Lesbrief “Van Papa, voor Sammie”
1
Inhoudsopgave Inleiding Introductie Tweede Wereldoorlog Concentratiekamp Stripverhaal (opdracht) Collage maken (opdracht) Colofon
3 4 5 6 8 9 10
2
Inleiding Voor u ligt de lesbrief naar aanleiding van de interactieve theatervoorstelling “Van Papa, voor Sammie.” In deze lesbrief vindt u informatie die u met de leerlingen kan delen, in zoverre u denkt dat zij deze kennis nog niet behandeld hebben op school. Ook zijn er opdrachten opgenomen in de lesbrief die u voor of na de theatervoorstelling kunt maken met de leerlingen om hun zo actief na te laten denken over de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de voorstelling zullen de leerlingen in drie groepen worden gedeeld, waarbij zij zullen samenwerken binnen die groep op de zogeheten “bouwmomenten.” De voorstelling zal op drie momenten onderbroken worden waarbij de groepen, begeleid door één van de spelers, zullen plaatsnemen bij het maken van decor, tekenen of geluid. U kunt de groep leerlingen die de voorstelling bezoeken, zelf in drieën delen, of één van de spelers zal dit voor u doen bij aanvang van de voorstelling.
3
Introductie Doel: leerlingen kennis laten maken met de voorstelling. Docent: voorlezen aan de leerlingen. Leerlingen: luisteren naar het verhaal. De derde verjaardag van Sammie was niet als die van andere kinderen. Waar Sammie woonde waren geen cadeautjes, geen liedjes en geen lachende mensen. In het stuk “Van Papa, voor Sammie” maakt de vader van Sammie stiekem tekeningen over wat hij om zich heen ziet gebeuren. Hij tekent de hongerige mensen, de volgepropte treinen, de zieken en de doden. Hij tekent ook waar hij van droomt. Dit is de enige manier om over de muren te vliegen van het concentratiekamp. Er is nog zoveel dat Sammie nog niet kent, en misschien wel nooit zal zien.
4
Tweede Wereldoorlog Doel: leerlingen kennis laten maken met de Tweede Wereldoorlog. Docent: de informatie doornemen/voorlezen aan de leerlingen. Leerlingen: luisteren naar de informatie. Stel je voor. Je wordt wakker van het gebrom van vliegtuigen, ontploffende bommen, het geratel van tanks, geweerschoten en harde laarzen op de weg. Dat was Nederland op vrijdagochtend 10 mei 1940. De Tweede Wereldoorlog was in Nederland begonnen. De bezetting. In 1933 kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij wilde van Duitsland het machtigste land van Europa maken. Met zijn leger viel hij eerst zijn buurlanden aan: Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Polen. Daarna moest Frankrijk worden uitgeschakeld. In deze grote aanval werden ook België en Nederland bezet door het grote Duitse leger. Hoe? De Duitsers bombardeerden het centrum van Rotterdam en veel huizen werden vernietigd. Als Nederland zich niet zou overgeven, zouden ze ook andere steden bombarderen. Het Nederlandse leger kon niets anders doen dan zich overgeven. Joden. Hitler haatte iedereen die anders was: homoseksuelen, gehandicapten en vooral Joden. Hij vertelde iedereen dat ook te doen. Joden zouden slecht zijn en werden dan ook snel opgesloten in gevangenissen en concentratiekampen. Meer dan 100.000 Joodse mannen, vrouwen en kinderen werden naar concentratiekampen gebracht. Ze werden met heel veel in goederentreinen gestopt en weggebracht. De meesten werden vermoord. Bevrijding. In de herfst van 1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd door het Engelse, Amerikaanse en Canadese leger: de geallieerden. Maar het duurde een hele winter voordat de rest van Nederland werd bevrijd. Ook Rotterdam was nog van de Duitsers en moest de hele lange Hongerwinter proberen te overleven: er was bijna geen eten meer en meer dan 20.000 mensen stierven van de honger. Om in leven te blijven aten mensen bijvoorbeeld tulpenbollen. Maar op 5 mei 1945 werd heel Nederland bevrijd en gaf het Duitse leger zich over.
