Vragen bij Leercasus Beleid en strategie Vraag 1 Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag. Geef per doel aan of je die al beheerst, waarbij N = nee, O = om verder te ontwikkelen en J = ja. Vul achter de nummers van de doelen in: N, O of J.* Typ het antwoord in in het antwoordformulier.
Vraag 2 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Door de cliënt wordt uit het krantenbericht een aantal feiten voorgelezen over het sluiten van de nachtopvang. Welke daarvan heeft te maken met het beleid van de instelling? a. Pand wordt chronisch overbelast. b. Medewerkers kunnen het niet meer aan. c. De instelling wil vindplaatsgericht werken. d. De Raad van Bestuur beraadt zich op de vraag op welke voorzieningen ze zich willen richten.
Vraag 3 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Door de cliënt worden uit het krantenbericht een aantal feiten opgesomd. Welke daarvan heeft te maken met de strategie van de instelling? a. Pand wordt chronisch overbelast. b. Medewerkers kunnen het niet meer aan. c. Ze willen vindplaatsgericht werken. d. De Raad van Bestuur beraadt zich op de voorzieningen.
Vraag 4 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie, met name de inleiding. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Door de cliënt worden uit het krantenbericht een aantal feiten opgesomd. Welke daarvan heeft te maken met een strategische keuze van de instelling? a. Pand wordt chronisch overbelast. b. Medewerkers kunnen het niet meer aan. c. Ze willen vindplaatsgericht werken. d. De Raad van Bestuur beraadt zich op de voorzieningen.
Vraag 5 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie en met name de paragraaf Bouwen aan beleid. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Door de cliënt worden uit het krantenbericht een aantal feiten opgesomd. Welke daarvan heeft te maken met de visie van de instelling? a. Pand wordt chronisch overbelast. b. Medewerkers kunnen het niet meer aan. c. Ze willen vindplaatsgericht werken. d. De Raad van Bestuur beraadt zich op de voorzieningen.
Pagina 1 van 5
Vraag 6 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie en met name de paragraaf Situatie-analyse. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Door de cliënt worden uit het krantenbericht feiten opgesomd, die te maken hebben met de nachtopvang. Nachtopvang kun je beschouwen als een onderdeel van het aanbod aan producten van de gemeente. Als het marktaandeel van de nachtopvang klein en relatief duur is, hebben we volgens de Boston Consulting Matrix te maken met: a. een ster (star) b. een melkkoe (cashcow) c. een hond (dog) d. een wilde kat (wild cat)
Vraag 7 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie en met name de paragraaf Situatie-analyse. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Door de cliënt worden uit het krantenbericht feiten opgesomd, die te maken hebben met de nachtopvang. De boston Consulting Matrix is een methode om zicht te krijgen op de markt. Zoals je merkt uit de casus is het marktaandeel van de nachtopvang groot, maar de groei is eruit. Dan hebben we volgens de Boston Consulting Matrix te maken met: a. een ster (star) b. een melkkoe (cashcow) c. een hond (dog) d. een wilde kat (wild cat)
Vraag 8 Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. De verslavingszorg moet, als vorm van hulpverlening, voor zichzelf duidelijkheid hebben omtrent: a. wat doelen zijn en welk personeel daarvoor nodig is b. wat de doelen zijn en welke strategie ze gaan volgen c. welke strategie ze gaan volgen en wat de klanten nodig hebben d. wat de klanten nodig hebben en welk personeel ze daarvoor nodig hebben
Vraag 9 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie en met name de paragrafen Bouwen aan beleid en Strategievorming. Bekijk de scène en beantwoord dan de vraag. Om als organisatie op het terrein van de verslavingszorg een goed beleid en een werkbare strategie voor de nachtopvang te ontwikkelen, moeten we weten: a. wie onze klanten zijn en welk personeel we nodig hebben b. wat onze visie is, wat onze doelstellingen zijn en wat onze strategie is c. hoe we de organisatie moeten inrichten, welk personeel we moeten aannemen en waar we ons vestigen d. wie onze klanten zijn, hoe we de organisatie moeten inrichten en welk personeel nodig is
Pagina 2 van 5
Vraag 10 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie en met name de paragraaf Situatieanalyse. Beantwoord dan de vraag. Als de organisatie op het terrein van de verslavingszorg zegt dat ze Persoonlijk en professioneel handelen, waar gaat het dan om? a. De doelstelling van de organisatie b. De visie van de organisatie c. De missie van de organisatie d. De strategie van de organisatie
Vraag 11 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie en met name de paragraaf Situatieanalyse. Beantwoord dan de vraag. De Nachtopvang lijkt de Core competence van de verslavingszorginstelling. Door zich daar goed van bewust te zijn, kan de organisatie de concurrentie aangaan ook met profitorganisaties, die steeds meer als concurrent op de markt verschijnen. Onderzoek naar kernbekwaamheden gaat onder andere over: a. Producten en diensten, interne organisatie en de mate van concurrentie uit de omgeving b. Klantenbinding, interne organisatie en methoden en technieken c. Klantenbinding, externe contacten en de hoeveelheid potentiële klanten d. Externe contacten, marketingonderzoeksresultaten en het aantal medewerkers
Vraag 12 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie en met name de paragraaf Omgevingsanalyse. Beantwoord dan de vraag. Voor het opzetten van een nieuwe nachtopvang moet een nieuwe situatieanalyse, een nieuwe interne analyse en een nieuwe analyse van de omgeving worden gemaakt. Welke stelling is juist? 1. Als je een goed doordacht zorgproduct hebt ontwikkeld, komen er altijd cliënten op af. 2. Als je een zorgaanbod ontwikkelt op basis van behoeftenonderzoek, komen er altijd cliënten op af. a. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist. b. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist. c. Stelling 1 en 2 zijn beide juist. d. Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist.
