Le petit Nicolas
jekino EDUCATIE
Le petit Nicolas Film en educatie… ... in het vertoningscircuit van Lessen in het donker, in het kader van Filmfestival Open Doek, ter gelegenheid van een workshop verzorgd door Jekino of van een een film in de klas... Het medium film kreeg een plaats in het lessenpakket van heel wat scholen, daarom zorgen wij graag voor een degelijke programmatie en pedagogische omkadering. We maken jaarlijks een pittige selectie van een 30-tal films uit het afgelopen seizoen, organiseren op heel wat plaatsen vertoningen en zorgen voor kanten-klare lesmappen voor een boeiende verwerking in de klas. Daarbij spelen we in op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. In elke lesmap streven we naar een filmtechnische en inhoudelijke benadering van de film en focussen we op één filmterm.
Doelgroep LE PETIT NICOLAS: VANAF 4e jaar LO
P2
jekino EDUCATIE
www.opendoek.be www.jekino.be www.lesseninhetdonker.be
Inhoudstafel Filmfiche _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Technische kaart Synopsis Uit de pers geplukt… Vóór je naar de film gaat! Naar het werk van René Goscinny en Jean-Jacques Sempé_ _ _ Regie en productie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Interview met regisseur Alain Tirard Verhaal en personages_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Het verhaal Personages Focus op… naar school in de jaren ‘60_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Wat gebeurde er allemaal in de jaren ’60? De school: vroeger en nu Making of _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Verwerking van de film in de klas _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Een vervolg bedenken Wat vind je leuk aan een film? Medewerkers op de filmset Opiniemeter Back to the sixties Dramatiseren van het verhaal Klassengesprek rond kattenkwaad Nog enkele algemene vragen over de film Bibliografie_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Leerlingenfiche _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Bijlagen_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
4
6 9 13
16
29 31
37 38 40
Online filmfiche! Surf naar www.filmfiches.be en laat je (sterren)mening achter bij de film die je zag. De fiches zijn een digitale, meer visuele uitdieping van deze lesmap met trailers, foto’s en interessante achtergrondinfo.
Filmfiche Kopieer de filmfiche op de volgende pagina voor je leerlingen. Zo zijn ze meteen goed voorbereid op de voorstelling! Ook voor je collega’s die de leerlingen vergezellen, kan dit een handige leidraad zijn.
P3
Filmfiche Technische kaart Frankrijk, 2009, 87 min, Nederlands ondertiteld Naar het werk van René Goscinny en Jean- Jacques Sempé Regie: Laurent Tirard Scenario: Laurent Tirard en Grégoire Vigneron Productie: Olivier Delbosc en Marc Missonnier (Fidélité Films) Camera: Denis Rouden Montage: Valérie Deseine Art Direction: Pierre-Jean Larroque Kostuumontwerp: Françoise Dupertuis Met o.a. Valerie Lemercier, Kad Merad, Maxime Godart, Sandrine Kiberlain, François-Xavier Demaison, Michel Duchaussoy, Daniel Prévost, … Distributeur Cinéart (voor België)
Synopsis Nicolas is een wat eigenzinnig jongetje dat opgroeit in een Frans gezin uit de middenklasse, eind jaren ’50, begin jaren ’60. Hij leidt een rustig en geborgen leventje: zijn ouders houden van hem, hij heeft leuke vriendjes en ook op school gaat alles goed. Hij heeft dus vooral geen zin dat daar verandering in komt!
P4
Op een dag luistert Nicolas een gesprek tussen zijn ouders af. Hij vermoedt dat zijn moeder zwanger is. In paniek slaat zijn verbeelding op hol: binnenkort zal hij een broertje hebben en zullen zijn ouders hem helemaal aan zijn lot overlaten. Ze zullen hem misschien zelfs in het bos achterlaten zoals Klein Duimpje…
Uit de pers geplukt… Het is wel leuk om vooraf al van enkele mensen te horen wat ze van een film vinden. Vonden ze hem grappig, ontroerend, spannend, triest… Zo kan je jezelf ook al een beetje voorbereiden op de film. Hieronder vind je een korte bundeling van enkele citaten van recensenten (dat zijn journalisten die ontzettend veel films bekijken en daar dan hun mening over neerschrijven in kranten, tijdschriften en op het internet). Misschien kan je na het bekijken van LE PETIT NICOLAS wel je eigen recensie schrijven? Of je kan nog wat bijkomende meningen zoeken op het internet.
wordt. De film speelt zich af in de jaren ’60 en alles uit de film (decors, kleding, auto’s, kapsels, schoolmateriaal, muziek…) lijkt uit die periode te komen. Zelfs als volwassene is het een ontzettend leuke film om naar te kijken, je denkt dat je zelf weer kind bent!
