Het gemeentelijk belastinggebied in vraag en antwoord
Het gemeentelijk belastinggebied in vraag en antwoord
2
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Inleiding Deze handreiking biedt een eerste kennismaking met het gemeentelijk belastingstelsel. Aan de hand van een aantal vragen wordt per belastingtype een beeld geschetst van de mogelijkheden voor de heffing ervan. Het gaat daarbij om de volgende vragen: • Waarom heffen gemeenten deze specifieke belasting? • Wat gebeurt er met de opbrengsten? • Wie betaalt de belasting? • Wat zijn de voorwaarden? • Wat is er te kiezen voor de gemeenteraad? • Wie kan vrijgesteld worden van deze belasting? De handreiking is thematisch ingedeeld. In hoofdstuk 1 worden de gemeentelijke belastingen behandeld. Na een algemene inleiding wordt specifiek ingegaan op de belangrijkste gemeentelijke belastingen. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op heffingen en leges. In het 3e en laatste hoofdstuk tenslotte worden enkele basisprincipes neergelegd over onder andere invordering en kwijtschelding.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
3
4
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Het gemeentelijk belastinggebied 1
Het gemeentelijk belastinggebied
2
De onroerendezaakbelastingen (OZB)
7 9 13
3. De parkeerbelasting
17
4.
De toeristenbelasting
21
5.
De precariobelasting
25
6.
De hondenbelasting
29
7.
De forensenbelasting
33
8.
De reclamebelasting
37
2. De afvalstoffen- en rioolheffing en de leges 9.
De afvalstoffenheffing
41 43
10. De rioolheffing
47
11. Leges
51
3. Fiscaal procesrecht, invordering en kwijtschelding, woonlasten
55
12. Fiscaal procesrecht
57
13. Invordering en kwijtschelding
61
14. De woonlasten benadering
63
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
5
6
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
1. Het gemeentelijk belastinggebied
7
7
8
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
1 Het gemeentelijk belastinggebied Waarom een gemeentelijk belastinggebied? Het gemeentelijk belastinggebied vormt één van de pijlers van onze democratische rechtstaat: • Het heffen van belasting vergroot de betrokkenheid van burgers met de gemeente als decentrale overheid; • Een eigen belastinggebied geeft gemeenteraad de mogelijkheid verantwoording af te leggen over financiële keuzes en een buffer op te bouwen; • Een gemeentelijk belastinggebied maakt het mogelijk om de verdeling tussen inkomsten en uitgaven af te stemmen op plaatselijke voorkeuren. Het Europees Handvest voor de lokale autonomie geeft decentrale overheden expliciet de mogelijkheid om eigen inkomsten te genereren. De Nederlandse Grondwet verankert dat gemeenten deze inkomsten mogen genereren door belastingen te heffen.
Waaruit bestaan de gemeentelijke belastingen? De gemeentelijke belastingen bestaan uit algemene belastingen en retributies (heffingen en leges). De algemene belastingen komen ten goede aan algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten niet gelabeld zijn maar overal voor kunnen worden ingezet. Het is aan de gemeenteraad te bepalen waarvoor. . Onder de algemene belastingen vallen bijvoorbeeld de OZB, de hondenen toeristenbelasting. De retributies vallen uiteen in bestemmingsheffingen en leges. Voor heffingen geldt dat de gemeente niet meer mag heffen dan de kosten die de gemeente maakt . Voorbeelden hiervan zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Beide heffingen worden gebruikt voor doeleinden met een duidelijk algemeen belang. Leges zijn vergoedingen voor een bij de gemeente aangevraagde dienst. Het gaat hierbij om diensten Vereniging van Nederlandse Gemeenten
9
die een individueel voordeel opleveren. Zo betalen inwoners van de gemeente een bijdrage voor het aanvragen van een paspoort of bouwvergunning. Ook voor de leges geldt dat deze niet meer dan kostendekkend mogen zijn.
Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van belastingen? Er zijn drie belangrijke voorwaarden verbonden aan het heffen van belastingen door gemeenten: 1 Gemeenten mogen alleen belastingen heffen die specifiek worden benoemd in de Gemeentewet of in andere wetten; 2 Gemeentelijke belastingen mogen niet met oogmerk van winst of op basis van vermogen of inkomen worden geheven; 3 Een gemeente kan niet zomaar een belasting heffen. Eerst zal hiertoe een gemeentelijke verordening moeten worden vastgesteld.
Wel of niet heffen? Gemeenten zijn vrij om al dan niet belastingen te heffen. Zo heffen niet alle gemeenten honden- of toeristenbelasting. Vrij wel alle gemeenten heffen Onroerendezaakbelastingen (OZB), afvalstoffen- en reinigingsheffing.
Hoeveel belasting heffen gemeenten? De totale opbrengst uit algemene belastingen en retributies bedroeg in 2012 8,305 miljard euro (2012, CBS). In totaal beslaan de gemeentelijke belastingen daarmee ongeveer 17% van de totale inkomsten van gemeenten (2012, CBS). De gemeentelijke belastingen vormen daarmee een cruciaal onderdeel van de middelen die een gemeente tot zijn beschikking heeft. In verhouding tot de totale opbrengsten uit belastingen, is de lastendruk van de gemeentelijke belastingen relatief klein. De grootste bron van financiering voor gemeenten, is het gemeentefonds. Dit fonds wordt gevoed vanuit de inkomsten van het Rijk.
Wie bepaalt de hoogte van de belastingen? De gemeenteraad bepaalt ieder jaar de hoogte van de belastingen. Tijdens de begrotingsbehandeling worden de geraamde inkomsten vastgesteld. Daarnaast wordt door de gemeenteraad voor iedere afzonderlijke belasting een verordening vastgesteld. In de verordening staan de voorwaarden, tarieven en uitgangspunten voor de betreffende belasting.
Wat valt er te kiezen voor de gemeenteraad? De gemeenteraad heeft een aantal vrijheden waar het de invulling van het gemeentelijk belastinggebied betreft. Zo kan besloten worden over: • de hoogte van de tarieven; • de totale opbrengst van belastingen; • de verdeling van belastingdruk over bijvoorbeeld burgers en bedrijven. Zo kan een gemeente die de verkeersdrukte in de binnenstad wil beperken, er toe besluiten een parkeerbelasting in te voeren. Als compensatie kan dan bijvoorbeeld de OZB iets verlaagd worden.
Meer weten? • overzicht met de modelverordeningen; • informatie over gemeentebegrotingen door het CBS; • de digitale atlas van het COELO.
