Leerkrachtenbundel Esther Smekens, Joke Stokmans, Eva Schurmans, Dimitri Boschmans, Philip Beckers, Jana Caspers, Lizzy Sameys DA VOW – Gelijke Onderwijskansen lector: A. Orye
XIOS Hasselt
VOORWOORD Stel je voor: je wordt wakker in een bed aan de andere kant van de wereld. Je moeder werkt heel de dag in een fabriek waar sneeuwschoenen gemaakt worden, terwijl je vader werkt als ingenieur. Gisteren woonde je nog in België, was je nog bij je vrienden, studeerde je nog voor de toets wiskunde. Vandaag ontwaak je in een wildvreemd land, waar je minstens vijf jaar van je leven zal wonen. Je ouders hebben voor je geregeld dat je onmiddellijk naar school kan gaan, maar gezien je nu in Rusland woont, is dat voor jou helemaal niet zo gemakkelijk! Wat kan er zoal misgaan? Inderdaad, om te beginnen, ken je de weg nog niet binnen de school. Waar is het lokaal van biologie?! Daarbij komt nog het feit dat je geen Russisch spreekt, je kan dus aan niemand vragen waar het lokaal van biologie is. Het is niet gemakkelijk om je zomaar aan te passen aan de taal en de cultuur van een ander land. Daarover gaat deze bundel. Elk jaar komen er vele kinderen in België wonen die geen Nederlands spreken. Zij hebben het zeer moeilijk om goed te kunnen volgen op school, waardoor ze al een grotere achterstand hebben. Dit kan in het ergste geval een invloed hebben op hun motivatie. Gelukkig bestaan er op sommige plaatsen in België leuke klassen waar anderstalige kinderen Nederlands kunnen leren. Moesten deze klassen er niet zijn, dan voelden al deze anderstalige kinderen zich net zoals jij als je plots naar Rusland zou verhuizen…
2
INHOUD Voorwoord ............................................................................................................ 2 Inhoud ................................................................................................................. 3 Algemene doelstellingen ......................................................................................... 4 Instructiespel ..................................................................................................... 5 Wie weet het nog? .............................................................................................. 7 Waar is de weg? ................................................................................................11 Verstaan jy my nog? ..........................................................................................13 Maak koppeltjes! ...............................................................................................14 Versta je de instructie? .......................................................................................15 Quiz! ................................................................................................................16 Koddige klinkers ................................................................................................18 Volg de letter ....................................................................................................19 Engels kwartet ..................................................................................................21 Buitenlandse strip ..............................................................................................23 Rebussen ..........................................................................................................25 Non verbale communicatie ..................................................................................26 Tekens .............................................................................................................27 Slot ....................................................................................................................31
3
ALGEMENE DOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen: -
samenwerken door middel van groepsvorming. gericht waarnemen de invloed die taal heeft op onze onderwijskansen in hun eigen woorden verduidelijken respect opbrengen voor anderstaligen
4
INSTRUCTIESPEL
DOEL VAN HET SPEL Het doel van het spel is om aan de hand van instructies taal en motoriek te beheersen. Specifieke doelstellingen: -
De leerlingen ervaren hoe het voelt om zich verstaanbaar te maken in een ‘vreemde’ taal. De leerlingen kunnen aan de hand van instructies taal en motoriek beheersen.
BENODIGDHEDEN - Twee blinddoeken - Boterham met choco - Plastic lepeltje - Yoghurt potje - Water WERKWIJZE - Duid 2 personen aan die geblinddoekt moet worden - Duid 1 persoon aan die de instructies moet geven - De 2 geblinddoekte personen gaan tegenover elkaar zitten. Een persoon A en B - De persoon die de instructies geeft, gaat de volgende producten aan de lessenaar halen - A spreidt zijn mond wijd open - De persoon die de instructies geeft, geeft het eerste ‘voorwerp’ aan de B - B strekt zijn hand uit - De persoon die de instructies geeft, geeft B instructies zodat het ‘voorwerp’ in de mond gaat van A - De instructies worden gegeven in het Frans en dit om het snelste
5
OPLOSSING Naar rechts= à droite Naar links= à gauche Hoger= plus haut Lager= plus bas Een beetje (meer) naar rechts= un peu (plus) à droite Een beetje (meer) naar links= un peu (plus) à gauche Een beetje hoger= un peu plus haut Een beetje lager= un peu plus bas
6
WIE WEET HET NOG?