Vóór je naar de film gaat! Deze film heeft niet veel voorbereiding nodig. Je wordt meteen meegezogen in de dolle avonturen van Nicolas en zijn vrienden. Geniet met volle teugen! Je kan altijd aan je juf of meester vragen om één of enkele verhaaltjes (ze zijn kort en leuk!) voor te lezen uit de beroemde boekjes van LE PETIT NICOLAS/ DE KLEINE NICOLAAS. Je vindt die in de bib! Je kan alvast de filmsfeer opsnuiven op de website: www.lepetitnicolas-lefilm.com
Let zeker op de begingeneriek! Die is heel leuk en je krijgt ook een goed beeld van de getekende versie van LE PETIT NICOLAS.
Als je vóór de film toch al het een en ander wil te weten komen over de film, dan kan je hiernaast de filmaffiche bekijken. Wat voor soort film is het, denk je? Ken je Nicolas uit de boeken van Goscinny & Sempé? Welke avonturen zullen ze beleven, denk je? Wordt het een grappige film? Of eerder een spannende? Een sciencefictionfilm?
De journalisten vonden LE PETIT NICOLAS een hele leuke, grappige, kleurrijke film waar je blij van
P5
Naar het werk van René Goscinny en Jean- Jacques Sempé LE PETIT NICOLAS is een verhalenserie over een lagereschooljongen uit Frankrijk in de jaren ’60. De verhalen werden geschreven door René Goscinny die ook meewerkte aan de strips ASTERIX en LUCKY LUKE. De tekeningen bij de verhalen van Nicolas werden gemaakt door Jean-Jacques Sempé. Deze tekeningen zijn in Frankrijk minstens zo beroemd als de verhaaltjes. Het zijn kleine, grappige pentekeningen, die aansluiten bij de tekst maar tegelijkertijd ook op zichzelf een heel verhaal vertellen. Van 1959 tot 1965 verscheen er in het blad Sud-Ouest Dimanche wekelijks een verhaal over deze schooljongen, zijn ouders, de buren en zijn vriendjes op school. Ook in het bekende Franse striptijdschrift Pilote (dit tijdschrift zie je ook terug in de film! Nicolas en zijn vrienden halen uit dat tijdschrift het idee om een toverdrank te verkopen) verschenen de geïllustreerde verhalen over Nicolas. Hoewel de verhalen bedoeld zijn voor kinderen, zit er humor in die ook volwassenen aanspreekt.
P6
Het personage kwam heel toevallig aan zijn naam Nicolas. De tekenaar, Jean-Jacques Sempé, zat op de bus op weg naar een vergadering met de uitgever van deze strips en zag reclame voor wijn van het merk Nicolas. Hij vond dat wel een leuke naam… Le petit Nicolas was geboren! De verhalen werden ook gebundeld in meerdere boeken. Deze boeken zijn een begrip in Frankrijk. Aan sommige verhalen merk je dat ze al wat ouder zijn, bijvoorbeeld als het gaat over de komst van de eerste televisie, maar je merkt ook dat kinderen zich nog steeds hetzelfde voelen als tientallen jaren geleden. In 2009 werd de 50e verjaardag van LE PETIT NICOLAS gevierd met een heuse film! Voor de tekenaar was de film een echte verrassing! Hij was heel benieuwd hoe zijn tekeningen ‘vertaald’ zouden worden naar het witte doek. Gelukkig voor de regisseur was hij heel blij met het resultaat. De acteur uit de film paste perfect bij het stripfiguurtje dat hij jarenlang tekende.
