Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Volgorde voorstelling HSL 1: Scene 1 Scene 2 Scene 3 Scene 4 Scene 5 Scene 6 Scene 7 Scene 8 Scene 9 Scene 10
Wachten Ongeduld Ik kom naar je toe Schaapjes Fietsen Vleugels die het doen Zon Aapjes Haast Brief
Verdeling Zeezicht Docenten: Lydia Müller:
1B 7B
Kim van den Bemt:
6A 5A 2A
Relinde Moors:
5B 1A 4A
Annelies Mertens:
8B 2B
Groep 6A Groep 5B Groep 8B Groep 1A Groep 2B Groep 5A Groep 1B Groep 2A Groep 4A Groep 7B
Kim Relinde Annelies Relinde Annelies Kim Lydia Kim Relinde Lydia
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Synopsis Er was eens een prinses. Zij woonde in Het Warme Land. Een land dat zij goed kende, maar waar zij oorspronkelijk niet vandaan kwam. Omdat ze zó ver weg woonde vond zij het heel erg leuk om post te krijgen. Soms duurde het heel lang voordat een brief kwam. En dan kon zij niets anders doen dan wachten... Heel lang wachten. Op een dag verschijnt er een brief van een Prins. De Prins komt uit Kikkerland en schrijft dat hij op weg is naar Het Warme Land. De prins reist door een weiland vol schaapjes, fietst een eindje en vliegt dan helemaal naar Het Warme Land. Daar wordt hij hartelijk ontvangen door de zon, danst met aapjes haast zich naar het kasteel van de prinses. Dan, als de prins daar is, zo ver van huis, mist hij zijn Kikkerland wel even. Dan schrijft hij het Kikkerland een brief.
2
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Scene 1: Wachten Groep 6A Dansdocent: Kim van den Bemt
We wachten. Wachten op post, op een brief of tenminste een kaart uit een land hier ver vandaan. Vragen voor het voeren van een filosofisch gesprek: Wat is wachten? Wat zou er anders zijn als je nooit meer zou wachten? Wat is erger heel vaak wachten of nooit meer wachten? Is wachten vervelend? Kan je een voorbeeld noemen van een moment waarop je lang moest wachten? Is wachten ook iets wat je moet leren? Hoe zou de wereld zijn als iedereen alleen maar wacht? Wat is het tegenovergestelde van wachten?
Beeldende opdracht - gemaakt met de docent van de HSL
3
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Deze klas maakt de animaties voor de scenes: Scene 1 Wachten Scene 4 Schaapjes Scene 7 Zon Benodigdheden: Fototoestel op statief Papier en teken en / of verfmaterialen Schildersezel of manier om tekening aan de muur te bevestigen. Voor het maken van de animaties zie de handleiding ‘hoe maak ik een animatie’ . Wát de kinderen precies gaan tekenen verzinnen ze zelf, onder begeleiding van de docent van de HSL. Leg de kinderen uit dat de foto’s van de ontwikkeling van de tekening door Project Zeezicht tot een animatie gemaakt worden. De animatie wordt tijdens de voorstelling op de achtergrond geprojecteerd. Dat betekent dat de animatie heel groot te zien zal zijn. Het is dus heel belangrijk dat de tekening met heel veel zorg gemaakt wordt. De tekeningen zijn gemaakt met een zwarte viltstift en zo eenvoudig mogelijk. Eerst ontstaat de vorm. Daarna wordt deze met verf ingekleurd. Drie animaties Verdeel de klas in drie groepjes. Elk groepje krijgt één thema. Wat gaan we tekenen? De docent gaat met de leerlingen het gesprek aan over de thema’s die zij gekregen hebben. Eerst verzamelen we associaties over het thema. Je zou ook plaatjes uit tijdschriften of op internet kunnen laten opzoeken. Bijvoorbeeld: Thema = schaapjes Waar denk je aan bij het woord schaapjes? gras, groen, blauwe lucht, sloot, weiland, hekje, etcetera. Kijk dan naar het script. De kinderen in deze scene zijn schaapjes in de wei. Wat zou mooi zijn als decorbeeld op dit moment? Welke van de associaties die we gemaakt hebben zou hier mooi bij passen? Kies met je groepje het idee dat je het beste vindt passen. Maak dan een schets - een voorbeeldtekening. Vervolgens maak je volgens de werkwijze van het maken van de animatie de tekening en de foto’s.
