Leerplaatsprofiel Instelling Locatie Afdeling
: : :
Gelre ziekenhuizen Apeldoorn G2 Kind en Jeugd
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
LEERPLAATSPROFIEL op INSTELLINGSNIVEAU Gelre ziekenhuizen Adres: Gelre ziekenhuizen Apeldoorn Postbus 9014 7300 DS Apeldoorn
Gelre ziekenhuizen Zutphen Postbus 9020 7200 GZ Zutphen
1. Algemene doelstelling Gelre ziekenhuizen is een algemeen ziekenhuis, intramuraal. Het ziekenhuis heeft als doel: Het bieden van hoogwaardige, medisch specialistische diagnostiek, behandeling en zorg aan patiënten in hun eigen leefomgeving. Patiënten beleven de zorg als veilig, betrouwbaar en deskundig en worden in een patiëntvriendelijke sfeer opgevangen. De kernwaarden voor de identiteit van Gelre zijn: deskundig, betrokken, bereikbaar en behulpzaam. Voor meer algemene informatie over het ziekenhuis: www.gelreziekenhuizen.nl 2. Visie op verplegen Gelre ziekenhuizen gaat uit van belevingsgerichte zorg. Dat de verpleegkundige de zorgverlening zoveel mogelijk in nauwe samenwerking met de patiënt bepaalt, waarbij zij zich richt op: 1. haar eigen deskundigheid; 2. de beleving van de patiënt; 3. somatische en psychosociale aspecten. De verpleegkundige heeft aandacht voor de beleving van de patiënt, dit houdt in dat zij: 1. in ieder zorgsituatie aandacht heeft voor de beleving van de patiënt; 2. zich in ieder zorgsituatie de vraag stelt wat het ziek-zijn voor de patiënt betekent; 3. in overleg met de patiënt vaststelt welke hulp de patiënt nodig denkt te hebben en welke bijdrage de verpleegkundige hieraan kan leveren (stimulering tot zelfzorg). De belevingsgerichte zorg moet vorm krijgen via gezamenlijke doelbepaling, verpleegplannen en evaluatiegesprekken met de patiënt. 3. Leeftijdscategorie van de zorgvragers Alle leeftijdscategorieën. 4. Overzicht van de verschillende soorten afdelingen / zorgcategorieën Interne Geneeskunde, Longziekten, Cardiologie, Neurologie, Chirurgie & Orthopedie, Oogheelkunde, Keel/Neus/Oorheelkunde, Plastische Chirurgie, Kaakchirurgie, Dermatologie, Reumatologie, Gynaecologie & Verloskunde/gezinsgerichte zorg, Kind & Jeugd, Intensive Care, Oncologie, Dag/Spoed verpleging, spoedeisende hulp (SEH), Dialyse, Psychiatrie (RGC). 5. Uitgangspunten begeleiding Visie op leren en begeleiden Zoals in de zorgverlening sprake is van belevingsgerichte zorg, waarin beleving en behoefte van de patiënt centraal staan, zo ontwikkelt het onderwijs zich richting competentiegericht onderwijs en competentiegericht leren. Hierbij staat de behoefte van de student centraal. De grenzen daarbij worden bepaald door goede en verantwoorde beroepsuitoefening waarbij veiligheid van de patiënt voorop staat. Dit laatste is ter beoordeling aan de werkbegeleiders in de praktijk. Competentiegericht leren 1) Het competentie gericht leren doet naast de theoretische basis die binnen schools wordt gelegd, meer recht aan het leren in de praktijk, dus leren op de werkplek. Het leren zelf vindt plaats door interactie en samenwerking. Hier zijn betrokkenheid, behulpzaamheid, deskundigheid en bereikbaarheid voorwaarden voor samenwerking. Dit krijgt vorm door continue communicatie tussen student en werkbegeleider waar zij beiden verantwoordelijkheid in hebben. Dit vergt van beide een actieve rol. 2) De student is hierbij zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces, dit betekent aangeven van leerbehoefte en leerdoelen, actief vorm geven aan ‘leren op de afdeling’ en daarbij het evalueren Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
van het geleerde en het leerproces. Hierbij zijn grenzen aangeven essentieel. Belangrijk daarbij is zelfsturing, kennis van eigen leerstijl en reflectie op beroepsmatig handelen.Uitgangspunt is daarbij de afdeling die de context is voor het leren van de student. 3) De werkbegeleider is verantwoordelijk voor de begeleiding. Hij/zij coacht de student in het behalen van zijn/haar leerdoelen en in het leren/leren. Uitgangspunt hierbij is de leerstijl van zowel de werkbegeleider als de student. De werkbegeleider heeft een signalerende rol, waarin hij/zij door middel van feedback de student handvatten biedt om te kunnen leren. 4) Kenmerken voor een leerklimaat op een afdeling zijn: 1. openheid 2. respect 3. veiligheid 4. reflectie 5. feedback 6. ruimte om te leren 6. Organisatie van begeleiding Introductie Bij aanvang van de stage vindt een groeps- of individuele introductie plaats, door een opleider. Nadien is er kennismaking met de desbetreffende afdeling waar de stage plaatsvindt dan wel gewerkt gaat worden. Rollen en taken t.a.v. begeleiding dit is voor de formatieve en bovenformatieve studenten. 1. Student 2. Studieloopbaanbegeleider (SLB) 3. Leertrajectbegeleider (LTB, ROC) 4. Coach: a) docent ROC b) opleider van de afdeling waar je stage loopt 5. Werkbegeleider 6. Assessor 7. Aandachtspersoon voor studenten tav leersituaties 1, 2, 3, 4a/b, 5, 6, 7: formatieve studenten 1, 4b, 5, 7: bovenformatieve studenten/stagiaires 1. Student: Jij als student staat centraal. Je zult geleidelijk aan steeds meer zelf regie gaan voeren over je leerproces. In het begin van je opleiding vindt intensieve begeleiding in de beroepspraktijk en op school plaats. Meer aan het einde van je opleiding moet je eraan gewend zijn zelfstandig keuzes te maken die passen bij jouw opleidingsroute en die aansluiten bij jouw leerstijl. In de ontwikkeling van dit proces zul je merken dat je veel steun kunt vinden bij collega-studenten. Deze collega-studenten maken dit zelfde proces door. Zij zijn dan ook als het ware je teamleden; teamleden in het ontwikkelproces naar een beginnend beroepsbeoefenaar. Net zoals overal kun je van je teamleden veel leren en kunnen teamleden veel van jou leren. Uit het bovenstaande blijkt al, dat je niet alleen maar begeleiding ontvangt, maar dat er ook van je verwacht mag worden dat je begeleiding biedt. Taken: Je bent zelf verantwoordelijk voor: • Een goedgekeurd POP – door (studie)loopbaanbegeleider en leertrajectbegeleider – bij aanvang van de BPV-periode(n). Hierbij heb je de leerdoelen SMART geformuleerd. • In de 2de week plant student samen met WB en opleider het introductiegesprek en bespreekt POP op haalbaarheid afdelingsniveau. Reden 2de week: student maakt kennis met afdeling, WB en opleider, verder hebben de WB en opleider de tijd om POP te lezen (leestijd). Je maakt dit POP afdelingsspecifiek. • Dit afdelingsspecifieke POP is gerealiseerd in de 4de week van de stage en je gaat hier dan mee werken. • Het initiatief nemen tot het plannen van (beoordelings-) gesprekken. • Afspraken maken en nakomen. • Reflecteren vlgs STARRT methode op leer/werkhouding en beroepshouding. • Competenties/leerdoelen aangeven en hierop evalueren. • Zorgdragen voor regelmatige terugkoppeling tijdens de dienst t.a.v. patiëntenzorg en leerproces • Bewaken van eigen grenzen in relatie tot de eisen die aan je worden gesteld. • Op een professionele wijze omgaan met ontvangen en geven van feedback. Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
• • •
Problemen signaleren en bespreekbaar maken (met WB, opleider, SLB). Zorgdragen voor eigen verslaglegging + handtekeningen van beroepsmatig handelen en inhoud digitale portfolio, dit zijn “bewijzen”. Het beheren van je portfolio.
