02-TV WB6 BLOK2_02 23-12-09 15:52 Pagina 12
Blok LB LES 1 CIRCUSDIEREN 2 16-17 Lees de tekst in het leesboek nog niet.
1
Sommige kinderen willen niet naar het circus. Ze vinden het zielig dat dieren kunstjes moeten doen. Dieren kunstjes leren, is het zielig of niet? Welke kunstjes vind jij zielig voor dieren? Kruis aan. 왏 Een leeuw die door een brandende hoepel springt. 왏 Een hond die de krant uit de brievenbus haalt. 왏 Een parkiet die ‘kusjes’ geeft. 왏 Twee tijgers op een wip. 왏 Een beer die moet dansen.
Lees nu de tekst in het leesboek.
2
Als je een tekst ziet met daarboven een aanhef en eronder een groet, dan weet je dat het een brief is. Hoe herken je een bericht? Kruis de goede zinnen aan. 왏 Een bericht ziet er net zo uit als een brief. 왏 Een bericht heeft een titel die niet echt is. 왏 Een bericht is een korte tekst. 왏 Een bericht heeft tussenkopjes. 왏 Een bericht lees je bijvoorbeeld in de krant.
3
In zijn brief legt de circusdirecteur uit wat dressuur is. Dit kun je lezen in het begin van de derde alinea. Wat is dressuur? Schrijf op. Dressuur is
4
12
In regel 6 van het bericht in de schoolkrant staat: Daarom hebben Eva, Shari, Roelof en Dylon uit 8a en 8b handtekeningen van mensen verzameld. Daarom is een signaalwoord. Voor dat woord staat waarom de kinderen dit gedaan hebben. Wat is de reden dat ze handtekeningen verzameld hebben? Schrijf op.
02-TV WB6 BLOK2_02 23-12-09 15:52 Pagina 13
5
Na als, een signaalwoord, lees je een voorwaarde. De circusdirecteur zegt dat dressuur alleen mogelijk is, als mens en dier elkaar vertrouwen. Maak de zinnen af. Ze beginnen steeds met als. Mijn hond brengt de stok alleen terug, als
Mijn rat blijft alleen op mijn schouder zitten, als
De papegaai leert alleen woordjes, als
6
Waarom vindt de circusdirecteur dressuur niet zielig voor dieren? Kruis de twee goede antwoorden aan. 왏 Anders vervelen die dieren zich maar. 왏 Dieren doen deze kunstjes vanzelf. 왏 Dieren doen alleen kunstjes die ze willen en kunnen. 왏 De dresseur kan dieren helemaal niet dwingen.
7
De circusdirecteur schrijft in zijn brief dat de dieren die nu in het circus leven en werken, daar zijn geboren. Hij vertelt ook hoe het vroeger ging. Onderstreep de goede zin. Dieren uit het wild werden naar het circus gebracht. Dieren voor het circus werden uit de dierentuin gehaald. Dieren werden, net als nu, in het circus geboren.
8
Sommige kinderen vinden het zielig dat dieren in het circus kunstjes moeten doen. Anderen denken dat dieren dat niet erg vinden. Maak de zinnen af. Voordat ik deze teksten las, vond ik
Nu ik heb gelezen welke redenen er voor en tegen dressuur zijn, vind ik
13
02-TV WB6 BLOK2_02 23-12-09 15:52 Pagina 14
Blok LB LES 2 TAFELVOETBALLEN MET JE PARKIET 2 18-19 Lees de tekst in het leesboek nog niet.
1
Sara denkt dat parkieten gezellige huisdieren zijn. Rens heeft liever een hond. En jij? Omcirkel en schrijf op. Parkieten lijken mij wel/geen gezellige huisdieren, omdat
Ik heb liever een
2
, omdat
De tekst die je gaat lezen is een weettekst. Dat kan een bericht, een brief, een leertekst of een instructie zijn. Deze tekst is een instructie. Een tekst die je zegt hoe je iets moet doen. Waaraan zie je dat? Kruis de twee beste antwoorden aan. 왏 Aan de titel. 왏 Aan de tussenkopjes. 왏 Aan de foto’s en tekeningen.
Lees nu de tekst in het leesboek.
3
In ‘Parkieten houden’ lees je hoe parkieten zich gedragen die niet schuw zijn. Hoe gedraagt een parkiet zich die wel schuw is, denk je? Maak de zin af. Een parkiet die schuw is,
4
In ‘Zet een parkiet nooit alleen’ lees je: Ze doen alles samen, ze zoeken samen eten, ze verzorgen elkaars veren. Welk woord kun je in de plaats zetten van ze? Er zijn twee mogelijkheden. Schrijf op. of
14
02-TV WB6 BLOK2_02 23-12-09 15:52 Pagina 15
5
Ik laat me graag door jou krabben. Deze zin staat aan het einde van het stukje ‘Ik wil gekrabd worden.’ Wat kun je in de plaats zetten van ik en wat in de plaats van jou? Vul aan. Ik is
, jou is
6
Waarom is het zo goed om een touwladdertje in de kooi van een parkiet te hangen? Schrijf op.
