Whitepaper ‘Hoe de kijker bepaalt’ Februari 2016
Voor u ligt de whitepaper ‘Hoe de kijker bepaalt’. Voor meer informatie over het hele onderzoek neemt u contact op met Stephanie Verwijs van het Bindinc. Kenniscentrum. Dit onderzoek is door Bindinc. Kenniscentrum, in samenwerking met onderzoeksbureau GfK, uitgevoerd in opdracht van Bindinc. Programma Data Services. Bindinc. Programma Data Services levert programmadata voor zowel lineaire als non-lineaire programmering. Of het nu gaat om een data-export voor elektronische programmagidsen (EPG’s) of een kant-en-klare pagina in een programmablad of krant, Bindinc. levert met Programma Data Services verrijkte programmadata voor alle mogelijke online en offline gidsproducten. Om deze dienst goed te kunnen inrichten, is kennis over de behoeften van consumenten op het gebied van programma-informatie cruciaal. In dit onderzoek staat het daadwerkelijke kijkgedrag van de consument centraal. Dit onderzoek is gericht op de vragen “Hoe is de kijker bij dit programma terechtgekomen, met welke touchpoints is men in aanraking geweest en welke invloed hebben deze touchpoints op het kijkgedrag?” Hierbij zijn de volgende deelvragen relevant: • • •
Welke touchpoints heeft hij onderweg gezien, met welke invloed op zijn keuze; Welke touchpoints vallen binnen het bereik van Bindinc. en welke zijn externe factoren; Hoe verschilt deze route voor verschillende typen av-content en voor leeftijdsgroepen.
Het onderzoek is ingedeeld in een verkennende fase en een verdiepende fase. Bij de verkennende fase werd er gebruikgemaakt van een kwalitatieve, open structuur, en werd gekozen voor een kleine online community van consumenten. Op verschillende dagen werden vragen gesteld over hun kijkgedrag; wat hebben ze gekeken en hoe zijn ze tot die keuze gekomen? Binnen de community kon worden doorgevraagd en konden ideeën onderling worden uitgewisseld. In de verdiepende fase werd door middel van een online vragenlijst kwantitatieve data verzameld. De gevonden touchpoints in de verkennende fase werden op waarde geschat en op verscheidene achtergrondvariabelen getoetst. In deze whitepaper wordt een samenvatting gegeven van de uitkomsten van het gehele onderzoek. Voor het kwantitatieve gedeelte is een steekproef van n=1.004 Nederlanders van 10 jaar en ouder gebruikt. Het veldwerk is door onderzoeksbureau GfK uitgevoerd van 30 juni 2015 tot en met 7 juli 2015.
1 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
Inhoud 1.
Infographic....................................................................................................................................... 3
2.
Samenvatting................................................................................................................................... 4 Hoe komt de kijker bij het te kijken programma?........................................................................... 4 Filmbeschrijvingen erg belangrijk bij het keuzeproces ................................................................... 4 Leeftijdsverschillen .......................................................................................................................... 4 Reden voor kijken audiovisuele content ......................................................................................... 4
3.
Impact van touchpoints ................................................................................................................... 5 3.1
Informatie zoeken vs externe factoren ................................................................................... 5
Informatie gezocht .......................................................................................................................... 5 Externe factoren: respondenten zoeken soms toch nog naar aanvullende informatie ................. 6
4.
5.
6.
3.2
Impact van content ................................................................................................................. 6
3.3
Impact van leeftijd ................................................................................................................... 7
Kijken via bron ................................................................................................................................. 8 4.1
Bekijken via gratis en betaalde diensten ................................................................................. 8
4.2
Kijken via social media........................................................................................................... 10
Voorkeur media en devices ........................................................................................................... 10 5.1
Voorkeur media voor bekijken av-content ........................................................................... 10
5.2
Voorkeur devices voor bekijken av-content.......................................................................... 11
Van B naar A: het oriëntatieproces ............................................................................................... 12 6.1
Reden kijken audiovisueel materiaal..................................................................................... 12
6.2
Oriëntatiegedrag audiovisueel materiaal .............................................................................. 12
6.3
Invloed type informatie op keuzeproces............................................................................... 13
6.4
Reden kijken naar zender/dienst/bron ................................................................................. 14
7.
Wat gehoord/gezien/gelezen en van belang? .............................................................................. 15
8.
Bronnen social media .................................................................................................................... 16
9.
