Grenzen
Verzoening
viering in de Keizersgrachtkerk zondag 21 juni 2015
Grenzen Grenzen….Hoe zit dat toch met grenzen? Er zijn onnoembaar veel associaties: de grens overgaan voor een vakantie naar het buitenland; grenzen tussen bevolkingsgroepen; grenzen rond het ‘Fort Europa’ die steeds hoger opgetrokken worden; grenzeloze liefde; grenzen aan de zorg; grensoverschrijdend gedrag; je eigen grenzen stellen. Grenzen….buiten ons en binnen ons. We hebben er elke dag mee te maken. Wat doen die grenzen ons? En wat doen wij met die grenzen?
7 juni - Bevrijding Uitleg: Florisca van Willegen 14 juni - Ontmoeting Uitleg: Auke van der Leij 21 juni - Verzoening Uitleg: Gerhard Scholte
Voorbereidingsgroep: Nico Brouwer Jan van Duijn Christa Dünger Reimer Faber Juut Goede- Bruins Slot Auke van der Leij Anja Scheffer Henk Scheffer Florisca van Willegen
Wij oefenen de liederen
Muziek
Begroeting
Wij zingen: Onstilbare tonen (VL 510)
3
Wij doen een beroep op God
Wij zingen: God mag weten een lied ter herinnering aan onszelf
2. God mag weten wat de zin is die wij samen niet verstaan van ons godgeklaagde lijden en de pijn door ons gedaan. refrein 3. God mag weten hoeveel jaren en hoe ver ik nog moet gaan, voor in mij het licht zal breken alle spiegels, alle waan. refrein
Waar het over gaat
4
Verhaal
Wij zingen: Van de stormzee (VL 912)
5
Van de stormzee de holle golven een straat maken (2x) Van de grote zandvlakte grazige weiden akkers en boomgaarden maken (2x) Van de helleveeg een sneeuwvlok maken van de zwarte lucht een maan met sterren (2x) Van reuzen mensen maken, mensen van dwergen (2x) Spoken bestaan niet Vrienden bestaan wel Wie is op jou Ik ben op jou Ik ben op jou en op jou
Na dit lied kunnen de kinderen naar de nevendienst in debenedenzaal gaan. Ze komen weer terug in het intermezzo.
6
Wij lezen uit Genesis … 32:4-8 Jakob stuurde boden vooruit naar zijn broer Esau in Seïr, het gebied van Edom, en droeg hun het volgende op: ‘Jullie moeten tegen mijn heer, tegen Esau, zeggen: “Uw dienaar Jakob laat u weten dat hij een tijdlang bij Laban heeft gewoond en pas nu bij hem is weggegaan. Hij heeft daar runderen, ezels en schapen en geiten in bezit gekregen, en ook slaven en slavinnen. Deze boodschap laat hij aan u, zijn heer, overbrengen in de hoop dat u hem goedgezind zult zijn.”’ Toen de boden bij Jakob terugkwamen, meldden ze hem: ‘We zijn bij uw broer Esau geweest, en hij komt u tegemoet, met vierhonderd man.’ Jakob schrok hevig, het angstzweet brak hem uit. Daarom verdeelde hij zijn mensen over twee kampen, evenals zijn schapen en geiten en zijn runderen en kamelen. 32:21-25 ‘En vergeet vooral niet te zeggen: “Uw dienaar Jakob zelf komt achter ons aan.”’ Hij dacht namelijk: Ik zal proberen Esau mild te stemmen met het geschenk dat ik vooruitstuur; pas daarna durf ik hem zelf onder ogen te komen, misschien is hij dan bereid mij welwillend te ontvangen. Zo ging het geschenk voor hem uit, maar zelf bleef hij die nacht nog in het tentenkamp. Het was nog nacht toen Jakob opstond en de Jabbok overstak op een doorwaadbare plaats, samen met zijn beide vrouwen, zijn twee bijvrouwen en zijn elf kinderen. Nadat hij hen over de rivier had geholpen, bracht hij ook al zijn bezittingen naar de overkant. Maar zelf bleef hij achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak. 33:1-4 Plotseling zag Jakob Esau op zich afkomen, met vierhonderd man. Toen verdeelde hij de kinderen over Lea, Rachel en zijn twee bijvrouwen. De bijvrouwen en hun kinderen liet hij voorop gaan, Lea en haar kinderen daarachter, en Rachel en Jozef helemaal achteraan. Zelf liep hij voor iedereen uit, en terwijl hij zijn broer naderde boog 7
hij zevenmaal diep voorover. Esau rende hem tegemoet, sloot hem in zijn armen en kuste hem. Beiden lieten hun tranen de vrije loop. 33:8-12 ‘Wat is de bedoeling van die hele schare die ik ben tegengekomen?’ vroeg Esau. Jakob antwoordde: ‘Die was bedoeld om mijn heer gunstig te stemmen.’ Maar Esau zei: ‘Ik bezit genoeg, broer, houd jij maar wat je hebt.’ ‘Nee,’ zei Jakob, ‘als je mij goedgezind bent, neem dat geschenk dan alsjeblieft van mij aan, want oog in oog staan met jou is niets anders dan oog in oog staan met God, en toch ontvang je mij welwillend. Neem toch aan wat ik je heb laten brengen en waarmee God mij heeft gezegend, want God is mij goedgezind geweest en ik heb meer dan genoeg.’ Omdat hij bleef aandringen nam Esau het aan. Hierna zei Esau: ‘Laten we verdergaan, ik zal je vergezellen.’
