Lesbrief Vliegende Koe (4+) De Stilte | Nederland
Spelen is leuk en ernstig tegelijk. Als je er helemaal in opgaat, kan alles. Twee meisjes en een jongen gaan op de vleugels van de verbeelding de strijd aan met elkaar: want wie speelt met wie als je met zijn drieën bent? Tussen de rollende eieren, het schuifelende oudje en de vliegende koe in ontpopt zich het spel van de vriendschap, de eenzaamheid en de solidariteit. Vliegende Koe is een bewerking van de succesvoorstelling Speelvogels.
1
Kijken naar woordloze voorstellingen U neemt de kinderen mee naar een voorstelling zonder woorden. Het verhaal wordt verteld door middel van beelden en beeldtaal. Een voorstelling zonder taal kan ons onzeker maken: Snap ik het wel? Wat bedoelen ze nou? Waarom zeggen ze niks? Die vragen, die onzekerheid, kan het genieten van een voorstelling aardig in de weg zitten. Vandaar dat kinderen vooraf al mogen horen dat ze hun eigen verhaal kunnen maken van wat ze zien. Daarnaast kunt u de kinderen voorbereiden op het zien van een non-verbale voorstelling door vooraf met hen het gesprek aan te gaan over beeldtaal en lichaamstaal. Dat kunt u doen aan de hand van de hierna beschreven opdrachten.
Wat is beeldtaal? Ga met de kinderen het gesprek aan over beeldtaal. Vraag aan de kinderen: Wat is beeldtaal? Wat zou het kunnen zijn? (non-verbale communicatie , praten met beelden, verhalen vertellen of informatie geven) Kunnen de kinderen uit de eigen en de directe omgeving enkele voorbeelden daarvan geven? (tekeningen, verkeersborden, foto’s, schilderijen, lichaamstaal)
Pictogrammen zijn ook een vorm van beeldtaal.
Wat betekenen bijvoorbeeld deze pictogrammen?
2
Of deze, waaraan iedereen zelf zijn eigen betekenis kan en mag geven.
Wat is lichaamstaal? Leg uit aan de kinderen: Een andere vorm van beeldtaal is lichaamstaal. Dans begint bij de taal van het lichaam. Een taal die wij aldoor spreken en verstaan, zonder dat we ons daarvan bewust zijn. In het dagelijks leven herkennen we, zonder dat er gesproken wordt, of de ander verdrietig is of boos, verlegen of brutaal, eerlijk of gemeen. We kijken recht vooruit of naar de grond. We laten het hoofd hangen of we lopen met de neus in de wind…. Dansen doen we bewust. De dansers drukken precies uit, wat ze met het lichaam willen vertellen. De dansers vertellen hun verhaal zonder woorden, ze maken gebruik van lichaamstaal. Er kan verder over lichaamstaal en gebarentaal gesproken worden, maar het kan ook gelijk uitgeprobeerd worden. Dat kan door het stellen van vragen aan de kinderen.. Enkele voorbeeldvragen zijn: Wie kan laten zien , welk gebaar je maakt alsof je iets hoort? Alsof je een heel zacht geluid hoort… of misschien wel een heel hard geluid? Wie heeft er een idee hoe je zonder te praten, de andere kinderen kunt laten zitten of laten staan? Wie kent er nog meer gebaren?
3
We wensen jullie veel plezier bij de voorstelling! Wij gaan ervan uit dat u voor uw bezoek de kinderen heeft ingelicht over het gedrag in een theater.
4
Het gesprek na het zien van de voorstelling Na het zien van de voorstelling is het belangrijk om met de kinderen over de voorstelling te praten. Op deze wijze leren de kinderen hun ervaringen, ideeën en emoties te verwoorden en te delen met elkaar. Ieder kind kijkt en ervaart de voorstelling op een andere manier. Die eigenheid mag er zijn! Het gesprek kan gevoerd worden aan de hand van: Beschrijvende vragen als; ‘Wat heb je gezien?’ , “Wat is je opgevallen?’ Open vragen die meerdere antwoorden kennen. Associatieve vragen; “ Waar deed de voorstelling je aan denken? Welke beelden krijg je bij het zien van deze voorstelling? Heb je een verhaal kunnen ontdekken?” Daag de kinderen uit in hun fantasie, stel vragen waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn.
