Lespakket ‘Lente’ Instructieblad groep 1 & 2 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op: www.rotterdam.nl/lesmateriaalnatuuronderwijs - Instructieblad groep 1 & 2 - Materialen van het pakket: Voor de les ‘het is lente’: •
1 grote jaarklok A3 met 1 splitpen
•
2 kleine jaarklokken A4 ( 1 met en 1 zonder kleurplaat)
Voor de les ‘uit je bol in de lente’: •
1 bloeiende bloembol in een potje
•
1 bollenglas
•
3 cocktailprikkers
•
2 uien
•
30 werkbladen ‘de groei van de bloembol’
•
1 blad met 3 papieren meetlinten van 25 cm
Voor de les ‘lentebloesem’: •
Takken van els, wilg, rode kornoelje, forsythia, esdoorn en krent (deze bij ontvangst meteen in het water zetten)
•
Foto’s van de verschillende soorten takken, maar dan verder in groei
•
6 grote wilgentakken voor knutselwerk bloesem
Voor de les ‘insecten in de lente’: •
3 eierdozen (voor 6 rupsen-knutselwerken)
•
Potgrond voor de tuinkerszaden (rupsenknutsel)
•
Tuinkerszaad
•
12 filterzakjes (voor knutselwerk vlinder)
•
12 pinda’s
•
24 satéprikkers (voor knutselwerkjes vlinder en bij)
•
12 sparrenappels voor bijtjes
•
Gele schapenwol voor 12 bijtjes
•
Witte schapenwol (voor vleugels bijtjes)
1
Begrippen: Bij het thema ‘lente’ komen de volgende begrippen aan de orde: De lente
de bloembol
de struik
de bij
De zomer
de narcis, de tulp
de tak
de vlinder
De herfst
de hyacint, de krokus
het blad
de rups
De winter
de rokken
de bloesem
de cocon
De seizoenen
de wortel
de knop
de vleugels
de punt/de neus
de kleur (benoemen)
het insect
de geur
Lessuggesties Het is lente! Nodig: smartbord, grote jaarklok
Deze les is een introductie les over de lente en de plaats van dit jaargetijde in de opeenvolging van de seizoenen. Naar eigen inzicht kan de gehele les of onderdelen van deze lessuggestie gebruikt worden
De seizoenen: U kunt starten met een kort filmpje over de seizoenen: http://www.schooltv.nl/video/lente-zomer-herfst-en-winter-elk-seizoen-is-anders/#q=lente . Het is nu lente. Dit merken we aan het weer. Wie weet er wat er is veranderd aan het weer? De zon schijnt langer en het wordt warmer. Vóór de lente was het winter. In de winter is het meestal kouder. Soms is er sneeuw, hagel of ijs. In de lente en daarna in de zomer wordt het steeds warmer. Wat komt er na de zomer? En daarna?
De bomen: Dat het lente is kun je ook merken aan de bomen. Wie weet wat er anders is aan de bomen in de lente, dan in de winter? In de winter waren de bomen kaal. In de lente komen er weer blaadjes aan de bomen. Sommige bomen krijgen bloemen, bloesem noem je dat. Laat een voorbeeldtak zien. Na de bloesem komen de blaadjes aan de takken.
Bloembollen: Ook groeien er veel bloemen uit de grond in de lente. Laat de bloeiende bloembol zien. Veel van de lentebloemen, zoals de hyacint, groeien uit een bolletje. Bekijk met de kinderen het filmpje over lentebloemen: http://www.schooltv.nl/video/lentebloem-liedje-uithoelahoep/#q=lente
2
Het bolletje zit in de grond. In de winter groeit er nog niets uit, maar als het warmer gaat worden in de lente dan gaat er een plant uit groeien met een bloem. In de zomer zijn de bloembolletjes van de lente uitgebloeid.
Insecten: Insecten worden weer wakker in de lente, zoals de bij en de vlinder. Ze zijn in de winter vanwege de kou weg gekropen naar een beschut hoekje in een schuur of in een holle boom. De vlinders en bijen zijn blij met al die bloemen en bloesem in de lente. Ze kunnen dan weer eten vinden.
Vogels: In de lente beginnen vogels nesten te bouwen. Dat kan in een boom, op de grond, op het water of op een andere goede verstopplaats. Mensen hangen soms nestkastjes op voor de vogels om ze een goede beschutte plaats voor het nest te geven. De vrouwtjesvogels leggen eitjes in het nest. De eitjes komen niet meteen uit . Eerst moeten de vogels een hele tijd broeden: op de eieren zitten om ze warm te houden. Na een tijdje komen de babyvogels uit het ei. Wie heeft wel eens babyvogels gezien? Mogelijke antwoorden: kuikens, eendenkuikens, jonge merels. U kunt dit filmpje laten zien: http://www.schooltv.nl/video/kuikens-kleine-kippetjes/#q=trefwoord%3A%22kip%22 over een echt kuiken dat uit het ei komt.