Studieloopbaanbegeleider (SLB) (opleider Gelre ziekenhuizen): Verdeling: 2 opleiders Apeldoorn en 1 opleider Zutphen De (studie)loopbaanbegeleider is een aan Gelre ziekenhuizen verbonden opleider die je begeleidt bij het doorlopen van de gehele opleiding en jouw voortgang en ontwikkeling volgt. Dit doet hij/zij in nauwe samenwerking met jouw leertrajectbegeleider van ROC Aventus. Bij de (studie)loopbaanbegeleider kun je terecht met (leer-)problemen. Je (studie)loopbaanbegeleider houdt ook jouw presentie in de beroepspraktijkvorming bij. Bij eventuele problemen in jouw studievoortgang kan de (studie)loopbaanbegeleider je doorverwijzen naar jouw leertrajectbegeleider van ROC Aventus. De (studie)loopbaanbegeleider is in feite de centrale persoon tijdens je opleiding; de (studie) loopbaanbegeleider biedt een luisterend oor, denkt met je mee en houdt je af en toe een spiegel voor. Taken: • Begeleiden en beoordelen (in overleg met leertrajectbegeleider) van POP voorafgaand aan BPVperiode. • Is bij aanvang van de opleiding aanwezig tijdens de introductiedagen (maakt daarover afspraken met de leertrajectbegeleider). • Bespreekt Gelre-opleidingsreglement. • Bespreekt in elke Gelre-week (op de studiedag) de studievoortgang met de student. In deze gesprekken (coachingsgesprekken) komen o.a. aan de orde: - POP, o.a. SMART formuleren van leerdoelen en reflecteren volgens de STARRT-methodiek; - Proeven van Bekwaamheid en Proeve T&V; - Studieresultaten; - Alle door de student ingebrachte onderwerpen in het kader van zijn/haar studievoortgang in de ruimste zin van het woord. • Speelt in op de leerstijl van de student en stimuleert de student gebruik te maken van de verschillende leerstijlen met als resultaat dat het leerproces volledig wordt doorlopen • Bereidt samen met de student diens ijkmoment voor. • Onderhoudt contact met de opleider van de afdeling waar student zijn/haar beroepspraktijkvorming volgt. • Heeft minimaal 3 keer tijdens de stage contact met de opleider van de afdeling waar student stage loopt over de studievoortgang (helikopter view) • Onderhoudt contact met de leertrajectbegeleider van ROC Aventus over de algehele studievoortgang. • Geeft toestemming aan de student om onderdelen van de PvB af te leggen (de zgn. proeve opdrachten). • Verantwoordelijk voor alle zaken m.b.t. administratie en archivering betreffende opleidingsrelevante gegevens vanuit de beroepspraktijkvorming.
2.
3. Leertrajectbegeleider (LTB) (docent ROC) De leertrajectbegeleider is een aan het ROC Aventus verbonden docent die je begeleidt bij het doorlopen van de gehele opleiding en jouw voortgang en ontwikkeling volgt. Bij de leertrajectbegeleider kun je terecht met (leer-)problemen. Je leertrajectbegeleider houdt ook jouw presentie op school bij. Bij eventuele problemen in jouw studievoortgang kan de leertrajectbegeleider je doorverwijzen naar andere disciplines binnen en buiten de school. De leertrajectbegeleider werkt nauw samen met de (studie)loopbaanbegeleider in Gelre ziekenhuizen. Tegelijkertijd vervult de leertrajectbegeleider de rol van ‘groepsmentor’ van alle studenten die gelijktijdig met jou de Topklinische Opleiding Verpleegkundige Niveau 4 volgen. Hierdoor kun je ook bij hem/haar terecht voor zaken in de organisatie. Hierbij kun je denken aan boekenlijsten, roosterzaken, toetsprogramma’s, etc. Taken: • Adviseert t.a.v. opstellen portfolio/POP in nauw overleg (studie)loopbaanbegeleider. • Geeft evt. ondersteuning bij het formuleren van leerdoelen (SMART) en reflecteren volgens de STARRT-methodiek;
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
• • • • • • •
Zorgt dat de student op tijd de benodigde informatie krijgt om de lessen en andere activiteiten te kunnen volgen (dat kan de digitale portfolio, handtekeningen op bewijs van voldoende afronding zijn, etc.). Speelt in op de leerstijl van de student en stimuleert de student gebruik te maken van de verschillende leerstijlen met als resultaat dat het leerproces volledig wordt doorlopen Zorgt dat behaalde resultaten worden verwerkt in de overzichten van de student. Archiveert de behaalde resultatenoverzicht en briefwisselingen/mailwisselingen Informeert de student bij aanvang van de opleiding over gebruik van Portfolio (PF), roosters, gebruik van digitale leermiddelen, schoolregels. Neemt de opleidingsgids door, is verantwoordelijk voor het introductie programma. Houdt collega’s op de hoogte van ontwikkelingen binnen de groep of bij uitzonderlijke zaken zoals langdurige ziekte, vertragingen in- of afbreken van de opleiding in nauw overleg met de (studie)loopbaanbegeleider. Is goed op de hoogte van het programma van de student en denkt actief mee over het lesaanbod (te denken valt aan fieldtrips, alternatieve invulling programma bij ziekte en afwezigheid van collega’s)
Coach 4. De rol van coach wordt ingevuld door: a. docent van ROC Aventus: b. opleider van Gelre ziekenhuizen. De coach begeleidt jou bij het maken en uitvoeren van beroepsproducten. a) docent ROC Taken: • Coachen op vakinhoud • Begeleidt de student(en) bij het verwerven van beroepscompetenties. • Geeft evt. ondersteuning bij het formuleren van leerdoelen (SMART) en reflecteren volgens de STARRT-methodiek; • Begeleidt groepsprocesssen. • Geeft vorm en inhoud aan de lessen die hij verzorgt op zijn vakgebied. • Maakt gebruik van verschillende werkvormen, waarbij coaching van de zelfstudie van de student de belangrijkste werkvorm is. • Speelt in op de leerstijl van de student en stimuleert de student gebruik te maken van de verschillende leerstijlen met als resultaat dat het leerproces volledig wordt doorlopen • Zorgt voor een passende toetsvorm om de voortgang van de student te meten (voorwaardelijke toetsing). • Beoordeelt opdrachten/toetsen. • Zorgt dat deze resultaten bij LTB/SLB en student bekend worden. • Bewaart de studieresultaten in eigen administratie tot aan de diplomering b) opleider van de afdeling Taken: • Vakinhoudelijk, betrokken bij specialismen. • Aan iedere verpleegafdeling is een opleider verbonden. • Is verantwoordelijk voor coaching en training van werkbegeleiders. • Is objectief en onafhankelijk als aanspreekpunt. • Observeert en toets het leerklimaat, de omgeving en condities op de zorgeenheid en geeft op grond hiervan gevraagde en ongevraagde adviezen. • Is verantwoordelijk voor het controleren van de kwaliteit van opleiden op afdelingsniveau. • Is verantwoordelijk samen met de WB voor de integratie theorie/praktijk. • Heeft een ondersteunende rol naar werkbegeleiders bij de begeleiding van de studenten met als doel de deskundigheid van de werkbegeleiders te bevorderen. • Als de werkbegeleider en/of student over het begeleiden of leren onduidelijkheden of problemen tegenkomen, kunnen zij de opleider raadplegen en zonodig om ondersteuning vragen. • Is verantwoordelijk voor het up-to-date houden van opleidingsinformatie op de afdeling • Is aanwezig bij introductie- en beoordelingsgesprekken. Deskundigheidsbevordering van de WB. de • Is aanwezig in de 2 week bij het introductiegesprek en bespreekt POP op haalbaarheid afdelingsniveau. Reden 2de week: student maakt kennis met afdeling, WB en opleider, verder hebben de WB en opleider de tijd om POP te lezen (leestijd). Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
• • • •
• • • • •
Geeft evt. ondersteuning bij het formuleren van leerdoelen (SMART) van de student en ondersteuning aan WB t.a.v. deskundigheidsbevordering. Stimuleren tot (zelf) reflecteren vlg. de STARRT-methode van de student en WB. Coacht WB op zijn taken tav begeleiding van de student (zie rol en taken WB). De opleider ziet erop toe dat een WB inspeelt op de leerstijl van de student en de student kan stimuleren gebruik te maken van de verschillende leerstijlen met als resultaat dat het leerproces volledig wordt doorlopen. De opleider is coachend hierin naar de WB, deskundigheidsbevordering van de WB. Borging van leerproces op de inhoud door sturing/coaching van WB (gebruikmakend van WBtraject). Ziet toe op juiste toetsing/objectiviteit van praktijkopdrachten/Proeves (gebruikmakend van WBtraject). Heeft overleg met WB tav toestemming aan student om een proeve-opdracht af te ronden. Toezicht op juiste gang van zaken bij afnemen terugblikken en vooruitkijken (T&V). (student stuurt verslag zowel naar opleider als naar WB voor feedback. Opleider heeft minimaal 3 keer tijdens de stage contact met de SLB (van de student) over de studievoortgang (helikopter view). Contact met SLB-er bij stagnering/problemen van student op de afdeling.
