Lesbrief
voor docenten In deze lesbrief voor docenten staan tips, ideeën, opdrachten en suggesties om de krant in de klas te behandelen. Tevens vindt u een uitleg over de educatieve achtergrond van de verschillende oefeningen die in de lesbrief voor leerlingen staan.
PrO-krant nr. 123 – februari 2014 Niveau De PrO-krant is geschreven op een laag leesniveau, vergelijkbaar met niveau A2 / B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader. Wat betekent dat? Teksten op A2-niveau zijn kort en zeer eenvoudig. Teksten op B1-niveau zijn eenvoudig; 95% van de Nederlandse bevolking kan deze teksten lezen en begrijpen. Leerdoelen Met behulp van de PrO-krant en de oefeningen uit deze gratis lesbrief verbreden uw leerlingen hun kennis over actuele onderwerpen en verbeteren ze hun leesvaardigheid. Maar dit is niet alles. De krant sluit namelijk ook goed aan bij de andere kerndoelen van het praktijkonderwijs, zoals maatschappelijke vorming en loopbaanoriëntatie. Opdrachten Om zoveel mogelijk leerdoelen te bereiken, bevat de lesbrief diverse soorten oefeningen. De oefeningen verschillen in moeilijkheidsgraad waardoor er gedifferentieerd gewerkt kan worden. De vragen en opdrachten lenen zich uitstekend voor samenwerkend leren, maar kunnen desgewenst ook makkelijk individueel uitgevoerd worden. De opdrachten vormen zeker geen verplicht onderdeel bij de krant, het zijn slechts handvatten voor de verwerking van uw les. U bent uiteraard vrij in de keuze welke opdrachten u uw leerlingen laat doen.
Rubrieksindeling Nieuws ……………………………….. Sport…………………………………... Gezondheid ………………………… Vrije tijd……………………………….. Sterrennieuws, ……………….……... Aan het werk ……………………….. Natuur & techniek…………………. Jouw internetwereld…..…………... Mijn Stijl ………………………………. PrO in het land, Puzzel en colofon Quiz......................................... ……..
p. 1 p. 4 p. 5 p. 6 p. 7 p. 8 p. 9 p. 9 p. 10 p. 11 p. 12
U kunt de lesbrief downloaden in zowel Word als pdf op de website van de PrO-krant: www.pro-krant.nl > lesbrief. De lesbrief voor leerlingen is bedoeld om zelf te kopiëren of anderszins te vermenigvuldigen.
Heeft u vragen of wilt u meer informatie over de lesbrief van PrO-krant? Bel dan naar de redactie, telefoon: (020) 520 60 70. Of stuur een e-mail naar:
[email protected]
Lesbrief
voor leerlingen In deze lesbrief staan oefeningen die je helpen om de tekst beter te begrijpen. Succes met maken en veel leesplezier!
PrO-krant nr. 123 – februari 2014
SOTSJI: SPORT OF POLITIEK? WAAR OF NIET WAAR? 1. De Olympische Winterspelen zijn dit jaar in Rusland. WAAR/NIET WAAR 2. Er wordt vooral gepraat over sport, niet over politiek. WAAR/NIET WAAR 3. Er is veel kritiek op president Poetin van Rusland. WAAR/NIET WAAR 4. Poetin heeft een wet gemaakt tegen sporters. WAAR/NIET WAAR 5. Uit protest komen veel wereldleiders naar de Winterspelen WAAR/NIET WAAR 6. De koning, koningin en premier van Nederland gaan niet naar Sotsji. WAAR/NIET WAAR 7. Veel mensen vinden het niet goed dat de belangrijkste mensen van Nederland naar Sotsji gaan. WAAR/NIET WAAR 8. Premier Rutte hoopt met Poetin te kunnen praten over de mensenrechten. WAAR/NIET WAAR 9. Ik vind dat Rutte en het koningspaar thuis moeten blijven. WAAR/NIET WAAR
Pagina 1
PROTESTEN IN OEKRAÏNE GAAN DOOR 1. Waarom protesteren veel inwoners van Oekraïne? 2. Wat willen de protesterende mensen voor hun land? Noem twee dingen. 3. Wie stapte vorige maand op? 4. Waar zijn de mensen bang voor bij de felle strijd? 5. Vind jij dat de mensen door moeten gaan met protesteren? Leg je antwoord uit.
