BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving
Leskist THEMA-handleiding
De wereld op je bord Groep 7 en 8
Dit is een NME – product van BuitenWijs. BuitenWijs is een samenwerkingverband, waarbij de gemeenten Houten, Lopik, Nieuwegein en IJsselstein samen sterk in NME zijn. BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving. BuitenWijs Houten NME Houten Postbus 30 3990 DA Houten
[email protected] BuitenWijs IJsselstein Gemeente IJsselstein Postbus 21 3400 AA IJsselstein
[email protected] BuitenWijs Lopik Gemeente Lopik 3411 CH Lopik
[email protected] BuitenWijs Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Postbus 1 3430 AA Nieuwegein
[email protected] Colofon Copyrights Jaar van uitgave Eindredactie Illustraties Grafische vormgeving Met dank aan
BuitenWijs – De wereld op je bord
BuitenWijs 2013 Erna Bod, Tjeerd Mijnster en Nicky Mertens Olivier Rijken Maaike de Laat Eduniek / CED Groep
2
Inhoudsopgave
1
In het kort
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
2
Overzicht van de lessen
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
3
Beschrijving van de lessen
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
4
Bijlagen
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
BuitenWijs – De wereld op je bord
3
1
In het kort Inleiding De leerlingen ontdekken waar tien producten die ze vaak eten vandaan komen (Tropen) en hoe ze groeien. De leerlingen onderzoeken in elk groepje één product. Ze verdiepen zich hierbij ook in de arbeidsomstandigheden van de boeren.. Er zijn tien producten. Er wordt dus in maximaal tien groepjes gewerkt.
Doelgroep Groep 7 en 8
Leerdoelen De leerlingen:
weten van een aantal producten die ze zelf eten en drinken van welke tropische plant het een onderdeel is. » kennen de achtergrond van een tropisch product. » hoe en waar dit groeit en wordt verbouwd. » hoe de grondstoffen worden verwerkt. » weten wat een Fair Trade keurmerk is en waarom er een prijsverschil is met producten zonder keurmerk.
»
Aansluiting kerndoelen 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 49 De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren. 50 De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld
Duur van het thema De activiteiten zijn zo ontworpen dat ze gedurende een periode van 4 weken gelijkmatig verdeeld over de week aandacht vragen van de leerlingen.
Structuur Het thema is opgezet volgens een vaste structuur.
1. 2. 3. 4. 5.
BuitenWijs – De wereld op je bord
Introductie Voorkennis ophalen Vooruitblik met lesdoelen Onderzoeken en verwerken volgens doe denk doe model Afsluiten/ evalueren
4
Inhoudsopgave leskist » » » » » »
Gelamineerde werkbladen om te kopieren Gelamineerde Informatie bladen van de 10 producten met een ring 10x Gelamineerde informatiebladen Advertentie maken 20 Stickervel met prijsstickertjes om de eventuele extra producten te prijzen. 2 gelamineerde A4tjes met logo’s van 2 keurmerken Gelamineerde A4 met voorbeeldadvertentie PRODUCT
20 POTJES MET KLEINE
VERKOOP PRODUCTEN
EVENTUEEL ZELF AAN
HOEVEEL-HEID OM TE
(OF VERPAKKINGEN) IN
TE VULLEN
PROEVEN IN DOOS
EEN DOOS
1
Cacao
Cacaobonen Cacaopoeder
Reep chocola FT Reep chocolade
Hagelslag Chocoladepasta
2
Kaneel
Kaneelstokjes Kaneelpoeder
Busje kaneelpoeder Busje kaneelpoeder FT
Kaneelkoekjes Appelmoes + kaneel
3
Koffie
Koffiebonen ongebrand koffiebonen gebrand (groen) Gemalen koffie
Pak koffie Pak koffie FT
Koffiesnoepje Koffiepads
4
Kokos
Kokosnoot Gemalen kokos Kokostouw