DOEL VAN HET SPEL Er worden verschillende woorden op het bord opgeschreven in een vreemde taal. De leerlingen moeten deze in groepjes proberen te onthouden. Na 1 minuut klappen we het bord toe. De leider van het spel zal nu testen of de groepen de woorden correct onthouden hebben. Dit zal gebeuren door simpelweg vragen te stellen. Wanneer iemand het antwoord weet, moet hij echter eerst een kleine hindernis overbruggen, zoals touwspringen of over een bank klimmen. Specifieke doelstellingen: - De leerlingen kunnen op korte tijd een aantal vreemde woorden memoriseren - De leerlingen kunnen woorden in een vreemde taal correct reproduceren
BENODIGDHEDEN - Schoolbord - Krijt - Stoelen - Springtouw
WERKWIJZE - De groepjes kijken en luisteren naar de uitgesproken woorden - Ze zeggen deze na - Het schoolbord gaat toe - Er wordt een vraag gesteld door de begeleider - Een leerling van elke groep komt het antwoord geven. - Voor ze een antwoord geven, leggen ze eerst een kleine hindernis af - Daarna zeggen ze het antwoord tegen de begeleider
7
OPLOSSING
: Poral
: Schultasche
: Federmappe
: Umschlag
: Buch
8
: Becher
: Tafel
: Schultafel
: Stuhl
: Feder
: Schreiblok
9
: Bleistift
: Wörterbuch
: Fahrrad
10
WAAR IS DE WEG?
DOEL VAN HET SPEL Uit elke groep wordt een leerling gehaald. Deze wordt op de startplaats gezet en gaat een parcours proberen af te leggen. Maar ze staan met hun rug naar het parcours en hebben een papier in hun hand met de beschrijving op. Specifieke doelstellingen: - De leerlingen kunnen elkaar richtlijnen geven in een vreemde taal - De leerlingen kunnen vertrouwen op hun groepsgenoten - De leerlingen kunnen een parcours afleggen aan de hand van wat hun klasgenoten hen vertellen om te doen
BENODIGDHEDEN -
Touw Stoel Tafel Mat
WERKWIJZE - Duid iemand aan die dient als proefpersoon - Deze persoon wordt op startplaats gezet - Is met de rug naar de hindernissen geplaatst - Leerling krijgt papier met wegbeschrijving - Probeert het parcours af te leggen, zonder te kijken wat achter zich is
11
OPLOSSING 3 stappen naar links: 3 étapes vers la gauche. 4 stappen rechtdoor: 4 étapes droites. Bukken onder het touw: se courber sous la corde 5 stappen naar rechts: 5 étapes vers la droite. 2 stappen schuin naar rechts: 2 étapes en diagonale vers la droite. Over de stoel: sur la chaire. Kwartdraai naar rechts: quart de tour à droite. 4 stappen naar rechts: 4 étapes vers la droite. 2 stappen rechtdoor: 2 étapes droites. Kwartdraai naar rechts: quart de tour à droite. Onder de tafel: sous la table. 3 stappen naar links: 3 étapes vers la gauche. 5 stappen rechtdoor: 5 étapes droites. Over de mat: sur le tapis. 4 stappen naar links: 4 étapes vers la gauche. 3 stappen rechtdoor: 3 étapes droites.
12
VERSTAAN JY MY NOG?
