Landvast Lessen “Zijt niet stout met uw tong, en lui en slap in uw werken”
LANDVAST LESSEN Onderzoek naar de bouw
COLOFON Rekenkamercommissie Alblasserdam: Adres
Postbus 8 3300 AA Dordrecht
Telefoon
(078) 639 6218
E-mail
[email protected]
Internet
www.alblasserdam.nl
Contactpersoon: Naam
Drs. D.V. Hindriks
Telefoon
(078) 639 6217 (06) 51 825 946
E-mail
[email protected]
Het rapport is onder verantwoordelijkheid van de directeur rekenkamer tot stand gekomen. Projectleider: Drs. D.V. Hindriks Onderzoekers: Drs. W. Schneider Drs. D.V.J. Massie Opmaak en redigeren: Mevr. S. Khadjé Publicatie December 2009
2
Want wie van jullie die een toren wil bouwen gaat niet eerst de kosten berekenen, om te zien of hij wel genoeg heeft voor de bouw? Als hij het fundament gelegd heeft maar de bouw niet kan voltooien, zal iedereen die dat ziet hem uitlachen en zeggen: “Die man begon te bouwen, maar het karwei afmaken kon hij niet.”
3
4
VOORWOORD Mei 2008 vraagt de gemeenteraad van Alblasserdam haar rekenkamer een onderzoek te verrichten naar de kostenoverschrijdingen bij de bouw van het Cultureel Centrum. De rekenkamer bewilligt daarin en stuurt op 24 oktober 2008 de startnotitie van dit onderzoek naar de Griffie. Met het versturen van deze notitie vangt het onderzoek officieel aan. In de gesprekken die de rekenkamer voert tijdens de oriëntatie op een onderzoek stel ik vaak de vraag wat mijn gesprekspartner als resultaat verwacht.
In het gesprek met de
portefeuillehouder leidde dat tot de tekst die u op het schutblad terug vindt.
Naar mijn
oordeel is die tekst inderdaad relevant voor de bevindingen, de conclusies en de aanbevelingen. De resultaten van dit onderzoek liggen vast in de nota van bevindingen. De rekenkamer stuurt deze nota juni 2008 naar de gemeentesecretaris voor ambtelijk wederhoor. Vervolgens vindt er september 2009 een verdiepingslag plaats door de rekenkamer. De nota van bevindingen wordt oktober 2009 nogmaals aangeboden aan de gemeentesecretaris. Het verzoek om een bestuurlijk commentaar verzendt de rekenkamer in november 2009. De publicatie vindt in december 2009 plaats. Ik heb gezocht naar een passende titel voor dit rapport. Daarbij heb ik verschillende boeken met wijsheden doorgenomen. De ondertitel van dit rapport is aan één van deze boeken ontleend. Het is het boek Jezus Sirach, één van de apocriefe geschriften. Het boek wordt als volgt beschrevenI “Dit boek is geschreven rond 190 v.C. door Jesua ben Elazar ben Sira, een inwoner van Jeruzalem. Het behoort tot de wijsheidsliteratuur: geschriften met een didactisch karakter. [.…] Door de combinatie van moraal en geschiedenis werd het boek door de vroegchristelijke Kerk veel gebruikt als leerboek (Liber Ecclesiasticus betekent kerkboek).”
Ik
spreek graag de hoop uit dat bij de behandeling van het rapport wijsheid betracht mag worden door alle betrokkenen. Opdat dit onderzoek een groot leereffect voor raad, college en ambtelijke organisatie zal hebben. Ik wens u veel leesplezier toe! Rik Hindriks Directeur rekenkamer Dordrecht
I
http://www.statenvertaling.net/apocriefen.html
5
6
INHOUDSOPGAVE 1.
BESTUURLIJKE SAMENVATTING
2.
BESTUURLIJKE REACTIE
13
3.
INLEIDING
17
4.
ONDERZOEKSOPZET
19
5.
6.
7.
8
4.1
Aanleiding
19
4.2
Probleemstelling
19
4.3
Onderzoekstechnisch ontwerp
20
4.4
Leeswijzer
21
BESCHRIJVING PROJECT
22
5.1
Initiatieffase: maart 2001 – september 2002
22
5.2
Haalbaarheidsonderzoek: oktober 2002 – juni 2003
26
5.3
Locatiestudie: juni 2003 - mei 2004
30
5.4
Voorlopig Ontwerpfase: mei 2004 – april 2005
34
5.5
Definitief Ontwerp: april 2005 – augustus 2005
38
5.6
Bestekfase: september 2005 – mei 2006
40
5.7
Bouwvoorbereiding: mei 2006 – september 2006
44
5.8
Uitvoeringsfase: september 2006 – juni 2008
46
5.9
Faillissement: juli 2008 – december 2008
54
5.10
Oplevering: december 2008
60
5.11
Verantwoording
62
OORDEEL REKENKAMER
68
6.1
Onderbouwing van de vier normen
68
6.2
Oordeel op de vier normen
72
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
77
7.1
Vraagstelling
77
7.2
Beschouwing
78
7.3
Vraagstelling
82
7.4
Aanbevelingen
86
BIJLAGEN
90
Bijlage 1 Interviews
90
Bijlage 2 Afkortingen
91
Bijlage 3 Bestedingen per jaar
92
Bijlage 4 Literatuurlijst
93
Bijlage 5 Reactie SSCCA en Deloitte Accountants b.v.
96
EINDNOTEN
101
7
1. BESTUURLIJKE SAMENVATTING Sinds december 2008 beschikt Alblasserdam weer over een modern Cultureel Centrum. Het wordt sinds de opening intensief gebruikt en de rekenkamer begrijpt uit gesprekken met ambtenaren, burgers en berichten uit de pers dat het zeer wordt gewaardeerd. Dat bleek ook uit enkele toespraken tijdens de beëdiging van burgemeester Blase. Landvast vormt nu het culturele hart van de gemeente Alblasserdam. Veel uitvoeringen vinden in het druk bezochte Culturele Centrum plaats. Het Centrum wordt gebruikt door Alblasserdammers en mensen uit de regio. Landvast is daarmee een goed functionerende voorziening. Het is ook een beeldbepalend, markant en mooi vorm gegeven gebouw met een grote uitstraling, het oogst waardering in de wereld van architectenII. Het gebouw is tegelijk, vergeleken met accommodaties elders (zie foto 1), verhoudingsgewijs bescheiden en ook in die zin past Landvast bij Alblasserdam.
Foto 1: Het Kulturhuset van Hammerfest. Hammerfest heeft 9.493 inwoners.
Het Cultureel Centrum Landvast zou volgens de eerste ramingen een bijdrage van € 3.375.000 uit de eigen middelen van de gemeente vragen. Het ziet er naar uit dat die bijdrage uit eigen middelen beperkt kan blijven tot € 3.414.450. Dat is een uiterst bescheiden overschrijding van slechts 1%. Dat komt door de hoger dan verwachte opbrengst van locaties die vrij zijn gekomen en worden ontwikkeld. Die opbrengst is overigens onzeker vanwege de gevolgen van de financiële crisis en intussen heeft de raad besloten het werken met “donorlocaties” los te laten. Ondanks het succes van deze voorziening en de bescheiden overschrijding van de eigen bijdrage heeft de gemeenteraad de rekenkamer gevraagd om een onderzoek te doen naar het project Nieuwe Wipmolen ofwel Landvast. De reden was dat de raad wilde weten of er II
8
Zie onder andere www.architectenweb.nl
overschrijdingen waren, wat daarvan de oorzaak was en hoe ze was geïnformeerd door het college. Uit dit onderzoek blijkt dat het door de raad bij het begin beschikbaar gestelde krediet van per saldo € 7.464.000 met circa € 1.352.722 of 18% zal worden overschreden. Het heeft ook lang geduurd voordat het gebouw er stond. In 2001 wordt toegezegd dat het nieuwe Culturele Centrum eind 2004 wordt opgeleverd. De opleverdatum wordt steeds uitgesteld. Uiteindelijk is het Centrum in december 2008 geopend. Uit dit onderzoek blijkt dat de raad te laat, onvolledig en in enkele gevallen onjuist is geïnformeerd door (leden van) het college. Ondanks door de raad goedgekeurde toevoegingen aan het eerste krediet blijkt de besteding tenminste € 413.106 hoger te zijn dan geautoriseerd. Die hogere besteding is zo niet formeelIII, dan toch in ieder geval materieel in strijd met besluiten van de raad en daarmee onrechtmatig. De resultaten van het onderzoek zijn in dit rapport vastgelegd. We hopen met dit rapport bij te dragen aan het trekken van lessen door college en raad uit de gang van zaken tijdens de ontwikkeling van Landvast. Informatievoorziening aan de raad Het onderzoek richt zich op de informatievoorziening aan en de controlerende rol van de gemeenteraad. De centrale vraag in het onderzoek is hoe de gemeenteraad door de wethouders is geïnformeerd over de voortgang van het project.
Foto 2: Het college uit 2002, bestaande uit v.l.n.r. de heren De Gruijter, Zevenbergen, V.d. Berg, Den Hollander en Dekker.
III
Voor de formele beoordeling moet een verstrekte subsidie van € 816.000 mogelijk buiten beschouwing worden gelaten.
9
Ongevraagd informeren De rekenkamer concludeert in dit rapport dat de betrokken wethouders de raad onvoldoende hebben geïnformeerd. De wethouders die tussen 2001 en 2009 verantwoordelijk zijn, hebben zich terughoudend opgesteld ten aanzien van het ongevraagd informeren aan de raad. Dat betreft vooral informeren over de voortgang van het project. Na de afronding van een projectfase ontvangt de raad geen voortgangsrapportage.IV Daarnaast beschikken de wethouders over relevantie informatie waarvan de raad volgens de rekenkamer zeker op de hoogte had moeten worden gesteld. De rekenkamer noemt hierbij vijf voorbeelden:
¾
Informatie over het Voorlopig Ontwerp (VO). De wethouder zegt in mei 2003 de raad toe over dit Ontwerp te informeren, voordat de planologische procedures worden gestart. Dat gebeurt echter niet.
¾
Het veronderstelde aanbestedingsvoordeel. Begin 2006 besteedt de gemeente de bouw van het Culturele Centrum aan. In een raadsvoorstel schrijft de wethouder dat hij verwacht
hierbij
een
aanbestedingsvoordeel
te
kunnen
realiseren.
Dit
terwijl
projectbegeleidings- bureau BBN de wethouder laat weten dat de bouwkosten hoger zullen
uitvallen
dan
het
beschikbare
budget.
BBN
acht
de
kans
op
aanbestedingsvoordeel in de huidige markt “zeer gering”. ¾
Uit
een
uitgevoerde
second
opinion
blijkt
dat
meerkosten
ontstaan
in
het
installatiewerk door fouten van de ontwerper. Dat zal leiden tot aanzienlijk meerwerk, potentieel af te dekken met een claim op de ontwerper. College en raad worden niet geïnformeerd door de wethouder. ¾
Er wordt een administratieve verkeerde boeking van € 861.000 gemaakt. Deze boeking wordt na een gesprek met de accountant gecorrigeerd. De wethouder van Financiën is hiervan op de hoogte. Hij rapporteert deze boeking niet aan de raad.
De rekenkamer concludeert ook dat de informatie niet betrouwbaar was: ze was niet tijdig, onvolledig en onjuist. Zo licht de wethouder de raad een half jaar te laat in over de overschrijdingen. Dit gebeurt tijdens een BIO in oktober 2007. Vervolgens komt er een raadsinformatiebrief eind april 2008, drie weken voor het faillissement van de aannemer. De informatie in deze brief is onjuist. De wethouder schrijft dat hij een onderzoek heeft ingesteld naar de financiële situatie van de aannemer. Doch, de rekenkamer constateert dat dit onderzoek nooit is uitgevoerd. Daarnaast wijkt het in deze brief genoemde boetebedingbedrag af van het bedrag genoemd in het bestek. De informatie is ook onvolledig. De wethouder deelt niet mee dat de bankgarantie van de aannemer is verlaagd van € 400.000 naar € 200.000. Bij de aanvraag om het krediet te verhogen met € 935.000 wordt in het raadsvoorstel vermeld dat de reden van de overschrijding het faillissement van de aannemer is. Dat is niet gebaseerd IV
Dit terwijl het College in het raadsvoorstel risicoanalyse exploitaties (januari 2004) toezegt dat zij op grond van haar actieve informatieplicht ingeval er tussentijds sprake is van nieuwe ontwikkelingen of incidenten, waarbij het door de raad gestelde kader in gevaar komt, dit meteen aan de raad zal melden.
