Laureat/Laureaat : Klimaatcoalitie Vzw Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel
[email protected] http://www.klimaatcoalitie.be Projet/Project : Jobs4Climate. Werk aan een beter klimaat door investeringen. De klimaatcoalitie wil met het project “Jobs4climate. Werk aan een beter klimaat door investeringen." de vraag voor een ambitieus investeringsprogramma in de duurzame economie vanuit het maatschappelijk middenveld luid laten weerklinken. Het project wil dat doen met een communicatiecampagne, een evenement en een drietal publicaties gericht op specifieke doelgroepen. De belangrijkste leden van de klimaatcoalitie gaven reeds de principiële goedkeuring aan de projectidee. Daardoor is de klimaatcoalitie in staat om via haar leden meer dan 1 miljoen Belgen te bereiken. Dat zou gebeuren in drie fases: *In de eerste fase loopt een communicatiecampagne via de magazines en websites van de leden. De campagne krijgt door opiniemakers en eigen initiatieven ook weerklank in de pers. Ze zal het belang van investeringen op een toegankelijke manier onder de aandacht brengen van een breed publiek. Ze maakt duidelijk hoe investeringen in de energietransitie jobs creëren, de energiefactuur van gezinnen en ondernemingen verlagen en de broeikasgasemissies terugbrengen. Inhoudelijk zal de communicatiecampagne focussen op vier domeinen voor investeringen: een renovatieprogramma voor gebouwen, de uitbouw van een slim elektriciteitsnet, de opbouw van productiecapaciteit voor hernieuwbare energie en tenslotte het openbaar vervoer. *In een tweede fase vindt een evenement plaats voor de brede achterban van de klimaatcoalitie en beleidsmakers. Het evenement is het sluitstuk van de communicatiecampagne. Ze moet de ideeënuitwisseling rond het investeringsthema stimuleren en beleidsmakers warm maken voor het belang van de gevraagde investeringen. Tegelijk laat ze de kruisbestuiving toe tussen de sociale en ecologische insteek voor het investeringsprogramma. *In een derde een laatste fase worden er publicaties aangemaakt en verspreid naar specifieke doelgroepen. Voor beleidsmakers maken we een publicatie over het noodzakelijk investeringsbeleid voor transitie naar een duurzame economie. Voor de meer dan 70 middenveldsorganisaties die lid
zijn van de klimaatcoalitie voorzien we een beknopte handleiding met verschillende mogelijkheden om investeringen binnen eigen bereik te beïnvloeden. Voor jongerenorganisaties publiceren we een toolkit die het investeringsthema verbindt met de klimaatonderhandelingen. Op het einde van het project is een breder publiek geïnformeerd over het belang van investeringen in de duurzame economie, weten beleidsmaker hoe ze een tandje kunnen bijsteken voor publieke investeringen en zijn de grootste organisaties in het maatschappelijk middenveld actief rond het vergroenen van investeringen die binnen hun bereik liggen.
Laureat/Laureaat : Associations 21 Asbl rue d'Edimbourg 26 1050 Bruxelles
[email protected] http://www.associations21.org/ Projet/Project : Forum de la Transition En janvier 2015, Associations 21 organisera un « forum de la transition », événement rassembleur sur le thème de la transition juste vers une société bas carbone. Ce projet, objet de la présente demande, s'inscrit dans le cadre d'un programme de plus longue haleine, sur base d'une réflexion entamée avec ses membres depuis fin 2012. L'horizon de la transition évoquée de toutes parts, mérite un large débat sociétal. Associations 21 et ses membres souhaitent contribuer à ce débat non plus par une discussion prospective visant le long terme (exercice déjà mené dans le cadre des activités d'Associations 21) mais en montrant que le chemin se fait aussi pas à pas, en regardant à la fois devant et autour de soi, sans oublier de se poser et de se retourner de temps en temps, pour ne pas négliger l'histoire dans laquelle nous nous inscrivons. Le contexte sociétal actuel étant assez anxiogène, Associations 21 et ses membres souhaitent mettre en lumière des initiatives concrètes et positives de transition, en particulier celles qui sont portées par des dynamiques collectives. Bien sûr, les dynamiques collectives sont portées par des individus. Mais ceux-ci attirent plus facilement l'attention des médias que les groupes, dont le rôle est pourtant crucial dans la transition. Nous voulons donc pointer l'importance des dynamiques collectives dans ce qui se fait déjà, la façon dont les gens accordent leurs expériences et compétences, surmontent les conflits et les difficultés de gestion. Et ce, y compris dans le champ entrepreneurial, afin de stimuler le dialogue entre entrepreneurs et associations ou citoyens. Pour préparer ce forum, dans un premier temps, Associations 21 et ses membres vont aller sur le terrain découvrir des dynamiques collectives de transition qui combinent des enjeux sociaux, économiques, environnementaux et culturels, et pour lesquelles l'équité est une valeur centrale. Ces visites feront ensuite l'objet d'une médiatisation. Le forum constituera la 3ème étape du processus. La 4ème étape sera son suivi et la finalisation du programme dans son ensemble. Le tout sur deux ans (2014-2015).
But : montrer que la transition juste est non seulement possible mais qu'elle se réalise déjà, en faisant émerger des pratiques inspirantes, des méthodologies transposables pour les associations, et in fine, redonner de l'espoir aux citoyens, susciter l’émulation. Pour l'organisation du Forum de la transition, diverses collaborations sont envisagées. Afin que l'événement soit réellement co-construit avec ces partenaires, dès le lancement du projet, des contacts seront pris en priorité avec : des représentants de la communauté académique (dont les organisateurs du Congrès interdisciplinaire du développement durable de Namur, 31 janvier & 1er février 2013) des représentants des syndicats, le Réseau des Initiatives de Transition le Transitie Netwerk Middenveld qui a organisé un « Transitie festival middenveld » à Gent le 26 octobre 2012.
Laureat/Laureaat : Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen Vzw Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel
[email protected] http://www.bblv.be Projet/Project : Ecobouwers/Ecobâtisseurs - grootschalig peer to peer ervaringen uitwisselen over energiezuinig renoveren Ecobouwers/Ecobâtisseurs is een initiatief waarbij Bond Beter Leefmilieu en écoconso bouwadvies verstrekken aan kandidaat bouwers en verbouwers in Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Ecobouwers.be/Ecobâtisseurs.be bereikte in 2013 1.200.000 miljoen mensen online, waarbij het de grootste webcommunity rond duurzaam bouwen en verbouwen in ons land is. Bovendien ontvingen we in 2013 tijdens onze opendeurdagen in november ruim 6000 Vlamingen, Walen en Brusselaars. Dat komt overeen met een face to face contact van 8,3% van het jaarlijkse aantal kandidaat bouwheren in België. We willen in de periode 2014-2015 een belangrijke bijdrage leveren in het versnellen van de transitie naar een energiezuinig woningbestand in België. We willen zo de federale klimaatdoelstellingen in de sector woningen te helpen realiseren. We doen dat door: in te zetten op een permanente dienstverlening - uitbouw van een vast netwerk van ervaren vrijwilligers die kandidaat bouwers motiveren om duurzaam te verbouwen thematisch de klemtoon te leggen op renovatie. Het potentieel aan energiebesparing is immers het grootst bij bestaande woningen. In onze communicatie schuiven we uitsluitend vooruitstrevende renovaties naar voor. kandidaat bouwheren actief toe te leiden naar professioneel en onafhankelijk bouwadvies zoals de provinciale steunpunten duurzaam bouwen in Vlaanderen, les guichets de l'energie en de passeurs d’énergie in Wallonië en de Energiehuizen in Brussel. We beogen een significante stijging van ons online en offline bereik. Via onze permanente acties willen we tegen eind 2015 jaarlijks 9.000 kandidaat bouwheren face to face bereiken Dat is een bereik van 12,3% van het jaarlijkse aantal kandidaat bouwheren in België.
Laureat/Laureaat : Vogelbescherming Vlaanderen Vzw Walburgstraat 37 9100 Sint-Niklaas
[email protected] http://www.vogelbescherming.be Projet/Project : De rijkdom van de kustpolders, een oerwoud op kniehoogte Al meer dan 40 jaar dringt de milieubeweging aan op een betere bescherming van de kustpolders. In 2006 werd door de Vlaamse regering een beslissing genomen m.b.t. “de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, tweede fase: beleidsmatig herbevestigen van de bestaande plannen van aanleg voor de agrarische en natuurlijke structuur regio Kust-Polders-Westhoek + vervolgtraject afbakeningsproces”. We zijn ondertussen zeven jaar verder en in het algemeen is er nog geen duurzame bescherming van de permanente poldergraslanden gerealiseerd. Uit de analyse van alle projecten en acties die rond de kustpolders opgezet werden, blijkt heel duidelijk dat er vooral een groot gebrek is aan draagvlak voor een betere bescherming. Dit gebrek aan draagvlak zit hem niet zo zeer in het feit dat de bijkomende beschermingsmaatregelen grote economische of landbouwbedrijfskundige gevolgen zouden hebben, wel dat heel wat beleidsvoerders en burgers zich niet of zeker onvoldoende bewust zijn van de waarde van de polders. Met het project ‘S.O.S. Kustpolders’ wil Vogelbescherming Vlaanderen Vzw initiatieven nemen om dit draagvlak te vergroten en dit zowel naar het grote publiek toe als naar de beleidsmensen op lokaal, provinciaal en Vlaams niveau. De missie is een zo breed mogelijke groep van zowel de bevolking als de overheden te laten inzien dat polders meer zijn dan alleen maar groene vlaktes met veel water en veel vee; een waar oerwoud op kniehoogte. Hiernaast bewijzen we dat een beschermd polderlandschap dat op de juiste manier in de kijker gezet wordt, geen nadelige maar net positieve effecten heeft op de plaatselijke economie. Door samenwerkingen aan te gaan met een aantal plaatselijke horeca en landbouwbedrijven, kunnen we deze boodschap door de lokale middenstand laten verspreiden. Door de troeven van de kustpolders in de kijker te zetten en hier acties rond op te zetten, sensibiliseren we de lokale bevolking en lokken we toeristen naar zowel de waardevolle locaties als de participerende horeca- en landbouwbedrijven. De sterkte in dit project ligt in het feit dat het uitgevoerd wordt door een groep vrijwilliger die ervaring putten uit de reeds een aantal jaren lopende polderprojecten in de kustzone en hierdoor een ruim en stevig netwerk uitbouwden. De kern van de werking bestaat uit dit ‘octopussysteem’ van mensen en verengingen en juist dit vormt het grootste en onmisbaar kapitaal van de werking. De werkgroep ‘SOS kustpolders’ organiseert gedurende minimum twee jaar een
reeks excursies, polderdagen, campagnes en sensibiliserende acties waardoor de kustpolders bemind zullen worden door velen. Vogelbescherming Vlaanderen zorgt samen met de werkgroep SOS Kustpolders voor een natuurvakbond voor de kustpolders bestaande uit natuurliefhebbers, toeristen en de lokale middenstand.
Laureat/Laureaat : Act4Change Vzw Onderwijsstraat 124 1070 Ledeberg
[email protected] http://www.act4change.be Projet/Project : Empowering youth for sustainable development ‘Empowering youth for sustainable development’ is een project van Act4Change. Het project bestaat uit een geheel van educatieve activiteiten waarmee we jonge voortrekkers voor duurzame ontwikkeling willen ondersteunen in hun engagement. We geloven sterk in het multiplicatoreffect van investeringen in voortrekkers die de werking van hun eigen organisatie/initiatief vorm geven. Omdat we netwerkontwikkeling en leren van elkaar, ook over sectoren heen zo belangrijk vinden, hechten we bij iedere activiteit veel belang aan een diverse deelnemersgroep: we proberen zowel activisten als onderzoekers, journalisten, kunstenaars, politici en ondernemers rond de tafel te krijgen, die elk vanuit hun invalshoek naar een bepaalde problematiek kijken. Deelnemers leren elkaar kennen en bouwen een relevant netwerk uit, met mensen uit heel verschillende sectoren, maar die wel een interesse delen en samen willen werken aan een betere wereld. We organiseren 4 weekends en een zestal avondactiviteiten in het kader van dit project. 3 Masterclasses De Masterclasses zijn weekends met een sterk inhoudelijk programma voor een 40-tal jongeren. We werken in 3 of 4 groepen die elk een onderwerp uitdiepen. Act4Change heeft al 5 masterclasses georganiseerd. In 2014 vernieuwen we het concept. - In april plannen we samen met een aantal Leuvense studenten een masterclass die één thema centraal zet, namelijk De Toekomst van de Ontwikkelingssamenwerking. Deze masterclass is een initiatief dat bottom-up ontstaan is uit een vorig Knooppunt voor Toekomstige Generaties. - In juni plannen we een masterclass waar naast inhoudelijke trajecten ook rond co-creatie gewerkt wordt. Zo hopen we op een beter evenwicht tussen denkers en doeners. - In november organiseren we een eerste Belgische masterclass met deelnemers uit de verschillende Gemeenschappen.
Bij de thema's is er telkens een evenwicht tussen economische, sociale en ecologische thema’s. 6 Coffees with the Future De Coffees with the Future zijn salongesprekken met inspirerende sprekers, zoals O De Schutter, B Lietaer en J-P Van Ypersele. Max. 12 deelnemers toegelaten worden om maximale interactie te bereiken. Uit ervaringen met het format is gebleken dat door de grote interactie en betrokkenheid van de deelnemers de impact groter is dan bij grootschaligere informatie-avonden of debatten. De deelnemers kunnen immers vanuit hun eigen referentiekader vragen stellen en met elkaar interageren. 1 Knooppunt voor Toekomstige Generaties Het Knooppunt voor Toekomstige Generaties is een weekend waarop verschillende (jongeren)organisaties een platform aangeboden kregen om enerzijds eigen (vergader)tijd in te vullen en anderzijds deel te nemen aan een aantal workshops rond duurzame ontwikkeling met deelnemers de uit verschillende organisaties. Zo willen we uitwisseling stimuleren en nieuwe samenwerkingsverbanden laten ontstaan. Wij zorgen voor accommodatie, eten en in overleg met alle betrokkenen voor een gemeenschappelijk programma.
Laureat/Laureaat : Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen Federale Wetenschappelijke Instelling Vautierstraat 29 1000 Brussel
[email protected] http://www.natuurwetenschappen.be Projet/Project : Populatiedynamica van zeezoogdieren in het Belgisch deel van de Noordzee Het project betreft het onderzoek van beschermde mariene soorten, en in het bijzonder de stijging van het aantal gestrande bruinvissen in België. Op het einde van de 20e eeuw spoelden jaarlijks slechts enkele bruinvissen aan. Gedurende het laatste decennium, en in het bijzonder de laatste 3 jaar, stelden we een spectaculaire stijging vast. Tussen 2011 en 2013 (november) spoelden niet minder dan 358 bruinvissen aan. Daarnaast stellen we een stijging in het aantal gestrande zeehonden vast. De stijging is reden tot bezorgdheid en verantwoordt het onderzoek naar onderliggende oorzaken. Het KBIN coördineert het onderzoek van gestrande of bijgevangen mariene beschermde diersoorten en zorgt onder meer voor de verzameling van dieren om ze ter beschikking te stellen van onderzoeksgroepen gespecialiseerd in pathologie, microbiologie, toxicologie en morfologie. De hoge aantallen gestrande zeezoogdieren van de laatste jaren overstijgt de huidige mogelijkheden van het KBIN voor het garanderen van een grondig onderzoek, en dient te worden uitgevoerd met aangepaste technische middelen. De focus van dit project ligt bij het onderzoek van doodsoorzaak, gezondheidstoestand, bedreigingen en ecologische parameters van de dieren aangespoeld tussen 2014 en 2015, aangevuld met een analyse van data van 2011 tot 2013. De taken zijn (1) het verzamelen van gestrande of incidenteel gevangen dieren, als onmisbare eerste stap bij het uitvoeren van het onderzoek; (2) het ter beschikking stellen van de gestrande dieren aan onderzoeksgroepen en (3) het samenbrengen van de onderzoeksresultaten voor het verklaren van de achtergrond voor de strandingen van 2011 tot 2015. Veel beschermde soorten, en in het bijzonder zeezoogdieren, zijn als toppredatoren bruikbaar als graadmeter voor de gezondheid van de zee. De volgende problemen worden onderzocht: -
Klimaatswijziging als mogelijke basis van de stijging van het aantal bruinvissen.
Bijvangst van zeezoogdieren. Strandvisserij is een populair tijdverdrijf. Onderzoek kan de omvang van bijvangst aantonen en aantonen of sociaal aanvaardbare maatregelen noodzakelijk zijn. Bij beroepsvisserij komt bijvangst van zeezoogdieren voor bij het gebruik van staand want. Hoge gehaltes aan polluenten in weefsels van zeezoogdieren. De resultaten van dergelijk onderzoek vormen de basis voor beslissingen m.b.t. het gebruik en de uitstoot van bepaalde stoffen. Ingestie van plastiek door zeezoogdieren. De resultaten van het onderzoek worden aangegrepen om het publiek bewust te maken van afvalproblemen. De onderzoekresultaten worden gepubliceerd in wetenschappelijke publicaties en gebruikt voor het uitwerken van advies m.b.t. soortenbeschermings-maatregelen, en als bijkomende Belgische bijdrage in internationale milieufora die afval op zee, polluenten, bijvangst en overbevissing behandelen. Daarnaast kunnen ze gebruikt worden bij het sensibiliseren van het grote publiek via de media, via eigen informatiekanalen of via toegankelijke publicaties.
Laureat/Laureaat : Atelier Groot Eiland vzw Vzw Henegouwenkaai 29 1080 Brussel
[email protected] http://www.ateliergrooteiland.be Projet/Project : Belle Vue sociaal restaurant & duurzame voeding AGE start met een nieuw horecaproject in de gerenoveerde Belle Vue site te Sint Jans Molenbeek in de loop van 2014. De missie van dit sociaal economisch project is tewerkstelling creëren via opleiding, werkervaring en sociale tewerkstelling voor Brusselse langdurig werklozen. We starten met beroepsactiviteiten in verband met duurzame voeding, een restaurant annex catering en verkooppunt voor artisanale producten. De begeleiding en de werkomgeving wordt aan de doelgroep aangepast. Deze ondersteuning verbetert de integratie van de medewerkers en verhoogt hun kansen op de arbeidsmarkt. Een belangrijke pijler in dit project is duurzaamheid en dit op verschillende vlakken. 1.Passief gebouw Ons nieuw project zal gerealiseerd worden in de oude mouterij van het voormalige “Belle-Vue” gebouw in Molenbeek. Dit gebouw wordt door de gemeente gerenoveerd volgens de criteria van 'passief' bouwen. Het gemeentebestuur stelt een casco ter beschikking van onze vzw voor de uitbouw van een horecaproject met maatschappelijke dimensie. Dit betekent de uitbouw van een professionele keuken, aangepast aan de eisen van de passiefbouw. Waar een ‘gewone keuken’ een grote warmte produceert, stoom, afvalwater en een hoog energieverbruik kent, willen wij deze vermijden en de milieu impact tot een minimum beperken. Een aangepaste dampkap en ventilatiesysteem zijn cruciaal. Maar ook energie efficiënte apparaten zijn belangrijk. Het selecteren van een installateur met ervaring is vanzelfsprekend. Daarom ramen we hoge investeringskosten voor de installatie van het project, in vergelijking met andere horeca sociaal economisch projecten.
2. Inrichting van het restaurant/zaal Om de coherentie met de ecologische filosofie van het project te waarborgen, plannen we om de zaal, het meubilair en de inkleding van het interieur te laten maken door ons schijnwerk atelier Klimop. We zullen voornamelijk werken met gerecycleerde materialen, aangevuld met milieuvriendelijke- of tweedehands materialen. Het concept maakt dus de volledige link tussen de sociale dimensie, duurzame voeding, en het leefmilieu. 3. Sensibilisatie 'duurzame voeding' en 'leefmilieu': Het project wil niet enkel eigen medewerkers sensibiliseren over duurzame voeding, maar wil ook breder gaan. Met het project willen we klanten, buurtbewoners, medewerkers van andere organisaties, bedrijven … bereiken en sensibiliseren over duurzame voeding. Dit doen we: - via het ruime aanbod (restaurant, catering, verkooppunt) - via communicatiemiddelen zoals een menu, flyers, leaflets, informatie via de website, sociale media, enz. … - via het organiseren van evenementen zoals kookworkshop, stadstuin activiteiten,... Dit alles geeft ons de mogelijkheid om samen over deze ecologische keuzes en mogelijkheden te communiceren en te sensibiliseren. 4. Moestuin Op vraag van de gemeente om o.m. de buurtbetrokkenheid te stimuleren, wordt een moestuin aangelegd. Sensibilisering van de buurt én koken met ‘eigen groenten’ gaan hier hand in hand
Laureat/Laureaat : De Vlaspit Vzw Basilieklaan 53 3270 Scherpenheuvel
[email protected] http://www.devlaspit.be/inhoud.asp Projet/Project : Recycork, voor een duurzame samenleving In 2013 verwerkte de sociale werkplaats 'De Vlaspit' 55 ton kurkstoppen tot kurkisolatiekorrels. Ook enkele VAPH-voorzieningen verwerken kurkstoppen, zij het op kleinere schaal. Met het gehandicaptenzorgproject Monnikenheide uit Zoersel wil De Vlaspit een nauwere samenwerking uitbouwen rond kurkrecyclage. De Vlaspit en Monnikenheide zien hierin een aantal win-wins: • De afzet gerecycleerde kurkkorrels kan op langere termijn gegarandeerd en verhoogd worden door het principe ‘één merknaam - één kwaliteit - één prijs’. • Kostendelend samenwerken, bijvoorbeeld gebruik en beheer van één inzamel- en productwebsite. • Intensievere kurkinzameling door een betere ontsluiting van ‘moeilijker’ inzamelkanalen, zoals winkels en horeca, particulieren en scholen (minder zakken/per ophaling) via efficiënte (bestaande) lokale netwerken Deze samenwerking opent perspectieven voor andere projecten om in de toekomst aan te sluiten bij het ‘netwerk kurkrecyclage’. Het project Recycork schakelt kurkrecyclage in Vlaanderen in een hogere versnelling en bouwt bruggen tussen sociale economie, VAPH voorzieningen, gemeenten, intercommunales en bedrijven. Kurkrecyclage heeft een relatief groot milieu-, economisch en sociaal potentieel dat onderbenut blijft bij gebrek aan middelen. Het project bevat drie luiken : luik 1: ontwikkeling milieupotentieel: •
Uitbouw inzamelstructuur en intensifiëring inzameling;
luik 2: ontwikkeling economisch potentieel: •
Verbeteren kurkverwerking (vernieuwing ateliers);
•
Betere vermarkting van gerecycleerde kurkkorrels;
luik 3: ontwikkeling sociaal potentieel: Ontwikkelen van een intensieve samenwerking tussen twee verwerkingscentra en netwerking met sociale organisaties, overheids- en bedrijfswereld. Het project wil kurkrecyclage als activiteit een duurzame toekomst geven. Dit is eveneens bijzonder relevant in het kader van de sociale doelstellingen van de projectpartners en de integratie van personen met beperkingen in onze samenleving. Een ‘duurzame’ samenleving dus, in meer dan één betekenis.
Laureat/Laureaat : GAL Pays des Condruses Asbl Rue de la Charmille, 16 4577 Strée
[email protected] http://www.galcondruses.be Projet/Project : Le désherbage écologique : mutualisation d'outils et de création d'activités Le Condroz est une des régions les plus importantes en Belgique pour la production d’eau potable. L’action que nous souhaitons développer vise à préserver cette ressource essentielle. Mais au-delà de cet aspect environnemental, notre projet s’inscrit dans le développement durable à plus d’un titre. En terme de gouvernance, notre action favorise un changement de pratique, dont l’acceptation est favorisée par un accompagnement qui permet de tester de nouveaux outils, où des formations ont été et seront prévues afin que le personnel puisse se familiariser avec de nouveaux mode de gestion. Au niveau économique, nous créons une activité nouvelle avec des emplois émergeants tels que des éco-cantonniers, des opérateurs de machine de désherbage, etc. Par ailleurs, notre volonté est de mutualiser des outils entre communes afin d’optimaliser leur utilisation. Au niveau social, nous sensibilisons la population afin qu’elle soit partie prenante du changement, qu’elle tolère que des espaces publics soient entretenus différemment et qu’elle joue un rôle actif dans la préservation des ressources. Concrètement, notre projet s’inscrit dans la continuité d’un travail mené par le GAL Pays des Condruses depuis 2010 en termes de gestion des ressources hydriques et plus particulièrement d’un processus de gestion différenciée des espaces verts dans lequel se sont inscrites 7 communes. Il ambitionne : • la réalisation d’une étude de faisabilité par une agence conseil en économie sociale afin de trouver la formule ad hoc permettant de mutualiser des outils de désherbage et du personnel entre communes. La législation wallonne « zéro phyto » concernera également d’autres acteurs publics ou privés. Nous devrons donc également analyser la possibilité d’offrir dans un second temps ce service de désherbage alternatif à des écoles, à des structures hospitalières, à la SPI pour la gestion des zoning, à des centres de formation et in fine aux particuliers.
• L’acquisition du matériel de désherbage alternatif : désherbeur thermique à eau chaude à mousse, désherbeur thermique à air chaud et brosse mécanique. L’achat d’un désherbeur à mousse s’élevant à 53025 € (TVAC), la mutualisation s’avère nécessaire. L’air chaud et la brosse font déjà partie du matériel à disposition dans les communes, un système de location pourrait se mettre en place. • La sensibilisation des citoyens aux nouvelles pratiques et aux dangers des pesticides se fait au travers de diverses manifestations et activités : journée de l’arbre, semaines sans pesticides, journée de l’eau, fête de la pomme, mise en place de « Quartiers en santé sans pesticides » •
La formation du personnel communal aux nouveaux matériels
Laureat/Laureaat : Fondation pour les Générations Futures Fondation d'utilité publique Rue des Brasseurs 182 5000 Namur
[email protected] http://www.fgf.be Projet/Project : « Tournée générale » pour les Générations Futures ! Le projet "Tournée générale" est un cycle de 10 ateliers de terrain qui s’adresse aux responsables de projets, dirigeants, fonctionnaires, chercheurs et étudiants issus de différents secteurs concernés par la transition vers une société plus durable. L’objectif est de leur permettre de comprendre concrètement quels sont les facteurs de succès de différentes initiatives innovantes en matière de développement durable. Le programme comportera la découverte sur le terrain de 10 initiatives différentes choisies dans les 3 Régions du pays pour la complémentarité de leurs approches. L’accent sera mis sur la vision, la stratégie de transition et sur la gestion de chacune des initiatives abordées. Outre les 10 ateliers de terrain, une série de 10 vidéos présentera une synthèse des éléments-clés abordés lors de chacun des ateliers. Les vidéos seront largement diffusée, notamment dans les écoles supérieures de managment.
Laureat/Laureaat : Sentiers.be Asbl Mundo N - Rue Nanon, 98 5000 Namur
[email protected] http://www.sentiers.be Projet/Project : Campagne de promotion du signal routier F45b Contexte : Comment signaler une voirie qui est sans issue pour les véhicules motorisés, mais en possède une pour les piétons, voire les cyclistes ? Sur le terrain, on constate de très nombreux cas de ce genre. Ce concept, parfois appelé « rue continue », « impasse débouchante », est désormais inscrit dans la réglementation notamment en Allemagne et dans les pays scandinaves. En France, il est effectif depuis décembre 2011, en parfaite cohérence avec leur démarche du code de la rue. Il y est défini comme « impasse comportant une issue pour les piétons (et les cyclistes) ». De manière générale, dans ces différents pays, il est signalé en adaptant le signal classique de la voie sans issue (F45), c’est-à-dire en lui ajoutant les pictogrammes du vélo, du piéton ou les deux. La loi du 10 juillet dernier a officialisé cette situation en Belgique en créant, en son article 2, le signal F45b, qui signifie : « voie sans issue, à l’exception des piétons et des cyclistes ». Celui-ci est inséré dans l’article 71 de l’arrêté royal portant règlement général sur la police de la circulation routière. La loi précise également, en son article 3, que le gestionnaire de voirie est libre d’adapter le signal F45b pour expliciter chaque situation locale en la matière. Principe : Proposer d’optimiser la signalétique routière au sein de plusieurs communes en transformant les panneaux routier F45 « Voie sans issue » en panneaux F45b « Voie sans issue, à l’exception des piétons et des cyclistes ». La conversion ne nécessite pas de remplacer le panneau, mais simplement d'y apposer des autocollants réfléchissants. Modalités : - Communication vers les communes : sensibilisation et explication du principe.
- Recueil des manifestations d’intérêt de la part de celles-ci et sélection en fonction des moyens disponibles (prévoir le nombre maximum d’autocollants à proposer, un nombre fixe par commune ?, etc.). - Appel à la population pour recenser les voies sans issues potentiellement concernées (sans issue pour les voitures, mais se prolongeant par un chemin, un sentier ou un autre type de voie verte) - Conception et fourniture des autocollants en vue d’adapter les panneaux F45. - Placement des autocollants par les services communaux responsable de la signalétique routière. - Information vers la population via le bulletin communal. - Communication plus générale au niveau régional en vue d’inciter les autres communes à en faire de même et généraliser la mise en place des panneaux F45b via les différents canaux de communication (réseau CeM, site Sentiers.be, autres associations, presse...).
Laureat/Laureaat : Les Compagnons de la Maison, asbl Asbl rue Victor Libert 55 6900 Marche en Famenne
[email protected] http://www.lescompagnonsdelamaison.be Projet/Project : Deux roues pour un emploi Le projet est centré sur la mobilité douce (vélos, vélos électriques, cyclo-moteurs et scooters) et la multimodalité (utilisation de plusieurs moyens de transport). Le projet se développera dans un premier temps sur le territoire de Marche en Famenne pour être ensuite dupliqué sur l’ensemble de la province de Luxembourg. Les trois préoccupations (économique, sociale et écologique) liées au concept de développement durable sont abordées. L’objectif principal répond à la définition du service de proximité : création d’emploi et réponse à des besoins non couverts. Dans ce cadre précis, nous répondons à un besoin de mobilité en promouvant la mobilité douce et la multimodalité. La mobilité et la multimodalité seront créatrices d’emploi, mais elles seront également un outil vers l’emploi. Les activités seront menées en partenariat avec les structures ou actions déjà en place et porteuses de la même thématique, elles se feront conjointement avec un travail de sensibilisation vers un changement des mentalités/habitudes. • Secteur économique : création d’emploi, solution alternative de mobilité pour les travailleurs vers les zonings, et pour les personnes les plus démunies qui ne disposent pas de voiture ou de permis, partenariat avec les commerçants pour un service de livraison à domicile en vélo ou en scooters. • Secteur touristique : mise à disposition de vélos, vélos électriques et scooters, partenariat avec les chambres d’hôtes, hôtels… • Secteur scolaire : accompagnement des enfants lors des trajets à vélo domicile/école, activités pédagogiques - les enfants d’aujourd’hui étant les adultes de demain -
•
Secteur développement durable : recyclage et remise en circulation de vélos
• Secteur santé : prévention de l’enfance au troisième âge, utilisation d’un mode de déplacement non polluant et bon pour la santé, proposition de mise à disposition de tricycle pour personnes âgées. La thématique est déjà abordée à différents endroits (commune, écoles, entreprises, groupes 3ème âge…) mais n’est pas développée faute de temps et de coordination des actions. Afin de mener à bien ce projet, nous souhaitons bénéficier de l’aide de la loterie nationale pour financer l’achat d’un parc de vélos (ville, tricycle, électrique) et/ou éventuellement d’un véhicule utilitaire, ainsi que des frais de fonctionnement d’une personne qui sera engagée pour développer l’activité dans l’ensemble de la province du Luxembourg au départ de Marche en Famenne. L’asbl dispose déjà d’un parc de 14 scooters*, a créé un emploi TP mécanicien vélo et est membre de l’heureux cyclage Réseau des ateliers mécanique vélo de wallonie. *Les scooters sont mis à disposition de personnes dans une démarche vers l’emploi, personnes qui ne disposent pas des moyens suffisants ni d’une garantie d’emploi suffisante pour s’offrir un moyen de locomotion personnel.
Laureat/Laureaat : De Wroeter AC Vzw Sint-Rochusstraat 8 3720 Kortessem
[email protected] http://www.dewroeter.be/ Projet/Project : Belevingslandbouw geeft het platteland en zijn producten terug een gezicht. Duurzame ontwikkeling en sociale tewerkstelling gaan hand in hand De voorbije jaren werd de Wroeter overstelpt met vragen rond landbouwbeleving vanuit diverse scholen en vanuit het middenveld. Hierop zijn we maar beperkt kunnen ingaan enerzijds omdat onze infrastructuur dit niet toeliet en anderzijds omdat we geen expertise hadden om dit professioneel aan te pakken. We willen nu onze krachten bundelen en samen een educatief programma uitwerken voor deze doelgroepen. Bij een meerdaags programma verblijven de scholen in het jeugdverblijf van vzw Gors ‘Het Klokhuis’. Vzw Gors ging begin 2013 een samenwerking aan met het VOK (Vlaamse Openluchtklassen) om het nieuwe aanbod ‘Haspengouwklasse’ kenbaar te maken. We willen ‘Het Klokhuis’ optimaal uitrusten om een veelzijdig en boeiend activiteitenaanbod aan scholen te kunnen aanbieden. De doelstelling van dit project is 3-ledig: Kinderen belangstelling, verwondering en zorg voor alle aspecten van het platteland bijbrengen op een ervaringsgerichte manier Het middenveld (OKRA, KVLV…) een landbouw met en gezicht tonen en hen aanzetten om duurzaam te consumeren en zorg te dragen voor de schaarste ruimte. Duurzame tewerkstelling voor onze oudere werknemers door voor hen een nieuwe uitdagende job te creëren. In de tekst als bijlage vindt u meer uitleg over de precieze maatregelen die het project omvat.
Laureat/Laureaat : EVA Vzw Steendam 84 9000 Gent
[email protected] http://www.evavzw.be/ Projet/Project : Mr. Bean gaat naar school (werktitel) 1 op 5 kinderen heeft te kampen met overgewicht en bij volwassenen liggen die cijfers nog hoger. Overgewicht brengt een verhoogd risico voor een aantal medische klachten en kost de gezondheidszorg veel geld. Door minder vlees en dierlijke producten te consumeren kunnen we niet alleen een positieve impact hebben op onze gezondheid, we hebben ook een grote impact op het milieu. De productie van vlees en dierlijke producten is immers erg vervuilend. De campagne ‘Mr Bean gaat naar school’ wil focussen op kinderen tussen 7 en 12 jaar om op een leuke en speelse manier in contact te brengen met peulvruchten als goedkope, duurzame én gezonde alternatieven voor de dagelijkse portie vlees. Peulvruchten (alle soorten bonen, kikkererwten, linzen…) bevatten hoogwaardige voedingsstoffen, zijn (in combinatie met granen en graanproducten) een uitstekende bron van eiwitten, en zijn bovendien erg goedkoop en makkelijk te verkrijgen. Spijtig genoeg zijn ze onbekend en onbemind. We willen deze producten via leuke receptjes en creaties promoten en de figuur van Mr. Bean maakt het voor kinderen allemaal veel leuker. Ons educatief aanbod richt zich op lager onderwijs omdat het belangrijk is dat kinderen op jonge leeftijd nieuwe smaken leren appreciëren. Maar we willen ook een aanbod voorzien voor middelbare scholen. We beschikken immers over een volledig ontwikkeld curriculum voor deze groep en zullen de recepten met peulvruchten hierin opnemen. Zo wordt ons bereik nog breder en kunnen leerlingen van alle leeftijd van deze workshops genieten. Het aanbod ziet er als volgt uit (elk onderdeel kan op zich geboekt worden of een combinatie van de onderdelen kan ook: theorie en koken): 1/ een workshop over de voordelen van vleesvermindering
2/ een kookworkshop met de leerlingen waarin ze zelf eenvoudige gerechtjes maken op basis van peulvruchten, granen en groenten De kinderen zelf betrekken, verhoogt hun bereidheid om te proeven nadien en het resultaat te appreciëren. Ze krijgen allen een boekje mee dat ze aan hun ouders kunnen tonen en waarin de receptjes staan die ze op school gemaakt hebben. De ouders vinden er ook praktische tips in om op een goedkope manier gezonde voeding te voorzien. Er zal ook een receptendatabase voorzien worden waarin de recepten opgenomen worden en waar ook later nog nieuwe recepten in kunnen aangevuld worden. Kinderen kunnen via een leuk formuliertje aangeven wat ze van de workshops vonden en kunnen ook hun voornemens meedelen.
Laureat/Laureaat : WW-België Vzw Emile Jacqmainlaan 90 1000 Brussel
[email protected] http://www.wwf.be Projet/Project : Belgium, Seize your power! Jaarlijks roept WWF voor Earth Hour wereldwijd mensen op om gedurende één uur de lichten te doven. Gemeentes, steden, verenigingen, bedrijven en families kunnen allemaal deelnemen aan Earth Hour. Het basisprincipe blijft voor 2014 hetzelfde: de lichten doven tussen 20.30 en 21.30 uur en zo mee een krachtig signaal geven dat de strijd tegen de klimaatverandering nog lang niet gestreden is. In 2014 roepen we iedereen ook op om het op 29 maart extra gezellig te maken en een feestje te bouwen voor de planeet: low impact style! We nodigen families, verenigingen, gemeentes… uit om zelf een feest te organiseren op de avond van Earth Hour: een intiem etentje met vrienden, een huiskamerconcert met bevriende muzikanten, een sfeervolle avond met akoestische muziek in het jeugdhuis,… alles is mogelijk, als het maar niet te veel energie (letterlijk dan) vraagt. Wie zijn feest registreert op de website van Earth Hour maakt meteen kan op één van de 40 gastoptredens die er te winnen zijn om het feest op te vrolijken. Iedereen kan bovendien gratis op de website een Earth Hour een feestkit aanvragen. Hierin zitten tips en tricks om een low impact avond te organiseren. Na de symbolische actie van Earth Hour gaat WWF-België echter verder dan dat ene uur voor het klimaat. In het kader van een wereldwijde campagne (Seize Your Power) zetten we in op het verschuiven van financiering van fossiele brandstof naar hernieuwbare energie. Hiervoor zal een studie uitgevoerd worden die alle Belgische overheidsmaatregelen ter ondersteuning van hernieuwbare, fossiele en nucleaire energie in kaart brengt en kwantificeert. Zo een studie zal leiden tot beter geïnformeerde discussies in het publieke debat en gefundeerde voorstellen voor beleidsmakers voor een verschuiving van de subsidies voor fossiele brandstoffen naar energiebesparing en hernieuwbare energie.
Banken spelen een cruciale rol in het voorzien van financiering voor projecten van energieinfrastructuur. WWF zal burgers aanzetten om hun bank aan te schrijven met een vraag om diens investeringsbeleid voor energieprojecten te verduurzamen.
Laureat/Laureaat : Festival Dranouter Vzw Dikkebusstraat 234 8970 Heuvelland
[email protected] http://www.festivaldranouter.be Projet/Project : Dranouter Festivalganger 2020 bis: sociale en ecologische duurzaamheid Het project beoogt een grondige reductie van de ecologische impact van Festival Dranouter (als voorbeeld voor andere evenementen) door een intensieve betrokkenheid van publiek en stakeholders. Het project is een vervolg op de in 2013 genomen maatregelen. Over deze twee jaar (2013-2014) worden een heel pakket nieuwe initiatieven ontplooit. Het is de bedoeling deze ook na 2014 verder te zetten. In concreto willen we de impact van de camping zo volledig mogelijk reduceren en gedragsveranderingen realiseren bij het publiek en alle stakeholders door inzet van enkele voorbeeldinitiatieven (composttoiletten, communicatietools, etc) zodat er totale reductie van de impact van Dranouter Festival wordt gerealiseerd. De focus in 2014 wordt gelegd op het nemen van initiatieven voor de waterzuivering en om het energieverbruik te reduceren.De opgebouwde knowhow willen we dan overbrengen naar collega festivals zodat er een multiplicatie ontstaat.
Laureat/Laureaat : Studio Globo Vzw Otletstraat 28 bus 11 1070 Brussel
[email protected] http://www.studioglobo.be Projet/Project : The Future We Want - post 2015 ‘The Future We Want – post 2015’ is een educatief traject en uitwisselingsinitiatief om jongeren uit de Franstalige en Nederlandstalige gemeenschap in België te laten nadenken rond hun eigen toekomst, vanuit een debat rond duurzame ontwikkeling. Het project wil leerlingen van het secundair onderwijs uit de Franse en Vlaamse Gemeenschap informeren en sensibiliseren over én een stem geven in de discussie rond de duurzame millenniumdoelen na 2015. Die jongerenstem wordt in een laatste fase van het traject en erna verder uitgedragen via het didactische materiaal dat resulteert uit dit participatieve proces. Naast een manier om het thema duurzame ontwikkeling in het onderwijs meer ingang te doen vinden, via kerngroepen van leerlingen en via leerkrachten en didactische instrumenten die een breder bereik hebben, is dit traject ook een culturele uitwisseling tussen de verschillende Belgische gemeenschappen vanuit een geïntegreerd, inhoudelijk kader. Het kader waarbinnen de discussie wordt gevoerd, zijn de Sustainable Development Goals, de mondiale ontwikkelingsagenda die vanaf 2015 door de Verenigde Naties naar voren wordt geschoven en waarover het inhoudelijke debat op dit moment woedt. In dat actuele kader is dit traject een goede manier om het Belgische onderwijs een sterke impuls te geven om mee op de kar te springen.
Via een uitgebreid inhoudelijk voorbereidingstraject, bestaande uit minstens drie inhoudelijke workshops rond het opbouwen van een kritische kijk op ontwikkelingssamenwerking, een visie op duurzame ontwikkeling en de toepassing daarvan in verschillende maatschappelijke domeinen en, ten slotte, het opbouwen van een stevige argumentatie wordt een representatieve groep jongeren voorbereid op het voeren van een kritische en gefundeerde discussie met groepen uit andere regio’s in Vlaanderen, Wallonië en Brussel.
Deze voorbereiding mondt uit in een nationaal event dat als hoogtepunt en conclusie van het traject een sterke en democratische jongerenstem zal laten horen. Door tijdens het voorbereidende traject en op het nationale event verantwoordelijke beleidsmakers in de wereld van onderwijs, economie, milieu en wetenschap én de Franstalige en Nederlandstalige Belgische VNjongerenvertegenwoordiger te betrekken wordt het debat versterkt. Vanuit hun expertise geven deze experten en opinieleiders kritisch feedback en geven aan welke standpunten zij vervolgens meepakken in het grote debat rond de grote duurzame uitdagingen van de 21° eeuw. Het feit dat we dit debat kaderen in een tweetalige, Frans-Nederlandse, context geeft er meteen een breder gedragen interculturele dimensie in Belgische context aan. Het duurzame eindproduct dat uit dit project voortvloeit, biedt kansen om de ontwikkelde methodieken en expertise verder uit te dragen naar een groter (onderwijs)publiek. Door het bereik van Studio Globo en haar partners wordt dit gemaximaliseerd.
Laureat/Laureaat : Autopia Vzw K. Maria Hendrikaplein 65 B 9000 Gent
[email protected] http://www.autodelen.net Projet/Project : Autodelen voor iedereen!: opschaling particulier autodelen Bij particulier autodelen worden één of meerdere particuliere wagens gebruikt door meerdere huishoudens. Particulier autodelen zit in een fase waarbij ze definitief kan doorbreken bij het grote publiek. Één van de grootste drempels voor de exponentiële opschaling van dit concept is het ontbreken van eenvoudige en goedkope technologie voor het registreren van ritten en het maken van automatische periodieke afrekeningen. Momenteel verloopt dit semi-manueel. Particuliere autodelers vullen een fysiek logboek in dat in de wagen ligt. Dit wordt periodiek manueel overgezet in een geautomatiseerd rekenblad voor de berekening van hoeveel elke gebruiker moet betalen voor de gereden/gedeelde km’s. Het doel van het project is een automatisering van de periodieke afrekeningen van particulier autodeelgroepen. Concreet moet de toepassing registreren wie op een bepaald moment met de wagen rijdt, hoe lang die gereserveerd heeft (en optioneel: hoe lang de werkelijke gebruiksduur is) en of er een tankbeurt geweest is (die moet uiteraard manueel toegevoegd worden). Op basis van die registraties moet periodiek een overzicht bekomen worden van hoeveel iedereen moet betalen, het aantal gebruiksuren, het aantal gereden km’s en de eventuele tankbeurten. De realisatie omvat 3 fasen: de analyse, de ontwikkeling en de publiciteit. Analyse: Er werd een analyse gemaakt (obv onderzoek bij leden en net-niet leden) van wat de te ontwikkelen tool moet kunnen registreren en welke output er nodig is. Ontwikkeling: Kernwoorden bij het ontwikkelen van de afrekeningstool zijn gebruiksgemak, flexibiliteit en kostenefficiëntie. Gezien de zeer hoge investerings- en onderhoudkosten en gezien de algemene filosofie van Autopia betreffende het optimale gebruik van bestaande goederen en diensten zal Autopia geen eigen systeem ontwikkelen maar meeliften op reeds bestaande systemen. Tijdens de ontwikkeling van de tool, wordt een testfase voorzien waarin een zestal particuliere autodeelgroepen/lokale overheden feedback geven voor de optimalisering van de toepassing. Ondertussen worden contacten gelegd met aanbieders van boordcomputers. Autopia wil
onderhandelen zodat de doelstelling betreffende de prijs (zo goedkoop mogelijke toepassing voor de gebruiker) nog scherper gesteld wordt. Publiciteit: Als de toepassing ontwikkeld is, zal Autopia een persconferentie organiseren om de tool voor te stellen zodat zo veel mogelijk autodelers op de hoogte zijn van de mogelijkheden. Daarnaast wordt ruchtbaarheid gegeven via diverse nieuwsbrieven en via de sociale media. Bovendien volgt hierop een brede communicatiecampagne betreffende particulier autodelen met als kernboodschap: “particulier autodelen eenvoudig en goedkoop!” De autodeelmeesters worden op pad gestuurd om 30 info-sessies te begeleiden in gans België. Op het einde van het project (midden 2015) wordt een eindrapport afgeleverd waarin het project en de resultaten ervan beschreven worden.
Laureat/Laureaat : Les Fauteuils Volants Asbl 225 avenue Orban 1150 Woluwe-Saint-Pierre
[email protected] http://www.fauteuilsvolants.be Projet/Project : JANGADA Jangada, est un Projet Pilote d'Habitat Solidaire multi générationnelle innovant pour personnes valides et moins valides. Cette construction passive comprend 17 logements (dont 1 logement pour 6 étudiants). Ces logements, flats et appartements 1 chambre, 2 chambres et 3 chambres sont tous adaptés pour des personnes handicapées. Tous les résidents font le choix de partager la richesse de leur différence, différence sociale ou culturelle, différence d'âge ou de conviction. La résidence "Jangada" sera ouverte sur le quartier à Woluwé -Saint- Lambert, rue de l'Idéal. Une salle polyvalente, située au coeur du projet, donnant sur le jardin permettra de réaliser des activités utiles par les résidents valides et moins valides pour la communauté locale. 7 personnes à mobilité réduite minimum dont 3 à grande dépendance pourront vivre pleinement l’intégration. Nous pouvons donc dire que le projet est réalisé dans le cadre de l'environnement DURABLE et respectueux du site dans lequel il s'insère et cela vu le coté: -Intergénérationnel -Intégration de la personne moins valide -Intégration de personnes en situation précaires -Bâtiment passif -Jardin communautaire de culture biologique avec interaction du voisinage dans l'apprentissage d'une autre façon de cultiver et de manger. Jangada est un petit bateau brésilien avec une grande voile qui emmène ses passagers.... loin des chemins battus !
Laureat/Laureaat : La Coopérative Ardente Scrl à finalité sociale Mont Saint-Martin, 90 4000 Saint-Nicolas
[email protected] http://www.lacooperativeardente.be Projet/Project : Agrandissement de la zone de livraison A l'heure actuelle, nous ne livrons que la ville de Liège. Nous cherchons les moyens d'étendre cette zone aux communes périphériques afin de toucher un maximum de gens et d'amortir notre infrastructure.
Laureat/Laureaat : vzw Werkende handen Vzw industrieweg 1325 bus 1 3520 Zonhoven
[email protected] http://www.werkendehanden.be Projet/Project : Een duurzame hoev Met het project “Een duurzame Hoev” beogen wij duurzame toekomst gerichte oplossing. Op ons project kweken wij bio-groenten voor onze sociale kruidenier en dit met twee vaste personeelsleden van VZW Werkende Handen, arbeidszorgmedewerkers en tewerkgestelde leefoners. Wij doen aan compostering en in onze composthopen kan de temperatuur oplopen tot 70 graden celsius. Deze warmte willen wij benutten in een nieuw te bouwen overkapping, alsook in de woning en winkel. Wij kunnen aldus ook onze eigen plantjes kweken zodat wij een volledig gesloten circuit krijgen: biogroenten kweken, afval composteren en warmte recupereren, hiermede pootgoed kweken en de cirkel is rond. Het proces kan opnieuw beginnen.Ook voor onze volkstuinders stellen wij vast dat de voorziene handpompen voor de bejaarden en minder-validen moeilijk of niet te bedienen zijn. Liever dan een elektrische pomp te zetten optereen wij voor een waterpompwindmolen. Met de windmolen zal er water opgepompt worden en dit zal voor bevloeiing in een reservoir opgevangen worden. Het opgepompt water gaat terug zodat ook hier een gesloten circuit ontstaat. De nodige documentatie hierover is reeds in ons bezit.In de bestaande woning en winkel zouden wij graag gebruik maken van milieuvriendelijke technieken. Elektriciteit ombouwen naar Led verlichting, WCspoeling op regenwater en gebruik maken van een warmtepomp , zonne-energie en degelijke isolatie is een werkpunt. Onze VZW investeert reeds zwaar in de personeelskosten zodat de investeringsmiddelen ons ontbreken. Wij trachten zoveel mogelijk zelfbedruipend te zijn . Momenteel reeds gerealiseerd, eigen munt, volkstuintjes ook voor bejaarden, anders-validen en kinderen, eigen rosmolen en bakoven, eigen graan ( spelt) is gezaaid. Het is dus niet meer dan logisch dat eigen nutsvoorzieningen geoptimaliseerd dienen te worden, temeer daar ons project staat voor korte keten en duurzaamheid.
Laureat/Laureaat : Autre Terre Asbl Parc Industriel des Hauts-Sarts 4ème Avenue, 45 4040 Herstal
[email protected] http://www.autreterre.org Projet/Project : Ma classe solidaire : Projet pilote de collecte de cartouches d’imprimante et de Tic dans les écoles de la région de Liège Chaque année en Belgique des millions de cartouches d’encres et des tonnes de consommables informatique sont jetés directement à la poubelle « tout venant » faute de sensibilisation sur les possibilités de recyclage offertes. En effet, seulement 20 à 30% de ces objets passent par un système de collecte/recyclage. Et ceux qui ne finissent pas à la poubelle encombrent bien souvent nos armoires et tiroirs. Pourtant ils contiennent des matériaux appelés terres rares, métaux nobles extrait de mines et dont on attend à moyen terme la pénurie. Néanmoins ces substances, parfaitement recyclable, sont contenues dans la plupart de nos appareils technologiques. C’est de cela que découle le concept d’ «urban mining », qui signifie qu’il faut considérer nos villes comme des mines qui ne demandent qu’à être exploitées. L’Europe est consciente de ce problème et des opportunités qui en découlent et a imposé à ses états membres de collecter 65% des appareils utilisés d’ici 2016. Mais, malheureusement, il existe aujourd’hui peu de dispositions permettant aux acheteurs de procéder au recyclage systématique des produits visés. Autre Terre propose de mettre en place un projet pilote de collecte, tri et recyclage de cartouches d’encre et de petits matériels de télécommunication dans les écoles de la région liégeoise. Il intègre diverses dimensions qui permettent toutes de tendre vers le développement durable. En effet, notre projet comporte un volet collecte et tri de matériaux à recycler qui participe à la préservation de l’environnement. Une partie éducation sensibilisation sera intégrée via des kits à disposition des écoles qui permettront de développer le sens social des élèves et des personnes qui les entourent. De plus, les recettes qui seront générées par la vente des matériaux récoltés servirons d’une part à créer de l’emploi en Belgique dans une entreprise d’économie sociale et d’autre part à financer des projets de développement liés à la gestion des déchets dans les pays du Sud (Sénégal et Burkina Faso).
Le projet sera réalisé, sur base volontaire, au sein des écoles du maternelle au secondaire sous le nom « Ma classe solidaire ». Il proposera aux enseignants et à leur classe de réaliser soit tout au long de l’année soit lors d’évènement des collectes, les contenants seront distribués accompagnés de kits pédagogique de sensibilisation au tri des déchets et d’information sur les partenaires qu’Autre Terre asbl soutient. Une fois le ou les contenants remplis l’école fera appel à l’association afin qu’elle les collecte. Une fois les matériaux collectés, ceux-ci seront triés par l’association afin d’être divisé en faction de déchets et de pouvoir être orienté vers des recycleurs agréés.
Laureat/Laureaat : Business & Society Belgium Asbl 8 rue des Sols 1000 Bruxelles
[email protected] http://www.businessandsociety.be Projet/Project : Shared Value through Partnerships Awards En partenariat avec l'association KAURI (réseau multi-stakehoders autour du développement durable), nous voulons organiser deux évènements pour promouvoir la création de valeur "durable" grâce à des partenariats. Le premier est une session de networking et de coaching sur comment créer un partenariat entreprises-organisations de la société civile. Suite à cette session, nous avons comme objectifs que des partenariats qui créent de la valeur ajouté "durable" aient lieu. Le deuxième évènement est d'organiser un award au niveau de la Belgique pour encourager les projets de partenariat entre entreprise et organisation de la société civile qui créent de la valeur durable. Grâce à cela, nous voulons présenter les pratiques inspirantes en Belgique afin de les récompenser et d'encourager d'autres à faire de même. Lors de la cérémonie des awards, une publication reprennant les projets des candidats sera partagée ainsi que des films des partenariat gagnants. Nous présenterons une vidéo de la première session pour encourager les nouveaux partenariats à se lancer et perdurer. Cet évènement sera aussi l'occasion pour le monde "profit" et "non-profit" de se rencontrer. Les critères pour rentrer un projet seront entre autre que se soit un partenariat entre entreprise et organisation de la société civile, qu'il ait un impact réel "durable" et crée de la valeur ajoutée. Les projets pourront porter sur un volet "green" comme social ou économique. Ils seront évalués par un jury multi-stakeholder représentant le paysage belge.
Laureat/Laureaat : Mobiel 21 Vzw Vital Decosterstraat 67A/0101 3000 Leuven
[email protected] http://www.mobiel21.be Projet/Project : Meer korte ritten stappen en fietsen De afgelopen jaren organiseerde Mobiel 21 van 21 maart tot 21 april de campagne Mijn korte ritten (MKR), waarbij Vlamingen de auto laten staan voor korte verplaatsingen en op de campagnewebsite onmiddellijk zien hoeveel uitstoot ze vermeden hebben, hoeveel kosten bespaard en hoeveel extra calorieën ze verbrand hebben. Het bereik van deze campagne bleef steeds beperkt tot een 1300 deelnemers, waardoor het effect op het milieu ook beperkt bleef. In 2014 wil Mobiel 21 een massale beweging op gang brengen van mensen die 1 maand lang experimenteren met fietsen en stappen en zo hopelijk een nieuw en duurzamer gewoontegedrag gaan aannemen. Een zeer gemotiveerde bekende Vlaming, Steven Goegebeur van het tv-programma Foute Vrienden, heeft toegezegd om het gezicht van de nieuwe campagne te worden. We zullen een YouTube filmpje waarin Steven de hoofdrol speelt maken en via de sociale media verspreiden. Daarnaast willen we hem ook een podcast laten inspreken die de MKR-deelnemers kunnen downloaden en meenemen als ze te voet of met de fiets ergens heen gaan. Op basis van het bestaande concept van de Mijn korte ritten-website willen we bovendien een aantrekkelijkere website bouwen, waarop meedoen veel eenvoudiger is. We willen in 2014 ook een netwerk van Mijn korte ritten-ambassadeurs opzetten die de campagne in hun eigen omgeving zullen bekend maken. Dat betekent een grotere oplage voor de nieuwe campagnematerialen en meer verzendingskosten. Het beschikbare budget is net onvoldoende om al deze zaken grondig aan te pakken. Zonder de steun van de Nationale Loterij dringen zich moeilijke keuzes op. Doelstellingen: We mikken in 2014 op minstens 5.000 ingeschreven deelnemers. Reeds tijdens de campagne kunnen we zo 85.953kg CO2 besparen, meer dan 31 miljoen kcal verbranden, € 167.712 besparen aan individuele kosten en €241.086 aan maatschappelijke kosten. Bovendien gaf ongeveer de helft van
de campagnedeelnemers van de vorige edities aan dat ze na een maand nog steeds 1 of meer dan 1 op 5 autoritten vervangen door fietsen of stappen. Zo’n 50.000 à 100.000 mensen moeten bovendien via één van de promotiematerialen of ambassadeurs met de campagne en de boodschap van duurzame mobiliteit in aanraking gekomen zijn.
Laureat/Laureaat : Verbraucherschutzzentrale Asbl Neustrasse 119, 4700 Eupen
[email protected] http://www.verbraucherschutz.be Projet/Project : Ambassadeurs du Développement durable Le projet comprend deux éléments: une exposition et un workshop. 1) L’exposition :elle sera créée à VSZ. Elle veut à l’aide de 4 thèmes différents appréhender notre société de consommation : • L’alimentation ( les rouages de la machine à nourrir l’humanité sont faciles à mettre à jour) • L’habillement (permet de mettre en évidence les problèmes environnementaux et surtout sociaux) • La communication (la dernière décennie a vu une révolution de la téléphonie, dans laquelle les jeunes se trouvent aux premières loges) • La mobilité (la manière dont les problèmes de mobilité sont appréhendés permet facilement de mesurer le degré de durabilité de la société) A travers une combinaison de différents stimuli (Textes /photos/ montages vidéo), le visiteur se trouvera confronté à des aspects particuliers de notre société de consommation. Grâce à des informations sur les modes de production, l’exposition veut à la fois expliquer et motiver au changement. La question de « l’Être » ou de « l’Avoir » est un leitmotiv de l’exposition auquel se confronteront les visiteurs. L’exposition ne se contentera pas de provoquer, mais à partir de conseils pratiques et d’idées, elle se voudra contribuer à un avenir soutenable et encourager les changements. La fabrication de l’exposition utilisera un maximum de matériaux recyclés et sera attentive à utiliser des matières renouvelables. La visite guidée de l’exposition devrait durer 45'. 2) Workshop : celui-ci durera 4 heures et aura lieu dans une salle spécialement aménagée à cette fin. Nous prévoyons une capacité de 15 à 20 élèves par séance. Après avoir visité l’exposition, les élèves seront invités à réfléchir sur des exemples de comportement de consommation non-durable et à rechercher des solutions plus soutenables. Pour faciliter la présentation et les recherches, des
moyens audio-visuels seront mis à disposition. Les informations de l’exposition, la bibliothèque de la VSZ et Internet serviront comme base de recherche. Quatre étapes seront nécessaires pour conduire les élèves à un résultat 1ère étape : « Eyecatcher »- Comment visualiser le thème ? Les élèves seront amenés à recherche une représentation parlante d'un problème lié à nos modes de consommation. 2ème étape : Description et réflexion sur les modèles de consommation non-soutenable. Les étudiants pourront calculer leur empreinte écologique. Ils pourront faire des comparaisons entre la consommation en Belgique et dans d’autres pays, grâce aux moyens de recherche mis à leur disposition. 3ème étape : Imaginer des alternatives et perspectives. Les élèves rechercheront des alternatives visant à réduire nos excès de consommation. 4ème étape : Concrétiser et communiquer l’expérience acquise. Les solutions élaborées pourront-être matérialisées sous forme de dépliants, d’affiches, de textes qui pourront être publiés sur Internet. L’ « Eyecatcher » développé, pourra être réalisé à l'école et y être exposé... Un blog Internet sera mis à la disposition des élèves.
Laureat/Laureaat : Katholieke Hogeschool Leuven Vzw Abdij van Park 9 3001 Leuven
[email protected] http://www.khleuven.be Projet/Project : ECHO voor een Duurzame Toekomst: Transitie naar Duurzaam Hoger Onderwijs Het hoger onderwijs speelt een belangrijke rol in het transitieproces naar een duurzame samenleving. In het hoger onderwijs worden immers de professionals, beleidsmakers en consumenten voorbereid op de toekomst. Gezien de complexiteit van duurzaamheidsvraagstukken, gekenmerkt door een verwevenheid van economische, sociale en ecologische aspecten, en aangevuld met een hoge factor van onzekerheid, moeten we onszelf de vraag stellen of we onze studenten wel degelijk goed voorbereiden op hun rol. We moeten dus kritisch kijken naar onze opleidingen. Dit project wil de transitie naar duurzaam hoger onderwijs aanmoedigen, en speelt daarbij in op volgende aspecten: (1) onze studenten écht voorbereiden op hun rol in de duurzaamheidstransitie, door competenties voor duurzame ontwikkeling te integreren; (2) als hogeschool zelf ook duurzaamheid integreren in onze organisatie, door het testen en toepassen van instrumenten voor duurzaam hoger onderwijs. De focus van het project ligt op de economische opleidingen. Bij de start van het project wordt een screening van het curriculum uitgevoerd, om effectief na te gaan waar en hoe duurzaamheid reeds geïntegreerd is in de economische opleidingen. Voor deze screening wordt gebruik gemaakt van de Curriculumscan, ontwikkeld door de organisatie DHO Nederland. De Curriculumscan laat toe om een nulmeting uit te voeren van de wijze waarop duurzaamheid reeds geïntegreerd is in het curriculum, en geeft concrete tips om het integratieproces verder te zetten. Gebaseerd op de resultaten van de curriculumscan wordt een traject uitgewerkt, dat focust op volgende aspecten: (1) formuleren van competenties voor duurzame ontwikkeling; (2) integreren van deze competenties in de competentiematrices; (3) uitwerken van didactische pakketten; (4) integratie van deze pakketten in het curriculum; (5) professionalisering van docenten om aan de slag te gaan met de competenties en didactische pakketten.
Daarnaast wordt een duurzaamheidsaudit uitgevoerd op basis van het AISHE 2.0 meetinstrument. Dit instrument, ontwikkeld door een internationale groep van experts, laat toe om de organisatorische integratie van duurzaamheid te meten in de hogeschool. Het resultaat van de meting geeft concrete acties en initiatieven weer om het hoger onderwijs verder te oriënteren naar duurzaamheid, en wel op 5 niveaus: (1) beleid, (2) onderwijs, (3) onderzoek, (4) maatschappelijke rol, (5) bedrijfsvoering. Gebaseerd op de resultaten van de AISHE 2.0 meting wordt een traject uitgewerkt voor de organisatorische integratie van duurzaamheid, met aandacht voor volgende aspecten: (1) visie, missie en beleid; (2) werkgroep voor duurzaam hoger onderwijs; (3) uitwerken organisatorische acties; (4) periodieke meting; (5) rapportering. Het eindresultaat van het project is een duurzame hogeschool –zowel in het curriculum als in de organisatie. Naast het lesgeven over en voor duurzame ontwikkeling, wil de KHLeuven ook zelf het goede voorbeeld stellen –‘walk your talk’.
Laureat/Laureaat : Cap Terre Asbl Cavens 49 4960 Bellevaux- Malmedy
[email protected]
Projet/Project : Formation, production et vente en circuit court de légumes bio dans la région de Malmedy Constats: Dans le sud de l’arrondissement de Verviers: Malmedy, Stavelot, Vielsalm, Spa,... il n’existe pas d’organisme à même de formation par le travail pour un public sans emploi. -Le même diagnostic a été fait par le Plan de Cohésion Sociale de Malmedy en 2013. -Le PCS (dont l’asbl Cap Terre est un opérateur) a introduit une demande pour une étude de faisabilité par rapport à un projet de formation par le travail. -La Maison de l’emploi fait également le même constat -Les Cpas locaux concernées nous ont fait part de leur intérêt pour la création d'une formation en maraîchage. -D’autre part, nous sommes dans une région rurale où de plus en plus de producteurs locaux se lancent dans une production alimentaire de qualité, issue entr’autres de l’agriculture biologique (produits laitiers, fruits, pommes de terre, confitures, boissons, …). Ils éprouvent cependant des difficultés pour commercialiser leurs produits localement. -Il n’existe actuellement aucun producteur régional dans le secteur du maraîchage biologique. Le secteur du maraîchage est un secteur porteur, cela est confirmé par Le Forem dans son rapport sur les métiers d’avenir (sept 2013, pg 23 ) -Chez les consommateurs, la demande est en croissance continue pour des produits alimentaires de qualité, en circuit court. -Nous sommes dans une région touristique où un marché hebdomadaire va démarrer en mai 2014 à Malmedy.
L’ asbl CAP TERRE a été créée pour le développement économique durable et l’insertion socioprofessionnelle principalement dans la filière de la production et de la vente de produits agricoles et maraîchers respectueux de l’environnement. Concrètement, nous avons un terrain de 3 ha (situé entre les communes de Malmedy et Stavelot ) sur lequel nous formerons des personnes éloignées de l’emploi à la culture de légumes biologiques en développant en partenariat avec différents producteurs locaux, une filière de vente( paniers hebdomadaires et marché. Dans l’attente de l' agrément de la Région Wallonne, les membres de l’asbl cultivent depuis 3 ans des légumes sous forme de jardin collectif dans le village de Meiz. Etant donné qu’un nouveau décret relatif aux centres d’insertion socioprofessionnelle est sorti en 2013, nous avons réintroduit une demande de subvention facultative pour démarrer l'activité au printemps 2014, avec la perspective d’un agrément en 2015. Le module de formation comprend l’élaboration et la réalisation d’un plan de culture sur l’année en vue d’une production maraîchère à vendre en circuit court, avec une interaction permanente entre la théorie et son application sur le terrain : - réalisation du plan de culture, travail du sol, semis, entretien, binage, repiquages, traitements écologiques, travail en serre,… - récolte, transformation éventuelle et vente de la production maraîchère dans une filière locale de produits du terroir, sous la forme de paniers et du marché hebdomadaire de Malmedy La formation est destinée à un public de 6 à 7 stagiaires.
Laureat/Laureaat : Exposant d Asbl Allée des artisans, 26 4130 Liège
[email protected] http://www.exposantd.be Projet/Project : Event 3.vert : 1er Forum belge de l'évènementiel durable L’association Exposant D organise le 1er Forum belge B to B dédié à l’événementiel durable et ses enjeux. Plus qu’une vitrine de ce qui se fait de mieux en terme de solutions durables adaptées à l’évènement, ce forum se veut une magnifique opportunité pour le secteur tout entier de réfléchir à ses pratiques et envisager une forme de transition vers un évènementiel plus responsable. Le secteur est aujourd’hui en défaut d’harmonisation et ne peut partager méthodes de travail et points de vue que grâce à ce type d’événements. Cette rencontre sera donc l'occasion de donner une nouvelle impulsion à l'ensemble du secteur mais également de fédérer un réseau autour de ces questions fondamentales. A l'heure actuelle, certains organisateurs se sont déjà inscris dans cette démarche, notamment en réduisant significativement l'impact de leur activités sur l'environnement. En partant d’expériences concrètes cette rencontre propose de se retrouver pour identifier collectivement les leviers et les freins au succès de ces démarches et esquisser quelles pourraient être les mesures communes au secteur qui permettraient de diffuser les bonnes pratiques et de lever ces freins. Des plateformes d'échanges (workshops) portant sur des thématiques majeures vous donneront également la possibilité d'entrer dans le vif du sujet en rencontrant des fournisseurs locaux et durables, d'éclairages à basse consommation, de gobelets réutilisables, de boissons bio et équitables, d'énergie verte mais également des traiteurs "slow food" bio et équitables.. Que vous soyez organisateur, directeur, régisseur, responsable de la logistique ou de la communication d’un évènement ou d’une salle de spectacle en Belgique, cette rencontre s'adresse à vous. Vous y découvrirez un large panel de solutions durables et modèles de gestion adaptés aux enjeux environnementaux et sociaux de demain.
Laureat/Laureaat : Réseau Financement Alternatif Asbl Rue Henri Lecocq, 47 bte 1 5000 Bruxelles
[email protected] http://www.financite.be Projet/Project : Promouvoir la finance responsable et solidaire Nos choix financiers – conscients ou pas (quelle épargne, quels investissements, quelle banque...) – à travers l'utilisation qui sera faite de notre argent - ont un impact sur l’environnement et la société. Cependant, la financiarisation de cette économie et consécutivement, la crise financière de 2008 a suscité des questions et a fait surgir un sentiment de fatalisme. Il est nécessaire de donner aux citoyens les clés pour agir en faveur d'une finance plus responsable et solidaire, de les informer sur l'impact de leurs choix et sur leur pouvoir à agir et à améliorer la société, à travers l'utilisation faite de leur argent. Ce projet a pour ambition de, d'une part, créer un site internet reprenant des informations, des outils et des moyens pour s'informer et agir en matière de finance citoyenne, responsable et solidaire et d'autre part, de faire connaître ce site à un public le plus large possible grâce à une campagne de promotion. Ce site internet, de par sa dimension d'action et d'interaction, sera construit comme une expérience où les visiteurs auront la possibilité d'agir et d'interagir par rapport à un sujet donné, et ce, de manière à s'approprier l'action. Il est aussi destiné à évoluer afin de s'imposer comme un portail pour quiconque s'interroge sur les enjeux de la finance responsable et solidaire. Il comprendra des dossiers généraux sur l'argent utilisé de manière socialement responsable (par exemple, l’investissement socialement responsable, les critères durables liés à l'investissement dans une entreprise, la spéculation alimentaire, les monnaies locales...) mais également des articles liés à l'actualité de de la finance citoyenne, responsable et solidaire (par exemple, le lancement d'une monnaie locale, une nouvelle législation concernant l’investissement socialement responsable, la rémunération des banquiers...). Pour tous ces contenus, l'internaute aura la possibilité de réagir (poser des questions, laisser des commentaires, évaluer le contenu....) et d'agir (se tenir informé des initiatives, y participer, être tenu au courant des événements liés à la finance citoyenne en Belgique...).
Le site veillera à ce que son vocabulaire, sa manière d'appréhender les sujets soient accessibles à tous types de publics, en ce compris, les publics plus défavorisés. Le site contiendra plusieurs outils qui permettront aux citoyens de s'informer et d'agir : * Module des produits financiers durables. * Module de l'investissement direct. * Bibliothèque de la finance responsable et solidaire. * Guide interactif sur l'épargne durable et guide sur la création des monnaies complémentaires. * Guide des activités pour mieux appréhender la finance responsable et solidaire. * L'actu de la finance responsable décryptée. * Good Money, la newsletter de la finance responsable et solidaire. * La vidéothèque de la finance responsable. * Modules des initiatives locales. Contexte,
descriptif
des
modules
et
promotion
en
annexe.
Laureat/Laureaat : Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis Federale Wetenschappelijke Instelling Jubelpark 10 1000 Brussel http://www.kmkg-mrah.be Projet/Project : Werkplek 2.0 Het project “Werkplek 2.0” draait rond het inzetten van “groene ICT” voor het creëren van duurzame, flexibele werkomgevingen die beantwoorden aan de veranderende eisen die worden gesteld aan de federale ambtenaren. De wetenschappers van de KMKG hebben bij het voeren van hun onderzoek nood aan een omgeving die hen toelaat op verplaatsing te werken – in hun reserves, in bibliotheken, bij collega-instellingen, maar vooral ook bij veldwerk in het buitenland – zonder in te boeten aan stabiliteit, veiligheid of mogelijkheden. Meer en meer gaan onze instellingen mondiale partnerschappen aan rond ontwikkeling, onderwijs en onderzoek. In de praktijk zijn deze projecten vaak een combinatie van het digitaliseren en ontsluiten van erfgoed, en een onderzoek naar dit patrimonium. Op deze manier wordt wetenschappelijk onontgonnen lokaal en mondiaal erfgoed internationaal toegankelijk gemaakt voor onderzoekers en het grote publiek. Digitale ontginning van patrimonium garandeert bovendien de duurzaamheid ervan. Digitalisatie leidt tot wijde bekendheid van het patrimonium, wat op zijn beurt beschermt tegen diefstal, misbruik en verwaarlozing. Het haalt erfgoed uit de (relatieve) anonimiteit waardoor de instellingen van het patrimonium dichter bij hun verantwoordelijkheid van behoeder komen te staan. Er wordt een digitaal archief aangelegd op een gestructureerde en geïndexeerde manier, zodat bij eventuele vernietiging van het patrimonium de collectie op zijn minst digitaal blijft bestaan. Als erfgoedinstelling hebben we nood aan investeringen in ons ICT-patrimonium en onze ICTinfrastructuur voor bewaring op lange termijn, om ons erfgoed te bewaren en te ontsluiten voor de volgende generaties. Door het updaten van de huidige infrastructuur door het in gebruik nemen van meer efficiënte, energiezuinige serverinfrastructuur en het opzetten van protocollen voor remote access, met de bijhorende licenties voor het personeel, kan aan deze eisen voor onderzoek extra muros worden tegemoet gekomen. Zo wordt tegelijkertijd gewerkt aan de duurzaamheid van de infrastructuur, het terugdringen van het energieverbruik van de instelling, en het verhogen van de kwaliteit van de werkomgeving voor het personeel. Een virtuele desktop omgeving biedt immers een
lager risico op verlies van gegevens, grote toegankelijkheid (een internetverbinding volstaat) en de flexibiliteit nodig voor het omgaan met veranderende werkomgevingen. Bovendien kan deze infrastructuur door het gehele personeel worden gebruikt voor telewerk, waarvan de voordelen ondertussen genoegzaam bekend zijn: telewerk laat het personeel toe ingezet te worden in de verschillende gebouwen van de instelling en collega-instellingen, gunt de werknemer meer rust en zelfstandigheid bij zijn werkzaamheden, perkt tijdrovende verplaatsingen in, en bespaart op kantoorruimte en energieverbruik.
Laureat/Laureaat : Inter-Environnement Wallonie Asbl Rue Nanon 98 5000 Namur
[email protected] http://iew.be/ Projet/Project : Création du Fonds Planète "Accélérer la transition en soutenant la réalisation de projets durables à travers la 1ère campagne de financement participatif " La Fédération Inter-Environnement Wallonie a décidé de lancer le Fonds Planète pour accélérer à l’échelle locale une transition vers un projet sociétal soucieux de notre biosphère, du mieux vivre ensemble et d’une économie durablement au service de tous. Cette décision a été prise suite à un travail de réflexion et d’étude de faisabilité de 18 mois avec ses associations membres. Ce nouvel outil, le Fonds Planète, ambitionne de soutenir la réalisation d’une variété de projets durables. Protection de la biodiversité, renforcement de la mobilité douce, amélioration du cadre de vie, regroupements citoyens autour des questions énergétiques ou alimentaires, projets éducatifs... Le secteur associatif environnemental se caractérise par sa très grande diversité. Comme les moyens des pouvoirs publics sont limités, le Fonds planète a pour objectif de pouvoir rencontrer une partie des besoins financiers du secteur pour la réalisation de ses projets et ce de manière indépendante et complémentaire aux moyens alloués par les pouvoirs publics. Le Fonds Planète pourra être financé via différentes contributions : dons de citoyens, projets soutenus par des entreprises, mécénats, fonds d’investissement durable, … Pour débuter ses activités et ancrer son identité dans le public et auprès des futurs grands contributeurs, le Fonds Planète développera au départ de son activité le financement participatif par le don. Le financement participatif permettra la mise en œuvre de différents projets locaux dans le domaine du développement durable. L’analyse conduite avec différents experts du crowdfunding démontre l’intérêt qu’il génère auprès des citoyens qui contribuent de manière directe à des initiatives qui les concernent dans leur communauté. Les diverses associations qui soumettront des actions à financer, dont les 150 membres d’IEW seront les bénéficiaires majoritaires. Toutefois, les collectifs citoyens, organisations sociales, crèches,
écoles… pourront également soumettre des projets. Un jury sélectionnera les projets suivant des critères de pertinence, de qualité, d’originalité, d’impact et de durabilité. La présente demande vise à soutenir l’émergence d’un outil structurel au bénéfice de la collectivité qui permettra de créer une valeur ajoutée sociétale à travers la concrétisation de ces projets. La demande précise de ce dossier concerne principalement les outils de communication du Fonds Planète indispensable pour lever les fonds. Le Fonds Planète s’étendra dès le départ sur toute la Wallonie mais un partenariat est envisagé avec l’organisation-sœur d’IEW, Bond Beter Leefmilieu, pour que les bénéficiaires s’étendent sur tout le pays.
Laureat/Laureaat : Adalia Asbl Rue Jacob Makoy, 43 4000 LIEGE
[email protected] http://www.adalia.be Projet/Project : Quartier en santé...sans pesticides 1. Contexte général Le projet intitulé « Quartier en santé …sans pesticides » est porté depuis 2011 par ADALIA en collaboration avec Natagora. Il s’intègre dans un contexte législatif global européen et régional de réduction des pesticides. L’objectif du projet est d’amener la commune et les habitants à abandonner l’utilisation des pesticides sur le territoire d’un quartier ou d’un ensemble d’habitations. La commune et les citoyens s’engagent à ne plus utiliser de produits chimiques sur l’espace public et dans les jardins. 2. Objectifs Dans le cadre de ces missions pour la réduction de l’utilisation des pesticides par les citoyens, Adalia a développé le projet « Quartier en santé … sans pesticides ». Ce projet propose un changement de pratiques en étant plus proche des besoins des communes et des citoyens. Adalia assure vers les citoyens un travail de sensibilisation et des formations pratiques pour présenter les risques liés aux pesticides et favoriser les moyens alternatifs dans leur jardin. Le projet vise à soutenir la commune, par des actions de concertation et de partage de l’espace public, pour atteindre le zéro pesticide répondant ainsi à la législation régionale. Les citoyens et les communes s’investissent conjointement et sont porteurs du projet. 3. Actions Actuellement, une dizaine de quartiers sont engagés. Les actions proposées :
Les formations aux citoyens : risques pour la santé, conseils pour des alternatives aux pesticides, aménagement pour la biodiversité, alternatives aux biocides dans les maisons, ... -
Les partages d’expériences : site Internet, newsletter,…
Ces actions sont menées grâce à l’engagement en novembre 2012 d’une coordinatrice à mi-temps chargée de ce projet par un contrat à durée déterminée. Elle assure un accompagnement et un suivi des quartiers. Adalia souhaite poursuivre l’accompagnement et le suivi des quartiers déjà engagés ainsi que les nouveaux quartiers en proposant aux habitants de nouveaux outils de soutien visant à les fidéliser dans le temps (site web propre, bulletin d’info, liste de diffusion, …). L’association compte également personnaliser l’accompagnement en soutenant les habitants à développer des activités et le partage d’expériences (ateliers, journées « jardins ouverts », potagers collectifs, …) reflétant leurs envies. De plus, Adalia souhaite apporter une nouvelle dimension à ces quartiers en développant la réapropriation de l’espace public par le citoyen. C’est-à-dire en proposant aux habitants du quartier de participer à l’aménagement (fleurissement, désherbage sans pesticides,…)de leur lieu de vie : plaines de jeux, rond point, parterres de plantation, trottoirs,… Le mi-temps actuellement dédié au suivi du projet couvre à peine l’accompagnement des quartiers actuellement engagés sur un an. Si nous souhaitons faire face au nombre croissant de quartiers adhérents et leur offrir un accompagnement de qualité, cette charge de travail devra indéniablement augmenter.
Laureat/Laureaat : NATAGORA Asbl Rue Nanon, 98 5000 Namur
[email protected] http://www.natagora.be/ Projet/Project : Restauration écologique, gestion durable, et quantification des impacts socioéconomiques des prairies de fauche en Lorraine belge Les prairies riches en biodiversité, en produisant de très nombreux services écosystémiques (eau, air, pollinisation, nourriture du bétail, emploi, loisir, tourisme…), sont sources de développement durable. Ces sont les activités agricoles qui ont créé ces prairies. Mais le monde agricole change, engendrant une crise environnementale, économique et sociale. Les pratiques agricoles sont de plus en plus intensifiées, et plus de 90 % des prairies européennes sont aujourd’hui dans un état de conservation défavorable. L’objectif du projet est de soutenir Natagora dans sa politique de développement d’une agriculture durable respectueuse de la nature et des hommes. Trois types d’actions sont envisagées : Respect de l’environnement : mise sous statut de protection et restauration écologique d’anciens prés de fauche sur au moins 20 hectares ; Développement social : lancement de partenariats entre naturalistes et agriculteurs afin de gérer les nouveaux terrains restaurés (prêt de matériel, formations des gestionnaires, aide à l’accès aux primes…); sensibilisation du public et du monde rural aux actions lancées. Développement économique : réalisation d’une étude de l’impact socioéconomique de la gestion de prés de fauche à l’échelle locale (communes), au moyen de sondages et d’outils de quantification des services écosystémiques rendus; engagement d’entreprises locales (entreprises forestières, agricoles et de gestion de l’environnement) lors de la restauration des terrains ; remise de nouvelles parcelles agricoles à des agriculteurs locaux pour une gestion durable. Etapes et méthodes utilisées pour atteindre les objectifs: 1. Délimitation précise de la zone de travail en Lorraine belge parmi les terrains achetés dans le cadre du projet LIFE « Herbages ». Rédaction de fiches techniques pour chaque site. Planification de travaux.
2. Lancement de marchés publics et travaux de restauration des sites (déboisement, évacuation des résidus de coupe, broyage des souches, hersage des parcelles, semis de graines de prairies de fauche en bon état de conservation…). 3. Sélection d’agriculteurs gestionnaires sur base de critères objectifs (localisation, motivation, moyens techniques…). 4. Achat de matériel agricole en fonction des besoins définis dans les fiches techniques et/ou analysés avec les agriculteurs concernés. 5.
Elaboration de conventions de partenariats avec les agriculteurs.
6. Etude socio-économique : Rédaction et diffusion d’un questionnaire d’enquête au sein des communes concernées par le projet ; Croisement des informations tirées de la littérature (échelle régionale et internationale) avec celles découvertes dans les enquêtes (échelle locale) ; Evaluation qualitative et quantitative, suivi d’une monétarisation, des contributions directes et indirectes du projet. 7. Communication et diffusion des résultats (articles de presse, panneaux de sensibilisation aux entrées des réserves naturelles, site Internet, foire agricole de Libramont).
Laureat/Laureaat : FIETSenWERK Vzw Uitbreidingstraat 470 2600 Berchem
[email protected] http://www.fietsenwerk.be Projet/Project : Stationstrapper - Recreatief fietsen en openbaar vervoer FIETSenWERK, koepel van sociale fietsondernemingen, werkt sinds 2007 aan de uitbouw van een fietspuntennetwerk. Fietspunten stimuleren het gebruik van de fiets in combinatie met openbaar vervoer door in de directe omgeving van drukke knooppunten fietsdiensten aan te bieden. De dienstverlening focust tot nu toe op woon-werk- en woon-schoolverkeer. Met dit project wil FIETSenWERK het openbaar vervoer stimuleren als voor- en natransport bij recreatief fietsen. Recreatief verkeer heeft een belangrijke impact op de dagelijkse mobiliteit en het aandeel van duurzame transportmodi in de vrije tijd, in het bijzonder van het openbaar vervoer, is laag en heeft nog een enorm groeipotentieel. De eigen fiets combineren met openbaar vervoer stelt een aantal praktische problemen. De BDagtripformule Trein + huurfiets vormt de ideale oplossing. In 19 van de 41 fietspunten bieden sociale fietsondernemingen toeristische huurfietsen aan i.s.m. NMBS-Mobility. Het project Stationstrapper (werktitel) houdt in dat we, na een informatie- en consultatieronde bij alle sociale fietsondernemingen, 4 stationslocaties uitkiezen voor een proeftraject dat bestaat uit twee grote pijlers. 1. De fietspunten zijn meestal enkel open op weekdagen. De meerderheid van de recreanten gaat echter in het weekend op pad: een struikelblok indien we mensen willen motiveren om te kiezen voor de combinatie trein + huurfiets. Blue-bikes zijn weliswaar 7/7, 24/24u beschikbaar, maar enkel geschikt voor korte verplaatsingen (vrij zware fietsen, met slechts 3 versnellingen) en dus niet voor elke recreatieve fietser een optie. Daarom wil FIETSenWERK 4 stationslocaties selecteren die zich engageren om tijdens een proefperiode (6 maand) ook in het weekend een fietsverhuurservice aan te bieden. Dat kan door de openingsuren aan te passen, door permanentie te voorzien indien telefonische reservaties binnenkomen, … FIETSenWERK begeleidt de deelnemende sociale fietsondernemingen tijdens het hele traject, we testen verschillende mogelijkheden uit en evalueren
de kosten en baten. De resultaten en de opgebouwde knowhow worden achteraf naar de andere sociale fietsondernemingen gecommuniceerd en gepromoot. 2. Om het (weekend)aanbod van de deelnemende fietsondernemingen met fietspuntlocaties extra te promoten stippelen we per deelnemend fietspunt (4 dus) telkens een drietal lusvormige fietsroutes uit. De 3 trajecten worden telkens gebundeld in een aantrekkelijke brochure met fietskaart, uitleg over bezienswaardigheden en horeca onderweg, info over openbaar vervoer en fietshuurmogelijkheden. Voor de realisatie van deze brochures doet FIETSenWERK een beroep op de expertise van een externe partner die ervaring heeft met het ontwikkelen van recreatieve wandel- of fietsroutes. Door alle informatie, zowel over route, openbaar vervoer als fietshuurmogelijkheden, te bundelen in één brochure, maken we het voor de recreant heel makkelijk en aantrekkelijk om te kiezen voor de formule trein + huurfiets.
Laureat/Laureaat : Les Amis de la Terre – Belgique Asbl Rue Nanon 98 5000 Namur
[email protected] http://www.amisdelaterre.be Projet/Project : Rues en transition Ce projet a été initialement développé par Ath en transition dans sa phase pilote. Le soutien des Amis de la Terre vise à le développer et à pouvoir le repliquer proposer en Wallonie et à Bruxelles. Les Rues en transition sont des groupes d’une dizaine de citoyens, qui habitent une même rue, un même quartier, et qui se réunissent pour mieux se connaître, réfléchir et agir ensemble afin de faire des économies d'argent, en posant des gestes positifs pour la nature. Ce qui est visé, c’est imaginer ensemble des actions faciles à mettre en oeuvre et peu coûteuses qui permettent à chacun de réduire ses factures (énergétiques, d’eau, carburant, etc.), en recréant des liens entre voisins, ainsi qu’en diminuant l’empreinte écologique du groupe. Le support des membres du groupe, des voisins, ou des membres des autres groupes sont un soutien important pour rester motivés et avoir une expérience agréable et efficace. Pour commencer la démarche, les groupes disposent d’un document de support. Cet outil proposera une thématique pour chacune des rencontres et permettra de calculer les économies réalisées et la diminution des émissions de CO2 qui seront engrangées suite à la mise en place des actions décidées. Pour commencer, la démarche sera présentée au groupe par une personne d’Ath en transition, le groupe fonctionne ensuite de façon autonome. Ce projet a été initialement développé avec très peu de moyens financiers par des membres d'Ath en transition et sera testé comme projet pilote à Ath avec quelques groupes en 2014. Le financement et le soutien des Amis de la Terre – Belgique permettra de développer les outils pour améliorer le programme et le rendre plus attractif, suivre davantage de groupes et permettre à d'autres initiatives de transition de pouvoir le proposer dans d'autres villes.
Laureat/Laureaat : Buurtwerk 't Lampeke Vzw Riddersstraat 147 3000 Leuven
[email protected] http://www.lampeke.be Projet/Project : De Groene Ridder Leuven wil klimaatneutraal worden tegen 2030. Dat betekent dat we met z’n allen de hoeveelheid CO2 die we elke dag samen uitstoten herleiden tot nul. Voor dit ambitieuze plan slaan de stad, de KU Leuven, bedrijven, organisaties en burgers de handen in elkaar op vlakken zoals energie, wonen, mobiliteit, natuur, ... Naast de inspanningen van de grote spelers in deze stad, zal het ontzettend belangrijk worden om de burger mee te nemen in dit verhaal. Momenteel loopt het project Duurzaam Troef in onze buurtwerking, waarin we vanuit de buurtwerking aan een duurzaam initiatief met de meest kwetsbare burgers in dit verhaal werken. Als we onze ervaringen binnen Duurzaam Troef naast de blauwdruk voor Leuven Klimaatneutraal 2030 leggen, merken we dat de meeste voorstellen om je leven duurzamer in te richten binnen Leuven Klimaatneutraal 2030 te weinig rekening houden met mensen in armoede en sociale uitsluiting. De stap naar rationeler energieverbruik, isolatie-investeringen, duurzame mobiliteit, duurzame consumptie- en voedingspatronen… zet deze groep niet op één-twee-drie. Wat bedoelt de stad met klimaatneutraliteit en wat heeft dat met mij te maken? Hoe kan je investeren als je nog niet weet of je met jouw budget het einde van de maand haalt? Hoe kan ik mijn mobiliteit duurzamer maken als ik al geen auto heb? Zal verandering niet voor een extra kost zorgen? Zijn de voorstellen niet eerder iets voor de Leuvenaar die het kan betalen? Om een klimaatneutraal Leuven haalbaar te maken voor iedereen, zijn tussenstappen nodig die niet omschreven zijn in de blauwdruk. Met het project de Groene Ridder willen we de interne experimenten van de buurtwerking meer en beter uitdragen in onze buurt – aandachtswijk de Ridderbuurt - en inzetten op het samenbrengen van buurtbewoners, de solidariteit aanspreken, het initiatief van de burger aanscherpen om een klimaatneutrale wijk met een divers publiek in deze buurt te realiseren.
Laureat/Laureaat : Objectif 2050 Asbl Allée des Oiseaux, 3 7000 Mons
[email protected] http://www.objectif2050.org/ Projet/Project : Energy Challenge : un défi citoyen Ce projet se veut la suite du Energy Challenge mené en 2013 en Wallonie et à Bruxelles avec le soutien de la Loterie Nationale. L’idée est de profiter de la dynamique et les outils créés lors de la première édition. L’objectif est de sensibiliser les populations wallonne et bruxelloise aux enjeux énergétiques (sociaux, environnementaux, géo-politiques, financiers) en illustrant la capacité de chacun à se mobiliser. Objectifs 1) Proposer un cadre et des outils d’accompagnement permettant à des citoyens de réduire leur consommation d’énergie à domicile à travers un défi original. 2) Encourager et faciliter la réduction de la consommation d’énergie des ménages dans une dynamique de groupe (changer les comportements) Afin d'assurer un large écho à cette campagne, le partenariat média sera renouvelé de manière privilégiée avec le groupe Rossel à travers le journal Le Soir. Améliorations proposées dans cette deuxième version du Energy Challenge : Le fonctionnement en équipes est intéressant pour créer de l’émulation. Il ne doit toutefois pas constituer un frein pour les ménages qui voudraient participer seuls. C’est pourquoi nous proposons les deux formules : les personnes peuvent s’inscrire de manière individuelle et se lancer un défi à elles-mêmes ou se regrouper en équipe pour rendre le jeu plus convivial et apprendre les uns des autres. Nous visons de récompenser tous les participants inscrits au Energy Challenge, il ne s’agirait donc plus d’un concours avec des gros prix pour les équipes gagnantes mais bien d’un concours où tout le monde est gagnant.
Un tirage au sort parmi l’ensemble des participants pour des prix plus attractifs (par exemple : un vol en montgolfière) pourrait être proposé de manière à encourager davantage les participants. Nous allons donc compléter la communication dans le grand média qu’est le journal Le Soir avec un travail plus ciblé vers les médias locaux. La phase de recrutement de participants étant essentielle pour l’Energy Challenge, nous irons en effet chercher les médias locaux pour relayer notre appel à participer. Cette deuxième édition pourra faire intervenir des participants de la première pour témoigner, aller chercher des voisins, amis, et les faire s’inscrire. Les TV et presses locales seront certainement aussi intéressées de dresser des reportages de familles dynamiques qui s’impliquent dans la réduction des émissions des gaz à effet de serre, et relayer ainsi notre appel à participer. Une des forces d’Objectif 2050 est notre réseau de personnes-ressources qui travaillent au sein d’institutions locales : conseillers énergie dans les communes, tuteurs énergie dans les CPAS, écoconseillers, bureaux de conseil et autres associations. Nous souhaitons les informer très tôt dans le processus de recrutement pour qu’elles puissent, elles aussi, nous amener des ménages participants. Nous prévoyons de diffuser notre information lors d’événements organisés à l’échelle locale également.
Laureat/Laureaat : Natuurpunt Vzw Coxiestraat 11 2800 Mechelen
[email protected] http://www.natuurpunt.be Projet/Project : “Maak van je tuin een natuurgebied” Doelstelling: natuur in de stedelijke omgeving laten ontdekken, ontwikkelen en beschermen Tuinen maken gemiddeld 20% uit van de oppervlakte van een stad en er is meer privé-groen dan openbaar groen. Voor heel wat planten en dieren, waaronder vlinders, vormen ecologisch ingerichte tuinen een levensnoodzakelijk biotoop. Via een “tuinen in de stad”-campagne wil Natuurpunt samen met partners kennis, activiteiten en projecten rond natuur in de stad uitwerken, bundelen en promoten. - Stap 1: mensen betrekken via een laagdrempelige campagne waarbij deelnemers hun tuin online aanmelden en tips op maat krijgen om die in te richten als natuurrijke tuin. Ze geven de maatregelen die ze nemen in eigen tuin in, samen met de waarnemingen van biodiversiteit die ze doen in hun tuin en de buurt. Via een digitaal platform creëren we een online community. Ze houden zich spontaan aan minimale condities (geen pesticiden of kunstmest). - Stap 2: deelnemers worden via het digitaal platform aangezet om deel te nemen aan activiteiten rond natuur in de stad en zelf projecten uit te werken. Daartoe reiken we modellen aan voor activiteiten rond stadsnatuur/ecologische stadstuinen en bundelen die in een gemeenschappelijke communicatiecampagne. De campagne wordt gelanceerd in samenwerking met mediapartners en met een cultuurhuis. De online community die we in Stap 1 hebben gerealiseerd, wordt zo betrokken in activiteiten en échte ontmoetingen. Doelstellingen • Mensen aanzetten om hun tuin in te richten als natuurgebied / ecologische tuin, geen pesticiden te gebruiken en de biodiversiteit te bevorderen • Wetenschappelijke data verzamelen over de biodiversiteit in tuinen in Vlaamse stedelijke gebieden en het Brussels hoofdstedelijk Gewest
• Activiteiten organiseren over beleving en bescherming van natuur en ecologische tuinen in de stad. •
Kadervorming voor vrijwilligers rond natuur in stad en tuin
Partners Natuurpunt werkt samen met VELT en Natuurpunt Educatie. Met De Morgen (als mediapartner), Davidsfonds (als inhoudelijke partner), Onbetaalbaar vzw (event) zijn al verkennende gesprekken geweest. Doelgroepen: stadsbewoners met interesse voor natuur en voor tuinieren - verenigingen en collectieven (buurtwerkingen) die werken rond natuur en tuinieren in de stad Deliverables •
Startevent met cultuurhuis (activiteiten, workshops, lezingen, stadsexpeditie)
•
Campagnebeeld
•
Publicatie ‘Hoe krijg je dieren in je tuin?’
•
Handleiding met voorbeeldactiviteiten voor afdelingen en verenigingen
•
25 publieksactiviteiten
• 6 kadervormingen voor vrijwilligers (1 per provincie en 1 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) rond biodiversiteit in je tuin •
Promomateriaal (bv posters en flyers)
•
Website met:
•
Registratiemodule tiunen en monitoring biodiversiteit
•
Info en tips over natuur in de stad
•
Activiteiten rond natuur in de stad
• Kadervorming voor vrijwillige begeleiders rond natuur in de stad en tuin (met ondersteunend materiaal)
Laureat/Laureaat : Fairtrade - Max Havelaar Scrl à finalité sociale Rue d'Edimbourg, 26 1050 Bruxelles
[email protected] http://www.maxhavelaar.be/fr Projet/Project : FAIRTRADE@STORE AWARD OBJECTIF : Encourager les gérants de magasins franchisés ou intégrés, à élargir leur assortiment et renforcer leurs ventes de produits Fairtrade. Cet objectif atteint permettrait de rencontrer à la fois les attentes des petits producteurs du Sud, celles des gérants et celles des consommateurs. Les gérants de magasins auront la possibilité de devenir ambassadeurs du commerce équitable. Par ce concours, et avec les outils que nous mettrions en place, les gérants auront l’opportunité de renforcer la confiance qu’ils reçoivent de leurs clients, tout comme la reconnaissance au sein du groupe pour lequel ils travaillent, en tant qu’humain à la fois soucieux de son encrage local et soucieux des enjeux socio-économiques mondiaux. Plus qu’un magasin, nous voulons récompenser une personne pour son engagement en faveur des pays du Sud. Les gérants auront la chance de voir fleurir au niveau local une enseigne qui offre un assortiment complet de produits Fairtrade. Les acteurs de la grande distribution constatent une demande croissante des consommateurs de pouvoir s’orienter vers des achats plus durables, plus responsables. Les produits issus de circuits courts de plus en plus nombreux dans nos supermarchés répondent à cette demande. Le système Fairtrade y répond également, en réduisant le nombre d’intervenants au sein d’une filière et en laissant plus de place aux producteurs. A l’instar de Fairtrade@work, qui récompense les entreprises les plus engagées dans le commerce équitable par la remise d’un « Havelaar Award » ou du statut 'Communes du Commerce Equitable', qui récompense les communes les plus engagées, nous aimerions créer un titre qui récompense le magasin le plus engagé dans le commerce équitable : Ce magasin devra faire preuve d’une volonté réelle de développer son chiffre d’affaire par la vente de produits Fairtrade : 1) En proposant un assortiment complet des produits Fairtrade 2) En offrant une visibilité optimale à ces produits 3) En prenant part à des actions de sensibilisation auprès du consommateur
4) En garantissant la visibilité du matériel promotionnel Fairtrade – Loterie National 5) En participant à une séance de Fairtrade Academy La remise du «Fairtrade@store Award» fera l’objet d’un événement médiatisé, en collaboration avec notre départements comm/marketing et celui du retailer concerné. Les personnes récompensées par cet Award seront à la fois le gérant du magasin et son équipe, mais aussi la clientèle du magasin, pour la fidélité qu’elle lui apporte. Nous voulons, par ce fait, souligner l’importance du lien humain entre le personnel d’un magasin de proximité et sa clientèle locale. Le gagnant de l’Award recevra un package visuel pour lui permettre d’afficher son prix : « Fairtrade@store winner 2015 » + diffusion dans les médias. Avec le « Fairtrade@store Award », sera également remis au magasin un « Impact Solidarity Report » qui permettra de matérialiser l’impact dans les pays du Sud, généré par les produits vendus.
Laureat/Laureaat : Z, les amis d'Esperanzah! Asbl rue Célestin Hastir 105 5150 Floreffe
[email protected] http://www.esperanzah.be Projet/Project : Esperanzah! pour les générations futures Depuis sa création, Esperanzah! a toujours recherché une plus grande cohérence en inscrivant ses actions dans une démarche éco-responsable. Le festival est persuadé qu'ensemble, en changeant nos habitudes au quotidien, on peut avoir un réel impact sur le monde qui nous entoure et sur celui que nous construisons pour nos générations futures. Nous aspirons à une conscientisation citoyenne qui se fait à tous les niveaux du festival. Bien que souvent reconnus et récompensés pour ses actions en faveur du développement durable, en 2014, par ce projet, nous souhaitons accentuer encore la démarche par des animations et des actions de sensibilisation en amont du festival et en invitant un maximum d'associations et d'entreprises soucieuses du développement durable afin qu'Esperanzah! devienne un carrefour de sensibilisation et d'échanges d'expériences porteuses de changements durables pour les générations futures. La sensibilisation passe aussi par l'action. Dans son organisation-même, Esperanzah! intègrera les trois dimensions du développement durable. 1. L'axe écologique par une gestion responsable de l'environnement - Mise en place d'un plan "propreté" avec la participation d'une dizaine d'associations - Actions de prévention en amont sur les principales sources de déchets - Tri-valorisation des déchets : 7 tris différents sont effectifs notamment via des îlots de tri - Utilisation de gobelets réutilisables et de toilettes sèches sur l’ensemble des sites - Encouragement à l’utilisation d’une mobilité respectueuse de l’environnement. 2. L'axe social par une politique sociale "responsable"
- Défense de la diversité culturelle - Dispositifs adaptés pour l’accueil, la circulation et la mobilité des personnes à mobilité réduite - Festival intergénérationnel avec animations pour les enfants et pause-bébé ; - Actions de prévention du sida et des risques liés à l’utilisation de l’alcool et des drogues. - Organisation d'une "place aux possibles" afin de promouvoir le respect universel des droits économiques, sociaux et culturels - Intégration de l'événement dans la vie de la commune et des citoyens. 3. L'axe économique par une politique économique "responsable" - Prix démocratiques, gratuité pour les moins de 12 ans et accessibilité pour les utilisateurs des tickets Article 27 - Consommation responsable : choix de produits issus de la filière courte et/ou du commerce équitable - Accompagnement des restaurateurs et artisans en vue de les sensibiliser et de les amener à utiliser des produits propres et/ou équitables (filières courtes, produits du terroir, productions biologiques, nourriture végétarienne, petits producteurs, groupements d’achats…) - Choix de partenaires éthiques Notre objectif est d'accueillir des associations et entreprises porteuses de ces dimensions du développement durable afin de sensibiliser au maximum les festivaliers et le grand public à la nécessité de transformer nos gestes quotidiens en faveur des générations futures.
Laureat/Laureaat : DurAgrISO Asbl Habaru, 12 6860 Léglise
[email protected]
Projet/Project : Démarche d’amélioration continue en vue d’une gestion durable des indépendants et PME agricoles et horticoles. -
Effectuer le suivi des exigences de la certification ;
Mise sur pied d’un outil informatique à disposition (contact avec les ayants droits, les prestataires recherche de financement…) ; Maîtriser les intrants-extrants et une gestion « all in one » des différents aspects réglementaires (démarche auprès de l’AFSCA, des compagnies d’assurances, des clients…) ; -
Développement du réseau d’agriculteurs concernés…
Laureat/Laureaat : Kringloopcentrum Zuid-West-Vlaanderen Vzw Markebekestraat 7 8510 Marke
[email protected]
Projet/Project : Hergebruikniche tussen kringloopwinkel en container We stellen vast dat: • We in 2012, 502 ton kledij en 600 à 700 ton meubelen afvoerden (export of materialenrecuperatie) • De afgevoerde kledij is nog voor 20 à 30% of 100 à 150 ton herbruikbaar/verkoopbaar, van de afgevoerde meubelen nog 10 à 20% of 60 à 120 ton. • De huidige kringloopwinkels profileren we als ‘eerste keus in tweedehands’; dit om een groot publiek te bereiken en een groot hergebruik te realiseren. Dit houdt een strenge selectie van goederen in, en aantrekkelijke winkels. Er blijft echter een tussenfractie over, in principe herbruikbaar, maar niet via de huidige winkels omwille van deze profilering. Hiervoor willen we alternatieve afzetkanalen starten, voor deze ‘tweede keus in tweedehands’. Concreet: De kringloopwinkel – bis We willen dit vertalen via 2 nieuwe verkoopkanalen: A.
magazijnverkoop meubelen (en huisraad)
We starten een verkoop in een goedkope ruimte, enkel op zaterdag, van meubelen die niet verkocht konden worden in de winkel (winkelretour), of die net niet voldoen voor de winkel (kleine beschadiging, minder modieus, …). doelgroepen: verenigingen, mensen met een laag budget, … . Dit wordt aangevuld met doe-het-zelf artikelen, of grotere hoeveelheden (bijv. van een bedrijf gekregen) die niet in één keer in de winkel kunnen en nu soms lang in een buffermagazijn staan. Enerzijds lage kosten (geen mooie winkelinrichting, goedkope huur, beperkte openingstijd), anderzijds lage prijzen.
B.
2 euro-winkel in pop-up locaties voor kledij
Ook hier is er een grote hoeveelheid winkelretour, die na 4 weken uit de kringloopwinkel gehaald wordt. Dit is noodzakelijk om voor rotatie en aantrekkelijkheid te zorgen in een kringloopwinkel. Deze winkelretour en net-niet-geschikt voor de winkel willen we aanbieden in een soort 2-eurowinkel, ‘alles aan 2 euro’, met een grote keus aan kledij in een eenvoudige presentatie. De stad Kortrijk en het stedelijk ontwikkelingsbedrijf (SOK) zoeken permanent nuttige bestemmingen voor lege winkelpanden met meerwaarde voor de stad. We kunnen hier een goedkope huisvesting vinden, via pop-up stores. Een eenvoudig communicatieconcept en verplaatsbare winkelinrichting zorgen voor een gemakkelijk verhuisbare winkel. Ook hier bestaat het kostenvoordeel uit lage of geen huur, beperkte winkelinrichting, minder personeelskosten door minder aandacht voor winkelinrichting en presentatie, … Dit verantwoordt ook hier de lage prijzen. uitvoering De realisatie omvat onder andere: -
voorbereidingen:
Zoeken naar potentiële locaties, ifv logistiek, de commerciële mogelijkheden van locaties, en de kosten. Uitwerken communicatieconcept. Belangrijke is de profilering als aparte niche, benadering specifieke doelgroepen, en kannibalisme vermijden. Voorbereiden logistieke organisatie: interne voorbereidingen voor deze nieuwe goederenstromen, om vlot te starten eenmaal een locatie gevonden. -
starten locatie A of B
-
starten locatie B of A
Laureat/Laureaat : Institut d'Aéronomie Spatiale de Belgique Etablissement scientifique général Avenue circulaire 3 1180 Bruxelles
[email protected] http://www.aeronomie.be/ Projet/Project : Cartographie mobile de la distribution du dioxyde d’azote en Belgique La surveillance de la qualité de l’air en zone urbaine et périurbaine est un aspect important du développement durable, en particulier dans une large partie de la Belgique où la densité de population est élevée et les activités industrielles nombreuses. Les stratégies publiques de mitigation des sources de pollution atmosphérique s’appuient sur des observations régulières des concentrations des principaux polluants (NO2, SO2, ozone) et des particules fines (PM10) en suspension obtenues aux stations régionales de qualité de l’air, elles-mêmes exploitées au plan national par la Cellule Interrégionale de l'Environnement (IRCEL-CELINE). Au niveau international, la surveillance de la qualité de l’air est une préoccupation majeure du programme européen Copernicus (ou GMES, Global Monitoring of Environment and Security) et plus particulièrement du Copernicus Atmospheric Service (CAS) actuellement en phase de développement dans le cadre du projet MACC-II. Les services mis en place dans le CAS reposent sur une approche intégrée combinant des outils de modélisation avec un « système d’observation » dans lequel la composante spatiale (satellitaire) tend à se développer avec l’avènement des Sentinelles Atmosphériques. L’établissement d’un lien entre les mesures locales de polluants, et les observations satellitaires à plus large échelle nécessite la mise en place de stratégies d’observation nouvelles basées sur l’utilisation de techniques de télédétection. Dans ce contexte, nous proposons de mettre en place un système de démonstration pour la mesure mobile des colonnes troposphériques de dioxyde d’azote (NO2) utilisant la spectroscopie d’absorption UV-Visible, c’est-à-dire une technique identique à celle utilisée par les instruments à bord des futures Sentinelles Atmosphériques. Embarqués sur trois véhicules de démonstration, dont un à charge du projet, les instruments permettront d’effectuer des observations régulières des colonnes troposphériques de NO2 à l’échelle de la Belgique, directement utilisables pour la validation des instruments satellitaires OMI, GOME-2, TROPOMI (lancement prévu en 2015) et les futures Sentinelles 4 et 5. Les observations réalisées seront publiées sur un site internet d’information au grand public et mises en relation avec les données satellites existantes ainsi que les réseaux d’observation traditionnels. La base de données mobiles qui sera constituée est complémentaire aux services opérationnels existants de mesure de la qualité de l’air (IRCEL-CELINE).
Utilisant une approche expérimentale nouvelle, elle s’inscrit dans un contexte de recherche/démonstration et non de service. Un dialogue sera néanmoins établi avec IRCEL-CELINE afin d’évaluer le potentiel de la mesure mobile par télédétection en tant que support additionnel aux activités de l’IRCEL. L’instrumentation développée pourra par ailleurs être mise à profit lors des prochaines campagnes internationales d’observation de l’IASB.
Laureat/Laureaat : GLAAS Asbl 9, Clos Robinson 4600 Visé
[email protected] Projet/Project : PODnet Peu de gens sont sensibilisés à cette problématique, mais il faut savoir que le système agroalimentaire actuel repose en majeur partie sur la production céréalière dont le but est principalement de nourrir le bétail. A titre d'exemple, on produit chaque année 760 million de tonnes de céréales pour nourrir le bétail. Cette quantité de céréales pourrait résoudre 14 fois le problème de la faim dans le monde. Au-delà de ce constat surprenant, les céréales, dont la production est très rentable pour l'industrie agroalimentaire, ne devraient, par ailleurs, pas être considérées comme un aliment de base ni pour l'homme, ni pour le bétail car leur mode de production et d'acheminement est très gourmand en énergie fossile, ce qui en fait des transformateurs inefficaces de pétrole en glucides. Face à l'accroissement actuel de la population mondiale, la réponse de l'industrie agroalimentaire est de dire qu'il faut accroître les cultures céréalières afin de pouvoir répondre à la demande alimentaire des prochaines années. Cette industrie réclame donc l'accès à 1 milliard d'hectares de nouvelles terres cultivables à travers le monde. Cela conduirait à la destruction de la quasi-totalité des écosystèmes encore sain d'Amérique Latine et d'Afrique. Même s'il est des décideurs sur cette terre pour penser qu'il s'agit là d'une réponse pragmatique au problème énoncé d'un manque de nourriture pour une population grandissante, il ne faut pas oublier que la destruction de ces écosystèmes aurait des conséquences désastreuses au niveau des changements climatiques déjà perceptibles. Et on ne parle même pas ici des effets catastrophiques de l'utilisation intensive de pesticides que nécessitent ces modes de cultures, ce n'est pas là le principal problème ! En effet, comme on l'a dit plus haut, ce mode de production alimentaire est très gourmand en énergies fossiles et peu efficace, et donc, si l'on tient compte d'un autre événement inévitable, à savoir la raréfaction des réserves de sources d’énergies fossiles, on comprend aisément que le prix de l'alimentation va croître de façon exponentielle dans les décennies à venir et conduire, in fine, à des situations de famines dont les premières victimes seront les populations les plus précarisées. Le projet PODnet a pour but de mettre sur pied un réseau de fermes Urbaines POD pour répondre à cette crise annoncée.
Richard Nelson, un inventeur canadien, a conçu la ferme Urbaine POD en associant la technologie Solaroof à un mode de culture par aquaponie et ce afin de faire du POD une serre de culture rentable pour la production d'une alimentation saine, fraîche et locale. Notre ambition est de prendre part au déploiement en Belgique du réseau International PODnet et de participer à l'implantation de fermes POD au sein de la province de Liège, de la Wallonie, puis de la Belgique.