Regisseur en productie Interview met regisseur Laurent Tirard LE PETIT NICOLAS is een verhaaltje. Een verhaal dat verteld wordt door een kind, en dat zich afspeelt in een perfecte wereld. Die wereld is zo perfect, dat hij eigenlijk niet kan bestaan. Een wereld zonder werkloosheid, zonder misdaad, zonder echtscheidingen. Een perfect geordende wereld, stabiel en onveranderlijk. Een wereld waar alles en iedereen zijn plaats heeft. Kortom, een perfecte wereld waarin de kinderen alles overhoop halen! Hoe ontstond het idee om LE PETIT NICOLAS te verfilmen? Laurent Tirard: ‘De producers Marc Missonnier en Olivier Delbosc speelden al een tijdje met het idee om LE PETIT NICOLAS te verfilmen en zij vonden mij de geschikte persoon om dat te doen. Het is dus eigenlijk geen idee van mezelf.
Maar ik ken LE PETIT NICOLAS al van toen ik een kleine jongen was, ik heb dat toen al gelezen. Het sprak me meteen aan!’ Hoe heeft u zich voorbereid op deze job? L.T.: ‘We hebben één verhaallijn uitgekozen: hoe vind je je plaatsje in de wereld. We hebben dan het volledige oeuvre van Goscinny uitgeplozen op zoek naar leuke verhaaltjes, grappige situaties, pittige dialogen. Met het materiaal dat we zo bij mekaar sprokkelden konden we een film maken van twaalf uur! Dus moesten we beginnen schrappen… Op dat moment hebben we Alain Chabat, de regisseur van ASTERIX EN CLEOPATRA, er bij geroepen. Volgens de dochter van René Goscinny heeft hij hetzelfde gevoel voor humor als haar vader. Zo heeft Alain zijn stempel op het scenario gedrukt.
P9
Bovendien moesten het decor, de kostuums, de art direction… de sfeer van de jaren ’60 uitstralen. Ik heb dan ook veel films uit die periode bekeken: LA GUERRE DES BOUTONS (1962) van Yves Robert of LES QUATRE CENT COUPS (1959) van François Truffaut.’ Kwamen er jeugdherinneringen naar boven bij het draaien van LE PETIT NICOLAS? L.T.: ‘Ja, de scène waarin Nicolas op een nacht beslist om thuis weg te lopen vond ik echt wel leuk, omdat ik hetzelfde geprobeerd heb! Ik ben zelfs enkele meters ver geraakt, maar dan ben ik gewoon terug naar huis gegaan…’ Waarom is het oeuvre van Goscinny- Sempé zo universeel? L.T.: ‘Ze konden perfect de essentie vatten van een kindertijd, en iedereen herkent zichzelf in die mengeling van ironie en poëzie, zowel volwassenen als kinderen.’ Sommige personages komen wel in de boeken voor, maar niet in de film. Nevenpersonages uit de boeken worden veel belangrijker in de film. Hoe hebben jullie die keuze gemaakt? L.T.: ‘We konden onmogelijk alle personages uit de boeken laten opdraven in de film. Maar de lerares bijvoorbeeld is een sleutelfiguur, aangezien zeer veel scènes zich op school en in de klas afspelen. We wilden ook Le Bouillon in de film behouden omdat het zo’n
P 10
grappig personage is. En hoewel ook de grootmoeder een heel leuk personage is, kregen we haar niet op de juiste manier in de film verwerkt. En dan schrap je beter…’ Hoe heb je de acteurs gekozen? L.T.: ‘De eerste uitdaging was om de juiste kinderen te vinden. Ik had nog nooit met kinderen op een set gewerkt, dus dat was echt volledig nieuw voor mij. Maar uiteindelijk was ik ongelofelijk verrast, het zijn echte acteurs! En Maxime Godart, die Nicolas speelt, is een revelatie. Hij is nog maar negen jaar, maar hij weet al precies wat hij wil worden: acteur. Hij genoot enorm van het acteren, hij was nooit moe en wou altijd blijven doorgaan. Voor de mama van Nicolas hadden we van in het begin Valérie Lemercier in het achterhoofd. Ik was zo bang dat ze de rol zou weigeren… Toen ik haar contacteerde voor deze rol, was ze net klaar met de lange opnames van AGATHE CLERY (2008) en had ze niet zo veel zin om weer te beginnen draaien. Ik heb haar echt moeten overtuigen. De acteur die de vader van Nicolas speelt, had ik al schitterend zien acteren in JE VAIS BIEN, NE T’ EN FAIS PAS en in BIENVENUE CHEZ LES CH’TIS. Iedereen herkent zichzelf in hem en dat had ik nodig voor de rol van de vader van Nicolas. De lerares tenslotte is als een tweede moeder voor de kinderen, zij moest dus zachtaardig zijn en emotioneel. Sandrine Kiberlain is, dank zij haar grote blauwe ogen, geknipt voor die rol.’
