Legionellahaarden:
Illustratie: Maarten de Vries
Zo maakt u een beheersplan De eigenaar/beheerder is verantwoordelijk voor de deugdelijkheid van het leidingwater dat hij beschikbaar stelt. Voor prioritaire installaties moet hij een risicoanalyse en beheersplan opstellen. Als basis hiervoor geldt het Drinkwaterbesluit. Een brl 6010-gecertificeerde installateur of adviseur stelt volgens wettelijke regels een risicoanalyse op. Op basis daarvan volgen correctieve maatregelen en een beheersplan. Er zijn twee soorten risicoanalyse: een beperkte en een uitgebreide. Een beperkte analyse is voldoende als er geen aërosolen vrijkomen, een inventarisatie van de tappunten is voldoende. Bij een uitgebreide risicoanalyse moet de hele waterinstallatie worden gecontroleerd. De beheerder brengt dan alle risico's op legionella in kaart. In het beheersplan wordt de uitvoering van noodzakelijke periodieke maatregelen beschreven om de installatie veilig te houden. Een voorbeeld van een maatregel is het doorspoelen van de leidingen met water dat warmer is dan 60 °C. De eigenaar legt alle uitgevoerde maatregelen vast in een logboek dat aan de controleur of handhaver moet kunnen worden getoond.
1. Koeltorens Het risico zit hier in de aërosolen die vrijkomen en die over een lange afstand worden getransporteerd.
1
Meer informatie over certificatie overeenkomstig brl 6010, 'Legionellapreventie-advisering voor collectieve leidingwaterinstallaties’, is te vinden op www.kvinl.nl.
2. Proceswater Water dat in bedrijven wordt gebruikt. Voorbeelden zijn de autowasstraat, verneveling van water in fabrieken en de ruitensproeier van de auto.
18
Juli/Augustus '15
2
Thema: Legionella
waar zitten ze? 6
6. Overig Let op! Er zijn ook nog onbekende bronnen van legionella. Zaak is alert te blijven op besmetting
3. Aërosolvormende tappunten Dit zijn tappunten waarmee – al dan niet tijdelijk – water kan worden gesproeid of verneveld, zoals de douchekop, keukensproeikop en tuinslang.
3
4. Water gebruikt uit de leidingwaterinstallatie Denk aan de whirlpool, airco, luchtbevochtiger en de hogedrukspuit.
4
5. Openbare ruimte Water in openbare ruimtes, zoals fonteinen, sloten en potgrond.
5 Juli/Augustus '15
19
Meten en monitoren; alles in eigen hand houden Het komt steeds vaker voor: gebruikers die hun warmtepomp- en aanverwante systemen zelf meten en monitoren. Voor de een is het een uit de hand gelopen hobby, de ander wil echt het onderste uit de kan halen als het gaat om energiebesparing en rendement. Onderhuids speelt ook vaak dat ze zich genoodzaakt voelen, omdat installateurs en adviseurs blijk geven maar weinig praktische kennis van deze systemen in huis te hebben. Drie gebruikers laten zien wat meten en monitoren hen oplevert. Als ervaringsdeskundigen doen ze zeker niet onder voor een installatieadviseur.
W
Tekst: Astrid Zoumpoulis-Verbraeken, freelance journaliste Fotografie: industrie
illem Boeke liet in 2012 zijn huis bouwen en investeerde daarbij ongeveer 10 procent van de bouwsom in installatietechniek. Er kwamen twee Ochsner-warmtepompen: een grondgebonden gmsw 15 Plus voor ultra-lagetemperatuurvloerverwarming, en een iwp-luchtwarmtepomp voor warm tapwater. De laatste werkt volledig op de restwarmte van de andere installatiesystemen. De grondgebonden warmtepomp onttrekt zijn warmte aan een horizontaal bronveld dat in de zomer voor passieve koeling zorgt. Daarnaast is er een systeem toegepast van vloerverwarming en ventilatie via een hollebodemconstructie van ClimaLevel. Zonnepanelen zorgen voor de benodigde stroom. De woning van Willem Boeke in Hardenberg is volledig energieneutraal. Bij de bouw van de woning was de kwaliteit van het binnenklimaat een belangrijk uitgangspunt. Het ventilatieniveau in de woning ligt door alle maatregelen ver boven de vereisten van het Bouwbesluit, maar toch haalde de woning ook de epc-norm voor nieuwbouw. ‘Het ClimaLevel-systeem gaf een epc-verlaging van 0,16. Zo bewezen we dat
je en een energiezuinig gebouw kunt hebben én een perfect binnenklimaat, alles binnen de wettelijke eisen. Ventilatie schiet vaak tekort en dat is een serieus gezondheidsprobleem. En als bij de oplevering al aan het Bouwbesluit wordt voldaan, gaat het daarna wel mis.’ En vaak is het zelfs bij de oplevering al niet in orde. Dat wilde de eigenaar van de nieuwe woning koste wat kost voorkomen.