Kokosmelk Kokosmelk FT
Kokosbrood Bounty
5
Peper
Peperkorrels 3 kleuren Gemalen peper (zwart)
Peperkorrels Peperkorrels FT
Pringles met peper Peperkoek
6
Pinda
Doppinda’s ongebrand Doppinda’s gebrand
Pindakaas mini Pindakaas mini FT
Zakje pinda’s
7
Thee
Theezakje zwarte thee, Groene theeblaadjes los
Doosje theezakjes Doosje theezakje FT
Pak IJsthee
8
Rijst
Ongepelde rijst Zilvervliesrijst Witte rijst
Pak basmatirijst Pak basmatirijst FT
Rijstwafels Gepofte rijst (ontbijtgranen)
9
Rietsuiker
Ongeraffineerde rietsuiker (oerzoet) Ruwe rietsuiker Kristalsuiker
Pak rietsuikerklontjes Pak rietsuikerklontjes FT
Soorten suiker Stroopwafels
10
Vanille
Vanille peulen Vanille suiker
Zakjes vanille suiker Plaatje vanillesuiker FT
Vanillevla (houdbaar)
BuitenWijs – De wereld op je bord
5
Overzicht van de lessen
2 WEEK 0
Voorbereiding voor de leerkracht WEEK 1
1. 2. 3. 4. 4.1
Introductie Voorkennis ophalen Vooruitblik met doelen Activiteiten Op onderzoek
WEEK 2
4.2
Op onderzoek
WEEK 3
4.3
Op onderzoek
BuitenWijs – De wereld op je bord
6
3
Beschrijving van de lessen 1. Introductie Doel: kinderen enthousiast maken voor het thema. Voorbereiding Zet het YouTube filmpje “Lisa gaat naar de pindakaasfabriek” klaar (een klokhuis productie) Activiteit
Vertoon het filmpje twee keer aan de klas. Eerste keer = kijken. » Tweede keer = aantekeningen maken “wat valt je op?” » Bespreking in de tafelgroepjes van de aantekeningen. » Wat valt het meest op? (top 3 maken). » »
2. Voorkennis ophalen Doel: het doel van de voorkennis activeren is dat kinderen betrokken raken bij het onderwerp en voor de leerkracht is het doel dat de aanwezige voorkennis van de kinderen gepeild kan worden Voorbereiding » Voor elke tafelgroep ander tijdschrift van een supermarkt. (Allerhande, Plus, Spar…) » Schaar, lijm, A3 per groepje. Activiteit: » Knip en plak: knip alle producten uit het tijdschrift die uit de tropen komen of die van tropische producten zijn gemaakt en plak deze op. » Hang de plakbladen op » Laat de leerlingen rond gaan en vergelijken: maak een lijstje van wat een ander wel heeft en wij niet hebben. Is het aan aanvulling of zou dat wel kloppen?
3. Vooruitblik met doelen Doel: De vooruitblik geeft kinderen overzicht over wat ze gaan leren. Het richt hen op wat belangrijk is om te onthouden en laat hen zien dat de opdrachten die ze gaan maken, de proeven die ze gaan doen, de onderzoeken allemaal gericht zijn op het bereiken van de leerdoelen. Kinderen worden zich bewust van wat ze gaan leren en hoe ze dat gaan doen. Ze zullen hierdoor de informatie beter verwerken en beter in staat zijn verbanden leggen.
Laat ze de leerdoelen (bijlage 1) zien en bespreek de doelen. Hang de doelen goed zichtbaar op in de klas en reflecteer hier regelmatig op.
4.Activiteiten 4.1 Op onderzoek Inleiding De leerlingen gaan een productposter maken van een tropisch product maken. Ze moeten weergeven waar het vandaan komt, hoe het groeit en hoe de arbeidsomstandigheden voor de boeren zijn.
Doelen De leerlingen: » ontdekken en weten over een tropisch product:
BuitenWijs – De wereld op je bord
7
» » » » » »
hoe en waar dit groeit / verbouwd wordt. hoe de levensomstandigheden zijn van de mensen die het product telen en oogsten. hoe de grondstoffen verwerkt worden. de geschiedenis van het product. hoe het product gebruikt wordt / smaakt. weten wat een Fair Trade keurmerk is en waarom er een prijsverschil is met producten en zonder keurmerk.