Wat hoop je met deze film te vertellen aan het publiek? L.T.: ‘Ik hoop dat ze door deze film kunnen terugblikken op hun eigen kindertijd, en daar de onschuld, naïviteit en het enthousiasme terugvinden van toen ze kind waren.’
Op You Tube vertelt de regisseur meer over de keuze van de verschillende acteurs: Kad Merad (papa) Valérie Lemercier (mama) Maxime Godart (Nicolas) Sandrine Kiberlain (de juf) Of tik op YouTube “Making of Le petit Nicolas” in en dan vind je meteen wat je zoekt! Ook op www.lepetitnicolas-lefilm. com kan je de verschillende making of- filmpjes bekijken.
P 11
Verhaal en personages Het verhaal De film doet soms denken aan LES CHORISTES (2004) van Christophe Barratier. Misschien ook omdat de hoofdrolspeler van die film, Gérard Jugnot, een bijzonder komische bijrol in LE PETIT NICOLAS heeft als dirigent van het koor. De film speelt zich ongeveer in dezelfde tijd af (jaren ’50, ’60) en is overgoten met eenzelfde melancholisch en nostalgisch sausje als de beroemde film over de zingende klas.
Op YouTube kan je een filmpje bekijken waarin alle kinderen nog eens voorgesteld worden Als je niet kan doorklikken, ga naar www.youtube.com en typ zoekterm “making of le petit Nicolas les enfants” in, als je dan doorklikt op les enfants, zou je meteen goed moeten zitten.
Personages De kinderen zijn de echte uitblinkers van deze film. Ze zijn als typetjes goed gekozen, en moeten weinig moeite doen om de sympathie van de kijker te veroveren. Lemercier en Merad (bekend van BIENVENUE CHEZ LES CHT’IS) zijn uitstekend als de ouders van Nicolas, en Kiberlain is werkelijk verrukkelijk als schooljuffrouw.
P 13
Nicolas Nicolas is een eigenzinnig jongetje. Zijn ouders houden van hem, hij heeft vriendjes genoeg en ook op school heeft hij het zeker naar zijn zin. Hij heeft een rijke fantasie en daardoor interpreteert hij sommige zaken helemaal fout. Hij is vol goede wil, maar hij heeft ook het hart op de tong en daardoor blundert hij af en toe. Alceste Alceste is de beste vriend van Nicolas. Hij is nogal zwaarlijvig en denkt de hele dag aan eten. Overal waar hij komt, heeft hij een chocoladekoek, een boterham met confituur of een belegd broodje bij zich. Geoffroy Geoffroy is het rijkeluiszoontje van de bende. Hij krijgt alles wat zijn hartje begeert. Hij woont in een kast van een villa en wordt naar school gebracht in een Rolls Royce.
P 14
Hij verkleedt zich graag, maar dat zorgt soms voor problemen met de juf. Clotaire Clotaire zit constant met zijn hoofd in de wolken. Hij luistert niet tijdens de les, is verstrooid en wordt dan ook regelmatig gestraft. Clotaire is de laatste van de klas. Hij houdt van fietsen en droomt ervan om wielrenner te worden. Agnan Agnan is het lievelingetje van de juf en de beste van de klas. Alle andere kinderen haten hem, maar ze slaan hem niet want hij draagt een bril… Eudes Eudes is de sterkste van de klas. Hij vecht graag, vooral als hij het niet eens is met iemand. En dat laatste gebeurt vaak met Rufus.
Rufus De papa van Rufus is politieagent en dat moet iedereen weten… Rufus zelf is een echte clown en doet graag gekke dingen. Later wil hij ook politieman worden, hij kent nu al een hele resem bandieten.
De juf De juf houdt van kinderen, maar ze mist soms de autoriteit om hen onder controle te houden.
