Leerplan Docentenopleiding FBW 2014-2015
Inhoudsopgave Leerplan Hoofdstuk 1: Competentieprofiel Docentenopleiding FBW 1.1 Inleiding 1.2 Visie op ontwikkeling, leren en opleiden 1.3 Missie 1.4 Competentieprofiel
1 1 2 2
Hoofdstuk 2: Opleiding algemeen 2.1 De Docentenopleiding FBW in vogelvlucht 2.2 Profiel 2.3 Achtergrond van de Docentenopleiding FBW
5 5 5
Hoofdstuk 3: Het studieprogramma 3.1 Globale structuur en verdeling van de studielast 3.2 Organisatie van de opleiding 3.3 Uitwerking van het opleidingsprogramma
7 7 8
Hoofdstuk 4: Toelatingsbeleid en inschrijvingsreglement 4.1 Toelatingseis 4.2 Aanmelding en plaatsing 4.3 Betaling
10 10 10
Hoofdstuk 5: Evaluatiebeleid
11
Hoofdstuk 6: Toetsbeleid 6.1 Toetsbeleid 6.2 Afronden van de Docentenopleiding FBW 6.3 De selectieve beoordeling
12 13 13
Hoofdstuk 7: Bijzondere regelingen 7.1 Studieproblemen 7.2 Vrijstellingen 7.3 Alternatieve opdrachten
16 16 16
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
Hoofdstuk 1: Competentieprofiel Docentenopleiding FBW 1.1 Inleiding Het doel van de Docentenopleiding FBW is studenten voldoende ervaring te geven om docenttaken binnen het hoger beroepsonderwijs (hbo), die aansluiten bij het onderwijsprogramma van de FBW, naar behoren te kunnen vervullen. Dit betekent dat studenten na het voltooien van de Docentenopleiding FBW over competenties beschikken die hen in staat stellen als beginnend docent op een hbo-instelling te doceren (primair proces). Daarnaast zijn afgestudeerden in staat hun taken en taakuitvoering kritisch te evalueren en eventueel te veranderen op basis van die evaluatie (eigen ontwikkeling). Tot slot kunnen afgestudeerden goed samenwerken binnen een docententeam en een waardevolle bijdrage leveren aan onderwijsinnovaties (functioneren in een onderwijsorganisatie). 1.2 Visie op ontwikkeling, leren en opleiden Leren en ontwikkelen is optimaal als de student adequaat gedrag toont in zijn werk als docent. De student kan beter presteren als de opleiding aansluit bij datgene wat de student inspireert, motiveert en als het aanbod aansluit bij de leerwensen en reeds ontwikkelde vermogens. Daarnaast wordt leren gezien als een sociaal en actief proces en is leren zinvol als er sprake is van een doelgericht en contextgebonden proces. Tijdens de opleiding wordt daarom van de student gevraagd ervaringen op te doen in de onderwijspraktijk en in interactie met anderen een relatie te leggen tussen bestaande en nieuwe kenniselementen. Daarbij is het belangrijk dat de student eigen doelen voor ogen heeft. Al deze aspecten leiden ertoe dat een student effectief en efficiënt kan leren en dat hij gemakkelijk een transfer kan maken van de leersituatie naar de werksituatie. Vanuit deze sociaal-constructivistische visie biedt de Docentenopleiding FBW een competentiegerichte cursus aan. De cursus, waarin de student zelf centraal staat en de beroepspraktijk en multi-professionele samenwerking een belangrijke rol spelen, daagt uit tot leren en is deels aanbod-, deels vraaggestuurd. Uitgangspunt voor het leren zijn de eerder verworven competenties, motivatie, eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces en de eigen visie op het docentschap. Rekening houdend met het onderwijsaanbod en de eigen leergeschiedenis worden competenties van de student vastgesteld en formuleert de student leerwensen. De gegeven kaders van de opdrachten bieden ruimte voor eigen (inhoudelijke) invulling en de student heeft de mogelijkheid alternatieve opdrachten te laten fiatteren. Naarmate de student zich verder ontwikkelt neemt de sturing vanuit de opleiding af en zal de student meer zijn eigen leersituaties gaan creëren. De praktijk geldt daarbij als de meest krachtige leeromgeving, omdat deze leeromgeving realistisch en uitdagend is. Van de student wordt verwacht dat hij aangeeft hoe hij zijn competenties wil verwerven. De eerder verworven competenties, de leerwensen, het leerproces en de behaalde resultaten met bewijslast uit de cursus en de stage worden zichtbaar gemaakt in een digitaal portfolio. Hierbij krijgt de