Leidraad voor Wmo-raden: Hoe bepaalt u uw strategie in de regio? juli 2014
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ....................................................................................................................................... 2 Algemeen................................................................................................................................................. 3 Nieuwe vragen, kansen voor Wmo-raden .......................................................................................... 3 A. Wat is uw ambitie?.............................................................................................................................. 3 A1. Wat is uw Ambitie op inhoud? ...................................................................................................... 3 a. Waar adviseert u over? ............................................................................................................... 4 A2. Wat is uw ambitie op proces? ....................................................................................................... 4 a. Hoe komt het advies tot stand? .................................................................................................. 4 b. De inhoud van het advies? .......................................................................................................... 5 c. Hoe gaat de routing van het advies? ........................................................................................... 6 B. Welke rol kiest u? ................................................................................................................................ 6 C. Welke positie kiest u in de beleidscyclus? .......................................................................................... 7 D. Modellen voor regionale samenwerking ............................................................................................ 9 1. Informeren................................................................................................................................... 9 2. Raadplegen ................................................................................................................................ 10 3. Adviseren ................................................................................................................................... 11 4. Coproduceren ............................................................................................................................ 12 Tot slot ............................................................................................................................................... 12 Bijlagen .................................................................................................................................................. 13
2
Algemeen In de evaluatie van de Wmo door het SCP komt naar voren dat de democratische legitimiteit van regionale samenwerking van gemeenten te wensen over laat. Vrijwel alle gemeenten (96%, eind 2012) werken regionaal samen. Gemeenteraadsleden geven in deze evaluatie aan dat zij te weinig invloed hebben op de totstandkoming van regionale afspraken in gemeenschappelijke regelingen en samenwerkingsverbanden. Dit gevoel leeft ook bij Wmo-raden door het land. De besluitvorming komt hierdoor op grote afstand van burgers te staan, wat niet de bedoeling is van de decentralisaties in het sociale domein. Kim Putters, directeur van het SCP heeft hier een oplossing voor. Hij stelt voor om normen voor het sociale vangnet aan het begin van de beleidscyclus door de Gemeenteraad te laten vaststellen, als onderdeel van hun kaderstellende taak. Wmo-raden kunnen hieraan bijdragen door te adviseren over normen vanuit burgerperspectief en hun positie slim te kiezen voor effectieve beïnvloeding in de regio. Samenwerking met de Gemeenteraad kan hierbij helpen. De wethouder kan dan met een duidelijk kader én advies de regio in, met het belang van zijn burgers voor ogen.
Nieuwe vragen, kansen voor Wmo-raden De afgelopen periode kreeg de Koepel Wmo-raden veel vragen van Wmo-raden over onderwerpen die betrekking hebben op strategievorming en het effectief adviseren in relatie tot regionaal werken. Om effectief in de regio te opereren helpt het als de Wmo-raad eerst op lokaal niveau bewust een positie kiest, een rol aanneemt en haar plek kiest in de beleidscyclus. Deze keuzes zijn relevant voor zowel lokale samenwerking als regionale samenwerking. In deze leidraad ziet u daarom soms overlapping in de overwegingen omdat lokaal en regionaal werken en adviseren nu eenmaal met elkaar zijn verbonden. In deze leidraad bespreken we de vragen rondom de ambities van Wmo-raden op: inhoud en proces; de keuze van een rol aan de hand van de participatieladder; uw plaats in de beleidscyclus. We besluiten met een viertal modellen voor regionale samenwerking.
A. Wat is uw ambitie? Voordat u uw positie in de regio bepaalt is het effectief om eerst gezamenlijk –eventueel met lokale partners en gemeente- te formuleren hoe u wilt adviseren. Er komen veel nieuwe adviesverzoeken op u af. Daarnaast zijn er de lopende adviesaanvragen. Wilt u wel aan alle adviesverzoeken voldoen? Het is van belang om samen regelmatig stil te staan bij ‘waar u van bent’ en ‘waar u niet van bent’. Het gaat er allereerst om dat u gezamenlijk uw ambitie bepaalt op een aantal onderdelen. Daarna kunt u gezamenlijk bepalen wat de prioriteiten voor de komende periode zijn en wat u als raad wilt uitstralen in de regio.