Optimalisatie Boeke is van oorsprong farmaceutisch technoloog, nu doet hij ook advieswerk op het gebied van klimaatsystemen. Het meten en monitoren van de systemen in zijn woning vindt hij niet meer dan logisch. Dat doet hij sinds 2013. Boeke: ‘Bijna iedereen weet hoe zuinig zijn of haar auto rijdt, maar het energiegebruik in de eigen woning, ho maar. Monitoren en meten van het gedrag van een eigentijds energiesysteem is niet alleen leuk, het geeft ook inzicht. Het leidt tot optimalisatie en tot validatie van het oorspronkelijke ontwerp.’ ‘Een warmtepomp doet lang niet altijd wat de prospectus zegt. Dat komt omdat het rendement niet
Door optimalisaties haalt Boeke nu, in het tweede seizoen, cop-waarden tussen 7,3 en 8,8 voor de Ochsner- warmtepomp. Dat is bijna 20 procent beter dan op basis van de documentatie van de fabrikant was te verwachten.
36
Oktober '15
Techniek
alleen van de warmtepomp zelf afhangt, maar ook van de bron, het afgiftesysteem, de afstelling van de regeling en nog veel meer. Pas als aan alle voorwaarden is voldaan, kan een warmtepomp zijn beloftes waarmaken.’
Cyclustijd Boeke meet de stroomafname, de teruglevering aan het net, de opgewekte stroom via zon en wind, de afgegeven warmte door de warmtepomp, graaddagen, de brontemperatuur en het energieverlies door de woning. Hij monitort zijn systeem met een Davis Vantage Pro2-weerstation, een Plugwise-registratie van energiegebruikers en de Ochsner-warmtepompserver Web2com. De investering daarin bedroeg zo’n 1.350 euro. Nu nog registreert hij de waarden in een Excel-sheet, maar samen met Domoticx uit Deventer werkt Boeke aan een online widget die alles geautomatiseerd in beeld gaat brengen. ‘Na één seizoen meten bleek dat de cop-waarden nog niet optimaal waren: ze fluctueerden tussen de 3,5 en 5,0. Toen hebben we de cyclustijd van de warmtepomp verlengd. Maar ook weer niet zover dat de afgegeven temperatuur te hoog werd en zo het rendement weer zou teruglopen. Door de pomp langer te laten draaien en langere pauzes aan te laten houden, veroudert het toestel minder snel, en bovendien verbruikt de compressor minder start/ stop-elektriciteit.’ Door deze en andere optimalisaties haalt Boeke nu, in het tweede seizoen, cop-waarden tussen 7,3 en 8,8 voor de Ochsner-warmtepomp. Dat is bijna 20 procent beter dan op basis van de documentatie van de fabrikant was te verwachten. Boeke schrijft dit toe aan het dubbelzijdige werkingseffect van de ClimaLevel-vloerverwarming. ‘Maar ook de relatie met de brontemperatuur speelt een rol: hoe hoger, hoe beter de cop.’ Alleen door te monitoren, kom je tot inzicht en optimalisatie, meent Boeke. De nodige veranderingen in het systeem laat hij over aan een installateur. ‘Ik ga niet zelf aan de knoppen draaien. Ik geef aan wat ik veranderd wil zien, de installateur voert dat uit.’ Energieverliesberekening Het meten van energiestromen leverde Boeke ook een bevestiging van de in het ontwerp opgestelde energieverliesberekening. Voor de villa van 1.100 m3 met een niet-bovenmatige Rc-waarde van 4,5 m2K/W was het energieverlies bepaald op 42 MJ per graaddag. ‘En dat is vrijwel exact het energieverlies wat we dankzij de monitoring in de winter konden vaststellen’, concludeert hij.