7
Een parkiet die zich eenzaam voelt, tjilpt steeds hetzelfde deuntje en maakt steeds dezelfde beweging. Hij is ongelukkig. Hoe kun jij de parkiet weer gelukkig maken? Kruis de goede zinnen aan. 왏 Ik neem nog een parkiet erbij. 왏 Ik leg een doek over de kooi. 왏 Ik zet de televisie aan. 왏 Ik hang speeltjes in de kooi. 왏 Ik doe een spelletje met de parkiet. 왏 Ik zet de kooi voor het raam.
8
Je hebt in deze tekst gelezen wat parkieten nodig hebben om zich lekker te voelen. Teken hieronder een superkooi voor een parkiet. Bedenk wat er zeker in de kooi moet zijn. Schrijf op. 1 2 3 4
15
02-TV WB6 BLOK2_02 23-12-09 15:52 Pagina 16
Blok LB LES 3 EEN BANGE PIRAAT 2 20-21 Lees de tekst in het leesboek nog niet.
1
Dit weekend ga je met familie naar een vakantiehuisje. Het is een heel stuk rijden met de auto. Tijdens het rijden ga je lekker lezen. Welk boek neem je het liefst mee en welk boek liever niet? Wel mee? Kleur het boek groen. Niet mee? Rood. spannend boek | grappige strip | boek over sport | encyclopedie | boek over zeehonden | puzzelboek Kruis aan. Het boek dat ik meeneem, kies ik omdat… 왏 ik van een boek wil genieten. 왏 ik van een boek iets wil leren. 왏 ik met een boek iets wil doen. 왏 ik uit een boek bepaalde informatie wil halen.
2
Kijk naar het verhaal in je leesboek. Plaatjes geven informatie. Wat voor soort verhaal is dit? Onderstreep het goede antwoord. een liefdesverhaal | een dierenverhaal | een verhaal over sport | een echt gebeurd verhaal | een spannend verhaal
Lees nu de tekst in het leesboek.
3
In de eerste alinea staat in regel 5: Ze tuurde naar de vlag en kon nu heel duidelijk de doodskop erop zien. Toen keek ze naar de enorme bonk beton waar de vlag op stond. Toen is een signaalwoord van …? Onderstreep het goede woord. tijd | plaats | verklaring | vergelijking
4
16
Alinea 5 loopt van regel 35 t/m 43. In welke zin staat waar de alinea over gaat? Dus wat is de kernzin? Schrijf hem op.
02-TV WB6 BLOK2_02 23-12-09 15:52 Pagina 17
5
Alinea 6 is een vervolg op alinea 5. De alinea begint met ‘Ik wil hier weg.’ Tussen twee alinea’s kan de schrijver een denkstap maken. Het kan gaan om een andere plaats, een andere tijd of een nieuw onderdeel. Welke denkstap maakt de schrijver tussen alinea 5 en 6? Kruis het goede antwoord aan. 왏 Daar gaat het verder op een andere plaats. 왏 Daar wordt een stukje tijd overgeslagen. 왏 Daar begint een nieuw onderdeel van het verhaal. Wat is de kernzin van alinea 6? Schrijf hem op.
6
In deze tekst staan veel zinnen die spannend zijn om te lezen. Toch zou je zonder deze zinnen de tekst ook kunnen begrijpen. Deze zinnen zijn bijzaak. Sommige zinnen in de tekst zijn heel belangrijk. Zonder die zinnen begrijp je de tekst echt niet. Deze zinnen zijn de hoofdzaak van de tekst. Lees onderstaande zinnen. Hoofdzaak? Vul H in. Bijzaak? Vul B in. H of B? 1 Tijd om het zand uit haar schoenen te halen, had ze niet. 2 ‘Dat heet een, eh, een bunker!’ 3 Kim beet op haar lip. 4 … wat zouden ze kwaad zijn als ze ontdekten dat hun schat gestolen was! 5 Langzaam werd het donker om haar heen. 6 Hijgend liet ze zich tegen de muur aan vallen en sloot haar ogen. 7 ‘Ik wil hier weg!’ piepte ze.
7
‘Het geheime hol’ is een stukje van een heel boek. Wil je dit boek verder lezen? Zet een kring om ja of nee en maak de zin af. Ja | Nee, omdat
8
Wat denk jij dat er in het volgende stuk van dit leesboek zal gebeuren? ‘Licht in de verte…?’ Bedenk een vervolg. Schrijf op een los blaadje het volgende stuk van dit boek.
17
02-TV WB6 BLOK2_02 23-12-09 15:52 Pagina 18
Blok LB LES 4 ACHTER SLOT EN GRENDEL 2 22-23 Lees de tekst in het leesboek nog niet.