10
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Totale opbrengst belastingen, ontwikkeling door de jaren heen
Verdeling inkomsten gemeente
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
11
12
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
2 De onroerendezaakbelastingen (OZB) Waarom heffen gemeenten onroerendezaakbelastingen (OZB)? Gemeenten heffen al sinds lange tijd belastingen op onroerende zaken Dit wordt gedaan om een deel van de taken van gemeenten te bekostigen. De onroerendezaakbelasting (OZB) kan worden geheven op basis van artikel 220 van de Gemeentewet. De onroerendezaakbelastingen vormen de grootste ‘eigen’ inkomstenbron van gemeenten en bedragen gemiddeld ca. 8 % van de totale gemeentelijke inkomsten. De OZB brengt jaarlijks meer dan 3 miljard euro op. Iedere gemeente in Nederland heft OZB.
Waar wordt de OZB voor gebruikt? De inkomsten uit de OZB vallen in de algemene middelen van de gemeente. Dat betekent dat de inkomsten geen vooraf bepaald bestemmingsdoel hebben maar dat de gemeenteraad bepaalt waarvoor de opbrengsten uit de OZB worden ingezet. De opbrengst van de OZB draagt bij aan het voorzieningenniveau van de gemeente.
Wie betaalt de OZB? Drie groepen krijgen een aanslag OZB: 1 eigenaren van woningen; 2 gebruikers van niet-woningen; 3 eigenaren van niet-woningen. Voor iedere groep geldt een eigen tarief. Dat tarief stelt de gemeenteraad vast in een verordening OZB. De aanslag OZB wordt bepaald op een vastgesteld promillage van de WOZ-waarde van een woning of niet-woning. Gebruikers van woningen - bijvoorbeeld huurders - krijgen geen aanslag OZB.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
13
\Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van de OZB? De aanslag OZB wordt berekend naar het door de gemeenteraad vastgestelde promillage van de WOZwaarde. De gemeente bepaalt jaarlijks een nieuwe WOZ-waarde van de woning of niet-woning. De waarde van een woning wordt met modelmatige berekeningen bepaald. De waardebepaling voor de Wet WOZ is een wettelijke taak van de gemeente. Op landelijk niveau is een plafond vastgesteld voor de hoogte van de opbrengsten van de OZB. Het gaat hier om de zogeheten macronorm. Daarbij kijkt het Rijk naar de stijging van de totale landelijke OZB-opbrengsten. Voor individuele gemeenten geldt geen opbrengstlimiet, maar gemeenten houden bij het bepalen van opbrengst wel rekening met de macronorm.
Wat valt er te kiezen bij het heffen van de OZB? Allereerst moet de hoogte van de tarieven worden vastgesteld. Deze bevoegdheid ligt bij de gemeenteraad. Dit gebeurt doorgaans aan de hand van de begrotingsbehandeling voor het volgende jaar. Daarnaast kan de gemeenteraad bepalen hoe de lasten worden verdeeld: komen deze voor rekening van de eigenaren van woningen of juist bij de eigenaren of gebruikers van niet-woningen. Steeds vaker kijkt een gemeenteraad bij de vaststelling van het tarief voor woningen niet alleen naar de OZB-opbrengst, maar ook naar het totaal aan woonlasten dat de gemeente in rekening brengt. Tot de woonlasten behoren ook de aanslag afvalstoffenheffing en de aanslag rioolheffing.
Wanneer is er een vrijstelling van de OZB? Van een aantal onroerende zaken of delen van onroerende zaken wordt geen waarde bepaald. Dat geldt bijvoorbeeld voor landbouwgronden, natuurterreinen en ook kerken. Deze (delen van) onroerende zaken worden dus niet belast via een aanslag OZB. De OZB kent daarnaast 3 specifieke verplichte vrijstellingen. Vrijgesteld van belasting zijn • kassen, • woondelen binnen een niet-woning voor de gebruikersaanslag niet-woningen en, • diplomatieke en internationale vrijstellingen. Ook kan de gemeente om doelmatigheidsredenen een aantal vrijstellingen kiezen. Zo kan de gemeenteraad besluiten tot het vrijstellen van: • aanslagen onder de €12.000 of een lagere drempel; • objecten die in eigendom zijn van de gemeente (om te voorkomen dat de gemeente zichzelf aanslagen oplegt; • plantsoenen en parken.
Meer weten? OZB-aanslag per gemeente in de COELO-atlas; Voorbeeldverordening op de OZB.
14
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
15
16
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
3. De parkeerbelasting Waarom heffen gemeenten parkeerbelasting? De parkeerbelasting heeft een regulerend karakter. Met de parkeerbelasting wordt het parkeergedrag van bewoners of bezoekers van een gemeente gereguleerd. In de praktijk zijn er 2 vormen: 1 een belasting voor het daadwerkelijke parkeren op daarvoor aangewezen plaatsen 2 en een belasting voor een vergunning om te parkeren op daarvoor aangewezen plaatsen. Artikel 225, 234 en 235 van de Gemeentewet en het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen bieden de wettelijke verankering voor de heffing van de parkeerbelasting. In 2012 bedroegen de totale geraamde opbrengsten voor gemeenten ca. 615 miljoen euro. In Nederland heffen 157 gemeenten parkeerbelasting.
Waar wordt de parkeerbelasting voor gebruikt? De opbrengsten uit parkeerbelasting vallen toe aan de algemene middelen van de gemeente. Dat betekent dat de gemeenteraad beslist over de besteding van de inkomsten uit de parkeerbelasting. In de jaarlijkse begrotingsbehandeling in de raad worden de opbrengsten uit de parkeerbelasting meegenomen. Uiteindelijk draagt de heffing van de parkeerbelasting bij aan het voorzieningenniveau van de gemeente.
Wie betaalt de parkeerbelasting? Er zijn 2 groepen waarvoor een belastingplicht voor de parkeerbelasting kan ontstaan. 1 De eerste groep bestaat uit mensen die parkeren in het gebied dat in de verordening is aangewezen als gebied voor betaald parkeren. Deze groep betaalt door middel van het aanschaffen van een parkeerkaartje. 2 De andere groep betaalt een vergoeding voor een door de gemeente verleende vergunning.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
17
Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van de parkeerbelasting? De heffing van parkeerbelasting vereist een vastgestelde verordening. De gemeenteraad stelt deze verordening vast. De verordening regelt in ieder geval: • het gebied waarin de belasting wordt geheven; • de tarieven voor de parkeerbelasting; • welke vorm of vormen parkeerbelasting worden geheven.
Wat valt er te kiezen bij het heffen van parkeerbelasting? Bij het vaststellen van de verordening op de parkeerbelasting, kan de gemeenteraad een aantal keuzes maken. Zo kan de gemeenteraad haar voorkeuren laten meewegen in: • de keuze voor de tarieven en de differentiatie die hierin wordt aangebracht; • de maatstaf die wordt gebruikt voor de heffing; • de tijdstippen waarop de parkeerbelasting wordt geheven. Vooral de maatstaf is van belang. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de parkeerduur. Een gemeenteraad kan er voor kiezen om de parkeerduur progressief te belasten: naarmate men langer parkeert, betaalt men meer. Bij het vaststellen van de tariefdifferentiatie is de gemeente gebonden aan de bepalingen in de Gemeentewet.
