Lang zal hij leven Door Tania Polak
Doelgroep Lagere alfamodules (richtgraad 1.1.) Doelstellingen Een cursist kan alle gegevens in een eenvoudige instructie (prescriptieve teksten) begrijpen (BE 058). Een cursist kan relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals tabellen (BE 062). Een cursist kan uit schriftelijke informatie eenvoudige, concrete gegevens noteren. Een cursist kan een korte informatieve tekst zoals een berichtje schrijven (BE 062). Een cursist kan een formulier en een document met betrekking tot personalia invullen (BE 061). Een cursist kan een eenvoudige instructie formuleren (BE 065). Een cursist begrijpt alle relevante gegevens in een eenvoudige instructie op beschrijvende wijze (BE 058). Een cursist kan het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten (BE 056). Materiaal het lied ‘Lang zal hij leven’ en de bijhorende ondersteuningsprent (deze kan je gratis downloaden op www.vreemdeeend.be/indeklas.htm) de tekst van het lied (zie bijlage) een cadeautje voor de jarige werkwoordkaartjes (zie bijlage) recept petit-beurre-taart (zie bijlage) Opmerking: deze les is natuurlijk het leukst wanneer er een jarige in de klas is. Lesverloop 1. Introductie Laat de prent zien. Wat zie je op de prent? Is het een feest? Waarom? Overloop alle woorden die uit de tekening afgeleid kunnen worden: het cadeautje, de ballon, plezier, versiering, feestje, jarig, snoep, lachen, enz. De docent schrijft de woorden eventueel op het bord. 2. Beluisteren van het liedje Laat het lied een aantal keer beluisteren. Vraag de cursisten welke woorden ze gehoord hebben. 1 vreemde eend: lang zal hij leven
Schrijf deze woorden op, ook wanneer ze niet in het liedje voorkomen. De volgende luisterronde controleren de cursisten of de woorden op bord in het lied voorkomen en noteren ze nieuwe woorden. Probeer dit vol te houden tot alle woorden op bord staan. Laat de cursisten vertellen waarover het lied gaat. Licht daarna moeilijke woorden toe (gloria, hiep hiep). 3. Verwerking van het lied Schrijf de tekst op bord of op een werkblad (zie bijlage). Naargelang het niveau stel je bijkomende leestechnische vragen: Onderstreep alle woorden met ‘L’. Hoeveel keer lees je ‘leven’, hoeveel keer ‘lang’, enz.? Waarom staat er een uitroepteken aan het einde van het lied? Welk woord moet je veranderen als de jarige een vrouw is? Hou een vraaggesprek over verjaardagsliedjes: Ken je andere verjaardagsliedjes? Bestaan er verjaardagsliedjes in jouw taal? Zing het liedje samen voor de jarige. Vervang ‘hij’ door de voornaam van de jarige. Wat zeg je als iemand jarig is? Overloop mondeling alle mogelijkheden: gelukkige verjaardag, beste wensen, proficiat, nog vele jaren, …..(zie verder bij functioneel). 4. Inoefenen van de werkwoorden aan de hand van het lied Knip de werkwoordkaartjes uit. De cursisten trekken een kaartje. Met het werkwoord op het kaartje moeten zij nu ‘lang zal hij …’ zingen. Bijvoorbeeld: lang zal hij dansen, lang zal hij springen, lang zal hij liggen, enz. De jarige voert vooraan de opdracht uit, trekt een ander kaartje en zingt de opdracht voor een andere cursist. Herhaal dit tot iedereen aan de beurt geweest is. 5. Opdrachtencadeau Voorzie een cadeautje (bijvoorbeeld een doos koekjes) en pak dit in. Kleef op de verpakking een opdracht volgens het niveau van je groep (een leesopdracht waarbij de cursisten moeten uitvoeren wat ze lezen, afbeeldingen die ze juist moeten benoemen of uitvoeren, enz.). Zorg voor grappige opdrachten. Pak het pak verder in en kleef op de volgende verpakking opnieuw een opdracht. Herhaal dit acht of tien keer. De cursisten zitten in een kring en geven het pakje door op de muziek (‘lang zal hij leven’ of andere verjaardagsliedjes). Als de muziek stopt moet diegene die het pakje vastheeft 1 verpakking eraf halen en de opdracht uitvoeren. Het pakje gaat pas verder als de opdracht goed uitgevoerd is. 6. Functioneel: werken met de agenda De docent stelt een aantal vragen: Wie is er jarig vandaag/deze week? 2 vreemde eend: lang zal hij leven