Wij zingen: Lied om zegen (VL 782; 58-II) Koor: Dichtstbijzijnde onbekende naaste altijd hier nu onvoorspelbare naam zonder waarom mij ontmoet, brood, schaduw gevraagd, beker water.
8
Koor: Had ik jou als kind gekregen ik zou je op mijn schouders dragen. Was je mijn moeder vader, kon ik je vleien veroveren tegenspreken
9
Nog een verhaal
Uitleg
Wij zingen: Lied om vrijheid (VL 796; 24-II)
Melodie A; Allen 2. Wij tussen moed en wanhoop. Waarom weten wij wel wat leven is maar leven niet? Soms gaan wij op de vleugels van een lied en durven onze zwaartekracht vergeten.
Melodie B; Koor: 4. Maar voorgevoel van liefde duurt het langst, heugenis aan het woord in den beginne, licht – ongebroken valt het bij ons binnen. Even zijn wij ontkomen aan de angst.
10
Melodie A; Allen: 5. Als vrijheid was wat vrijheid lijkt wij waren de mensen niet die wij nog angstig zijn – wij zouden niet meer vluchten voor de pijn en voor de grootste liefde niet vervaren
Intermezzo Mededelingen Collecten: 1. Wijkondersteuning 2. Dovenpastoraat Muziek
Voorbeden
Wij zingen als tafelgebed: Gij die de stomgeslagen mond verstaat (VL658; 64-II)
Nooit sprak een mens als hij, in hem verstonden wij uw bestaan, de zin van ons bestaan. Hij is uw woord geweest, hij heeft volbracht alle gerechtigheid, een mens voor allen.
11
Waarom genadeloos vernietigd worden de armsten van de wereld uw geliefden; waarom wij die met weinigen bezitten wat allen toebehoort, uw woord niet doen, geen wereld maken die in vrede is, een nieuwe orde van gerechtigheid – Gij die ons hebt gezegd wat leven is: te doen wat goed is, recht, elkaar bevrijden.
Dat niet het laatste woord is aan de dood, Gij die tot hier ons vasthoudt in het leven, Gij die ons afgestemd hebt op uw stem, Gij die ons hebt geschapen naar U toe,
12
Brood en beker Inleiding Viering Dankgebed
Wij zingen staande: Nu nog met halve woorden (VL 932; 23-II)
13
Weten voorbij aan alle angst en schijn, en liefde, liefde zal geen woord meer zijn. Lichaam en zwijgen genoeg, en onze namen rusten in licht_ als leeuw en lam tezamen. Nu nog verslaafd, dan waar en vrij, ontketend, onverbloemd. Nu nog in tranen, dan getroost en met mijzelf verzoend.
Zegen
Muziek
Na de dienst is iedereen welkom in de benedenzaal voor koffie, thee en vruchtensap.
14
Aan deze dienst werkten mee: Liturg:
Anja Scheffer
Uitleg en viering:
Gerhard Scholte
Zanggroep o.l.v. Orgel:
Diederick Koornstra Aja Leemans
Aanduiding van de liederen: Bundel I en II: Liturgische gezangen voor de viering van de eucharistie, Gooi en Sticht, Baarn VL: Verzameld Liedboek, Liturgische gezangen op teksten van Huub Oosterhuis, Kok/Halewijn, Kampen. 'God mag weten' (uit: Klankbord van stilte): tekst: Hein Stufkens muziek: Fokke de Vries Lezingen: NBV
Voorbedenboek In de stiltehoek ligt het voorbedenboek. Hier kunt u een naam van een persoon of een intentie in schrijven. Deze zal worden genoemd in de eerstvolgende voorbeden op zondagmorgen.
Kaarsje aansteken Voor of na de dienst kunt u in de stilteplek een kaarsje aansteken en daar even stil bij staan of zitten.
15