student ondersteuning van zijn supervisor. De student oefent docentgedrag in verschillende situaties en staat open voor feedback. Door middel van professionaliseringsbijeenkomsten met intervisie en supervisie en door middel van individuele reflectieactiviteiten formuleert de student nieuwe leerwensen, waarmee een nieuwe leercyclus start. Belangrijk is dat de studenten van en met elkaar het leren en de leerresultaten willen onderzoeken. Een veilige leeromgeving, de wil tot samenwerken en respect voor alle betrokkenen zijn voor het leren essentieel. Docenten en supervisoren van de Docentenopleiding FBW staan de studenten bij in de professionele ontwikkeling tot docent. Zij vervullen een voorbeeldfunctie en laten studenten
1
2
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
beroepsinhoudelijke kennis en vaardigheden integreren in hun onderwijs. Daarbij baseren de docenten en supervisoren zich bij voorkeur op resultaten uit wetenschappelijk onderzoek. Supervisoren ondersteunen studenten bij het vinden en verwerken van leerstof, bij het oefenen van didactische vaardigheden, zij geven feedback en initiëren reflectie op het leerproces. Bij de begeleiding van het leerproces van de student is ook aandacht voor eventuele studiebelemmerende factoren als bijvoorbeeld motivatieproblematiek, planning van activiteiten en prestatieangst. De supervisor heeft dan vooral een stimulerende, voorwaarden scheppende en ondersteunende rol. Zo nodig adviseert een supervisor om passende hulpverlening te zoeken. Bij het opdoen van ervaringen in het docentschap spelen zowel de vakinhoudelijke kennis en vaardigheden als de didactische kennis en vaardigheden samen met de eigen attitude een rol bij het ontwikkelen van de diverse competenties. Binnen de Docentenopleiding FBW zal de nadruk liggen op de didactische elementen, omdat er vanuit gegaan wordt dat de studenten de vakinhoud vanuit de bachelor en mastervakken binnen de FBW op het juiste niveau krijgt. Om te stimuleren dat de vakinhoud goed geïntegreerd wordt met de didactische inhoud zullen er op diverse momenten in de cursus wel vakdidactische beoordelingen plaatsvinden. 1.3 Missie Docenten aan hbo opleidingen leiden studenten competentiegericht op. Hun studenten of toekomstige beroepsbeoefenaren leren kennis, vaardigheden en attitude in samenhang te gebruiken in de beroeps-context. Van beroepsbeoefenaren wordt een grote mate van flexibiliteit en professionaliteit verwacht, de huidige informatiemaatschappij vraagt om een leven lang leren. Grenzen binnen de zorg en sport vervagen. Er wordt vaker en intensiever multi-professioneel gewerkt. Patiënten en leerlingen zijn mondig en stellen eisen aan zorg en opleiding. Bovenstaande punten vereisen een competentiegerichte opleiding voor docenten. De master Docentenopleiding FBW biedt dit in een kleine en compacte vorm als cursusonderdeel binnen de master van bewegingswetenschappen. In het de sport en zorg opleidingen in het hbo worden onderwijs, leertrajecten en assessments steeds meer in samenspraak met het werkveld vormgegeven. Er bestaat een grote verscheidenheid aan didactische werkvormen waarin actief leren gevraagd wordt en er ligt nadruk op begeleidings- en beoordelingsvaardigheden. Docenten vervullen een voorbeeldfunctie en leiden studenten op tot zelfstandige en verantwoordelijke beroepsbeoefenaren. Ook van onze toekomstige docenten wordt dus een hoge mate van flexibiliteit en professionaliteit verwacht.
1.4 Competentieprofiel De afgestudeerde van de Docentenopleiding FBW dient over de volgende competenties te beschikken op het niveau van een beginnend hbo-docent met betrekking tot het primair proces, de eigen ontwikkeling en het functioneren in een onderwijsorganisatie. Primair proces Ontwikkelen van onderwijs De docent is in staat onderwijs te ontwikkelen dat binnen het beroepsprofiel past en dat aansluit op de visie, wensen en mogelijkheden van de opleiding. Toelichting Het ontwikkelen van onderwijs heeft zowel betrekking op de voorbereiding van lessen als het ontwerpen of herzien van een lessencyclus.
