Infobundel : Het Deeltijds onderwijs in vraag en antwoord A. Wat is ‘DBSO’? De afkorting DBSO staat voor Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs. In het deeltijds onderwijs volgen jongeren tussen de 15 en 25 jaar twee dagen per week een opleiding in het Centrum Leren en Werken (CLW). De leerlingen genieten 15 uur les per week,waarvan 8 uur beroepsgerichte vorming en 7 uur algemene, sociale en persoonlijkheidsvorming. Voor de overige drie dagen zoekt het centrum samen met de jongeren naar het meest ideale traject. B. Wat betekent het begrip ‘ALTERNEREND LEREN’? Onder het begrip ‘alternerend leren’ verstaan we het verstrekken van een opleiding in het Centrum Leren en Werken (CLW) die complementair verloopt aan deze verstrekt door een werkgever. Streefdoel is voor elke leerling een alternerende tewerkstelling te vinden, maar dit is geen verplichting. M.a.w. een leerling kan ook tewerkgesteld worden bij een werkgever zonder alternering bij wijze van noodoplossing. C. Onder welk statuut vallen deze jongeren? Jongeren die de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebben vallen onder het statuut van ‘jeugdige werknemer’. In de praktijk betekent dit dat deze jongeren :
niet meer dan 4½ uren ononderbroken arbeid mogen verrichten een principieel verbod op nachtarbeid hebben. geen arbeid verrichten op zondag, uitzonderingen zijn hierop echter mogelijk.
Voor bijkomende info en reglementering over het statuut ‘jeugdige werknemer’ zie http://www.werk.belgie.be/ D. Hoeveel uren mag een jongere presteren? Aangezien de leerlingen 15 uur les volgen mag de maximum arbeidsduur per week 23 uur zijn. (sommige sectoren 24u) . Tijdens de schoolvakanties is er wel een uitbreiding mogelijk, d.w.z. dat de leerling tijdens de vakantie de anders voorziene schooldagen mag arbeid presteren. (tot maximum 38 uur )
E. Welk arbeidsreglement is van toepassing? Het algemene arbeidsreglement van het bedrijf is ook van toepassing op de jongeren die tewerkgesteld zijn. Dit wil zeggen dat de werknemer bij ondertekening van zijn contract verklaart een afschrift van het in voege zijnde arbeidsreglement te hebben ontvangen.
F. Wat met de verzekering? De werknemers die onder de sociale zekerheid van loontrekkenden vallen, zijn inzake arbeidsongevallen gedekt door de verzekering van het bedrijf. Dus ook deze jongeren vallen onder de verzekering van het bedrijf tijdens de dagen dat ze tewerkgesteld zijn. De schooldagen worden uiteraard gedekt door de schoolverzekering. Proefdagen in het bedrijf worden door het CLW van
het KTA Brugge niet ingericht. Dergelijke proefdagen ressorteren onder de wetgeving op de stage van het voltijds onderwijs en worden door het centrum niet ondersteund. G. Wie ondertekent het contract? Uiteraard zijn dit werkgever en werknemer. Maar voor minderjarige jongeren is het aangewezen dat ook een wettelijke vertegenwoordiger mee het contract ondertekent. Hieronder wordt verstaan één van de ouders (vader of moeder) of voogd. H. Wat betekent het begrip ‘voltijds engagement’? De term ‘voltijds engagement’ houdt in dat elke leerling een wekelijkse invulling heeft van minstens 28 uur in een week. Er dient dus een contract van minstens 13 u opgemaakt te worden. (15 uur les en minstens 13 uur werk). I. Soorten contracten – Welke mogelijkheden zijn er? De deeltijdse arbeidsovereenkomst Deze arbeidsovereenkomst kan een overeenkomst van bepaalde of onbepaalde duur zijn, maar is zoals alle andere overeenkomsten in alternerende leersystemen - steeds een deeltijdse