Verantwoording............................................................................................................................. 18
2 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
1. Infographic
3 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
2. Samenvatting Bij ruim een kwart van de kijkmomenten zijn de papieren tv-gids, aankondigingen of reclame op tv, aanbevelingen door bekenden en berichten op social media de belangrijkste triggers om iets te gaan kijken. De meeste Nederlanders (61%) kijken uit gewoonte, omdat men fan is of omdat men meekijkt of zappend ergens uitkomt. 27% heeft pas bepaald wat hij gaat kijken nadat hij informatie over een programma, serie of film heeft vergaard. Jongeren gebruiken hierbij heel andere informatiebronnen dan ouderen om te bepalen wat ze willen kijken. Hoe komt de kijker bij het te kijken programma? Bijna 1 op de 3 consumenten gebruikt informatie om te bepalen wat hij gaat kijken. Van films, series en documentaires zoekt men het vaakst informatie. Een complete beschrijving van de content is dus essentieel om de consument te binden aan je film, programma of serie. Kijken we naar het type content dat men zoekt, dan zijn vooral het onderwerp, het genre en de verhaallijn van het programma van invloed. Filmbeschrijvingen erg belangrijk bij het keuzeproces Voor meer dan 50% van de consumenten maakt het niet uit via welke bron een film of serie wordt uitgezonden. Een film of serie wordt zeer bewust gekozen en bekeken en levert ook de meeste ‘fans’ op. Voor consumenten die wel bewust naar de bron gaan, is vooral bij films erg belangrijk waar je deze kunt kijken, zoals bijvoorbeeld via een bepaalde VoD-website, dvd of op Netflix. Voor ruim een derde van de Nederlanders is de informatie over een betreffende film doorslaggevend om een film te kijken. Deze informatie verzamelen zij via de papieren tv-gids, tips of redactionele berichten online of offline. Facebook is voor 89% van de Nederlanders die wel eens filmpjes op internet of social media kijken, trigger om filmpjes op internet te gaan kijken. De informatie over het online filmpje is daarnaast voor 42% van de Nederlanders doorslaggevend om wel of niet te kijken. Leeftijdsverschillen Ouderen gebruiken vaker een tv-gids, krant, of hebben een aankondiging op tv gezien. Jongeren laten zich meer inspireren door social media, aanbevelingen en trailers. Jongeren kijken vooral naar series en internetfilmpjes. Reden voor kijken audiovisuele content Ruim 1 op de 5 Nederlanders kijkt wel eens naar audiovisuele content via Netflix. Daarbij wordt Netflix vooral gebruikt voor het kijken naar series. Het merendeel van de Nederlanders kijkt voornamelijk ter ontspanning waarbij mannen vaker specifiek/heel gericht audiovisueel materiaal bekijken, terwijl vrouwen dit vaker ter ontspanning doen. 25% van de Nederlanders kijkt naar audiovisueel materiaal vanwege het sociale aspect of omdat het op een vast moment uitgezonden wordt (eveneens 25%). Naarmate men ouder wordt, kijkt men minder vaak uit verveling: slechts 7% van de 50-plussers kijkt uit verveling t.o.v. 38% 10-18-jarigen.
4 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
3. Impact van touchpoints 3.1
Informatie zoeken vs externe factoren
In de rondjes staat de wijze waarop men bij de bekeken content is uitgekomen. De paarse rondjes zijn externe factoren, die zijn niet direct door informatie te beïnvloeden. In de blauwe en rode rondjes staan factoren waarbij informatie is gezocht of gebruikt. Aanbevolen door bekenden: 5%
Andere website (geen gids/social media): 1% Social media: bericht (5%), info gezocht/ op tijdlijn (2%)
Aanbevolen door dienst/app: 1%
Uit gewoonte: 29% Fan van programma: 24%
Trailer: 2% Beïnvloedbaar: keuze volledig gebaseerd op informatie (27%)*
Aankondiging/ reclame: tv 5%, web 1%, radio 1%
Zappen: 7%
Externe factoren: keuze niet beïnvloed door informatie (61%)*
Meekijken: 5%
App van tvgids: 1% Website met tv-gids: 1% EPG: 2%
Krant: 3%
Papieren gids, tips, redactionele berichten: 5%
Browsen: 4%
* Percentages zijn gebaseerd op unieke respondenten. Als een respondent meerdere antwoorden heeft gegeven, telt hij hier maar eenmaal mee.