10
op een analyse van de kosten. Uit de analyse van de rekenkamer blijkt dat de overschrijding vooral is veroorzaakt door de installaties, de inrichting en honoraria. Ook wordt niet vermeld dat compensatiemogelijkheden niet zijn benut. Gevraagd informeren Raadsleden hebben het recht de wethouder(s) te bevragen over onderwerpen. De rode draad in het project is dat raadsleden zelden hebben geïnformeerd naar de voortgang van het project. De rekenkamer heeft geen schriftelijke vragen gevonden over het bouwproces. Alleen als de wethouder naar de raad komt voor de aanvraag van een (extra) krediet, stellen de raadsleden vragen. Deze vragen richten zich vooral op de donorlocaties. Uit de verkoop van deze locaties moest de bouw van Landvast mede worden betaald. Over het voortdurend uitstellen van de opleverdatum stelt de raad geen kritische vragen. De raadsleden vragen niet door, sommige plaatsen wel een opmerking. Eén sporadisch voorbeeld is een kritische vraag over de kosten, welke wordt gesteld in mei 2009 vanuit de SGP-fractie. De wethouder beantwoordt deze vraag onjuist. Controlerende rol van de raad Het eerste deel van de centrale vraag gaat over de informatievoorziening van de wethouders naar de raad. Het blijkt dat deze onvoldoende is bij het bouwproject. Het tweede deel van de centrale vraag gaat over de toereikende reactie van de raad op de ontvangen informatie. De rekenkamer heeft toereikendheid gemeten aan de hand van de kaderstellende en vooral de controlerende rol van de raad. De rekenkamer concludeert dat de raad financiële kaders heeft gesteld en vasthoudend is ten aanzien van specifieke onderwerpen, zoals de donorlocaties. Echter de rekenkamer concludeert ook dat de gemeenteraad niet vraagt naar de voortgang van het project of de overschrijdingen. De raad reageert, in de ogen van de rekenkamer, niet alert én stelt zich niet actief genoeg op. Overigens wordt de raad daarbij ook niet geholpen door haar financiële vertrouwenspersoon de accountant. Die kiest een zeer formele positie, ook wanneer ze materiële afwijkingen in projecten constateert en verwoordt de bevindingen zeer abstract in haar rapportage. Aanbevelingen aan het college Op grond van de conclusies, doet de rekenkamer de volgende aanbevelingen aan het college: 1.
Er dient voor gezorgd te worden dat uiterlijk op 1 juli 2010 de gemeenteadministratie
daadwerkelijk
wordt
ingericht
en
gehanteerd
voor
alle
projectrapportages. 2.
Maak bij de keuze van de aannemer en tijdens het bouwproces van groteV projecten een grondige analyse van de financiële positie van de geselecteerde aannemer.
3.
Informeer, wanneer het om grote projecten of een politiek gevoelige kwestie gaat, de raad binnen een week nadat informatie over grotere afwijkingenVI bekend is geworden.
V Een suggestie voor “groot” is een doorlooptijd van meer dan 18 maanden (dat is de periode tussen indiening van en rapportage over de begroting) en een omvang van meer dan 1 miljoen.
11
4.
Introduceer per 1 juli 2010 een rapportagemethode waardoor college en raad vroegtijdig signalen krijgen bij (dreigende) kostenoverschrijdingen. Neem in deze methode op dat elke fase van een groot project wordt afgesloten met een go/no go document voor de raad.
5.
Tenslotte beveelt de rekenkamer de wethouder aan om vragen tijdig, volledig en juist te beantwoorden.
Foto 3: v.l.n.r. wethouder Ad Cardon, gemeentesecretaris Rianne van den Berg, burgemeester Bert Blase, wethouder Sjoerd Veerman en wethouder Catharina Leeuwis
Aanbevelingen aan de raad Naast aanbevelingen aan het college worden in dit onderzoek ook aanbevelingen aan de raad gedaan. 6.
Wees als raad alert en vraag kritisch door op de informatie die de wethouder levert. Neem per 1 januari 2010 in de financiële verordening op dat bij de start van grote projecten een tweede opinie onderzoek in opdracht van de raad wordt uitgevoerd.
7.
Vraag
als
raad
bij
grote
projecten
naar
periodieke
overzichten
of
voortgangsrapportages, stel eisen aan de inhoud en bespreek deze met de wethouder voordat kredieten worden goedgekeurd. 8.
Overweeg bij grote of politiek gevoelige projecten de accountant te vragen om bij de interim-controle en de jaarrekening in het kader van de natuurlijke adviestaak specifiek aandacht te besteden aan de projectrapportages en projectdossiers en daarover te rapporteren aan de auditcommissie.
VI
Een suggestie voor een “grote afwijking” is meer dan 5% van de kredietregel of meer dan 2 maanden uitloop op de planning.
12
2. BESTUURLIJKE REACTIE Het college van Alblasserdam heeft onderstaande bestuurlijke reactie gestuurd. Aan de voorzitter van de rekenkamercommissie Alblasserdam, de heer D.V. Hindriks
Geachte voorzitter, Op 18 november 2009 hebben wij van u het onderzoeksrapport ‘Cultureel Centrum Landvast; Onderzoek naar de Bouw’ ontvangen, met het verzoek om een bestuurlijke reactie. Het onderzoek richtte zich op de informatievoorziening aan en de controlerende rol van de gemeenteraad.
Op basis van uw onderzoek trekt u conclusies en doet u een aantal
aanbevelingen zowel richting raad als richting college. In onze bestuurlijke reactie richten wij ons primair op de zaken die betrekking hebben op het college. Voorop gesteld vinden wij dat het positief is dat in een roerige periode in Alblasserdam een project met deze uitstraling tot stand kon komen. Landvast is het culturele hart van de gemeente Alblasserdam: een goed functionerende en beeldbepalende voorziening voor de hele Alblasserdamse samenleving en daarbuiten.
Voortgang project In het onderzoeksrapport concludeert u dat de oplevering van Landvast gaandeweg het project steeds is opgeschoven (van eind 2004 tot december 2008). Het uitstel van oplevering is steeds aan de raad gemeld. De realisatie van Landvast heeft langer geduurd dan voorzien. Wij onderkennen dat, maar zien ook dat er nu een voorziening staat om blij mee te zijn. U concludeert in het onderzoeksrapport dat de raad door de wethouders onvoldoende is geïnformeerd
over
de
voortgang
van
het
project.
Het
proces
en
de
wijze
van
informatievoorziening aan de raad is niet altijd optimaal geweest. Het is goed om vast te stellen dat er nooit sprake is geweest van ‘bewuste informatieonthouding’. Zeker met de wetenschap van nu zijn wij met de rekenkamercommissie van mening dat in zo’n lang traject meer overlegmomenten met de raad wenselijk waren geweest. Juist die lange duur van het project maakt dat wij genuanceerder kijken naar bepaalde momenten van informatievoorziening dan de rekenkamercommissie. Aan de ene kant constateert de rekenkamercommissie terecht dat de raad had moeten worden geïnformeerd. Bijvoorbeeld over de opdracht aan BBN om onderzoek te doen naar drie mogelijke locaties voor het Cultureel Centrum, de stedenbouwkundige studie van Minos & Twisk en over het eindrapport van de werkgroep Nieuwbouw De Wipmolen. De raad had tevens eerder op de hoogte moeten worden gesteld van de overschrijding bij ‘installaties’ (herstelwerkzaamheden als gevolg van foutief bestek). Aan de andere kant zijn er ook momenten aan te wijzen waarvan de rekenkamercommissie stelt dat de raad had moeten worden geïnformeerd maar waarvan wij vinden dat dit niet zo beoordeeld had mogen worden. Het oordeel moet plaatsvinden met de wetenschap en de verwachting van toen.
13
Een voorbeeld is het feit dat niet aan de raad is gemeld dat de gemeente een jurist in de arm heeft genomen om de juridische consequenties van de mogelijke latere oplevering door de bouwer in beeld te krijgen. Het inhuren van medewerkers voor projecten behoort tot de dagelijkse gang van zaken van een ambtelijke organisatie en het is niet gebruikelijk om dit melden aan de raad. Ook willen wij als college nog aangeven dat de veronderstelling dat de raad niet is geïnformeerd over de verlaging van de bankgarantie (van vier naar twee ton) niet juist is. In de besloten commissie Samenleving van 10 oktober 2007 en tijdens een door het college georganiseerd werkbezoek voor de raadsleden naar Landvast (22 mei 2008) is dit onderwerp van gesprek geweest. Wij kunnen dan ook uw conclusie niet onderschrijven.
Financiële administratie De rekenkamer constateert dat het project achteraf meer heeft gekost. Verschillende bedragen worden genoemd. Voor dit punt willen wij u verwijzen naar de raadsinformatiebrief van oktober 2009. De strekking van deze brief is dat wij als gevolg van een administratieve fout bij de jaarrekening 2008 abusievelijk in de uitputting van het krediet geen rekening hebben gehouden met de inrichtingskosten van € 861.000 van 2007. Daarom hebben wij tot en met september 2009 in de veronderstelling geleefd dat het project zich binnen de financiële bandbreedte bewoog. In diezelfde raadsinformatiebrief concluderen wij dat we uiteindelijk geconfronteerd blijven met extra netto kosten van € 481.000 en dat het in de lijn ligt om deze uiteindelijk te dekken uit extra te genereren middelen uit de grondexploitatie (bovenop het bedrag dat daarvoor al is geraamd).
Bestuurlijke retrospectie Na de definitieve bouwkundige afronding zullen wij – vanuit het oogpunt van de lerende organisatie- terugblikken op het project. Los van deze terugblik hadden wij al maatregelen getroffen om de sturing op projecten te verbeteren (zie verderop in onze bestuurlijke reactie bij het kopje: ‘verbeterslagen: projectsturing’). Vooruitlopend op de terugblik zien wij dat de toenmalige projectorganisatie – ook met ondersteuning van derden - niet voldoende was toegerust om een groot project als Landvast aan te kunnen. Te denken valt aan het ontbreken van projectcontrol. Bovendien is bij het project Landvast sprake geweest van wisselende ambtelijke (vaak inhuur) en bestuurlijke verantwoordelijken en stond projectmatig werken organisatiebreed in de kinderschoenen. Dit heeft de bestuurlijke regie op het project Landvast bemoeilijkt. Aanbevelingen In het rapport verstrekt de rekenkamercommissie de volgende aanbevelingen: 1.
Er dient voor gezorgd te worden dat uiterlijk op 1 juli 2010 de gemeenteadministratie daadwerkelijk wordt ingericht en gehanteerd voor alle projectrapportages.
2.
Maak bij de keuze van de aannemer en tijdens het bouwproces van grote projecten een grondige analyse van de financiële positie van de geselecteerde aannemer.
14
3.
Informeer, wanneer het om grote projecten of een politiek gevoelige kwestie gaat, de raad binnen een week nadat informatie over grotere afwijkingen bekend is geworden.
4.
Introduceer per 1 juli 2010 een rapportagemethode waardoor college en raad vroegtijdig signalen krijgen bij (dreigende) kostenoverschrijdingen. Neem in deze methode op dat elke fase van een groot project wordt afgesloten met een go/no go document voor de raad.
5.
Beantwoord alle vragen van de raadsleden betrouwbaar.
Over deze aanbevelingen willen wij het volgende opmerken. Voor wat aanbeveling drie betreft vinden wij dat de genoemde termijn van één week niet altijd haalbaar en wenselijk is bij complexe zware zaken. Wij zouden graag deze termijnstelling van één week willen veranderen in “zo spoedig mogelijk”. Bij aanbeveling vijf willen wij benadrukken dat dit in zekere zin een open deur is en dat betrouwbaarheid altijd ons uitgangspunt is en is geweest in ons bestuurlijk handelen. Daarnaast zien wij dat aanbeveling één, twee en vier in de lijn liggen van de maatregelen die we de afgelopen tijd hebben getroffen om projectmanagement te versterken.
Verbeterslagen: projectsturing Een belangrijke (reeds getroffen) maatregel ter versterking van de projectsturing is de invoering van project-control, dat nu afzonderlijk van de werkeenheid PRM van RMO is vormgegeven bij Concernstaf. Een projectcontroller toetst namens de opdrachtgever de (financiële) voortgang van het project aan de (budgetaire) kaders. Hij bewaakt de integrale verantwoordelijkheid van de bestuurlijke opdrachtgever en projectleider. Daarnaast adviseert hij de bestuurlijke opdrachtgever en de projectleider over de risico’s. Verder is in 2009 het projectmatig werken verder ingebed in de organisatie. In maart 2009 is het interne project ‘projectmatig werken’ opgepakt door de nieuw aangestelde coördinator van PRM. Doelstelling is het professionaliseren van het projectmanagement, zowel binnen PRM als in de rest van de organisatie. Onderdeel van het project is ook het invoeren van formats voor besluitvorming,
rapportages,
plannen
van
aanpak,
etc.
In
de
vergadering
van
de
auditcommissie van 19 november 2009 is vastgesteld dat de voorgestelde formats ‘verslaglegging projecten’ een hele verbetering zijn. Het overzicht van alle projecten op één A4, waarbij het voor raadsleden direct duidelijk is waar de knelpunten zitten, wordt verwacht in de bestuurlijke projectrapportage behorend bij de eerste Burap 2010. Een andere ontwikkeling die ons gaat helpen om te verbeteren is de ontwikkeling dat binnen Drechtsteden gefaseerd wordt gewerkt aan één sterke/stevige projectmanagementorganisatie voor de regio die past bij zowel de behoefte van de individuele gemeenten als bij die van de regio Drechtsteden.