A1. Wat is uw Ambitie op inhoud? De afgelopen jaren is uw advisering ongetwijfeld veranderd. Heeft u in de afgelopen periode keuzes gemaakt over welke onderwerpen u wel of niet adviseerde? Zijn er zaken die u anders wilt doen in de toekomst? Kortom, welke ambitie heeft u als Wmo-raad wat betreft uw advisering? Vragen die u zichzelf kunt stellen over de inhoud van het advieswerk zijn de volgende: 1. Adviseert de Wmo-raad over alle doelstellingen van de nieuwe Wmo 2015? 3
2. Adviseert u over aanpalende beleidsterreinen zoals de wet op de Jeugdzorg en de Participatiewet? 3. Adviseert u over overige beleidsterreinen die niet direct met de 3 decentralisaties te maken hebben zoals veiligheidsbeleid, maatschappelijk vastgoed, de fysieke leefomgeving? a. Waar adviseert u over? Veel Wmo-raden zijn gestart bij aanvang van de Wmo in 2007. De kern van de advisering bestond toen vooral uit het deel ‘individuele verstrekkingen’. De meeste Wmo-raden hadden hier zicht op omdat zij vertegenwoordigers van ouderen- en/of gehandicaptenplatforms in hun midden hadden. Inmiddels is het aantal adviesonderwerpen verdubbeld en adviseren Wmo-raden steeds vaker over onderwerpen die de Wmo raken. Het is zinvol om de balans eens op te maken en met elkaar te spreken over welke onderwerpen u wilt adviseren. Als u met elkaar hierover het gesprek voert is het ook belangrijk om elkaar de vraag te stellen of de affiniteit, benodigde kennis en kunde in huis is. Stel, u wilt adviseren over de Jeugdzorg. Heeft u daarvoor dan een aandachtsfunctionaris in uw raad zitten? En heeft deze persoon dan ook kennis van de Jeugdzorg, en een relevant netwerk? Als dit nog niet het geval is, hoe gaat u er dan gezamenlijk voor zorgen dat deze kennis en het netwerk straks beschikbaar zijn voor de Wmo-raad, en de functionaris in het bijzonder? Adviesonderwerpen in relatie tot de regio Als u een overzicht heeft over de onderwerpen waarover u wilt adviseren, dan kunt u analyseren waar de gemeentelijke besluitvorming plaatsvindt. Dan krijgt u automatisch te maken met de regionale samenwerking van de gemeente. Op het onderwerp Jeugdzorg bijvoorbeeld, of de Participatiewet, daarop werken gemeenten –verplicht- samen. De Wmo sec is voor de meeste gemeenten een lokale aangelegenheid. Echter zien wij in het land dat steeds meer gemeenten samenwerken op ‘nieuwe Wmo-onderwerpen’ zoals de Begeleiding, Dagbesteding, Huishoudelijke verzorging. Deze samenwerking bestaat dan bijvoorbeeld uit gezamenlijk bestuurlijk aanbesteden, gezamenlijk een administratieve organisatie inrichten en regionale specialistische crisisteams inrichten. Dit alles met als doel om de financiële risico’s te verdelen en de kwaliteit zoveel mogelijk te behouden. Kortom, als u effectief wilt beïnvloeden door uw advisering, dan krijgt u te maken met regionale samenwerkingsprocessen.
A2. Wat is uw ambitie op proces? Als u weet wat uw ambities zijn op inhoud, dan is de volgende stap om het adviesproces zelf eens onder de loep te nemen. De effectiviteit van adviezen hangt van veel factoren af. We staan hier kort stil bij 3 belangrijke vragen, namelijk:
Hoe komt het advies tot stand? Wat vindt u van de inhoud van de adviezen? Wat vindt u van de routing van de adviezen?
a. Hoe komt het advies tot stand? Het kan heel verhelderend werken om eens met elkaar door te nemen hoe een advies tot stand komt, bijvoorbeeld aan de hand van het meest recente advies. Enkele vragen hierbij zijn:
Hoe is de informatieverzameling verlopen? 4
Hoe was het contact met de gemeente daarbij? Betrekt de contactambtenaar u in een vroeg stadium bij het tot stand komen van het beleid? Hoe zijn achterbannen of netwerken betrokken of geraadpleegd voor het advies? Schrijven alle leden van de Wmo-raad of is er een taakverdeling?