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
De voorbereiding van een les is een circulair proces dat in vier aspecten kan worden opgedeeld. Het eerste aspect bestaat uit het vaststellen van de basisgegevens zoals het onderwerp, de beroeps- en onderwijsvisie, de structuur van de opleiding, de beginsituatie van de studenten en randvoorwaarden. Bij het tweede aspect worden inhoud en cursus- en lesdoelstellingen in relatie tot de eindtermen vastgesteld. Bij het derde aspect wordt de onderwijsleersituatie vorm gegeven in relatie tot de basisgegevens en de doelstellingen (werkvormen, mediagebruik, studiebelastinguren, procesgericht opleiden). Bij het laatste aspect bepaal je hoe proces- en productevaluatie in relatie tot de basisgegevens en de doelstellingen zal plaatsvinden. Aan de hand van de evaluatiegegevens kun je een lessencyclus verantwoord ontwerpen of wijzigingen doorvoeren die noodzakelijk zijn (herziening). Begeleiden van studenten De docent is in staat om studenten zodanig te begeleiden zodat zij gestimuleerd worden in hun leerproces. Toelichting De begeleiding van studenten heeft betrekking op zowel de inhoud als het proces van het leren van de student. Het leren van de student kan plaatsvinden in een grote groep, een kleine groep of individueel. Onder deze competentie vallen zowel de uitvoering als evaluatie van de leersituatie waarbij gebruik wordt gemaakt van verschillende werkvormen. Bij de uitvoering van een lessituatie staan presentatievaardigheden en begeleidingsvaardigheden centraal. Bij een begeleidingsgesprek zal er specifiek een beroep worden gedaan op je begeleidingsvaardigheden. Je zal als docent, om studenten op een open, heldere en correcte wijze te kunnen begeleiden, de basis gesprekstechnieken en interventiestrategieën moeten beheersen. Tot slot dient een proces- en productevaluatie na een begeleidingsmoment plaats te vinden. Beoordelen De docent is in staat om het leerproduct en -proces van de student te beoordelen in relatie tot wat opleiding en beroep vraagt. Toelichting Het beoordelen bestaat uit verschillende aspecten namelijk: constructie, afname, analyse en evaluatie van de beoordelingssituatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende toets en evaluatievormen. Belangrijke toetseisen zijn betrouwbaarheid, validiteit, doorzichtigheid en bruikbaarheid. Eigen ontwikkeling Professionaliseren van eigen handelen De docent is in staat zich als professional met verschillende rollen te ontwikkelen zowel op vakinhoudelijk als didactisch gebied en verdiept zich beroepsinhoudelijk. Toelichting Tijdens de Docentenopleiding FBW verwerf je bekwaamheden die je nodig hebt om als docent je werk uit te voeren. Daarbij kun je verschillende rollen hebben zoals docent, begeleider, teamlid en onderwijsontwikkelaar. De opleiding kan je echter niet op alle mogelijke situaties voorbereiden, daarom is het ook van belang dat je leert om te gaan met nieuwe of onverwachte situaties. Naast het gebruik maken van feedback en evaluaties is reflectie een zinvolle manier. Dat wil zeggen begrijpen wat er in die situatie aan de hand is
3
4
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
en van daaruit je gedrag bepalen. Het onderwijs is voortdurend in ontwikkeling. Dit vraagt van de docent dat hij in staat is zich aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Door (zelf-)beoordelingen kan de docent leren van zijn eigen werk en door bewuste keuzes te maken kan hij zijn eigen ontwikkeling sturen. Functioneren in een onderwijsorganisatie Signaleren en integreren van ontwikkelingen De docent is in staat relevante onderwijskundige-, vakinhoudelijke en beroepsveldontwikkelingen te signaleren en integreren in het onderwijs. Toelichting Het onderwijs, het vak en het beroep ontwikkelen zich in deze tijd snel. Dat vraagt van de docent deze ontwikkelingen bij te houden door best evidence based informatie te selecteren. Desgewenst kun je deze informatie gebruiken in je eigen onderwijs of in afstemming met mededocenten een plek geven in de opleiding. Het is belangrijk voor een docent een actieve bijdrage te leveren aan de onderwijsorganisatie en kritisch te blijven ten aanzien van ontwikkelingen. Samenwerken in een team De docent is in staat als lid van een team samen te werken met collega's, denkend vanuit gemeenschappelijke belangen. Toelichting Als docent maak je onderdeel uit van een team van docenten die gezamenlijk de opleiding verzorgen. Regelmatig zul je samen met andere collega's uit het team werken aan een gemeenschappelijk doel. Het vraagt specifieke vaardigheden om te kunnen samenwerken met collega's. Het samenwerken vereist het kunnen omgaan met bijvoorbeeld verschillende belangen, geschreven en ongeschreven regels en verschillende omgangsvormen. Daarnaast zal je als docent in staat moeten zijn op een open, heldere en correcte wijze met collega’s te communiceren. Onder communiceren wordt zowel de verbale als de non-verbale communicatie verstaan. Daarnaast valt onder communicatie het op schriftelijke wijze overbrengen van een boodschap en het geven en ontvangen van feedback.