Wanneer kan iemand vrijgesteld worden van deze belasting? Het is mogelijk dat de gemeenteraad in zijn verordening een aantal vrijstellingen opneemt. De verordening moet deze vrijstellingen expliciet benoemen. Denk hierbij aan een vrijstelling voor: • voertuigen van huisartsen en verloskundigen; • ambulances, voertuigen van de politie en van de brandweer; • vrijstellingen voor gehandicapten. De gemeenteraad heeft een relatief grote vrijheid bij het bepalen van de vrijstellingen.
Meer weten & cijfers ? • Het laatste nieuws over de parkeerbelasting; • Voorbeeld van een verordening op de parkeerbelasting;
18
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
19
20
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
4. De toeristenbelasting Waarom heffen gemeenten toeristenbelasting? Met een toeristenbelasting kan de gemeente haar inkomsten uit belastingen vergroten. De inkomsten uit toeristenbelasting worden ingezet voor doeleinden die door de gemeenteraad zijn bepaald. Een gemeente is niet verplicht de toeristenbelasting te heffen: de gemeenteraad kan hiertoe besluiten op basis van artikel 224 van de Gemeentewet. In de praktijk zijn er twee vormen • een ‘gewone’ toeristenbelasting voor het verblijf in hotels, pensions, recreatiewoningen, tenten en caravans, • en een watertoeristenbelasting voor het verblijf op vaartuigen in het gemeentelijk watergebied. De aanduiding toeristenbelasting geldt voor beide vormen. Anno 2012 heffen 312 gemeenten toeristenbelasting. De totale opbrengst bedroeg 151 miljoen euro in 2012 (Bron, CBS).
Waar wordt de toeristenbelasting voor gebruikt? De gemeente heft de toeristenbelasting om haar eigen inkomsten te vergroten. Het geld wordt daarna gebruikt om voorzieningen binnen de gemeenten op een bepaald peil te brengen of te houden. Dit betekent dat de gemeenten het geld niet per sé in dienen te zetten voor voorzieningen die direct aan het toerisme zijn te koppelen. De gemeenteraad kan hier echter wel voor kiezen.
Wie betaalt de toeristenbelasting? Mensen die tegen betaling zakelijk of privé overnachten in een gemeente waar zij niet wonen, betalen de toeristenbelasting. Dit betekent dat ook toeristenbelasting mag worden geheven voor het verblijf van arbeidsmigranten op vakantieparken of voor zakelijke overnachtingen in een conferentiehotel. Degenen die overnacht, betaalt de belasting vrijwel altijd aan de ondernemer die de overnachting verzorgt. Deze ondernemer draagt de belasting daarna af aan de gemeente. Vereniging van Nederlandse Gemeenten
21
Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van de toeristenbelasting? Om toeristenbelasting te kunnen heffen, moet de gemeenteraad een verordening op de toeristenbelasting vast stellen. De verordening legt de berekening voor de verschuldigde belasting vast. De gemeenteraad stelt de verordening doorgaans op voorstel van het college van burgemeesters en wethouders vast. Daardoor bepaalt uiteindelijk de gemeenteraad wat het bedrag is dat per overnachting aan toeristenbelasting moet worden betaald.
Wat valt er te kiezen bij het heffen van de toeristenbelasting? Gemeenteraden hebben veel vrijheid bij het bepalen van de tarieven voor de toeristenbelasting. In de verordening wordt vastgesteld volgens welk tariefstelsel de belasting verschuldigd is en welke basis voor de berekening wordt gebruikt. Grofweg zijn er drie manieren: 1 een vast bedrag per overnachting; 2 een percentage van de totale prijs van de overnachting; 3 een classificatiesysteem met sterren. Een vast bedrag per overnachting gebruikelijk. Het tarief varieert dan van 50 cent tot enkele euro’s per overnachting (bron: COELO Atlas van de lokale lasten 2012). Er zijn ook gemeenten die tariefdifferentiatie toepassen en verschillende tarieven hanteren voor jongeren, mensen ouder dan 65 jaar of andere groepen. De toeristenbelasting biedt wat dat betreft veel mogelijkheden voor een flexibele invulling.
Wanneer is iemand vrijgesteld van deze belasting? Er bestaat een mogelijkheid om vrijgesteld te worden van het betalen van toeristenbelasting. De vrijstelling wordt vastgelegd in de verordening. Zo zijn vrijstellingen mogelijk voor mensen die: • al via de OZB of forensenbelasting aangeslagen worden voor gemeentelijke belastingen; • in een ziekenhuis, verzorgingstehuis of bejaardentehuis verblijven; • een woonwagen of woonschip gebruiken. Deze lijst is niet uitputtend en kan naar voorkeur van de gemeenteraad verder uitgebreid worden.
Meer weten? • De digitale Atlas van het COELO voor informatie over tarieven; • Een voorbeeldverordening op de toeristenbelasting.
22
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Bron CBS en gegevens over 2012
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
23
24
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
5. De precariobelasting Waarom heffen gemeenten precariobelasting? Gemeenten heffen precariobelasting als vergoeding voor het gebruik van openbare grond. De precariobelasting wordt specifiek geheven voor het plaatsen van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De gemeenteraad kan besluiten tot het al dan niet heffen van deze belasting. De basis hiervoor is artikel 228 van de Gemeentewet. In 2012 zijn er 201 gemeenten die inkomsten genereren uit de precariobelasting. De totale bijdrage van de precariobelasting aan gemeentelijke begrotingen bedraagt 104 miljoen euro op jaarbasis in 2012 (bron, CBS).
Waar wordt de precariobelasting voor gebruikt? De precariobelasting valt toe aan de algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de gemeenteraad tijdens de begrotingsbehandeling bepaalt waarvoor de opbrengsten worden ingezet. Er is geen verplichting om de geheven precariobelasting in te zetten voor de gemeentegrond die voor de openbare dienst is bestemd.
Wie betaalt de precariobelasting? In zijn algemeenheid geldt dat mensen die duurzaam voorwerpen plaatsen onder, op of boven de voor openbare dienst bestemde gemeentegrond, precariobelasting betalen. Wie uiteindelijk precariobelasting betalen, is mede afhankelijk van hoe de gemeente de belastingplicht omschrijft. Aan de volgende partijen kan gedacht worden: • de uitbater van een terras op gemeentegrond; • de energiemaatschappij die eigenaar is van kabels die onder de gemeentegrond lopen; • de eigenaar van een parkeergarage waarvan de aanrijdhelling over de gemeentegrond ligt. Deze lijst is niet uitputtend, maar geeft een eerste indruk van partijen die belastingplichtig kunnen zijn. Vereniging van Nederlandse Gemeenten
25
Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van de precariobelasting? Een gemeente kan pas precariobelasting heffen als dezelfde gemeente een verordening op de precariobelasting heeft vastgesteld. In deze verordening wordt ondermeer vastgelegd: • wanneer de belastingplicht ontstaat; • welke voorwerpen onder de plicht van belasting voor de precariobelasting vallen; • wie er belastingplichtig is voor de precariobelasting. Het vaststellen van de verordening is een taak van de gemeenteraad en dient te gebeuren voordat wordt overgegaan op de heffing.