Hoe oud is hij vandaag? Wanneer ben je geboren? Hoe oud ben jij? Wat is je leeftijd? Wanneer ben jij jarig? Kijk op de kalender. Op welke dag valt jouw verjaardag? Maak een werkblad waarop je de naam van elke cursist zet. Naast elke naam moeten de cursisten een datum invullen. Voorbeeld: Rachid is jarig op…../…… De cursisten lopen met het blad door de klas tot alle verjaardagen zijn ingevuld. Op hun kalender zoeken ze daarna op welke dag de verschillende verjaardagen dit jaar vallen. Voorbeeld: Rachid is jarig op 27/11. Dit is een….. Schrijf de geboortedata van de cursisten op bord. Indien enkel het jaartal gekend is, maak je er 1 januari van of 30 juni. De cursisten kunnen ook zelf hun geboortedatum op bord schrijven. Wie is de oudste? Wie is de jongste? Hoe oud is…? Laat ze de data in een bepaalde volgorde overschrijven op een werkblad. Variatie: maak op voorhand stroken met alle geboortedata van jouw cursisten. Laat de cursisten hun verjaardagsdatum uitzoeken en aan het bord hangen. Hang een verjaardagskalender in de klas en laat de cursisten hun naam schrijven op de juiste plaats. Variatie voor sterkere groepen: Meer gevorderde cursisten leren met de volgende oefening juist noteren in de agenda. Hou een rondje in de klas: één cursist zegt wanneer hij/zij jarig is, de anderen noteren ‘naam cursist + jarig’ op de juiste plaats in de agenda. Doe dit voor elke cursist. Schrijf de namen op voorhand op bord of laat de cursist de letters van zijn voornaam spellen zodat de anderen deze kunnen noteren. 7. Verjaardagskaartjes schrijven Maak een werkblad met allerlei voorbeelden van kaartjes. Geef opdrachten: Welke zijn verjaardagskaartjes? Omcirkel. Welk kaartje zou jij versturen? Waarvoor dienen de andere kaartjes? Voorzie lege verjaardagskaartjes. Je kan zelf kaartjes afprinten. Goedkope kaartjes vind je bij Zeeman of in het Kruidvat. Maak een lijstje met mogelijke wensen die je op een kaartje kan schrijven. Zet daar ook ‘foute’ wensen tussen, bijvoorbeeld Gelukkig Nieuwjaar, Innige deelneming… De cursisten zetten omcirkelen de wensen die bij een verjaardag passen. Vervolgens schrijven de cursisten een verjaardagswens over op hun kaartje. Let op de pagina-indeling! (Je kan ook kleine wensstrookjes maken, de cursisten een wens laten kiezen en deze op hun kaartje laten kleven. Of je kan letterstempels gebruiken of cursisten zelf letters laten stippen met wattenstaafjes en waterverf) Variatie: Kijk op www.monarchie.be voor een lijst met de verjaardagen van de leden van het koningshuis. Misschien is er binnenkort wel iemand jarig. Laat de cursisten een kaartje sturen. Ze schrijven ook het adres op de correcte plaats (het adres staat op de website). Op de achterzijde schrijven ze hun eigen adres. 3 vreemde eend: lang zal hij leven
Brieven naar het Koningshuis hoeven geen postzegel. Meestal krijgen de cursisten na een tijdje een koninklijk kaartje terug. Dit kan je ook doen bij geboortes, overlijdens enz. 8. Een verjaardagstaart bakken in de klas Maak een petit-beurre-taart (zie recept in bijlage). Voorzie werkbladen met duidelijke instructies. Werk met schriftelijke instructiestrookjes of met foto’s. Bespreek op voorhand alle stappen. Laat de cursisten de stappen in de juiste volgorde zetten. Daarna formuleren ze zelf de stappen of voeren ze de instructies uit (TPR). Hier kan je variëren naargelang de doelstellingen of het niveau van je groep.
4 vreemde eend: lang zal hij leven
Bijlage 1: de liedjestekst Lang zal hij leven, Lang zal hij leven, Lang zal hij leven in de gloria. In de gloria, in de gloria. Hip hip hip hoera! Hip hip hip hoera! Hip hip hip hoera!
5 vreemde eend: lang zal hij leven
Bijlage 2: werkwoordkaarten
6 vreemde eend: lang zal hij leven
Bijlage: recept petit-beurre-taart
Wat heb je nodig voor zes personen? Keukengerei: een kom, een lepel, een mes een dienblad met zilverpapier een schaaltje voor de koffie Ingrediënten: twee pakken petit-beurre-koekjes een schaal koude oploskoffie 250 gram zachte boter 100 gram bloemsuiker (afhankelijk hoe zoet je de taart wil maken) een pakje hagelslag
Wat moet je doen? Maak de boterroom. Meng de boter en de bloemsuiker in een kom, zorg dat alles goed gemengd is en dat je de boter goed kan smeren. Begin met de onderlaag'. Dop de koekjes in de koffie, zorg dat ze goed doordrenkt zijn en leg ze op het dienblad met zilverpapier. Vorm een grote rechthoek. Besmeer de onderlaag met een fijne laag boterroom. Werk naar boven toe af door iedere keer een laag koekjes gedrenkt in koffie te leggen.Eindig met een laag koekjes. Zorg dat je nog wat boterroom over hebt, of maak er wat extra bij en besmeer de hele taart. Zorg hierbij dat de laag mooi gelijk en effen ligt. Anders ziet de taart er niet zo mooi uit. Gebruik een mes. Bestrooi de laag met hagelslag. Verspreid de hagelslag gelijkmatig over de taart. Zorg ervoor dat de hagelslag de boterroom helemaal bedekt. Je kan ook Smarties gebruiken en de cursisten de naam van de jarige laten leggen met de snoepjes ofwel ‘lang zal hij leven’…. Zet de taart eventueel in de koelkast om wat te laten opstijven.
Tips Wees voorzichtig als je de petit-beurre-koekjes in de koffie dopt. De koekjes moeten doordrenkt zijn, maar ze mogen niet in stukken uiteen vallen. Je kunt ook cacaopoeder toevoegen aan de boterroom voor een chocoladesmaak. Laat de taart een nachtje staan in de koelkast. De volgende dag zal hij nog beter smaken. 7 vreemde eend: lang zal hij leven