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
5
Hoofdstuk 2: Opleiding algemeen Hoofdstuk 2 beschrijft kort de Docentenopleiding FBW en gaat in op de ontstaansgeschiedenis van de opleiding en de benoembaarheidseisen voor docenten. 2.1 De Docentenopleiding FBW in vogelvlucht Relatief veel afgestudeerden van de Faculteit der Bewegingswetenschappen (FBW) vinden een werkkring als docent binnen het hbo, zoals aan de studierichtingen Fysiotherapie, Lichamelijke Opvoeding, en Bewegingstechnologie. Daar geven zij, afhankelijk van hun afstudeerrichting, les in "steunvakken" als anatomie, (inspannings-) fysiologie, kinesiologie, (sport-) psychologie, methodologie, gezondheidskunde en antropologie. Het functioneren als docent in het hbo vergt kennis, vaardigheden en attituden waarover iemand slechts bij uitzondering van nature beschikt. De Docentenopleiding FBW beoogt de studenten een deel van de vereiste kennis, vaardigheden en attituden te laten verwerven, zodanig dat zij over voldoende startcompetentie beschikken om met succes een taak als docent in het hbo op zich te nemen. De Docentenopleiding FBW is toegankelijk voor studenten die zich in de Masteropleiding bevinden. De opleiding wordt verzorgd door EXPOSZ, verbonden aan de FBW van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. De totale studielast bedraagt 24 ECTS (één studiepunt is 28 uur). Het is niet mogelijk voor slechts een deel van de opleiding studiepunten te verkrijgen. 2.2 Profiel Studenten van de Docentenopleiding FBW hebben allen een wetenschappelijke achtergrond, georiënteerd op het bewegen van de mens. Dankzij deze academische achtergrond zijn zij goed in staat om bij het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van onderwijs, te onderbouwen, te analyseren, te selecteren en te onderzoeken. Tevens maakt dit de toekomstige docenten goed inzetbaar voor taken op organisatorisch niveau en het signaleren en aanpakken van onderwijskundige vraagstukken binnen de opleiding. De docentenopleiding FBW is "op maat" gemaakt voor deze studenten. Zij leren om hun kennis van het bewegen “over te dragen” aan studenten in het Hoger gezondheidszorgonderwijs (HGZO) of aan de academie voor lichamelijke opvoeding (ALO) en zijn in staat deze te stimuleren tot “evidence based” handelen. Daarnaast worden de studenten goed toegerust om studenten te begeleiden binnen probleemgestuurd of projectonderwijs, stage of scriptie en hun studie in het algemeen. 2.3 Achtergrond van de Docentenopleiding FBW Om studenten didactisch voor te bereiden op het docentschap heeft de FBW in samenwerking met het Onderwijs Adviesbureau en de toenmalige Lerarenopleiding van de VU in 1981 een docentenopleiding ontwikkeld. Sinds 1981 wordt jaarlijks een opleiding verzorgd waaraan ongeveer 15 tot 20 studenten deelnemen. Aan het merendeel van de aanstaande hbo-docenten werden tot 1 augustus 1986 geen eisen gesteld ten aanzien van een didactische opleiding. Afgestudeerden van de FBW vormden wat dat betreft een uitzondering. Zij dienden namelijk wel over een verklaring van pedagogischdidactische scholing te beschikken om bevoegd te zijn tot het geven van onderwijs in het hbo. Het volgen van de Docentenopleiding FBW gaf recht op een dergelijke verklaring. Met de invoering van de Wet op het Hoger Beroepsonderwijs, per 1 augustus 1986, kwam er formeel een eind aan de situatie dat docenten aan hbo-instellingen benoemd konden worden zonder dat zij over een bewijs of verklaring van voldoende didactische voorbereiding beschikten.
6
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
In april 1990 heeft het Ministerie van OC&W nieuwe regelingen opgesteld inzake de benoembaarheideisen voor docenten hbo. Een docent hbo dient in het bezit te zijn van een bewijs/verklaring van voldoende didactische voorbereiding. De benodigde didactische vaardigheden dient de docent zich eigen te maken door het volgen van een didactische scholing ("hbo-didactische cursus") nadat hij is aangesteld als docent. De FBW biedt de Docentenopleiding FBW aan als een studieonderdeel in het Masterprogramma van de FBW. De redenen daarvoor zijn: 1. Afgestudeerden van de FBW zullen in een gunstige concurrentiepositie verkeren bij sollicitaties naar functies in het onderwijs. Studenten die de Docentenopleiding FBW met succes hebben afgerond wordt vrijstelling verleend voor het gehele programma van de verplichte hbo-didactische cursus, mits zij niet langer dan vijf jaar na het afronden van de Docentenopleiding FBW met de hbo-didactische cursus "beginnen". 2. In het verleden bleek de stage (onderdeel van de Docentenopleiding FBW) voor een aantal studenten een goede opstap voor een baan in het hbo. Een overweging voor het aanbieden van de Docentenopleiding FBW vormt ook het feit dat de FBW een docentenopleiding (Docentenopleiding HGZO) verzorgt ten behoeve van gezondheidszorgopleidingen die onder het Ministerie van VWS en OC&W ressorteren. De Faculteit behoudt langs deze weg met een groot aantal hogescholen contacten en samenwerkingsverbanden.