Informatie gezocht De volgende cijfers gaan over kijkers die informatie hebben gezocht/gebruikt voor het vinden van content (de blauwe en rode rondjes). In totaal zoekt 27% naar informatie. Daarvan wordt informatie gezocht over: • • • • • • •
Onderwerp (28%) Genre (18%) Verhaallijn (17%) Titel (16%) Beoordeling/aanbeveling (12%) Beeld/trailer/promo (11%) Tijdstip/duur (10%)
Als informatie wordt gezocht op social media: •
Facebook is dominant (77%)
Beoordelingen, recensies of aanbevelingen: 5 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
• • • • • •
Beoordeling van vrienden/kennissen (54%) Recensie in een tv-gids (35%) Recensie van een website (32%) Recensie in een krant (27%) Ratings op websites (bv. IMDb) (26%) Aanbeveling door de dienst/app (20%)
Externe factoren: respondenten zoeken soms toch nog naar aanvullende informatie De volgende cijfers gaan over kijkers die uit gewoonte, als fan, door te zappen, mee te kijken of browsen de content hebben gekeken. Bij 61% wordt de keuze, in eerste instantie, niet bepaald door informatie die ze gezocht hebben. Als men eenmaal kijkt, zoekt een meerderheid (90%) alsnog geen informatie. Als ze wel informatie zoeken tijdens het kijken, zoeken ze informatie over: • • •
Onderwerp (3%) Acteurs (3%) Beeld/trailer (0,4%)
Fans/gewoontekijkers kunnen best een aflevering missen (42%). Als ze wel actie ondernemen is dat opnemen (19%) of via uitzending-gemist-dienst (12%) kijken. 7% kijkt via een on-demand-/OTT dienst en hoeft dus niets te missen. Hoe ze ook zijn begonnen met kijken: • • •
Aanbeveling bekende (13%) Ergens gehoord/gezien/gelezen (13%) Beelden/trailer (10%)
Bij zappen is het onderwerp van de content bepalend (45%), gevolgd door beelden/setting en het genre. Meekijken gebeurt het vaakst met de partner.
3.2
Impact van content
Omdat het type content erg bepalend is voor de afgelegde weg naar de content, wordt per type content gekeken hoe het gedrag eruit ziet. Zo zie je dat ‘Series’ bijvoorbeeld het meest op Netflix worden gekeken, dat 58% bewust naar de zender/dienst gaat om die betreffende serie te bekijken en dat tips van bekenden een relatief grote rol spelen in het kiezen van de serie. Voor ‘Nieuws & actualiteiten’ is NPO 1 dominant, is 67% bewust naar de zender gegaan voor het nieuws en speelt ‘onderwerp’ een relatief grote rol bij het al dan niet gaan kijken. Vragen die speelden bij het onderwerp ‘content’ waren: • • • • •
Hoe is men bij de content uitgekomen Hoe is men ertoe gekomen om dit te gaan kijken Onderneemt men actie als een fan/gewoontekijker de content niet kan zien Via welke zender/dienst is de content gekeken Op welk apparaat is de content gekeken 6 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
• •
Welke keuze werd als eerste gemaakt: keuze voor content, zender/dienst of apparaat Welke informatie heeft men gezocht/gebruikt en wat was het belang van die informatie
In de rondjes staat de wijze waarop men bij de bekeken content is uitgekomen. De tekstwolken geven aan voor welk type content deze manier relatief vaak wordt gebruikt. Voorbeeld: de krant wordt relatief veel gebruikt voor informatie over documentaires, maar series en muziek worden relatief veel aanbevolen door bekenden. Series / muziek Nieuws & actualiteiten / soap / reality / tv-programma’s
Filmpjes op internet of social media Aanbevolen door bekenden: 5%
Andere website (geen gids/social media): 1% Social media: bericht (5%), info gezocht/op tijdlijn (2%)
Films / series
Aanbevolen door dienst/app: 1%
Aankondiging /reclame: tv 5%, web 1%, radio 1%
Kinderprogramma’s / documentaires / sport / muziek / tvprogramma’s
Zappen: 7%
Kinderprogramma’s / tv-programma’s / soap / sport
Meekijken: 5%
App van tvgids: 1%
Documentaires
Serie / soap / reality / tvprogramma’s
Fan van programma: 24%
Trailer: 2%
Tv: documentaires / / /
Uit gewoonte: 29%
Website met tv-gids: 1% EPG: 2% Krant: 3%