Voorbereiding Materialen die nodig zijn: » Alle producten uit de leskist » Kopieer voor elk groepje het wereldkaartje zonder de namen van de landen. » Informatieblad ‘Advertentie maken’ » Gelamineerde informatiekaarten 1 t/m 10: van elk één. » Stickervel met prijsstickertjes » A4 met plaatjes van de twee keurmerken (Bijlage 2) » A4 met voorbeeldadvertentie (Bijlage 3) Materialen waar u zelf voor moet zorgen » Per groepje een groot vel papier of karton voor het maken van een advertentie. » Teken- en knipspullen. » Computers waarop de leerlingen kunnen werken als ze teksten op de computer willen maken of filmpjes willen bekijken. Eventueel » Boeken / tijdschriften over tropische landen en producten » Extra producten (zie de tabel 1) Verdeel de leerlingen in maximaal 10 groepjes, die elk één tropische product verder gaan onderzoeken. Zij gaan dit product ook verkopen tijdens de 3e les en maken daarvoor een advertentie. Introductie Vertel de leerlingen de gewenste opbrengst: de productposter en wat daar in elk geval op te zien/lezen valt. Begeleid de groepjes bij het onderzoek en het maken van de advertentie:
Eerst een ontwerp maken » Rolverdeling: zorg dat elke leerlingen een taak heeft. » Tijdsplanning bewaken: halverwege ongeveer de helft af! » Op afstand leesbaar: gebruik kernwoorden en schrijf met grote letters! »
Kern Deel de informatiebladen uit. Deel het blad ‘poster maken’ uit. De leerlingen gaan aan de slag. Eventueel per groepje twee producten. Als de leerlingen tijd over hebben, kunnen ze nadenken over een product van de A3 die zij bij de kennisoogst hebben gemaakt.
BuitenWijs – De wereld op je bord
8
4.2 Uitwisseling en reflectie Doel De leerlingen leren:
de achtergronden van verschillende producten kennen » de leerlingen leren te reflecteren op het koopgedrag »
Voorbereiding » alle productposters ophangen. » Aantekenkaart per leerling. Activiteiten 6. de leerlingen gaan met hun aantekenkaart langs andere posters. » Elke tafelgroep verdeelt de te bezoeken posters » Maak aantekeningen » Vertel aan je groepsgenoten wat je van de bezochte en bekeken poster hebt geleerd, wat was nieuw en wat je nog zou willen vragen 7. Bespreking van “wat heb je geleerd, wat was nieuw” en van de vragen. » Elk groepje vertelt dat en stelt hun vragen. 8. Bespreking van: Welke pindakaas zou jij kopen? Heb je daar iets meer voor over? Voor welk product heb je niet iets meer over 9. Focus de leerlingen op de doelen en vraag hen te bedenken op wel doel zij nog niet een antwoord hebben. Daarover/op geeft de leraar les / antwoord. Informatie over de producten vindt u op de informatiekaarten in bijlage. Hier vindt u extra informatie, ook over wat u met de producten kunt doen.
BuitenWijs – De wereld op je bord
9
4
Bijlagen
BuitenWijs – De wereld op je bord
10
4.1
Bijlage 1: Leerdoelen We leren… van een aantal producten die we zelf eten en drinken van welke tropische plant het een onderdeel is.
»
»
de achtergrond van tropische producten.
» hoe en waar dit groeit en wordt verbouwd. » hoe de grondstoffen worden verwerkt. » wat een Fair Trade keurmerk is en waarom er een prijsverschil is met producten zonder keurmerk
BuitenWijs – De wereld op je bord
11
4.2
Bijlage 2: Logo’s keurmerken
BuitenWijs – De wereld op je bord
12
1.1.
Bijlage 2: Voorbeeldposter
De lekkerste soorten pindakaas! Van superverse pinda’s uit Senegal.
Fair trade pindakaas van 99% pinda’s: Eerlijke minimumprijzen voor de boeren. Nu voor € 2,25. De boeren krijgen minimaal €0,25!