DOEL VAN HET SPEL De bedoeling van dit spel is dat je beseft dat communiceren in een vreemde taal niet zo vanzelfsprekend is. Als je een recept leest in een vreemde taal, kan je het gerecht dan nog steeds even vlot bereiden? Specifieke doelstellingen: - De leerlingen kunnen aan de hand van enkele woorden die ze misschien kennen, achterhalen welk recept we zouden kunnen zoeken - De leerlingen kunnen na het krijgen van een hint steeds een stapje korter bij de oplossing komen
BENODIGDHEDEN - Recepten in verschillende talen (Spaans, Russisch, Kroatisch, Zweeds, …) - Instructies in verschillende talen (Spaans, Russisch, Kroatisch, Zweeds, …) WERKWIJZE - Iedereen krijgt een recept of een instructie te zien in een vreemde taal - Wanneer het startschot gegeven is, moet de instructie uitgevoerd worden (of het recept moet bereid worden) - Om de 5 minuten wordt er een hint gegeven (bijvoorbeeld een foto of een vertaling van een woord) - Het team dat de instructie als eerste goed kan uitvoeren, wint en mag dobbelen. OPLOSSING Oplossing van het recept : Chocolademelk -
Doe 250 ml melk in een kopje Voeg er 2 theelepels cacaopoeder aan toe Roer het mengsel Plaats het kopje in de microgolfoven gedurende 2 minuten Roer nog eens om Spuit er een beetje slagroom op Smakelijk!
13
MAAK KOPPELTJES!
DOEL VAN HET SPEL De bedoeling van dit spel is dat je het juiste woord bij de prent kan plaatsen. Zal het lukken of is onze woordenschat toch wel heel erg verschillend van de andere talen? Specifieke doelstelling: - De leerlingen kunnen een vreemd woord koppelen aan een beeld
BENODIGDHEDEN - Foto’s en tekeningen (voor elk team dezelfde exemplaren) - Juiste benaming voor elke afbeelding, maar dan in een vreemde taal WERKWIJZE - Elk team krijgt 10 afbeeldingen en 10 woorden in een vreemde taal - Wanneer het startschot gegeven is, moeten ze de woorden bij de juiste afbeelding leggen - Elk team krijgt één kans om de woorden en beelden te koppelen. Het team dat de meeste woorden juist kan leggen, wint.
OPLOSSING Nederlandse vertaling van de vreemde woorden : Ijsje: sladoled (Kroatisch) Zon: sol (Portugees) Stoel: stol (Zweeds) Man: άνθρωπος (Grieks) Varken: porc (Catalaans) Brood: ekmek (Turks) Liefde: Àst (IJslands) Potlood: Bleistift (Duits) Water: Vanduo (Litouws) Gitaar: gitara (Pools)
14
VERSTA JE DE INSTRUCTIE?
DOEL VAN HET SPEL We weten dat instructies zeer duidelijk zijn in onze taal, maar wat als we de betekenis behouden maar de taal veranderen. Zijn ze dan nog steeds duidelijk? Specifieke doelstellingen: - De leerlingen kunnen de herkende anderstalige woorden omzetten in nonverbale signalen. - De leerlingen omschrijven in hun eigen woorden welke non-verbale signalen worden uitgebeeld. - De leerlingen kunnen tijdens een discussie luisteren naar elkaars mening. BENODIGDHEDEN - 15 keuzekaarten - Timer - 3 ploegen - Intro interview ‘Marina en Christa’. WERKWIJZE - De ploeg die aan de beurt is, duidt iemand aan om naar voren te gaan. - Die persoon moet de geschreven instructie non-verbaal uitbeelden. o Let op: instructie staat in een andere taal genoteerd. Als de leerling de instructie niet kan lezen, krijgt hij een vertaling. Hierdoor kan het team slechts één punt verdienen. - Indien de ploeg de instructie binnen 20 seconden kan raden, ontvangen ze 2 punten. - Indien niet geraden binnen de tijd, gaat de beurt over naar de andere ploegen. Zij mogen één antwoord geven. - Indien ze juist raden, ontvangen zij maar één punt. OPLOSSING 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Nehmen Sie Ihr Buch: Neem je boek! ¡Levántate: Sta op! Lisez ça: Lees eens voor! Gehen Sie nach draußen: Ga naar buiten! Imaginez: Stel je eens voor! Habla más alto: Praat eens wat harder! Hören Sie, was ich sage: Luister naar wat ik zeg! Répétez ce que je dis: Herhaal wat ik zeg! Toma la pluma: Neem je pen!
15
QUIZ!
