!
!
2014&2015!
HSL!
Educational+magazine+
November!
Content! Referentieniveaus Taalontwikkeling thuis Rekenontwikkeling thuis
Nummer!2,!29.11.2014!
Educational!Magazine!HSL! Beste ouders, Nederland heeft een kwalitatief goed onderwijssysteem als het gaat om het basis onderwijs en het voortgezet onderwijs. Kijkende naar de ontwikkelingen in Nederland zijn scholen sinds 1 augustus 2012 wettelijk verplicht de referentie niveaus Nederlandse taal en rekenen in het onderwijsaanbod als uitgangspunten te nemen. De Hollandse School Singapore heeft de afgelopen tijd ook gewerkt aan die opgestelde referentie niveaus waarin staat beschreven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan. Middels deze brochure wordt er voor zowel rekenen als taal informatie gegeven wat u in de thuissituatie kunt doen om de taal- en reken ontwikkeling bij uw kinderen mede te stimuleren. We vinden het als school belangrijk om samen met u als ouders ontwikkelingen op het gebied van taal en rekenen centraal te stellen, waarbij een goede wisselwerking tussen school en thuis van essentieel belang is. We wensen u veel leesplezier. Namens het team van de HSL, het bestuur en AR, Meino Meines Directeur HSL
1 2
!
!
Educational!Magazine!HSL!
Edition!2,!Nov!2014!! Wat zijn de Nederlandse ontwikkelingen op het gebied van taal en rekenen? Nederland heeft een kwalitatief goed onderwijssysteem (basis- en voortgezet onderwijs) en scoort op bepaalde leergebieden relatief hoog, maar er zijn zorgen over: • het beheersen van de basiskennis en basisvaardigheden voor taal en rekenen; • de aansluiting van het onderwijs tijdens de leerloopbaan van leerlingen en studenten; • het beheersen van eerder verworven kennis en vaardigheden. Daarom zijn scholen sinds 1 augustus 2012 wettelijk verplicht de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het onderwijsaanbod als uitgangspunt te nemen. In de referentieniveaus is beschreven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op
Wat zijn referentieniveaus? De referentieniveaus beschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan. Referentieniveaus zijn een instrument om opbrengstgericht werken in de praktijk te realiseren. Want met referentieniveaus kan je preciezer doelen vaststellen en leerprestaties meten, volgen en bijstellen. Daarbij zorgen de referentieniveaus voor een betere aansluiting tussen de verschillende onderwijssectoren als het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. De niveaus zijn vastgesteld voor het basis onderwijs, het speciaal onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroeps onderwijs. Daarbij wordt er bij deze vier niveaus onderscheid gemaakt in een fundamenteel niveau (het niveau dat iedere leerling tenminste moet halen) en het streefniveau (het niveau voor leerlingen die meer kunnen). Hoe zijn de referentie niveaus ingedeeld? Voor taal gaat het om de domeinen mondelinge taalvaardigheid (gespreks-, luister- en spreekvaardigheid), leesvaardigheid (technischen begrijpend lezen), schrijfvaardigheid (het schrijven van diverse teksten), hanteren van begrippen en taalverzorging (woordenschat, grammatica en spelling). Voor rekenen gaat het om de domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden.
2!
!
Wat betekent dit voor het basisonderwijs? Er is geen sprake van een ingrijpende verandering. Taal en rekenen vormen al de kern van het curriculum van de basisschool. Er komt geen extra leerinhoud bij, maar draagt het bij aan de verbetering van het niveau op taal en rekenen. Wat betekent dit voor de HSL op het gebied van rekenen? Eigenlijk weinig: Er is onderzoek gedaan naar onze huidige taal en rekenmethodes, waaruit blijkt dat deze methodes de referentieniveaus dekken. De HSL is bezig met de invoering van ‘opbrengst gericht werken’ en hier sluiten de referentieniveaus heel goed bij aan. Op dit moment zijn er nog geen toetsen beschikbaar die de beheersing van de referentieniveaus meten. Daarom blijven wij de leeropbrengsten van de kinderen meten met behulp van de CITO toetsen. Deze zijn landelijk genormeerd, waardoor wij de resultaten van leerlingen kunnen vergelijken met de resultaten van de leerlingen in Nederland. Inmiddels zijn wel de eisen hoger gesteld voor de vakgebieden Rekenen, Spelling en Begrijpend lezen. Een mooie uitdaging! Deze uitdaging willen we graag met de leerlingen en met u aangaan, want leren vindt natuurlijk niet alleen binnen de schoolmuren plaats. Hieronder vindt u voor zowel taal als rekenen ideeën om uw kinderen ook buiten school te stimuleren. Ideeën voor alledaagse situaties.