Papieren gids, tips, redactionele berichten: 5%
Browsen: 4%
Filmpje op internet of social media / muziek
Film / documentaires
Films Documentaires
3.3
Impact van leeftijd
Leeftijd bepaalt in grote mate wat wordt gekeken en hoe men daar terechtkomt. Net als bij de uitsplitsingen naar content levert de verdeling naar leeftijd interessante verschillen op tussen de jeugd, jongvolwassenen, volwassenen en ouderen. Zo kijkt de jeugd meer ter ontspanning (66%) en uit verveling (38%) en zijn Youtube en Popcorn Time de meest gebruikte platformen. Volwassenen kijken ook vooral ter ontspanning (74%,) maar kijken dan vaak op vaste momenten (29%). NPO 1 en RTL 4 zijn dominant. In de rondjes staat de wijze waarop men bij de bekeken content is uitgekomen. De tekstwolken geven aan door welke leeftijdsgroepen deze manier relatief vaak wordt gebruikt. Hierbij zijn de tekstwolken met jonge gebruikers groen gevuld en met oudere gebruikers blauw. Voorbeeld: de trailer wordt relatief veel gebruikt door jongeren, papieren informatie vooral door 50+. 7 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
Jongeren 19-29 en 10-18 Jongvolwassenen 19-29
Jongeren 19-29 en 10-18
Aanbevolen door bekenden: 5%
Andere website (geen gids/social media): 1% Social media: bericht (5%), info gezocht/op tijdlijn (2%)
Aanbevolen door dienst/app: 1%
Uit gewoonte: 29% Fan van programma: 24%
Trailer: 2% Tv: 30-49 en 50+
Niet door 50+
Aankondiging /reclame: tv 5%, web 1%, radio 1%
Meer naarmate men ouder is (vooral 50+)
Meer naarmate men jonger is (vooral 10-18)
Zappen: 7% 10-49 jaar (weinig onder 50+)
Meekijken: 5%
App van tvgids: 1% Website met tv-gids: 1% EPG: 2% Krant: 3%
Papieren gids, tips, redactionele berichten: 5%
Browsen: 4% Meer naarmate men jonger is (vooral 10-18)
Vooral Vooral50+ 50+
4. Kijken via bron 4.1
Bekijken via gratis en betaalde diensten
YouTube is de meest populaire gratis dienst voor het bekijken van audiovisueel materiaal. YouTube wordt frequenter gebruikt door mannen, en naarmate de leeftijd toeneemt, neemt de frequentie van het gebruik af. Daarna zijn het opnemen van een programma en NPO Uitzending Gemist de meestgebruikte gratis diensten voor het bekijken van audiovisueel materiaal. Het gebruik van de diensten verschilt sterk per leeftijdsgroep.
8 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
A2: Hoe vaak bekijkt u audiovisueel materiaal via onderstaande diensten of bronnen?
Basis n= 1004
Ruim 1 op de 5 Nederlanders kijkt wel eens naar audiovisueel materiaal via Netflix. Bijna 20% kijkt wel eens via een betaalde dienst van ZIGGO (on Demand/myPrime). Netflix heeft de hoogste potentie (8%), gevolgd door HBO (6%). iTunes wordt vooral gebruikt door 10-18-jarigen. Netflix vooral door de groep 18-49 jaar en Ziggo MyPrime vooral door 50+. A2: Hoe vaak bekijkt u audiovisueel materiaal via onderstaande diensten of bronnen?
Basis n= 1004
9 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
4.2
Kijken via social media
Facebook en Whatsapp worden het meest gebruikt voor het bekijken van audiovisueel materiaal. Snapchat en Instagram worden vaker dagelijks gebruikt door vrouwen om audiovisueel materiaal te bekijken. Ze zijn ook vooral populair onder 10-18-jarigen en in iets mindere mate onder 19-29jarigen. A2: Hoe vaak bekijkt u audiovisueel materiaal via onderstaande diensten of bronnen?
Basis n= 1004
5. Voorkeur media en devices 5.1
Voorkeur media voor bekijken av-content
Reguliere televisie wordt het vaakst gebruikt om audiovisueel materiaal te bekijken en heeft de voorkeur bij meer dan de helft van de kijkers. Reguliere tv heeft in alle leeftijdsgroepen het vaakst de voorkeur. De leeftijd 10-18 heeft daarna de meeste voorkeur voor websites voor video’s; 19-29 voor gemist-websites/apps en 30+ voor zelf opgenomen programma’s. Vrouwen kijken vaker via abonneediensten en mannen via videowebsites. Hoogopgeleiden prefereren abonneediensten/zenders, vaker dan laagopgeleiden.