5. BPV- werkbegeleider (WB): De BPV-werkbegeleider is degene die jou op de werkvloer begeleidt bij het opdoen van zoveel mogelijk leerervaringen. Je krijgt per afdeling tenminste te maken met twee BPV-werkbegeleiders. Hierdoor leer je al snel dat er meer benaderingen mogelijk zijn om een zelfde vraagstuk te benaderen. Dit helpt je om zelfstandig oplossend te leren denken en handelen, waarbij je minder gauw ‘trucjes’ en gewoonten van je voorbeeld (klakkeloos) zult overnemen. Taken: • Iedere verpleegkundige kan werkbegeleider zijn (zie taakfunctieomschrijving verpleegkundige) • Coacht de student bij zijn ontwikkeling van zijn beroepspraktijkvorming (BPV). • Heeft een voorbeeldfunctie t.a.v. het verpleegkundig beroep. • Zorgdragen voor een optimaal leerproces van de student, waarbij het instroomniveau en de leerstijl van de student het uitgangspunt vormen. • Gestalte geven aan een krachtige leeromgeving. • Ontvangen van de student de 1e BPV-dag. • Introduceren van de student op de betreffende afdeling. • Houdt in de 2de week het introductiegesprek en bespreekt POP op haalbaarheid afdelingsniveau. Reden 2de week: student maakt kennis met afdeling, WB en opleider, verder hebben de WB en opleider de tijd om POP te lezen (leestijd). • Begeleiden van de student om basis POP afdelingsspecifiek te maken, dit is gerealiseerd in de 4de week van de stage. • Speelt in op de leerstijl van de student en stimuleert de student gebruik te maken van de verschillende leerstijlen met als resultaat dat het leerproces volledig wordt doorlopen. • Geven van ondersteuning bij het formuleren van leerdoelen (SMART). • Stimuleren tot (zelf) reflecteren vlg. de STARRT-methodiek. • Professioneel rapporteren van het leerproces van de student (zowel mondeling als schriftelijk). • Geven en ontvangen van feedback op een professionele wijze. • Dragen van verantwoordelijkheid voor “eigen” dossiervorming voor het geval dat de student hierin tekort schiet. Het doel hiervan is niet, om dit alsnog aan de student ter beschikking te stellen, maar om dit professioneel en gedocumenteerd in te brengen in hiervoor bedoelde studievoortgangsbesprekingen betreffende deze student. • Begeleiden bij het verwerven van beroepscompetenties, kennis, vaardigheden, beroepshouding/RBA4. • Geeft in overleg met opleider van de afdeling toestemming om een proeve-opdracht af te ronden. • Beoordelen van beroepscompetenties vlgs RBA4. • Is medeverantwoordelijk t.a.v. het plaatsvinden van beoordelingen. Afdelingshoofd is verantwoordelijk. • Periodiek methodisch evalueren en beoordelen van het leerproces (met gebruikmaking van T&V). • Evalueren/beoordelen van het leerproces tussentijds en aan het einde van een stage Indien gewenst vraagt WB ondersteuning aan opleider (deskundigheidsbevordering). Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
Assessor (onafhankelijke LTB-er) 6. Taken: • Is verantwoordelijk voor het ijkmoment wat een afronding is van een leerfase. Hierin worden de studieresultaten vanuit de praktijk en ROC administratief beoordeeld. Is aan alle onderdelen voldaan dan wordt de student toegelaten tot de volgende leerfase van de opleiding (curriculum). Dit is een administratieve handeling die vlgs wettelijke afspraken door een onafhankelijke LTB-er gedaan moet worden. 7.