!
!
Educational!Magazine!!HSL! !
Edition!2,!Nov.!2014!!
Taalontwikkeling thuis stimuleren Op school besteden we dagelijks aandacht aan de verschillende facetten van taal. Zoals weergegeven in het schema werken we van onderaf aan de opbouw van de taalontwikkeling. Belangrijk hier is telkens de woordenschat van het kind en de kennis van de wereld. Behalve op school breidt deze kennis zich ook uit in alledaagse situaties in en rondom huis. Hierin speelt u een belangrijk rol.
!
Wat kunt u thuis doen? Op verschillende manieren kunt u de ontwikkeling stimuleren. (Begrijpend) lezen en luisteren: Het lezen van boeken, tijdschriften en kranten is een uitstekende manier om te werken aan de woordenschat. Door voorlezen of als uw kind zelf boeken leest, groeit de woordenschat. Boeken nodigen ook uit om met elkaar in gesprek te gaan over woorden en het verhaal. Hierdoor leert uw kind ook om de woorden actief te gaan gebruiken. Behalve dat u een boek voorleest of dat het kind zelf leest is het goed om ook de tijd te nemen om over het boek te praten. Op deze manier stimuleert u niet alleen de woordenschatontwikkeling maar werkt u ook aan het begrijpend luisteren/lezen van uw kind. Vooraf: • Voorspellen: waar zal het boek of het hoofdstuk over gaan? Kijk eens naar de plaatjes, de titel en de tussenkopjes. • Terugblik: wat gebeurde er de vorige keer in het verhaal/hoofdstuk? • Hoofdpersonen: wie zijn de hoofdpersonen in het verhaal? Welke hoofdpersoon vind jij leuk? waarom vind je die leuk? Tijdens: Stop gerust op een spannend stukje van het verhaal om samen te praten over wat er gebeurd is en wat er mogelijk gaat gebeuren? Laat uw kind vertellen wat hij/zij denkt maar geef ook gerust uw mening. • Klopt je voorspelling? • Wat is er gebeurd? Wat vind jij hiervan? • Wat is het belangrijkste in het verhaal (hoofdzaken)? • Wat denk je dat er gaat gebeuren? Na: • •
!
Waar ging dit verhaal eigenlijk over? Wat ben je te weten gekomen?
3!
!
!
Educational!Magazine!HSL!
!
Mondelinge taalontwikkeling: Gedurende de dag zijn er veel mogelijkheden om met uw kind te praten over de wereld om ons heen. Hierbij is het zeker voor jonge kinderen belangrijk om handelingen en voorwerpen te benoemen. Hierdoor wordt taal zeer concreet voor kinderen. Wat zijn van die momenten? • Tijdens het tafeldekken: benoemen van de voorwerpen op de tafel, neerleggen van bestek etc. • Douchen en wassen: benoemen van lichaamsdelen tijdens het wassen, benoemen van handelingen als afdrogen, uit- en aankleden, kledingstukken, tanden poetsen. • Koken: benoemen van voorwerpen en ingrediënten in de keuken (vergiet, pan, pollepel, afdruiprek, keukenmachine, gehakt, prei, ui, etc.), handelingen zoals wassen, snijden, braden, koken en bakken. • Ochtendritueel: benoemen in welke volgorde kinderen hun ochtendritueel afwerken. Opstaan, uitkleden, wassen, aankleden, ontbijten, tanden poetsen, spullen verzamelen, etc. Ook tijdens uitstapjes en andere bijzondere gelegenheden zijn er steeds weer mogelijkheden voor uw kind om nieuwe woorden te leren en te gebruiken. Laat uw kind de kaartjes kopen voor de entree, een bestelling doen in een restaurant, afrekenen bij de kassa of de route bepalen in de dierentuin. Andere tips: • Liedjes zingen en luisteren • Rijmpjes opzeggen en luisteren (Tip voor bovenbouwers: Roodkapje is een toffe meid) • Samen spelen met leeftijdsgenoten • Skypen met familie in het buitenland
4!