Ons goedkope huismerk, nu voor maar € 1,25 Ingrediënten: Pinda’s, palmvet, suiker, zout
BuitenWijs – De wereld op je bord
13
Bijlage 3: Poster maken
5.3
Jullie gaan je tropisch producten verkopen aan je klasgenoten. De informatie voor je klasgenoten schrijf je duidelijk op. Zet bovenaan op over welk product het gaat. Hieronder staan vragen die je helpen om goede informatie te vinden. De antwoorden vind je op het informatieblad of op internet. Zet als het lukt over elke vraag iets over op advertentie. Plak er ook plaatjes bij. Of maak zelf tekeningen. Misschien kun je op internet ook filmpjes vinden over het product. Je vindt meer als je het Engelse woord voor het product gebruikt om te zoeken. Over het product 1. Over welk product gaat het? 2. Hoe groeit het? 3. Waar groeit het? Kleur de land(en) op het kaartje. 4. Wat is het klimaat in die landen? 5. Hoe wonen en werken de mensen die het verbouwen? 6. Hoe wordt het verwerkt? 7. Hoe komt het naar Nederland? 8. Wie verdienen eraan en hoeveel? 9. Hoe komt het dat sommige producten duurder zijn en andere goedkoper? 10. Wat is de geschiedenis van het product? 11. Hoe gebruiken we het? Keurmerk 1. Is er een keurmerk voor het product? 2. Hoe werkt het keurmerk? Tips voor de verkoop » » » » » » »
Wat is het belangrijkste om te vertellen? Verdeel de onderwerpen over jullie groepje; wie gaat wat vertellen? Misschien is 1 van jullie de boer, die vertelt hoe het product groeit. Welk product zou je je klanten het liefst verkopen en waarom? Hoe ga je de klanten overtuigen om dit te kopen? Wat willen jullie erbij laten zien? (plaatjes, echte spullen) Willen jullie de ‘klanten’ ook iets laten voelen, ruiken of proeven? Klanten vinden een leuk verhaal of een lekker recept bij het product wat ze kopen altijd leuk! Weet je iets? De producten zijn mini’s of verpakkingen. Maar de prijzen zijn voor de echte, grote producten. Zitten er prijsjes op al je producten? Je ziet voorbeeldprijzen staan op de informatiebladen. Bedenk prijzen voor je andere producten. Maak prijsstickers voor al je producten. Zorg dat je de prijzen goed weet.
BuitenWijs – De wereld op je bord
14
5.4
Overzicht prijzen ‘verkoop’ producten voor het winkeltje spelen Reep chocola FT Reep chocolade
1,00 0,85
Busje kaneelpoeder Silvo Busje kaneelpoeder FT Ethiquable
0,50 1,50
Pak koffie Douwe Egberts Pak koffie Fair Trade Premium
2,00 2,80
Kokosmelk Nutco Creamy Kokosmelk Fair Trade
0,87 1,39
Peperkorrels 4 Seizoenen PLUS Peperkorrels Peper mix Fair Trade
1,53 2,79
Doosje theezakjes Fair Trade Engelse melange Doosje theezakje
1,00
Pak basmatirijst PLUS Pak basmatirijst FT
1,40 1,70
Pak rietsuikerklontjes Carabain Gold PLUS Pak rietsuikerklontjes Fair Trade
1,10 1,85
Zakjes vanille suiker Plaatje vanillesuiker FT (aanname)
0,18 0,40
Vanillestokjes
1,25
Vanillestokjes Fair Trade
1,85
Pindakaas
1,80
Pindakaas Fair Trade
22,5
BuitenWijs – De wereld op je bord
0,80
15
5.5
Bijlage 4: 10 Informatiebladen tropische producten
BuitenWijs – De wereld op je bord
16
Informatieblad cacao 1 1. Hoe groeit cacao? Cacao komt van de cacaoboom. Een cacaoboom kan vijftien meter hoog worden. Dat is niet handig voor het plukken. Daarom worden de cacaobomen gesnoeid. Ze worden dan vier meter hoog Een nieuwe cacaoboom moet drie of vier jaar groeien. Dan komen de eerste bloemen. De kleur is wit of roze. Na de bloei worden de bloemen vruchten. De meeste bloemen vallen na drie dagen af. Sommige bloemen groeien uit tot een cacaovrucht. Na vijf maanden zijn de vruchten rijp. Dan kunnen ze geplukt worden. Rijpe vruchten zijn geel. Ze hebben de vorm van een rugbybal. In iedere vrucht zitten ongeveer 40 zaden. Deze zaden zijn de cacaobonen. Van deze bonen maken we cacao. Per jaar levert één boom 1 tot 2 kilo cacao. 