Andere jonge dieren: In de lente worden er nog veel meer babydieren geboren. Het is in de lente niet meer zo koud voor de dieren en er is genoeg eten te vinden. Denk maar eens aan de kinderboerderij: welke jonge dieren kun je daar vinden? Laat de kinderen de jongen benoemen, maar ook de benaming van de volwassen dieren geven. Het filmpje ‘lente op de boerderij’ past goed bij dit onderwerp: http://www.schooltv.nl/video/lente-op-de-boerderij-liedje-uit-koekeloere/#q=lente
Verwerking: Met de klas naar buiten gaan en een wandeling in de omgeving of op de kinderboerderij maken is een goede manier om met de kinderen op zoek te gaan naar de genoemde lenteverschijnselen.
U kunt de leerlingen een jaarklok laten maken (zelf kopiëren en voor splitpennen zorgen). Er is keuze uit een kleurplaatversie en een lege jaarklok, die de kinderen zelf in kunnen tekenen.
Uit je bol in de lente! Nodig: smartbord, hyacint, uien, bollenglas, cocktailprikkers, snijplank, mesje ,papieren meetlatje, werkbladen ‘de groei van de bloembol’.
U kunt starten met een filmpje waarin het liedje “uit mijn bol” wordt gezongen:
3
http://www.schooltv.nl/video/uit-mijn-bol-een-vrolijk-liedje-over-de-lente/#q=lente of met een versje over bloembollen: http://juf2juf.info/Projecten/Lente/bloembollen.html In de lente komen er weer bloemen tevoorschijn. Veel lentebloemen komen uit een bol: de narcis, de krokus, de hyacint, de tulp. Het bolletje zit in de grond. In de winter groeit er nog niets uit. Het lijkt wel of het bolletje dan nog slaapt. Als het warmer wordt in de lente ‘wordt het bolletje wakker’, er gaat een plant uit groeien met een bloem. Eerst komt er een puntje boven de grond, dan een steeltje. De steel groeit en er komen groene bladen aan. Boven in zit de bloem. Die gaat als laatste open.
Uitbeelden: U kunt de kinderen de groei van de bloembol uit laten beelden. Op Youtube staan 2 filmpjes behorend bij het liedje “er liggen bolletjes in de grond te slapen”. Van gekleurd papier kunt u per kind twee grote bloembladeren knippen, die ze vast houden terwijl ze ’uit hun bol groeien’. Zie: https://www.youtube.com/watch?v=547BhZ_1R-0 hier ziet u een kleutergroep. Bij het volgende filmpje hoort u alleen het liedje heel duidelijk gezongen: https://www.youtube.com/watch?v=YzeMuqBMl5w
Bol ontleden: Daarna gaat de hele groep kijken hoe zo’n bol er nu uitziet: Pak een ui. Iedere bloembol heeft een “neus”, het puntje van de bol dat naar boven wijst. Aan de onderkant zitten worteltjes, die in de grond gaan groeien. Hiermee zuigt de bol water naar boven, net als wij met een rietje doen. Vervolgens gaat u de bol “pellen”. Iedere laag heet ‘een rok’. Eigenlijk heeft de bol heel veel rokken over elkaar aan. Allemaal laagjes. Ze beschermen het binnenste van de bol, waar het plantje uit komt.
Bol in een vaas: Dan gaan we een bol, de ui, in een bollenglas doen, zodat we de wortels ook zien groeien. Prik cocktailprikkers in de ui, dan blijft de bol boven in het glas hangen. De punt van de ui naar boven gericht en water toevoegen tot de onderkant van de bol. Zorg dat de vaas op een goed zichtbare plaats wordt gezet, naast de hyacint in het potje. Zo kan de klas het groeiproces van beide bollen volgen. Help hierbij door vragen te stellen zoals: -
Wat zie je? Wat voel je? Kun je ook iets ruiken?
-
Zijn ze gegroeid? Hoeveel? (gebruik de papieren meetlat en teken daar de groei op aan)
-
Zien ze er verschillend uit? Welke kleur heeft de bol?
-
Weet je hoe de bol heet?
-
Zijn de wortels gegroeid?
Verwerking: Als de bloemen zijn uitgekomen, kunnen de kinderen het werkblad ‘de groei van de bloembol’ maken. Ze moeten hierbij de plaatjes uitknippen en in de goede volgorde plakken.
4
Lentetakken Dat het lente is kun je ook zien aan de bomen en de struiken. De takken van de bomen waren eerst kaal. Er zaten aan die kale takken in de winter wel al knoppen (laat de esdoorntak zien). In die knoppen zitten blaadjes en soms ook bloemen verstopt. Laat een bloeiende tak zien. De bloemen aan bomen en struiken noem je bloesem. Aan sommige bomen groeien ‘katjes’, zoals aan de wilg. Dit zijn eigenlijk ook bloemen Na de bloesem of katjes komen de groene blaadjes uit.