Wat valt er te kiezen bij het heffen van precariobelasting? Bij het vaststellen van de verordening kan de gemeenteraad een aantal keuzes maken. Zo kan gekozen worden voor: • een tariefstelling per voorwerp of naar de ligging van het gebied; • een tarief dat per seizoen varieert (bijvoorbeeld voor terrassen); • tariefverschillen voor leidingen, buizen en andere voorwerpen.
Wanneer kan iemand vrijgesteld worden van deze belasting? De Gemeentewet kent geen verplichte vrijstellingen. De gemeenteraad kan in zijn verordening wel een aantal expliciete vrijstellingen opnemen. Onder meer de volgende vrijstellingen behoren tot de mogelijkheden: • voorwerpen die het algemeen belang dienen (waarschuwingsborden); • voorwerpen die wettelijk dienen te worden gedoogd; • algemene bewegwijzeringen.
Meer weten? • voorbeeldverordening op de precariobelasting • antwoord voor bedrijven
26
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
27
28
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
6. De hondenbelasting Waarom heffen gemeenten hondenbelasting? Een hondenbelasting verhoogt de inkomsten van de gemeente. Daarnaast kan de belasting helpen bij het reguleren van hondenbezit. In de praktijk is het tarief meestal niet zo hoog dat het houden van een hond hierdoor onmogelijk wordt. Gemeenten zijn vrij om al dan niet hondenbelasting te heffen. Artikel 226 van de Gemeentewet biedt de basis voor de heffing van de hondenbelasting. In totaal heffen in 2012 292 gemeenten de hondenbelasting. De opbrengsten bedragen 61 miljoen euro.
Waar wordt de hondenbelasting voor gebruikt? De hondenbelasting valt toe aan de algemene middelen van de gemeente. Dat betekent dat de gemeente het geld kan inzetten voor algemene gemeentelijke voorzieningen. Tijdens de jaarlijkse begrotingsbehandeling bepaalt de gemeenteraad waar de gemeentelijke inkomsten voor worden ingezet. De gemeenteraad bepaalt in zijn jaarlijkse goedkeuring van de begroting van het daaropvolgende jaar waar de gemeentelijke inkomsten voor worden gebruikt.
Wie betaalt de hondenbelasting? ‘Duurzaam houders’ van een hond betalen hondenbelasting. Met andere woorden, mensen die daadwerkelijk eigenaar zijn van een hond of deze langdurig in bezit hebben, betalen belasting aan de gemeente. Voor het heffen van hondenbelasting is controle op hondenbezit noodzakelijk. Daardoor zijn er relatief hoge kosten verbonden aan het innen van de hondenbelasting.
Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van de hondenbelasting? De hondenbelasting vereist een vastgestelde verordening op de heffing. Hierin staan onder meer de maatstaf (hoeveel honden) en de tarieven die houders van een hond dienen te betalen. De gemeenteVereniging van Nederlandse Gemeenten
29
raad stelt deze verordening vast. De verordening dient voorafgaand aan het heffen van de belasting vastgesteld te worden.
Wat valt er te kiezen bij het heffen van hondenbelasting? Bij het vaststellen van de hondenbelasting in een gemeente, kan de gemeenteraad een afweging maken over onder meer de volgende onderwerpen: • het aantal honden waarvoor de belastingplicht geldt; • de hoogte van het tarief voor de eerste hond; • het eventuele tarief voor een tweede of derde hond; Het is mogelijk om het tarief voor een tweede of derde hond proportioneel of degressief te laten toenemen. Hiermee benut een gemeente eventueel de mogelijkheid tot regulering die de hondenbelasting biedt.
Wanneer kan iemand vrijgesteld worden van de hondenbelasting? De Gemeentewet kent geen verplichte vrijstellingen voor de hondenbelasting. Het is echter voor de gemeenteraad wel mogelijk om één van de facultatieve vrijstellingen te gebruiken. Vrijstelling kan gelden als er een objectieve rechtvaardigingsgrond bestaat. Dit maakt onder meer vrijstellingen mogelijk voor: • een blindengeleidehond; • een politiehond; • honden op opleidingsterreinen. Een uitdrukkelijke vermelding in de verordening is noodzakelijk om de vrijstelling mogelijk te maken.
Meer weten? • de digitale kaart van het COELO, waarin het bedrag voor de eerste hond is opgenomen; • voorbeeld verordening hondenbelasting.
30
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Hondenbelasting per gemeente voor de eerste hond
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
31
32
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
7. De forensenbelasting Waarom heffen gemeenten forensenbelasting? De forensenbelasting dient ertoe om mensen die relatief veel in een gemeente verblijven, maar geen ingezetene zijn van deze gemeente, mee te laten betalen aan voorzieningen in die gemeente. Het doel is niet om kosten voor deze voorzieningen één op één te verhalen, maar juist om een bijdrage te vragen aan het algemene voorzieningenniveau van de gemeente. Artikel 223 van de Gemeentewet biedt de basis voor de heffing. Momenteel wordt deze belasting in 153 gemeenten geheven. De totale opbrengst voor alle gemeenten bedraagt in 2012 27 miljoen euro. Er is een onderscheid tussen de woonforensenbelasting en slaapforensenbelasting. In deze tekst staat de woonforensenbelasting centraal; de slaapforensenbelasting wordt in de praktijk nauwelijks geheven.
Waar wordt de forensenbelasting door de gemeente voor gebruikt? De forensenbelasting valt toe aan de algemene middelen van de gemeente. De opbrengsten van de forensenbelasting zijn doorgaans relatief laag in verhouding tot de andere belastingen die de gemeente heft. Een uitzondering geldt voor de gemeenten met veel tweede woningen; hier kan de forensenbelasting juist een substantieel deel van de begroting vormen. Tijdens de jaarlijkse begrotingsbehandeling bepaalt de gemeenteraad hoe het geld wordt uitgegeven.
Wie betaalt de forensenbelasting? Personen die, zonder dat ze hun hoofdverblijf in de gemeente hebben, meer dan negentig dagen per jaar een gemeubileerde woning tot hun beschikking hebben voor zichzelf of voor hun gezin, betalen forensenbelasting. De aanslag wordt opgelegd aan de eigenaar van de gemeubileerde woning.
Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van de forensenbelasting? De gemeenteraad dient een verordening op de forensenbelasting vast te stellen. Deze verordening Vereniging van Nederlandse Gemeenten
33
bepaalt wie de belasting moet betalen . Daarnaast is het belangrijk dat de gemeente zich realiseert dat de gemeubileerde woning aan een aantal eisen moet voldoen. Zo moet de gemeubileerde woning een toilet, de beschikking over een keuken en een wasgelegenheid hebben.