Willem Boeke investeerde ongeveer 10 procent van de bouwsom in installatietechniek. Er kwamen twee Ochsner-warmtepompen: een grondgebonden gmsw 15 Plus voor ultra-lagetemperatuurvloerverwarming, en een iwp-lucht-warmtepomp voor warm tapwater.
Het totale energiegebruik van de woning lijkt op het eerste gezicht fors, rond de 16.000 kWh/a. Daarvan komt slechts 4.000 kWh op het conto van de verwarming. ‘Omgerekend naar gas zou dat voor een verbruik van 1.000 m³ staan. Voor een woning van 1.100 m³ is dat een mooie prestatie.’ De rest van het stroomverbruik komt van ‘luxe’ voorzieningen, zoals de stoombevochtiging, de extra ventilatie en verschillende andere verbruikers. Die 16.000 kWh wordt overigens geheel opgewekt door zonnepanelen en ‘winddelen’. ‘We participeren in een coöperatie die een windmolen exploiteert. Als mede-eigenaar wordt ons deel in de stroomproductie direct met de energienota verrekend.’
Belangstellenden Boeke stelt zijn woning open voor belangstellenden die meer willen weten over klimaatsystemen en het monitoren daarvan. ‘Niet iedereen kan daarin zo ver gaan als ik dat doe. Het monitoren en optimaliseren vergt wel enige kennis van thermodynamica en interesse voor het onderwerp. Wat ik mensen vooral wil laten zien is de onderlinge afhankelijkheid van enerzijds een gezond binnenklimaat en anderzijds energiebesparing of duurzaamheid.’ Verder wil hij hier met harde bewijzen uit de meetsystemen aantonen dat warmtepompen heel goed kunnen werken als ze goed zijn aangelegd en slim zijn ingeregeld. De perceptie van warmtepompen in de markt is door slechte ervaringen niet altijd even positief. ‘Die negatieve bijsmaak maakt mensen angstig. Hier kunnen we concreet laten zien wat een warmtepomp kan en dat ook valideren.’ <
'Net zo logisch als weten hoe zuinig je auto rijdt'
Oktober '15
37
Thema: Sanitaire technieken
Tien tips bij hemelwateroverlast Hemelwater kan naast overlast ook veel schade opleveren, zowel in woningen als bedrijfspanden. Via de regenpijp kan water, bij verstopping van de gezamenlijke riolering in de kelder of kruipruimte, de grond of het openbaar riool lopen. En bij het ontbreken van een ontlastvoorziening kan water rechtstreeks of via lozingstoestellen, zoals een closetpot, in de woning of het bedrijfspand stromen. K&S zet tien tips op een rij om schade zo veel mogelijk te voorkomen.
1
Plaats een ontlastvoorziening Afhankelijk van het rioleringssysteem kan de ontlastvoorziening bestaan uit een bladscheider die laag in de regenpijp aan de gevel moet worden geplaatst. Een andere mogelijkheid is het plaatsen van een putje in het maaiveld in de aansluiting op de buitenriolering.
2
Koppel het straatriool af Voer het hemelwater af naar een aan de tuin grenzende sloot of breng een infiltratievoorziening aan in de tuin.
3
Zorg voor goed onderhoud Zorg ervoor dat daken, dakafvoeren, dakgoten, regenpijpen, ontlastvoorzieningen, bladscheiders, ontstoppings- en inspectiestukken, terugstuwbeveiliging, pompinstallatie en noodafvoer(en) periodiek worden schoongemaakt en onderhouden.
4
Zorg voor een goede be- en ontluchting Een borrelend geluid kan duiden op een slechte be- en ontluchting. Controleer in dat geval de afvoer en pas zonodig de be/ontluchting aan.
