http://becoss.nl
Lang wachten op staatspensioen De AOW komt later. En: wie in het buitenland woonde heeft een, te repareren, AOW-gat.
http://becoss.nl
De AOW-leeftijd stijgt versneld naar 67 jaar, maar daar blijft het niet bij. De pensioenleeftijd is afhankelijk gemaakt van de gemiddelde levensverwachting. Toch: ook wie in Spanje woont, heeft er recht op. Nederlanders zullen al vanaf januari volgend jaar langer moeten wachten voordat ze in aanmerking komen voor het staatspensioen – de AOW. Wat staat er precies te gebeuren, en vooral ook: kunt u zelf nog wat doen? Er is door politici lang over de AOW gediscussieerd, vele plannen passeerden de revue . Meest recente plan is dat van de coalitiepartners PvdA en VVD. Daarin gaat de AOW-leeftijd sneller omhoog dan in het Begrotingsakkoord 2013 (‘Kunduz’) al was overeengekomen. Wie op 1 januari volgend jaar 65 jaar wordt, krijgt zijn eerste AOW-uitkering pas een maand later: vanaf februari 2013. De AOW-leeftijd loopt vervolgens steeds sneller op. Wie in 2018 65 jaar wordt, krijgt zijn AOW twaalf maanden later dan nu het geval is. Vanaf 2021 moeten 65-jarigen twee jaar wachten op hun eerste AOW-uitkering. Maar de AOW-leeftijd is daarmee niet definitief op 67 jaar vastgepind. Om de vijf jaar kijkt de overheid of de levensverwachting verder stijgt. Zo ja, dan gaat de AOW-leeftijd verder omhoog. Voor wie een baan heeft, en langer door kan werken, hoeft het uitstel van de AOW geen probleem te zijn. Arbeidscontracten lopen automatisch door tot de dag waarop de werknemer AOW-gerechtigd wordt, besloot het kabinet-Rutte I eerder dit jaar. In sommige oudere arbeidscontracten staat nog dat iemand ontslag krijgt op de eerste dag van de maand dat hij 65 wordt, maar die bepaling is nietig verklaard. Slechts een op de drie senioren tussen 60 en 65 jaar werkt op dit moment, maar de meesten ondervinden geen hinder van de verhoging van de AOW-leeftijd. Wie een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft op de dag dat hij 65 wordt, heeft evenmin last van de verhoging van de AOW-leeftijd. Zijn uitkering loopt gewoon door tot de AOW-gerechtigde leeftijd. Een WW-uitkering, die in de kabinetsplannen nog maximaal twee jaar gaat duren, gaat over in een bijstandsuitkering of een zogeheten IOW-uitkering (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen) voor 55-plussers. De IOW is net zo hoog als de AOW, de WW meestal hoger. Een probleem dreigt wel voor 379.000 vroeg-gepensioneerden. Hun zogeheten vut-uitkering stopt onherroepelijk als ze 65 jaar worden. De 26 vut-stichtingen in Nederland hebben geen geld om de vut-uitkeringen langer te laten doorlopen. En ze kunnen moeilijk nog eens extra vut-premie gaan heffen bij werknemers die zelf nooit van de vut zullen genieten. Er ontstaat zo een ‘AOW-gat’ van één maanduitkering voor vutters die in 2013 hun 65ste verjaardag vieren, en een AOW-hiaat van twee maanden als ze in 2014 65 jaar worden. In 2015 zijn alle vutters met pensioen en verdwijnt het probleem. Vutters met voldoende spaargeld kunnen daarop interen, meent het kabinet. Werknemers met een aanvullend pensioen kunnen hun uitkering meestal een of twee maanden eerder laten ingaan om het AOW-gat enigszins op te vangen. Ze krijgen dan wel levenslang een beperkte korting op hun aanvullend pensioen, maar die schade blijft meestal beperkt tot enkele tientjes per jaar. Elsevier Remko Nods 2 VVD en PvdA hebben bovendien een overbruggingsregeling opgetuigd voor mensen met lagere inkomens (tot maximaal 150 procent van het minimumloon) en weinig vermogen. In het kort: zij krijgen een voorschot op hun AOW, dat ze later betalen via een korting op hun AOW-uitkering. Voor wie er gebruik van maakt, komt er een partnertoets en een vermogenstoets, waarbij de waarde van pensioenaanspraken en de overwaarde in de eigen woning overigens buiten beschouwing blijven. Waarschijnlijk zal de regeling
http://becoss.nl