10 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
A4b: Welke van deze gebruikt u het meest om iets te kijken? A4c: En wat heeft uw voorkeur?
reguliere televisie
57%
zelf opgenomen programma’s
28%
11%
‘gemist’ websites of apps
23%
3%
websites voor video’s
7%
DVD’s
4%
abonnee diensten of zenders
6%
geen voorkeur
4% 0%
Toelichting bij de vragenlijst: • Via reguliere televisie (volgens een vast uitzendschema) • Via ‘gemist’ websites of apps (bv. uitzending gemist, RTL XL) • Via abonneediensten of -zenders (bv. Netflix, HBO, On-demanddiensten) • Via websites voor video’s (bv. Youtube, Dumpert, Vimeo etc.) • Via social media of chat-apps (bv. Facebook, Whatsapp) • Dvd’s (in bezit of gehuurd/geleend) • Zelf opgenomen programma’s
27%
8%
social media of chat apps
80%
19% 16%
15%
Meest gebruikt Voorkeur
25%
50%
75%
100%
Basis n= 1004
5.2
Voorkeur devices voor bekijken av-content
Digitale televisie met ontvanger/decoder is het meestgebruikte apparaat voor het bekijken van audiovisueel materiaal, gevolgd door de laptop. 50-plussers kijken minder vaak via de laptop of via smartphone. A3a: Welk apparaat of welke apparaten gebruikt u wel eens voor het bekijken van audiovisueel materiaal ? A3b: Welk apparaat gebruikt u het meest? En welke daarna? (top 3) Basis n= 1004
11 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
1
2
3
39%
11%
6%
15%
17%
13%
11%
16%
14%
10%
17%
13%
10%
13%
9%
10%
7%
3%
1%
3%
2%
1%
0%
2%
2%
1%
0%
6. Van B naar A: het oriëntatieproces 6.1
Reden kijken audiovisueel materiaal
Het merendeel kijkt voornamelijk naar audiovisueel materiaal ter ontspanning. Mannen kijken vaker specifiek/heel gericht audiovisueel materiaal, terwijl vrouwen vaker kijken ter ontspanning. Naarmate men ouder wordt, kijkt men minder vaak uit verveling; slechts 7% van de 50-plussers kijkt uit verveling t.o.v. 38% 10-18-jarigen. A4a: Waarom kijkt u vooral audiovisueel materiaal?
Basis n= 1004
6.2
Oriëntatiegedrag audiovisueel materiaal
Bijna de helft van de kijkers van audiovisueel materiaal is vaste kijker. Bijna een kwart oriënteert zich via de elektronische programmagids en 20% via een papieren tv-gids. Bij vrouwen spelen de factoren ‘meekijken’, ‘vaste kijker zijn’, ‘tips/aanbevelingen’ en ‘aankondigingen vooraf’ vaker een rol, terwijl bij mannen de krant, elektronische programmagids of informatie op andere website vaker een rol spelen.
A5: Als u op zoek bent om iets te kijken, hoe komt u dan tot een keuze? Wat speelt daarbij een rol? A6: En wat bepaalt het sterkst welk audiovisueel materiaal u gaat kijken?
12 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
Basis n= 1004
6.3
Invloed type informatie op keuzeproces
Het onderwerp en het genre zijn het belangrijkst bij de zoektocht naar informatie over audiovisueel materiaal. Trailers zijn voor 1 op de 3 jongeren (10-29 jaar) van belang. 30-plussers hechten hier veel minder waarde aan (14% t.o.v. 35%). Beoordelingen, recensies of aanbevelingen hebben meer invloed op hoogopgeleiden dan op midden- of laagopgeleiden. Als men informatie zoekt over audiovisueel materiaal, zoekt 50% informatie over het onderwerp. Voor 26% is dit de belangrijkste informatie voor het maken van een keuze om dit materiaal wel/niet te gaan kijken. Voor 13% komt het onderwerp op de tweede plek (en is iets anders dus belangrijker).
13 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
A7: Wanneer u op zoek gaat naar informatie over audiovisueel materiaal , wat voor informatie neemt u mee bij uw daadwerkelijke keuze? A8: Kunt u aangeven wat voor u het belangrijkst is?
Basis n= 1004
6.4
Reden kijken naar zender/dienst/bron
Kijkers van audiovisueel materiaal is tweemaal gevraagd of zij een voorbeeld konden geven van recentelijk bekeken materiaal. Nieuws/actualiteiten en series werden het vaakst genoemd. Mannen gaven vaker aan muziek, sport of een filmpje op internet te hebben gekeken, terwijl vrouwen vaker series, soaps of realityshows recentelijk hebben gezien. Jeugd (10 t/m 18 jaar) keek relatief vaak naar muziek of filmpjes op internet, en filmpjes op social media gaan vooral over onbekenden. Nieuws en actualiteiten worden meer gekeken naarmate men ouder is, series juist meer naarmate men jonger is.