5
Controleer foutaansluitingen Controleer op 'foutaansluitingen'. Zorg voor een scheiding van hemelwater- en vuilwaterinstallatie in en buiten het gebouw en een correcte aansluiting op het straatriool
6
Controleer noodafvoeren Controleer of er – waar nodig – noodafvoeren aanwezig zijn en of de capaciteit van de noodafvoeren voldoende is om de hedendaagse extreme buien aan te kunnen ter voorkoming van het instorten van platte daken.
7
Controleer zettingsstukken Controleer regelmatig de conditie van de zettingstukken in de aansluitingen van de gebouwrioleringsleidingen op de buitenriolering.
8
Leg minder tegels in de tuin Een bestrate tuin geeft het overtollig water minder kans om weg te zakken in de tuin.
9
Laat de tuin aflopen Zorg ervoor dat de tuin van de gevel afloopt en niet naar het naastgelegen pand.
10
Zaag de regenpijp door Als de hierboven beschreven preventieve maatregelen niet voldoende blijken bij een extreme bui waarbij hemelwater via de regenpijp aan de gevel naar binnen stroomt, beperk dan de schade in het pand door buiten laag bij de grond de regenpijp door te zagen.
Oktober '15
17
Kraakt nieuw gas de ketel?
1
Nederland is jarenlang 'verwend' geweest met stabiel kwaliteitsgas van eigen bodem. Nu onze voorraden opraken gaan we langzaam over op ander gas. Rond 2022 verandert de samenstelling van het 'huishoudelijke', laagcalorische gas al licht. Na 2030 gaat er vrijwel zeker hoogcalorisch gas door de leidingen stromen. Nieuwe gastoestellen moeten daar vanaf 2017 op zijn voorbereid. De installateur krijgt in de handleidingen instructies over de nodige afstellingen voor een juiste werking.
2
Tekst: Astrid Zoumpoulis-Verbraeken Fotografie: Industrie
S
inds de vondst van het gasveld in Slochteren, in de jaren zestig, is het laagcalorische gas uit Groningen de norm in Nederland. We hebben er onze landelijke gasspecificaties op vastgesteld en veel gastoestellen zijn er specifiek voor ontwikkeld. Alleen enkele grote industriële bedrijven werken met hoogcalorisch gas. Nederland was wat dat betreft een eiland binnen Europa, waar bijna overal hoogcalorisch gas de standaard is. Ons eigen gas raakt op, dus moeten we geleidelijk meer hoogcalorisch gas uit het buitenland halen. Voor de huishoudens mengen we dat nu nog terug naar laagcalorisch gas, maar over ongeveer zeven jaar wordt de verbrandingswaarde al wat hoger. En in de toekomst zullen we over moeten op volledig hoogcalorisch gas. Er waren dus nieuwe normen nodig, nieuwe specificaties en begrenzingen voor de samenstelling van gas. Ten eerste om de aanvoer van gas in de toekomst veilig te stellen,
want geen enkel exporterend land heeft gas dat aan de huidige specificaties voldoet. Maar ook om de veiligheid te garanderen bij een grotere variatie in gas. Die normen zijn er nu. De normen voor het nieuwe Ggas (laagcalorisch gas met een veranderde samenstelling, ook wel G+-gas of K-gas genoemd) treden op zijn vroegst in 2022 in werking, als het nieuwe gas het leidingnet in mag. Daarna volgt een overgangsperiode van minimaal elf jaar voor de omschakeling naar H-gas (hoogcalorisch gas).
Grootschalige vervanging niet nodig Een aardverschuiving, zoals die in de jaren zestig bij de overgang van stadsgas naar aardgas, zal het niet worden deze keer. De vondst van de gasbel in Slochteren had niemand kunnen voorspellen en dus moest het hele leidingennet en alle toestellen plotsklaps in een grootschalige operatie worden omgebouwd. De veranderingen die nu op stapel staan, zijn al lang en breed
Tips bij de overgang op nieuw gas Om de verbranding te controleren, meten installateurs nu op CO en CO₂. Het CO₂gehalte geeft aan of de ketel in de juiste verhoudingen brandt voor het beoogde rendement. Als het nieuwe gas straks 10 procent CO₂ bevat, is CO₂ niet meer te gebruiken als maatstaf voor de juiste instellingen van het toestel. Dan zal de installateur op zuurstof moeten gaan meten, dit geeft bij gassen die CO₂ bevatten ook een nauwkeurig resultaat. Belangrijk is om te controleren of de brander niet te warm wordt bij de verandering van de gassamenstelling. Bij een hoge verbrandingssnelheid gaat de vlam immers dichter op de brander branden.