15
Maatschappelijk resultaat: prachtige voorziening Tenslotte willen wij afsluiten met dezelfde strekking waarmee u zelf uw bestuurlijke samenvatting begint. Het ‘maatschappelijk resultaat’ Landvast kan worden omschreven als een succes. Een voorziening om blij mee te zijn, waar zo velen uit het dorp bij betrokken zijn, vaak in hun vrije tijd, dat verdient waardering. Inmiddels hebben al 100.000 bezoekers genoten van de bioscoop in dit unieke gebouw.
burgemeester en wethouders
secretaris,
burgemeester,
Foto 4: 100.000ste cinemabezoeker Landvast
16
3. INLEIDING De rekenkamer heeft op verzoek van de gemeenteraad onderzoek gedaan naar de nieuwbouw van het Cultureel Centrum in Alblasserdam. Dit rapport onderzoekt de informatievoorziening ten aanzien van kostenoverschrijdingen bij de nieuwbouw van het Cultureel Centrum in Alblasserdam. Over de nieuwbouw van dit Cultureel Centrum is de laatste jaren in de raad en het college veel gesproken. De oude Wipmolen, die november 1958 voor het eerst haar deuren opende, is een gedateerd gebouw. Sinds de opening is het gebouw diverse malen verbouwd. Zo zijn in de jaren tachtig een kleine zaal en een bioscoop gerealiseerd. Gemiddeld trekt het Cultureel Centrum tussen de 150.000 en 200.000 bezoekers.1 Eind van de vorige eeuw verkeert het gebouw in een slechte bouwkundige staat.
Foto 5+6: Ingang de Wipmolen en parkeervoorziening
Een discussie in de gemeenteraad over de toekomst van De Wipmolen volgt. In 2001 aanvaardt de raad een door het college opgestelde notitie. Het college werpt de vraag op of in de gemeente een nieuw Cultureel Centrum gebouwd moet worden. Voor de eerste fase wordt circa € 181.000 uitgetrokken. De VVD-fractie is tegen, vanwege de financiële situatie van de gemeente. De CDA-fractie vindt dat er geen budgettaire overschrijdingen mogen plaatsen. D66 dringt aan op een realisatie binnen vier jaar. Als reactie hierop antwoordt wethouder De Gruyter, van Ruimtelijke Ordening, later Welzijn, dat het totale budget zich tussen circa € 2,3 miljoen en € 4,5 miljoen zal bewegen.2 Vervolgens duurt het circa vijf jaar voor de eerste paal de grond ingaat. Dat gebeurt in september 2006. Twee jaar later, in december 2008, wordt het Cultureel Centrum, dat de naam Landvast heeft gekregen, geopend door wethouder Veerman. Het nieuwe gebouw telt tal van publieksruimten: een grote zaal, twee filmzalen, oefenruimte voor de muziekvereniging, een sport- en balletzaal en een biljartzaal. Er is ook een zaal waar
17
bruidsparen kunnen trouwen. Het gebouw is groter dan de inmiddels gesloten Wipmolen. Ook de media besteedt aandacht aan de opening.3 Zo zegt de penningmeester van De Wipmolen in dé Weekkrant ‘De Vonk’ dat “Landvast in de plaats van maar liefst vier gebouwen [komt], die allemaal in slechte staat verkeerden”.4
Foto 7: Het nieuwe Culturele Centrum
18
4. ONDERZOEKSOPZET 4.1
Aanleiding
Cultureel Centrum Landvast is een modern gebouw, waarover de gebruikers tevreden zijn. Toch doet de rekenkamer onderzoek naar de bouw van dit Centrum. De raadsleden zijn over de bouw minder tevreden. Bij hen bestaat het beeld dat de bouw van Landvast meer heeft gekost en langer heeft geduurd dan gepland. Daarnaast vindt een deel van de raad dat zij tijdens de bouw- onvoldoende is geïnformeerd door het college. Naar hun perceptie hadden zij daarom onvoldoende inzicht in de omvang van de hierboven genoemde overschrijdingen. Overschrijdingen die bovendien door het faillissement van de aannemer groter zijn geworden.5 Maart 2006 voteert de raad een krediet van € 7.724.000 voor de bouw van het Cultureel Centrum. Februari 2007 verhoogt hij het bouwbudget met € 250.000 ten behoeve van een VVV functie.6 Na het faillissement van de hoofdaannemerVII besluit de raad juli 2008 een extra krediet van € 953.000 te accorderen. De totale kosten van de bouw van het Cultureel Centrum zijn dan begroot op € 8.927.000. Deze kosten komen, voor het grootste deel ( € 8.217.000), ten laste van de algemene reserve van de gemeente. € 710.000 wordt door derden opgebrachtVIII. Tijdens een bijeenkomst met de rekenkamer in juni 2008 over het bouwproces van het project LandvastIX wordt deze ontevredenheid nog eens geventileerd. Een aantal raadsleden vindt dat zij te laat zijn geïnformeerd over het verloop van de kosten. Het project is naar hun mening te duur uitgevallen. 4.2
Probleemstelling
De probleemstelling omvat het doel van het onderzoek, de centrale onderzoeksvraag en een aantal deelvragen. Na overleg met de raadsleden, besloot de rekenkamer het project Landvast te bestuderen vanuit
twee
invalshoeken:
de
oorzaken
van
de
kostenoverschrijding
en
de
informatievoorziening naar de raad. De doelstelling van het onderzoek is derhalve het in de toekomst voorkomen van grote overschrijdingen en het verbeteren van de informatievoorziening aan de gemeenteraad.
VII
Zie paragraaf 5.9. Dit bedrag is opgebouwd uit € 260.000, afdracht derden, bestaande € 160.000 Stichtingsbestuur De Wipmolen en € 100.000 sponsorgelden (zie raadsvoorstel januari 2006), € 250.000 van het Drechtstedenbestuur (zie raadsvoorstel januari 2007) en € 200.000 aan bankgarantie (zie raadsvoorstel juni 2008). IX De Bijeenkomst Informatie en Opinie (BIO) werd gehouden op 12 juni 2008. VIII
19
Gelet op de doelstelling is de centrale vraag in dit onderzoek: Hoe is de gemeenteraad door het collegeX geïnformeerd over de voortgang (waaronder de kostenoverschrijdingen) van het project en is toereikend op deze informatie gereageerd? Op grond van de centrale vraag worden deelvragen gesteld. Deze deelvragen zijn op te splitsen in beschrijvende en evaluerende vragen: 1.
Wat is er door het college aan de gemeenteraad gerapporteerd met betrekking tot kostenoverschrijding en was deze rapportage tijdig? (beschrijvende vraag).
2.
Wat had door het college aan de gemeenteraad moeten rapporteren? (evaluerende vraag).
3.
Welke besluiten hebben het college en de gemeenteraad genomen op de ontvangen informatie? (beschrijvende vraag).
4.
Welke besluiten hadden het college en de gemeenteraad op de ontvangen informatie moeten nemen? (evaluerende vraag).
4.3
Onderzoekstechnisch ontwerp
Normenkader Ten aanzien van de beantwoording van deze deelvragen maakt de rekenkamer gebruik van normen. Bij de informatievoorziening betreft dat een aantal normen die te herleiden is aan wetgeving en bindende afspraken. Bijvoorbeeld de gemeentewet en het, door de raad van Alblasserdam vastgestelde, handvest actieve informatieplicht. Met betrekking tot de kostenontwikkeling en -beheersing valt te denken aan interne werkafspraken, zoals besluiten van het managementteam of afdelingshoofden voor hun afdelingen of tussen de ambtelijke opdrachtgever en externen, bijvoorbeeld het contract met de aannemer. Ook maakt de rekenkamer bij het formuleren van normen gebruik van gedeelde wetenschappelijke inzichten. Het normenkader heeft betrekking op de deelvragen 2 en 4; ze veronderstellen een gewenste situatie (‘zo behoort het te zijn’), afkomstig van normen. Om de deelvragen 1 en 3 te kunnen beantwoorden, zal de rekenkamer het werkelijke procesverloop beschrijven. De lezer moet immers ook weten ‘hoe het is gegaan’. Bij deze deelvragen hanteert de rekenkamer geen normenkader. Afbakening De rekenkamer heeft het onderzoek afgebakend. Niet alle facetten van het project zijn onderzocht. Zo is niet gekeken naar onderwerpen als: rechtmatigheid. Ook de vraag of de gemeente voldoende ambtelijke capaciteit had voor een dergelijk groot project, blijft X
In het rapport wordt gesproken over de wethouder op de momenten waarop de verantwoordelijke portefeuillehouder een eigen politieke verantwoordelijkheid naar de raad heeft. Dat laat onverlet dat het college als geheel verantwoordelijk is voor de informatievoorziening aan de raad.
20
onbeantwoord. De rekenkamer kijkt met name naar het verloop van de bouw- en stichtingskosten en de informatievoorziening vanuit het college naar de raad. Het project Landvast is gefaseerd uitgevoerd. Hieronder treft de lezer een overzicht van de doorlopen fases aan. Tabel 1: Overzicht fasering Datum
Fasering
maart 2001 – september 2002
Initiatieffase
oktober 2002 - juni 2002
Haalbaarheidsstudie
juni 2003 – mei 2004
Locatiestudie
mei 2004 – april 2005
Voorlopig Ontwerpfase
april 2005 – augustus 2005
Definitief Ontwerpfase
september 2005 – mei 2006
Bestekfase
mei 2006 – september 2006
Bouwvoorbereiding
september 2006 – juni 2008
Uitvoering
juli 2008 – december 2008
Faillissement
december 2008
Oplevering Landvast
Materiaalverzameling De rekenkamer heeft gebruikt gemaakt van documenten zoals raadsvoorstellen, verslagen, voortgangsrapportages,
notities
en
onderlinge
schriftelijke
correspondentie
(brieven,
verstuurde mails). Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met diverse belanghebbenden (raadsleden, wethouders en ambtenaren). De rekenkamer heeft gekozen voor interviews omdat sommige verslagen summier zijn. Dat betreft de college- en stuurgroepverslagen. Deze interviews leverden nieuwe aanknopingspunten (documenten) op. De gemeente heeft gedurende het project gebruik gemaakt van de diensten van een extern projectbegeleidingsbureau. BBN, dat naar eigen zeggen marktleider is op het gebied van bouwkostenmanagementXI, heeft in het verleden een groot aantal overheden geadviseerd bij de realisatie van projecten. Lopende het onderzoek heeft het projectbegeleidingsbureau veel informatie geleverd aan de rekenkamer. In de bijlage is overigens een overzicht opgenomen van de geïnterviewden. Langs deze weg bedankt de rekenkamer alle belanghebbenden die een bijdrage hebben geleverd aan dit onderzoek. 4.4
Leeswijzer
Het rapport bestaat uit 6 hoofdstukken. In hoofdstuk 1 treft u de bestuurlijke samenvatting aan. In hoofdstuk 3 en dit hoofdstuk (4) worden de aanleiding en opzet toegelicht. In hoofdstuk 5 volgt een beschrijving van het project. Haar oordeel over de informatievoorziening aan de raad, spreekt de rekenkamer in hoofdstuk 6 uit. In hoofdstuk 7 beantwoordt de rekenkamer de deelvragen en verwoordt zij haar conclusies. Aan het eind van dit hoofdstuk wordt een achttal aanbevelingen gedaan. XI
www.bbn.nl
21
5.
BESCHRIJVING PROJECT
In dit hoofdstuk beschrijft de rekenkamer de totstandkoming van het Cultureel Centrum. Het hoofdstuk is chronologisch van aard en beschrijft de verschillende fasen die zijn doorlopen (zie hieronder figuur 1). Hierbij maakt de rekenkamer gebruik van de fase-indeling die ook de gemeente heeft gebruikt. Per fase wordt –voor zo ver mogelijk is - gekeken naar de gremia, waar besluitvorming plaatsvindt: de gemeenteraad (de bestuurlijke opdrachtgever) en het college (de bestuurlijke opdrachtnemer/ambtelijke opdrachtgever). 5.1
Initiatieffase: maart 2001 – september 2002
De initiatieffase is de eerste fase waarin de voorbereidingen voor de bouw plaatsvinden. Notitie De Nieuwe Wipmolen (DNW) Maart 2001 stemt het college in met de ambtelijke notitie “De Nieuwe Wipmolen”7. In deze notitie, die is opgesteld op verzoek van het college, staat dat de gebouwen van de welzijnsinstellingen (De Wipmolen, de MAVO, de Mijlpaal) sterk verouderd zijn en gerenoveerd moeten worden. Daarom is besloten door raad en college om “vrijwel alle welzijnsinstellingen” te concentreren op één locatie, namelijk De Wipmolenlocatie.8 Het college gaat uit van een ‘globale indicatie’ een accommodatie van 2900 m² en bouwkosten van € 3,29 miljoen (7,25 miljoen gulden). Om snel aan de slag te kunnen gaan wordt een krediet aangevraagd voor de realisatie van een projectorganisatie. Het college geeft ook een globale planning (zie tabel 2), die door BNN is getoetst en door hen als ‘realistisch’ wordt gekwalificeerd9: Tabel 2: Globale planning van het college Fasering voorjaar 2001
voorbereiding en start
e
2 helft 2001
planvorming
2002
voorbereiding bouw
1e kwartaal 2003
selectie uitvoerende partijen en gunning
e
2 kwartaal 2003
start bouw
eind 2004
oplevering
Figuur 1: Fasering TIJDVAK
FASE
22
mrt 2001– sept. 2002
okt. 2002 – juni 2003
juni 2003 – mei 2004
mei 2004 – april 2005
april 2005 aug. 2005
Initiatief
Haalbaarheid
Locatie
Voorlopig Ontwerp
Definitief Ontwerp
Een goed financieel overzicht ontbreekt nog. Het college stelt voor, na goedkeuring door de raad te starten met de eerste fase, waarin o.a. het financiële kader wordt geformuleerd. Het college stemt in met de ambtelijke notitie10 en stuurt de notitie door naar de gemeenteraad. Behandeling notitie DNW in de commissie Nadat de notitie is vastgesteld in het college, wordt deze april 2001 besproken in de commissie Werken en Welzijn. Tijdens de discussie in de commissie wordt helder dat de meerderheid zich in de notitie kan vinden. Alleen de VVD-fractie is tegen. De reden hiervan is de financiële situatie van de gemeente11. Daarna komt het collegevoorstel in mei 2001 in de gemeenteraad. De portefeuillehouder de heer De Gruijter doet tijdens een raadsbehandeling de toezegging aan D66 en CDA dat de kosten tussen circa € 2,3 miljoen en € 4,5 miljoen zullen bedragen. D66 wil het project binnen vier jaar realiseren.12 De gemeenteraad besluit met de notitie in te stemmen. In de initiatieffase is er nog een tweede beslismoment. Bijna een jaar later, januari 2002 bespreekt het college een voorstel waarin wordt voorgesteld13:
¾
Eén nieuwe centrale welzijnsaccommodatie te bouwen. Voorwaarde is dat een deel van de bouwkosten wordt gedragen door de gebruikers van het gebouw.