De meeste Wmo-raden kiezen ervoor om allereerst een plenaire voorbespreking te houden over een onderwerp. Daarna laten zij zich informeren door gemeente en/of derden. Daarna gaat de aandachtsfunctionaris of een werkgroep aan de slag met het advies. Dit kan een werkgroep zijn uit het midden van de Wmo-raad of een klankbordgroep met direct betrokkenen. Maar steeds meer Wmo-raden kiezen ervoor in een ‘netwerkvorm’ te werken en bijvoorbeeld expertise vanuit de regio te betrekken. Dit betekent dat zij onafhankelijke ervaringsdeskundigen of experts incidenteel vragen om mee te denken bij een onderwerp of advies, vaak naast meer structurele vormen van raadpleging zoals een klankbordgroep. De plenaire vergadering beslist dan uiteindelijk over het conceptadvies dat naar de gemeente gaat. Soms vindt er daarnaast een vorm regionale advisering plaats. Welke werkwijze hanteert de Wmo-raad lokaal en in de regio? Naast de inhoudelijke thema’s en onderwerpen is het ook goed om de ambitie te formuleren rondom de manier van werken die de Wmo-raad graag hanteert. Vragen die u hierbij kunt stellen zijn:
Welke speerpunten stelt u jaarlijks vast voor de advisering van het komende jaar? Welke keuzes maakt u op welke punten wanneer er geen advies wordt gegeven? Welke doelen stelt u jaarlijks vast?
Steeds meer Wmo-raden hanteren een jaaragenda op basis van een bestuurlijke planning. In de bijlage vindt u een voorbeeld van een jaarplanning van de Wmo-raad Olst-Wijhe. Ook jaarplannen zien wij steeds meer omdat deze jaarplannen helpen in het stellen van prioriteiten met betrekking tot adviesonderwerpen, activiteiten, communicatie enzovoorts. In de bijlage vindt u bijvoorbeeld het jaarplan van de Adviesraad Wmo Leiden. Naast deze uitvoeringsdocumenten kunt u met elkaar een werkkader formuleren met een missie, visie en een toetsingskader. Een voorbeeld van de participatieraad Leidschendam-Voorburg vindt u in de bijlagen. Naast de lokale planning kunt u de regionale planning opnemen in het jaarplan. Op basis van een jaarplan is het makkelijker om met uw collega raden in de regio het gesprek aan te gaan over onderwerpen waarvan u voorziet dat u daar beiden mee te maken krijgt. En vooruitzien maakt het makkelijker om keuzes te maken om zaken –gezamenlijk- op te pakken of juist niet. b. De inhoud van het advies? De inhoud varieert al naar gelang het onderwerp en de affiniteit van de aandachtsfunctionaris. U kunt praktische tekstvoorstellen doen, zodat u makkelijker kunt terugzien of de gemeente uw advies overneemt of juist uitgangspunten formuleren waarmee u vervolgbeleid of uitvoering kritisch kunt volgen en een kader heeft waarmee u sneller kunt adviseren. Veel Wmo-raden adviseren onder tijdsdruk. Een suggestie is dan om de gemeente bij een adviesaanvraag drie vragen te laten formuleren waar zij antwoorden of een advies op willen ontvangen.