Wat valt er te kiezen bij het heffen van forensenbelasting? De gemeenteraad raamt de gewenste opbrengst van deze belasting en bepaalt hoe deze opbrengst voor het volgende begrotingsjaar gerealiseerd kan worden. Zo kan onder andere gewerkt worden met een: • een tarief gebaseerd op de WOZ-waarde, eventueel met een onderverdeling in waardeklassen; • een tarief gebaseerd op de vloeroppervlakte en de beschikbare grond bij de woning; • vast tarief per woning. De verordening bepaalt de hoogte van de tarieven voor het daaropvolgende belastingjaar. Ook is het mogelijk om in de verordening de mensen die al toeristenbelasting betalen, uit te sluiten van de forensenbelasting.
Wanneer kan iemand vrijgesteld worden van deze belasting? De Gemeentewet kent geen standaard vrijstellingen voor de woonforensenbelasting. De raad kan in haar verordening een aantal vrijstellingen opnemen. Vaak wordt dit gedaan vanuit praktisch oogpunt. Zo kan de gemeente de volgende groepen uitsluiten: • mensen die verblijven in een inrichting tot verpleging of verzorging; • mensen die op last van de overheid in een verblijf overnachten (kazernes, gevangenissen); • mensen die voor de uitoefening van een functie in een algemeen vertegenwoordigend orgaan tijdelijk ergens anders wonen dan waar ze staan ingeschreven.
Meer weten? • databank modelverordeningen; • een voorbeeldverordening op de forensenbelasting.
34
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
35
36
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
8. De reclamebelasting Waarom heffen gemeenten reclamebelasting? De reclamebelasting kent in eerste instantie een regulerend karakter. Door openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg te belasten, kan de gemeente het gebruik van reclame reguleren. De reclamebelasting is lange tijd slechts door een beperkt aantal gemeenten geheven, maar staat de laatste jaren weer meer in de belangstelling. Reden hiervoor is dat steeds vaker ondernemersverenigingen gemeenten vragen de belasting in te voeren. Met de opbrengst wordt dan een ondernemersfonds gevoed. Artikel 227 van de Gemeentewet biedt de basis voor de heffing. In 2012 heffen in totaal 72 gemeenten de reclamebelasting. De totale bijdrage aan gemeentelijke begrotingen bedraagt 21 miljoen euro in 2012.
Waar wordt de reclamebelasting voor gebruikt? De opbrengst van de reclamebelasting valt volledig toe aan de algemene middelen. De verantwoordelijkheid voor de besteding van deze middelen ligt bij de gemeenteraad. Met de opbrengst kan ook een ondernemersfonds worden gevoed. De betreffende ondernemersvereniging financiert daarmee verbeteringen in bijvoorbeeld een winkelgebied of op een bedrijventerrein. Door vanuit de heffing van de reclamebelasting dit fonds te financieren, wordt free riders gedrag voorkomen.
Wie betaalt de reclamebelasting? Reclamebelasting wordt betaald door degene die een openbare aankondiging heeft geplaatst of door degene ten behoeve van wie een openbare aankondiging is geplaatst. Het gaat erom wie het grootste belang heeft bij de aankondiging.
Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van de reclamebelasting? De belangrijkste voorwaarde voor het heffen van een reclamebelasting is dat dit op basis van een door de gemeenteraad vastgestelde verordening gebeurt. Vereniging van Nederlandse Gemeenten
37
Deze verordening bepaalt onder meer: • aan wie de belasting opgelegd mag worden; • in welk gebied de reclamebelasting geheven kan worden; • welke tarieven worden gehanteerd.
Wat valt er te kiezen bij het heffen van reclamebelasting? De gemeenteraad raamt de opbrengst van deze belasting voor een begrotingsjaar. Ook bepaalt de gemeenteraad hoe de opbrengst wordt gerealiseerd. Zo kan onder andere gewerkt worden met: • een tarief gebaseerd op de oppervlakte van de aankondiging; • een vast tarief per aankondiging of tariefklassen; • tarieven afhankelijk van de locatie van de aankondiging. De raad stelt hiertoe een verordening vast. Deze verordening bepaalt de hoogte van de tarieven. Ook is het mogelijk om in de verordening aankondigingen waarvoor al precariobelasting wordt betaald uit te sluiten van de reclamebelasting.
Wanneer kan iemand vrijgesteld worden van deze belasting? De Gemeentewet kent geen standaard vrijstellingen voor de reclamebelasting. De raad kan in zijn verordening wel een aantal vrijstellingen opnemen. Vaak wordt dit gedaan vanuit praktisch oogpunt. Zo kan de gemeente van openbare aankondigingen vrijstellen van reclamebelasting als dezede reclamebelasting uitsluiten openbare aankondigingen: • slechts kort aanwezig zijn; • uitsluitend het openbare belang dienen; • dienen voor de verkoop van onroerende zaken.
Meer weten? • antwoord voor bedrijven; • voorbeeldverordening op de reclamebelasting.
38
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
39
40
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
2. De afvalstoffen- en rioolheffing en de leges
41
41
42
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
9. De afvalstoffenheffing Waarom heffen gemeenten afvalstoffenheffing? De gemeenteraad en het college van burgemeesters en wethouders zijn wettelijk verantwoordelijk voor de inzameling van het afval van huishoudens. Met de afvalstoffenheffing kunnen gemeenten de inzameling van het huishoudelijk afval bekostigen. De basis voor de heffing ligt in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. De heffing mag niet meer dan kostendekkend zijn. Vrijwel alle gemeenten heffen de afvalstoffenheffing. In totaal bedraagt de opbrengst van de afvalstoffenheffing ruim 1,76 miljard euro voor alle gemeenten in 2012.
Waar wordt de afvalstoffenheffing voor gebruikt? De afvalstoffenheffing wordt door de gemeente gebruikt voor het inzamelen van afval en mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt. De gemeente hoeft niet zelf het afval op te halen, maar kan ook een particulier bedrijf inschakelen of samen met andere gemeenten een gemeenschappelijk afvalbedrijf het afval laten ophalen. De opbrengst van de afvalstoffenheffing hoeft niet toereikend te zijn: eventuele extra kosten voor de inzameling kunnen vanuit andere geldstromen worden gedekt.
Wie betaalt de afvalstoffenheffing? Alle particuliere huishoudens waar de gemeente de inzamelplicht nakomt, moeten afvalstoffenheffing betalen. De heffing wordt per perceel vastgesteld. Het tarief is afhankelijk van de gemeente en van de door de gemeenteraad geprefereerde tariefstellingen. In sommige gevallen (bijvoorbeeld bij de verhuur van kamers in studentenhuizen) worden niet de bewoners aangeslagen, maar de eigenaar van het perceel.