22
Januari '16
Aandachtspunten bij het voorbereiden van de ketel op een verandering van de gassamenstelling. 1
Meten van het gas/luchtmengsel in de rookgasafvoer.
2
Aanpassen van instellingen van het gas/luchtmengsel.
3
Demonteren branderblok en bijstellen als het zuurstofgehalte in de rookgassen daartoe aanleiding geeft.
4
Controle of brander niet te warm wordt als gevolg van hogere verbrandingssnelheid door verandering gassamenstelling.
5
Instellen van het toerental van de ventilator.
6
Aanpassen van de instellingen van de elektronica.
VSK 2016
3
4
6 5
Januari '16
23
VSK 2016 Wat verandert er nu precies? De Regeling Gaskwaliteit van het ministerie van Economische Zaken legt nieuwe specificaties vast voor de samenstelling van G-gas (laagcalorisch gas) en H-gas (hoogcalorisch gas). Bij H-gas is de verandering al in oktober 2014 ingegaan en dit heeft invloed gehad op ongeveer tachtig grootindustriële bedrijven die dat gas gebruiken. Voor G-gas gaan de veranderingen pas op zijn vroegst in 2022 in, omdat de veranderde samenstelling van invloed is op de gastoestellen van vrijwel alle huishoudens in Nederland. De belangrijkste veranderingen op een rijtje: • De bandbreedte van de Wobbe-index (mate van verbranding) wordt verruimd van 43,46 – 44,41 MJ/m³ nu naar 43,46 – 45,3 MJ/m³ na 2022. De bandbreedte wordt dus bijna twee keer zo ruim en de bovengrens komt 3 procent hoger te liggen. Het houdt in dat de verbrandingseigenschappen van het gas meer kunnen gaan variëren. De kwaliteit van het nieuwe gas wordt niet beter of minder, alleen minder constant. • Het gehalte hogere koolwaterstoffen mag nu niet hoger zijn dan 5 procent propaanequivalent. Straks wordt dat maximaal 8,1 procent. • Het toegestane zwavelgehalte gaat omhoog. • Het maximale aandeel CO₂ gaat omhoog naar 10,5 procent.
bekend en dus kunnen we ons er langzaam op voorbereiden. De omschakeling moet zelfs zo geleidelijk gaan dat de consument er in principe niets van merkt. Door de lange transitieperiode zullen de meeste huishoudens inmiddels al over een voorbereid toestel beschikken tegen de tijd dat het nieuwe gas gaat vloeien. Leveranciers van cv-toestellen zijn er al klaar voor, geven ze aan. Hoewel ze officieel pas vanaf 2017 verplicht zijn nieuwe toestellen te leveren die geschikt zijn voor het nieuwe gas, zijn al hun moderne hr-toestellen dat nu al. Sander Rutten van Vaillant: 'Mechanisch verandert er namelijk niets. Het feit dat we onze toestellen ook leveren aan landen die andere gassoorten gebruiken, maakt dat er slechts wat kleine veranderingen in de instellingen nodig zijn om de werking te optimaliseren voor het specifieke gassoort. Vanaf 2017 staat op het typeplaatje en in de handleiding van onze ketels dat het toestel geschikt is voor G+-gas. In de handleiding staat beschreven welke instellingen daarvoor gewenst zijn.' 'Voor de installateur verandert er weinig', vervolgt Rutten. 'Een grootschalige vervangingsoperatie van ketels is niet nodig, dat gaat geleidelijk bij de vervanging van oude ketels. Hr-ketels van voor 2017 die tegen die tijd nog in gebruik zijn, kunnen bij een onderhoudsbeurt met wat simpele afstellingen, geschikt worden gemaakt. Vanaf het moment dat het nieuwe gas er daadwerkelijk is, stellen we de toestellen af-fabriek in op het G+-gas.' Chris Hertgers, hoofd Certificering bij Vaillant voegt daaraan toe: 'De installateur kan voorafgaand aan de overgang, bij
24
Januari '16
onderhoud het toerental en de instellingen voor het gasluchtmensgel al aanpassen. Bij een 3 procent hogere verbrandingswaarde komt er 3 procent meer energie vrij bij verbranding. Het is dus raadzaam de hoeveelheid ingaand gas naar beneden bij te stellen. Die 3 procent valt echter nog steeds ruim binnen de veiligheidsmarge die we als ketelfabrikanten aanhouden. Dus mocht de installateur vergeten om de instellingen te wijzigen, dan kunnen onze ketels die bandbreedte sowieso nog altijd aan.'
