LOB matrix KW1C afdeling SMS Noteer in onderstaand schema alle activiteiten die jij als professional of binnen de afdeling waar je werkzaam bent mee gewerkt wordt. Dit kunnen losse instrumenten zijn zoals testen of opdrachten maar ook programma’s waar je in betrokken bent zoals Einstein4All. Leerjaar Doelstelling opdracht Instroom Opleiding
Leerjaar 1 t/m 3 Leerjaar 1
Leerjaar 1
Bewustwording wat de inhoud van de opleiding is in relatie met eigen competenties en drijfveren Reëel beroepsbeeld krijgen voor start van de opleiding Inzicht in kernkwaliteiten leerling Kennis maken met de doelgroep kinderen/jongeren. Ontdekken hoe het is om met een groep(je) te werken / begeleiding / sturing te geven. Student denkt na over persoonlijk leerproces of persoonlijk leerplan. Student wordt zich bewust van waar haar kwaliteiten liggen, en wat zij nog wil/moet ontwikkelen
Activiteit
Betrokkenen
Loopbaancompetenties
Oriëntatiedag: Vooraf: schrijven van een motivatiebrief en voorbereiden presentatie waarin de leerling zichzelf presenteert De dag zelf: Uitvoeren presentatie, bespreken casuïstiek, Groepsopdracht samenwerken, presentatie 3e jaars studenten, individuele gesprekken met docenten
Ingeschreven leerlingen (4VMBO) Volledige team van de opleiding Jeugdzorg 3e jaars studenten
Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie
Studiehoudingslijst. Deze wordt als feedbackformulier gebruikt. Hij wordt ingevuld n.a.v. de studentbespreking, waar meerder docenten bij aanwezig zijn Snuffelstage. 3 uur per week van november t/m juni. Op school worden de ervaringen gedeeld en gekoppeld aan opdrachten
Alle docenten die lesgeven aan desbetreffende klas / student De student zelf Mentor volgt proces a.d.h.v. de opdrachten die de student maakt.
Kwaliteitenreflectie
Schrijven van een Persoonlijk Ontwikkelplan (POP)
De student en de mentor. Klasgenoten geven feedback, ?
Kwaliteitenreflectie Loopbaansturing
Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie Werkexploratie
Leerjaar Doelstelling opdracht
Activiteit
Betrokkenen
Loopbaancompetenties
Leerjaar 1
De student kijkt terug op de oriëntatieperiode en maakt aan anderen duidelijk hoe zij de eerste periode op de opleiding hebt ervaren De student laat zien wat en/of hoe jij hebt geleerd op school en tijdens je vrijwilligerswerk.
Breng je eigen ontwikkeling in beeld
Stellen vragen n.a.v. de opdracht Aan de student
Kwaliteitenreflectie
Leerjaar 1
Student benoemt de eigen leerstijl Student krijgt inzicht in wat deze leerstijl of werkstijl zegt over haar manier van leren. De student koppelt leer- en werkstijl aan persoonlijk ontwikkelplan
Leer- en werkstijlen test Invullen van de testen. Er wordt nog te weinig terugkoppeling gegeven aan studenten waardoor ze het, denk ik, nu niet goed genoeg kunnen koppelen aan wat dit betekent voor hun leerproces.
Student, mentor ?
Loopbaansturing
Leerjaar 1
Student heeft een duidelijk beeld van de doelgroep Student heeft een duidelijk(er) beeld van het werkveld en de toekomstige taken en werkzaamheden De student evalueert en reflecteert op de uitgevoerde werkzaamheden binnen het
Gastlessen/excursies Door een beter beeld van een specifieke setting binnen het werkveld kan dit leiden tot loopbaansturing. Hier wordt op gespreksniveau te weinig aandacht aan besteed.
Student, gastdocent, vakdocent
Werkexploratie Loopbaansturing
De student schrijft logboekverslagen van het uitgevoerde vrijwilligerswerk. In deze verslagen geeft de student een beschrijving van de dag. Neemt één specifieke situatie eruit en beschrijft van die situatie wat haar taak was in deze
Student, eventueel begeleider op Vrijwilligerswerk, mentor
Kwaliteitenreflectie Loopbaansturing of Werkexploratie?