2. Waar groeit cacao? De cacaoboom houdt van veel warmte en vocht. Hij groeit in landen rond de evenaar: in tropische landen. De boom wil liever niet in de volle zon staan. Daarom staat hij altijd in de schaduw van een grote boom. In Afrika zijn veel kleine cacaoplantages, bijvoorbeeld in Ivoorkust, Nigeria, Ghana en Kameroen. Uit Midden- en Zuid-Amerika komt ook veel cacao: uit Brazilië en Ecuador. In Azië wordt cacao in Maleisië verbouwd. 3. Hoe wonen en werken de mensen die cacao verbouwen? Het oogsten van de cacaovruchten gebeurt met de hand. De boer snijdt met een groot mes de cacaovrucht van de boom af. Daarna hakt hij de vruchten open en haalt de bonen eruit. Daarna doet de boer de bonen in grote zakken. Eén zak kan wel 60 kilo wegen! Die moet de boer op zijn rug dragen. De meeste cacaoboeren zijn arm. Ze hebben een klein bedrijf. Het hele gezin moet mee werken, de kinderen ook. Het werk is gevaarlijk voor kinderen. Ze moeten met grote kapmessen werken en krijgen gif aan hun handen. De meeste kinderen kunnen niet naar school. Op de grote plantages werken in totaal 14 miljoen mensen. Ook heel veel kinderen moeten daar hard werken voor weinig of geen loon.
BuitenWijs – De wereld op je bord
17
Informatieblad cacao 2 4. Hoe worden cacao en chocola uit de cacaoboon gemaakt? De rijpe cacaovruchten worden geoogst. Ze worden geplukt en opengehakt. In de cacaovruchten zit vruchtvlees met daarin de cacaobonen. De bonen zijn taai, paars van kleur en smaken heel bitter. De bonen worden met het vruchtvlees op een hoop in de grond gestopt, op een bedje van bananenbladeren. Het wordt daar warm, wel 50 graden, en het vruchtvlees gaat rotten. Dat heet fermentatie. Dit duurt ongeveer vijf dagen. Daarna zijn de bonen bruin, minder taai en ze smaken veel minder bitter. Dan worden de bonen in de zon gedroogd. Als het regent, worden de bonen gedroogd in drooghuizen. Na het drogen doet de boer doet de bonen in zakken van 60 kilo. Daarna gaan de zakken naar een cacaofabriek. Bijvoorbeeld in Nederland. Want in Nederland staan veel cacaofabrieken. In de fabriek moeten eerst de doppen van de bonen af. Dan worden de bonen in stukken gebroken. Daarna worden de bonen gebrand. Door het branden wordt de smaak steeds lekkerder. Na het branden gaan de gebroken bonen in een wals. Uit de bonen komt dan een fijne vloeibare massa: de cacaomassa. Deze massa is één van de bestanddelen van chocola. De cacaomassa wordt geperst. Er komt vet uit: de cacaoboter. En er blijft een harde bruine koek over. Die koek wordt vermalen tot cacaopoeder. Cacaopoeder wordt gebruikt voor gebak, chocolademelk en ijs. Chocola maak je uit cacaomassa, suiker en cacaoboter. Deze grondstoffen worden in een menger goed gekneed. Je hebt dan vloeibare chocolade. Deze vloeibare chocolade wordt opgeslagen in grote tanks, waarin het 40- 50 graden is. Nu kan er hagelslag of chocoladerepen van worden gemaakt. Cacaoboter wordt ook veel verwerkt in cosmetische producten, bijvoorbeeld lippenbalsem. 5. Hoe komt cacao naar Nederland? De cacaobonen worden in balen op vrachtwagens geladen en naar een haven gereden. Daarna gaan ze met een vrachtschip naar Nederland. In Amsterdam komt per jaar 500.000.000 kilo cacaobonen binnen. Dit is een vijfde van alle cacao op de wereld! Een deel wordt in Nederland verwerkt tot chocolade. De rest gaat door naar andere landen in Europa. De tocht van Brazilië naar Nederland duurt ongeveer drie weken.