Wat zijn de voorwaarden voor de afvalstoffenheffing? Er zijn drie belangrijke voorwaarden voor de afvalstoffenheffing: • De heffing mag niet meer dan kostendekkend zijn; Vereniging van Nederlandse Gemeenten
43
• De gemeenteraad dient een verordening voor de heffing vast te stellen; • De gemeente dient het afval daadwerkelijk op te halen bij het perceel dat in de heffing wordt betrokken. Het is echter niet vereist dat er afval wordt aangeboden.
Wat valt er te kiezen bij de afvalstoffenheffing? De gemeenteraad kan een aantal keuzes maken bij het vaststellen van de afvalstoffenheffing. Zo kan er gekozen worden voor: • een vast bedrag per perceel; • een heffing die afhankelijk is van het gebruik, bijvoorbeeld per kg aangeboden afval; • een heffing die afhankelijk is van de inzamelfrequentie.
Wanneer kan iemand vrijgesteld worden van het betalen van afvalstoffenheffing? In haar kwijtscheldingsbeleid kan de gemeente voorwaarden opnemen waaronder mensen vrijgesteld kunnen worden van het betalen van afvalstoffenheffing. Daarnaast biedt de verordening op de afvalstoffenheffing de ruimte om eventueel particulieren die hun afval via het eigen bedrijf laten inzamelen, uit te sluiten van de heffing.
Meer weten? • Heffing van de tarieven per gemeente (Atlas van het COELO); • Voorbeeldverordening op de afvalstoffenheffing.
44
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
45
46
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
10. De rioolheffing Waarom hanteren gemeenten een rioolheffing? De gemeente heeft bij wet een zorgplicht voor drie beleidsvelden op het gebied van water. Doel van de rioolheffing is om geld vrij te maken voor onder meer: • de afvoer van afvalwater; • de afvoer van regenwater (ook wel hemelwater genoemd); • het kwaliteitsbeheer van grondwater. Omdat het overgrote deel van de investeringen in deze zorgtaken gebruik maakt van het afvoerstelsel, spreekt men over de rioolheffing. Artikel 228 van de gemeentewet biedt de basis voor deze heffing. Alle gemeenten hanteren een rioolheffing. In 2012 bedragen de inkomsten ongeveer 1,4 miljard euro voor alle gemeenten.
Waar wordt de rioolheffing voor gebruikt? De inkomsten uit rioolheffing zijn alleen beschikbaar voor uitgaven gerelateerd aan de hierboven zorgtaken. De inkomsten uit de rioolheffing mogen wel aangevuld worden met inkomsten uit de algemene middelen. . Een deel van de opbrengst uit OZB en de uitkering van het gemeentefonds kan dus aangewend worden om bij te dragen aan de kwaliteit die de gemeente wil bieden.
Wie betaalt de rioolheffing? De rioolheffing wordt voldaan door zakelijk gerechtigden (doorgaans eigenaren) of feitelijk gebruikers van de riolering. Dit is afhankelijk van wat de gemeente in haar verordening op de rioolheffing vastlegt. Gemeenten kunnen er voor kiezen beide partijen te laten betalen in een gecombineerde heffing of alleen gebruikers of eigenaren aan te slaan voor de rioolheffing. Daarnaast kan onderscheid gemaakt worden tussen woningen en niet-woningen.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
47
Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van de rioolheffing? De belangrijkste voorwaarde voor het heffen van de rioolheffing, is dat de gemeenteraad een verordening op de rioolheffing vaststelt. In deze verordening wordt onder meer vast gelegd • wie de heffing moet betalen; • waar de hoogte van de heffing op is gebaseerd; • wanneer er een belastingplicht ontstaat. Los daarvan moet de gemeente een Gemeentelijk Rioleringsplan vaststellen, waarin de belangrijkste beleidskeuzes omtrent de riolering zijn vastgelegd.
Wat valt er te kiezen bij de rioolheffing? In de gemeentelijke belastingverordening kunnen verschillende varianten worden uitgewerkt. Zo kan de gemeenteraad er voor kiezen dat het tarief alle kosten van de riolering dekt of afspreken dat de gemeente andere, additionele middelen aanwendt om de kosten te voldoen. . Ook is het mogelijk om bepaalde beleidskeuzes aan te brengen. Zo kan gekozen worden voor: • een gedragsprikkel die het gebruik van water door consumenten beperkt; • een methodiek die er voor zorgt dat er zo min mogelijk kosten zijn verbonden aan het innen; • het ontzien van mensen met een smalle beurs; Daarnaast kan de raad stipuleren wie er voor de rioolheffing moet worden aangeslagen. Ook is het mogelijk om alleen voor de afvoer van afvalwater belasting te heffen of alleen voor de afvoer van hemelwater. Hierbij geldt wel dat alleen belasting geheven mag worden voor die betreffende taak.
Wanneer is iemand vrijgesteld van het betalen van rioolheffing ? De vrijstelling van de rioolheffing is afhankelijk van de keuzes die raad maakt in de vastgestelde verordening. Zo kan in een gemeente waar alleen gebruikers worden aangeslagen voor de rioolheffing automatisch een vrijstelling ontstaan voor bepaalde eigenaren. Ook is het mogelijk aan de hand van de te maken beleidskeuzes verdere vrijstellingen mogelijk te maken.
Meer weten? • Stichting RIONED; • Digitale Atlas van het COELO.
48
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
49
50
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
11. Leges Waarom heffen gemeenten leges? Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een groot aantal taken. Een deel van deze taken wordt in de vorm van een dienst door bewoners of bedrijven individueel afgenomen. Om gemeenten tegemoet te komen in de kosten die zijn gerelateerd aan deze taken, betalen afnemers van gemeentelijke diensten leges.
Waar worden de leges voor gebruikt? Gemeenten heffen leges om haar taken te bekostigen. De opbrengsten uit de heffing van leges worden gebruikt om de kwaliteit van de verstrekking te waarborgen en om personeels-, huisvestingen materiaalkosten te dekken. De opbrengst uit de leges mag de totale kosten niet overtreffen. Met andere woorden: een gemeente kan geen winst maken op de diensten die zij levert.
Wie betalen de leges? Wie de leges betalen, is afhankelijk van het type dienst dat wordt afgenomen. In veel voorkomende gevallen zijn het inwoners die betalen voor een paspoort, een rijbewijs of een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie. Het kunnen echter ook projectontwikkelaars zijn die een aanvraag indienen voor een bouwvergunning of markthandelaren die hun marktgelden voldoen.
Wat zijn de voorwaarden voor het heffen van leges? Een van de voorwaarden is dat de gemeenteraad een verordening op de legesheffing vaststelt. In deze verordening zijn bepalingen opgenomen over • de activiteiten waarvoor de gemeente leges in rekening brengt; • de tarieven die de gemeente hiervoor hanteert; • de grondslagen die de gemeente hanteert bij het heffen van de leges. Een andere voorwaarde is dat de gemeente duidelijk omschrijft op welke wet de heffing van de betrefVereniging van Nederlandse Gemeenten
51
fende leges is gebaseerd. Ook dient de gemeente te onderbouwen welke kosten aan de legesheffing zijn verbonden.