VIER KEER HOERA 1. Op welke datum zijn de vier kinderen jarig? 2. Wie is het oudste kind en hoe oud is het? 3. Wie is het jongste kind en hoe oud is het? 4. Wie zijn er nog meer jarig op die dag? 5. Heb jij ook zo’n verjaardag met meer jarigen in je familie? Of jarigen die één dag na elkaar jarig zijn? Wie zijn dat?
PINNEN ZONDER PIN 1. Hoe heet de nieuwe manier van pinnen? 2. Heb je een pincode nodig voor het nieuwe pinnen? Leg je antwoord uit. 3. Kun je er alle bedragen mee pinnen? Leg je antwoord uit. 4. Waar en wanneer komen de eerste nieuwe betaalautomaten? 5. Lijkt jou het nieuwe pinnen beter dan het pinnen van nu? Leg je antwoord uit. Wissel het uit met je buurman of -vrouw. Daarna bespreek je het met elkaar.
BADR HARI NAAR GEVANGENIS? 1. Wat voor sport doet Badr Hari? 2. Wanneer was hij wereldkampioen? 3. Waarom moet Hari misschien de gevangenis in? 4. Wanneer wordt besloten of Hari naar de gevangenis moet? 5. Vind jij dat hij de gevangenis in zou moeten? Leg je antwoord uit.
Pagina 2
GEEN ONTBIJT 1. Hoeveel kost een ontbijt bij Ikea? 2. Waarom stonden er in het weekend ’s ochtends lange files bij Delft? 3. Wat besloot Ikea toen? 4. Waar kun je nog wel voor € 1,- ontbijten in het weekend? 5. Zou jij bij Ikea willen ontbijten voor € 1,-? Leg je antwoord uit.
SCHETEN 1. Wat gebeurde er in een koeienstal in Duitsland? 2. Hoe kwam er zoveel gas in de lucht? 3. Waardoor ontplofte het gas? 4. Hoeveel gewonde koeien waren er? 5. Hoe kan de boer een volgende ontploffing voorkomen, denk je?
KOMT VOLKERT VAN DER GRAAF VRIJ? 1. Waarom zit Volkert van der Graaf in de gevangenis? 2. Hoeveel jaar celstraf kreeg hij? 3. Hoeveel jaar heeft hij daarvan uitgezeten? 4. Wanneer komt hij misschien vrij? 5. Wie zijn het hier niet mee eens? 6. Wat vind jij: moet hij vrijkomen of niet? Leg je antwoord uit.
OORLOG IN MIDDEN-AFRIKA 1. Wat betekent de CAR? 2. Waar ligt de CAR? 3. Waarom is er oorlog? 4. Wat gebeurde er in maart 2013? 5. Hoeveel mensen zijn op de vlucht? 6. Wat betekent de VN? 7. Hoe kan de VN ervoor zorgen dat de gevechten in de CAR stoppen? 8. Welk land heeft soldaten naar de CAR gestuurd? 9. Hoe helpt Nederland de slachtoffers van de oorlog in de CAR?
Pagina 3
10. Wat vind jij dat Nederland moet doen: geld geven of militairen sturen? Leg je antwoord uit.
GRONINGEN 1. In welke provincie van Nederland zijn aardbevingen? 2. In welke stad van Nederland kunnen ook aardbevingen komen? 3. Waardoor ontstaan deze aardbevingen? 4. Wat willen de mensen die er wonen? 5. Ben jij het met ze eens? Leg je antwoord uit.
EGYPTE 1. Wat gebeurde er in juli 2013 in Egypte? 2. Hoe gaat het sinds die tijd met Egypte? 3. Wanneer zijn er verkiezingen in Egypte? 4. Wie wil de nieuwe leider van Egypte worden? 5. Welke mensen zullen niet op hem stemmen?