Aandachtpersoon voor studenten t.a.v. leersituaties b.v.: leerklimaat, veiligheid, vertrouwen Gelre ziekenhuizen
Taken: • iemand waar de student terecht kan als zij zich (tijdelijk) niet (meer) veilig voelt op de afdeling en met iemand hierover wil praten die bereid is objectief naar het verhaal te luisteren. • iemand die voor de student wil opkomen waar zij het zelf niet (meer) durft of kan. • de dialoog met de student en de afdeling (medewerker/begeleider) aangaan, met als doel : de ontstane problemen te bespreken en te verhelderen; zodanig dat beide partijen zich heus bejegend voelen. • Naam: Mw. R. Janssen tel: 0575 – 592738 (intern 2738) of 06 – 29087485 (verkort 5112) e-mail:
[email protected] Ad: In de Gelre ziekenhuizen zijn er ook vertrouwenspersonen voor werknemers (zie intranetsite). Dit zijn voor Zutphen mw. M. Bakker en in Apeldoorn mw. G. Wijnhoud. 7. Overige informatie Er zijn opdrachten geschreven door de Gelre ziekenhuizen deze krijg je van de opleider van je afdeling bij aanvang van je stage uitgereikt. Indien van toepassing maken deze opdrachten deel uit van je beoordeling. Deze opdrachten zijn zowel voor de formatieve en bovenformatieve studenten. Dus voor iedereen. Het gaat om: 1) Opdracht: klinisch redeneren 2) Opdracht: orale medicatie, 3) Opdracht: intraveneuze medicatie 4) Opdracht: visite lopen Indien een onderzoek of enquête/interview uitgevoerd bij een groep patiënten onderdeel uitmaakt van je opleiding, dien je dit vanaf heden eerst te bespreken met de opleider van je afdeling. Vanaf juni 2010 zijn de afspraken daarover aangepast. Dit bespreekt de student bij aanvang van de stage tijdens het introductiegesprek. Beoordelen Binnen de stageperiode van acht maanden zijn er voor formatieve studenten twee beoordelingsmomenten. Voor de bovenformatieve student gelden de regels van de onderwijsinstelling (meestal zijn er twee beoordelingsmomenten, één halverwege en één aan het eind van de stage). Van de beoordeling vindt schriftelijke verslaglegging plaats door de student en de werkbegeleiders met een handtekening en vermelding van datum en naam. De student zorgt ervoor dat de werkbegeleider en hij/zij zelf zich een week van tevoren middels het daarvoor bestemde formulier schriftelijk voorbereiden op de beoordeling (dit onafhankelijk van elkaar). Bij formatieve studenten is de werkbegeleider eindverantwoordelijk t.a.v. de verslaglegging. De beoordeling wordt door de opleider toegevoegd aan het digitaal studentendossier. Aanwezigheid leermiddelen: • Bibliotheek in beide locatie • Specifieke boeken op iedere verpleegafdeling • Intranet en internet • Digitale protocollen via intranet
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
Leerplaatsprofiel op afdelingsniveau Locatie: Telefoonnummer afdeling: Naam afdeling en code: Naam afdelingscoördinator: Telefoonnummer afdelingscoördinator: E-mail afdelingscoördinator: Zorgcöordinator: Telefoonnummer zorgcöordinator: Naam opleider: Telefoonnummer opleider: E-mail opleider: Instructieverpleegkundige: E-mail : Telefoonnummer:
Apeldoorn 055-5811575 G2 Kind en Jeugd Hubert van Boheemen 055-5811516 of 0627087611
[email protected] Didi van der Velde 0555816546 Marijke van der Heiden 0629087483
[email protected] Ineke Müller
[email protected] 055-5816128
1. Specifieke afdelingsvisie van de verpleegkundige zorg, afgeleid van of aanvulling op de verpleegkundige visie van de Gelre Ziekenhuizen
Afdelingsdoelstelling Binnen de kaders van het medisch, verpleegkundig en maatschappelijk beleid binnen Gelre ziekenhuizen realiseren van een zo optimaal mogelijke patiëntenzorg voor patiënten die een beroep doen op de specialismen binnen de zorgeenheid Kind en Jeugd. Hierbij wordt op een evenwichtige wijze de zorgvraag en zorgaanbod op elkaar afgestemd waarbij kind en ouders/verzorgers centraal staan. Volgens Gelre visie belevingsgerichte zorg, aangepast aan de gezinssituatie. Tevens heeft de afdeling Kind en Jeugd als doelstelling het bevorderen van een gunstig leerklimaat door het geven van beroepsgericht onderwijs voor de medewerkers. Specifieke visie op verplegen. Het bieden van hoogwaardig, verpleegkundig specialistische zorg en behandeling op de afdeling Kind en Jeugd. Kind en ouders beleven de zorg als adequaat, veilig, betrouwbaar, respectvol en worden in een kindvriendelijk sfeer opgevangen. De kernvoorwaarden voor de afdeling Kind en Jeugd zijn: deskundigheid, betrokkenheid, behulpzaamheid en kwaliteit. Het zorgaanbod komt tot stand op basis van de zorgvraag en zorgbehoefte van het kind, aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind. Door middel van ouderparticipatie kunnen ouders/verzorgers zoveel mogelijk betrokken worden bij de zorgverlening aan hun kind aangepast aan het draagniveau van ouders. De afdeling Kind en Jeugd streeft naar het bevorderen van een regionaal en nationaal gezondheidszorgbeleid en het verrichten van, dan wel medewerking verlenen aan wetenschappelijk onderzoek.
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
2. Organisatie van de zorg Verpleegsysteem Op de afdeling Kind en Jeugd wordt gewerkt via patiëntgericht verplegen (patiënten toewijzing). Dit houdt in dat elk kind dat opgenomen wordt zoveel mogelijk een vaste verpleegkundige toegewezen krijgt. Deze verpleegkundige is verantwoordelijk voor de coördinatie van de totale zorg. • De zorgvraag van kind en ouders staat centraal. • Op de kinderafdeling is er altijd sprake van een multidisciplinaire benadering. • Uitgangspunt is dat de verpleegkundige zorgverlening wordt vormgegeven binnen een team van gediplomeerd kinderverpleegkundigen en verpleegkundigen in opleiding. Organisatievorm • Omdat de afdeling Kind en Jeugd een specialistische afdeling is, moeten er tijdens elke dienst gediplomeerd kinderverpleegkundigen werken. • De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de kwaliteit , continuïteit en coördinatie van de patiëntenzorg op de afdeling. • De afdelingscoördinator houdt zich bezig met de facilitaire-, personeelstechnische zaken en het operationeel leidinggeven. • De eindverantwoordelijkheid van de afdeling ligt bij de zorgmanager. Typering van zorg. De afdeling Kind en Jeugd gaat uit van ontwikkelingsgerichte zorg, welke vorm krijgt via gezamenlijke doelbepaling, verpleegplannen en evaluatiegesprekken met kind en ouder. De verpleegkundige bepaalt de zorgverlening zoveel mogelijk in nauwe samenwerking met kind en ouders, waarbij zij zich richt op: • De beleving van kind en ouders • De somatische en psychische aspecten van het kind • Haar eigen deskundigheid Grootte van de patiëntengroep. De afdeling Kind en Jeugd heeft 18 klinische opnameplaatsen. Daarnaast kunnen er 8 kinderen worden opgenomen voor dagverpleging (totaal 26 bedden). Gemengd verplegen wordt uitgevoerd mits de leeftijd/ontwikkelingsfase van het kind, en of de waarde en normen van kind en ouders hiermee in overeenstemming zijn. Daarnaast wordt wel gekeken of kinderen van dezelfde leeftijdscategorie bij elkaar gepland kunnen worden. Duur van de zorg. De duur van de opname is afhankelijk van de opname indicatie. Dit is gemiddeld van 1 dag tot ongeveer 2 weken. Ouderparticipatie en rooming-in. Een opname in het ziekenhuis is voor een kind een ingrijpende gebeurtenis en kinderen hebben dan ook het recht hun ouders / verzorgers altijd bij zich te hebben.
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
Ouders zijn 24 uur per dag van harte welkom, om bij hun opgenomen kind te kunnen zijn. Er is op de afdeling veel ruimte voor ouders om te participeren in de zorg. Omdat de verpleegkundige de zorg voor het kind deelt met de ouders, is het belangrijk hier goede afspraken met de ouders over te maken. Door rooming-in faciliteiten aan te bieden, kan een ouder op de kamer van het kind blijven slapen.
3. Zorgcategorie Afdelingsspecialisme. Pediatrie (kindergeneeskunde). Gezien de diversiteit aan opnamediagnoses kunnen er verschillende specialisten betrokken zijn bij kinderen op de afdeling Kind en Jeugd. Zoals; chirurgie, KNO, oogheelkunde, orthopedie, plastische chirurgie, etc Disciplines werkzaam op de unit Kind en Jeugd: 1. Kinderverpleegkundigen, gespecialiseerde verpleegkundigen, zoals bijvoorbeeld de nurse practicitoners op het gebied van de longen/cara of op het gebied van de oncologie, verpleegkundigen in opleiding, verpleeghulpen. 2. Medisch specialisten (in opleiding). 3. Pedagogisch medewerksters en orthopedagogen. 4. Ondersteunende diensten; voedingsassistenten, secretariaat, verpleeghulpen. 5. Overige diensten: dietisten, röntgen, lab, fysio, KNF, apotheek, maatschappelijk werk en logopedie 6. Facilitair bedrijf: (medisch) technische dienst, civiele dienst. Categorieën zorgvragers. Zuigelingen, kinderen, tieners en jong volwassenen van 0-18 jaar, kunnen voor alle denkbare specialismen die in Gelre ziekenhuizen werkzaam zijn, worden opgenomen. Ziektebeelden en zorgbehoefte Pediatrische ziektebeelden, zowel interne als chirurgisch als psychosomatisch.
