Schuld
Worstelen met Schuld
viering in de Keizersgrachtkerk zondag 13 september 2015
Schuld. Op allerlei manieren doortrekt dit ons leven, soms ook zonder dat wij er altijd besef van hebben: persoonlijke schuld, collectieve schuld, existentiële schuld. Hoe gaan wij hiermee om? Wat is het Bijbelse antwoord? 6 september: uitleg Florisca van Willegen Vergeving In het “Onze vader” bidden wij ‘Vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven’. Maar is dat niet veel makkelijker gezegd dan gedaan? Wat is vergeving? Wie vergeeft? 13 september: uitleg Gerhard Scholte Worstelen met schuld We lezen psalm 130 Uit diepten roep ik naar jou. Een psalm over schuld en boete. Schuld(gevoelen) kan een mens heel erg op zichzelf terugwerpen. En dat geworstel kan je de diepte intrekken. Is er een uitweg? 20 september: uitleg Esther van de Panne Ík ben niet begonnen… Kun je collectief schuldig zijn, als land, als samenleving, als groep? Zijn wij nu nog schuldig aan de slavernij uit vorige eeuwen? Zijn wij schuldig omdat we in een maatschappij leven waarin de rijken steeds rijker en de armen steeds armer worden? Moet je kiezen tussen bezwijken onder een ondraaglijke schuldenlast of hardnekkig volhouden dat het jouw schuld niet is? Is er een andere optie?
Voorbereiding Juut Goede-Bruins Slot Dineke Klijnsmit Martyn Mulder Esther van de Panne Sya Pelleboer Gerhard Scholte Reina Steenwijk Florisca van Willegen
Wij oefenen de liederen
Muziek
Begroeting
Wij zingen: Psalm 130: 1,2,3
Zoudt Gij indachtig wezen / al wat een mens misdeed, wie zou nog kunnen leven / in al zijn angst en leed? Maar Gij wilt ons vergeven, / Gij scheldt de schulden kwijt, opdat wij zouden vrezen / uw goedertierenheid.
Ik heb mijn hoop gevestigd / op God den HEER die hoort. Mijn hart, hoezeer onrustig, / wacht zijn verlossend woord. Nog meer dan in de nachten / wachters het morgenlicht, blijf ik, o Heer, verwachten / uw lichtend aangezicht.
Beroep op God
Wij zingen: Heer, ontferm U
Waar het over gaat
Verhaal Wij zingen: ”Dit kan zo niet” (refrein)
Tijdens het naspel kunnen de kinderen naar de kindernevendienst gaan. Ze komen terug in het intermezzo.
Wij lezen: Genesis 4: 1-16 De mens had gemeenschap met Eva zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld. Zij zei: ‘Een man! Ik heb ‘t gedaan gekregen, met behulp van JHWH’ Zij bracht daarna zijn broer Abel ter wereld. Abel werd herder van kleinvee, schapen en geiten. Kaïn werd landbouwer. Het gebeurde na verloop van vele dagen dat Kaïn een offergave bracht aan JHWH van de vrucht van het land. En ook Abel bracht een offergave, van de eerstelingen van zijn kleinvee, van hun vetdelen. JHWH keek naar Abel en zijn offergave, maar naar Kaïn en zijn offergave keek hij niet. Kaïn ontstak in grote woede. En zijn gezicht betrok. JHWH zei tegen hem: ‘Waarom ben je zo woedend, waarom is je gezicht betrokken? Is het niet zo: Als je goed-doet, til het op?! Maar als je niet goed-doet, dan lig jij languit, gericht op de deur van wat doelloos is. Op jou is Abel gericht, jij moet hem leiden.’ Kaïn zei tegen zijn broer Abel: ‘Laten we het veld in gaan.’ Het gebeurde, toen ze in het veld waren, dat Kain opstond, tegen zijn broer en hem doodsloeg. En JHWH zei tegen Kain: ‘Waar is Abel, je broer?’ Hij zei: ‘Dat weet ik niet,’ ‘Moet ik soms waken over mijn broer?!’ Hij zei: ‘Wat heb je gedaan?’ ‘Hoor! De stem van het bloed van je broer schreeuwt naar mij vanaf het land! En nu: verbannen ben jij, weg van aangezicht van dit stuk land, dat zijn mond heeft opengesperd om het bloed van je broer uit jouw hand te ontvangen. Al zul je dit stuk land bewerken, hij zal niet doorgaan, jou je opbrengst te geven. Je zult moeten zwerven en dwalen over de aarde.’ Kaïn zei tegen JHWH: ‘Mijn schuld is te groot om te dragen. Zie, u jaagt mij vandaag weg van het aangezicht van dit land. Ik zal me moeten verbergen voor uw aangezicht. Ik zal moeten zwerven en dwalen over de aarde. En het zal gebeuren dat ieder die mij vindt, mij zal willen doodslaan.’