!
Uiteraard zijn er tegenwoordig ook diverse websites en apps beschikbaar voor kinderen om spelenderwijs te oefenen met taal. Via school heeft uw kind een account voor Ambrasoft. Binnen de omgeving van uw kind kan het oefenen met verschillende vormen van taal.
Edition!2,!Nov!2014!!
!
Geschreven taal: Behalve dat kinderen hun woordenschat ontwikkeling doormiddel van lezen en spreken kunnen ze ook hun woordenschat verbreden door zelf te schrijven. Al van jongs af aan kunt u samen met uw kind spelenderwijs aan de slag met het opschrijven van taal. De eerste schrijfkrabbels zijn al • Het maken van een boodschappenbriefje • Een inpaklijst: wat wil je meenemen op vakantie? • Wat wil je tijdens vakantie allemaal doen? Oudere kinderen kunnen daarbij een eigen reisboek gebruiken. • Een boek maken: met de app Bookcreator kunnen kinderen van alle leeftijden zelf boeken creëren en (voor)lezen. • Tijdens de vakantie kunnen kinderen een reisverslag maken. Met behulp van folders en foto’s kunnen kinderen al snel een eigen boekje maken. Leuke website hiervoor is: www.drawyourmap.nl • Een kaartje schrijven voor een jarige in Nederland.
!
Educational!Magazine!!HSL! !
Edition!2,!Nov.!2014!!
Rekenontwikkeling thuis stimuleren
!
Ook bij de rekenontwikkeling speelt rekenen in dagelijkse situaties een belangrijke rol. Hieronder eerst wat achtergrond informatie over de manier waarop kinderen leren rekenen. Vervolgens ideeën wat u voor de rekenontwikkeling van uw kind kunt doen in en om het huis. Kinderen leren van volwassenen en van elkaar op vier verschillende niveaus van handelen. • Op het laagste, eerste niveau, leren kinderen op informele wijze door samen iets te doen of te beleven. Dit kan tijdens de rekenles, maar ook tijdens het spelen en tijdens het dagelijkse omgaan met andere leerlingen. (informeel, concreet handelen in werkelijkheidssituaties). Bijvoorbeeld Bron: Handelingsmodel zoals opgenomen in het protocol ERWD (Groenestijn, Borghouts, Janssen, 2011)
•
•
•
wanneer je bij de bakker in de winkel staat en werkelijk met geld gaat afrekenen. Op het tweede niveau leren zij door met elkaar over een concrete situatie te praten en daarbij gebruik te maken van afbeeldingen van werkelijke objecten of situaties (concreet voorstellen, foto’s, tekeningen) Er staat bijvoorbeeld een plaatje in het rekenboek van een bakkerswinkel en daarbij foto’s van munten en briefjes. Op het derde niveau leren zij op een meer abstract niveau te redeneren aan de hand van schematische voorstellingen van de werkelijkheid (denkmodellen, schematiseren). Ten slotte leren zij op het hoogste, vierde niveau redeneren op basis van tekst, getallen of een combinatie van beide (formeel handelen, berekeningen uitvoeren, symboliseren).
Jonge kinderen doorlopen de handelingsniveaus aanvankelijk van concreet handelen in informele situaties, via concreet voorstellen en schematiseren naar het maken van formele berekeningen (sommen). Een goede ontwikkeling op de twee laagste handelingsniveaus is voorwaarde voor het handelen en functioneren op de twee hoogste niveaus. Als vrij snel ontstaat er een herhaald proces van handelen. Ook ontstaan er combinaties als een leerling bijvoorbeeld tijdens het uitvoeren van bewerkingen op het hoogste niveau gebruik maakt van denkmodellen, concrete voorstellingen of activiteiten op de onderliggende niveaus. Naarmate leerlingen meer kennis en vaardigheid ontwikkelen en complexere bewerkingen kunnen uitvoeren, functioneren zij steeds meer op de hoogste twee niveaus. De koppeling met de lagere, concrete niveaus blijft echter belangrijk omdat het informele handelen op deze niveaus de schakel zijn met het functioneel gebruiken van rekenkennis en rekenvaardigheid in het dagelijks leven.