SYRIË 1. Wie vergaderden vorige maand over Syrië? 2. Waar was deze vergadering? 3. Denk je dat het gauw vrede wordt in Syrië? Leg je antwoord uit. 4. Welke afspraak is gemaakt? 5. Waarom was deze afspraak nodig?
OLYMPISCHE WINTERSPELEN VAN START 1. Wanneer zijn de Olympische Winterspelen in Rusland? 2. Hoe vaak worden de Winterspelen gehouden? 3. Wat gebeurt er op 7 februari? 4. Op welke plek worden de meeste wedstrijden gehouden? 5. Hoeveel landen doen er mee? 6. Noem vijf sporten die je op de Winterspelen kunt zien. 7. Hoeveel Nederlandse sporters doen er mee? 8. Bij welke sporten kunnen Nederlanders winnen?
Pagina 4
9. Welke schaatser was bij de vorige Olympische Spelen erg goed? 10. Groepsopdracht: wat vind jij de leukste sport van de Winterspelen om naar te kijken? Opdracht voor alle leerlingen: kies je favoriete sport en bedenk wat je er zo leuk aan vindt. Als je geen sport weet, luister je eerst naar de anderen. Kies dan alsnog een sport. Bespreek de voorbeelden in kleine groepjes. Eén leerling per groepje doet verslag aan de hele groep. De docent vat alles samen. Welke sporten zijn het populairst?
NIEUWE AUTO’S FORMULE 1 1. Wat gebeurde er met de nieuwe raceauto van de Duitse coureur Sebastian Vettel? 2. Waardoor raakte de nieuwe raceauto van een coureur uit Engeland beschadigd? 3. Wanneer beginnen de wedstrijden van de Formule 1?
WAT ZEGT RONALDO? 1. Wie is Christiano Ronaldo? 2. Wat heeft hij gewonnen? 3. Wat voor voetballer is hij nu? 4. Wat zei hij toen hij de prijs kreeg? 5. Wanneer had hij deze prijs al eerder gekregen?
VERLIEFD! WAT GEBEURT ER IN JE LIJF? 1. Wat is er leuk aan verliefd zijn? 2. Wat kan er lastig zijn als je verliefd bent? 3. Welke twee stoffen komen er in je lichaam als je verliefd bent? 4. Wat doen deze twee stoffen? 5. Waarmee kun je deze twee stoffen vergelijken? 6. Als je verliefd bent, wil je steeds naar je geliefde toe. Waarom is dat? 7. Hoe lang kun je verliefd blijven? 8. Waarom kun je niet altijd verliefd blijven? 9. Hoe lang duurde jouw langste verliefdheid?
Pagina 5
10. Groepsgesprek: hoe voel je je als je verliefd bent? Is het alleen maar fijn, of ook soms lastig? Was dat vroeger op de basisschool anders dan nu? De docent leidt het gesprek en vat het samen.
ZO HERKEN JE VERLIEFDHEID WAAR OF NIET WAAR? 1. Een verliefd persoon gedraagt zich niet zenuwachtig in de buurt van zijn/haar geliefde. WAAR/ NIET WAAR 2. Een verliefd persoon kijkt en lacht steeds naar zijn/haar geliefde. WAAR/NIET WAAR 3. Een verliefd persoon kan zich moeilijk concentreren. WAAR/NIET WAAR
LIEFDESVERDRIET 1. Wat gebeurt er bij liefdesverdriet? 2. Waarom kun je echt ziek worden van liefdesverdriet? 3. Op welke manier kun je ziek worden? 4. Wat kun je doen tegen liefdesverdriet? 5. Wat helpt bij jou tegen liefdesverdriet?