Omschakeling H-gas ingrijpender Ook bij Remeha is er allerminst paniek te bespeuren. Alle gastoestellen zijn al gekeurd op de nieuwe gaskwaliteit en daar geschikt voor bevonden. Ton van Maaren van Remeha: 'Het is voor installateurs puur een kwestie van zuurstof in de rookgassen meten en het gasblok waar nodig iets bijstellen. Dan is de ketel geschikt. Installateurs moeten ook nu soms ketels afstellen
Over zeven jaar moet Nederland over op hoogcalorisch gas op andere gassoorten, zoals propaan, dus voor hen is dat niets nieuws.' 'Ook wanneer we H-gas gaan gebruiken is het puur een kwestie van afstellingen, maar die zijn wel cruciaal. Als je een ketel die is ingesteld op G-gas ineens met H-gas gaat voeden, raakt die overbelast en functioneert die niet goed meer. Want hoogcalorisch gas heeft minder gas nodig voor hetzelfde
verbrandingsresultaat. De overgang naar H-gas zal dus stap-voor-stap moeten gaan, vergelijkbaar met de overgang van stadsgas naar aardgas in de jaren zestig. Daarbij pasten ze wijk voor wijk de ketels aan.'
H-gas ready Henk Wierenga van Nefit/Bosch: 'Per kubieke meter heeft laagcalorisch gas minder 'warmte-inhoud' dan hoogcalorisch gas. Bij de overgang op H-gas kan de huidige generatie toestellen zonder aanpassingen startproblemen krijgen, oververhit raken of zelfs giftig gaan branden. Daarom zijn aanpassingen nodig, zoals de gasinspuiters, de branders, de instellingen van het gasblok of de elektronica. Als het gaat om gietijzeren vren hr-ketels, geisers, gasmotoren, sfeerhaarden en dergelijke, zal de oudere generatie bij overgang naar H-gas deels vervangen moeten worden. Zeker als de toestellen vijftien jaar of ouder zijn en er geen onderdelen meer leverbaar zijn. Voor onze eigen toestellen geldt dat de types die nu worden ontwikkeld, allemaal H-gas-ready zijn.'