Leerjaar 1
“Breng je persoonlijke ontwikkeling die je dit jaar hebt doorgemaakt creatief in beeld”
Leerjaar Doelstelling opdracht
Leerjaar 1
Leerjaar 1
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Activiteit
Betrokkenen
Loopbaancompetenties
vrijwilligerswerk De student heeft inzicht in haar gedachten, gevoelens, acties en resultaten van de acties.
situatie, wat het kind/de jongere deed, wat haar gevoelens waren, haar gedachten, haar acties en het resultaat hiervan. Tot slot wordt er gereflecteerd door de student of ze tevreden is over deze situatie
De student werkt samen met klasgenoten en leert hierin de verschillende aspecten van samenwerking (afspraken maken, mening geven, feedback geven/ ontvangen etc.) De student heeft zicht op werkzaamheden die passen bij de beroepsgroep De student stelt persoonlijke leerdoelen m.b.t. de integrale opdracht en bespreekt deze met mentor/klasgenoten. De student evalueert en reflecteert op het persoonlijke leerproces en haar leerdoelen tijdens de integrale opdracht De student maakt kennis met de problematiek en stoornissen van de
Er is per periode één grote integrale opdracht, waarin de studenten als klas / of in groepjes een opdracht krijgen. Deze opdrachten zijn gerelateerd aan het werkveld en de lessen die ze in deze periode krijgen geven kennis en vaardigheden die de studenten in kunnen (moeten) zetten bij het uitvoeren van de integrale opdracht.
Studenten, mentor of begeleider Integrale opdracht Eventueel externe opdrachtgever
Kwaliteitenreflectie Werkexploratie
De student stelt minimaal 2 persoonlijke leerdoelen die uitvoerbaar zijn tijdens de integrale opdracht of in deze periode van het schooljaar. De student neemt hier de context, de inhoud van de integrale opdracht mee, alsmede de aandachtspunten die er zijn vanuit het POP Reflectieverslag schrijven n.a.v. de integrale opdracht. Hier wordt ingegaan op de leerdoelen, het persoonlijke leerproces, de samenwerking en het uiteindelijke product
De student, mentor of begeleider integrale opdracht
Kwaliteitenreflectie
De student, mentor of begeleider Integrale opdracht Eventueel externe opdrachtgever
Kwaliteitenreflectie
Stage lopen binnen het werkveld. Studenten lopen 16-24 stage binnen het speciaal onderwijs voor kinderen met gedragsproblemen en ontwikkelingsstoornissen en/of leer- en opvoeding
Student, stageplaats met begeleider daar mentor of docent die de stage
Kwaliteitenreflectie Werkexploratie Loopbaansturing
Leerjaar Doelstelling opdracht
Leerjaar 2
Leerjaar 2
Leerjaar 2
Activiteit
Betrokkenen
Loopbaancompetenties
kinderen en wat dit betekent voor haar beroepshouding en begeleiding aan deze kinderen
moelijkheden Aan de stage zitten verschillende beroepsgerelateerde opdrachten gekoppeld, zoals het geven van voorlichting, het verzorgen van de kinderen etc.
opdrachten beoordeeld
De student ontdekt haar kwaliteiten en motieven m.b.t. het werken met de doelgroep Jeugdzorg De student evalueert en maakt (moeilijke) situaties bespreekbaar De student krijgt inzicht in haar mogelijkheden (en beperkingen) binnen het werken met (jeugdzorg) kinderen en binnen het werkveld De student bespreekt (lastige) situaties met klasgenoten De student krijgt inzicht in haar gevoelens, gedachten, handelen De student krijgt inzicht in haar motieven en kwaliteiten. De student krijgt feedback op haar sollicitatiebrief en CV De student oefent met
Schrijven van een reflectieverslag n.a.v. de stage over een periode van 10 weken. Dit verslag wordt als basis genomen om in gesprek te gaan met de begeleider over de voortgang van de stage en het formuleren van nieuwe doelen, taken, werkzaamheden etc.
Student, stagebegeleider Mentor/docent die de stage Opdrachten beoordeeld
Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie
Intervisie De groep wordt door de docent begeleidt in het voeren van intervisie sessies. Dit aan de hand van diverse methoden, thema’s en/of ingebrachte casussen van de studenten.
Student, klasgenoten, mentor
Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie Loopbaansturing ?