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
Hoofdstuk 3: Het studieprogramma De uitgangspunten en de competenties bepalen samen de uiteindelijke inrichting, opbouw en uitvoer van het studieprogramma. In dit hoofdstuk wordt de concrete invulling van het studieprogramma beschreven. De globale structuur van de opleiding en de verdeling van de studielast komen eerst aan bod. Daarna komt de organisatie van de opleiding aan de orde en wordt een uitwerking van het programma gegeven. Informatie over de stage is te vinden in de stagehandleiding. 3.1 Globale structuur en verdeling van de studielast Onder studielast wordt verstaan: de hoeveelheid tijd die een student in totaal kwijt is aan het volgen van de opleiding. D.w.z. de uren dat hij aanwezig is in de lessen en op de stage (contacturen) én het aantal uren dat besteed wordt aan het voorbereiden (zelfstudie-uren). De totale studielast van de Docentenopleiding FBW bedraagt 24 ECTS (672 uur studielast). In de opleiding worden vier (vak)didactische cursusonderdelen verzorgd waarin de competenties met betrekking tot het primair proces centraal staan. Het ontwikkelen van deze competenties in de onderwijspraktijk gebeurt in de stage en via het onderwijsinnovatieproject. De studielast is als volgt verdeeld: 8 studiepunten voor de (vak)didactische cursusonderdelen, ongeveer 3 studiepunten voor het onderwijsinnovatieproject, 8 studiepunten voor de stage, 5 studiepunten voor het professionaliseringstraject. 3.2 Organisatie van de opleiding De Docentenopleiding FBW start jaarlijks in september en wordt begin juni afgesloten. De studenten zijn in deze periode gedurende 28 weken intensief bezig met de opleiding (gemiddeld 25 uur per week), 2 weken minder intensief (3 a 4 uur per week) en tussendoor zijn er tentamenweken waarin de studenten niet hoeven te studeren voor de Docentenopleiding FBW. De (vak)didactische cursussen worden afhankelijk van hun inhoud in blokvorm en als doorlopende leerlijn gegeven. De volgorde van de blokken is afgestemd op de vaardigheden die de studenten in de loop van de stage nodig hebben. De lessen aan de VU lopen parallel aan de stage. De student dient zelf de stageactiviteiten te plannen in overleg met de stagebegeleider vanuit de stage-instelling.
7
8
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
3.3 Uitwerking van het opleidingsprogramma Overzicht totale programma
Figuur 1: globale verdeling van de studielast- (sbu) binnen de opleiding
(Vak)didactiek De (vak)didactische cursusonderdelen zijn er op gericht de studenten kennis, inzichten, vaardigheden en attituden te verschaffen die nodig zijn voor het arrangeren van onderwijsleersituaties (voorbereiden, uitvoeren en evalueren van onderwijs). Hierbij gaat het vooral om het doceren en ontwikkelen van de steunvakken en het leveren van een bijdrage aan het ontwikkelen van het curriculum van de hbo-opleiding. De vier cursussen die onder (vak)didactiek zijn opgenomen lopen tot en met begin maart. Professionaliseringstraject Het professionaliseringstraject biedt ondersteuning bij de ontwikkeling van de student tot beginnend hbo-docent. De basis van dit traject wordt gevormd door de professionaliseringsbijeenkomsten. Onder begeleiding van een supervisor gaan de studenten elkaar binnen hun professionaliseringsgroep helpen met het formuleren van persoonlijke leerdoelen en het opstellen van actieplannen, het reflecteren op het leerproces, het zoeken naar oplossingen voor lastige situaties op de stage en het oefenen met intervisiemethodieken. Daarnaast vormt de doorlopende opdracht, het maken van een digitaal portfolio in de vorm van zowel een ontwikkelingsportfolio als een beoordelingsportfolio, een belangrijk onderdeel van het professionaliseringstraject. Meer informatie over het professionaliseringstraject en het portfolio zijn te vinden in de handleiding “professionaliseringstraject”.
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
Onderwijsinnovatie-project Dit project heeft onder andere ten doel dat de student inzicht verwerft in de organisatie van een opleiding en in het functioneren daarvan en dat hij zich oriënteert op problemen die binnen zo’n onderwijsinstelling aan de orde zijn. De student verschaft inzicht in de voor een docent relevante ontwikkelingen in het hbo. De studenten zullen een opdracht van een hboinstelling op een projectmatige manier uitwerken. Stage De stage is er op gericht de studenten kennis en inzicht te verschaffen in de onderwijs- en lesgeefpraktijk op een hbo-opleiding alsmede vaardigheid op te laten doen in het geven van onderwijs. De stage is het onderdeel van de Docentenopleiding FBW waarin integratie van theorie en praktijk plaatsvindt: vrijwel alle cursussen lopen vooruit op of grijpen terug naar activiteiten die studenten in de stage ondernemen. Een groot deel van de stage bestaat uit observeren, voorbereiden en geven van lessen.