BuitenWijs – De wereld op je bord
18
Informatieblad cacao 3 6. Wie verdienen er aan cacao en hoeveel? Er zijn heel veel mensen aan het werk voor jij pasta op je boterham smeert. De boer die cacaobomen teelt, de plukkers, de drogers, de inpakkers, de vervoerders op land, op zee en weer op land, de mensen in de cacaofabriek in Nederland, de mensen die de supermarkt werken… De prijs van cacao hangt af van hoeveel cacao er over de hele wereld verbouwd is. Hoe meer cacao er is, hoe goedkoper het wordt. In Nederland kost een reep chocola van 75 gram ongeveer € 0,85 Daarvan gaat € 0,83 naar het vervoer, de opslag, de fabrieken in Nederland en de handelaren Er blijft dus maar € 0,02 over voor de boer in het land waar de cacao verbouwd wordt. De boer moet daarmee zijn familie onderhouden en zijn cacaobomen goed laten groeien. Dat is vaak erg moeilijk met zo weinig geld! Er is ook chocola met een speciaal keurmerk. Bijvoorbeeld het Max Havelaar keurmerk. Van de opbrengst van deze chocola gaat meer geld naar de cacaoboer. Deze chocola is iets duurder: ongeveer € 0,90 per reep. De cacaoboer krijgt hiervan € 0,09. Dat is dus meer dan bij ‘gewone’ chocola. Prijslijst producten voor winkeltje spelen: Chocopasta zonder keurmerk: €1,25 Chocopasta met keurmerk: €2,00 Chocoladereep zonder keurmerk: €0,85 Chocoladereep met keurmerk: €1,00
7. Wat is de geschiedenis van cacao/chocola? Chocolade komt uit Zuid-Amerika. Van daar ging het naar verschillende richtingen, onder andere naar Midden-Amerika. De Indianenvolken: de Maya’s en de Azteken, maakten al in het jaar 600 na Christus een drank van cacaobonen, granen, specerijen en water. Er zat geen suiker bij, dus het was erg bitter. Deze drank heette Xocoatl. Pas in het begin van de zestiende eeuw gingen Spaanse ontdekkingsreizigers, zoals Columbus, naar Amerika. Ze namen cacaobonen mee terug naar Europa. Thuis maakten ze de chocoladedrank na, maar zij deden er wel suiker bij. Deze chocoladedrank werd door de Spaanse koning en koningin gedronken. De drank verspreidde zich over Europa. In het midden van de zeventiende eeuw kwamen in Nederland speciale chocoladehuizen. Eerst waren cacaobonen erg duur. De chocoladedrank was alleen voor de adel. Het werd zelfs voorgeschreven door dokters als geneesmiddel! Pas rond 1900 was het ook te betalen voor gewone mensen. Chocolademelk werd toen een algemeen populair drankje.
BuitenWijs – De wereld op je bord
19
Informatieblad cacao 4 8. Hoe gebruiken we cacao? Chocola kan puur, melk of wit zijn. In pure chocola zit meer cacaomassa dan in melkchocolade. In witte chocolade zit helemaal geen cacaomassa, alleen maar cacaoboter. Bovendien zit in melk- en witte chocolade melkpoeder. Chocola kun je in veel verschillende vormen kopen. Als hagelslag, reep, letter, kerstkransje, bonbon… Met cacaopoeder kun je koekjes maken en chocolademelk. Het zit ook in chocolade-ijs en chocolade vla. Cacaopoeder is erg bitter. Om het lekker te maken, moet er suiker bij. Cacaoboter zit in sommige soorten lippenbalsem en huid crème. 9. Een recept met cacao. Chocolademelk kun je zo kopen, maar je kunt het ook zelf maken! Recept voor chocolademelk(4-6 glazen) Nodig 1 liter melk 25 gram cacao 50 gram suiker 1,5 deciliter slagroom Bereiding Breng de melk in een pan aan de kook. Vermeng ondertussen de cacao in een kommetje met de suiker. Voeg wat melk toe en roer hier een glad papje van. Schenk het mengsel onder voortdurend roeren bij de hete melk. Draai de hittebron laag en laat de chocolademelk twee minuten zachtjes koken. Pas op dat het niet aanbrandt! Klop de slagroom stijf in een kom. Schenk de chocolademelk in koppen, mokken of glazen en garneer met een flinke toef stijf geslagen slagroom.