5
c. Hoe gaat de routing van het advies? De manier waarop het advies mee gaat in het beleids- en besluitvormingsproces van de gemeente is de routing van het advies. De meeste Wmo-raden bieden het advies aan B&W aan via de contactambtenaar. Een aantal suggesties voor de routing van het advies zijn:
Hanteer een termijn voor advisering en de voorbereiding van dit advies; Spreek af met de gemeente hoe de Gemeenteraad kennis neemt van het advies. Dit kan op meerdere momenten, zoals bijvoorbeeld op de opiniërende, de adviserende en/of besluitvormende bespreking. U kunt ieder advies mee (laten) sturen met de betreffende nota waarover de Gemeenteraad een besluit neemt; Spreek af wat er gebeurt als het bovenstaande fout gaat: gemeenteraadsleden kunnen alert zijn op de toegevoegde adviezen van de Wmo-raad en hierom vragen, of een nota terugsturen naar de wethouder als er geen advies bij zit; Vraag feedback op schrift van de gemeente en spreek hiervoor een termijn af: wat nemen ze wel en niet over van het advies? Wat zijn hun argumenten hiervoor? De routing van de adviezen is voor veel Wmo-raden een punt van aandacht, zeker in deze periode waarin er in een korte tijd veel nieuw beleid komt. De doorlooptijden voor advisering zijn dan vaak korter dan afgesproken, waardoor een advies onder druk tot stand komt. Dit kan ten koste gaan van de kwaliteit. Het werkproces in relatie tot de regio Regionale samenwerking kan een oplossing bieden voor het verbeteren van de routing van adviezen. De meeste gemeenten bereiden namelijk lokale besluitvorming voor in regionaal verband, waarbij u betrokken kunt zijn. In samenwerking met de andere Wmoraden in de regio kunt u taken verdelen en expertise delen. Zo kunt u vroegtijdig in het beleidsproces al beïnvloeden. De keuze voor een rol helpt om een positie te kiezen in de beleidscyclus en de manier waarop uw adviezen het beleid beïnvloeden. Hieronder gaan we in op de rol die u kunt kiezen.
B. Welke rol kiest u? U kiest een rol op basis van uw ambities. De rollen kunt u koppelen aan –bijvoorbeeld- de participatieladder. Per onderwerp, beleidsterrein en per fase van de beleidscyclus kunt u een rol bepalen. Bijvoorbeeld: u wilt adviseren over de Jeugdzorg. Stel, dit is voor uw raad een nieuw onderwerp. U wilt eerst kennis opdoen over het onderwerp om te kunnen adviseren. Dan wilt u graag betrokken zijn bij de beleidsvoorbereiding door de gemeente, zodat u de gemeentelijke informatieverzameling kunt gebruiken voor uw eigen meningsvorming. U wilt dat de gemeente u informeert. Daarnaast kunt u aanvullende informatie verzamelen. Omdat het een nieuw onderwerp is, kiest u ervoor om de rol van adviseur in te nemen zodat u op afstand een afweging kunt maken op het moment dat de beleids- of implementatienota verschijnt. U maakt deze keuzes omdat u verwacht dat de door u gewenste invloed zo het best tot zijn recht komt. Daarnaast zoekt u contact 6
met collega’s in de regio omdat Jeugdzorg en –beleid een regionale aangelegenheid is met een lokale component namelijk jeugdgezondheidszorg en –preventie. Rollen in de regio De participatieladder is slechts een hulpmiddel om uw rol te bepalen. Omdat de participatieladder een bekend instrument is voor Wmo-raden, loont het de moeite om met collega Wmo-raden uit de regio eens te verkennen welke rol ieder graag inneemt in de verschillende fases van het beleidsproces. Dit bepaalt namelijk mede wanneer regionale samenwerking effectief is. Hieronder gaan we nader in op de gemeentelijke beleidscyclus.
C. Welke positie kiest u in de beleidscyclus? Als u effectief wilt beïnvloeden helpt het om te kiezen voor advisering in een bepaalde fase van het beleidsproces. Vragen die hierbij horen zijn:
Heeft u zicht op alle fases van de gemeentelijke beleidscyclus? In welke fase van het beleidsproces wilt u betrokken zijn of worden? Wat betekent dit voor uw inzet en advisering?
U kunt aan de hand van het model op deze pagina met elkaar een discussie voeren over uw positie per fase in het beleidsproces. Iedere fase vraagt een andere aanpak. Hieronder geven we per fase suggesties mee voor een aanpak. Iedere Wmo-raad maakt hier, eerst onderling en daarna met de gemeente en Wmo-raden in de regio, afspraken over. Er is geen standaard aanpak. Het is belangrijk dat uw aanpak past bij uw ambities en gewenste werkwijze.
Beleidsvoorbereiding In de beleidsvoorbereidende fase kunt u signalen geven aan de gemeente over onderwerpen en wensen van doelgroepen op basis van uw achterbanraadpleging. Daarnaast kunt u in deze fase zicht krijgen op welke onderwerpen wanneer uitgewerkt gaan worden, zodat u kunt kiezen wanneer u erbij betrokken wilt zijn voor uw advisering. In deze fase hebben gemeenteraadsleden behoefte aan ‘input’ om een opinie te vormen, de agenda te bepalen, kaders te stellen enzovoorts. Als u wilt kunt u daaraan ook een bijdrage leveren.
Beleidsontwikkeling De fase van beleidsontwikkeling is een essentiële fase voor een Wmo-raad omdat u dan optimaal kunt beïnvloeden. U kunt deelnemen aan het proces, of er juist voor zorgen dat uw achterban wordt betrokken bij dit proces. In deze fase kunt u bijvoorbeeld een pré advies 7
geven. Het is belangrijk om in deze fase een procesafspraak met de gemeente te maken zodat u zich altijd het recht voorbehoudt om verderop in het proces onafhankelijk te adviseren en bijvoorbeeld ook een negatief advies af te geven. Dat is extra van belang als er sprake is van regionale samenwerking. Steeds meer beleidsontwikkeling vindt namelijk plaats in ambtelijke werkgroepen op regionaal niveau en steeds minder op lokaal niveau.
Besluitvorming Voorafgaand aan de besluitvorming is het gebruikelijk dat de Wmo-raad om advies wordt gevraagd. Het is wenselijk dat uw advies is bijgevoegd bij de nota waarover besluitvorming plaatsvindt en dat u dan ook al weet wat de gemeente met uw advies doet. Daarnaast kunt u desgewenst inspreken bij een commissievergadering van de Gemeenteraad om uw advies kracht bij te zetten. In veel gevallen is er de mogelijkheid voor inspraak door burgers. Dat kan ook interessant zijn voor de opvolging van uw advies. Steeds meer –voorbereidende- besluitvorming vindt in de regio plaats. Ook in de regio kunt u beïnvloeden met een pré advies voor de eigen wethouder, die dit inbrengt in het regionale overleg of aanbevelingen voor de gezamenlijke bestuurders.
Beleidsuitvoering U mag van de gemeente(n) verwachten dat zij u informeren en betrekken bij de beleidsuitvoering en het maken van eventuele uitvoeringsdocumenten. Zo houdt u zicht op de afspraken die zijn gemaakt rondom uw advies en wat de gemeente(n) daar wel of niet mee doet/doen. U krijgt dan mogelijk ook zicht op de effecten van gemaakte beleidskeuzes in de praktijk. En dat inzicht helpt u in de volgende fase.
Beleidsevaluatie Het structureel evalueren van beleid en het ‘meten en weten van effecten’ van beleid is nog geen gewoonte bij de meeste gemeenten. Dit wordt de komende jaren een grote uitdaging. U kunt bijdragen aan zichtbare effecten van beleid door hiervoor aandacht te vragen in uw adviezen, en hiervoor suggesties aan te dragen, bijvoorbeeld vanuit het perspectief van een wijkbewoner. Daarnaast zal de gemeente nieuwe vormen van onderzoek gaan verrichten om erachter te komen hoe burgers de voorzieningen en dienstverlening ‘beleven’. Dit gaat een stap verder dan vragen naar ‘klanttevredenheid’. Ook deze informatie kan u helpen bij uw advieswerk. Er zijn daarnaast al diverse Wmo-raden die zelf een onderzoek houden onder de ‘klanten’ van de gemeente, om onafhankelijke informatie uit eerste hand te krijgen. De Wmo-raad Soest bijvoorbeeld heeft hiermee ruime ervaring. De website biedt meer informatie; http://www.wmoraadsoest.nl/
Kortom, er zijn vele kansen om de positie en de gewenste invloed van de Wmo-raad te vergroten, zowel lokaal als in de regio. Samenwerking in de regio kan er op verschillende manieren uitzien op verschillende momenten in het beleidsproces. We gaan hierop in in de volgende paragraaf.
8
D. Modellen voor regionale samenwerking Regionale samenwerking tussen Wmo-raden kent nu al vele vormen. De meeste Wmo-raden uit de regio informeren elkaar bijvoorbeeld door middel van een voorzittersoverleg. Wij zien echter dat in steeds meer regio’s de samenwerking verder vormt krijgt. Dit komt vooral door de steeds verdergaande regionale samenwerking van gemeenten. Hieronder schetsen we 4 modellen voor regionale samenwerking vanuit het perspectief van de participatieladder. De modellen zijn bedoeld voor discussie in- en tussen de raden. Het ideale model bestaat niet. Het is vooral belangrijk dat de vorm van samenwerking past bij de gewenste werkwijze en de fase van beleidsvorming binnen en tussen de gemeenten. Dit kan dan ook betekenen dat er verschillende vormen van samenwerking zijn gedurende een adviestraject. 1. Informeren
Informeren Vaste en wisselende deelnemers Informatie uitwisselen
Geen afspraken
Raadpleging
1 Informeren Rol De gezamenlijke Wmo-raden functioneren op basis van een adhoc afspraak met elkaar ..
Taak Informatie, kennis en ervaringen uitwisselen.