Vraag 13 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie en met name de paragraaf De doelen: waar naar toe. Beantwoord dan de vraag. Om de doelen voor een nieuwe strategie goed te kunnen beoordelen, moeten ze aan een aantal criteria voldoen. MAGIE is een checklist daarvoor. Waar staat dat voor? a. Meetbaar, Acceptabel, Gecombineerd, Interessant en Expliciet. b. Meetbaar, Acceptabel, Gerenomeerd, Interessant en Extensief. c. Meetbaar, Acceptabel, Gecommuniceerd, Inspirerend en Engagerend. d. Meetbaar, Acceptabel, Gecombineerd, Interessant en Evaluatief.
Pagina 3 van 5
Vraag 14 Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie en met name de paragraaf Strategievorming. Beantwoord dan de vraag. Voor de nieuwe nachtopvang moet een sterkte-zwakte-analyse worden gemaakt. Als er sprake is van een kans met een zwakte, wat moet er dan gebeuren? a. Men moet offensief opereren, er zijn immers kansen. b. Men moet defensief opereren, er is immers sprake van een zwakte. c. Men moet omzichtig te werk gaan omdat de situatie niet overzichtelijk is. d. Men moet gewoon doorgaan, dan herstelt de situatie zich vanzelf weer.
Vraag 15, slotvraag Lees in het Basisboek Werken in een organisatie het hoofdstuk Beleid en strategie en met name de paragraaf Situatieanalyse. Beantwoord dan de vraag. Uit de analyse blijkt echter dat er sprake is van een bedreiging met een sterkte, wat moet de organisatie dan ondernemen? a. Men moet defensief opereren, er is immers sprake van een bedreiging. b. Men moet offensief opereren, er is immers sprake van een sterkte. c. Men moet omzichtig te werk gaan, omdat de situatie niet overzichtelijk is. d. Men moet gewoon doorgaan, dan herstelt de situatie zich vanzelf weer.
Pagina 4 van 5
Antwoorden 2. d. Beleid gaat over de doelen die de organisatie wil realiseren. 3. a. In het kader van de weg waarlangs de RvB het beleid van de organisatie wil realiseren, moet dit pand gesloten worden. 4. c. Vindplaatsgericht werken bepaalt in hoge mate hoe mensen en middelen worden ingezet. 5. c. Ze willen vindplaatsgericht werken. 6. d 7. b 8. b. Voor een organisatie is het noodzakelijk om het doel en de strategie duidelijk te hebben. 9. b. Het gaat om visie, doelstelling en strategie. Van daaruit kan worden vastgesteld welk personeel we nodig hebben, waar we ons vestigen en hoe we de organisatie zullen inrichten. 10. c. De missie is enkelvoudig, globaal, idealistisch en intentioneel en lijkt ook op een slogan. 11. b 12.b. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist. Goed doordacht alleen is niet voldoende, het moet ook aansluiten bij de wensen van cliënten. 13. c 14. a. Omdat we het niet alleen kunnen (er is zwakte) moeten we samenwerking met anderen zoeken (partnerorganisatie). 15. a. Omdat er sprake is van een bedreiging moeten we samenwerking met anderen zoeken. Dat lijkt kansrijk, omdat we ook sterke kanten hebben. We kunnen wel werken aan het versterken van de eigen zwaktes, maar de vraag is of de tijd en de mogelijkheden toereikend zullen zijn.
Pagina 5 van 5