4. Inhoud en de mate van complexiteit van de zorg Complexiteit van zorg. Op de afdeling Kind en Jeugd wordt zorg gedragen voor medium / highcare patiënten De zorg op hoog complex niveau wordt niet verwacht van een student. Om deze zorg te kunnen geven is een specialistische opleiding (Specialistisch Vervolgopleiding Kinderverpleegkunde) nodig. Het participeren in de zorg is wel mogelijk.
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
5. Afdelingsspecifieke afspraken studenten Minimale voorwaarden tav beginsituatie van de student om op de afdeling stage te kunnen lopen. •
Stage op de afdeling Kind en Jeugd kan pas plaatsvinden in het laatste jaar van de opleiding niv 4 BOL-leerlingen, of HBOV vakbekwaamstudenten, die hun Minor willen behalen. • Ervaring op een verpleegafdeling in een algemeen ziekenhuis moet wel opgedaan zijn. • Wat betreft de verpleeg technische vaardigheden wordt van de student verwacht deze vaardigheden aantoonbaar en met goed gevolg op school te hebben laten toetsen alvorens de vaardigheden in de praktijk (onder begeleiding) uit te gaan voeren. Voorbereiding stage / verwachtingen tav student voorafgaande aan de stage. • • • • • • • • • •
De student heeft zich op school theoretisch voorbereidt op de volgende onderwerpen De groei en ontwikkeling van het kind van 0-18 jaar Specifieke aandoeningen en de meest voorkomende ziektebeelden bij een kind in de leeftijdscategorie van 0 – 18 jaar Ouderbegeleiding Rechten van het kind en ouders Het leerplaatsprofiel en / of het introductieboekje van de afdeling. Het “Algemeen Eisenkader”en de “Visie op zorg”. Je bent bij de “algemene” introductie van Gelre Ziekenhuizen aanwezig. Je komt met een door school goedgekeurd POP / werkplan. De student neemt minimaal 2 weken voor aanvang van de stage contact op met de afdelingscoördinator om afspraken te maken over diensten etc.
Verwachtingen tav student tijdens de stage: • Eigen verantwoordelijkheid voor de voortgang van het leerproces. • Assertieve houding tav begeleiding en verwachtingen van afdeling en werkbegeleiders. • Empathie naar kind en ouders • Participatie in overlegvormen op de afdeling. • Een kritische blik die ook kenbaar wordt gemaakt, ook op organisatorisch gebied. • Flexibele opstelling. • Kunnen omgaan met positieve en negatieve feedback. Plannen van beoordelingsmomenten. De student is zelf verantwoordelijk voor het leerproces en plant op eigen initiatief in overleg met de werkbegeleider / instructieverpleegkundige de evaluatiegesprekken. Studie-uren. De studie uren (afhankelijk van de opleiding / werkovereenkomst / stagecontract) worden in overleg met de werkbegeleider / instructieverpleegkundige geplant. Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
Onregelmatige werktijden. De student draait alle diensten conform de afspraken van de afdeling, die gebaseerd zijn op de afspraken in de CAO. De werktijden op de afdeling Kind en Jeugd zijn: AD dienst 7:00 - 15:30 AV dienst 9:30 - 18:00 KQ dienst 15:00 – 23:00 (overgepland) OA dienst 22:45 – 7:15 (overgepland) Samenwerken. • BOL en HBO-V voltijd studenten zijn ongeacht niveau en leerjaar altijd overgepland. • BBL (i) en HBO-V studenten zijn drie weken overgepland. De student zal zoveel mogelijk aan zijn/haar werkbegeleider gekoppeld worden. Hij / zij is nooit eindverantwoordelijke, maar wel ten alle tijden verantwoordelijk voor zijn / haar eigen handelen. Deelnemen aan besprekingen. Onder begeleiding van de werkbegeleider/ zorgcoördinator participeert de student in verschillende besprekingen. • Patiëntenbespreking: dagelijks is er een overleg om elkaar op de hoogte te houden van de ontwikkelingen rond de aan de verpleegkundige toevertrouwde kinderen. Ook kunnen handelingen en beleid van verpleegkundigen onderling getoetst worden en feedback gevraagd worden. • Grote visite: een maal per week wordt in de grote visite het lange termijn beleid van de opgenomen kinderen bepaald, in een multidisciplinair overleg. Daarnaast is er plaats voor vakinhoudelijke discussie over beleid en ontwikkelingen. • Unitoverleg: 4 maal per jaar worden in dit overleg beleidsmatige zaken op unitniveau en z.n. zorgeenheidniveau besproken. Daarnaast worden er in dit overleg ook werkafspraken gemaakt. Deelnemers aan dit overleg zijn alle op de unit werkzame personen. • Zorgeenheidoverleg: 2 maal per jaar is er een overleg voor alle werknemers van de zorgeenheid Kind en Jeugd. In dit overleg wordt informatie gegeven en gediscussieerd over ontwikkelingen in het ziekenhuis, zowel beleidsmatig als organisatorisch. Kinderaantekening:
In 2010 worden alle leerlingen compententiegericht opgeleid zo ook voor de kinderaantekenig, die vanuit het Rijnijsel te Arnhem wordt verzorgd.Dit betekent dat je kennis en vaardigheden moet verwerven waarbij de houding/attitude en de persoonlijkheid van belang is. Deze worden getoetst en beoordeeld door een ascessor op de. afdeling Kind en Jeugd. Er moeten 6 proeves van bekwaamheid worden gedaan, onderverdeeld in 1 laagcompexe, 4 middencomplexe en 1 hoogcomplexe verpleegsituatie, van deze proeves moeten er : 2x een neonaat/zugeling, 2x een peuter/kleuter en 2x een schoolkind/tiener worden verzorgd. De niveaus van Miller worden hierbij beheerst: Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
1. Knows; beschikt over fetenkennis over het vakgebied dat mondeling en schriftelijk wordt getoetst . 2. knows how: weet deze feitenkennis toe te passen. Moet mondeling of schriftelijk inzichtbaar gemaakt worden 3. Shows how: kan in de toetssituatie tonen, dat de vaardigheid wordt beheersd. 4. past de vaardigheid in de praktijk adequaat toe. De CanMeds rollen worden beschreven: Vakinhoudelijk handelen: laat kennis en vaardigheden op professionele wijze zien Communicatie: Duidelijke communicatie voor, tijdens en na het directe patientencontact Samenwerking: In multi disciplinair dienstverband functioneren Kennis en wetenschap:Eigen kennis bijhouden en verspreiden Maatschappelijk handelen: Het gebruk maken van je expertise en invloed op een verantwoorde wijze. Organisatie lidmaatschap: Draagt bij aan continuiteit en effectiviteit van de ziekenhuisorganistie.