De gemeentebesturen hanteren een deelbeleid op onderwerpen met een grote lokale component, zoals mantelzorgondersteuning.
Daarnaast vindt formele lokale advisering plaats op een afgesproken moment in het proces.
Werkwijze Een wisselende groep leden al dan niet vertegenwoordigers van de lokale Wmo-raden informeren elkaar.
Hoe kunt u het proces van samenwerken vormgeven? Wmo-raden in een regio informeren elkaar over de voortgang en onderwerpen die spelen wanneer daarvoor aanleiding is. Daarnaast worden ervaringen gedeeld rondom advisering. In regio’s waar beroepsmatige ondersteuning beschikbaar is om bijvoorbeeld een voorzittersoverleg voor te bereiden en te faciliteren, is meer structureel overleg tussen Wmo-raden. Deze ondersteuning kan ook helpen bij het contact leggen met andere Wmo-raden, bijvoorbeeld bij een veranderende regio door herindeling of inkoopafspraken. Voorbeelden en tips uit het land In de regio Delfland-Westland-Oostland faciliteert Zorgbelang het informatieve voorzittersoverleg. Zij komen bij elkaar wanneer daartoe aanleiding is. In de regio Holland Rijnland regelen de voorzitters dit zelf, waarbij de voorbereiding door het secretariaat van de voorzittende Wmo-raad wordt gedaan.
9
2. Raadplegen
Raadplegen Vaste en wisselende deelnemers Gezamenlijke aanbevelingen
Informele afspraken
Raadpleging
2
Raadplegen
Rol De gezamenlijke Wmo-raden functioneren op basis van een (adhoc) afspraak met elkaar.
Taak Gevraagd en ongevraagd aanbevelingen geven aan.
De gemeentebesturen hanteren een gezamenlijk beleid op deelonderwerpen met een grote lokale component, zoals het lokaal gezondheidsbeleid.
Daarnaast vindt formele lokale advisering plaats op een afgesproken moment in het proces.
Werkwijze Een wisselende groep leden al dan niet vertegenwoordigers van de lokale Wmo-raden raadplegen elkaar ten behoeve van de afstemming van lokale adviezen. De aanbevelingen kunnen onderdeel uitmaken van de lokale adviezen.
Hoe kunt u het proces van samenwerken vormgeven? Wanneer er sprake is van continuïteit in contact kan dit leiden tot een afspraak waarbinnen de Wmoraden in een regio gezamenlijk een aantal standpunten kunnen innemen. Deze standpunten kunnen leiden tot een aantal aanbevelingen voor de wethouder op lokaal niveau. Iedere Wmo-raad maakt zijn eigen afweging of hij deze aanbevelingen aanbiedt aan de wethouder, of opneemt in het lokale advies. Daarnaast adviseert iedere Wmo-raad conform lokale afspraken aan de eigen gemeente. Voorbeelden en tips uit het land De gezamenlijke Wmo-raden van de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden hebben gezamenlijke aanbevelingen opgesteld en aangeboden aan het regionale overleg van de gemeenten, waarin de wethouders zitting hebben. Deze aanbevelingen hebben geen formele status in het beleidsproces.
10
3. Adviseren
Adviseren Vaste deelnemers Ondersteuning en informele afspraken
Regionaal pré advies
Advisering
3 Adviseren Rol De gezamenlijke Wmo-raden functioneren op basis van een afspraak met elkaar.
Taak Gevraagd en ongevraagd (pré)advies geven.
De gemeentebesturen hanteren een gezamenlijke aanpak op deelonderwerpen, zoals bijvoorbeeld gezamenlijke inkoop.
Daarnaast vindt formele lokale advisering plaats op een afgesproken moment in het proces.