9
10
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
Hoofdstuk 4: Toelatingsbeleid en inschrijvingsreglement In dit hoofdstuk komt aan de orde voor wie de Docentenopleiding FBW bedoeld is, hoe de aanmelding en plaatsing verloopt en op welke wijze de betaling geschiedt. 4.1 Toelatingseis Vanwege het niveau waarop de vakken in het hbo veelal gedoceerd worden dienen de deelnemers aan de Docentenopleiding FBW al aan de Masteropleiding begonnen te zijn. Diegene die hun Masterdiploma of doctoraal al gehaald hebben kunnen deelnemen als contractstudent wanneer er na plaatsing van de reguliere studenten nog plaats is. Gezien de zwaarte van de Docentenopleiding FBW, en studielast van ongeveer 25 uur per week, strekt het tot de aanbeveling de andere Masteronderdelen goed naast de opleiding te plannen. 4.2 Aanmelding en plaatsing Aanmelding voor de Docentenopleiding FBW dient schriftelijk te gebeuren. Het inschrijfformulier dient uiterlijk 25 mei in het jaar van aanvang van de opleiding in het bezit te zijn van de opleiding. Uitgangspunt voor de opleiding is jaarlijks 17 studenten of meer toe te laten. Het definitieve aantal opleidingsplaatsen wordt bepaald door het aantal beschikbare stageplaatsen en beschikbare onderwijsfaciliteiten. De opleiding kent daarom een flexibele bovengrens voor het aantal toe te laten studenten. Bij meer aanmeldingen dan opleidingsplaatsen, volgt een plaatsing op basis van matchen en loten. Geplaatste studenten dienen hun deelname schriftelijk te bevestigen. In geval van loting wordt een wachtlijst samengesteld. Indien een ingelote student afziet van deelname benadert de opleiding, in volgorde van de wachtlijst, kandidaten per stageadres. Geïnteresseerden die hun Master of Doctoraal reeds behaald hebben en niet meer ingeschreven staan als student kunnen indien er plaats is aan de opleiding deelnemen als contractstudent. De kosten hiervoor worden geschat op € 2780,- te voldoen aan het begin van de opleiding. 4.3 Betaling De Docentenopleiding FBW schaft de benodigde boeken en cursushandleidingen aan voor de studenten. Na de afsluiting van de opleiding dienen de studenten het boekengeld (ongeveer € 225,-) over te maken.
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
11
Hoofdstuk 5: Evaluatiebeleid Evalueren is het verzamelen van informatie over gerealiseerde onderwijsleerprocessen ten dienste van te nemen beslissingen over cursus(onderdelen) of elementen van het leerplan. Het achterliggende doel is kwaliteitsbewaking en verbetering van het onderwijsprogramma. De Docentenopleiding FBW evalueert op cursusonderdeel en cursusniveau. Op cursusonderdeelniveau komen onder meer aan de orde: • de waardering van inhoudelijke en didactische aspecten van de cursus als geheel, het gebruikte materiaal, en de vaardigheden van de docent; • de werkelijke studiebelasting (in relatie tot de opgegeven studiebelasting); • de zinvolheid van de gestelde doelen, de mate waarin zij behaald zijn; • de geschiktheid van de vorm en inhoud van de cursus om de gestelde doelen te behalen. De resultaten van de evaluaties worden met de docenten doorgesproken waarna er, indien dit nodig blijkt, een wijzigingsplan wordt opgezet. Cursusevaluatie vindt plaats aan het einde van de opleiding. Hierbij worden vragen gesteld naar: • • • • • •
de waardering van de cursus “Docentenopleiding FBW” als geheel; relevantie van de verschillende cursusonderdelen binnen het geheel van de cursus; de waardering van het professionaliseringstraject en portfoliogebruik; afstemming van de verschillende cursusonderdelen op het toekomstige beroep; afstemming en programmering van de verschillende cursusonderdelen op elkaar; de kwaliteit van de begeleiding;
De resultaten van deze evaluatie kunnen aanleiding zijn tot het bijstellen van het curriculum.
12
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
Hoofdstuk 6: Toetsbeleid en selectieve beoordeling In dit hoofdstuk staat beschreven hoe studievorderingen van studenten worden vastgesteld en beoordeeld. Eerst komt het doel van dit beleid aan de orde, daarna wordt de procedure beschreven. In de laatste paragraaf wordt de selectieve beoordeling uitvoerig beschreven. 6.1 Toetsbeleid De toetsvorm die bij de Docentenopleiding FBW gehanteerd wordt is het portfolio in combinatie met een beoordelingsgesprek. Kenmerkend voor deze toetsvorm is dat de verantwoordelijkheid meer bij de student komt te liggen, aangezien deze deels zelf bepaalt hoe en waarmee hij de verschillende competenties onderbouwt. Een aantal bewijsstukken moet verplicht worden opgenomen en met een voldoende zijn beoordeeld om de docentenopleiding FBW af te ronden. De bewijsstukken kunnen verschillend zijn en bestaan uit één of meerdere hieronder te noemen toets- en beoordelingsvormen: I Aanwezigheid Indien een student bij een bijeenkomst niet aanwezig kan zijn, dient hij dit vooraf te bespreken met de betreffende docent en supervisor van de opleiding. II Beoordeling van verplichte opdrachten