Joachim Joachim speelt graag met knikkers en hij is diegene die een broertje krijgt. Papa van Nicolas Nicolas’ vader werkt in een groot bedrijf, hij is ambitieus maar als hij de aandacht van zijn baas wil trekken, doet hij dat soms wel op een heel rare manier… Mama van Nicolas Nicolas’ moeder is dé perfecte moeder en huisvrouw. Ze wil graag een moderne en geëmancipeerde vrouw zijn, maar slaagt daar niet altijd in. P 15
Focus op… naar school in de jaren ‘60 Wat gebeurde er allemaal in de jaren ’60? De hele film straalt de sfeer uit van de jaren ‘60. Maar het is waarschijnlijk moeilijk voor de leerlingen om zich daar iets bij voor te stellen. Tijdens deze periode veranderde er zoveel! Misschien kunnen ze aan hun grootouders vragen om meer te vertellen over de sixties; aan de hand van foto’s en muziek uit die tijd krijgen de leerlingen een beter beeld van die woelige periode. Hieronder vind je alvast een lijstje van enkele belangrijke gebeurtenissen. De bedoeling is dat de leerlingen op die manier beseffen dat veel zaken die nu evident zijn, het begin de jaren ’60 nog helemaal niet waren. • Zo deden de koelkast, wasmachine, telefoon, televisie, auto… hun intrede
in de huishoudens en het straatbeeld. Al deze zaken die nu in elk huisgezin ingeburgerd zijn, waren toen helemaal niet vanzelfsprekend! • De eerste harttransplantatie wordt in Kaapstad uitgevoerd door Dr. Christiaan Barnard. Zo’n operatie is nóg steeds ingrijpend, maar gebeurt nu met de regelmaat van de klok. Dus helemaal niet zo baanbrekend meer als in 1967. • In 1957 werd de eerste satelliet in de ruimte gelanceerd en in 1961 maakte de Rus Joeri Gagarin als eerste mens een ruimtereis. De eerste man op de maan was de Amerikaan Neil Armstrong in 1969. Al snel werden maanlandingen beschouwd als de normaalste zaak van de wereld. Er gaan nu zelfs stemmen op om binnen afzienbare tijd gewone burgers een tripje naar de maan te laten maken.
• In 1964 won de bekende Franse wielrenner Jacques Anquetil zijn vijfde Tour de France. Dat had geen enkele renner hem ooit voorgedaan. De Belg Eddy Merckx evenaarde dat record, maar het was pas Lance Armstrong die dit record verpulverde door in 2005 voor de zevende keer de Tour te winnen. • In de jaren ’60 waren er twee beroemde rockgroepen: The Beatles en The Rolling Stones. In deze periode ontstond ook de twist (een heel gekende dans) en rock & roll (een muziek- en dansstijl). • In België startte in 1953 de eerste televisieavond, maar het duurde nog een hele tijd vooraleer iedereen thuis een televisietoestel had. • Hotpants (korte broekjes) met hoge laarzen waren heel populair bij meisjes, net als de minirokjes en de broeken met olifantenpijpen. Allemaal in felle kleuren en met speciale motieven. • Enkele belangrijke namen uit deze periode: John F. Kennedy, Fidel Castro, Martin Luther King, Charles de Gaulle, Mick Jagger, John Lennon... Misschien ken je er een/enkele van? Zoek ze anders eens op.
De school: vroeger en nu Niet alleen het dagelijkse leven zag er in de jaren ’60 heel anders uit dan nu; ook het schoolleven verliep anders. Misschien is de leerlingen tijdens het kijken naar de film al het een en ander opgevallen: de kleding, het schoolmateriaal, het interieur van het klaslokaal,… Aan de hand van de foto’s op de volgende bladzijden kan je dieper ingaan op de gelijkenissen en de verschillen. Er werden in de jaren ’60 ook heel andere spelletjes gespeeld op de speelplaats dan nu: bikkelen, knikkeren, tollen, voetballen, jojoën, haasje-over, tikkertje of hinkelspel. Wat wordt er bij jullie op de speelplaats gespeeld? Ken je de spelletjes die hier opgesomd worden? Misschien kan je ze eens een dagje/ weekje uitproberen op je eigen speelplaats. Wie weet ontketen je wel een nieuwe rage! Probeer een foto te vinden van jouw school in de jaren ’60. Welke verschillen en gelijkenissen vind je terug? Vraag een foto van je oma of opa uit deze periode? Wat vind je ervan?