!
5!
! !
Educational!Magazine!HSL!
Edition!2,!Nov!2014!!
Tellen: Met de jonge kinderen: alles tellen wat u maar tegenkomt. (auto’s, traptreden, mensen in een rij etc. Terugtellen: bijvoorbeeld iets dat opgegeten wordt. Verder tellen: noem een getal en tel verder tijdens het zetten van stappen. Oudere kinderen: tellen in sprongen van 2 (bijvoorbeeld bij verpakkingen, ramen op condo’s, paaltjes die met zijn tweeën gestructureerd staan) tellen in sprongen van 100, 1000 etc.) Zowel
Getalsymbolen: Welke nummers staan er allemaal op het vliegticket, bij de gate en op de klok? Zoek zoveel mogelijk nummerborden met een 6. Wie het eerste 10 nummers in de woonkamer heeft gevonden. Aan de ontbijt tafel: waar staat het grootste getal op? Noem om de beurt een voorwerp op in de auto/ bus/ vliegveld waar een nummer op staat. Je mag 2 keer ‘passen’. Wie blijft er het langst over? Noem een getal en laat dit op de telefoon of het toetsenbord drukken. Benoemen van huisnummers.
Geld rekenen: Af laten rekenen met geld. Helaas geven ze in Singapore het wisselgeld in een pakketje, terwijl ze in Nederland netjes terugtellen en aanvullen tot het te betalen bedrag. Maar nog steeds is het een hele rijke situatie. Schat samen het te betalen bedrag. Wie zit er het dichtste bij? Hoeveel geld krijg je terug als je betaalt met bijvoorbeeld een briefje van 10? Hoeveel korting krijg je in de winkel? Ga op zoek naar het goedkoopste of het duurste artikel in de winkel. Laat eens twee (of meer) bedragen bij elkaar optellen. Wie kan er twee of drie artikelen vinden die bij elkaar 10 dollar zijn? Zoek eens het goedkoopste gerecht op de menukaart, zoek het duurste gerecht op de menukaart. Zoek twee gerechten die bij elkaar …. dollar zijn. Zoek zoveel mogelijk bedragen met een 7 en spreek ze uit. Hoeveel korting krijg je in de winkel? Rond prijzen af op 5 cent, rond prijzen af op een hele dollar, rond prijzen af op een tientje, rond prijzen af op 100 dollar etc. Kijk eens goed hoe de biljetten en munten eruit zien. Wat zijn de
6!
!
!
Educational!Magazine!!HSL! !
Edition!2,!Nov.!2014!! ! Meten: In alle natuurlijke situaties: Hoeveel stappen denk je dat het is naar de auto. Hoeveel kilometer moeten we nog rijden en hoe lang gaan we daar over doen? Samen opdrachten uitvoeren als: zet eens een stap van een meter, zet eens een stap van 1 mm, zet eens een stap van 10 cm. Neem bijvoorbeeld een meetlint mee van Ikea en zoek iets van 10 cm of van een meter. Laat iets groeien en meet het telkens op. Maak een lijstje met iets van 1,2,3,4,5,6,7,...... cm. Vul het met het hele gezin aan. Bij bijvoorbeeld de groenteafdeling: af laten wegen, schatten hoeveel er in een zakje zit. Begrippen als pond en ons laten vallen. Opdrachten geven als: haal eens een pond bananen. Wie pakt er een tros bananen die het dichtst bij een kilo zit etc. Wederom aan de ontbijttafel: wat is het zwaarste, wat is het lichtste, wat weegt evenveel. Reken eens uit wat het bij elkaar weegt. Weeg wat je eet en ben je na het eten echt zoveel zwaarder? Samen koken of bakken is natuurlijk een schat aan rekenen. Benoem en laat vooral alles benoemen.