¾
De totale kosten van het investeringplan bedragen € 7.38 miljoen. De kosten bestaan uit:
Tabel 3: Bouwkosten14 Kosten Bouwkosten
6.416.000
Kosten verhuizing en opslag
107.000
Inkomstenderving tijdens bouwperiode
370.000
Aankoop gronden
490.000
€ 7.383.000
Totaal
sept. 2005 – mei 2006
mei 2006 – sept. 2006
sept. 2006 – juni 2008
juli 2008 – dec. 2008
december 2008
Bestekfase
Bouwvoorbereiding
Uitvoering
Faillissement aannemer
Oplevering
23
De dekking wordt gevonden in: Tabel 4: Dekking15 Kosten Inbreng stichting e.a.
934.000
Netto opbrengst donorlocaties
1.911.000
Gemeentelijke inbreng
4.538.000
€ 7.383.000
Totaal
Deze gemeentelijke inbreng wordt vanuit de reserve beschikbaar gesteld.
Verdieping: Donorlocaties In de gemeente Alblasserdam is gezocht naar financieringsbronnen voor de bekostiging van de bouw van het nieuwe Cultureel Centrum. Deze bronnen worden gevonden in de vorm van donorlocaties. Dit zijn gebouwen op locaties, die opnieuw kunnen worden ontwikkeld. Het gaat om betrekkelijk oude gebouwen, waarvan de gronden kunnen worden verkocht. De gebruikers van deze ‘donorlocaties’ nemen in principe hun intrek in het nieuwe Cultureel Centrum. De donorlocaties waren aanvankelijk: de locatie van De Oude Wipmolen, de Mijlpaal, het TROS-gebouw, de bibliotheek en het MAVO-gebouw. De geraamde netto opbrengst komt tot stand door het restant van de boekwaarde van de geraamde opbrengsten af te trekken.
Het college stemt met het voorstel in.16 Vervolgens stuurt het college een voorstel naar de gemeenteraad. In dit voorstel wordt voorgesteld: ¾
Door te gaan met het project en de projectorganisatie.
¾
Een vervolgonderzoek in te stellen waarin onder meer wordt gekeken naar de exploitatie- en de beheerskosten.
¾
De jongeren een aparte locatie zullen krijgen.
¾
Dat “het definitief toekennen van het investeringskrediet en het openen van een projectexploitatieplan met inachtneming van al het vorige aan de orde komt bij het vaststellen van de begroting 2003 en de meerjarenbegroting 2004-2006, waarbij tevens de mogelijkheid wordt geboden aan het (nieuwe) college en raad om te komen tot een nadere integrale afweging van diverse grote projecten versus de beschikbare incidentele middel”.17
Behandeling in de raad Februari 2002 (één maand voor de raadsverkiezingen) wordt het voorstel van het college besproken in de raad. De discussie concentreert zich op twee punten:
¾
Bij de oppositie bestaat twijfel over de opbrengst van en de tijdige herontwikkeling van de aangewezen donorlocaties.
24
¾
De zinsnede “dat tevens de mogelijkheid wordt geboden aan het nieuwe college en de raad, om te komen tot een nadere integrale afweging”. De PvdA wijst een heroverweging echter van de hand, omdat deze fractie ‘absolute prioriteit’ aan de nieuwbouw geeft en een ‘definitieve stap’ wil zetten. De andere fracties steunen echter deze zinsnede uit het raadsvoorstel.
Daarnaast doet de raad een aantal richtinggevende uitspraken: ¾
Probeer te komen tot integratie met de bibliotheek;
¾
Ga uit van de huidige locatie, waarbij uitbreiding van De Wipmolen in de richting van de Dam/Cortgene of een hoofdingang aan de Dam denkbaar is;
¾
Ga uit van betaalbare huurniveaus ten behoeve van de verenigingen.
Uiteindelijk gaat de gemeenteraad in februari 2002 akkoord met het collegevoorstel.18
Foto 8: Vlag bij Cultureel Centrum Landvast
25
5.2
Haalbaarheidsonderzoek: oktober 2002 – juni 2003
Voorafgaand aan de bouw van een accommodatie zal altijd een haalbaarheidsonderzoek moeten worden uitgevoerd. In een dergelijk onderzoek moet niet alleen aandacht worden besteed aan het politiek-bestuurlijk draagvlak, maar ook aan de financiële haalbaarheid van de plannen. Op basis van een haalbaarheidsonderzoek kan de raad een gewogen oordeel vellen over de plannen. Er wordt een werkgroep ‘Nieuwbouw De Wipmolen’ gevormd die dit onderzoek zal begeleiden. Stedenbouwkundige studie Minos & Twisk Februari 2002 stemt de raad in met het voorstel van het college om voor € 7,4 miljoen een nieuw Cultureel Centrum te bouwen op de huidige locatie van De Wipmolen. Na de raadsverkiezingen publiceert Minos & Twisk een, in opdracht van de raad, uitgevoerde stedenbouwkundige studie “Huisvestings, Beheer- en Exploitatieplan, Sociaal Cultureel en Educatief Centrum ‘De Nieuwe Wipmolen’ Alblasserdam”.19 Minos & Twisk is een onafhankelijk adviesbureau, opgericht in 1997, dat accommodatieplanning begeleidt. Minos & Twisk heeft de wensen van een groot aantal betrokkenen geïnventariseerd en berekent op basis van uitspraken van de toekomstige gebruikers, de ruimtebehoefte: 3887 m bruto vloer oppervlak.20 Ter vergelijking: De Wipmolen heeft een bruto vloer oppervlak van 2180 m. Realisatie van dit plan houdt in, dat de gemeente panden zal moeten aankopen, wanneer zij op de huidige locatie een Cultureel Centrum wil ontwikkelen. De kosten van het project zullen de door de raad beschikbaar gestelde € 7,4 miljoen overstijgen, zo concludeert de werkgroep ‘Nieuwbouw De Wipmolen’. De berekening van de stichtingskosten en de exploitatiekosten zijn volgens deze werkgroep onvoldoende. Daarom besluit de werkgroep tot een eigen onderzoek naar de mogelijkheden van een nieuwe Wipmolen. De stedenbouwkundige studie van Minos & Twisk van maart 2002 en het eindrapport van de werkgroep Nieuwbouw De Wipmolen van mei 2002, zijn niet aan de raad gestuurd.21 In het voorjaar van 2003 besluit het college dat de huidige locatie van De Wipmolen niet als enige alternatief onderzocht mag worden. Zij geeft projectontwikkelingbureau BBN de opdracht om een locatie- en haalbaarheidstudie uit te voeren, waarbij het college drie locaties met name noemt.22 Tijdens de raadsvergadering van december 2002, belooft dhr. De Gruijter dat hij in januari 2003 de raad belangrijke informatie toestuurt. In februari 2003 wordt in de commissie ‘Samenleving’ een presentatie gegeven.
Figuur 1: Fasering TIJDVAK
FASE
26
mrt 2001– sept. 2002
okt. 2002 – juni 2003
juni 2003 – mei 2004
mei 2004 – april 2005
april 2005 aug. 2005
Initiatief
Haalbaarheid
Locatie
Voorlopig Ontwerp
Definitief Ontwerp
Locatie- en haalbaarheidsstudie Maart 2003 verschijnt de locatie- en haalbaarheidsstudie.23 BBN heeft voor een aantal locaties bekeken of deze geschikt zijn voor de bouw van een nieuw Cultureel Centrum. Naast de huidige locatie, passeren ook locatie Havenstraat en de W.F. de Jonglocatie de revue.
Afbeelding 1: 1) Oude Wipmolen 2) Havenstraat 3) W.F. de Jonglocatie
Bouw van een accommodatie op de huidige locatie lijkt niet mogelijk. Hiervoor zouden namelijk enkele belangrijke historische panden moeten worden gesloopt. De W.F. de Jonglocatie ligt in het centrum en tegelijkertijd op enige afstand van de omliggende bewoning. Dit is in de ogen van BBN een groot voordeel. Toch ontraadt BBN ontwikkeling van deze locatie, omdat er niet genoeg parkeergelegenheid in de omgeving is. Het bouwen van een parkeervoorziening legt volgens het projectontwikkelingbureau een “te grote druk op de haalbaarheid”. De locatie Havenstraat grenst aan het gemeentehuis. De locatie ligt centraal en is in eigendom van de gemeente. Onder meer om deze redenen, maar ook omdat deze locatie uitstraling heeft, spreekt BBN haar voorkeur uit voor de Havenstraat. Hierbij moet zij wel aantekenen dat op deze locatie onvoldoende ruimte is voor een bibliotheek.
sept. 2005 – mei 2006
mei 2006 – sept. 2006
sept. 2006 – juni 2008
juli 2008 – dec. 2008
december 2008
Bestekfase
Bouwvoorbereiding
Uitvoering
Faillissement aannemer
Oplevering
27
In haar locatie- en haalbaarheidstudie licht BBN ook het programma van eisen toe. Het nieuwe Cultureel Centrum moet 14 verhuurbare ruimtes tellen, waaronder een grote zaal van plusminus 300 à 350 m² en een bioscoopzaal. Daarnaast moet een goede horecavoorziening aanwezig zijn. Volgens BBN moet het totaal bruto vloeroppervlak 2.954 m zijn. April 2003 wordt de locatie en haalbaarheidstudie besproken in het college. Het college heeft toch een voorkeur voor de W.F. de Jonglocatie en stuurt een voorstel naar de raad24. Belangrijk argument voor het college voor zijn keuze is de parkeervoorziening. Indien gekozen wordt voor deze locatie, worden circa 80 parkeerplaatsen extra aan het centrum toegevoegd, aldus het college. Het college onderkent dat de keuze duurder is: ze laat de raad zien dat de keuze voor de W.F. de Jonglocatie € 0,25 miljoen duurder is.25 De renovatiekosten van de bibliotheek zijn in deze kosten opgenomen. De rekenkamer tekent hierbij aan, dat in vergelijking met de eerdere kostenberekening in januari 2002, de keuze één miljoen euro duurder is (zie tabel 5). Tabel 5: Vergelijking kosten raadsvoorstel januari 2002 en mei 2003 29 januari 2002 Aankoop gronden
15 mei 2003
490.000
Locatiegebonden kosten en verhuiskosten
545.000
Kosten verhuizing en opslag
106.000
Bouwkosten (incl. opslagen)
6.415.000
7.625.000
Afdekkingsrisico’s
164.000
Inkomstenderving tijdens bouwperiode
370.000
Totaal lasten
€ 8.334.000
€ 7.381.000
Met betrekking tot de opbrengsten constateert de rekenkamer ook een verandering ten opzichte van het raadsvoorstel van 2002. In het raadsvoorstel van mei 2003 wordt vermeld dat: Het bedrag dat is berekend uit de opbrengsten van de donorlocaties (nl. € 3,5 miljoen) hoger is dan eerder voorgesteld ( € 1,9 miljoen). Deze verhoging komt volgens het college doordat: “er een verschuiving heeft plaatsgevonden van MAVO/Parallelweg naar de LTS/Esdoornlaan en een extra donorlocatie wordt gecreëerd (oude Wipmolenterrein). Dit extra bedrag is nodig om de totale stichtingskosten te kunnen dekken. Als totaal kan het stichtingskostenplaatje in diverse varianten dus (praktisch) binnen het maximale bedrag van € 4,54 miljoen blijven. Daarbij komt dat hierdoor ook meerdere ontwikkelingen in het dorp kunnen worden gerealiseerd (met name vervangende kwaliteitshuisvesting voor het Willem de Zwijger college en de realisatie van woonzorg-ambities) dan alleen De Wipmolenontwikkeling”.26 In het raadsvoorstel van mei 2003 staat dan ook: “Het Voorlopig Ontwerp inclusief kostenraming,
zal
aan
de
raadscommissie
worden
planologische procedures gestart gaan worden”.