Wat valt er te kiezen voor de gemeenteraad bij het heffen van leges? De gemeenteraad heeft een aantal keuzemogelijkheden met betrekking tot de heffing van leges. Zo is het uiteindelijk aan de gemeenteraad om te bepalen: • welke leges worden geheven; • wat de hoogte is van de tarieven die worden gehanteerd; • hoe de kosten worden toegerekend. Belangrijk hierbij is dat de gemeenteraad weet dat er bepaalde kaders zijn waarbinnen de legesheffing zich afspeelt. Naast de eis dat de opbrengsten de kosten niet mogen overstijgen, zijn er voor bepaalde diensten van de gemeente ook maximumtarieven vastgesteld door het Rijk. Gemeenten dienen in de vaststelling van de tarieven te houden aan deze maximale tarieven.
Zijn er vrijstellingen voor het betalen van leges? De gemeenteraad kan zich ook uitspreken over eventuele vrijstellingen voor het betalen van leges. Voorwaarde voor een vrijstelling is dat de gemeente zich niet baseert op inkomen, winst of vermogen en dat de vrijstelling expliciet is benoemd in de verordening die de gemeenteraad heeft vastgesteld. Te denken valt aan vrijstellingen voor: • diensten waarvoor al via de grondexploitatie een bedrag in rekening is gebracht; • raads- en commissiestukken ten behoeve van politieke partijen die niet in de raad vertegenwoordigd zijn; • handelingen die, met toestemming van het college, bijdragen aan een filantropisch of wetenschappelijk doel.
Meer weten? • overzicht met de maximale tarieven; • overzicht met tarieven per gemeente.
52
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Overzichten met tarieven
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
53
54
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
3. Fiscaal procesrecht, invordering en kwijtschelding, woonlasten
55
55
56
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
12. Fiscaal procesrecht Wat is fiscaal procesrecht? Fiscaal procesrecht gaat over de regels die gelden bij bezwaar en beroep tegen beslissingen op het gebied van (de gemeentelijke) belastingen en de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Het zijn regels die zowel voor de overheid (de gemeente) als voor belanghebbenden (een individu, bedrijf of instelling) gelden.
Wanneer treedt de bezwaar- en beroepprocedure in werking? Bezwaar en beroep zijn zogenaamde rechtsmiddelen. Deze rechtsmiddelen kunnen noodzakelijk zijn als er geen overeenstemming bestaat over de opgelegde heffing of waardebeschikking aan degene die daar belang bij heeft. Bijvoorbeeld: • een huiseigenaar vindt dat de waarde van zijn woning te hoog is vastgesteld en dat hij daardoor te veel OZB betaalt; • een parkeerder/kentekenhouder vindt dat ten onrechte een naheffingsaanslag parkeerbelastingen is opgelegd, omdat hij ter plaatse niet heeft geparkeerd. • een bouwbedrijf bestrijdt de aanslag leges omgevingsvergunning (bouwactiviteit), omdat de gemeente geen goede kostenonderbouwing kan leveren. Vaak gaat het om enkele tonnen aan legesinkomsten die in geschil zijn.
Hoe werkt de gemeentelijke bezwaar- en beroepsprocedure? De door het college aangewezen heffingsambtenaar heeft een belastingaanslag of WOZ-beschikking vastgesteld, die aan belanghebbende bekend is gemaakt. Die bevoegdheid ontleent de heffingsambtenaar aan de wet (attributie). In het fiscale procesrecht zijn vervolgens in hoofdlijnen de volgende stappen mogelijk: 1 de belanghebbende dient een bezwaarschrift in bij de heffingsambtenaar (bezwaartermijn 6 weken); Vereniging van Nederlandse Gemeenten
57
2 de heffingsambtenaar heroverweegt zijn beslissing, houdt desgewenst een hoorzitting en doet uitspraak; 3 de belanghebbende gaat tegen de uitspraak in beroep bij de rechtbank (belastingkamer); 4 na wisseling van stukken en (meestal) een mondelinge behandeling van het beroep in een zitting van de rechtbank, doet de rechtbank uitspraak; 5 zowel belanghebbende als de heffingsambtenaar kunnen in hoger beroep bij het gerechtshof tegen de uitspraak van de rechtbank; 6 bij het gerechtshof vindt eenzelfde behandeling als bij de rechtbank plaats. Het gerechtshof doet uitspraak; 7 Tegen de uitspraak van het gerechtshof kan belanghebbende of de gemeente beroep in cassatie instellen. Voor de gemeente is het college hiertoe bevoegd. Meestal is de heffingsambtenaar gemachtigd om namens het college op te treden; 8 Na wisseling van stukken en eventueel een pleidooi door een advocaat, doet de Hoge Raad uitspraak. Zo kan een fiscale procedure wel enkele jaren in beslag nemen, met soms grote financiële onzekerheid voor de gemeente. In de risicoparagraaf bij de begroting worden de risico’s inzichtelijk gemaakt.
Wat zijn de bestuurlijke en politieke uitdagingen bij bezwaar en beroep? De belangrijkste bestuurlijke uitdagingen liggen in: • het verlagen van het aantal bezwaren; • de informele aanpak van bezwaren bevorderen; (Bastiaan hier ontbreekt een werkwoord), • het opstellen van een goede kostenonderbouwing bij de retributies (leges en rechten)
Meer weten? • De regels voor bezwaar en beroep in belasting- en WOZ-zaken staan voornamelijk in de: • Algemene wet bestuursrecht (hoofdstukken 6 t/m 8); • Algemene wet inzake rijksbelastingen (hoofdstuk V); • Gemeentewet (hoofdstuk XV, paragraaf 4); • Wet WOZ (artikel 30).
58
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Gerechtelijke kaart van Nederland voor beroepsprocedures
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
59
60
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
13. Invordering en kwijtschelding Invordering van gemeentelijke belastingen en kwijtschelding De invordering is het innen van de verschuldigde belasting. Dit is het openstaande bedrag dat ontstaat op het moment dat de gemeente de heffing oplegt. Deze belastingschuld verdwijnt doorgaans simpelweg door betaling van het verschuldigde bedrag. Er zijn echter nog 3 andere manieren waarop de belastingschuld teniet wordt gedaan, namelijk door • kwijtschelding; • Verjaring; • Verrekening met andere belastingschulden. Alleen kwijtschelding van een gemeentelijke belastingschuld komt regelmatig voor. De verjaring en verrekening met andere belastingschulden zijn minder vaak aan de orde. Daarom besteedt deze factsheet met name aandacht aan het proces van kwijtschelding.