DOEL VAN HET SPEL In België heb je de mogelijkheid om als nieuwkomer aangepast onderwijs te volgen. Deze doelgroep wordt een pakket aangeboden waarbij de taalachterstand zo veel mogelijk verkleind wordt, zodat ze na een jaar in het gewone onderwijs kunnen doorstromen. De vragen in deze quiz zijn opgesteld aan de hand van de ervaringen van de nieuwkomers. Deze antwoorden zijn gebaseerd op de enquête die we afgenomen hebben in de verschillende okan-klassen. Specifieke doelstellingen: - De leerlingen kunnen in hun eigen woorden uitleggen welke moeilijkheden er spelen bij het ervaren van een nieuwe taal volgens de enquête. - De leerlingen kunnen uitleggen waar de afkorting ‘okan’ voor staat. - De leerlingen kunnen in hun eigen woorden uitleggen wanneer men in aanmerking komt voor een okan-klas. - De leerlingen kunnen een empathische houding aannemen bij het zoeken naar het juiste antwoord. BENODIGDHEDEN - Quizvragen - Timer WERKWIJZE - De quizmaster stelt de vraag en elke groep moet een antwoord aanduiden. - Per juist antwoord, krijgt de ploeg één punt.
16
OPLOSSING 1. Wat vinden leerlingen in een okan-klas moeilijk aan Nederlands? a. Schrijven b. Lezen c. Spreken 2. Welk vak doen leerlingen in een okan-klas het liefst op school? a. Nederlands b. Rekenen c. Sport 3. Welk oorzaak geven de beginnende leerlingen aan het feit dat ze moeite hebben met het begrijpen van de docent? a. Ik kan het niet goed verstaan b. De docent praat te vlug c. De docent gebruikt moeilijke woorden 4. Op welk vlak scoren anderstaligen minder binnen het vak Nederlands? a. Grammatica b. Woordenschat c. Lezen 5. Welke school vinden leerlingen in de okan-klas het leukst? a. België b. Eigen land c. Geen enkel land 6. Wat vinden deze leerlingen het leukst bij Nederlands? a. Schrijven b. Woordenschat c. Lezen 7. Onder welke voorwaarden kom je in aanmerking voor okan? a. Min. leeftijd is 14 jaar, Nederlands niet als moedertaal, max. 1 jaar ononderbroken in België verblijven b. Min. leeftijd 14 jaar, Nederlands niet als moedertaal, min. 1 jaar ononderbroken in België verblijven c. Min. leeftijd is 12 jaar, Nederlands niet als moedertaal, max. 1 jaar ononderbroken in België verblijven 8. Hoe vaak spreken de anderstaligen thuis Nederlands? a. 31% b. 55% c. 14% 9. Waarvoor staat de afkorting okan? a. Onthaalklas Anderstalige Nieuwkomers b. Opvang Kansen Anderstalige Nieuwkomers c. Opvang Klas Apart Nederlands
17
KODDIGE KLINKERS
DOEL VAN HET SPEL Leerlingen die de Nederlandse taal niet machtig zijn, kennen vaak niet zo veel woorden. Maar hoe maak je jezelf duidelijk zonder bepaalde kernwoorden te kennen? Specifieke doelstellingen: - De leerlingen kunnen een omschrijving van een woord herkennen, wanneer de klinkers in dat woord veranderd zijn
WERKWIJZE Elke groep kiest een vertegenwoordiger. De vertegenwoordigers trekken elk een kaart met daarop het uit te leggen woord en de klinker, waarmee alleen gesproken mag worden. De vertegenwoordigers krijgen een minuut voorbereidingstijd. De vertegenwoordigers komen om beurt hun woord uitleggen. De groep die het woord als eerste raad, krijgt een punt. De groep die de meeste woorden heeft geraden, wint het spel. OPLOSSING Woorden: kameel, horizon, koning, tomaat, mossel, lolly, minister, ridder, konijn, mayonaise, spruitjes, … Bijvoorbeeld Uit te leggen begrip: kameel
Letter: a
Hat as aan graat daar. Hat laaft an da waastaan. Hat haaft twaa baltan ap zaan rag. An warma landan kan ja ar aan rat maa makan. (Het is een groot dier. Het leeft in de woestijn. Het heeft twee bulten op zijn rug. In warme landen kan je er een rit mee maken.)