JHWH zei tegen hem: ‘Dat nooit! Alwie Kain wil doodslaan, die moet rekenen op zevenvoudige wraak.’ En hij stelde een teken op voor Kaïn, dat hem niet zou neerslaan, willekeurig wie hem zou vinden. Toen ging Kaïn erop uit en liep weg van het aangezicht van JHWH. Hij ging wonen in het land van Nod (=Dwaling), ten oosten van Eden. Wij zingen: Verdeeld, verstroefd (VL 194 (1))
Wij lezen: Psalm 130: 1-3 Lied om op te klimmen (naar Jeruzalem).
Uit de diepste diepten roep ik u, JHWH. God, luister naar mijn stem! Laat uw oren gehoor geven aan mijn stem, mijn smeken. Als u, JHWH, mij mijn fouten nadraagt, God, wie houdt dat uit?!
Wij zingen: Kan ik het helpen (refrein)
Wij lezen: Psalm 130:4 Bij u immers is de vergeving! Daaraan ontspringt onze eerbied voor u.
Uitleg
Wij zingen: Tijd van leven (VLB 794)
Tijd van troosten tijd van tranen tijd van mooi zijn tijd van schamen tijd van jagen nu of nooit tijd van hopen dat nog ooit. Tijd van zwijgen zin vergeten nergens blijven niemand weten tijd van kruipen angst en spijt zee van tijd en eenzaamheid. Wie aan dit bestaan verloren nieuw begin heeft afgezworen wie het houdt bij wat hij heeft sterven zal hij ongeleefd. Tijd van leven om met velen brood en ademtocht te delen wie niet geeft om zelfbehoud leven vindt hij honderdvoud.
Intermezzo Mededelingen Collectes: 1. Wijkdiaconie 2. Landelijk jeugdwerk protestantse kerk Muziek
Voorbeden Wij zingen als Tafellied: Gij die het sprakeloze bidden hoort (VL 546)
Brood en Beker Inleiding Viering Dankgebed
Wij zingen staande: Lied van alle dagen (VL 804)(60 II)
Zegen
Muziek
Na de dienst is iedereen welkom in de benedenzaal voor koffie, thee en vruchtensap.
Aan deze dienst werkten mee: Liturgen: Dineke Klijnsmit Reina Steenwijk Uitleg en viering:
Gerhard Scholte
Zanggroep o.l.v. Piano: Orgel:
Jan Krans Annemiek Steinebach Nico Brouwer
Aanduiding van de liederen: Bundel I en II: Liturgische gezangen voor de viering van de eucharistie, Gooi en Sticht, Baarn VLB: Verzameld Liedboek, Liturgische gezangen op teksten van Huub Oosterhuis, Kok/Halewijn, Kampen. ‘Dit kan zo niet’ , tekst en muziek: Ytzen van Osnabrugge ‘Kan ik het helpen’ , tekst: Henk Enserink, muziek: Fred Tuinder ‘Tijd van vloeken en tijd van zegen’: muziek Jan Krans Lezingen: Gerhard Scholte Verhaal: Naar “Vik is vervelend” geschreven door Maki.
Kaarsje aansteken Voor of na de dienst kunt u in de stilteplek een kaarsje aansteken en daar even stil bij staan of zitten. Voorbedenboek In de stiltehoek ligt het voorbedenboek Hier kunt u een naam van een persoon of een intentie in schrijven. Deze zal worden genoemd in de eerstvolgende voorbeden op zondagmorgen.