4
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Schrijf opdracht voor in de klas Schrijf over het thema ‘Wachten’ een gedicht. Om het gedicht te schrijven kan je allerlei dichtvormen gebruiken. Hieronder een opdracht suggestie voor het schrijven van een ‘elfje’. Elfen zijn korte teksten van vijf regels. Die regels bestaan uit: één woord, twee woorden, drie woorden, vier woorden en dan weer één woord. Spelregels voor het schrijven De elf moet zeer gestructureerd worden aangeboden: regel voor regel, opdracht na opdracht, steeds met vermelding van het vereiste aantal woorden. Dat moet zeker precies gebeuren als kinderen voor het eerst een elf gaan schrijven. Als ze weten wat een elf is en als ze er een aantal gemaakt hebben, kan de opdracht losser worden. Maar de regels van de elf blijven hetzelfde: het aantal woorden is altijd gelijk. De leerlingen schrijven een elf met als eerste woord: ‘Wachten’ Voorbeeld: Wachten de klok tikt maar door wachten duurt zo lang zucht
Doorgeef - elf (met vier leerlingen.) Als variatie op de opdrachten schrijven de leerlingen elfjes in groepjes van vier. Het gaat nog steeds over het thema ‘wachten’, maar de beginwoorden zijn woorden die met wachten te maken hebben. Dat kunnen o.a. werkwoorden, zelfstandig naamwoorden of emoties zijn. Leerling één schrijft het eerste woord Geeft het blaadje door aan zijn rechterbuur. Die schrijft regel twee. Weer doorgeven. De derde schrijft regel drie en vier. Dan schrijft leerling één het laatste woord.
5
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Scene 2: Ongeduld Groep 5B Dansdocent: Relinde Moors
Na lang wachten worden we ongeduldig. We kunnen niet meer stilzitten. Vragen voor het voeren van een filosofisch gesprek: Wat is ongeduld? Is het beter om ongeduldig of om geduldig te zijn? Hoe zou het zijn als je nooit meer ongeduldig was? Zou jij jezelf omschrijven als een geduldig of als een ongeduldig persoon? Waarom? Wat doe je als je ongeduldig bent? Wanneer ben jij het meest ongeduldig?
6
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Beeldende opdracht voor de HSL docent: Groep 5 maakt vijf klokken met verplaatsbare wijzers. Neem een grote, stevige kartonnen doos en verf deze in een kleur. Wacht tot de doos droog is. Nu teken je op de voorkant een klok. Je mag zelf weten hoe de klok eruit ziet. Staan er cijfers, of streepjes of misschien wel tekeningen tekeningen per uur op. Misschien geeft de klok wel aan wat je eet, of wat voor weer het is of je slaapt of niet.
7
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Nu maak je van een nieuw stuk karton de wijzers. Teken de wijzers op het karton en verf de wijzers in een andere kleur dan de klok zelf. Maak de wijzers vast met een splitpen. De wijzers kunnen nu ronddraaien.
Je kan een klok maken van één doos, of een grote staande klok van twee dozen op elkaar.
Waarde Sukkel, Waarom laat iedereen mij slapen? Waarschijnlijk word ik nooit meer wakker. Waarschuw Prinsen! Waarachtigheid, als men eens wist hoe ik daar naar verlang.
(Uit: Brieven aan Doornroosje, Toon Tellegen)
8
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Scene 3: Ik kom naar je toe Groep 8B Dansdocent: Annelies Mertens
Op een dag verschijnt er een brief van een Prins. De Prins komt uit Kikkerland en schrijft dat hij op weg is naar Het Warme Land. Schrijf opdracht voor in de klas: Schrijf met de leerlingen de brief die de Prins aan de prinses schrijft.