Adaptieve toestellen De volledige overgang op H-gas vindt rond 2033 plaats. Voorlopig zijn er geen plannen om de normen voor H-gas bij te stellen. Die zijn in 2014 al eens aangepast, maar afhankelijk van de ervaringen met het nieuwe H-gas en de beschikbaarheid van H-gas met de huidige samenstelling tegen het jaar 2033, is het niet uitgesloten dat dit op een later tijdstip nog wel gaat gebeuren. Leveranciers van gastoestellen houden juist daar hun hart voor vast. René Megens van Itho Daalderop: 'Toestellen met voorgemengde branders kunnen probleemloos functioneren op zowel G+-gas als op H-gas. Maar dan wel met het H-gas van de samenstelling die het nu heeft. Als tegen de tijd van de overschakeling op H-gas, de samenstelling of de bandbreedte weer anders is, verandert de situatie. Bijvoorbeeld als er meer zwavel in het gas zit of de Wobbeindex is weer verbreed. Kunnen we dan nog een goede verbranding en een goed rendement waarborgen? Wat is het effect op emissies en levensduur? Buiten de huidige grenzen hebben we geen ervaringen, dus kun je als leverancier in zo'n geval niet instaan voor de veiligheid, het rendement en de levensduur van je product. Hoogstwaarschijnlijk zullen toestellen dan opnieuw gekeurd en eventueel aangepast moeten worden. Als de bandbreedte te groot wordt, is dat alleen nog op te lossen door adaptieve toestellen te bouwen die zich automatisch aanpassen aan de geleverde gaskwaliteit.' <
Innovaties
Brandkleppen in nog meer variaties Brandkleppen worden toegepast in ventilatiekanalen en voorkomen tijdens een brand de verspreiding van vuur tussen de verschillende brandcompartimenten. Onder normale bedrijfsomstandigheden is de brandklep geopend, maar tijdens een brand sluiten de brandkleppen automatisch zodat de brandcompartimenten gescheiden worden. Door het gebruik van uitzettend materiaal wordt het compartiment afgedicht tegen het binnendringen van vuur en rook. De succesvolle serie ronde brandkleppen van Systemair is uitgebreid. De pkir is vanaf nu leverbaar met een diameter van 100 – 1.000 mm, tot voor kort was dit enkel van 450 – 630 mm. Dat betekent een aanzienlijke uitbreiding van de serie. Alle ronde brandkleppen, zowel de standaard pkir als de nieuwe generatie pkir 3G zijn verkrijgbaar met luchtdichtheidsklasse 3C (volgens en-1751). Uiteraard zijn de Systemair-brandkleppen gecertificeerd volgens de internationale normen (en 1366-2 en geclassificeerd volgens en 13501-3:2005). i Systemair, www.systemair.nl, tel. 0341 43 91 34
Slimme klimaatthermostaat
Bedieningsplaatconfigurator Zou die bedieningsplaat ook mooi staan in mijn badkamer? Deze vraag wordt regelmatig aan badkamerontwerpers gesteld en kan nu in vijf muisklikken worden beantwoord. Met de bedieningsplaatconfigurator, een nieuwe online tool van Viega, kunnen functionaliteit, materiaal, kleur en design in een paar stappen worden geselecteerd. Nog één klik op de muis en ook een passend voorwandelement wordt getoond. Ook hier kan met filtercriteria rekening worden gehouden: droogbouw, front- of planchetbediening of speciale wensen, zoals een in hoogte verstelbaar keramiek of geschikt voor douchewc's. Voor de installateur biedt de tool als voordeel dat, na de keuze voor een bedieningsplaat, de materiaallijst direct wordt aangemaakt. Deze kan vervolgens worden gebruikt voor het plaatsen van de bestelling. In de tussentijd kan de consument het resultaat bekijken en wordt hij geholpen bij het maken van zijn keuze. Zelfs het uploaden van een eigen digitale foto van een eigen achtergrond kan eenvoudig met een 'drag&drop'-functie worden uitgevoerd. De bedieningsplatenconfigurator is geschikt voor pc, notebook en tablet. i Viega, www.viega.nl, tel. 035 538 04 42
56
Januari '16