Takken in de vaas zetten: Nodig: takken, mes, 1 vaas, 5 foto’s
Snij een stukje van de onderkant van de takken af en doe ze in een vaas, het liefst een doorzichtige. Zo kunnen de kinderen zien of er wortels groeien aan de takken. Doe er lauw water in. Bij elke soort tak hoort een foto. Kunnen we nu al zien bij welke takken de foto’s horen? We gaan de komende tijd op de takken letten om te zien wat er verandert. Mogelijke vragen: -
Zie je de knoppen? Wat voor kleur zijn ze?
-
Zie je bloemblaadjes? Zo ja, wat voor kleur? Kun je ze ruiken?
-
Zitten er katjes aan de tak? Zo ja, hoe voelt dat?
-
Zie je al groene blaadjes? Hoe ziet die er uit? Zijn ze groot/klein?
Bloesem knutselen: Nodig; 1 vaas, crèpe- of zijdevloeipapier in bloesemkleuren (zelf verzorgen).
U kunt op de 6 grote wilgentakken bloesem laten knutselen door de kinderen met crêpepapier of zijdevloeipapier in lentekleuren. Laat ze een rondje knippen van het papier en dit in het midden tot een bloem samenvouwen. Een nietje erdoor en met wat lijm kan de ‘bloesem’ aan de tak worden geplakt. Ze kunnen ook propjes crêpepapier op de takken plakken. Om het echt te laten lijken moet een tak maar één kleur bloesem hebben.
4. Insecten in de lente Nodig: smartbord, al het knutselmateriaal uit de materiaallijst, potgrond, tuinkers, verf, schaar, gekleurd papier (laatste 3 zelf voor zorgen).
In de lente komen de insecten weer tevoorschijn als het warmer wordt. De bijen hebben heel de winter in het bijennest of de kast bij elkaar gezeten. Ook vlinders hadden zich verstopt voor de kou. Soms overwintert een vlinder als rups of pop in het gras of onder een stapel blaadjes. Nu het warmer wordt gaan vlinders zich opwarmen door de vleugels wijd te spreiden in de warme zon. Ze gaan naar de bloemen en drinken daar nectar (een hele zoete stof) en eten stuifmeel (hele kleine korreltjes van de bloem).
5
Als het wat verder in de lente is, krijgen de insecten ook jongen. Een mooi voorbeeld hiervan is de vlinder. Deze begint zijn leven als rups om uiteindelijk tot een vlinder uit te groeien.
Het boek ‘Rupsje nooit genoeg’ past uitstekend bij dit thema : http://www.bol.com/nl/p/rupsje-nooitgenoeg/666759169/
Op Youtube staan 2 filmpjes van het boek: - Een om zelf de tekst te lezen: https://www.youtube.com/watch?v=Fykd74IT9Zo (illustraties van boek). - In het andere filmpje wordt voorgelezen: https://www.youtube.com/watch?v=55CDuH_Df3I (andere illustraties). Bespreek met de kinderen dat de rups het liefst groene blaadjes eet en daar hard van groeit.
Tip: Bij de Vlinderstichting kunt u een pakket met vlindereitjes, rupsen en poppen kopen om in de klas het groeiproces te volgen: http://www.vlinderstichting.nl/onderwijs.php?id=199
Verwerking: In het pakket zitten materialen om 3 verschillende insecten te knutselen:
6 rupsen: •
Knip de 3 eierdozen door de helft.
•
laat ze verven door de kinderen.( zie foto)
•
maak met papier voelsprieten en ogen op de kop van de rups
•
Leg wat potgrond in de rups of in het deksel van de eierendoos
•
Zaai wat tuinkers in de potgrond
•
Geef een beetje water en het eten voor de rups gaat groeien
12 vlinders: •
Knip een filterzakje open
•
Prik er een satéstokje door
•
Verf de vleugels met waterverf of ecoline
•
Prik een pinda aan het stokje en teken er een gezicht op.
•
Zet de vlinder bij de lentebloemen
•
Pak een sparrenappel
•
Pak een draadje gele wol en pluis dit draadje uit
•
Wikkel dit om de sparrenappel heen; dit zijn de gele strepen van de bij
12 bijtjes:
6
•
Neem een stuk witte schapenwol en wikkel dit in een lus tussen de uitsteeksels van de sparrenappel.
•
Pluis de uiteinden van de witte wol uit en knip dit af tot ‘vleugellengte’
•
Prik de bij op een satéstokje
•
Zet de bij tussen de lentebloemen
Informatie: Over de inhoud van de pakketten: Natasja Huijs& Perkash Soekhoe, Kwekerij Lesmateriaal Vreelustweg. Telefoon: 010-437 26 64, e-mail
[email protected]
Over de instructie/lessuggesties: Marloes Petri Telefoon 06 20 13 37 16, e-mail
[email protected]
7