Les: Globalisering Conferenties in Johannesburg, Den Haag en Brussel. Agenda’s over armoede, kinderarbeid of duurzame ontwikkeling, de wereldleiders vergaderen heel wat af. Vaak met de beste bedoelingen, maar of het voor iedereen altijd even goed uitpakt is nog maar de vraag. Daarom gaan de leerlingen gaan deze les een internationale vergadering naspelen. Opdracht omschrijving Binnen de WTO (World Trade Organisation) geldt het principe dat elk land één stem heeft. Dit is gedaan om de arme landen ook een evenredige stem te laten hebben. Op het moment dat er een verklaring ligt van de vergadering moet iedereen voorstemmen. Om dit te bereiken wordt vaak onderhandeld. Ondanks het feit dat ieder land een stem heeft blijken de ontwikkelingslanden vaak meer te moeten toegeven dan de rijke landen. Dit komt door de economische druk die de rijke landen kunnen uitoefenen maar ook door de manier waarop de vergadering georganiseerd zijn. En dat wordt deze les nagespeeld met een rollenspel. Doel • leerlingen krijgen inzicht in de belangrijkste dilemma’s bij internationale onderhandelingen • Leerlingen ervaren de complexiteit van onderhandeling zoals bijvoorbeeld in Johannesburg: • oneerlijkheid in afgevaardigden en dus invloed in vergaderingen • leren compromissen te sluiten • strategisch leren denken • argumenteren Om de leerlingen te introduceren met globalisering en een paar onderwerpen waar binnen de WTO onderhandeld kunnen er een paar opdrachten worden gemaakt. Dit is niet noodzakelijk, je kunt ook meteen aan het rollenspel beginnen. De opdrachten kun je in het volgende document vinden: – Opdrachten: globalisering Het Rollenspel Het rollenspel zelf is het leukst en nuttigst om in één keer uit te voeren. Hieronder is een globale planning van het rollenspel te zien. Je kunt deze planning mogelijk inkorten, zodat het rollenspel in één les behandeld kan worden. Tijd (min) 5 30 25 20 15 10
Onderdeel Uitleg Voorbereiding werkgroepen per land Werkgroepronde Voorzitterronde en actie Pauze Stemming
In het rollenspel zijn 5 landen vertegenwoordigd met elk een verschillend aantal afgevaardigden. De landen moeten zo mogelijk één gezamenlijke slotverklaring afleggen.
Land EU: VS: India: Brazilië: Tanzania:
Aantal afgevaardigden (leerlingen) 8 7 2 3 1
Er zijn 3 voorzitters die niet een rol als afgevaardigde vervullen, maar verantwoordelijk zijn voor de agenda. Maar uitleg hierover is te vinden in de bijbehorende opdracht (opdracht: het rollenspel). Zitten er in de klas minder leerlingen dan kan Brazilië worden geschrapt, de actiegroepen worden verkleind en minder afgevaardigden voor de EU en de VS. Zitten er in een klas meer leerlingen dan kunnen een paar leerlingen de rol van journalist op zich nemen. Belangrijk voor het verloop van het spel is dat Tanzania slechts 1 afgevaardigde heeft en India en Brazilië er ook niet meer bij krijgen. Landenverdeling Je zult moeten bepalen welke leerling welk land gaat vertegenwoordigen. Sommige rollen komen niet uit de verf als ze door een verbaal zwakkere leerling gespeeld worden. De voorzitters hebben de zwaarste taak, zij moeten tenslotte de resultaten uit de 3 werkgroeprondes verwerken in de slotverklaring zodanig dat alle landen voorstemmen. In de groep van de VS is het belangrijk dat in elke werkgroep sterke leerlingen zitten zodat de stem van de VS duidelijk doorklinkt. Tanzania, dat maar 1 afgevaardigde heeft, heeft het ook zwaar omdat die het snelst doorkrijgt dat je met 1 afgevaardigde niet naar 3 simultane werkgroepen kan. Taken bij het rollenspel De leerlingen hebben hun rolinformatie nodig. Als de groepen gemaakt zijn deel je per groep een van de daartoe behorende document uit. Zie hiervoor het volgende document: –
Opdracht: Het rollenspel
Verder hebben de leerlingen een badge of een bord met daarop het land dat ze vertegenwoordigen nodig. De landenvertegenwoordigers gaan hun rol per land voorbereiden. Hiervoor moeten ze hun standpunten vergelijken met de slotverklaring. Ze moet dus kijken op welke punten de slottekst volgens hun veranderd moet worden. Landen met een grote afvaardiging kunnen ervoor kiezen om de groep op te delen per onderwerp. Tanzania heeft waarschijnlijk het meest hulp nodig omdat hij/zij alleen is. De voorzitters gaan een agenda maken, aan de hand van de rolverdeling. Ze bekijken hiervoor de standpunten van de landen en proberen in de agendapunten al partijdig te zijn. De actievoerders gaan brainstormen over hun actie en alvast beginnen met het organiseren. De actie zal gericht zijn tegen het beleid van de VS en de EU omdat zij geen offers willen doen ten gunste van ontwikkelingslanden. De leerlingen vergaderen in 3 groepen onder leiding van de voorzitters. Ze mogen zelf bepalen hoe ze zich verdelen over de werkgroepen. Na de werkgroepronde gaan de voorzitters aan de slag om de slottekst aan te passen. Nu is het moment gekomen voor de actiegroep om actie te voeren.