27
28
voorgelegd,
alvorens
de
diverse
In mei 2003 wordt dit voorstel in de raad behandeld. Het merendeel van de fracties spreekt in navolging van het college een voorkeur uit voor de W.F. de Jonglocatie. Waarbij de woordvoerder van de SGP fractie in herinnering roept dat de raad een jaar eerder nog wilde dat op de huidige locatie van De Wipmolen een nieuw Cultureel Centrum zou worden gebouwd. “Weten we het nu zeker?” De wethouder bevestigt de vraag of de opbrengst van de donorlocaties realistisch is. Door de keuze van meerdere locaties wordt het risico verspreid over deze locaties. Hij geeft ook aan dat het college met dit project de ambitie heeft om “een voorbeeld te zijn van een project wat met costcontrol -zoals u dat geloof ik noemde- binnen de budgetten blijft”.28 Aan het einde van de discussie stemt de raad in met het collegebesluit.
Afbeelding 2+3: Voorlopig Ontwerp Abrahamse De Kock Architecten
29
5.3
Locatiestudie: juni 2003 - mei 2004
Mei 2003 heeft de raad gediscussieerd over de vraag waar het nieuw Cultureel Centrum gevestigd zou moeten worden. Hoewel de W.F. de Jonglocatie de duurste locatie is, kiest de meerderheid van de raad toch voor dit terrein. Visie inpassing Wipmolenhavenkom Alblasserdam Na het raadsbesluit van mei 2003 vraagt het college Hamhuis, Nieuwenhuijzen en Sijmons landschaparchitecten (HNS) om een visie op te stellen. Het W.F. de Jongterrein ligt in het havengebied van Alblasserdam en de gemeente wil graag weten op welke wijze een groot gebouw als De Wipmolen ruimtelijk ingepast kan worden in De Havenkom. Maart 2004 publiceren de landschapsarchitecten hun visie.29 HNS presenteert een aantal modellen waaruit blijkt “hoe het ruimtebeslag in oppervlak en inhoud van De Wipmolen zich [kan] verhouden tot de ruimte van de havenkom en wat dit betekent voor […] het karakter en de herkenbaarheid van de openbare ruimte.” In de visie van HNS treft de lezer een aantal schetsen van het Cultureel Centrum. Dit Centrum, met een bruto vloeroppervlak van 2.954 m², zou aan de rand van de haven kunnen worden gepositioneerd. Het gebouw, van 13 meter hoog, moet dan in drie lagen worden georganiseerd. Op de onderste laag bevinden zich 3 zalen (waaronder een bioscoopzaal en een grote zaal van 350 m²), op de middelste laag de entree en op de bovenste laag verhuurbare ruimtes. Naast een gebouw zullen ook voldoende parkeerplaatsen moeten worden aangelegd. HNS heeft berekend dat er behoefte is aan minimaal 170 plekken.30 Een aantal van deze plekken kan gerealiseerd worden op de onderkade langs de kademuur. HNS spreekt31 over “een sterk sculpturaal en autonoom gebouw dat zich positioneert tussen het dorp en de haven.” HNS werpt ook de vraag op hoe het gebouw gepositioneerd zou moet worden. Op het land, op de grens van land en water óf in het water. In de visie wordt deze vraag ook beantwoord. Het nieuw Cultureel Centrum zou als een boot ‘aangemeerd’ moeten worden aan de kade.
Figuur 1: Fasering TIJDVAK
FASE
30
mrt 2001– sept. 2002
okt. 2002 – juni 2003
juni 2003 – mei 2004
mei 2004 – april 2005
april 2005 aug. 2005
Initiatief
Haalbaarheid
Locatie
Voorlopig Ontwerp
Definitief Ontwerp
“Door zijn positie tussen kade en water, heeft het gebouw een centrale plaats in de havenkom zonder het vrije gebruik van de kade te belemmeren”, aldus de landschapsarchitecten. In de visie treft de lezer geen berekening van de bouwkosten aan. De landschapsarchitecten schrijven slechts dat het budget van De Wipmolen beperkt is en dat het sobere ontwerp geen extra financiële ruimte biedt.
Afbeelding 4: Sloepmodel
Op 13 april 2004 wordt de door HNS opgestelde visie in het college besproken, vastgesteld en voorgelegd aan betrokkenen.32 Het bestuur van De Wipmolen, dat het gebouw moet gaan exploiteren, kan zich vinden in de visie. Wel vraagt zij de betrokken bestuurders een besluit te nemen zodat de bouw eindelijk kan starten.33 Het college gaat ervan uit dat wanneer de raad instemt met deze visie, oktober 2005 kan worden gestart met de bouw. Het gebouw zal dan 18 maanden later, april 2007, worden opgeleverd. Raadsvoorstel locatiekeuze Havenkom/ inpassing Nieuwe Wipmolen April 2004 stuurt wethouder De Gruijter een voorstel naar de raad. Het college vraagt de raad de door HNS opgestelde visie te aanvaarden. De wethouder geeft in zijn voorstel ook een toelichting op de kosten. Hierbij verwijst hij ook naar het raadsvoorstel van mei 2003.34
sept. 2005 – mei 2006
mei 2006 – sept. 2006
sept. 2006 – juni 2008
juli 2008 – dec. 2008
december 2008
Bestekfase
Bouwvoorbereiding
Uitvoering
Faillissement aannemer
Oplevering
31
Tabel 6: Kosten volgens raadsvoorstel mei 2003 en april 2004 Kosten
mei 2003
april 2004
Verschil
Renovatie bibliotheek (zonder uitbreiding)
600.000
XII
563.000
Kosten Wipmolen:
520.000
520.000
0
7.050.000
7.050.000
0
1.163.000
Locatiegebonden kosten (kosten bouw- en rijpklaar maken) Bouwkosten honoraria leges en welstand, verhuiskosten, interieur Afdekken risico’s Totaal
164.000
0
-164.000
€ 8.334.000
€ 8.733.300
€ 399.000
Wanneer de rekenkamer het raadsvoorstel van mei 2003 naast dit voorstel van april 2004 legt, valt op dat de renovatie van de bibliotheek € 563.000 duurder uitvalt dan geraamd. De totale kosten zijn met € 399.000 gestegen. De wethouder licht deze stijging in zijn voorstel niet toe. Het college trekt voor de renovatie van de bibliotheek als ook de bouw van het nieuw Cultureel Centrum een bedrag van € 4.538.000 uit, zo blijkt uit het raadsvoorstel van april 2004. Tabel 7: Dekking volgens raadsvoorstel mei 2003 en april 2004 Kosten
mei 2003
april 2004
Verschil
Investeringsbijdrage Wipmolen
4.538.000
4.538.000
0
Opbrengsten (na aftrek boekwaarde) van de
3.511.000
3.550.000
39.000
290.000
471.000
181.000
0
174.000
174.000
€ 8.339.000
€ 8.733.000
€ 394.000
donorlocaties Voorzieningen Risicofonds Totaal
Het college verwacht dat de donorlocaties € 39.000 meer zullen opbrengen dan een jaar eerder geraamd (zie tabel 7). In haar voorstel kondigt het college een nader financieel onderzoek aan, naar de waarde van de donorlocaties. Juni 2004 zal het college de resultaten van dit onderzoek “ter kennis brengen van de raad”. Behandeling raadsvoorstel locatiekeuze Havenkom/ inpassing Nieuwe Wipmolen April 2004 discussieert de raad over het voorstel. De woordvoerders van de fracties herbevestigen, op basis van de studie van HNS, de voorkeurslocatie van het W.F. de Jongterrein in De Havenkom. Met betrekking tot de financiën zijn de fracties gereserveerd. In de ogen van de PvdAwoordvoerder is “sober goed genoeg.” De VVD woordvoerder noemt de wijze waarop de renovatie van de bibliotheek en de bouw van de welzijnsaccommodatie wordt gefinancierd, risicovol. Wanneer de donorlocaties niet het vereiste bedrag opbrengen, wil de VVD de plannen opnieuw bezien. De fractie wil hierover in juni door het college worden geïnformeerd.
XII
Op 30 oktober 2003 besloot de raad tot instemming met het collegevoorstel tot renovatie en uitbreiding van de bibliotheek. Dat betekent dat de bouw van de bibliotheek losgekoppeld wordt van het Cultureel Centrum.
32
Het CDA heeft financiële zorgen. “Het is prima dat De Wipmolen nog binnen de bestaande financiële kaders gebouwd kan worden, maar dat vraagt wel snelle ontwikkeling van de donorlocaties en snelle start van de bouw.” Om deze reden is het volgens het CDA belangrijk dat er in juni meer duidelijkheid over het voorgestelde financieringsvoorstel komt. Ook de SGP-woordvoerder is kritisch. Hij noemt het financiële risico levensgroot en vraagt zich openlijk af of de gemeente niet “een te grote broek” heeft aangetrokken. Wethouder De Gruijter wil de financiële risico’s beheersen en belooft de raad snel te informeren “in de komende ronden tot en met juni 2004 en daarna raadsbehandeling in oktober”. Bijvoorbeeld als er gegevens bekend zijn rondom de donorlocaties. Deze nota komt in het najaar naar de raad. Nota Donorlocaties De nota is in de raad van 4 november 2004 vastgesteld, terwijl de wethouder deze nota medio 2004 heeft toegezegd. Het betreft een notitie die is bijgevoegd bij de actualisatie van de grondexploitatieplannen. De taakstelling is per locatie in de onderstaande tabel samengevat. Tabel 8: Taakstelling per locatie Locatie
Taakstelling 2004
Taakstelling 2005
Huidige Wipmolenlocatie
750.000
750.000
TROSlocatie
450.000
523.000
1.900.000
1.900.000
600.000
600.000
LTS/Esdoornlaan De Mijlpaal Risicoreservering Totaal
73.000€ 3.700.000
€ 3.700.000
Het verschil bij de TROSlocatie heeft te maken het feit dat er overeenstemming met een ontwikkelaar is bereikt. Per saldo levert deze overeenkomst € 523.000 op. Dit is een positief effect van € 73.000 ten opzichte van taakstelling van 2004. Bij de raadsbehandeling van 28 oktober en 4 november 2004 maken de VVD, het CDA en de SGP opmerkingen over de donorlocatie. “Het baart de VVD grote zorgen dat de opbrengsten uit donorlocaties steeds lager lijken uit te vallen. Voor ons is wel duidelijk dat per donorlocatie gekozen moet worden voor een zo profijtelijk mogelijke ontwikkeling”, aldus de VVD-woordvoerder. Het CDA meent dat “voorkomen moet worden dat alleen financiële opbrengsten leidend zullen zijn bij het bebouwen van de donorlocaties” . De SGP-woordvoerder: “Ik sluit mij voor een heel groot deel aan bij datgene de CU-fractie in de begroting heeft genoemd, namelijk dat de dekking van de donorlocaties heel erg risicovol is, dat die ons in de verdere ontwikkeling van de donorlocaties beperkt in onze keuzevrijheid. Wij mogen straks eigenlijk alleen maar voor de locaties of voor de keuzes kiezen, die dat bepaalde bedrag minimaal opbrengen en dat betekent wellicht nogal wat.”
33
5.4
Voorlopig Ontwerpfase: mei 2004 – april 2005
Na de Haalbaarheidsstudie en de Locatiestudie is de volgende fase in het bouwproces de Voorlopig Ontwerpfase (VO). In deze fase krijgt het gebouw zijn voorlopige vorm en dimensies. De documenten, die de rekenkamer heeft bestudeerd in deze fase, zijn het VO zelf en de verslagen van de stuurgroep. In het VO staan de schetsen van de inrichting van het multifunctionele gebouw.