arbeidsovereenkomst. De jongere ontvangt een loon, afhankelijk van de sector en leeftijd van de jongere. Hij heeft dezelfde rechten en plichten als elke andere werknemer binnen de onderneming. De jongere moet zich aansluiten bij een ziekenfonds. Industrieel Leerlingenwezen (ILW) Het ILW is een overeenkomst waarbij de werkgever zich voor een periode van 6 tot 24 maanden (afhankelijk van de sector) engageert om de jongere op de werkvloer een opleiding te geven. De organisatie van het industrieel leerlingenwezen gebeurt in de schoot van de paritaire leercomités. Dit betekent dat ieder PLC een leerreglement heeft opgesteld, dat zij een type leerovereenkomst voorstelt en dat zij eindproeven organiseert voor de jongeren. Het bedrijf moet erkend zijn door het paritair leercomité om met een ILW te werken. De patroon moet ten minste 25 jaar oud zijn, hij moet door het paritair leercomité erkend zijn en moet ten minste zeven jaar praktijkervaring hebben. Bij sommige sectoren dient de werkgever ook een attest goed gedrag en zeden (module 2) voor te leggen. Afhankelijk van de sector dient de werkgever aan een aantal specifieke voorwaarden te voldoen. Voor verdere info hieromtrent kunt u altijd contact opnemen met Dhr. L. Brouckaert, trajectbegeleider KTA CLW Brugge. (050/20 92 29) Interimcontract Een interim overeenkomst wordt opgemaakt tussen het interimkantoor (in opdracht van het bedrijf) en de jongere. Hoewel het centrum in principe geen betrokken partij is, doet men er goed aan de tewerkstellingsverantwoordelijke van het centrum erbij te betrekken. De specifieke begeleiding vanuit een centrum zal de slaagkansen van een interim overeenkomst verhogen. Individuele beroepsopleiding Een individuele beroepsopleiding kan aangegaan worden met elke werkzoekende die ingeschreven is bij de VDAB, dus ook voor deeltijds lerende jongeren. Het contract wordt afgesloten tussen werkgever,VDAB en de jongere. Het bedrijf maakt een opleidingsplan op om de werkzoekende jongere een job aan te leren op de werkvloer zelf. Tijdens de opleiding betaalt het bedrijf geen loon of RSZ, enkel een productiviteitsvergoeding. Het bedrijf betaalt wel de verplaatsingskosten van de cursist en verzekert hem of haar tegen arbeidsongevallen.
De jongere ontvangt bovenop zijn of haar uitkering een premie tot een bedrag dat overeenstemt met het latere loon. Contactpersoon IBO – VDAB Brugge :
Ann Dejaegere Koning Albert I-laan 1.2 8200 Brugge 050/44 04 73 Opgelet : Bij een IBO heeft u geen recht op de start- en stagebonus (zie hieronder beschreven) Uitbreiding uurrooster In het IBO-contract wordt in artikel 1 vermeld: “De overeenkomst voor beroepsopleiding wordt gesloten voor een periode van: xx weken, beginnend op xxx en eindigend op xxx en met een gemiddelde van xx uren per week. Het uurrooster van de cursist is in bijlage bij deze overeenkomst gevoegd. Tijdens de opleiding kunnen geen overuren gepresteerd worden. Indien in uitzonderlijke gevallen toch overuren worden gepresteerd, moeten die binnen de maand worden gerecupereerd. Het niet naleven van deze bepaling door de onderneming kan er toe leiden dat de VDAB beslist om de onderneming gedurende 3 jaar geen opleiding toe te staan.” Dit is ook van toepassing voor deeltijdse IBO-contracten en uiteraard ook voor deeltijdse IBO’s voor jongeren uit het deeltijds onderwijs. Met andere woorden: een uitbreiding van de opleidingsuren kan en mag niet. Dit is contractueel vastgelegd en elke ondertekenaar is hier dus van op de hoogte en verplicht om dit