Voorbeeld brief uit ‘Brieven aan Doornroosje’ van Toon Tellegen:
Doornroosje, Je kent me niet. Ik ben een prins - de prins - die jou wakker zal kussen. Ik kom naar je toe. Je slaapt negenennegentig jaar. Je moet, volgens het sprookje waarin je slaapt, nog één jaar slapen. Ik weet niet waar je woont en ik weet al helemaal niet waarom ik je wil wakker kussen. Als je wakker bent zal ik, volgens de weten van sprookjes en legendes met je moeten trouwen, en wil ik dat wel, wil jij dat wel? Ik vermoed dat ik je wakker moet kussen. Mijn wil staat daar buiten. Je slaapt, dus je kunt deze brief niet lezen. Ik schrijf alsof je hem wel kunt lezen. Ik ga vandaag op weg, zonder iemand te zeggen dat ik vertrek. Het is nog maar de vraag of iemand mij zal missen. Het is winter. Het stormt en het regent. Ik neem me voor kou te lijden, zonnesteken op te lopen, op gezette tijden bijna dood te gaan, mijzelf dagelijks te verwensen en zonodig jammerlijk te falen. Ik ben niet sterk, dat zeg ik er wel bij. P.
9
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Beeldende opdracht - gemaakt met de docent van de HSL Groep 8B maakt de animaties voor de scenes: Scene 3 Ik kom naar je toe Scene 6 Vleugels die het doen Scene 8 Aapjes Scene 9 Haast Benodigdheden: Fototoestel op statief Papier en teken en / of verfmaterialen Schildersezel of manier om tekening aan de muur te bevestigen. Voor het maken van de animaties zie de handleiding ‘hoe maak ik een animatie’ . WWát de kinderen precies gaan tekenen verzinnen ze zelf, onder begeleiding van de docent van de HSL. Leg de kinderen uit dat de foto’s van de ontwikkeling van de tekening door Project Zeezicht tot een animatie gemaakt worden. De animatie wordt tijdens de voorstelling op de achtergrond geprojecteerd. Dat betekent dat de animatie heel groot te zien zal zijn. Het is dus heel belangrijk dat de tekening met heel veel zorg gemaakt wordt. De tekeningen zijn gemaakt met een zwarte viltstift en zo eenvoudig mogelijk. Eerst ontstaat de vorm. Daarna wordt deze met verf ingekleurd. Drie animaties Verdeel de klas in drie groepjes. Elk groepje krijgt één thema. Wat gaan we tekenen? De docent gaat met de leerlingen het gesprek aan over de thema’s die zij gekregen hebben. Eerst verzamelen we associaties over het thema. Je zou ook plaatjes uit tijdschriften of op internet kunnen laten opzoeken. Bijvoorbeeld: Thema = schaapjes Waar denk je aan bij het woord schaapjes? gras, groen, blauwe lucht, sloot, weiland, hekje, etcetera. Kijk dan naar het script. De kinderen in deze scene zijn schaapjes in de wei. Wat zou mooi zijn als decorbeeld op dit moment? Welke van de associaties die we gemaakt hebben zou hier mooi bij passen? Kies met je groepje het idee dat je het beste vindt passen. Maak dan een schets - een voorbeeldtekening. Vervolgens maak je volgens de werkwijze van het maken van de animatie de tekening en de foto’s.
10
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Scene 4: Schaapjes Groep 1A Dansdocent: Relinde Moors We reizen door een typisch Hollands landschap. Heb je wel eens een schaap gezien? Wat is het verschil tussen een schaap en een aap? Wat zou je liever zijn, een schaap of een aap? Denk je dat een schaap wel eens iemand mist? Wat kan die dan doen?
Slaap kindje slaap Daar buiten loopt een schaap Een schaap met witte voetjes Die drinkt z’n melk zo zoetjes Slaap kindje slaap Daar buiten loopt een schaap
11
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Beeldende opdracht voor de HSL docent Deze kinderen knutselen hun eigen schaapjeskostuum met schapenvacht en staart, met gebruik van een witte vuilniszak, watten, wc-rollen en wit crêpepapier. Van de vuilniszak wordt een hemd/ jurk geknipt als volgt: houd de open kant naar beneden en knip een kleine halsopening aan de gesloten kant. (de zak moet niet van de schouders afzakken) steek hoofd erdoor en knip op de plek van de armen (aan de bovennaad) twee armsgaten knip eventueel de zak aan de onderkant op de juiste lengte. Vervolgens kunnen de kinderen met lijm plukken watten op de zak plakken. Het staartje wordt gemaakt van een wc-rol. De wc-rol wordt met wit papier beplakt als ondergrond. Vervolgens worden daar kleine propjes wit crêpepapier op geplakt. Het staartje wordt met een touwtje aan de vuilniszak bevestigd. Verstevig het bevestigingspunt hiervoor met een stukje karton (anders scheurt de zak uit). Maak een gaatje in de wc-rol en in de vuilniszak en verbind ze met een kort touwtje (door het touwtje kan het staartje tijdens de dans heen en weer zwiepen).