Afbeelding 5: Doorsnee vanaf kade en water
De stuurgroep is een overlegorgaan, dat de taak heeft om de belangen van alle opdrachtgevers te bundelen teneinde als één opdrachtgever voor het project te kunnen handelen. Veelal is de voorzitter van een dergelijke stuurgroep de formele opdrachtgever voor de projectleider. De projectleider legt aan hem verantwoording af over de voortgang van het project, waarna de opdrachtgever de stuurgroep informeert.35 Figuur 1: Fasering TIJDVAK
FASE
34
mrt 2001– sept. 2002
okt. 2002 – juni 2003
juni 2003 – mei 2004
mei 2004 – april 2005
april 2005 aug. 2005
Initiatief
Haalbaarheid
Locatie
Voorlopig Ontwerp
Definitief Ontwerp
In de Haalbaarheidstudie, die in mei 2003 is aanvaard door de gemeenteraad, staat dat: “Het VO inclusief kostenraming, zal aan de raadscommissie worden voorgelegd, alvorens de diverse planologische procedures gestart gaan worden”.36 De rekenkamer heeft onderzocht of de raad door het college over de VO is geïnformeerd. In de VO-fase wordt een architect in de arm genomen. De besluitvorming over de architectenselectie vindt in de stuurgroep plaats. De keuze voor de selectie maken wethouder De Gruijter en de voorzitter van het Wipmolenbestuur. Abrahamse De Kock Architecten wordt gekozen.37 De projectleider geeft tijdens de decembervergadering van de stuurgroep aan dat er een spanning is tussen het ontwerp en het budget. Er moet zelfs rekening mee gehouden worden dat het VO zoals het er nu ligt financieel niet haalbaar is. De voorzitter van het Wipmolenbestuur geeft aan dat hij “genoeg vertrouwen heeft in de architect, dat mocht financieel het huidige ontwerp niet haalbaar zijn, de architect genoeg kwaliteiten heeft om dan toch een goed ontwerp neer te leggen”. De stuurgroep besluit voorts om een voortgangsrapportage Havenkom/Wipmolen naar de gemeenteraad te sturen. Aanvankelijk was de bedoeling om dat in oktober 2004 te doen. Vervolgens wordt de datum verzet naar december 2004, maar uiteindelijk komt dit punt niet meer terug op de actielijst van de verslagen van de stuurgroep. In de periode oktober 2004-mei 2005 heeft de rekenkamer geen behandeling van deze rapportage in commissieverband of in de raad terug kunnen vinden. In de stuurgroep wordt voorts in september een projectrapportage besproken. De rapportage is niet naar de gemeenteraad gezonden. Het college stuurt rond de jaarwisseling een “bespreeknotitie” over de bouw van een raadszaal in het nieuwe Cultureel Centrum.38 De raad bespreekt deze in februari 2005 en besluit om geen raadszaal in het Cultureel Centrum te bouwen. In april 2005 maakt de voorzitter van het Wipmolenbestuur bekend dat het VO voor het gebouw wordt gepresenteerd. In mei is er een openbare presentatie. De initiatiefnemer voor deze presentatie is het Wipmolenbestuur.39 In notulen van college vergaderingen van april en mei wordt geen melding gemaakt van de afronding van het VO en van de presentatie.40
sept. 2005 – mei 2006
mei 2006 – sept. 2006
sept. 2006 – juni 2008
juli 2008 – dec. 2008
december 2008
Bestekfase
Bouwvoorbereiding
Uitvoering
Faillissement aannemer
Oplevering
35
Financiën BBN heeft tijdens de VO-fase in juni en augustus 2004 de stichtingskosten berekend. Tabel 9: Stichtingskosten juni 2004 en augustus 2004 Kosten
juni 2004
Locatiegebonden kosten
augustus 2004
520.000
Bouwkosten
5.510.323
4.613.000
716.000
646.000
94.000
129.000
Renten
245.000
184.000
Interieur
320.000
287.300
Honoraria Bijkomende kosten
Ontwikkelingskosten
20.000
Prijsstijgingen
299.000
276.000
Onvoorzien/meer- en minderwerk
359.000
308.000
€ 8.063.323
€ 6.463.300
Totaal
De rekenkamer mist een onderbouwing van het verschil van circa € 1,5 miljoen. Bij de afronding van de VO-fase in april/mei 2005 heeft BBN een raming opgesteld die gebaseerd is op de tekeningen van de architect en voorlopige bijdragen van de bouw- en installatietechnische adviseurs. De raming komt uit op € 7,9 miljoen aan stichtingskosten. Tabel 10: Bron: Notitie 005 Financiële afronding VO-fase, 20 mei 2005 Onderdeel
Ten laste project
Voorzieningen t.b.v. bouwen in water
Andere dekking 491.053
Inrichtingskosten in opdracht Stichtingsbestuur
1.093.288
300.000
Stichtingskosten excl. leges
5.889.659
142.000
6.982.948
933.053
Totaal Vastgesteld in de raad
€ 6.815.000
Dit is volgens BBN ruim een miljoen euro meer dan het beschikbare bouwbudget dat is vastgesteld in de raad (€ 6,8 miljoen.) BBN baseert zich hierbij op het bedrag dat in de financiële paragraaf behorende bij het raadsvoorstel van 13 april 2004 (2004/033) wordt vermeld bij de post “Bouwbudget”. In deze financiële paragraaf staat het volgende overzicht: Tabel 11: Kosten Wipmolen uit raadsvoorstel 13 april 2004 (2004/033) Kosten Wipmolen Bouwbudget
6.815.000
Restant bouwbudget
235.000
Locatiegebonden
520.000
Totaal zonder bibliotheek Bibliotheek Totaal
36
€ 7.570.000 1.163.000 € 8.733.000
De reden van het grote verschil tussen de raming van mei 2005 en het bouwbudget van april van 2004 is volgens BBN, dat wordt onderschat hoe complex het gebouw is. BBN constateert “dat het plan niet past binnen de vastgestelde kaders, maar voor het overige wel een kosten/kwaliteitsverhouding heeft die ons inziens recht doet aan de opgave. Deze visie werd gedeeld door de wethouder. Vervolgens is gezocht naar mogelijkheden om het geheel toch in een acceptabel financieel perspectief te plaatsen”41 door: ¾
Het bouwen en aanpassen van de locatie De Havenkom vereisen extra, tijdelijke voorzieningen. Het belangrijkste onderdeel hiervan is een tijdelijke damwand die er voor zorgt dat de bouwlocatie gesaneerd kan worden en de bouwput droog blijft. Het voorstel van BBN is dan ook de tijdelijke voorzieningen onder te brengen bij het project Havenkom, om “zodoende de beste prijs/kwaliteit-verhouding te krijgen voor dit onderdeel van het project”.
¾
De inrichting van het gebouw aan het Stichtingsbestuur overdragen. De kosten voor het interieurplan zijn € 1,1 miljoen. Het bestuur kan hiervan naar eigen inschatting € 0.3 miljoen opbrengen. Een en ander betekent dat het Stichtingsbestuur circa € 0,8 miljoen zou ontvangen voor de interieurkosten.
Later (in DO- en Bestekfase) neemt het college een besluit om € 0,86 miljoen over te maken aan het Stichtingsbestuur. De rekenkamer heeft tijdens de VO-fase de verslagen van de raadscommissie ‘Samenleving’ bestudeerd. Uit deze verslagen maakt de rekenkamer op dat de wethouder geen informatie over het VO heeft gegeven aan de commissieleden. De rekenkamer heeft ook de notulen van de raadsvergaderingen in de VO-fase doorgenomen en ook tijdens deze vergaderingen heeft het college geen informatie gedeeld met de raad over het VO. Tijdens de evaluatie van het collegeprogramma (maart 2005) uit de VVD-woordvoerder in zijn algemeenheid haar zorg over het uitblijven van informatie over De Wipmolen. De collegeleden reageren niet op haar zorg (en andere opmerkingen van raadsleden), omdat het presidium voorstelt aan de raad om deze evaluatie voor kennisgeving aan te nemen.XIII
XIII Verslag raadsvergadering 17 maart 2005, Evaluatie collegeprogramma “Van droom naar daad” (raad 2005/031).
37
5.5
Definitief Ontwerp: april 2005 – augustus 2005
April 2005 hebben Abrahamse De Kock Architecten het VO gepresenteerd aan wethouder De Gruijter en de leden van een stuurgroep die de bouw van het Cultureel Centrum begeleiden.42 Abrahamse De Kock Architecten wordt, na de presentatie, gevraagd om het VO verder uit te werken. Juli 2005 moet dit ontwerp af zijn.43 Definitieve raming voorlopig ontwerp De gemeente heeft projectontwikkelingbureau BBN ingehuurd om te adviseren over de kostenontwikkeling.44 Op basis van het VO heeft BBN een raming gemaakt van de bouwkosten. Juni 2005 meldt BBN dat de oorspronkelijke budgetten fors worden overschreden. De raming heeft BBN ook met de wethouder besproken.45 De rekenkamer heeft de definitieve raming op het VO opgevraagd bij de archivaris van Alblasserdam, maar niet mogen ontvangen. Notitie financiën De rekenkamer heeft gezocht naar het Definitieve Ontwerp (DO). Navraag bij de archivaris leert dat dit ontwerp niet meer binnen de gemeente beschikbaar is. De rekenkamer heeft wel een door projectontwikkelingbureau BBN opgestelde notitie teruggevonden. In deze notitie van twaalf augustus 2005 maakt BBN een raming van de bouwkosten en zet deze raming af tegen het in april 2004 vastgestelde budget. Tabel 12: Raming kosten raadsvoorstel april 2004 Raadsvoorstel april 2004 Renovatie bibliotheek
1.163.000
Bouw Cultureel Centrum: locatiegebonden kosten (kosten bouw520.000
en woonrijp maken) Bouwkosten
7.050.000
Totaal
€ 8.733.000
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de raad in april 2004 is voorgehouden dat het Cultureel Centrum voor € 7.050.000 gebouwd en ingericht kon worden. Nu, augustus 2005, wordt duidelijk dat de totale kosten hoger zullen uitvallen.
Figuur 1: Fasering TIJDVAK
FASE
38
mrt 2001– sept. 2002
okt. 2002 – juni 2003
juni 2003 – mei 2004
mei 2004 – april 2005
april 2005 aug. 2005
Initiatief
Haalbaarheid
Locatie
Voorlopig Ontwerp
Definitief Ontwerp
Tabel 13: Raming kosten notitie BBN augustus 2005 Raadsvoorstel april 2004 Bouw Cultureel Centrum: Bouwkosten
6.346.000
Inrichtingskosten
1.093.000
Totaal
€ 7.439.000
In haar notitie schrijft BBN dat “doorgaan met het plan zoals het er nu ligt meer financiële risico’s met zich meebrengt dan aanvankelijk acceptabel geacht.” BBN adviseert vooralsnog om op basis van de definitief ontwerptekeningen, een preciezere raming te maken. Definitief ontwerpfasedocument kosten van de nieuwbouw van het Sociaal Cultureel Centrum De Wipmolen Dertig augustus publiceert BBN nog een document. Op basis van het DO (tekeningen en de afwerkstaat) heeft BBN een bouwkostenraming gemaakt. Wederom rapporteert BBN dat de geraamde kosten hoger zijn dan gebudgetteerd. Dit hangt samen met de gekozen locatie (W.F. de Jongterrein) en het ontwerp.46 Bouwaanvraag Half augustus 2005 is het DO af.47 Abrahamse De Kock Architecten wordt gevraagd, namens de gemeente, een bouwaanvraag in te dienen. Bij voorkeur voor 1 september, omdat op die datum het bouwbesluit wijzigt en dit ingrijpende gevolgen heeft voor het ontwerp.48 Commissieverslagen De rekenkamer heeft een negental verslagen van de commissie ‘Samenleving’ doorgenomen (2005). Zij is nagegaan of de verantwoordelijk wethouder het DO en bouwkostenramingen aan de commissie heeft voorgelegd. Dit is niet het geval. In de notulen van 10 oktober wordt het Cultureel Centrum wel genoemd. Die avond zou de commissie worden geïnformeerd over de stand van zaken.49 Doch, op verzoek van de wethouder, is dit doorgeschoven.50 Zes december 2005 geeft de wethouder alsnog een presentatie.51 De raadsleden krijgen naast een toelichting op het ontwerp ook een toelichting op de financiën. “De kostenraming valt binnen het beschikbaar gestelde budget”, aldus de wethouder.
sept. 2005 – mei 2006
mei 2006 – sept. 2006
sept. 2006 – juni 2008
juli 2008 – dec. 2008
december 2008
Bestekfase
Bouwvoorbereiding
Uitvoering
Faillissement aannemer
Oplevering
39
5.6
Bestekfase: september 2005 – mei 2006
Abrahamse De Kock Architecten legt half augustus 2005 de laatste hand op het DO. Wethouder De Gruijter licht dit ontwerp december 2005 toe in de commissie ‘Samenleving’. De bouwaanvraag is september 2005 ingediend, eind maart of begin april 2006 zal worden gestart met de bouw van het nieuw Cultureel Centrum. Augustus 2007 (medio derde kwartaal 2007) wordt het gebouw opgeleverd, zo laat de wethouder weten.52 Het bestek Omdat de eerste paal april 2006 de grond in zou moeten gaan, bereidt de wethouder begin 2006 een kredietaanvraag voor.53 De stuurgroep bereidt gelijktijdig een Europese aanbesteding voor. De architect heeft een beschrijving van het werk en de te gebruiken materialen gemaakt, het bestek. De rekenkamer heeft dit bestek doorgenomen. Het heeft moeite gekost om het document te doorgronden, het mist een logische opbouw. Zo schrijft de architect op pagina 11 dat het Uniform Aanbestedingsreglement 2001 (UAR 2001) van toepassing is op het werk. Doch,
feitelijk
verwijst
Abrahamse
en
De
Kock
naar
het
-verouderde-
uniform
aanbestedingsreglement 1989. In het eerste hoofdstuk wordt beschreven hoe het werk zal worden aanbesteed. In het tweede en derde hoofdstuk wordt een groot aantal administratieve en technische bepalingen opgesomd. Het werk wordt openbaar aanbesteed. Aannemers kunnen zich hiervoor inschrijven. De laagste inschrijver mag het werk uitvoeren. Mocht de inschrijfsom van de laagste inschrijver het vastgestelde budget niettemin te boven gaan, dan zal de gemeente deze inschrijver uit nodigen om “te bekijken op welke wijze het plan kan worden bijgesteld.” De gemeente dient, wanneer de aannemer het werk te laat oplevert, een korting van € 1.250,per dag op te leggen. Zo blijkt uit hoofdstuk 2. “Geen korting wordt opgelegd voor na de opleveringstermijn verstreken dagen die geen werkdag zijn”.54 Evenmin wordt korting opgelegd indien de oplevering door overmacht is vertraagd. De aannemer moet daarnaast, een “door een bank of verzekeringsmaatschappij afgegeven bankgarantie ten behoeve van de opdrachtgever stellen.” Aankondiging van een opdracht Zestien januari 2006 kondigt de gemeente de opdracht, met een advertentie in de lokale krant, aan. Geïnteresseerde aannemers kunnen voor 13 februari 12.00 uur aanmelden als gegadigde.55 De gemeente geeft een korte beschrijving van de opdracht.56 “Het werk bestaat
Figuur 1: Fasering TIJDVAK
FASE
40
mrt 2001– sept. 2002
okt. 2002 – juni 2003
juni 2003 – mei 2004
mei 2004 – april 2005
april 2005 aug. 2005
Initiatief
Haalbaarheid
Locatie
Voorlopig Ontwerp
Definitief Ontwerp
uit de nieuwbouw van het Sociaal Cultureel Centrum De Wipmolen te Alblasserdam.” De aannemer zal een gebouw van circa 3.200 m² moeten realiseren dat half in het water wordt gesitueerd. De bouw moet 24 april 2006 aanvangen en 1 september 2007 zijn voltooid. De gemeente somt in de aankondiging meerdere voorwaarden op. Zo verlangt de gemeente als zekerheidstelling bij gunning een bankgarantie van 10% van de aanneemsom. De gemeente dekt zich met deze garantie in tegen een mogelijk faillissement van de aannemer. Ook stelt de gemeente een ‘voorwaarde voor deelneming’. Gegadigden dienen ‘economisch en financieel draagkrachtig’ te zijn. De jaaromzet 2005 van de aannemer moet daarom minimaal € 12.000.000 zijn. Negentien april 2006 zullen de inschrijvingen op het gemeentehuis worden geopend.57 Het werk zal aan de aannemer met de laagste prijs worden gegund. Feestelijkheid In het stuurgroepverslag van 18 januari 2006 leest de rekenkamer dat de gemeente vrijdag 3 maart een feest wil organiseren ter gelegenheid van de start van de bouw. Hier heeft de rekenkamer zich over verbaasd, daar het werk op dat moment nog niet gegund is. Uit een notitie van BBN wordt echter duidelijk waarom al in maart een feest moet worden georganiseerd.58
De
politiek
verantwoordelijken
hebben
aangegeven
dat
zij
voor
de
gemeenteraadsverkiezingen van 2006 “in willen zetten op een zichtbaar resultaat.”