Iedere verplichte opdracht wordt beoordeeld met een cijfer (van 1 t/m 10, afgerond op halve cijfers) of met een 'voldaan' of een ‘niet voldaan’. Het inleveren van de opdrachten is gebonden aan een datum die de docent heeft vastgesteld. Indien de student zonder opgaaf van reden de datum overschrijdt, resulteert dit in een onvoldoende beoordeling. De toetsprocedure, wijze van beoordeling en de sanctionering van de diverse verplichte onderdelen staan beschreven in de handleidingen van de diverse cursusonderdelen. III Sanctionering Mogelijke beoordelingen voor de verplichte opdrachten zijn: • voldoende (een 6,0 of hoger of een 'voldaan'); • onvoldoende (ieder cijfer lager dan een 6,0 of een 'niet voldaan'). Verplichte opdrachten (zie tabel 1) moeten allemaal voldoende zijn, omdat het voorwaardelijke items zijn om deel te nemen aan het beoordelingsgesprek van de selectieve beoordeling. IV Herkansingsbeleid Per verplichte opdracht is maximaal één herkansing mogelijk. Bij een onvoldoende stelt de betreffende docent in overleg met de student een herkansingsdatum vast. Indien de student zonder opgaaf van reden de herkansingsdatum overschrijdt, resulteert dit in een onvoldoende. Als de herkansing geen voldoende heeft opgeleverd, dient de student de Docentenopleiding FBW te verlaten. Er kunnen dan geen studiepunten aan de student worden toegekend. Bij de selectieve beoordeling (zie paragraaf 6.3) mag alleen worden deelgenomen aan het beoordelingsgesprek, als de student aan de voorwaardelijke items heeft voldaan. Indien een student niet aan de voorwaardelijke items heeft voldaan of na het beoordelingsgesprek geen voldoende scoort, krijgt hij eenmalig de kans zijn beoordelingsportfolio te herzien. In overleg met de student, stelt de assessor een nieuwe datum vast voor het inleveren van het
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
13
beoordelingsportfolio. Wanneer opnieuw niet aan de voorwaardelijke items wordt voldaan of een tweede beoordelingsgesprek geen voldoende resultaat oplevert, sluit de student de Docentenopleiding FBW af met een onvoldoende. Er worden dan geen studiepunten toegekend aan de student.
Tabel 1: een overzicht van de verplichte opdrachten
Onderdeel opleiding Didactische basisprincipes Onderwijs aan groepen Toetsen en beoordelen Studentbegeleiding Professionaliseringstraject
Onderwijsinnovatieproject Stage
Verplichte opdrachten DBP toets (plaza + kwaliteit feedback + MC-score) Module-opdracht Eindopdracht: miniles Doorlopende opdracht: toetsanalyse Stageopdracht t.b.v. StudentBegeleiding Presentatie ontwikkelingsportfolio (PB 8) Presentatie beoordelingsportfolio (PB 13) Product: rapport (+ presentatie) Opdracht Stageoriëntatie Opdracht Verzorgen van 20 lesuren (door stagebegeleider afgetekend) Opdracht Lesbezoek supervisor Opdracht voorafgaand aan Onderwijs Aan Groepen Opdracht t.b.v. Toetsen & Beoordelen Stageopdracht t.b.v. StudentBegeleiding
Indien gewenst kan in plaats van een verplichte opdracht een alternatief product in het portfolio geplaatst worden. Dit moet dan wel van tevoren met de supervisor overlegd en schriftelijk overeengekomen zijn. 6.2 Afronden van de Docentenopleiding FBW De Docentenopleiding FBW wordt met goed gevolg afgesloten indien het: − beoordelingsportfolio en − beoordelingsgesprek met een voldoende is beoordeeld. De procedure voor, tijdens en na de beoordeling wordt in de volgende paragraaf beschreven.
6.3 De selectieve beoordeling De selectieve beoordeling is de afsluiting van de Docentenopleiding FBW. Deze beoordeling bestaat uit twee delen: het beoordelingsportfolio en het beoordelingsgesprek. Het beoordelingsportfolio De assessor beoordeelt de competenties in het beoordelingsportfolio met behulp van de competentietabel (zie handleiding professionaliseringstraject). In de competentietabel staat per competentie beschreven op welke items er beoordeeld wordt. Aan de hand van deze beoordelingsitems wordt per competentie bepaald op welk niveau je deze competentie hebt behaald. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vier niveaus: • niveau 0: de competentie is niet behaald
14
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
• • •
niveau 1: de competentie is behaald op het niveau van een voldoende docent niveau 2: de competentie is behaald op het niveau van een goede docent niveau 3: de competentie is behaald op het niveau van een uitstekende docent (bij deze competentie(s) ligt(/liggen) jouw affiniteit)