18
VOLG DE LETTER
DOEL VAN HET SPEL Leerlingen die de Nederlandse taal niet machtig zijn, hebben vaak een geringe woordenschat. Met dit spel willen we aanduiden dat wijzelf, ondanks onze ruimere woordenschat, ook al eens naar woorden moeten zoeken. Specifieke doelstellingen: - De leerlingen kunnen op korte tijd een woord verzinnen dat zowel begint met de opgelegde letter als het past binnen het thema - De leerlingen kunnen onthouden welke woorden reeds gezegd zijn door medeleerlingen WERKWIJZE De spelers gaan in een kring zitten. Elke speler moet tussen twee spelers zitten van verschillende groepen. De speler mag nooit naast iemand van de eigen groep zitten. Het spel begint bij een willekeurige speler. Deze trekt een letter en een categorie uit de zak. De speler moet met de getrokken letter een woord maken dat past binnen de categorie. De volgende speler, steeds de speler rechts, maakt een nieuw woord met de eindletter van het vorige gezegde woord. Indien een speler binnen de twintig seconden geen woord zegt of een woord zegt dat al aan bod is gekomen, valt deze af. Deze gaat achter zijn of haar stoel staan. De volgende speler trekt opnieuw een letter en een categorie. De persoon die als laatste overblijft, wint het spel.
19
OPLOSSING Voorbeeld: Nationaliteit: met de letter T 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Turk Kameroen Noor Roemeen Nederlander Rus Schot Taiwanees Spanjaard Deen
20
ENGELS KWARTET
DOEL VAN HET SPEL De leerlingen spelen kwartet. Dit is een spel dat de meeste al zullen kennen in de Nederlandse versie. Dit spel is exact hetzelfde, behalve de taal. Door het spel in het Engels aan te bieden zal de moeilijkheidsgraad voor vele leerlingen hoger liggen. Specifieke doelstellingen: -
De leerlingen begrijpen van instructies om een kwartetspel te spelen. De leerlingen begrijpen wat de andere leerling vraagt. De leerlingen begrijpen gesloten vragen van de leerkracht over het verloop van het spel. De leerlingen kunnen kort antwoorden op gesloten vragen over het verloop van het spel. De leerlingen kunnen hulp vragen aan andere leerlingen. De leerlingen kunnen vragen stellen bij het spelen van het spel. De leerlingen begrijpen woordkaartjes om kwartet te spelen.
BENODIGDHEDEN - Kwartet WERKWIJZE - Verdeel de klasgroep in groepjes van 4 personen - Een willekeurige speler begint - Wie aan de beurt is, vraagt één van de andere spelers een kaart die hij/zij zelf niet heeft. Dit moet dan wel een kaart zijn van een kwartet waarvan de speler zelf minimaal een kaart in handen heeft. Noem de naam van het kwartet en vraag naar de kaart die u wilt hebben - Als de speler die kaart heeft, dan moet hij/zij deze afgeven en mag u doorgaan met het vragen van kaarten. Dit mag aan dezelfde of aan een andere speler - Heeft een speler de gevraagde kaart niet, dan is de beurt voorbij en is de speler aan wie de laatste kaart is gevraagd aan de beurt - Als een speler een setje van vier kaarten heeft, roept deze 'kwartet!'. Dit is het einde van het spel
21
OPLOSSING Er zijn 4 thema’s: part of the body, prepositions, school subjects en emotions. Part of the body: nose, ears, mouth en eyes Vertaling: lichaamsdeel; neus, oren, mond en ogen Prepositions: between, up, on en under Vertaling: voorzetsels; tussen, boven, op en onder School subjects: geography, mathematics, biology en history Vertaling: schoolvakken; aardrijkskunde, wiskunde, biologie en geschiedenis Emotions: boredom, anxiety, fear en joy Vertaling: emoties; verveling, angst, bang en blijdschap
22
BUITENLANDSE STRIP