sept. 2005 – mei 2006
mei 2006 – sept. 2006
sept. 2006 – juni 2008
juli 2008 – dec. 2008
december 2008
Bestekfase
Bouwvoorbereiding
Uitvoering
Faillissement aannemer
Oplevering
41
Foto’s 9 t/m 12: Onthulling bouwbord 3 maart 2006
Raadsvoorstel Havenkom/ De nieuwe Wipmolen Eind januari 2006, twee weken nadat de Europese aanbestedingsprocedure is gestart, vraagt de wethouder de raad om een krediet van € 7.724.000 te voteren.59 De heer De Gruijter schrijft dat de raad al eerder heeft ingestemd met de havenkom (W.F. De Jongterrein) als voorkeurslocatie.60 Nu, twee jaar later, wordt de raad gevraagd in te stemmen met de financiële onderbouwing en het bouwplan De nieuwe Wipmolen. De stichtingskosten, dat wil zeggen de bouwsom én grondkosten, van het plan zijn hoger dan het in april 2004 vastgestelde budget. Doch de wethouder sluit niet uit dat aannemers voor een lager bedrag zullen inschrijven. “Met het oog op de markt […] bestaat er een kans dat het werk wordt aangeboden voor een lager bedrag waardoor concessies t.o.v. de beoogde kwaliteit niet hoeven te worden gemaakt.” Uit het raadsvoorstel kan eveneens worden afgeleid dat de planning is bijgesteld. December 2005 hield wethouder De Gruijter de commissie ‘Samenleving’ nog voor dat het Cultureel Centrum augustus 2007 zou worden opgeleverd. Nu, gaat hij echter uit van een oplevering in september of oktober 2007. Ook de € 1,2 miljoen die voor de renovatie/uitbreiding van de bibliotheek was bestemd, wordt losgekoppeld van het project De Wipmolen en in de bestemmingsreserve Bibliotheek opgenomen.61
42
Foto 13: bibliotheek aan de Ieplaan 2 te Alblasserdam Tabel 14: Kosten volgens raadsvoorstel april 2004 en januari 2006 Kosten
bouwkosten
april
januari
2004
2006
5.241.000
5.039.000
0
0
716.000
1.069.000
installatiekosten honoraria inrichtingskosten
1.093.000 +
kosten nieuwbouw grondkosten
totaal
Verschil
-202.000 353.000
861.000 + 7.050.000 520.000 +
€ 7.570.000
-232.000 6.969.000
-81.000
755.000 +
€ 7.724.000
235.000
€ 154.000
Behandeling raadsvoorstel Havenkom/ De nieuwe Wipmolen Eén maart 2006 wordt het voorstel van de wethouder in de raad behandeld. De reacties tijdens de raadsbehandeling zijn positief. Alleen het CDA maakt een opmerking over de aanbesteding. “Wij hopen ook dat de aanbesteding ertoe zal leiden dat er geen concessies gedaan hoeven te worden aan de kwaliteit.” De raad stemt unaniem in met het voorstel van de wethouder. Notitie besteksraming Februari 2006 verschijnt een notitie van BBN.62 Nu het DO is uitgewerkt tot een bestek, kan het projectbegeleidingsbureau een exacte raming maken van de bouwkosten. Zij verwacht dat de bouwkosten hoger zullen zijn dan het beschikbare budget. In tegenstelling tot de stuurgroep, acht BBN de kans op aanbestedingsvoordeel in de huidige markt zeer gering. “Zonder aanvullende bezuinigingen na de aanbesteding valt de budgetoverschrijding naar verwachting tussen de € 240.000,- en € 490.000,-.” De notitie bestekraming is niet aan de raad voorgelegd.
43
5.7
Bouwvoorbereiding: mei 2006 – september 2006
Proces-verbaal Negentien april 2006 om 12.00 uur worden de inschrijvingsbiljetten voor de aanneming geopend.63 Tabel 15: Bron: Proces-verbaal van Aanbesteding 1 mei 2006 Inschrijver
Inschrijfsom exclusief BTW
Visser & Smit Bouw b.v. Papendrecht
5.094.000
Bouwonderneming Stout b.v. Hardinxveld-Giessendam
4.985.000
Structon Bouw en Vastgoed Utrecht
4.829.000
VBK Hoorn b.v. Hoorn
4.367.000
Van der Pas bouwgroep Oss
4.030.500
Het verschil tussen de laagste en de één na laagste inschrijver bij de inschrijving bedraagt circa
€ 300.000,
zo
blijkt
uit
het
proces-verbaal
van
de
Aanbesteding.
In
de
stuurgroepvergadering van mei 2006 wordt gesproken over “een goede aanbesteding”. Omdat inschrijfsom van de laagste inschrijver het vastgestelde budget te boven gaat, wordt het werk die dag niet gegund. De gemeente vraagt aannemer Van der Pas om een bezuinigingenlijst in te dienen. De aannemer doet verschillende voorstellen die in zijn totaliteit een bezuiniging van € 30.000 opleveren. Bouwvergunning Mei
2006
is
een
bouwvergunning
verleend,
zo
leidt
de
rekenkamer
af
uit
de
stuurgroepverslagen.64 Contract met de aannemer Na de verlening van de bouwvergunning, gunt het college de opdracht tot bouw van het nieuwe Cultureel Centrum aan aannemer Van der Pas. Vier juli 2006 tekenen de directeur van de bouwgroep en het Hoofd van de afdeling project management van de gemeente Alblasserdam het contract. “De totale aanneemsom voor de nieuwbouw bedraagt € 4.000.500,-- (zegge: vier miljoen vijfhonderd euro) exclusief btw, conform inschrijfbegroting van Van der Pas Bouwgroep B.V., d.d. 19-04-2006, met aftrek van de overeengekomen bezuinigingen in de bezuinigingenlijst d.d. 21-06-2006.” Bankgarantie en minimale omzet De aannemer moet, zo is ook vastgelegd in het bestek, een bankgarantie van 10 procent van Figuur 1: Fasering TIJDVAK
FASE
44
mrt 2001– sept. 2002
okt. 2002 – juni 2003
juni 2003 – mei 2004
mei 2004 – april 2005
april 2005 aug. 2005
Initiatief
Haalbaarheid
Locatie
Voorlopig Ontwerp
Definitief Ontwerp
de aanneemsom ten behoeve van de opdrachtgever stellen. De rekenkamer heeft vastgesteld dat dit is gebeurd.65 ABN-AMRO stelt zich tot een maximaal bedrag van € 400.050,“onherroepelijk en onvoorwaardelijk garant […] voor de stipte nakoming door de aannemer van zijn verplichtingen”. De rekenkamer is ook nagegaan of Van der Pas in 2005 meer dan € 12.000.000 heeft omgezet. Immers dit was een voorwaarde waar gegadigden aan moesten voldoen. De brutomarge66 van bouwgroep Van der Pas is in 2005 € 2.866.891,-. De bijbehorende omzet is circa 6 tot 8 miljoen euro.XIV Dit houdt in dat aan deze ‘voorwaarden voor deelneming’ niet is voldaan. De rekenkamer vraagt zich in dit licht af of het werk wel aan Van der Pas had mogen worden gegund zonder nadere informatie-inwinning. Stuurgroepvergaderingen In mei, juni, juli, augustus en september 2006 vergadert de stuurgroep frequent.67 De rekenkamer heeft de verslagen doorgenomen. Tijdens de vergaderingen worden twee onderwerpen besproken. Namelijk start bouw en de vertraging in het tekenwerk. 1.
De latere opleving van De Havenkom. Er is te laat een vergunningsaanvraag ingediend voor de aan te leveren bouwkuip. De bouwplaats komt daardoor 2 maanden te laat ter beschikking. De start van de bouw wordt daarom van juni naar september verschoven. De eerste paal wordt op 15 september 2006 geslagen.
2.
In juni 2006 ontstaat er vertraging in het tekenwerk van de technische installaties door installateur Andriessen. Volgens de installateur zijn een groot aantal fouten in het bestek geslopen. Andriessen claimt meerkosten. De opsteller van het bestek is het niet eens met de kritiek van installateur Andriessen. Projectbegeleidingsbureau BBN laat een second opinion uitvoeren. Uit deze second opinion wordt duidelijk dat installateur Andriessen gelijk heeft. Doordat er fouten in het bestek zijn geslopen moet een deel van de installaties opnieuw worden ontworpen. Door bovenstaande vertraging komt er een claim van aannemer Van der Pas.
Verslagen commissie ‘Samenleving’ De rekenkamer heeft de verslagen van de gemeenteraadsvergaderingen en de commissie ‘Samenleving’ gelezen, die tijdens de fase van de bouwvoorbereiding werden gehouden. Uit deze verslagen blijkt dat de raadsleden tijdens deze vergaderingen niet zijn geïnformeerd over de voortgang c.q. de knelpunten van de bouw. sept. 2005 – mei 2006
mei 2006 – sept. 2006
sept. 2006 – juni 2008
juli 2008 – dec. 2008
december 2008
Bestekfase
Bouwvoorbereiding
Uitvoering
Faillissement aannemer
Oplevering
XIV
Uit een Graydon rapportage van 22 oktober 2007 blijkt dat van der Pas zelf ruim € 12 miljoen opgeeft. Graydon becijfert de waarschijnlijke omzet op € 7.365.000. Wanneer de omzet daadwerkelijk € 12 miljoen was duidt dat op een hoger dan gebruikelijke inzet van onderaannemers, een indicatie van financiële en operationele risico’s. Volgens de projectleider is er gebruik gemaakt van de door de accountant vastgestelde jaarrekeningen van de voorliggende jaren, maar hij geeft aan dat hij zijn bewering thans niet kan staven met de betreffende documenten. De Rekenkamer heeft geen documenten aangetroffen die wijzen op een toetsing.
45
5.8
Uitvoeringsfase: september 2006 – juni 2008
Juli 2006 tekent het hoofd van de afdeling projectmanagement namens de gemeente een contract met aannemer Van der Pas en installatiebedrijf Andriessen. Slaan van de eerste paal Waar de wethouder de raad in maart68 nog voorhoudt dat de bouw van het Cultureel Centrum mei 2006 zal aanvangen, wordt dit uiteindelijk september 2006. Kortom, de bouw heeft bij aanvang vier maanden vertraging opgelopen. Het Algemeen Dagblad besteedt hier in haar krant aandacht aan.69 Zij schrijft dat “met het slaan van de eerste paal voor De Nieuwe Wipmolen een einde [is] gekomen aan meer dan tien jaar plannen bedenken, afkeuren, herschrijven en weer opnieuw bedenken.” Wethouder De Gruijter spreekt die dag de honderd aanwezigen toe. De Wipmolen is een gebouw voor alle Alblasserdammers, van postzegelverzamelaar tot bankbobo, aldus de wethouder.