14 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
B3a. Waarom heeft u iets gekeken op deze zender/dienst/overige bron, hoe bent u daar terechtgekomen?
Basis n= 1551
7. Wat gehoord/gezien/gelezen en van belang? Naast de verschillende redenen die een respondent kan hebben om voor av-content te kiezen, is het interessant welke elementen de meeste invloed hadden op de keuze. Zo zijn onderwerp, genre en verhaallijn elementen die het meest zijn gehoord/gezien/gelezen en spraken deze ook het meeste aan. C4a. Welke informatie heeft u gehoord, gezien of gelezen over het materiaal? C4b. En wat sprak u het meest aan in deze informatie, wat vond u belangrijk om te weten?
Gehoord/gezien/gelezen n=638 Belangrijk n=500 15 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
8. Bronnen social media Facebook is veruit de grootste trigger voor het bekijken van filmpjes via social media. In de meeste gevallen gaat het om een video of tekst die geplaatst is door een vriend/bekende. C6a. Waar op social media kwam dit bericht voorbij of op welk social media-platform heeft u de informatie gezocht?
C6c. Wat voor bericht(en) kwam(en) er voorbij op social media?
Heeft informatie gezien/gezocht op social media n= 109 16 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
Conclusies • • •
•
•
•
27% van het kijkgedrag is gebaseerd op informatie Men kijkt vooral ter ontspanning Als het gedrag gebaseerd is op externe factoren (61%), speelt informatie ook daar een rol. Men zoekt nog informatie tijdens het kijken of men is ooit gaan kijken door informatie te zien. Onderwerp en genre worden het meest geraadpleegd bij de keuze van av-content. Andere bronnen (aankondiging/reclame op tv, bericht op social media en aanbevelingen) hebben wel een vergelijkbare impact op de route naar het programma, maar zijn minder of zelfs niet te sturen. Het type content is erg bepalend voor het oriëntatieproces. Bij films, series en documentaires wordt vaker informatie gezocht, terwijl nieuws & actualiteiten, soaps, realityen tv-programma’s meer uit gewoonte worden gekeken. Hierbij wordt slechts af en toe nog informatie gezocht, maar dat speelt een kleine rol. Leeftijd is van invloed op het oriëntatieproces. Ouderen raadplegen vaker een tv-gids, een krant of hebben een aankondiging of reclame op tv gezien. Jongeren laten zich meer inspireren door social media, aanbevelingen en trailers. Deze leeftijdsverschillen hangen deels samen met de kijkpatronen (ouderen kijken meer documentaires en daarvoor is informatie belangrijker), maar zijn ook wel echt leeftijdgebonden.
17 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016
9. Verantwoording Het Bindinc. Kenniscentrum (BKC) is een initiatief van Bindinc., uitgeverij van Avrobode, KRO Magazine, NCRV-gids, Mikro Gids, Televizier, TVFilm, De Verwondering, K&C en TVGids.nl en verstrekker van programma-informatie voor uitgevers, telecom- en kabelbedrijven en omroepen. Het BKC verricht onafhankelijk en objectief onderzoek naar consumentengedrag van families en 50plussers. Naast de diverse onderzoeken die gedaan zijn onder gezinnen, waar de doelgroepen vaders, moeders en kinderen centraal staan, komen ook de 50-plussers aan bod. Het BKC wil met gedegen onderzoek ook alles over deze koopkrachtige (doel)groep weten. De resultaten uit de onderzoeken worden vertaald naar relevante inzichten die het BKC graag met u deelt. Het BKC werkt nauw samen met gerenommeerde en onafhankelijke onderzoeksbureaus. Heeft u interesse in meer onderzoeksresultaten of in een presentatie op locatie? Neem dan contact op met Stephanie Verwijs van het Bindinc. Kenniscentrum. E-mail:
[email protected] | Telefoon: 035 672 6932 | www.bindinc.nl/kenniscentrum
© Niets uit deze whitepaper mag worden gekopieerd of verveelvoudigd, online of offline, uitsluitend met toestemming van Bindinc. Programma Data Services of het Bindinc. Kenniscentrum.
18 © Bindinc. Kenniscentrum, 2016