Klokkijken/ tijdsbesef: Voor de jongere kinderen: duurt tandenpoetsen lang of kort? En een auto ritje naar je vriendje? Benoemen wat je eerst doet: wakker worden, aankleden, ontbijten, naar school….. etc) Bij alle klokken die jullie tegenkomen zeggen hoe laat het is. (analoog en digitaal) Leuk cadeautje voor Sinterklaas: een horloge waar de wijzers en de getallen goed te zien zijn en waar de kinderen niet te veel worden afgeleid door allerlei plaatjes. Tijdsduur bepalen: Hoe laat is het nu? En als we nu een half uurtje gaan eten, hoe laat is het over een half uur? Hoe lang moeten we nog wachten tot het vliegtuig vertrekt? Hoe laat is het nu? Hoe laat moet je thuis komen, hoe lang heb je dan kunnen spelen? Inschatten van tijd (leuk voor in de auto) Je mag een minuut lang niets zeggen en als je denkt dat de minuut voorbij is mag je ‘ja’ zeggen. Wie zit er het dichtst bij de ‘echte minuut’. Voor oudere kinderen: tijdverschil berekenen tussen bepaalde landen: hoe laat is het nu in…? En wanneer het weer zomertijd is in Nederland?
!
Kalender: Bijvoorbeeld tijdens het wachten of een ritje in de auto: Maanden van het jaar opnoemen, hoeveel dagen hebben deze maanden? (mbv. knokkels op de handen). Maak een verjaardagskalender en bespreek wanneer iedereen jarig is: wie is er eerst jarig en wie daarna? Hoeveel dagen hebben deze verjaardagsmaanden? Pak de agenda er bij en kijk eens op welke dag een bepaald evenement valt en hoeveel weken deze maand heeft, of hoeveel woensdagen. Welke dag komt daarna en daarvoor? Als er een evenement aankomt, maar een ‘wegstreep’ kalender, elke dag die voorbij is, mag doorgestreept worden, net zolang totdat het evenement plaatsvindt.
! 7!
!
Educational!Magazine!HSL! Vormen: Zoek eens zoveel mogelijk vierkanten/ kegel/ piramide . Laat de vormen benoemen of laat de vormen aanwijzen. Stel 1 vorm een hele dag centraal: dit kan een vierkant zijn, maar voor oudere kinderen bijvoorbeeld ook een cilinder. Eventueel foto’s hiervan maken met de smartphone. Vormen maken met een touwtje. U zegt een vorm en uw kind maakt de vorm, of u maakt de vorm en uw kind zegt de vorm.
Edition!2,!Nov!2014!!
Breuken: Benoemen van breuken bij bijvoorbeeld pizza’s, repen chocola, pakken met koekjes etc. Zoek op een dag zoveel mogelijk breuken. Bedenk of zoek waar je breuken tegenkomt in bijvoorbeeld de keuken.
Tafels: Zoveel mogelijk gelegenheden aangrijpen: hoeveel zakjes chips in een grote zak, hoeveel ijsjes in een doos en als we 2 dozen kopen en 3 etc. Waar vind je tafels in huis? (ijsblokjes bakje tot tegels op de vloer, van bestekbak tot hoeken van alle tafels in het huis. Hoeveel auto’s passen er op een parkeerplaats, hoeveel ramen zie je in dat gebouw, hoeveel koekjes zitten er in dit pak, hoeveel mensen kunnen er in de auto’s die voor ons voor het stoplicht staan, hoeveel mensen zitten er op 5 rijen in het vliegtuig etc. Bij het bakken van koekjes: leg ze gestructureerd neer in groepjes van 4 of 5, hoeveel liggen e
8!
!
!
! We hopen u op deze manier iets meer inzicht te hebben gegeven in de rol die u, als ouder, kunt spelen in zowel de reken- als taalontwikkeling van uw kind. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u altijd terecht bij de leerkracht van uw kind of de reken- of taal coördinator. Maaike Bernauer – Reken coördinator Maartje den Ottelander - Taal coördinator
! ! ! Educational!Magazine!HSL!
Edition!2,!Nov.!2014!!
! !
HSL!
Hollandse School Limited Singapore 65 Bukit Tinggi Road Singapore 289757!
www.hollandseschool.org
!
Recipients! Parents!HSL! Educational!Partners!HSL! Visitors!HSL!