niet op tijd in werking kunnen treden, maar in dat geval krijgen vutters hun geld een paar maanden later, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. Werkenden met lagere inkomens worden ook nog eens extra gecompenseerd, dankzij een nieuwe doorwerkbonus. Als in 2021 de AOW-leeftijd 67 jaar wordt, kunnen werknemers met lage inkomens toch op 65,5 jaar uittreden zonder er financieel op achteruit te gaan. Dat zit zo: werknemers, ook deeltijders, kunnen een ‘werkbonus’ in de vorm van een heffingskorting op de inkomstenbelasting krijgen van maximaal 3.000 euro per jaar als ze doorwerken tussen 61 en 65 jaar. Om ervoor in aanmerking te komen, moeten werknemers ten minste 90 procent van het minimumloon verdienen. De bonus is maximaal bij een inkomen tussen 100 en 120 procent van het minimumloon, en loopt daarboven geleidelijk af. Wie een inkomen heeft van meer dan 175 procent van het minimumloon (2.548 euro bruto) krijgt geen doorwerkbonus meer: de bestaande bonus, waar ook hogere inkomens recht op hadden, vervalt in 2013. Voor hogere inkomens is er geen ontsnappingsroute voor de hogere AOW-leeftijd. Overigens geldt een voorbehoud voor alle nieuwe regelgeving rond de AOW die Rutte en Samsom in het Regeerakkoord aankondigden. VVD en PvdA hebben immers geen meerderheid in de Eerste Kamer. In theorie kunnen de voorstellen van de coalitiepartners dus nog worden aangepast als de Eerste Kamer ze zou afkeuren. De AOW-uitkering is sinds jaren 70 procent van het (netto)-minimumloon. De laatste verhoging was in de zomer van 2012. Een alleenstaande AOW’er krijgt sinds 1 juli bruto 1.085,63 euro per maand. Een gehuwde 65-plusser krijgt 756,39 bruto. Dit is exclusief het vakantiegeld van 507 euro per jaar, dat in mei wordt uitbetaald. Als het minimumloon in januari 2013 omhooggaat, gaat de AOW-uitkering ook iets omhoog. 65plussers met een niet-werkende, met hen samenwonende partner jonger dan 65, krijgen nu nog een toeslag waardoor de AOW uitkomt op 1.479,13 euro per maand. Per 1 juli 2014 willen Rutte en Samsom de partnertoeslag beperken. AOW-gerechtigden die samen met hun partner een inkomen van meer dan 50.000 euro per jaar hebben – exclusief de AOW – moeten de toeslag inleveren. De partnertoeslag verdwijnt overigens in 2015 volledig voor nieuwe AOW-gerechtigden. Maar wie op dat moment al zo’n partnertoeslag kreeg, behoudt die in principe totdat zijn partner AOW-gerechtigd wordt. Tenzij het gezamenlijke inkomen dus hoger is dan 50.000 euro. Elsevier Remko Nods 3 Het verdwijnen van de partnertoeslag treft vooral de groeiende groep tweeverdieners. Vaak willen die op hetzelfde moment met pensioen gaan, maar bij een leeftijdsverschil zal de jongste partner dan te maken krijgen met een forse terugval van het inkomen. Dit fenomeen noemen pensioenadviseurs het ‘tweeverdienersgat’. Het gat is te dichten door tijdig (veel) geld opzij te leggen. Ook kan de jongere partner veelal het aanvullende pensioen eerder laten ingaan, maar ook dan moet wel met een levenslange korting op het pensioen rekening worden gehouden. Niet iedere Nederlander heeft trouwens automatisch recht op een volledige AOWuitkering. Daarvoor moet iemand van zijn 15de tot zijn 65ste verjaardag in Nederland hebben gewoond. Het arbeidsverleden is irrelevant. Huisvrouwen en levenslange renteniers krijgen in principe ook een AOW-uitkering, net als koningin Beatrix. Voor elk jaar dat iemand in het buitenland woonde, wordt de AOW-uitkering 2 procent gekort. Zo kan een fors AOW-tekort ontstaan. Mensen die uitsluitend van de gekorte AOW moeten rondkomen, zouden dan door het bestaansminimum zakken, maar kunnen in dat geval een beroep op de bijstand doen. Immigranten en voormalige expats met een
http://becoss.nl
AOW-gat kunnen in principe extra AOW-jaren inkopen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) door extra AOW-premie te storten. Deze premie is gebaseerd op de minimumpremie, die elk jaar wordt aangepast, maar deze valt al snel fors uit als iemand meerdere jaren moet inkopen. Op de website svb.nl staat een rekenmodule om uit te rekenen of het inkopen voordelig is. Jaarlijks kopen slechts enkele tientallen mensen vrijwillig extra AOW in. Mensen die na hun pensionering in bijvoorbeeld Frankrijk of Spanje gaan wonen, hebben in principe gewoon recht op hun volledige AOW-uitkering. Een eventueel aanvullend pensioen wordt dan niet langer in Nederland belast, tenzij het een pensioen van het ambtenarenfonds ABP betreft. Vooral voor mensen met een