5
Concentratiekamp Doel: leerlingen kennis laten maken met de concentratiekampen. Docent: de informatie doornemen/voorlezen aan de leerlingen. Leerlingen: luisteren naar de informatie. Op pagina 7 is een plaat van een concentratiekamp. Stel je voor. Je hebt honger. En niet zomaar honger. Geen honger naar snoep, maar honger naar eten. Honger naar een droge boterham met schimmel. Want alles is beter dan helemaal geen eten. Stel je voor, je hebt zoveel honger dat je ervan duizelt. Je valt neer, zoveel honger heb je, en je kan niet meer opstaan. Want je hebt al zo lang niets gegeten. Dat was het leven in een concentratiekamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wie. In de Tweede Wereldoorlog werden Joden, homoseksuelen, gehandicapten en iedereen die anders was en niet mee wilde werken met de Duitsers, opgepakt en naar de concentratiekampen gebracht. Volgepropte treinen die soms dagen reden totdat ze bij hun bestemming waren. Daar werden al hun spullen afgepakt. Hun koffers mochten ze niet houden. En gezinnen werden uit elkaar gehaald. Mannen mochten niet bij hun vrouw en kinderen blijven. Het leven in de kampen. Uitgehongerde mensen, allemaal dezelfde gevangenispakken aan, en werken tot je erbij neervalt. In de meeste kampen moest er flink gewerkt worden, totdat je erbij neerviel. Er was nauwelijks eten en als je niet meer kon werken of als de Duitsers van je af wilden, werd je naar de vernietigingskampen gebracht, zoals Auschwitz. Daar werden de meeste gevangenen gedood. Dan werden ze met veel mensen in een kamer gestopt die op een douche leek. Maar in plaats van water, kwam er gas naar beneden die iedereen verstikte. Daarna werden de doden verbrand in de ovens. Theresienstadt. Er waren verschillende concentratiekampen, zoals Auschwitz, maar ook Theresienstadt was een concentratiekamp. Het was een zogeheten doorgangskamp. Joden zaten hier te wachten totdat ze doorgestuurd werden naar Auschwitz of andere kampen. De Joden die in Theresienstadt terecht kwamen, waren voornamelijk kunstenaars, musici en juristen. Maar naast alle volwassenen leefden ongeveer 11.000 kinderen. Door al die kunstenaars was er veel te doen in Theresienstadt. Er werd zelfs een musical opgevoerd met een groep kinderen! Maar zodra de musical stopte, werden bijna al die kinderen naar de vernietigingskampen gebracht. In de theatervoorstelling “Van Papa, voor Sammie” gaat het over dit concentratiekamp: Theresienstadt. Ondanks de musicals en de kunst, was Theresienstadt nog steeds een kamp waar Joden opgesloten zaten, met weinig eten, te wachten op de bevrijding.
6
CONCENTRATIEKAMP
7
Stripverhaal (opdracht) Doel: leerlingen op speelse wijzen na laten denken over de tweede wereldoorlog en/of concentratiekampen. Docent: opdracht uitleggen aan de leerlingen. Leerlingen: stripverhaal maken over de Tweede Wereldoorlog en/of concentratiekampen. Opdracht: Maak een striptekening van de tweede wereldoorlog en/of concentratiekampen. Schrijf eerst drie dingen op die zeker in het stripverhaal moeten komen. 1 2 3
8
Collage maken (opdracht) Doel: leerlingen op speelse wijzen na laten denken over de tweede wereldoorlog en/of concentratiekampen. Docent: opdracht uitleggen aan de leerlingen. Leerlingen: collage maken over de Tweede Wereldoorlog en/of concentratiekampen. Waarschuwing: op het internet zijn schokkende afbeeldingen van concentratiekampen zichtbaar. Opdracht: Je hebt nu veel gehoord over de Tweede Wereldoorlog, hoe het leven toen was en wat een concentratiekamp was. Als je dit allemaal hoort. Waar denk je dan aan?
Zoek in tijdschriften, kranten en op het internet naar beelden (plaatjes, afbeeldingen en figuren) die hierbij passen. Maak op een groot vel papier/karton een collage met al deze beelden. Je kunt er ook teksten, zinnen en woorden erbij zetten. Probeer een verhaal te vertellen met je collage. Waar moeten anderen aan denken als ze jouw collage zien?
9
Colofon Regie: Kirsten Robben Artistieke ondersteuning: Bram Legerstee Spel: Kirsten Robben, Jasper Kamphorst, Daniëlle Meuleman Techniek: Jasper Kamphorst Educatie: Daniëlle Meuleman PR: Eva Riemens
10