Aan de hand van de foto’s op de volgende pagina’s kan je met de leerlingen ingaan op de gelijkenissen en de verschillen tussen vroeger en nu. P 17
Bekijk de keuken, lijkt deze op de keuken bij jou thuis? Welke verschillen merk je op? Kijk naar de kleuren, de huishoudtoestellen… ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................
P 18
P 19
Nicolas’ papa heeft een televisie gekocht! Lijkt deze op de tv die jullie thuis hebben? Hebben jullie een (of misschien meer dan één?) tv thuis? Zou je hem kunnen missen? Waar staat de tv? Net als bij Nicolas in de salon of op andere plaatsen in jullie huis? ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................
P 20
P 21
Welke verschillen zie je tussen het klaslokaal van Nicolas en zijn vrienden en je eigen klas? Zijn er ook gelijkenissen? (Het opstapje vooraan in de klas/ schrijven met pen en inkt/ houten bankjes/ boekentassen/… ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................
P 22
P 23
Nicolas en zijn vrienden zijn allemaal keurig uitgedost om naar school te gaan: een net hemd, een pak en zelfs een das! Hoe komen jullie naar school? Vind je het belangrijk dat je zelf je kleren mag kiezen om naar school te gaan? Waarom? ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................
P 24
P 25
De vrienden van Nicolas zijn heel verschillend. Kan je de juiste vriend uit de film met de juiste tekening uit de boeken verbinden? Waaraan kan je ze herkennen? Stel: je bent zelf Nicolas, wie zijn jouw vrienden en hoe zou je ze omschrijven? Deze opdracht voor de leerlingen vind je in bijlage op A4 formaat terug achteraan in de lesmap.
P 26
P 27
Making of Als je tijd hebt, is het leuk om met je leerlingen op de DVD van LE PETIT NICOLAS naar de making of te kijken. Zo krijgen ze een goed zicht op het productieproces van een film. Ze komen te weten dat een film niet chronologisch opgenomen wordt: de eerste scène die je ziet in de film is niet noodzakelijk de eerste scène die gedraaid werd. De opnames worden zo gebundeld dat ze locatie per locatie gedraaid worden: eerst alle scènes in het klaslokaal, daarna worden alle opnames die zich in het huis van Nicolas afspelen gegroepeerd, dan de buitenopnames, enzovoort.
in stukjes geknipt en dan in een andere volgorde weer aan mekaar geplakt. In de making of zie je ook dat er zelfs midden juli sneeuw kan vallen! Heel grappig hoe alles kan, film is pure magie!
In de making of zien de leerlingen ook dat er op een filmset heel veel mensen werken, het lijkt wel een mierennest! Bij het hoofdstuk over de verwerking in de klas vind je een opdracht die de leerlingen doet nadenken over het aantal personen die nodig zijn op een filmset. De laatste scène die gedraaid werd is deze van het medisch onderzoek, maar dit is helemaal niet de laatste scène van de film! Tijdens de montage wordt de film helemaal
P 29
Verwerking van de film in de klas Een vervolg bedenken Stel dat de film LE PETIT NICOLAS nog niet is afgelopen na de geboorte van zijn zusje. Hoe loopt het verder? Heb jij een idee? Luister naar elkaar. Misschien kan je verder fantaseren over het leven dat Nicolas zal leiden als hij puber/ volwassen/ gepensioneerd… is?
Wat vind je leuk aan een film? Een film kan leuk zijn om verschillende redenen. Hij kan grappig zijn, ontroerend, leerrijk, spannend, griezelig… Duid hieronder aan wat jij belangrijk vindt bij een film en zeg ook of LE PETIT NICOLAS deze eigenschappen bezit of niet! oo oo oo oo
Je moet om een film kunnen lachen. Je moet van een film iets kunnen leren. Er moet veel gevochten worden in films. De personages moeten getekend zijn, liever geen echte acteurs.
oo oo oo oo
Het moet lekker spannend zijn. Er moet veel in gezongen worden. De film speelt zich in de toekomst af. De film is voor jong én oud leuk om naar te kijken.
Zeg ook of elk van die eigenschappen geldt voor LE PETIT NICOLAS.