Waarom verlenen gemeenten kwijtschelding? Kwijtschelding is voor veel gemeenten een belangrijk instrument in het bestrijden van armoede. Er kunnen voor de inwoners omstandigheden ontstaan waarbij het onmogelijk is om aan de verplichtingen omtrent de gemeentelijke belastingen te voldoen. Gemeenten kunnen bij de heffing echter geen rekening houden met het inkomen, vermogen en de draagkracht van de belastingbetaler. Door kwijtschelding te verlenen maakt de gemeente het mogelijk om toch niet te heffen als er onvoldoende betalingscapaciteit aanwezig is. Door het vaststellen van een kwijtscheldingsbeleid, kan een gemeente het voor bepaalde groepen dus makkelijker maken om rond te komen. De gemeenten mogen uit gaan tot 100% van de bijstandsnorm.
Hoe werkt de gemeentelijke kwijtschelding? De gemeenteraad dient het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid vast te stellen. Dit beleid bepaalt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
61
belastingen waarvoor kwijtschelding mogelijk is. Daarnaast bepaalt dit beleid de voorwaarden waaronder de kwijtscheldingsprocedure plaats vindt. De gemeenteraad is hierbij gebonden aan de vastgestelde regels van de Leidraad Invordering.
Wie komen er in aanmerking voor kwijtschelding? Uiteindelijk bepaalt de gemeenteraad welke groepen uit de plaatselijke samenleving in aanmerking komen voor kwijtschelding. Denk hierbij aan de volgende groepen: • mensen die te weinig vermogen hebben om te voldoen aan de gemeentelijke lasten; • kleine zelfstandigen die op dat moment hun vermogen aanwenden om te investeren in hhun bedrijf. In sommige gevallen is het ook mogelijk om automatisch kwijtschelding te verlenen, maar over het algemeen zal de kwijtschelding bij de gemeente aangevraagd moeten worden.
Geen kwijtschelding, maar betalingsregeling? Het kan zijn dat mensen tijdelijk krap bij kas zitten, bijvoorbeeld vanwege tegenvallende bedrijfsresultaten. Toch verdienen deze groepen op dat moment te veel of vallen ze buiten de groepen die in aanmerking komen voor kwijtschelding op basis van het bestaande beleid. In een dergelijk geval behoort het ook tot de mogelijkheden om een betalingsregeling met de gemeente af te spreken.
Meer weten? De onderstaande links bieden meer informatie over het kwijtscheldingsbeleid van de gemeente en de mogelijkheden die hierbij horen. Ook staat hier informatie over de mogelijkheden met betrekking tot • informatie van de Rijksoverheid; • leidraad Invordering; • voorbeeld van kwijtscheldingsbeleid
62
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
14. De woonlasten benadering Wat zijn woonlasten van huishoudens? Woonlasten zijn de kosten van het wonen. Hieronder vallen: • de huur of hypotheekrente • het eigenwoningforfait in de inkomstenbelasting • de GWL-kosten (gas, water en licht) • de gemeentelijke onroerendezaakbelastingen (OZB) • de gemeentelijke rioolheffing • de gemeentelijke afvalstoffenheffing • de watersysteemheffing gebouwd • de ingezetenenheffing • de opstalverzekering Een deel van de door gemeenten geheven belastingen, zijn rechtstreeks terug te voeren op het bezit van een woning of aan voorzieningen die zijn gekoppeld aan de woonruimte. Met name eigenaren van koopwoningen merken jaarlijks dat de gemeente een deel van zijn taken bekostigt door heffingen die de woning of het perceel van de gebruiker centraal stellen.
Waaruit bestaan de gemeentelijke woonlasten? Uit bovenstaande opsomming blijkt dat de gemeentelijke woonlasten zijn onder te verdelen in 3 categorieën: 1 de onroerendezaakbelastingen (OZB); 2 de afvalstoffenheffing; 3 de rioolheffing. Deze drie gemeentelijke belastingen zijn direct toe te rekenen aan de woonlasten van huishoudens en worden betaald door de eigenaar of gebruiker van de woning. Eventueel kan tot de gemeentelijke Vereniging van Nederlandse Gemeenten
63
woonlasten ook nog de parkeerbelasting voor een parkeervergunning gerekend worden, maar dit komt slechts in een beperkt aantal gemeenten voor en wordt buiten de reguliere definitie van woonlasten gehouden.
Hoe verhouden de gemeentelijke woonlasten zich tot de totale woonlasten? De gemeentelijke woonlasten (belastingen) zijn een onderdeel van de totale woonlasten van een huishouden. Daardoor bedragen de gemeentelijke woonlasten slechts een relatief klein deel van de totale woonlasten. Onderstaand infographic maakt dit, op basis van gemiddelden, goed inzichtelijk. Dit gemiddelde is nog exclusief de betaalde huur of de lasten voor de hypotheek. Hypotheeklasten maken vaak meer dan de helft uit van de woonlasten. Gemiddeld gaat het om 53 procent van de totale woonlasten (bron: COELO Woonlastenmonitor 2012).
Woonlastenbenadering De woonlastenbenadering gaat er vanuit dat voor een balans in de gemeentelijke lasten op de woning, gekeken wordt naar de totale groei (of afname) van deze gemeentelijke woonlasten. Door een focus op de totale woonlasten, kan evenwicht gezocht worden in de verhouding tussen de opbrengsten uit onroerendezaakbelastingen enerzijds en de opbrengsten uit afvalstoffenheffing en rioolheffing anderzijds.
Welke keuzes heeft de gemeenteraad bij de gemeentelijke woonlasten? De verdeling van gemeentelijke woonlasten hangt sterk af van de keuzes van de gemeenteraad. De raad kan bepalen welk deel van de inkomsten uit de OZB moet worden gefinancierd. Daarnaast kan de gemeenteraad zich uitspreken over de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing en rioolheffing: deze mag maximaal kostendekkend zijn, maar het is voor de gemeente mogelijk deze heffing minder dan kostendekkend te begroten en het niet-kostendekkende deel via de OZB binnen te halen. Daardoor kan een belastingverschuiving van gebruikers naar eigenaren plaatsvinden. De gemeenteraad kan de totale gemeentelijke woonlasten op een aantal manieren inzetten. Hij kan: 1 de totale lasten benchmarken met andere gemeenten; 2 een indicator ontwikkelen voor de lasten die een gemeente bij haar burger legt; 3 de balans tussen OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing zoeken; 4 de gemeentelijke belastingaanslagen zoveel mogelijk op 1 aanslagbiljet (de woonlastennota) laten zetten en betalingsspreiding mogelijk maken (via een uniforme regeling van de betaaltermijnen in de onderscheiden belastingverordeningen).
Meer weten? • Website van het COELO over de lokale lasten; • Lokale lastenvergelijker van het CBS.
64
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
65
66
Vereniging van Nederlandse Gemeenten