6. Afdelingspecifieke afspraken tav de werkbegeleiding Koppeling student aan werkbegeleider. Iedere student wordt gekoppeld aan twee werkbegeleiders. De doelstelling is om zoveel mogelijk samen te werken, dit is niet altijd haalbaar. Daarom is het van belang dat de student zijn/haar leerproces en leerdoelen bespreekbaar maakt aan andere collega ‘s (bijvoorbeeld tijdens de leerlingen –bespreking of bij aanvang van een dienst). Bij je beoordelingsgesprekken is minstens een van de werkbegeleiders aanwezig. Procedure / wijze introductieperiode. De introductieperiode is gedurende de eerste drie weken van je stage. In deze periode vindt er een introductiegesprek plaats waarin afspraken worden gemaakt en vastgelegd. Visie op leren en begeleiding: Zoals in de zorgverlening sprake is van het belevingsgerichte zorg, waarin beleving en behoefte van de patiënt en diens ouders centraal staan, zo ontwikkelt het onderwijs zich richting competentiegericht onderwijs en competentiegericht leren. Hierbij staat de behoefte van de student centraal. De grenzen daarbij worden bepaald door goede en verantwoorde beroepsuitoefening waarbij veiligheid van de patiënt voorop staat. Dit laatste is ter beoordeling aan de werkbegeleiders in de praktijk. Er wordt gereflecteerd door middel van een reflectieverslagen dat wekelijks wordt bijgehouden door de leerling zelf en besproken met de werkbegeleider. Dit kun je doen mbv de START-methode of de Korthagen methode. Kenmerken voor een leerklimaat op een afdeling zijn: • openheid • respect • veiligheid • reflectie • feedback • ruimte om te leren Begeleidingsstijl: Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
Het principe leren/leren wordt gehanteerd. Hierbij heeft de student ten aanzien van zijn/haar leerproces een grote mate van eigen verantwoordelijkheid. De mate van de verantwoordelijkheid is afhankelijk van het niveau van de student en de complexiteit van de patiënt. M.b.t. niveau 5: overgepland in de inwerkfase, daarna begeleiding “op afstand”. Wel een of twee begeleiders voor regelmatige contactmomenten. In overleg met de werkbegeleiders en op indicatie van de behaalde competenties wordt toegewerkt naar zelfstandig werken.Van de leerling wordt verantwoordelijkheid en zelfstandigheid verwacht met betrekking tot het leerproces. M.b.t. niveau 4: overgepland in de hele stage, wel is de mogelijkheid tot zelfstandig werken op basiszorg niveau, na behalen (delen van) de competenties. Er wordt gewerkt vanuit de medeverantwoordelijkheid van de student. Hij / zij bepaalt de intensiteit van de benodigde begeleiding. De student is verantwoordelijk voor zijn / haar eigen leerproces en door middel van een POP / werkplan wordt besproken wat er uit de stage behaald kan worden. Er is in overleg veel mogelijk en specifieke wensen kunnen altijd kenbaar gemaakt worden. Geef aan welk doel, binnen welk termijn, je wilt bereiken, zodat dit voor je collega’s en de werkbegeleiders duidelijk is. Verantwoordelijkheden / specifieke taken werkbegeleider. De werkbegeleider draagt zorg voor een goed werk / leerklimaat. • Zij ondersteunt de student in het opzetten van een leer / werkplanning, is betrokken bij evaluaties en volgt / bespreekt de leervorderingen van de student. • Zij instrueert en begeleidt de student bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden. • Tevens vindt er begeleiding plaats van de student bij het ontwikkelen van een beroepshouding. • Eventueel bijstellen van de intensiteit van de begeleiding Evaluatiegesprekken tijdens de stage. Tijdens de stage vindt er een introductiegesprek en minimaal twee beoordelingsmomenten plaats Aanwezigheid instructieverpleegkundige en praktijkopleider. De instructieverpleegkundige is 12 uur per week aanwezig. Zij geeft (betreffende de opleidingsaspecten) operationeel / functioneel leiding aan de studenten op de afdeling Kind en Jeugd.Tevens is zij bekwaam om verpleegkundige handelingen aan te leren. Doel: Bevordering van de kwaliteit, uniformiteit en continuïteit in de begeleiding van studenten en optimaliseren van de leermomenten. Tevens het bewaken van het leerproces, afsluiten van de leerperiode en de daarbij behorende overdracht. De supervisor praktijkopleidingen geeft begeleiding op afstand en draagt zorg voor de randvoorwaarden voor het leren op de afdeling. Leerlingenbespreking / werkbegeleidersoverleg. Doel leerlingenbespreking: Inzicht krijgen in het functioneren van de student door het uitwisselen en bespreken van ervaringen tav het leerproces van de student. Zowel de student als collega’s zijn hierbij aanwezig. Doel werkbegeleidersoverleg: verbeteren van de begeleiding die gegeven wordt op de unit door alle werkbegeleiders. Deze besprekingen vinden om de week plaats.
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
Eisen tav verslaglegging. Twee weken voor het eind van de stage moeten de verslagen / proeven van bekwaamheid / beroepsproducten bij de werkbegeleider, zorgcoördinator en praktijkopleider ingeleverd zijn.
7. Profileren van de afdeling Wat heeft de afdeling te bieden aan studenten. • Een afwisselende stage op een specialistische afdeling. De diversiteit op de afdeling is groot. Leeftijden van 0 tot 18 jaar en vrijwel alle specialismen komen op de afdeling voor. • De mogelijkheid om als student het totale zorgproces te begeleiden / coördineren van opname tot ontslag. • Er is de mogelijkheid om als student te participeren in een of meerdere werkgroepen /projecten (b.v. pijnteam, eetteam, acute opvang, klachtenbehandeling, kwaliteitstoetsing, reanimatie, infectiepreventie, tractiebehandeling, protocollen, wondverzorging, oncologie, VAR en rapportage.) • Mogelijkheid om ervaring op te doen bij de werkzaamheden van andere disciplines die werkzaam zijn op de kinderafdeling (o.a. diabetesverpleegkundige, voedingsverpleegkundigen, longverpleegkundige, pedagogisch medewerkers, nursepractitioners op het gebied van oncologie kinderreanimaite, longen en fysiotherapeuten). • Scholingsprogramma: kinderreanimatie, klinische lessen, praktijklessen en refereer avonden. • Op de afdeling worden regelmatig projecten uitgevoerd en aan kwaliteitstoetsing gedaan Dit wordt gedaan door o.a.de zorgcoördinator, nursepractitioners, artsassistenten, studenten, verpleegkundigen uit een bepaalde werkgroep of Gelre breed.
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
DOMEINEN: Zorg
KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES
DOMEINSPECIFICATIES:
1. Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat.
► Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden ► Individuele en collectieve preventie ► GVO
ROL: Zorgverlener
Niveau 5 werkt met beroepscompetenties. Welke gekoppeld zijn aan de beroepscompetenties van de zorgcoördinator (Gelre specifiek). Hiermee wordt beoogd dat: 1) de positie, het profiel en de professionaliteit van de student wordt versterkt 2) verbetering patiëntenzorg 3) benadrukken beroepsoverstijgende competenties (rol van regisseur, ontwerper, coach en beroepsbeoefenaar) 4) er een appèl wordt gedaan op de zorgcoördinatoren
2. Om risico’s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe. 3. Om een gezonde leefstijl bij zorgvrager en hun familieleden te bevorderen geeft de verpleegkundige op basis van programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen.
Competenties zorgcoördinatoren A. Continueren van zorg Kernactiviteit: De verpleegkundige: • bepaalt werkzaamheden; • maakt keuzes; • bewaakt voortgang; • evalueert de zorg. B. Coördineren en organiseren van zorg. Kernactiviteit: De verpleegkundige: • coördineert de verpleegkundige zorg; • inventariseert de zorg; • analyseert de zorg; • organiseert de zorg; • communiceert; • werkt samen.
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek 1. op verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat: gehele verpleegkundig proces door: - opnamegesprek, anamnese - opstellen verpleegplan - verpleegkundige diagnose / rapportage - pre / post operatieve zorg - verpleegtechnische handelingen - ontslaggesprek / evalueren - psychologische hulp bieden in de vorm van ouderbegeleiding of van het kind - toedienen van medicatie - zorg verlenen aan ouders / familie van het zieke kind - kennis verkrijgen over verschillende ziektebeelden Vaak beginnen met dagopnames (laag complex) en dit uitgebreid naar kortdurende opnames op zaal en opnames op de boxen (complex) 2. - zorg dragen voor veiligheid patiënt, verpleegkundige en afdeling - voorlichting geven over het voorkomen van bijvoorbeeld complicaties na een OK (leefregels) - boxverpleging – hygiënepreventie 3.GVO - voorlichting voor operatie / behandeling - meelopen met pedagogisch medewerker - GVO plan opstellen (bijv. kind met obstipatie) - ouders en kind voorlichten over opname en verpleegkundige interventies - instructies geven over bijvoorbeeld verpleegtechnische handeling die ouders en / of kind zelf gaan uitvoeren - pedagogisch adviseren - ouders ondersteunen bij opvoedkundige problemen
DOMEINEN: Zorg
KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek
DOMEINSPECIFICATIES:
4. Om de zorg te laten verlopen als continu en integraal proces dat gericht is op het welzijn van de zorgvrager coördineert de verpleegkundige de zorg.
