou zeggen: “Waarom heb je die man of die vrouw achtergelaten? Nodig hem of haar uit voor het eten”. Paulus schrijft aan de christen in Rome (Rom. 12:13) Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij. En Petrus zegt in zijn eerste brief (4:9): Wees gastvrij voor elkaar, zonder te klagen. Misschien zit jij zelf op dit moment in een woestenij. De wind van voren in plaats van in de zeilen. In de eerste plaats – God wil een Vader voor je zijn. Je mag horen bij Zijn gezin. Ten tweede – Hij wil tot jou spreken. Misschien heeft Hij vanmorgen zelfs tot je gesproken. Ten derde – Hij zal de woestijn laten bloeien. Er kan nog iets heel moois komen uit de situatie waarin je nu zit. Geef niet op. Achter de volgende zandberg ligt misschien wel het beloofde land. Vertrouwen op God. De Heilige Geest wil jouw gids zijn. Vertrouw Hem. Ten vierde wil ik je uitnodigen om, als je dat nog niet heb gedaan, je aan te sluiten bij een celgroep. Hoewel de naam anders doet vermoeden, het is geen gevangenis. Sterker nog het is bevrijdend, de deuren en ramen van de gevangenis worden opengegooid als we elkaar lief hebben met de liefde van God. Tegen alle anderen vanmorgen wil ik zeggen: “Laten we elkaar als familie behandelen en er met name zijn voor diegene(n) waarvan we weten dat ze het moeilijk hebben”. In het koninkrijk van God gaat het niet alleen maar om goede (of minder goede) preek op zondagmorgen of een Bijbelstudieavond. Maar het gaat om een arm om iemand z‟n schouder, een open huis. Weet je, een goede maaltijd doet soms veel meer dan een goede studie.
5
GESPREKS- EN VERWERKINGSVRAGEN Preek 1 – Achterlaten of meenemen PRAAT EROVER Deze eerste studie gaat over de behoefte die de „woestijnreiziger‟ heeft aan een gezinsverband. Heb jezelf wel eens een periode in je leven meegemaakt die je zou kunnen omschrijven als een woestijn? Vertel er over. Had jij toen ook de neiging om je terug te trekken terwijl je eigenlijk verlangde naar een schouder om je heen? Zijn er mensen geweest waar je in die periode veel aan heb gehad omdat ze vriendschap betoonde? Vertel er over. Heeft jouw woestijn periode iets opgeleverd? Heb je er iets door geleerd of overwonnen? Vertel er over.
DOE HET
Reüel vroeg zijn dochters waarom ze Mozes hadden achtergelaten. Hij gaf ze de opdracht hem uit te nodigen voor het eten. Kijk of je deze of volgende week gastvrijheid kan betonen aan een „woestijnreiziger‟. Laat hem of haar niet achter, maar neemt hem of haar mee.
BID ERVOOR In Deuteronomium 8:2 wordt aan Israël het volgende gezegd: Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet. Neem tijd met God en laat Hem jou vertellen wat leeft er in jouw hart, gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet?
DENK EROVER NA Leven in de woestijn is leven in een land waar aan alles te kort is. Je wordt teruggeworpen op God en jezelf. Probeer je er een voostelling van te maken hoe dat zal zijn. Als je niet kunt winkelen, geen tv kan kijken, geen computer of internet, geen boek om in te lezen. Wat zou dat doen met jouw relatie met God?
6