na te leven. Deze uitbreiding kan en mag dus ook niet tijdens schoolvakanties. Als er in het contract gekozen wordt voor een flexibel uurrooster, dan hangt hier de bijhorende verplichting aan vast om die minimaal 1 week op voorhand kenbaar te maken. Het verschuiven van dagen en uren kan, maar dit moet op voorhand op papier staan. Een deeltijdse IBO kan niet gecombineerd worden met een andere arbeidsovereenkomst of stage in hetzelfde bedrijf. IBO is een opleiding tot een afgesproken beroep. Als de leerling in IBO via een andere overeenkomst wel geacht wordt om tegen betaling een gelijkaardige functie uit te oefenen, is de IBO onterecht opgemaakt. Extra aandachtspunten voor leerlingen deeltijds onderwijs Deeltijds onderwijs is een voltijds en meersporig engagement van leerling en school. Het luik “onderwijs” is de bevoegdheid van de school die er over waakt dat het onderwijsaspect niet in het gedrang komt. Dit maakt dus dat er maximum 23 uren overblijven (te verdelen over maximum 4 dagen – voor minderjarigen maximum 3 dagen) voor het luik “werk”. Het aantal dagen heeft te maken met het feit dat er maximum 6 dagen per week mag gepresteerd worden. Elke werknemer is verplicht om één rustdag per week te nemen Rekening houdend met de IBO-reglementering moet het contract voor minstens 19 en maximum 23 uren(zie hierboven) afgesloten worden. Jongeren van -18 jaar moeten verplicht twee opeenvolgende rustdagen per week krijgen Dit is ook van toepassing in de horeca-sector. Hierbij wordt verwezen naar de tewerkstelling van minderjarigen waar elke sector zich dient aan te houden. Elke leerling heeft recht op minstens 3 opeenvolgende weken vakantie tijdens de zomervakantie. De werkgever moet dit recht respecteren. Best wordt deze periode reeds vastgelegd bij het opmaken van de IBO-overeenkomst.
IBAL – begeleiding (Intensieve begeleiding alternerend leren) Dit is een begeleidingstraject voor arbeidsrijpe en -bereide jongeren in het stelsel van Leren en Werken die starten met een opleidings- of arbeidsovereenkomst (van tenminste 18u) in het normaal economisch circuit (NEC) maar nog wat extra begeleiding nodig hebben bij de start in het NEC. In dit begeleidingstraject krijgen de jongeren ongeveer 4 uur per week de mogelijkheid tot begeleiding, met een maximum van 25 uur begeleiding per traject. Het doel is om gedurende
maximum 4 maanden (effectieve tewerkstelling) extra ondersteuning te bieden aan jongeren. J. Heb ik als werkgever recht op financiële voordelen? Vermindering van sociale bijdragen - doelgroep jonge werknemers
De bijdragevermindering voor zeer jonge werknemers (tewerkgesteld vóór 1 januari van het jaar waarin ze 19 jaar worden)
Geen voorwaarden. Het volstaat de jongere in dienst te hebben en zijn tewerkstelling en de gevraagde vermindering onder de gepaste codes aan te geven op de tewerkstellingslijn in de DmfA of DmfAPPL. Deze jongeren hebben geen werkkaart nodig. Basisverminderingsbedrag = 1000 euro per kwartaal. Als het bedrag van de normaal te betalen bijdragen kleiner is, dan is het bedrag van de werkelijk toegekende vermindering natuurlijk maar even groot. Deze bijdragevermindering wordt toegekend tot en met het laatste kwartaal van het kalenderjaar waarin de jongere 18 jaar wordt
De bijdragevermindering voor laaggeschoolde startbaners (tewerkgesteld na 31 december van het jaar waarin ze 18 jaar worden)