4. ./ 5.coördinatie - zorg verlenen aan 1 of meerdere patiënten op medium care niveau, coördineren geplande zorg - samenwerken met ouders / familie; ouderbegeleiding - multidisciplinair samenwerken; - visite lopen met arts en de interventies die hieruit komen uitvoeren, coördineren - contacten met andere disciplines of instanties (maatschappelijk werk, fysio, diëtiste enz.) - leidinggeven aan bijvoorbeeld werkoverleg, dagevaluatie, voortganggesprekken van stagiaire zelf of projectgroep.
► Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden ► Individuele en collectieve preventie ► GVO
ROL: Regisseur
5. Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de verpleegkundige de afgesproken activiteiten.
Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Regisseren van zorg Kernactiviteit: De verpleegkundige: • regisseert de verpleegkundige zorg; stelt zorgvraag vast; • wijst zorg toe.
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
DOMEINEN:
KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek
Organisatie van zorg
DOMEINSPECIFICATIES: ► Zorgprogrammering ► Verpleegbeleid ► Werkbegeleiding ► Kwaliteitszorg
ROL: Ontwerper
6. Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werkt de verpleegkundige mee aan de ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma’s. 7. Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt en goed mogelijk te laten verlopen, verleent de verpleegkundige een bijdrage aan het tot stand komen van het verpleegbeleid. 8. Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de verpleegkundige in het ontwerpen van de kwaliteitszorg op afdelingsniveau.
6./ 7. / 8.zorgprogramma’s / verpleegbeleid / kwaliteitszorg - deelnemen aan een projectgroep - screenen van voorlichtingsmateriaal op de afdeling - organiseren (ethische) discussie - kritische reflectie schrijven over: - coördinatie / communicatie - kwaliteitsbeleid - verpleegplan / rapportagesysteem of een onderwerp meer op de afdeling gespitst: zoals ouderparticipatie, borstvoedingsprotocol
Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Kwaliteitszorg bewaken Kernactiviteit: De verpleegkundige: • toetst kwaliteit; • past wetgeving toe; • signaleert knelpunten; • schept voorwaarden. .
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
DOMEINEN:
KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek
Organisatie van zorg
DOMEINSPECIFICATIES: ► Zorgprogrammering ► Verpleegbeleid ► Werkbegeleiding ► Kwaliteitszorg
ROL: Coach
9. Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s 9.Er wordt door kinderverpleegkundigen begeleidt, die hun kwaliteit te realiseren kan de verpleegkundige andere zorgverleners van zorg hoog houden, doordat ze zelf klinische lessen volgen en of helpen en steunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken bijscholingen en functies. 10. Om andere zorgverleners te steunen in hun professionele identiteit, staat de verpleegkundige de collega met raad en daad terzijde.
Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Bevorderen van deskundigheid. Kernactiviteit: De verpleegkundige: • bevordert en ontwikkelt eigen deskundigheid • reflecteert op beroepsmatig handelen • levert een bijdrage aan deskundigheidsbevordering van teamleden • levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
10. De kinderverpleegkundigen brengen hun kennis over op stagiaires/leerlingen.
DOMEINEN: Beroep
KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek
DOMEINSPECIFICATIES:
11. Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bijmaatschappelijke ontwikkelingen van de 21ste eeuw, vervult de verpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn.
11.bevorderen deskundigheid - volgen van een klinische les, reanimatielessen voor kinderen, borstvoedingsscholing - meewerken aan open dag / doe dag - geven van een klinische les - lezen van verpleegkundige / medische literatuur - deelnemen aan projectgroep
► Beroepsinnovatie ► Deskundigheidsbevordering
ROL: Beroepsbeoefenaar
12. Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep.
Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Kwaliteitszorg bewaken Kernactiviteit: De verpleegkundige: • toetst kwaliteit; • past wetgeving toe; • signaleert knelpunten; • schept voorwaarden. B. Initiëren van veranderingsprocessen Kernactiviteit: De verpleegkundige: • stuurt veranderingen aan; • werkt procesmatig.
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
12. beroepsinnovatie - invoeren / veranderen protocollen / foldermateriaal, deelname werkgroep
DOMEINEN: ► Zorg ► Organisatie van zorg ► Beroep
Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek HBO – Competenties 1. Analytisch vermogen
DOMEINSPECIFICATIES:
2. Probleemoplossend vermogen ► Zorg voor zieken, gehandicapten en 3. Communicatief vermogen stervenden ► Individuele en 4. Coöperatief vermogen collectieve preventie ► GVO 5. Sturend vermogen ► Zorgprogrammering ► Verpleegbeleid ► Werkbegeleiding ► Kwaliteitszorg ► Beroepsinnovatie ► Deskundigheidsbevordering
ROL: ► Zorgverlener ► Regisseur ► Ontwerper ► Coach ► Beroepsbeoefenaar
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
1. goede analyse is van belang, hierbij rekening houdend met het kind, zijn leeftijd en zijn ouders. Dus je moet keuzes maken welke aanpak werkt bij welk kind. Je zult moeten leren omgaan met de knelpunten / problemen die hieruit kunnen voortvloeien. Goede communicatieve eigenschappen t.a.v. het kind en zijn ouders, collega’s en andere medewerkers zijn noodzakelijk om de zorgprocessen vloeiend te kunnen laten verlopen. Het is van belang het vertrouwen van het kind en zijn ouders te winnen. Hiervoor zijn het inleven van de belevingswereld van het kind, een goed contact met zijn ouders en goede communicatie met hen en onderling essentieel. Goede samenwerking is van belang; hulp vragen; hulp verlenen; goede samenwerking Alle HBO-competenties komen volop aan bod. Een met andere disciplines zoals de pedagogisch medewerker, kinderarts, orthopedagoge etc. Sturing van zorgprocessen om de kwaliteit, continuïteit en coördinatie te waarborgen is essentieel is deze dynamische zorgsetting. Ook de sturing t.a.v. je leerproces is hierin van groot belang.