Medewerkers op de filmset Als je de making of van LE PETIT NICOLAS op de DVD hebt bekeken, heb je wel gezien dat er op een filmset ontzettend veel mensen rondlopen. Veel meer dan alleen de regisseur en de acteurs! Welke medewerkers van de film kennen de leerlingen? Wie werkt er allemaal mee aan een film? Wie doet wat? Weet jij welke omschrijving bij deze personen hoort? Je kan de leerlingen altijd enkele hints geven als ze de juiste oplossing niet meteen vinden.
P 31
B. C. D. E. F. G. H. I. J.
Kok(kin) of persoon van de catering Acteur Producer Opnameleider Geluidsman Figuranten Cameraman Regisseur Lichtman Grimeur
1. Ik ben de artistieke leider van het filmproject en ik zeg hoe de scène eruit moet zien. 2. Ik ben de zakelijke en de financiële leider. Ik zorg ervoor dat alles in orde is en goed geregeld. 3. Ik ben de persoon die filmt. Vaak werk ik samen met dezelfde regisseur. 4. Op een filmset is het vaak heel druk. Mensen lopen heen en weer. Er wordt aan het decor gewerkt, de belichting wordt bijgesteld. Overal liggen kabels. Ik ben de persoon die om ‘stilte’ vraagt als we gaan opnemen. ‘Stilte voor opname’ roep ik dan. 5. Wij zijn acteurs die de kleine, bijkomstige rollen invullen. Wij zijn meestal mensen die in het café zitten te drinken of die op straat lopen als de echte acteur voorbij komt. Wel leuk om te doen eigenlijk, en zo leer je een beetje hoe het er op een filmset aan toe gaat. 6. Ik zorg ervoor dat alle klank goed wordt opgenomen. Ik check dus de microfoons of sta
P 32
met een lange microfoon die je net niet ziet in beeld. 7. Ik zorg ervoor dat alle acteurs er goed uitzien in het sterke licht, of dat ze op het juiste moment kunnen wenen (dan doe ik iets in hun ogen). Soms mag ik voor speciale makeupeffecten zorgen: dan maak ik bijvoorbeeld wonden of moet ik iemand een dikke neus geven. 8. Ik zorg ervoor dat het licht altijd is zoals de regisseur het wil. 9. Ik maak het eten klaar voor de hele filmploeg. Het klinkt makkelijk, maar dat is het absoluut niet. Wat een drukte van jewelste! En iedereen heeft honger op hetzelfde moment! 10. Je kent mij van op televisie of in de filmzaal. Ik speel soms ook in het theater. Mijn job is leuk maar soms ook saai, omdat we dikwijls lang moeten wachten of een scène vele keren opnieuw moeten spelen tot de regisseur het goed vindt. Als je de DVD van LE PETIT NICOLAS niet hebt, dan vind je vast wel een ander filmpje van achter de schermen terug op You Tube. Tik “op de filmset” in en je vindt vast een filmpje dat toont hoe het er op een filmset aan toegaat.
Opiniemeter
Wat vonden de leerlingen van LE PETIT NICOLAS? Vonden ze hem vooral spannend, griezelig, grappig, muzikaal… Laat de leerlingen zelf de verschillende icoontjes toekennen. Laat ze ook duidelijk aangeven welk van de verschillende icoontjes het zwaarst doorweegt bij deze film. Hoe scoort de film op de spanningsmeter, de griezelmeter, de muziekmeter en de lachmeter? Hoe meer icoontjes ze bij de verschillende meters plakken, hoe belangrijker ze dit aspect van de film vonden. Laat hen dus ook vertellen…. In bijlage vind je deze opdracht terug. Spanningsmeter Griezelmeter Muziekmeter Lachmeter
Back to the sixties LE PETIT NICOLAS speelt zich af in de jaren ’60. Dat is al een hele tijd geleden. De kinderen in de film leefden heel anders dan nu. Kan je bij elk woord kort omschrijven hoe het er in de film uitzag? • De school en de klas • Het gezin en de ouders • De kledij • De straten en de huizen Zou je graag in deze periode leven? Waarom (niet)? Waarop moet een filmmaker letten bij het verfilmen van zo’n verhaal? Wat mag er in zo’n film zeker niet te zien zijn? Wat is er allemaal veranderd sinds de jaren ‘60. Stel, je wordt wakker en het blijkt opeens 1965 te zijn. Hoe zou je dag er uitzien? Stel je voor: Nicolas en zijn vrienden komen een weekje op bezoek in jullie school. Welke spelletjes zou je hun aanleren? Wat zou je hen willen laten zien of vragen?