Benodigdheden: •witte vuilniszakken •watten •wc-rollen •wit crêpepapier •touwtje •karton •scharen, lijm, plakband etc. Schmink: Witte "schapenwolkjes" op de wangen.
12
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Scene 5: Fietsen Groep 2B Dansdocent: Annelies Mertens De prins fietst door het mooie Kikkerland.
Wat kan een fiets heel goed? Heeft een fiets een huis? Waar kan je heel goed fietsen en waar niet? Welke geluiden horen er bij een fiets?
Muziek opdracht voor in de klas: Maak met de kinderen een geluidsdecor van een fiets. Welke geluiden horen er allemaal bij de fiets. Dat kan de fiets zelf zijn, de bel, iemand die op de fiets zit. Geluiden die we in het verkeer tegenkomen. Hoe kunnen we deze geluiden maken? Je kunt allerlei materialen gebruiken om dit geluidsdecor te maken. Dat kan je stem zijn, maar ook een bak met steentjes of een instrument. Verzin met de kinderen een volgorde. Je maakt een compositie. De docent geeft tijdens het opnemen als de dirigent aan wie wanneer geluiden maak. Neem het geluidsdecor op. Brand de opname op een CD en geef deze aan de Zeezicht dansdocent
13
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Beeldende opdracht voor in de klas: Deze leerling maken een voorwerp dat ze in de voorstelling gaan gebruiken. Ieder kind maakt van een stuk isolatiebuis een fietsstuur. Zij versieren hun eigen stuur met gekleurde tape als handvatten, maken een fietsbel van karton en/of versieren hun stuur met gekleurd repen crêpepapier die in de gaatjes aan beide zijden bevestigd kunnen worden.
Benodigdheden: • Grijze isolatiebuis (± 50 cm per kind) • gekleurd crêpepapier in verschillende kleuren • tape in verschillende kleuren • karton • plakband, lijm, scharen e.d. • Stanleymes om de buizen op maat te snijden. Schmink: Rode appelwangen met zomerse sproeten op de neus.
14
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Scene 6: Vleugels die het doen Groep 5A Dansdocent: Kim van den Bemt De prins vliegt naar het Warme Land.
Doornroosje, Je woont in een kasteel dat ondersteboven in de lucht hangt, hoog boven me. Ik ben op zoek naar ladders, luchtschepen, vleugels die het doen. ... P (Uit: Brieven aan Doornroosje)
Kan je een manier bedenken om te vliegen? Hoe zou de prins van Kikkerland naar Het Warme land kunnen vliegen? Droom jij wel eens dat je vliegt? Hoe vlieg je dan? Waarom kunnen mensen niet vliegen en vogels wel? Hoe zou de wereld eruit zien als iedereen zou kunnen vliegen? Als je in je gedachten ergens bent, ben je er dan ook echt? Wat is het verschil tussen ergens zijn en verzinnen dat je ergens bent? Kunnen gedachten vliegen? Beeldende opdracht voor in de klas Maak vleugels die het doen. Van papier, karton, stof, etcetera ontwerp je met de klas een manier om echt te kunnen vliegen. Hoe ziet dat er dan uit? Verzin het eerst alsof alles mogelijk is. Dan maken we een ontwerp wat we echt kunnen maken. Verwerk dit tot een kostuum waar je ook in kunt bewegen. Elke leerling voert, onder begeiding van de docent zijn ontwerp uit. Bewaar ook de ontwerpen!!!
15
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
16
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Scene 7: Zon Groep 1B Dansdocent: Lydia Müller Als de Prins landt in Het Warme Land wordt hij begroet door de zon. Wie is de zon? Ben jij goede vrienden met de zon? Zou je de zon missen als hij er niet was? Als je de zon iets zou mogen vragen, wat zou dat dan zijn? Is de zon bijzonder? Zou de zon jou missen als jij er niet was?