DOEL VAN HET SPEL De leerlingen moeten een stripfragment van Kuifje in de juiste volgorde plaatsen. Het stripfragment bestaat uit 6 tekeningen. De tekstballonetjes zijn niet in het Nederlands, maar wel in het Portugees gedrukt. Specifieke doelstellingen: -
De leerlingen kunnen samenwerken De leerlingen kunnen gericht waarnemen
BENODIGDHEDEN - Afzonderlijke stripfragmentjes - Originele stripfragment WERKWIJZE - Geef alle groepen 6 Portugese stripfragmentjes - Laat de leerlingen de stripfragmentjes in de juiste volgorde leggen - Controleer de juistheid van de volgorde aan de hand van het originele stripfragment
23
OPLOSSING Portugese versie:
Nederlandse versie:
24
REBUSSEN
DOEL VAN HET SPEL Het doel van het spel is om samen als groep de rebussen als eerste op te lossen. Specifieke doelstellingen: -
de leerlingen kunnen de boodschap van de rebus in verband brengen met “gelijke onderwijskansen”. De leerlingen kunnen beelden koppelen aan woorden
BENODIGDHEDEN - Potlood of pen WERKWIJZE - Ieder groep krijgt dezelfde rebus - Los de rebus op - Steek je hand in de lucht - Er komt iemand de rebus verbeteren
OPLOSSING Rebus 1: In België hoort iedereen erbij. Rebus 2: In België kreeg ik een nieuwe kans, daarom spreek ik zo goed Nederlands. Rebus 3: Voor iedereen dezelfde kansen. Rebus 4: Wat we samen doen, doen we beter. Rebus 5: Je hoeft niet perfect te zijn, doe gewoon je best. Rebus 6: Denk in mogelijkheden, niet in beperkingen en er gaat een wereld voor je open. Rebus 7: Herinner je gisteren droom van morgen maar leef vandaag. Rebus 8: Geduld is een pleister voor alle wonden.
25
NON VERBALE COMMUNICATIE
DOEL VAN HET SPEL In je groep de opdracht zo snel mogelijk uit te voeren zonder te praten. Specifieke doelstellingen: - De leerlingen kunnen samenwerken met elkaar - De leerlingen kunnen op opdracht uitvoeren bij het horen van een instructie - De leerlingen kunnen creatief omgaan met hun ledematen
BENODIGDHEDEN -
Tape
WERKWIJZE - Maak 3 kleine rechthoeken van 2m op 1m. - De begeleider geeft opdrachten aan de leerlingen. o Ga op 5 voeten en 2 handen staan. o Ga op 4 voeten en 3 handen staan. o Ga op 2 voeten en 8 handen staan. - De opdracht zo snel mogelijk uitvoeren zonder te praten.
Groep 1
Groep 3
Groep 2
OPLOSSING De instructies succesvol uitvoeren.
26
TEKENS
DOEL VAN HET SPEL De leerlingen krijgen een lijst met Chinese tekens met de vertaling. Vervolgens krijgt iedere groep een Chinees teken te zien via PowerPoint. Dit teken moeten ze zo snel mogelijk vertalen. Specifieke doelstellingen: - De leerlingen kunnen een teken memoriseren en het opzoeken in een vertaalsleutel - De leerlingen kunnen via een vertaalsleutel woorden vertalen vanuit het Chinees
BENODIGDHEDEN - Vertaalkaart - Aantal Chinese tekens WERKWIJZE - Iedere groep krijgt een vertaalkaart en bekijkt deze goed. - De leerlingen krijgen een Chinees teken te zien via PowerPoint en moeten dit teken vertalen. - Als ze het antwoord weten, lopen ze zo snel mogelijk naar de begeleider. OPLOSSING
Mens
Vrouw
Oor
27
Paard
Vis
Berg
Zon
Maan
Regen
Wolk Draak
Vrijheid
28
Vriendschap
Liefde
Geduld
Wijsheid
Hond
geit
Paard
Gelukkig
Nul
29
onder
taal
leren
30
SLOT Aan de hand van deze spellen trachten wij de opgestelde doelstellingen te bereiken. Op een speelse manier wordt de beleving en informatie overgebracht. Het uiteindelijke doel van deze les is dat de leerlingen inzicht krijgen in de rol die taal speelt in het onderwijs. Bovendien hebben de oefeningen ook het doel dat de leerlingen begrip kunnen opbrengen voor de nieuwkomers (okan), met name het proces dat ze moeten doorlopen.
31