Dramatiseren van het verhaal Laat de kinderen een stuk van het verhaal van LE PETIT NICOLAS naspelen (hun favoriete scène bijvoorbeeld). Of laat hen een eigen versie van het verhaal maken. Wie speelt welke rol? Je kan de kinderen ook vragen om een bepaalde figuur uit het verhaal na te bootsen.
Oplossing: 1H 2C 3G 4D 5F 6E 7J 8I 9A 10B
A.
P 33
Klassengesprek rond kattenkwaad Nicolas en zijn vrienden halen heel wat kattenkwaad uit: ze maken zogezegd een toverdrank waar ze heel wat geld mee verdienen, maar in werkelijkheid gooien ze allemaal smerige dingen in een pot en die hebben helemaal geen toverkracht! Of ze willen geld verdienen met de roulette, maar als een oude dame wint, lopen ze snel weg want ze hebben geen geld om haar winst uit te betalen. Vind je de streken van Nicolas en zijn vrienden grappig? Welke vind jij het leukst? Zou jij Nicolas willen zijn? Haal jij soms kattenkwaad uit? Wat?
Nog enkele algemene vragen over de film Vind je het verhaal geloofwaardig? Heeft de film een happy end? Welke personages vond je het leukst? Welke vond je helemaal niet leuk? Vond je dat de hoofdacteur het goed deed? Denk je dat de film er met een andere hoofdacteur heel anders had uitgezien? Was de film wat je ervan verwacht had? Hoezo?
P 34
Bibliografie • • • • • • •
Mikado, uitgeverij Pelckmans Kappellen 2009 Le petit Nicolas. Dossier pédagogique www.wikipedia.be www.fransefilms.nl Persmap Le petit Nicolas, Cinéart DVD Le petit Nicolas De kleine Nicolaas, René Goscinny & Jean-Jacques Sempé, Uitgeverij Atlas – Amsterdam/ Antwerpen, 2005
Fiche voor de leerlingen: Op de volgende pagina vind je een fiche voor de leerlingen. Daarop staan een aantal trefwoorden, citaten en vragen die met de film te maken hebben. Je kan deze fiche gebruiken als leidraad tijdens de bespreking van de film.
P 37
Leerlingenfiche
LE PETIT NICOLAS is een verfilming van het gelijknamige werk van René Goscinny en Jean-Jacques Sempé. Vind je de film leuk? Of vind je de boeken leuker? Waarom?
Meer informatie over de film vind je op www.lepetitnicolas-lefilm.com
Online filmfiche! Lijkt de inrichting van jouw huis op de inrichtingLeerlingenfiche van Nicolas’ huis uit de film? Welke zijn de gelijkenissen en/ of de verschillen? FOTO
Welke van Nicolas’ vrienden vind jij het leukst? De zwaarlijvige Alceste? De verwende Geoffroy? De verstrooide Clotaire? De betweter Agnan? De sterke Eudes? Of de grappige Rufus? Op welke van deze vrienden lijkt je zelf het meest?
Surf naar www.filmfiches.be en laat je (sterren)mening achter bij de film die je zag. Je vindt er ook You Tube-fragmenten, extra beeldmateriaal en weetjes over de film op terug.
Welke gelijkenissen en verschillen merk je op met jullie huidige klaslokaal en dit van Nicolas en zijn vrienden? En met jullie schoolgerief?
Ken jij de verschillende mensen die op een filmset samenwerken?
Stel: Nicolas en zijn vrienden komen een weekje bij jullie op bezoek. Wat zou je hun vragen? Welke spelletjes zou je hun leren?
Bijlagen
Hoe meer icoontjes je bij de bijpassende meter plakt, hoe meer dit volgens jou bij de film LE PETIT NICOLAS past.
Hoe spannend was LE PETIT NICOLAS?
Hoe griezelig was LE PETIT NICOLAS?
Hoe muzikaal was LE PETIT NICOLAS?
Hoe grappig was LE PETIT NICOLAS?
spanningsmeter
griezelmeter
muziekmeter
lachmeter