Beeldende opdracht voor de HSL docent : Neem een stevige reep geel karton die als band om het hoofd aan elkaar geniet zal worden. Laat de kinderen grote “stralen” (grote driehoeken) knippen uit geel karton en kleinere stralen uit oranje of rood karton. Niet of lijm eerst de grote stralen als een krans (denk aan het Vrijheidsbeeld) aan de band. Niet of lijm de kleinere stralen daar vervolgens tussenin, overlappend met de grote stralen. Niet tot slot de band op hoofdmaat vast. Benodigdheden: •geel karton •oranje of rood karton •scharen, lijm, plakband, niettangen etc. Schmink: Zonnetjes op de wangen.
17
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Doornroosje, ...
Ik zie je voor me. Je bent groot, je glinstert en je ligt op de horizon. Een slapende fata morgana. De zon gaat precies boven je mond onder en lijkt je wel te kussen. Ah. nu spring je overeind. De zon zakt verder. Je danst op de horizon, je wervelt, je trilt. Als de zon je wakker kust, ga je met de zon trouwen en dan wordt de zon de nieuwe koning. (Uit: Brieven aan Doornroosje, Toon Tellegen)
18
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Scene 8: Aapjes Groep 2A Dansdocent: Kim van den Bemt Wat is het verschil tussen een aap en een schaap? Wat zou je liever zijn, een schaap of een aap? Denk je dat een schaap wel eens iemand mist? Wat kan die dan doen? Heeft een aap een huis?
Beeldende opdracht voor in de klas: Aap - kostuum
Neem een stevige reep bruin karton die als band om het hoofd aan elkaar geniet zal worden. Laat de kinderen uit ditzelfde bruine karton 2 grote halve cirkels (met een stuk eronder, zie afbeelding) knippen. Doe hetzelfde in een lichtere kleur bruin karton, maar dan iets kleiner. Vervolgens worden de kleine cirkels op de grote geplakt. Deze cirkels worden aan de zijkant van de hoofdband geniet, als oortjes.
19
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
De staart wordt gemaakt van 2 lange stroken karton, van ongeveer 10 cm breed. Neem van beide kleuren bruin karton 1 strook. Meet een stuk elastiek af wat om het middel van de kinderen past. Leg het midden van het elastiek op de 2 (overlappende) uiteinde van de stukken karton. Niet dit alles aan elkaar (zie afbeelding). Begin bij het nietje en vouw de 2 stroken tot 1 lange muizentrap. Plak de uiteinde van de 2 stoken aan het eind van de muizentrap vast. Benodigdheden: • 2 kleuren stevig bruin karton • elastiek • nietmachine • scharen, lijm e.d.
20
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Scene 9: Haast Groep 4A Dansdocent: Relinde Moors De prins is bijna bij zijn doel. Hij haast zicht naar het kasteel van de prinses. Wat is haast? Wanneer haast jij je? Waarom haast je je? Wat is fijner, haasten of heel langzaam zijn? Kan jij goed haasten? Hoe zou het zijn om altijd alles heel snel te doen? Hoe zou het zijn om alles altijd heel langzaam te doen?
21
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Beeldende opdracht voor in de klas Maak met de leerlingen richting aanwijzers. Het kunnen verkeersborden zijn waar een prinses op staan. Of een pijl, die de richting aangeeft. De kinderen mogen hun eigen verkeersborden en richting aanwijzers verzinnen. Zorg dat ze gemaakt worden van stevig karton en op een stok o.i.d. staan. Met het bord wijzen ze de prins zo snel mogelijk de weg naar de prinses. Maak de borden van karton. Op een stevig stuk karton worden de pijlen geplakt die de kinderen hebben beschilderd. Belangrijk dat de kartonnen richting aanwijzers zo stevig zijn dat ze rechtop blijven staan als je ze bij de stok vasthoudt.