hoog aanvullend pensioen kan de belastingheffing in het buitenland een heel stuk lager uitvallen dan in Nederland. Maar daar staan, vooral in Spanje, weer veel problemen met hoge zorgverzekeringspremies tegenover. Nederlandse pensionado’s in Spanje moeten sinds 2006 de Nederlandse premie voor de basisverzekering betalen, terwijl ze aangewezen blijven op de minder goede Spaanse gezondheidszorg. Verzet uiteindelijk toch gebroken Weinig hervormingen ontmoetten zo’n taai verzet als de verhoging van de AOWleeftijd. Een beschrijving van een halve eeuw AOW. De betaalbaarheid van de AOW werd al door zijn bedenkers, bij de invoering in 1957, in twijfel getrokken. ‘Zou de last te zwaar worden in de toekomst, dan is verlichting mogelijk door de pensioengerechtigde leeftijd te verhogen,’ schreef het kabinet-Drees destijds in een toelichting. Profetische woorden, die politici echter lang zouden negeren. De AOW op 65 jaar werd een halve eeuw lang heilig verklaard. In de jaren tachtig kwam de betaalbaarheid van de AOW voor het eerst op de politieke agenda, na een alarmerend artikel in het economenvakblad Economische Statistische Berichten (ESB) over de naderende vergrijzing. De socialistische (DS70) politicus Willem Drees jr. onderzocht de houdbaarheid van de uitkering die zijn vader had ingevoerd en concludeerde dat de AOW kon blijven zoals die was. Een decennium later trachtte de beoogd opvolger van CDA-premier Ruud Lubbers, Elco Brinkman, een versobering van de AOW bespreekbaar te maken. Dat kostte hem in 1994 zijn politieke carrière. Demografische trends hebben het voordeel dat ze decennia van tevoren min of meer nauwkeurig kunnen worden voorspeld. Al begin jaren tachtig wezen economen erop dat er op de top van de vergrijzingsgolf in 2040 slechts twee werkende AOWpremiebetalers zouden zijn voor iedere gepensioneerde. Bij de invoering van de AOW waren dat er zes. In 2012 kost de AOW circa 30 miljard euro. In 2040 zouden de uitgaven, bij ongewijzigd beleid, zijn opgelopen tot 50 miljard (zie ‘Kosten lopen op’ op deze pagina). De AOW zou ondraaglijk worden voor de werkenden. Eind jaren negentig bevroor het paarse kabinet daarom de AOW-premie, die daarvoor stelselmatig steeg, op 17,9 procent van het premieplichtige loon. Al snel was dat te weinig om de stijgende AOW-lasten te financieren. Het tekort werd sindsdien bijgepast uit de schatkist. Hierdoor werd de AOW gedeeltelijk ‘gefiscaliseerd’: gepensioneerden gingen voortaan via de inkomstenbelasting meebetalen aan de AOW. De AOW was niet langer een zuivere volksverzekering.
http://becoss.nl
Na de eeuwwisseling opperden liberale politici om de AOW-leeftijd geleidelijk te verhogen tot 67 jaar. Toch durfde alleen D66 de verhoging in 2006 in haar verkiezingsprogramma op te nemen. De VVD waagde zich daar liever nog niet aan. De crisis vanaf 2008 bracht het moeizame AOW-dossier in beweging. In 2008 kwam het CDA, nota bene de partij die in de jaren negentig door de AOW een verkiezingstrauma opliep, met een voorstel om de AOW-leeftijd geleidelijk naar 67 jaar te tillen. Vooral de vakbonden, en in de Tweede Kamer de SP en de PVV, waren mordicus tegen. Zij vonden dat laaggeschoolde werknemers onevenredig zwaar zouden worden getroffen. Die waren vaak al op zeventienjarige leeftijd begonnen met werken, en zouden pas na vijftig jaar premie betalen van de AOW kunnen genieten. En nog relatief kort ook omdat hun levensverwachting circa zeven jaar korter is dan die van hoogopgeleide werknemers. In 2009 bereikte het vierde kabinet-Balkenende (PvdA, CDA en ChristenUnie) een akkoord over de gefaseerde verhoging van de AOW-leeftijd naar in elk geval 67 jaar. ‘Dat ga ik niet meemaken,’ reageerde toenmalig FNV-voorzitter Agnes Jongerius. Na twee jaar moeizaam onderhandelen sloten de bonden 2011 een pensioenakkoord met de werkgevers en de overheid. Daarin ging de AOW-leeftijd pas in 2020 omhoog. Niet dus. Volgend jaar gaat de AOW-leeftijd al één maand omhoog, besloten PvdA-leider Diederik Samsom en VVD-leider Mark Rutte in september, vooruitlopend op het Regeerakkoord. Wellicht gaat de leeftijd verder omhoog: de AOW is nu gekoppeld aan de levensverwachting. In 2013 besparen ze daarmee 155 miljoen euro.