Geef ze het vertrouwen dat elk idee, elke gedachte waardevol is!
5
Naar aanleiding van de voorstelling Vliegende koe Voer een kort gesprek met de kinderen over de verschillende rollen van de dansers en hun onderlinge verhoudingen in de voorstelling. Stel de volgende vragen aan de kinderen: Hoe gingen de dansers als dansend met elkaar om? Zou het familie van elkaar kunnen zijn? Of vrienden? Waaraan kon je dat zien? Wat deden ze samen? Hadden ze het gezellig met elkaar? Of ontstond er ook ruzie? Hoe zou dat komen? Laat de kinderen ook een relatie leggen met hun eigen persoonlijke ervaringen. Spelen zij zelf wel eens met z’n drieën? En hoe verloopt dat dan? Wat zijn de voor en de nadelen van spelen met meer dan twee? Tot slot kan er aan de hand van een woordweb nog verder gesproken worden over vrienden en vriendschap. Zet het woord “vriendschap” centraal. Laat kinderen associaties bedenken en formuleren, schrijf ze voor iedereen zichtbaar op. Bespreek de bevindingen in het kort met elkaar…. Variatietip : Oudere kinderen kunnen ook in kleine groepjes van gedachten wisselen en een eigen woordweb maken . Naderhand kunnen de bevindingen gezamenlijk besproken worden.
Voor “de bewegers” een dansopdracht “In je 1tje”. Alle kinderen staan klaar op een eigen plek in de zaal. Vertel tegen de kinderen ,dat ze een fietstocht gaan maken. nummer 1 vliegende koe
Op de muziek gaat iedereen fietsend door de zaal. Als de muziek stopt “stapt iedereen af”. Bespreek in het kort, terwijl enkele kinderen het ook voordoen: welke fiets bewegingen er gevonden zijn. Herhaal de opdracht nog een keer en vraag aan de kinderen of ze nu ook andere variaties kunnen bedenken… Stimuleer de beleving van de kinderen door aan geven dat het fietsen op een te kleine fiets ( met de knieën in je nek) er anders uitziet dan fietsen op een te grote fiets (waarbij je bijna van het zadel glijdt om bij de trappers te kunnen). Een oma fiets waarbij je mooi rechtop zit met een breed stuur, fietst weer anders dan een racefiets, waarbij je voorover gebogen hangt. Kunnen de kinderen nog meer soorten fietsen bedenken? “Met z’n 2” . Nu gaan de kinderen in 2-tallen een fietstocht maken. Tijdens de fietstocht verandert de nummer 1 regelmatig van soort fiets Zonder te praten volgt de nummer 2 en doet de bewegingen precies na… Het is belangrijk dat de vrienden tijdens de fietstocht samen blijven. …. 6
Natuurlijk wordt er ook van rol gewisseld. nummer 2 vliegende koe
Variatietip: De kinderen bepalen en wisselen zelf af tijdens de fietstocht wie leidt en wie volgt. Om de beleving van kinderen nog meer te stimuleren kunnen er dingen afgeroepen worden tijdens de fietstocht met z’n 2….. Lekker in het zonnetje fietsen Met tegenwind en regen fietsen Berg op en af fietsen In een drukke winkelstraat bochten rijdend tussen de winkelende mensen door. Stoplicht dat op rood springt en ook weer op groen 1 van de 2 krijgt een kapotte fiets. ( band is lek, of de fietsketting loopt vast) Hoe lossen de kinderen dit op als vrienden? (Samen op 1 fiets? Samen lopen?)
Bedankt voor jullie bezoek aan het Internationale Stiltefestival 2013 Dansgezelschap De Stilte | www.destilte.nl
7