Leren solliciteren. In de training wordt aandacht besteed aan het schrijven van een sollicitatiebrief en CV. Er wordt geoefend met het voeren van een
Student, docent, klasgenoten En gasttrainer
Loopbaansturing Netwerken
Leerjaar Doelstelling opdracht
Leerjaar 2
Leerjaar 3
Leerjaar 3
het voeren van een sollicitatiegesprek en krijgt hierop feedback De student verzamelt informatie over de instelling waarbinnen zij stage loopt zodat zij een compleet beeld heeft van de organisatie, de procedures, protocollen en andere relevantie informatie De student maakt kennis met de problematiek en stoornissen van de kinderen en wat dit betekent voor haar beroepshouding en begeleiding aan deze kinderen De student ontdekt haar kwaliteiten en motieven m.b.t. het werken met de doelgroep Jeugdzorg De student evalueert en maakt (moeilijke) situaties bespreekbaar De student krijgt inzicht in haar mogelijkheden (en beperkingen) binnen het werken met
Activiteit
Betrokkenen
Loopbaancompetenties
Oriëntatie opdracht. In de opdracht verzamelt de student informatie over de organisatie, de afdeling, de doelgroep, de werkzaamheden van collega’s, de overlegstructuren, de regels, protocollen en procedures waar zij allemaal mee te maken krijgt tijdens het werken binnen deze instelling/organisatie
Student, stage adres, begeleider Op de stage
Werkexploratie
Stage lopen binnen het werkveld. Studenten lopen 24 stage binnen een jeugdzorg instelling voor kinderen met gedragsproblemen en ontwikkelingsstoornissen, vaak in combinatie met een verstandelijke beperking of leerachterstand Aan de stage zitten verschillende beroepsgerelateerde opdrachten gekoppeld, zoals het schrijven van een begeleidingsplan, het uitvoeren van een begeleidingsplan, het voeren van een informeel gesprek met ouders, een observatie opdracht etc. Schrijven van een reflectieverslag n.a.v. de stage over een periode van 10 weken. Dit verslag wordt als basis genomen om in gesprek te gaan met de begeleider over de voortgang van de stage en het formuleren van nieuwe doelen, taken, werkzaamheden etc.
Student, stageplaats met begeleider daar mentor of docent die de stage opdrachten beoordeeld
Kwaliteitenreflectie Werkexploratie
Student, stagebegeleider Mentor/docent die de stage Opdrachten beoordeeld
Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie
sollicitatiegesprek m.b.v. iemand uit het werkveld.
Leerjaar Doelstelling opdracht
Leerjaar 3
Leerjaar 3
Leerjaar 3
(jeugdzorg) kinderen en binnen het werkveld De student bespreekt (lastige) situaties met klasgenoten De student krijgt inzicht in haar gevoelens, gedachten, handelen De student krijgt inzicht in haar motieven en kwaliteiten. De student verdiept zich in de thema’s van de opleiding en het werkveld en geeft aan wat hierin nog gemist wordt. De student legt contacten met mensen uit het werkveld om aan meer informatie te komen. De student verzamelt informatie over de instelling waarbinnen zij stage loopt zodat zij een compleet beeld heeft van de organisatie, de procedures, protocollen en andere relevantie informatie
Activiteit
Betrokkenen
Loopbaancompetenties
Intervisie De groep wordt door de docent begeleidt in het voeren van intervisie sessies. Dit aan de hand van diverse methoden, thema’s en/of ingebrachte casussen van de studenten.
Student, klasgenoten, mentor
Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie
Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering De studenten bedenken over welke thema’s / onderwerpen zij nog informatie willen ontvangen, voordat ze de opleiding afronden. Ze gaan hiervoor zelf op onderzoek uit, regelen gastsprekers of excursies. Geven zelf informatie aan klasgenoten etc.
Student, klasgenoten, docent en Deskundigen uit het werkveld
Werkexploratie Netwerken
Oriëntatie opdracht. In de opdracht verzamelt de student informatie over de organisatie, de afdeling, de doelgroep, de werkzaamheden van collega’s, de overlegstructuren, de regels, protocollen en procedures waar zij allemaal mee te maken krijgt tijdens het werken binnen deze instelling/organisatie
Student, stage adres, begeleider Op de stage
Werkexploratie