spIDer is de slimme klimaat thermostaat van Itho Daalderop die zorgt voor een gezonde en comfortabele woning. De gebruiker heeft bovendien op elk gewenst moment en vanaf elke plek inzicht in zijn verbruik en hoeveel dat kost. Dit najaar introduceerde de fabrikant twee nieuwe draadloze thermostaten binnen het spIDer-pakket; een OpenTherm én een aan/uit-variant. Door de komst van deze draadloze thermostaten wordt het mogelijk met de slimme klimaatthermostaat twee verwarmingszones aan te gaan sturen. Bijzonder is dat het nu ook mogelijk is de koeling van de lucht-waterwarmtepomp hp Cool Cube te regelen. Bediening kan handmatig of via een klokprogramma dat via de App of het web wordt ingesteld. De spIDer is de enige slimme thermostaat op de markt die in staat is om ventilatie te regelen. Daarnaast is de gebruiker met spIDer onafhankelijk van een energieleverancier en is er geen abonnement of contract nodig. Uiteraard moet de ketel wel geschikt zijn voor aansturing, zoals de Itho Daalderop Base Cube Duo. Voor de tweede zone kan op de bijbehorende spIDer-web een klokprogramma worden ingesteld. Bediening van beide zones kan zowel via de App als via het web. Voor het aansturen van twee zones is een spIDer connect-pakket nodig en een losse, draadloze OpenTherm of aan/uit-thermostaat. i Itho Daalderop www.ithodaalderop.nl, tel. 06 1785 20 02
Bus-airconditioningsystemen Tijdens Busworld 2015 in het Belgische Kortrijk presenteerde ebm-papst een complete nieuwe serie van axiaal- en dubbel aanzuigende radiaalventilatoren met ec-techniek. Klanten kunnen kiezen tussen een basis- en premiummodel. De geïntegreerde elektronica maakt het mogelijk dat alle ventilatoren efficiënt worden geregeld. Bovendien hebben de borstelloze motoren een soft-startfunctie, waardoor stroompieken bij het inschakelen van de ventilator worden voorkomen en het elektrische systeem niet overbelast raakt. De emc-eisen in het Bus-segment vormen ook geen probleem. Voor de basis-axiaalventilator is ook een beschermrooster beschikbaar dat zonder problemen kan worden geïntegreerd – er is namelijk
geen extra inbouwruimte nodig. Zowel de basis als de premium ventilatoren zijn voorzien van borstelloze gelijkstroommotoren, geoptimaliseerd voor de typische luchtstroom in bedrijfsvoertuigen en bussen. Beide modellen zijn tevens standaard uitgerust met een 'locked rotor'bescherming. De premium ventilatoren bieden bovendien verschillende deratingfuncties. Tevens voldoet dit model aan de eisen voor beschermingsgraad ip 6k9K. Om het productgamma compleet te maken, wordt de nieuwste versie geleverd met luchtstroomrichting 'A' (aanzuiging over de stator). Deze luchtstroomrichting representeert een compact en krachtig alternatief voor luchtstroomrichting 'V' (aanzuigend over de rotor).
i ebm-papst Benelux
www.ebmpapst.nl, tel.0492 50 29 00
Buitenunit in schoorsteen Dutch Heatpump Solutions presenteerde tijdens de Energiebeurs in Den Bosch een nieuw concept dat het samen met zusterbedrijf Cox Geelen ontwikkelde. Het gaat om de HydroCap, een concept waarbij de buitenunit van een Panasonic-warmtepomp onzichtbaar wordt weggewerkt in een metalen schoorsteenkap die op daken van woningen kan worden geplaatst. In de woning, direct onder het schuine dak waarop de HydroCap staat, plaatst een installateur de binnenunit van het warmtepompsysteem. Het installatiewerk is daarmee minimaal en de ontwerper van de woning, maar ook de bewoner, hoeft zich niet druk te maken over een losse buitenunit die in de tuin of op een balk on moet worden geplaatst. i DHS, www.dutchheatpump.nl , tel. 010 524 26 72
Vierpijps wp-systeem en hr wtw-units Energiezuinigheid staat hoog in het vaandel bij Airview Luchtbehandeling, zo bleek tijdens de Energiebeurs in Den Bosch. De fabrikant presenteerde hier drie nieuwe producten die gericht zijn op energiebesparing en hergebruik van energie. Met de wsan-xin mf presenteerde Airview een vierpijps warmtepompsysteem als een interessant kostentechnisch alternatief voor een driepijps vrf-systeem, en dat inspeelt op de Europese F-gassenwetgeving. De fabrikant belooft een gecombineerd energierendement (cop+eer) van 7.61 bij gelijktijdig koelen én verwarmen. Een andere noviteit was de Rotor H-EC wtw-unit, uitgevoerd met een warmtewiel (70 – 90 procent warmteterugwinning). Deze unit die geschikt is voor zowel binnen- als buitenopstelling, is een goede oplossing in de utiliteitbouw. Ten slotte presenteerde Airview ook nog een tweede hr wtw-unit, de Reversus. Deze unit is uitgerust met een polypropyleen kruisstroomwisselaar die 90 procent van de warmte uit de afgevoerde lucht terugwint. Door zijn compacte ontwerp is hij zeer geschikt voor toepassing in woningen. i Airview Luchtbehandeling www.airview.nl, tel. 078 652 18 00 Januari '16
57