Uitwerking verpleegkundige in opleiding niveau 4
Opdrachten RBA4 Boek Deel A jaargang 2008 Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Werkproces: Ondersteuning bij persoonlijk basiszorg Opdracht 1 Lichamelijke verzorging Opdracht 2 Bedverzorging Opdracht 3 Begeleiden bij eten en drinken Opdracht 4 Hulp bij problemen bij de uitscheiding Opdracht 5 Hulp bij mobiliteitsproblemen Opdracht 6 Waak en slaapritme bevorderen
haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar
Individuele voorlichting Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Werkproces: Geeft voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager haalbaar Opdracht 1 Primaire preventie haalbaar Opdracht 2 Secundaire preventie
Begeleiden van zorgvragers Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Werkproces: Begeleiding van een zorgvrager bij de zelfredzaamheid : Een zorgvrager begeleiden op psychosociaal gebied : Een zorgvrager begeleiden op sociaal en maatschappelijk gebied Opdracht 1 Een zorgvrager begeleiden bij de zelfredzaamheid Opdracht 2 Een zorgvrager begeleiden op emotioneel gebied Opdracht 3 Een zorgvrager begeleiden op sociaal en maatschappelijk gebied
haalbaar haalbaar r haalbaar
Ingrijpen in onvoorziene situaties Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Werkproces: Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties Deze opdracht wordt in Opdracht 1 Handelen bij een ademhaling- en circulatiestilstand een nagebootste situatie (simulatie) Opdracht 2 Handelen bij ongevallen en onverwachte situaties beoordeeld
Werken volgens verpleegplan Kerntaak 1: Bieden van (verpleegkundige) zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces: Stelt de verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op : Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied :Evalueert de zorgverlening
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 Opdracht 4
Een verpleegplan opstellen Een zorgvrager observeren, monitoren en de gegevens verwerken Vitale functies bewaken De zorg evalueren
haalbaar haalbaar haalbaar
r
haalbaar
Terugblikken en vooruitkijken Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Opdracht 1 Portfolio opdracht
Bij alle beoordelingsmomenten
Opdrachten volgens RBA4 Boek Deel B jaargang 2008 Chronisch zieke zorgvrager Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Opdracht 1 Verlenen van verpleegkundige zorg Opdracht 2 Biedt palliatieve en/of terminale zorg Opdracht 3 Voorlichting,advies en/of instructie geven Opdracht 4 Begeleiden op sociaal-maatschappelijk gebied
Haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar
Geriatrische en psychogeriatrische zorgvrager Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Opdracht 1 Verlenen van verpleegkundige zorg Opdracht 2 Voorlichting,advies en/of instructie geven Opdracht 3 Hanteren van grensoverschrijdend gedrag Opdracht 4 Begeleiden bij het verwerken van emoties Begeleiden van een groep geriatrische zorgvragers op sociaalOpdracht 5 maatschappelijk gebied
niet haalbaar niet haalbaar niet haalbaar niet haalbaar niet haalbaar
Revaliderende zorgvrager Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Opdracht 1 Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning Opdracht 2 Begeleiden van een zorgvrager op moeilijke momenten
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
haalbaar haalbaar
De zorgvrager met een verstandelijke beperking Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Opdracht 1 Verlenen van verpleegkundige zorg Opdracht 2 Hanteren van gedragsproblemen Opdracht 3 Begeleiden op sociaal-maatschappelijk gebied Opdracht 4 Begeleiden van een groep zorgvragers op sociaal-maatschappelijk gebied
haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar
Klinische zorgvrager Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Opdracht 1 Verlenen van zorg aan een klinische zorgvrager op een chirurgische afdeling Verlenen van zorg aan en begeleiden van een klinische zorgvrager voor Opdracht 2 onderzoek en behandeling Opdracht 3 Voorlichting geven
haalbaar haalbaar haalbaar
n
De zorgvrager met een psychiatrische stoornis Niet haalbaar
Coördineren van zorg en coachen van collega's Kerntaak 3: Uitvoeren van taken ten behoeve van de zorgverlening en de organisatie Werkproces: Coördineert de zorgverlening : Neemt deel aan verschillende overlegvormen Opdracht 1 Coördineren van zorg Opdracht 2 Overdragen van zorg Opdracht 3 Voorbereiden van het ontslag Opdracht 4 Overleggen t.b.v.de zorgvrager Opdracht 5 Deelnemen aan teamoverleg of werkbespreking Opdracht 6 Stagiaires en nieuwe collega's begeleiden
haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar
Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering Kerntaak 4: Uitvoeren van professiegebonden taken Werkproces: Werkt aan deskundigheidsbevordering : Werk aan professionalisering van het beroep Opdracht 1 Bijdrage leveren a/d verbetering van de zorg Opdracht 2 Deskundigheidbevordering Opdracht 3 Professionalisering van het beroep
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
haalbaar haalbaar haalbaar
r
Verpleegtechnische handelingen Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Werkproces: Voert verpleegtechnische handelingen uit Opdracht 1 Verzorgt sondevoeding en maagsonde Sondevoeding toedienen met trechter of spuit of via een toedieningssysteem haalbaar
Opdracht 2 Verzorgt stoma, suprapubische katheter en blaaskatheter Verwisselen van een tweedelig opvangsysteem Suprapubische cath. verzorgen Blaascath. verzorgen/nieuw opvangmateriaal aansluiten Opdracht 3 Katheteriseert blaas en brengt een maagsonde in Blaascath inbrengen bij een man of een vrouw Maagsonde inbrengen via de neus Opdracht 4 Medicijnen en zuurstof toedienen Oraal Rectaal - suppositoria Vaginaal Via de huid Oogdruppels Neusdruppels Via de luchtwegen Zuurstof toedienen via centraal distributie d.mv. neuscath, zuurstofbril of mondkapje Zuurstof toedienen via een zuurstofcilinder d.mv. neuscath, zuurstofbril of mondkapje Dient medicijnen toe per injectie en per toedieningssysteem. Brengt een Opdracht 5 perifeer infuus in Subcutaan Intramusculair Intraveneus via infuusnaald of braunule naald In opgeloste vorm iv infuussysteem/toedieningssysteem Perifeer intraveneuze canule inbrengen voor een infuus Opdracht 6 Verricht puncties Venapunctie verrichten Hielprik toepassen bij een neonaat Vingerprik toepassen Opdracht 7 Dient parenteraal vloeistoffen toe Via een perifeer infuus Via een centraal infuus Perfussor bedienen; spuit klaarmaken en aansluiten op de perfussor Transfusie verzorgen Opdracht 8 Wonden verzorgen met drains en hechtingen Rode, gele of zwarte wonden Zwachteltechniek bij gesloten wonden Hechtingen verzorgen Wond met drain verzorgen
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
Niet haalbaar niet haalbaar niet haalbaar
niet haalbaar haalbaar
haalbaar haalbaar
r niet haalbaar
haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar
haalbaar
haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar
niet haalbaar niet haalbaar haalbaar
niet haalbaar niet haalbaar niet haalbaar niet haalbaar
haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar
Hechtingen verwijderen Tampon verwijderen Wonddrain verwijderen Decubitus verzorgen Smetten verzorgen Opdracht 9 Orgaan spoelingen uitvoeren Blaasspoeling uitvoeren Maagspoeling uitvoeren Vagina irrigeren Stoma irrigeren Darmspoeling uitvoeren Opdracht 10 Tracheacanule en tracheastoma verzorgen Tracheacanule verzorgen Tracheastoma verzorgen Regelt de lichaamtemperatuur door middel van warmte- en Opdracht 11 koudebehandeling Bloedcirculatie bevorderen d.m.v. warmte Lichaamstemperatuur verlagen d.m.v. koudebehandeling Lichaamstemperatuur verlagen d.m.v. koude afwassing Opdracht 12 Zuigt mond en keelholte uit Een mond- en keelholte uitzuigen Opdracht 13 Deelnemen aan onderzoek en behandeling Monster verzamelen ten behoeve van diagnostiek, steriel en niet steriel Assisteren bij chirurgische behandeling, interne/neurologische onderzeken Assisteren bij andere therapieën gericht op het instandhouden of verbeteren van somatische functies
haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar haalbaar
niet haalbaar haalbaar
r niet haalbaar
haalbaar haalbaar
niet haalbaar niet haalbaar
haalbaar niet haalbaar haalbaar
haalbaar
haalbaar haalbaar haalbaar
Opdrachten volgens RBA4 Boek Deel C jaargang 2008 Beginnend beroepsbeoefenaar (DIFF opdracht) Deze opdracht dient door elke student te worden getoetst tijdens de differentiatie stage
Leerplaatsprofiel Kind&Jeugd augustus 2010
niet haalbaar