BuitenWijs – De wereld op je bord
20
Informatieblad kaneel 1 1. Hoe groeit kaneel? Kaneel is een specerij (kruid). Kaneel komt van de kaneelboom. Het is de bast (schors) van jonge takken van de kaneelboom. De kaneelboom kan wel 6 meter hoog worden en heeft altijd groene bladeren. Maar meestal wordt de boom twee tot drie keer per jaar gesnoeid. Daardoor blijft het een lage struik. De kaneelboom heeft lange, donkergroene bladeren met kleine, gele bloemen. De bloemen veranderen later in donkerpaarse bessen. Om kaneelstokjes te krijgen, laten ze de takken van de kaneelboom ongeveer twee meter lang groeien. Dan kappen ze de takken eraf. Die snijden ze in dunne reepjes en ze halen de bast eraf. Deze bast is de kaneel. De bast rolt vanzelf op tijdens het drogen. Zo ontstaat het ‘kaneelstokje’. Bij het drogen worden de kaneelstokjes vanzelf bruin. Een kaneelboompje kan na zeven jaar voor het eerst worden geoogst. Hierna duurt het weer vier tot vijf jaar tot er weer geoogst kan worden. 2. Waar groeit het? De kaneelboom groeit vooral in Sri Lanka, maar ook in Indonesië, Vietnam, Brazilië en Egypte. De kaneelboom groeit alleen in een tropisch klimaat en dan het liefst aan de kust. Hij houdt van warmte, maar staat wel het liefst in de schaduw. 3. Hoe wonen en werken de mensen die het product verbouwen? In Vietnam hebben boeren kleine kwekerijtjes voor jonge kaneelboompjes. Ze planten de boompjes uit in het bos. Daar staan de boompjes lekker in de schaduw en groeien ze goed. Na een paar jaar kan de kaneel geoogst worden. De boeren hebben ook koeien en buffels. Die grazen ook in het bos. Kaneel kweken is hard werken. Het snijden van de stukjes kaneel moet met de hand. Daarbij worden messen gebruikt. Messen moeten goed werken om veilig te zijn. Dat is niet altijd zo. Ook hebben mensen vaak geen beschermende kleding. Bij het snijden houden de boeren de tak tussen hun tenen. Bij veel mensen zijn hun tenen vervormd omdat ze de hele dag een tak tussen hun tenen houden. Bij het drogen van kaneel worden soms giftige stoffen gebruikt. Als boeren heel lang hiermee werken krijgen ze hier hoofdpijn van en worden ze misselijk.
BuitenWijs – De wereld op je bord
21
Informatieblad kaneel 2 4. Hoe wordt het product uit ‘de grondstof’ vervaardigd? De gedroogde kaneelstokjes zijn klaar voor gebruik. Je kunt ze zo in de winkel kopen. Maar je kunt kaneel ook gemalen kopen. Dat malen gebeurt tegenwoordig in computergestuurde machines. Bij het malen is het belangrijk dat het niet te warm wordt, anders gaat veel van de geur verloren. Vaak wordt kaneel gemengd met andere specerijen. Je kunt in de winkel bijvoorbeeld “koekkruiden” kopen: een mengsel van kaneel, nootmuskaat, kruidnagel, gemberpoeder, kardemom en witte peper. 5. Hoe komt het product naar Nederland? De kaneelstokjes worden verpakt in kartonnen dozen en balen. Deze gaan in een container. De containers worden goed gelucht zodat ze niet te vochtig worden. Ook mag het niet te warm zijn.
De containers gaan per schip naar Nederland. In Nederland wordt de kaneel naar specerijen-bedrijven vervoerd. Daar wordt de kaneel schoongemaakt, eventueel gemalen en verpakt voor verkoop.
