JAAROVERZICHT NEDERLANDS H3 Blok 1
Toetsper. 1 week 39 23 september Blok 2
Omschrijving lesstof per week Wk1. Spreken informatieve tekst/ artikel oefenen Wk2. id. Wk3. id. Wk4. id. Wk5. id.
Begin Lees vaardig blok 1+2
Toets: Lees vaardig Blok 1+2 en Nieuwsbegrip Wk1. Schrijven Wk2. id. Wk3. id. Wk4. id. Toets: (spreken afronden) Een informatieve tekst presenteren Wk5. id. Boek aankondigen Black Mamba
Toetsper. 2 Week 46 11 november Rapport 1 Blok 3
Toets: Schrijven
Toetsper. 3 Week 3 13 januari Blok 4
Toets: Literatuur Black Mamba + Over Lezen Blok 1 + 2 + 3
Toetsper. 4 Week 11 10 maart Rapport 2
Toets: Lees vaardig Blok 3 + 4 en Nieuwsbegrip
Blok 5
3 cijfers: Lees vaardig, Nieuwsbegrip / Spreken informatieve tekst / schrijven Wk1. Taalschat + Spelling Blok c.q. Module 1 t/m 3 + Grammatica zinsdelen 2 x OH Wk2. id. Theorie Over Lezen Blok 1 t/m 3 Wk3. id. Stencil Grammatica Zinsdelen Wk4. id. Wk5. id.
Wk1. Toets: Luisteren 2 of 3 oefenteksten dan 3 Luistertoetsen in 3 lessen verspreid over 3 weken => 1 (gemiddeld) cijfer Wk2. id. Beginnen met Leesvaardig Blok 3 + 4 Wk3. id. Wk4. id. Wk5. id.
4 cijfers: Gemiddelde cijfer van 2 X OH Taalschat+Spelling 1 t/m 3, Grammatica / Luisteren / Leesvaardig 3+4 / Literatuur Wk1. Begin Literatuur 2 boeken De slavenring en Klem / Leesvaardig 5+6 / Taalschat + Spelling Blok c.q. Module 4+5+6, grammatica alle woordsoorten Wk2. id. Betoog opgeven en oefenen Wk3. id. Theorie Over Lezen blok 4 t/m 6 Wk4. id. Stencil Grammatica Woordsoorten Wk5. id.
Toetsper. 5 Week 19 5 mei Blok 6
Toets: Literatuur 2 boek en theorie Over Lezen Blok 4 + 5 + 6
Toetsper. 6
Toets: Lees vaardig 5+6 en Taalschat/Spelling Blok 4 + 5 + 6, Grammatica
Wk1.Toets: Betoog spreekbeurt Wk2. id. Wk3. id. Wk4. id. Wk5. id.
Week 25 16 juni Rapport 3 Eindrapport
4 cijfers: Literatuur 1 boek / Leesvaardig 5+6 / Taalschat en Spelling 4 t/m 6, Grammatica / Betoog Elk rapport telt 1 x (5.45 wordt 5.4 is 5 op het eindrapport)
* OVERZICHT VAN OPDRACHTEN * OP NIVEAU * 3 HAVO * LEESVAARDIG Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Blok 6
Opdracht 12 + 13 + 14 Bladzijde 19 t/m 27 Opdracht 11 + 13 Bladzijde 55 t/m 64 Opdracht 9 + 10 + 11 Bladzijde 91 t/m 99 Opdracht 9 + 10 + 11 Bladzijde 124 t/m 131 Opdracht 11 (4.1 Samenvatten => overslaan) Bladzijde 161 t/m 164 Opdracht 11 (Herhaling => geen nieuwe theorie)Bladzijde 190 t/m 193
TAALSCHAT Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Blok 6
Opdracht 10 + 11 Opdracht 8 + 9 Opdracht 7 + 8 Opdracht 7 Opdracht 8 + 9 Opdracht 8 + 9
Bladzijde 17 + 18 Bladzijde 53 + 54 Bladzijde 90 Bladzijde 122 Bladzijde 157 Bladzijde 188 + 189
SPELLING Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 Module 5 Module 6
Opdracht 1 + 2 + 3 + 4 Opdracht 5 + 6 + 7 Opdracht 8 + 9 + 10 + 11 + 12 Opdracht 13 + 15 (14 => Ik maak zelf een opdracht) Opdracht 16 + 17 + 19 Opdracht 20 + 21 + 22
Bladzijde 236 t/m 238 Bladzijde 239 + 240 Bladzijde 241 t/m 243 Bladzijde 244 Bladzijde 245 t/m 247 Bladzijde 248 + 249
Opmerking: In het boek wordt verwezen naar de website met de Naslag voor de regels. Deze verspreid ik. GRAMMATICA Als sectie NE op Colegio Arubano hebben we ooit afgesproken om bepaalde zinsdelen, woordsoorten of andere grammaticale zaken niet te behandelen. Om maar wat te noemen: naamwoordelijk gezegde, de bijstelling, de bijvoeglijke bepaling, de beknopte bijzin, samentrekking (wordt alleen besproken bij het onderdeel ‘alle/allen’), het koppelwerkwoord, het hulpwerkwoord, het bijwoord, het wederkerig voornaamwoord, het vragend vnw, het onbepaald vnw en het telwoord. Dit heeft tot gevolg dat de oefeningen niet meer aansluiten op de behandelde theorie. Ik heb daarom stencils gemaakt met oefeningen. Eerste leerwerk onderdeel Grammatica: (de 2 overhoringen in Blok 3 van het PLT) 1e Stencil Redekundig Ontleden 2e Samengestelde zinnen: Module 3.2 Opdracht 23 + 24 e 3 Hoofd- en bijzinnen: Module 4.2 Opdracht 31 + 32 Tweede leerwerk onderdeel Grammatica: (toetsperiode 6) 1e Stencil Taalkundig Ontleden 2e Het voegwoord: Module 2.4 Opdracht 19 Module 4.1 Opdracht 30
Bladzijde 217 t/m 219 Bladzijde 222
Bladzijde 216 Bladzijde 221
Spelling Module 4 Opdracht 14 Noteer de juiste vorm van het werkwoord: tegenwoordige tijd = tt, verleden tijd = vt, voltooid deelwoord = vd, onvoltooid deelwoord = od, bijvoeglijk gebruikt vd en gebiedende wijs. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Wanneer is dat ongeluk (gebeuren)? Zoiets (gebeuren, tt) niet vaak. Het ongeluk (gebeuren) vorige week dinsdag. Morgen (vergaderen) het bestuur van de SMOA. Vorige week heeft het bestuur de hele dag (vergaderen). Waarom (worden, tt) je geen lid van de Keyclub? (Worden, tt) je broer wel lid van die club? (Houden) je mond dicht, als ik praat. (Vinden, tt) u kunstwerken mooi? (Houden, tt) jij van kunst? Ik (schrikken, vt), toen hij me plotseling (aanstoten, vt). De (stijgen, od) werkeloosheid (verontrusten, vt) de regering. Op Aruba wonen veel mensen uit Spaans (spreken, od) landen. De docente (achten, vt) de leerlingen in staat die toets te maken. Wel wordt er veel kennis van de leerlingen (eisen). De (verwachten) resultaten (blijven, vt) uit. De (verloten) prijzen waren prachtig (illustreren) boeken. De moeders hebben het vlees (bakken) en de vis (zouten). Het (bakken) vlees is samen met de (zouten) vis naar de Imeldahof gebracht. Niemand (vermoeden, vt) dat de storm zo ernstig zou zijn. Gisteravond (stranden) er een Colombiaans schip voor de Arubaanse kust. Het (stranden) schip werd door een sleepboot (lostrekken). Deze prijs (gelden, tt) alleen tijdens de uitverkoop. (Vermijden) problemen, voorkomen is beter dan genezen! De krant (melden, tt) dat de opstand in Egypte zich nog steeds (uitbreiden, tt). U (hoeven, tt) niet meteen te betalen. Hij (verhuizen, vt) van San Nicolas naar Oranjestad. De dief (ontvreemden, vt) een portefeuille. Maar hij werd op heterdaad (betrappen) en de (ontvreemden) portefeuille (vinden, vd) De zwemkampioenen (worden, vt) bij terugkeer op Aruba door velen (verwelkomen) en (toejuichen).
Antwoorden 1 gebeurd 2 gebeurt 3 gebeurde 4 vergadert 5 vergaderd 6 word 7 wordt 8 houd (gebiedende wijs) 9 vindt 10 houd 11 schrok, aanstootte 12 stijgende, verontrustte 13 sprekende 14 achtte
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
verwachte, bleven verlote, geïllustreerde gebakken, gezouten gebakken, gezouten vermoedde strandde gestrande, losgetrokken geldt vermijd (gebiedende wijs) meldt, uitbreidt hoeft verhuisde ontvreemdde betrapt, ontvreemde, gevonden
15
geëist
30
werden, verwelkomd, toegejuicht