1
Waarom lees je een tekst? Een leuk verhaal lees je om te genieten. Bekijk de tekst in je leesboek. Met welk doel lees je deze tekst? Kies uit en zet daar een kring om heen. om van te genieten | om te leren hoe je iets maakt | om iets nieuws te leren
2
Bekijk de foto’s bij de tekst. Ze vertellen wat over het onderwerp van deze tekst. Waarover zal de tekst gaan? Kruis aan. 왏 Over een luxe hotel. 왏 Over een strenge kostschool. 왏 Over de gevangenis.
Lees nu de tekst in het leesboek.
3
In het stukje tekst met het kopje ‘Bezoek’ staat: Daarom moeten alle tassen in een kluisje. Daarom is een signaalwoord. Wat geeft het aan? Zet een kring om het goede antwoord. Het geeft aan: de tijd | de plaats | de reden In welke zin staat waarom alle tassen in een kluisje moeten? Schrijf die zin op.
4
Als je de auto wast, krijg je een beloning. In deze zin geeft het woordje als een voorwaarde aan. De voorwaarde is: als je de auto wast. In de leestekst staat: Als een gevangene zich goed gedraagt, wordt zijn straf korter. Wat is hier de voorwaarde? Maak de zin af. Een gevangene kan een kortere straf krijgen als
18
02-TV WB6 BLOK2_02 23-12-09 15:52 Pagina 19
5
Bekijk het stukje ‘Straf’. Dit tekstdeel bestaat uit maar één alinea. Wat is de kernzin van deze alinea? Schrijf op.
6
Bij welke tussenkopjes horen de volgende kernzinnen? Trek lijnen. Fred Jasper is bewaker.
‘Opgesloten’
Familie en vrienden mogen op bezoek komen.
‘In de gevangenis’
Een gevangenis is een gebouw waarin mensen opgesloten zitten.
‘Bezoek’
In een gevangenis zijn cellen.
‘Werken in de gevangenis’
7
In ‘Opgesloten’ staan hoofdzaken en bijzaken. Zonder de hoofdzaken begrijp je niets van de tekst. Zonder de bijzaken kun je de tekst nog steeds goed begrijpen. Welke zin uit ‘Opgesloten’ is een bijzaak? Schrijf op.
8
Je bent door het lezen van deze tekst iets te weten gekomen over de gevangenis. Je weet nu meer over het leven van de gevangenen en het werk van bewakers. Wat is jouw mening? Maak één van de zinnen af. Ik zou nooit gevangenisbewaker willen zijn, omdat
Ik wil later misschien wel gevangenisbewaker worden, omdat
19
02-TV WB6 BLOK2_02 23-12-09 15:52 Pagina 20
Blok LB LES 5 WIL JE EEN IJSJE? 2 24-25 Lees de tekst in het leesboek nog niet.
1
Tekst 1 is een informatieve tekst over hoe ijs gemaakt wordt. Wat voor soort teksten zijn tekst 2 en tekst 3? Kies uit: brief – instructie – bericht – gedicht – reclame. Vul in. Tekst 2 is een Tekst 3 is een
Lees nu de tekst in het leesboek.
2
De tekst onder het tussenkopje ‘Roomijs’ bestaat uit vier alinea’s. Wat is de kernzin van de eerste en de laatste alinea? Schrijf deze twee kernzinnen op. 1
2
3
Uit hoeveel alinea’s bestaat de tekst onder het tussenkopje ‘Waterijs’? Onderstreep het juiste antwoord. 1 alinea | 2 alinea’s | 3 alinea’s Wat is de kernzin van de tweede alinea van dit stukje? Schrijf op.
4
In tekst 1 staat: Waterijs is goedkoper dan roomijs, omdat water minder kost dan melk. Onderstreep in deze zin het signaalwoord waaraan je ziet dat er een verklaring komt. Waarom is waterijs goedkoper dan roomijs? Schrijf op.
20
02-TV WB6 BLOK2_02 23-12-09 15:52 Pagina 21
5
Daarna brengen koelwagens het naar de winkel. Daarna is een signaalwoord van tijd. Wat gebeurt er daarvoor? Schrijf de zin op waarin dat staat.
6
In de eerste alinea van tekst 2 staat deze zin: Een ijskar zorgt voor een extra feestelijk tintje. Is deze zin hoofdzaak of bijzaak in deze alinea? Kruis het goede antwoord aan. 왏 hoofdzaak 왏 bijzaak Leg je antwoord uit. Vul de volgende zin aan. In deze alinea gaat het erom dat
7
Drie zinnen in de advertentie zijn echt hoofdzaak. Kruis deze drie zinnen aan. 왏 Huur dan bij ons een ijskar! 왏 Maak uw keuze uit drie verschillende modellen. 왏 We hebben een originele Italiaanse ijskar. 왏 Vraag dan via onze website om meer informatie. 왏 Ook een ijskar die getrokken wordt door een pony.
8
Tekst 1 gaat over het maken van roomijs en waterijs. Tekst 2 gaat over het huren van een ijskar. Tekst 3 gaat over zelf ijs maken. Van welke tekst(en) leerde jij wat nieuws? Onderstreep. Hoe wordt ijs gemaakt? | Huur een ijskar! | Toetje voor vier Wat heb je geleerd? Schrijf op.
21