6. Wie verdienen er aan en hoeveel? Kaneel is een duur product. Vooral vroeger was het veel geld waard. Nu kost een potje kaneel al snel € 2,00. Daarvan krijgen de boeren zelf maar weinig van. Er is ook kaneel met een keurmerk. Hierbij wordt geen giftige stof gebruikt bij het drogen. Ook krijgen de boeren veilige messen en ander gereedschap en een hogere prijs. Prijzen voor het winkeltje spelen: Kaneelstokjes Fair Trade 2,00 Kaneelstokjes zonder keurmerk 1,25 Kaneelpoeder zonder keurmerk (busje): 0,50 Kaneelpoeder Fair Trade 1,50
7. Wat is de geschiedenis van kaneel? Kaneel werd vroeger, en ook nu nog, gebruikt in koek en gebak. Maar ze gebruikten het ook als geneesmiddel tegen verkoudheid, moeilijke spijsvertering en een slechte adem. Kaneel bestaat al heel lang. Oorspronkelijk kwam kaneel uit Sri Lanka. Het groeide daar in het wild. In 1580 hadden de Portugezen Sri Lanka (dat heette toen: Ceylon) veroverd. Zo waren zij de e
baas over de kaneelhandel in de wereld. In het midden van de 17 eeuw veroverden de Hollanders Sri Lanka. Toen werden zíj de baas over de kaneelhandel. Kaneel was veel geld waard en daarom werd er om gevochten. In 1796 veroverden de Engelsen Sri Lanka. Nu waren zíj de enige kaneelhandelaren. Totdat de Nederlanders er in Indonesië in slaagden om ook daar kaneelplantages aan te leggen. Sindsdien exporteert Indonesië ongeveer 8 miljoen (8.000.000) kilo kaneel per jaar!
BuitenWijs – De wereld op je bord
22
Informatieblad kaneel 3 Langer geleden: Voordat kaneel door de Europeanen was ontdekt, kenden de Arabieren kaneel al. Zij beweerden dat het uit de nesten van wilde roofvogels kwam en dat zij tijdens het verzamelen van kaneel werden aangevallen door deze roofvogels. Nog langer geleden: 2800 jaar voor Christus werd kaneel al genoemd in het kruidenboek van de Chinese Keizer Shennung. Ook in het oude Egypte was kaneel al bekend. Het werd gebruikt in parfum. Kaneel komt ook voor in de Bijbel, waar staat dat Mozes het gebruikte voor zalfolie. Kaneel werd vroeger zo hoog gewaardeerd, dat kaneel zelfs een waardig geschenk kon zijn voor koningen en andere hoogheden. 8. Hoe gebruiken we het? Kaneel is zoet en een beetje pittig tegelijk. Kaneel wordt gebruikt als smaakmaker in zoete gerechten, zoals appelmoes of stoofperen en in vele soorten gebak. Traditioneel wordt kaneel ook in snoep gebruikt, bijvoorbeeld in kaneelstokken, die op de kermis verkocht worden. Tegenwoordig wordt kaneel ook gebruikt als smaakmaker in thee en koffie. In India wordt kaneel in allerlei vlees- en groentegerechten gebruikt. Die gerechten noemen ze curry’ s Verder wordt kaneel toegepast in likeur (alcoholische drank) en in parfum. Een lekker recept met kaneel: Appel-kaneel-pannenkoeken Je hebt nodig: • 200 gram pannenkoekenmix • 3 zoetzure appels : schillen en in schijven snijden • kaneel Maak het beslag volgens het pak. Strooi wat kaneel op de appelschijven. Smelt een beetje boter in een koekenpan. Leg een paar appelschijven in de pan. Schenk met een pollepel een beetje beslag over de schijven in de pan. Wacht tot de bovenzijde van de pannenkoek droog is geworden. Pannenkoek draaien en ook deze zijde bruin bakken. Gebakken pannenkoeken warm houden in bord boven kokende pan water. Serveren met stroop, (poeder)suiker of jam. 9. Leuke verhalen over het product Een slaaf voor een ons kaneel?! Er zijn tijden geweest dat kaneel net kostbaar was als goud. In de Romeinse tijd kostte een ons kaneel bijvoorbeeld even veel als een slaaf! Gezegdes met kaneel: •Het leven is als een pijp kaneel, ieder zuigt eraan en krijgt zijn deel: iedereen krijgt leuke en minder leuke dingen in zijn leven. •Om gerst en kaneelwater lopen: van het kastje naar de muur gestuurd worden. •Hij is boven zijn kaneelwater: hij is dronken. De naam kaneel is afkomstig van het Latijnse woord “canella”, wat rolletje betekent.
BuitenWijs – De wereld op je bord
23
BuitenWijs – De wereld op je bord
24
ERROR: ioerror OFFENDING COMMAND: image STACK: