Lang zal je leven?
viering in de Keizersgrachtkerk zondag 27 december 2015
In Nederland kunnen we, zo wordt ons voorspeld, steeds ouder worden. Op dit moment zijn er al meer dan 2500 inwoners ouder dan honderd jaar. Zo’n lang leven, is dat iets om elkaar toe te wensen of zelf te willen? Het zit ruim boven de zeventig of tachtig jaar die in Psalm 90 : 10 staat vermeld. Op de zondag vóór de jaarwisseling is het niet verrassend om die psalm op te slaan. Het aanhalen van Psalm 90 wil echter niet zeggen dat de toon in de dienst vandaag gezet wordt door die Psalm. Wat zegt de bijbel verder over levenslengte en hoe verhoudt zich dat met het leven dat wij mogen of moeten leiden? En hoe wensen we elkaar dan gelukkig Nieuwjaar?
Deze dienst is voorbereid door: Daan Schut Sya Pelleboer met ondersteuning van Ferdinand Borger
Wij oefenen de liederen Muziek Begroeting Wij zingen: psalm 90:1,3,6 en 8
O Here God, Gij wendt het mensenleven om het weer aan het stof terug te geven. Gij zegt: Keer weder, mensenkind, keer weder. Want duizend jaren, Gij ziet op ze neder als op een nachtwaak, zij zijn in uw oog gelijk de dag van gistren die vervloog. Zeventig, tachtig jaren mensenleven, is dat, o Heer, om hoog van op te geven? ’t Is moeite en verdriet. Och mocht het wezen dat wij U kenden naar Gij zijt te vrezen. Leer Gij ons zo te leven, dag voor dag, dat in ons hart de wijsheid wonen mag. Laat, Heer, uw volk uw daden zien en leven en laat uw glans hun kinderen omgeven. Zie op ons neer met vriendelijke ogen. O God, bescherm ons in uw onvermogen. Bevestig wat de hand heeft opgevat, het werk van onze hand, bevestig dat. 3
Beroep op God
Wij zingen: Wek mijn zachtheid weer (VL 742)(40-II)
Waar het over gaat
Verhaal
Wij zingen: Blijf niet staren (VL 855)
Tijdens het naspel kunnen de kinderen naar de kindernevendienst gaan. Ze komen terug in het intermezzo.
4
Wij lezen: uit Genesis 5:25, 6:1-3 25:7 en 35:28 5
Toen Metuselach 187 jaar was, verwekte hij Lamech. 26 Na de geboorte van Lamech leefde Metuselach nog 782 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. 27 In totaal leefde hij 969 jaar. Daarna stierf hij. Zo kwamen er steeds meer mensen op aarde, en zij kregen dochters. 2 De zonen van de goden zagen hoe mooi de dochters van de mensen waren, en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden. 3 Toen dacht de HEER: Mijn levensgeest mag niet voor altijd in de mens blijven, hij is immers niets dan vlees; hij mag niet langer dan honderdtwintig jaar leven. Abraham leefde honderdvijfenzeventig jaar Isaak leefde honderdtachtig jaar en uit Prediker 5 :17 Het is daarom, zo heb ik ingezien, goed en weldadig voor een mens wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet, en geniet van alles wat hij heeft verworven. Daar zwoegt hij voor onder de zon gedurende het luttel aantal levensdagen dat hij van God gekregen heeft; dat is wat hem is toebedeeld. muziek Wij lezen: Efeze 6:1-3 Kinderen, wees gehoorzaam aan je ouders uit ontzag voor de Heer, want zo hoort het. 2 ‘Toon eerbied voor uw vader en moeder,’ dat is het eerste gebod waaraan een belofte verbonden is: 3 ‘Dan zal het u goed gaan en zult u lang leven op aarde.’ en Jacobus 4:13-17 Dan iets voor u die zegt: ‘Vandaag of morgen gaan wij naar die en die stad. Daar blijven we een jaar, we zullen er handeldrijven en geld verdienen.’ 14 U weet niet eens hoe uw leven er morgen uitziet. U bent immers maar damp, die heel even verschijnt en dan al verdwijnt. 15 U zou moeten zeggen: ‘Als 5
de Heer het wil, zijn we dan in leven en zullen we dit of dat doen.’16 Maar u slaat een hoge toon aan en bent daar nog trots op ook. Dat soort trots is volkomen ongepast. 17 Als iemand weet hoe het hoort maar er niet naar handelt, dan zondigt hij.
Wij zingen: Vandaag doet de hand (VL 342) (176-I)
Uitleg
Men moet Men moet zijn zomers nog tellen, zijn vonnis nog vellen, men moet zijn winter nog sneeuwen men moet nog boodschappen doen voor het donker de weg vraagt, zwarte kaarsen voor in de kelder men moet de zonen nog moed inspreken, de dochters een harnas aanmeten, ijswater koken leren men moet de fotograaf nog de bloedplas wijzen zijn huis ontwennen, zijn inktlint vernieuwen men moet nog een kuil graven voor een vlinder het ogenblik ruilen voor zijn vaders horlogeGerrit Kouwenaar
6
Wij zingen: Dat ik aarde zou bewonen (VL 282) Melodie A: Allen
melodie A: Allen
2 Niet op vinnen onder water niet gejaagd en niet de jager, niet op hoeven, niet met klauwen maar op voe---ten twee. melodie B: koor
3 om de verte te belopen om de horizon te halen en met handen die wat kunnen, kappen, ruimen, zaaien, oogsten: melodie A: Allen
4 met een neus vol levensadem, met een buik vol van begeren, met een hoofd niet in de wolken, wel geheven naar de zon melodie A: Allen
5 om te overzien die aarde, haar te hoeden als een kudde, haar te dienen als een akker en te noemen bij haar naam. melodie B: koor
6 Dat ik ben, niet meer of minder, dan een mens, een kind van mensen, één van velen, één met allen, groot en nietig, weerloos vrij. melodie A: Allen
7 om te zijn elkaar tot zegen, om te gaan een weg van dagen, liefdesweg, die ooit zal leiden naar een menselijk bestaan.
7
Intermezzo Mededelingen Collectes: 1. wijkdiaconie 2. onderhoud kerkgebouwen Muziek
Voorbeden Wij zingen als tafelgebed: Avondmaal ter heiliging (VL719)
Brood en Beker Inleiding Viering Dankgebed
Wij zingen staande: Die mij droeg op adelaarsvleugels (VL 238)
8
Zegen
Muziek Na de dienst is iedereen welkom in de benedenzaal voor koffie, thee en vruchtensap.
9
Aan deze dienst werkten mee: Liturg: Sya Pelleboer Uitleg en viering: Daan Schut Muziek: Aja Leemans
Aanduiding van de liederen: Bundel I en II: Liturgische gezangen voor de viering van de eucharistie, Gooi en Sticht, Baarn VLB: Verzameld Liedboek, Liturgische gezangen op teksten van Huub Oosterhuis, Kok/Halewijn, Kampen. Lezingen: NBV Verhaal:
Kaarsje aansteken Voor of na de dienst kunt u in de stilteplek een kaarsje aansteken en daar even stil bij staan of zitten. Voorbedenboek In de stiltehoek ligt het voorbedenboek Hier kunt u een naam van een persoon of een intentie in schrijven. Deze zal worden genoemd in de eerstvolgende voorbeden op zondagmorgen.
Naar psalm 90 Toch is mijn leven niet te kort om ook u te vermoeden. Wat weten bergen van bestaan, wat weet de brede aarde van wat één oog ziet? Langer dan zij, langer dan alle ochtendglorens Zeg ik, zult u gloeden, U gloedt ook mij: ik weet: ik ben hier kort, Ik ben gezien alles van wat van mij heeft willen worden in één licht gezien: Mijn woeden u een uur. Heeft u spijt van mij? Zal het u berouwen dat ik u niet terug kon zien? Ik zag u kwalijk of ik zag u niet. Weet van het durend uur van mijn ontberen: mijn falen is om u. Liever zag ik niet, dan dat niets was. Lloyd Haft