De slottekst is zo goed als af maar waarschijnlijk is niet iedereen het ermee eens dus... tijd voor onderhandelingen. Nadat de leerlingen bekeken hebben waarop ze het wel en niet eens zijn kunnen ze gaan onderhandelen. Dit is voor leerlingen vaak eng omdat het niet gestructureerd is, ze moeten over de drempel worden heen geholpen. Vooral de voorzitters hebben het zwaar omdat zij degenen zijn met de macht om de slottekst aan te passen. Leerlingen moeten dus ook vooral de voorzitters onderdruk zetten. Afsluiting van de les Om de les af te sluiten is het mogelijk om evaluarende vragen te stellen als: Wat vond je van je eigen rol? En aan de landen waarbij de stem minder telt: Hoe voelde het om in de minderheid te zijn? Op deze manier kijken de leerlingen nogmaals terug op de les, en op de verschillende rollen die er vervuld werden.
Ministeriële conferentie Vijfde Sessie Ministersverklaring
Preambule 1. We erkennen het grote belang van het multilaterale handelssysteem voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Zonder voortgaande liberalisering van de wereldhandel zal de wereldeconomie in een recessie terechtkomen en zullen programma's voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling zonder de noodzakelijke financiële middelen komen te zitten. Een voorspoedige afronding van de huidige onderhandelingsronde is daarom van het grootste belang voor alle partijen. 2. We zijn erg tevreden over de voortgang in de onderhandelingen, zoals vastgelegd in het 'werkprogramma' dat is afgesproken in de Vierde Sessie, in Doha, 14 november 2001. Voor een aantal onderwerpen kunnen nu reeds belangrijke besluiten worden genomen. Voortgang in het werkprogramma Landbouw 3. We herinneren aan het lange-termijndoel zoals vastgesteld in het Landbouwakkoord, van een eerlijk en marktgericht handelssysteem voor landbouwproducten. Alle landen verplichten zich de landbouwsubsidies te bevriezen op het huidige niveau of te laten afnemen, en af te zien van iedere nieuwe vorm van ondersteuning. Over verlaging van subsidies door de ontwikkelde landen zal worden gesproken na afronding van het huidige werkprogramma. Over markttoegang voor ontwikkelingslanden tot de markt in ontwikkelde landen zal worden gesproken na afloop van het huidige werkprogramma. Diensten 4. Er is onduidelijkheid gerezen over het begrip 'overheidsdiensten' in het Algemeen akkoord over de handel in diensten (GATS). Omdat effectiviteit en efficiëntie belangrijk zijn in elke sector, is er geen enkele reden onderscheid te maken tussen overheidsdiensten en andere diensten. We besluiten Art. I.3(b) en (c) in het GATS, waarin dit onderscheid wordt gemaakt, te laten vervallen (zie bijlage voor de tekst van Art. I.3(b) en (c) van GATS). Milieudiensten 5. Alle landen verplichten zich tot marktopening in de sector milieudiensten, waaronder afvalverwerking, water en riolering.
Intellectuele Eigendomsrechten 6. We benadrukken het belang van het akkoord over handelsgerelateerde aspecten van intellectuele eigendomsrechten (TRIPS) (red: dat landen verplicht tot het invoeren van patentenwetgeving). We benadrukken ook het belang van de ontwikkeling, productie en distributie van medicijnen in het belang van de volksgezondheid. Om het gebruik van nieuwe medicijnen in ontwikkelingslanden mogelijk te maken zonder de ontwikkeling van nieuwe medicijnen te frustreren, besluiten we tot het invoeren van een internationaal medicijnen solidariteitsfonds, dat zal worden beheerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). (Het fonds zal worden gevoed door een vrijwillige belasting op medicijnen in de ontwikkelde landen, ter hoogte van 1% van de prijs). 7. We besluiten de in de Vierde Sessie vastgestelde Verklaring over het TRIPS akkoord en de volksgezondheid (WT/MIN(01)/DEC/2), aangenomen op 14 november 2001, te laten vervallen. (Red: Deze verklaring geeft ontwikkelingslanden het recht om gepatenteerde medicijnen goedkoop te produceren om te voorkomen dat arme mensen geen toegang hebben tot medicijnen die goedkoop te maken zijn. Het TRIPS-verdrag is er vooral op gericht ervoor te zorgen dat de patenthouders hun geld krijgen, om technologieontwikkeling (bijvoorbeeld voor medicijnen) te bevorderen. Maar dat is ook een vrij diepgaande en technische discussie waarbij je misschien eigenlijk iemand van Wemos erbij moet hebben om het goed te voeren.) Bijlage Art. I.3 (b) en (c) van het General Agreement on Trade in Services (GATS) luidt: Art. I.3 For the purposes of this Agreement: (b) "services" includes any service in any sector except services supplied in the exercise of governmental authority; (c) "a service supplied in the exercise of governmental authority" means any service which is supplied neither on a commercial basis, nor in competition with one or more service suppliers.