Op basis van het beoordelingsportfolio scoort de assessor de beoordelingsitems in de competentietabel met een plus een min of een vraagteken. De beoordelaars beginnen bij de items van niveau 1. Indien de kritische items op dit niveau (cursief gedrukt in de competentietabel) niet met een plus gescoord kunnen worden, scoor je niveau 0 en heb je deze competentie dus niet behaald. Indien niveau 1 ruim wordt behaald, gaan de beoordelaars door naar de items van niveau 2 en als dit niveau ruim bereikt is, wordt gekeken of je de competentie op niveau 3 bezit. Dit betekent dus dat je je niet alleen op de items van niveau 3 moet richten, zonder naar de items of de voorgaande niveaus te kijken, die hieraan voorwaardelijk zijn. Indien de assessor twijfelt of het resultaat van het assessmentgesprek wel een voldoende zal opleveren, dan zal een tweede assessor (medewerker EXPOSZ) ingeschakeld worden. Het kan dan voorkomen dat er twee assessoren bij het beoordelingsgesprek aanwezig zijn. Het beoordelingsgesprek Indien aan de voorwaardelijke items is voldaan (zie competentietabel), neem de student deel aan het beoordelingsgesprek. Het doel van het gesprek is een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen van jouw competenties. Het gesprek dient als extra mogelijkheid om de vaardigheden te tonen, dus de assessor(en) gaat(/gaan) niet expliciet op zoek naar de “zwakke plekken”. Aan het begin van het gesprek krijgt de student gelegenheid in een paar minuten iets over zichzelf te vertellen. Denk hierbij aan onderstaande vragen: − Welke competenties passen het best bij je? − Wil je nu daadwerkelijk als docent gaan werken? − Wat vind je de leuke en minder leuke kanten van het docentschap? Vervolgens zal(/zullen) de assessor(en) verschillende soorten vragen stellen. Een deel van de vragen is gericht op de ervaringen die je hebt opgedaan en een deel is erop gericht om jouw inzicht, visie en vaardigheden in beeld te krijgen. Dit laatste kan d.m.v. een klein rollenspel (bijvoorbeeld laten zien hoe jij feedback geeft) of een vraag in de zin van “hoe zou je …… aanpakken” gedaan worden. Het gesprek duurt maximaal 45 minuten. Na het beoordelingsgesprek Op basis van het beoordelingsgesprek kunnen de niveaus die de beoordelaar(s) vooraf aan het gesprek aan de hand van het beoordelingsportfolio aan de competenties hebben toegekend, nog aangepast worden. Indien de assessor twijfelt, of de assessor en de tweede assessor komen niet tot consensus, dan wijst de coördinator een extra beoordelaar aan, die de eindbeslissing neemt. Het cijfer en de onderbouwing daarvan worden uiterlijk twee weken na het gesprek aan de student bekend gemaakt. Indien de student de beoordeling wil nabespreken, dan kun dit tot uiterlijk een week na het verkrijgen van de beoordeling kenbaar gemaakt worden bij de beoordelende assessor. Er wordt dan een individueel nabesprekingsmoment gepland. Score-cijfertransformatie Hieronder staat beschreven hoe de assessoren tot het eindcijfer komen voor de Docentenopleiding FBW. Hiermee willen we onderscheid maken tussen de voldoende student en de goede student. Niveau 1, 2 en 3 leveren respectievelijk een 1, 2 en 3 punten op, de totaalscore is de som van de punten per competentie. De competentie “Begeleiden van studenten” is dusdanig belangrijk dat die score dubbel telt. Voor een voldoende mag op
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
15
geen enkele competentie niveau 0 behaald worden en moeten minimaal 9 punten gescoord worden. Aangezien het niet binnen de studiebelasting van de Docentenopleiding FBW past om alle competenties op niveau 3 te behalen, word je gestimuleerd alleen niveau 3 na te streven op die competenties die jouw affiniteit hebben. Dit betekent dat het cijfer 10 al wordt behaald bij een score vanaf 18 punten. In tabel 2 wordt aangegeven hoe de scores van het beoordelingsportfolio en portfoliogesprek worden omgerekend naar eindcijfers. Tabel 2: Scoretabel Totaalscore 9,10 11 12 13 14 15 16 17 18-21
Cijfer 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10
16
Leerplan Docentenopleiding FBW, 2014-2015
Hoofdstuk 7: Bijzondere regelingen Er kunnen zich situaties voordoen waarin kan worden afgeweken van de in de vorige hoofdstukken beschreven regels. In dit laatste hoofdstuk komen twee situaties aan de orde. In gevallen waarin het leerplan niet voorziet beslist de coördinator. 7.1 Studieproblemen Studenten kunnen door studie/werk- of privé-omstandigheden problemen krijgen. Indien dit het geval is zal in overleg met de coördinator naar een oplossing worden gezocht. Daarbij dient wel bedacht te worden dat de omvang van de opleiding geen onderwerp van bespreking is. 7.2 Vrijstellingen In principe worden er geen vrijstellingen voor delen uit het studieprogramma verleend. Als studenten desondanks in aanmerking menen te komen voor vrijstellingen dan kunnen zij deze vóór aanvang van het betreffende studieonderdeel schriftelijk aanvragen bij de coördinator. De coördinator bespreekt de aanvraag met de docent en kan de student voor een mondelinge toelichting uitnodigen. In overleg met de docent zou de student ook bepaalde bijeenkomsten binnen een cursus kunnen overslaan, als het niet bijdraagt aan de verdere ontwikkelingen als docent. 7.3 Alternatieve opdrachten Indien gewenst kun de student in plaats van een verplichte opdracht een alternatief product in het portfolio plaatsen. Dit moet dan wel van tevoren met de supervisor overlegd en schriftelijk overeengekomen zijn.