Werkwijze Een vaste groep leden al dan niet vertegenwoordigers van de lokale Wmo-raden bereiden de adviezen voor. De Wmo-raden beschikken over regionale ondersteuning, net zoals de gemeentebesturen dat hebben.
Hoe kunt u het proces van samenwerken vormgeven? Er zijn onderwerpen die alle Wmo-raden in de regio raken, bijvoorbeeld de Jeugdwet, (O)GGZ beleid of de Participatiewet. Op basis van een afspraak met elkaar en met de samenwerkende gemeenten kunt u gezamenlijk een pré advies voorbereiden. Dit advies geeft u in de beleidsvoorbereidende fase en heeft een ‘formele’ status in deze fase van het proces. Daarna adviseert u vervolgens lokaal in de besluitvormende fase. Voorbeelden en tips uit het land De Wmo-raden én cliëntenorganisaties uit de Drechtsteden adviseren de Drechtsteden gemeenten op deze wijze. Zij adviseerden bijvoorbeeld over het Wmo-beleidsplan, verordeningen en de nota’s 3 decentralisaties.
11
4. Coproduceren
Coproduceren Vaste deelnemers Formeel regionaal advies
Ondersteuning en formele afspraken
Coproductie
3 Coproduceren Rol De regionale Wmo-raad functioneert op basis van een convenant, bestuurlijke afspraken.
Taak Gevraagd en ongevraagd adviseren als regionaal orgaan.
De gemeentelijke besturen werken formeel regionaal samen op basis van een gemeenschappelijke regeling.
Er een afgesproken formeel moment in het besluitvormingsproces voor advisering met de gemeenten.
Werkwijze Een vaste groep leden al dan niet vertegenwoordigers van de lokale Wmo-raden bereiden de adviezen voor. De Wmo-raden beschikken over regionale ondersteuning, net zoals de gemeentebesturen dat hebben.
Hoe kunt u het proces van samenwerken vormgeven? Op steeds meer plekken in het land krijgt de regionale samenwerking tussen gemeenten een formele status waarbij een deel van de ‘macht’ lokaal wordt overgedragen aan de regio. Op het moment dat dit het geval is, verdient het de voorkeur dat ook Wmo-raden zich formeel verenigen op regionaal niveau. Op regionaal niveau kunnen zij dan ook volgens procedures adviseren in alle fasen van het beleidsproces Voorbeelden en tips uit het land In Drechtsteden vindt een overdracht van taken en bevoegdheden van lokale Gemeenteraden naar de ‘regionale Gemeenraad’ plaats. Dit betekent dat het kaders stellen en een groot deel van de financiële besluitvorming vanaf dat moment regionaal plaatsvindt. De gezamenlijke Wmo-raden, cliëntenraden en belangenorganisaties kiezen daar binnenkort een passende werkvorm bij.
Tot slot Wij verwachten dat deze leidraad u kan ondersteunen bij het bepalen van uw strategie in de komende periode. De medewerkers van het bureau van de Koepel zijn altijd bereid tot een nadere toelichting of het verzorgen van een webinar over dit onderwerp. Wij horen graag van u terug wat u van deze leidraad vindt. Dat kan via
[email protected]
12
Bijlagen Bij deze leidraad hoort een aantal bijlagen:
Bijlage 1: Voorbeeld jaarplanning van de Wmo-raad Olst-Wijhe http://www.koepelwmoraden.nl/assets/Uploads/PDF-Files/Jaarplan-2013-werkgroepen-schemaWmo-raad-Olst-Wijhe.doc
Bijlage 2: Voorbeeld werkplan 2014 van de Wmo-adviesraad Leiden http://www.koepelwmoraden.nl/assets/Uploads/PDF-Files/Werkplan-2014-Adviesraad-WMOLeiden.pdf
Bijlage 3: Voorbeeld strategieplan van de Participatieraad Voorburg- Leidschendam http://www.koepelwmoraden.nl/assets/Uploads/PDF-Files/Missie-visie-werkwijze-LeidschendamVoorburg.pdf
Bijlage 4: Evaluatie Wmo 2012, SCP http://www.koepelwmoraden.nl/assets/Uploads/PDF-Files/Evaluatie-Wmo-2012-SCP.pdf
13