ROMANTIEK IN ITALIË 1. Over welke film gaat dit stuk? 2. Waar ligt Toscane? 3. Hoe heten de drie hoofdpersonen? 4. Wie gaan er trouwen? 5. Waar is de bruiloft? 6. Welke acteurs spelen in de film? Noem er drie. 7. Noem drie BN’ers die ook een rol spelen. 6. Hoe noem je dit soort films? 7. Is dit een film die je zou willen zien? Leg je antwoord uit. 8. Groepsopdracht: Kijk eerst in twee- of drietallen het voorproefje van de film op internet (toscaansebruiloft.nl) Bedenk dan een reden waarom je de film leuk of niet leuk vindt. Hou je van dit soort films? Of juist niet? Praat erover in je groep. De docent leidt het gesprek en vat het samen.
Pagina 6
WAT ZOU JIJ DOEN? ‘ZE HOEFT ZICH NIET TE SCHAMEN’ 1. Wat is het probleem van Esmeralda? 2. Wat zegt Naomi over het probleem? 3. Wat is volgens Naomi ook een oorzaak van het probleem? 4. Wat voor advies geeft Selenia aan Esmeralda? 5. Wat zou jij tegen Esmeralda willen zeggen?
TWEE GRAMMY’S VOOR LORDE 1. Wat is een Grammy Award? 2. Hoe heet de zangeres die vorige maand twee Grammy’s kreeg? 3. Hoe oud is deze zangeres? 4. Waar won ze de Grammy’s voor? 5. Wat vind jij van haar muziek? Als je nog niets gehoord hebt, luister dan eerst op internet.
MADONNA EN TIMOR? 1. Wie is misschien de nieuwe liefde van Madonna? 2. Waar komt hij vandaan? 3. Hoeveel jaar jonger is hij dan Madonna? 4. Wat zegt hij zelf over hun contact? 5. Wil jij weten of het waar is van die nieuwe liefde? Of maakt het je niets uit? Leg je antwoord uit.
LIED VOOR DE WINNAARS 1. Waar vieren de Nederlandse sporters feest in Sotsji? 2. Welk lied krijgen ze daar te horen? 3. Door wie is dat gemaakt? 4. Hoop jij dat het lied vaak gezongen gaat worden? Leg je antwoord uit. 5. Luister met je buurman of -vrouw naar het lied op internet. Wat vinden jullie ervan?
Pagina 7
JUSTIN BIEBER GEARRESTEERD 1. Waarom is Justin Bieber gearresteerd? Noem vier dingen. 2. Hoe oud is Justin Bieber? 3. Wat gaat er nu gebeuren? 4. Wat voor straf moet hij krijgen volgens jou? Leg je antwoord uit. 5. Groepsopdracht: houd een klassengesprek over het gedrag van Justin Bieber. Hij geeft zijn fans en veel andere mensen het slechte voorbeeld. Wat had er allemaal kunnen gebeuren? Waarom is het belangrijk dat Justin Bieber gestraft wordt? Waarom mag niemand alcohol en drugs gebruiken in het verkeer? De docent leidt het gesprek en vat het samen.
BORSATO MOET RUSTEN 1. Waarom moest Marco Borsato naar het ziekenhuis? 2. Wanneer gebeurde dat? 3. Waaraan merkte Marco Borsato dat er iets niet goed was? 4. Wat gebeurt er tijdens een beroerte? 5. Wat moet Marco nu doen?
BN’ERS ON LINE Lees de tweets. Wat vond je de leukste tweet?
‘WE LACHEN OM DEZELFDE DINGEN’ 1. Met wie is dit interview? 2. Op welke school zit hij? 3. Waar loopt hij stage? 4. Wat voor werk doet hij? 5. Wat doet hij het eerst ’s ochtends? 6. Waaraan moest hij wennen? 7. Wat moet je goed kunnen bij dit werk? 8. Hoe lang duurt de stage? 9. Hoe vroeg begint het werk ’s ochtends? 10. Wat voor stage zou jij willen doen? Leg je antwoord uit.