De jongere moet laaggeschoold zijn. Laaggeschoold = wie geen diploma van secundair onderwijs heeft. U kan bij de indienstneming van een jongere een doelgroepvermindering (= vermindering van de RSZwerkgeversbijdragen) genieten van: 1.500 euro per kwartaal gedurende het kwartaal van indiensttreding en de zeven volgende (= 8 kwartalen) 400 euro per kwartaal gedurende de kwartalen 9 tot 12 De bijdragevermindering is evenwel niet meer van toepassing na het kwartaal waarin de jongere 26 jaar is geworden. De bedragen van 1 500 euro en 400 euro zijn van toepassing wanneer de jongere gedurende een volledig kwartaal voltijds is tewerkgesteld. Wanneer hij deeltijds is tewerkgesteld of niet gedurende het volledige kwartaal wordt tewerkgesteld, zal de RSZ/RSZ-PPO deze bedragen volgens een bepaalde formule proportioneren. Werkkaart :
De werkkaart is een RVA-attest waaruit blijkt dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden om aangeworven te kunnen worden in het kader van ACTIVA. http://www.rva.be/nl/formulieren/c63-werkkaart Start- en stagebonus De stagebonus is een premie toegekend aan de werkgever die in het kader van een arbeids- of een opleidingsovereenkomst een jongere tewerkstelt of opleidt, die onderwijs met beperkt leerplan volgt of een erkende vorming in het kader van de deeltijdse leerplicht.
De stagebonus bedraagt 500 EUR, op het einde van een eerste of een tweede opleidingsjaar en 750 EUR op het einde van een derde opleidingsjaar. De stagebonus wordt betaald voor maximum drie opleidingsjaren van eenzelfde alternerende opleidingscyclus, telkens wanneer de jongere een opleidingsjaar heeft beëindigd of stopgezet. Het is niet vereist dat de jongere het betrokken opleidingsjaar met vrucht heeft beëindigd. De stagebonus kan betaald worden op het einde van een opleidingsjaar, indien de volgende voorwaarden vervuld zijn: 1.
de cyclus van de alternerende opleiding en de praktijkopleiding zijn begonnen vóór het einde van de deeltijdse leerplicht;
2.
de jongere heeft een praktijkopleiding gevolgd in uw onderneming in de loop van dit opleidingsjaar, in het kader van een arbeids- of opleidingsovereenkomst met een voorziene duur van minimum vier maanden;
3.
u doet de aanvraag bij het bevoegde werkloosheidsbureau van de RVA binnen de vier maanden na het einde van het opleidingsjaar
De stagebonus kan betaald worden voor opleidingsjaren waarvan de einddatum ligt na het einde van de leerplicht, op voorwaarde evenwel dat de cyclus van de alternerende opleiding begonnen is vóór het einde van de leerplicht en dat de praktijkopleiding plaatsvindt in het kader van de uitvoering van een arbeids- of opleidingsovereenkomst die eveneens vóór het einde van de leerplicht is ingegaan. Voor verdere info kunt u contact opnemen met Dhr. Brouckaert of info vinden op www.rva.be K. Wat is een alterneringsplan?
De opleidingsactiviteiten worden na overleg tussen de trajectbegeleider, de leraar BGV, de mentor en de jongere vastgelegd in een alterneringsplan dat door alle partijen ondertekend wordt. Bedoeling van het alterneringsplan is de bekwaamheden en de werkpunten van de jongere in kaart te brengen. L. Welke opvolging is er door de school?
Er zal minstens één werkbezoek gebeuren per trimester; meestal zal dit de leerkracht beroepsgerichte vorming zijn of eventueel de trajectbegeleider. Bij elk werkbezoek worden de competenties van de jongere overlopen en neergeschreven in het alterneringsplan.
Voor verdere inlichtingen kunt u altijd contact opnemen op onderstaande gegevens L. Brouckaert trajectbegeleider KTA CDO Brugge Fonteinstraat 30 8020 Oostkamp 050/20 92 29
fax : 050/82 28 51
GSM : 0472/ 32 15 18
[email protected]