22
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Scene 10: Brief Groep 7B Dansdocent: Lydia Müller
“Dan, als de prins daar is, zo ver van huis, mist hij zijn Kikkerland wel even. Dan schrijft hij Het Warme Land schrijft hij het Kikkerland een brief. “ We schrijven een brief aan Kikkerland. Over alles wat we missen. Waar we soms aan denken. Wat we vergeten zijn of juist onthouden. Vragen voor het voeren van een filosofisch gesprek: Wat is missen? Als iemand je een brief schrijft, mis je diegene dan minder? Is een brief schrijven hetzelfde als het voeren van een gesprek? Heb je wel eens een brief gekregen waar je heel blij van werd? Heb je die bewaard? Hoe zou de wereld eruit zien als je elkaar niet zou kunnen schrijven of bellen wanneer je lang weg bent?
23
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Beeldende opdracht - gemaakt met de docent van de HSL Deze klas maakt de animaties voor de scenes: Scene 2 Ongeduld Scene 5 Fietsen Scene 10 Brief Benodigdheden: Fototoestel op statief Papier en teken en / of verfmaterialen Schildersezel of manier om tekening aan de muur te bevestigen. Voor het maken van de animaties zie de handleiding ‘hoe maak ik een animatie’. Wát de kinderen precies gaan tekenen verzinnen ze zelf, onder begeleiding van de docent van de HSL. Leg de kinderen uit dat de foto’s van de ontwikkeling van de tekening door Project Zeezicht tot een animatie gemaakt worden. De animatie wordt tijdens de voorstelling op de achtergrond geprojecteerd. Dat betekent dat de animatie heel groot te zien zal zijn. Het is dus heel belangrijk dat de tekening met heel veel zorg gemaakt wordt. De tekeningen zijn gemaakt met een zwarte viltstift en zo eenvoudig mogelijk. Eerst ontstaat de vorm. Daarna wordt deze met verf ingekleurd. Drie animaties Verdeel de klas in drie groepjes. Elk groepje krijgt één thema. Wat gaan we tekenen? Geen makkelijke vraag. De docent gaat met de leerlingen het gesprek aan over de thema’s die zij gekregen hebben. Eerst verzamelen we associaties over het thema. Je zou ook plaatjes uit tijdschriften of op internet kunnen laten opzoeken. Bijvoorbeeld: Thema = schaapjes Waar denk je aan bij het woord schaapjes? gras, groen, blauwe lucht, sloot, weiland, hekje, etcetera. Kijk dan naar het script. De kinderen in deze scene zijn schaapjes in de wei. Wat zou mooi zijn als decorbeeld op dit moment? Welke van de associaties die we gemaakt hebben zou hier mooi bij passen? Kies met je groepje het idee dat je het beste vindt passen. Maak dan een schets - een voorbeeldtekening. Vervolgens maak je volgens de werkwijze van het maken van de animatie de tekening en de foto’s.
24
Zeezicht
Lespakket voorstelling HSL 1
Schrijfopdracht voor in de klas Elke leerling in de klas schrijft een brief aan iets of iemand die hij / zij mist. Vertel in de brief hoe het met je gaat en waar je bent. Ben je ver weg van diegene of datgene dat je mist? Leg in de brief uit hoe jouw leven in Singapore eruit ziet.
Voorbeeldbrief uit ‘Brieven aan Doornroosje’ van Toon Tellegen: Doornroosje, Ik heb de hele dag aan je gedacht. Laten we even al die flauwekul vergeten, die honderd jaar, dat kasteel. Waarom ben je niet hier? Je zit tegenover me in mijn gedachten. We zitten allebei op de grond. Je ben heel ernstig en heel zacht. Ik knijp telkens mijn ogen dicht om het nog echter te maken. Er gaan rare elektrische schokken door mijn hoofd. Ik verlang zo verschrikkelijk naar dat wat ik voor me zie: jij daar op de grond, tegenover mij, naar mij kijkend. Hoe kan ik het laatste restje verschil opheffen tussen dat wat ik me voorstel en dat wat er is? Of is dat juist levensgevaarlijk en moet ik dat helemaal niet willen? Je bent zó ver weg... Maar alles is ver weg. Zelfs mijn voeten zijn ver weg en doen het niet meer. En het bos aan de overkant van de weg, waar ik onder een boom kan slapen, is ver weg. Schreef ik maar nooit meer een brief, was je maar hier. Of holde ik maar naar je toe! P.
25