Pagina 8
CERTIFICAAT 1. Wat moet je hebben om op een heftruck te rijden? 2. Wanneer en waar heeft Michael dit diploma gehaald? 3. Vond hij het moeilijk om te leren rijden op de heftruck? 4. Rijdt hij altijd goed met de heftruck? 5. Lijkt het jou leuk om op een heftruck te rijden? Leg je antwoord uit.
VASTE BAAN 1. Wat voor vaste baan wil Michael? 2. Waarmee moet hij eerst klaar zijn? 3. Wat heeft Michael tegen zijn chef gezegd? 4. Hoe lang kan hij blijven bij Pontmeyer? 5. Wat gaat Michael nu alvast doen?
WONEN ER STRAKS MENSEN OP MARS? WAAR of NIET WAAR? 1. In 2025 zullen misschien de eerste mensen op Mars wonen. WAAR/NIET WAAR 2. De Nederlandse organisatie Mars One heeft een plan om mensen naar Mars te sturen. WAAR/NIET WAAR 3. Op Mars zijn veel bergen, vulkanen, zeeën en stormen. WAAR/NIET WAAR 4. Er is geen zuurstof op Mars. WAAR/NIET WAAR 5. Het kan in de winter op Mars 40 graden vriezen. WAAR/NIET WAAR 6. Met een raket is het zeven maanden reizen naar Mars. WAAR/NIET WAAR 7. Mensen kunnen ook weer terugreizen van Mars. WAAR/NIET WAAR 8. De mensen zullen in opblaasbare huisjes wonen op Mars. WAAR/NIET WAAR 9. Al meer dan 200.000 mensen willen naar Mars. WAAR/NIET WAAR 10. Ik wil graag vanaf 2025 de filmbeelden van de Mars bewoners zien. WAAR/NIET WAAR
Pagina 9
JOUW INTERNETWERELD TATTAS BE LIKE 1. Wat is de nieuwe hype op Facebook? 2. Wat betekent deze naam? 3. Wat is een hype? 4. Waar gaat het om bij deze hype? 5. Groepsopdracht: In het stukje worden twee voorbeelden van eigenschappen genoemd. Bedenk nog een eigenschap van Nederlanders. Schrijf deze op een papiertje en geef dit aan de docent. Die schrijft alle eigenschappen op het bord. Welke eigenschappen herkennen de meeste leerlingen? Zijn ze grappig? Wat zijn vooroordelen? De docent leidt het gesprek en vat het samen.
TINDER 1. Welke app is nu populair? 2. Waarvoor kun je deze app gebruiken? 3. Hoe werkt het? 4. Wanneer heb je succes op Tinder? 5. Lijkt het jou handig om deze app te gebruiken? Leg je antwoord uit.
‘IK PROBEER ALTIJD DE BESTE TE ZIJN’ 1. Wat voor hobby heeft Lonneke? 2. Sinds wanneer heeft ze deze hobby? 3. Hoe vaak traint ze? 4. Op wat voor school zit Lonneke? 5. Wat doet ze drie keer per week voor schooltijd? 6. Met wat voor sporters zit ze in de klas? 7. Wat voor opleiding doet ze nog meer? 8. Van welke vereniging is ze lid? 9. Wat wil ze bereiken met het schaatsen? 10. Welke prijs heeft ze gewonnen?
Pagina 10
PRO IN HET LAND GEZONDER DOOR HARDLOPEN 1. Welke leerlingen zijn gaan hardlopen? 2. Waarom zijn ze gaan hardlopen? 3. Hoe vaak lopen ze hard? 4. Heeft het hardlopen geholpen? Leg je antwoord uit. 5. Loop jij ook weleens hard voor je conditie? Leg je antwoord uit.
NAAR DE TWEEDE KAMER 1. Over welke leerlingen gaat dit stukje? 2. Voor welke les gingen ze naar Den Haag? 3. Wat kregen ze in Den Haag te zien? 4. Wat vonden de leerlingen van dit uitstapje? 5. Ga jij ook weleens met de klas ergens naar toe? Leg je antwoord uit.
Uitgeverij Eenvoudig Communiceren
Pagina 11