Foto 14: Slaan eerste paal op 15 september 2006
Figuur 1: Fasering TIJDVAK
FASE
46
mrt 2001– sept. 2002
okt. 2002 – juni 2003
juni 2003 – mei 2004
mei 2004 – april 2005
april 2005 aug. 2005
Initiatief
Haalbaarheid
Locatie
Voorlopig Ontwerp
Definitief Ontwerp
Foto 15: Wethouder Jaap de Gruijter kijkt toe samen met zijn zoon
Voortgangsrapportage november 2006 Iedere maand stelt BBN een rapportage over de voortgang van de bouw op, voor de stuurgroep. November 2006, twee maanden nadat de eerste paal is geslagen, meldt BBN dat de planning onder druk staat.70 Hoewel in het bestek staat dat Van der Pas het gebouw zal opleveren op 1 september, heeft deze een planning ingediend welke uitgaat van een oplevering in november 2007. In haar voortgangsrapportage probeert BBN de vertraging te verklaren. Installatiebedrijf Andriessen, een onderaannemer die de technische installaties71 moet aansluiten, stelt dat het vooraf opgestelde bestek niet uitvoerbaar is. Zo zijn in de bestektekeningen geen buffervaten en bierleidingen ingetekend.72 Andriessen heeft een aantal meerwerkoffertes ingediend. Andriessen wil dat dit meerwerk vergoed wordt en dreigt de uitvoering te staken.73 Januari 2007 vergadert de stuurgroep. Zij neemt kennis van de voortgangsrapportage en de door Van der Pas opgestelde planning. Omdat de bouw is vertraagd stelt de stuurgroep haar streven bij. Het Cultureel Centrum zal half november 2007 moeten worden opgeleverd.
sept. 2005 – mei 2006
mei 2006 – sept. 2006
sept. 2006 – juni 2008
juli 2008 – dec. 2008
december 2008
Bestekfase
Bouwvoorbereiding
Uitvoering
Faillissement aannemer
Oplevering
47
Aan het eind van de stuurgroepvergadering draagt de heer De Gruijter, die aftreedt als wethouder74, de voorzittershamer over aan wethouder Cardon.
Foto 16: Bouwwerkzaamheden november 2006
Voortgangsrapportage februari 2007 Februari 2007 verschijnt de vierde voortgangsrapportage, een maand later wordt deze in de stuurgroep besproken. Bij het onderwerp financiën wordt uitgebreid stil gestaan. De leden van de stuurgroep zien onder ogen dat de bouw meer zal kosten dan begroot. Voordat de raad wordt geïnformeerd, wil de stuurgroep eerst inzicht in de overschrijding.75 Voortgangsrapportage mei 2007 BBN schrijft dat de bouw zes weken vertraging heeft opgelopen. Hoofdaannemer Van der Pas verzoekt de stuurgroep deze bouwtijdvertraging te ‘honoreren’. BBN vraagt in haar voortgangsrapportage ook aandacht voor het budget. Zowel hoofdaannemer Van der Pas als installatiebedrijf geconcludeerd
Andriessen worden
dat
hebben de
post
meerwerkoffertes onvoorzien
ruim
ingediend. tekort
“Inmiddels
schiet,”
aldus
kan het
projectbegeleidingsbureau BBN. De voortgangsrapportage van mei 2007 is ook in de stuurgroep besproken.76 De aanwezigen stellen vast “dat het totale beschikbare budget ontoereikend zal zijn.” Dit zal gerapporteerd moeten worden aan de raad. De vraag rijst of de raad voor of na het reces moet worden
48
geïnformeerd. Wethouder Cardon besluit dat dit na het reces zal gebeuren. Wel wordt de raad middels een bestuursrapportage ‘globaal’ geïnformeerd.
Foto 17: Bouwwerkzaamheden mei 2007
Eerste bestuursrapportage 29 mei stuurt het college de 1e bestuursrapportage 2007 naar de raad. In de paragraaf projecten en investeringen wordt aandacht gevraagd voor de bouw van De Nieuwe Wipmolen. De wethouder laat weten dat de “budgettaire uitgangspunten naar verwachting niet gehaald kunnen worden.” Daarnaast zal de oplevering enkele weken later plaatsvinden dan gepland. In september 2007 volgt een nadere rapportage aan de raad, zo belooft de wethouder. Elf juli wordt de bestuursrapportage in de raad behandeld. Over de vertraging en budgetoverschrijding stellen de raadsleden geen vragen. Voortgangsrapportages juni en juli 2007 In de maanden juni en juli verschijnen 2 voortgangsrapportages. De aannemer laat weten dat de bouw van het Cultureel Centrum meer dan zes weken vertraging heeft opgelopen. Vermoedelijk wordt het gebouw februari 2008 opgeleverd. Het budget zal met ruim € 650.000 worden overschreden. In de stuurgroep laat wethouder Cardon weten dat het college geïnformeerd wil worden. BBN wordt gevraagd een ‘verhelderende’ rapportage op te stellen.77
49
Foto 18: Bouwwerkzaamheden juni 2007
Situatieschets en aanpak project De Nieuwe Wipmolen De rekenkamer heeft de door BBN opgestelde rapportage teruggevonden.78 In het college van 24 juli 2007 licht BBN haar rapportage toe. Het Cultureel Centrum zal pas februari 2008 worden opgeleverd en het budget zal met minimaal € 650.000 worden overschreden. Hier ligt een aantal oorzaken aan ten grondslag. Zo is vastgesteld dat er fouten in het bestek staan en worden bouwkundige tekeningen te laat aangeleverd (informatievoorziening is verstoord). Daarnaast coördineert hoofdaannemer Van der Pas de werkzaamheden onvoldoende. Het college neemt kennis van de rapportage en besluit wethouder Veerman als nieuwe portefeuillehouder aan te wijzen.79 Verslagen commissie ‘Samenleving’ Vanaf het slaan van de eerste paal, september 2006 tot het reces, juni 2007, vergadert de commissie ‘Samenleving’ negen maal. De rekenkamer heeft onderzocht welke informatie de commissieleden hebben ontvangen en heeft de verslagen doorgenomen.80 Hoewel er meer dan eens over de bouw van het Cultureel Centrum is gesproken, maakt wethouder
Cardon
budgetoverschrijding.
50
geen
melding
van
de
opgetreden
vertraging
en
de
opgetreden
Verdiepingskader: bouwvergaderingen Naast afstemming in de stuurgroep vindt er gedurende de bouw van het Cultureel Centrum ook technische afstemming plaats. De architect (Abrahamse De Kock), de hoofdaannemer (Van der Pas), de installateur (Andriessen) en de opdrachtgever (de gemeente Alblasserdam) vergaderen vierwekelijks.81 Een medewerker van BBN zit de bouwvergadering voor. In zijn totaliteit is 23 maal vergaderd. De rekenkamer heeft de verslagen van een aantal van deze vergaderingen doorgenomen. Mei 2006 vindt de eerste bouwvergadering plaats. Hoofdaannemer Van der Pas heeft van verschillende onderdelen van het gebouw (zoals de loopbrug en de dakopbouw) technische tekeningen nodig en zal een tekeningsbehoefteschema opstellen. In de volgende vergadering wordt dit schema besproken.82 Architect Abrahamse De Kock stelt vast dat de aannemer al in een vroeg stadium om een groot aantal werktekeningen vraagt en “deelt mee dat het tekeningenbehoefteschema niet haalbaar is”. Van der Pas vraagt ook naar de installatietekeningen. Installatiebedrijf Andriessen zal deze tekeningen moeten aanleveren, maar wacht hiermee aangezien het contract met de gemeente nog niet getekend is. Juni 2006 vindt de derde bouwvergadering plaats. Installatiebedrijf Andriessen zegt dat zij de eerste concept werktekeningen naar verwachting over 4 weken zal indienen. Aan het eind van de vierde bouwvergadering wordt voor het eerst over meerwerk gesproken. Installatiebedrijf Andriessen moet een bierleiding aanbrengen. Daar dit niet is opgenomen in het bestek, wil zij een meerwerkofferte indienen.83 Oktober 2006 wordt wederom vergaderd. Installatiebedrijf Andriessen heeft nog steeds niet de gevraagde tekeningen aangeleverd. Hoofdaannemer Van der Pas, meldt dat de bouw hierdoor mogelijk zal uitlopen.84 Abrahamse De Kock valt de aannemer bij. “Alle wandtekeningen zijn gereed op de installatiegegevens na,” aldus de architect. November 2006 vergaderen de hoofdaannemer, de architect, BBN en installatiebedrijf Andriessen niet in het gemeentehuis, maar in een bouwkeet. Van der Pas neemt geen blad voor de mond. Doordat de gegevensverstrekking zeer moeizaam verloopt, heeft de bouw 3 weken vertraging opgelopen.85 “Om verdere stagnatie te voorkomen moet er met spoed vanuit IA [installatiebedrijf Andriessen] actie komen.” Aan het begin van de bouwvergadering van december 2006 uit Abrahamse De Kock zijn ongenoegen. Omdat Andriessen nog geen tekeningen van installaties (brandmelders, verlichting) heeft verstrekt, loopt de architect met zijn tekenwerk vast.86 Ook tijdens de tiende bouwvergadering doen Van der Pas en Abrahamse De Kock navraag naar de installatietekeningen. De contactpersoon van installatiebedrijf Andriessen deelt mee dat de tekeningen “conform het tekeningenbehoefteschema verstrekt worden.” Deze mededeling leidt begrijpelijkerwijs tot frustratie bij de hoofdaannemer en de architect.87 Op basis van de bouwverslagen constateert de rekenkamer dat de hoofdaannemer, architect en installateur slecht samenwerken. En dat dit al vroegtijdig in de bouw tot vertraging heeft geleid. Hier was de wethouder van op de hoogte. Alle leden van de stuurgroep ontvangen namelijk de bouwverslagen.88 Voortgangsrapportage september 2007 Uit correspondentie tussen BBN en Van der Pas, wordt duidelijk dat de aannemer er nu vanuit gaat dat het gebouw in maart 2008 zal worden opgeleverd.89 BBN heeft hierover gesproken met
de
directeur van
Van
der
Pas.
De
directeur wijst
op
de
problemen
rond
de
informatieverstrekking. Daarnaast wordt uit dit gesprek duidelijk dat de aannemer voor een laag bedrag heeft ingeschreven.90 “Wellicht met de gedachte dit in de loop van het [bouw-] proces te compenseren.” Daarnaast heeft de aannemer een aantal meerwerkclaims ingediend. Waar BBN om een toelichting op deze claims vraagt, eist Van der Pas dat deze worden uitbetaald.
51
Eind september vergadert de stuurgroep.91 De samenwerking met de aannemer verloopt moeizaam. De stuurgroep besluit een advocaat in te schakelen. Daarnaast zal een tweede gesprek met Van der Pas worden ingepland. De heer Cardon concludeert dat “communicatie richting de raad [en] commissie niet kan uitblijven.” Deze moeten volgens hem vóór december 2007 worden geïnformeerd.
Foto 19: Bouwwerkzaamheden september 2007
Bijeenkomst van informatie en opinie (BIO) Tien oktober 2007 worden de leden van de commissie ‘Samenleving’ in beslotenheid geïnformeerd over het project De Nieuwe Wipmolen. Wethouder Veerman meldt dat de bouw meerdere maanden vertraging heeft opgelopen en dat het budget zal worden overschreden. Daarnaast laat hij de commissieleden weten dat de samenwerking met de hoofdaannemer moeizaam verloopt. Hij vertelt niet dat de gemeente een advocaat in de arm heeft genomen. Veerman gaat ervan uit dat de kostenoverschrijding zal uitkomen op een bedrag tussen de € 500.000 en € 800.000. De aannemer wil het gebouw 31 maart 2008 opleveren. De wethouder erkent dat uitloop onafwendbaar is, maar zegt dat een “efficiëntieslag [nog] mogelijk” is. Na de toelichting van de wethouder, nemen de fracties het woord. De SGP spreekt over een groot probleem. De CDA fractie wil dat de raad onderzoek doet naar de bouw van het Cultureel Centrum. De commissie besluit hierover in het presidium te vergaderen.
52
Voortgangsrapportage november 2007 In de voortgangsrapportage van november 2007 rapporteert BBN over de voortgang van het project.92 Hoofdaannemer Van der Pas is niet langer voornemens om het Cultureel Centrum in maart op te leveren. Dit wordt eind april 2008. Uit de voortgangsrapportage maakt de rekenkamer op dat de stuurgroep twijfelt aan de kredietwaardigheid van bouwbedrijf Van der Pas. De stuurgroep heeft Graydon, een organisatie die bedrijfsinformatie verschaft, namelijk gevraagd hier onderzoek naar te doen. In haar kredietadvies van oktober 2007 schrijft Graydon dat het risico op non-betaling beperkt is. Dit kredietadvies is een maand geldig, zo leert telefonische navraag van de rekenkamer. Tweeëntwintig november heeft voor de tweede maal een overleg plaatsgevonden tussen de directeur van Van der Pas en de gemeente. Tijdens dit overleg heeft de aannemer toegegeven dat hij bij de aanbesteding de omvang van de werkzaamheden fout heeft ingeschat. Daarnaast vraagt hij de gemeente met klem de openstaande meerwerkclaims goed te keuren. Voortgangsrapportage februari 2008 Januari 2008 wordt duidelijk dat er wederom vertraging is opgetreden. De stuurgroep acht de oplevering van het gebouw in mei mogelijk.93 Tweeëntwintig januari 2008 heeft voor de derde maal een overleg plaatsgevonden tussen de directeur van Van der Pas en de gemeente.94 Ditmaal “in aanwezigheid van de advocaten van beide partijen.” De aannemer belooft het gebouw 16 mei op te leveren. Na het overleg heeft BBN de indruk “dat de aannemer absoluut niet de intentie heeft om het werk erbij neer te leggen.” Verderop in haar voortgangsrapportage schrijft BBN dat de aannemer te vroeg, een maand voordat de werkzaamheden waren afgerond, twee betalingstermijnen heeft ingediend. Half februari wordt de voortgangsrapportage in de stuurgroep besproken. Het bestuur van het Cultureel Centrum heeft in juni twee zalen verhuurd.95 De vraag rijst of het gebouw dan open is voor gebruik.96
Foto 20: Bouwwerkzaamheden februari 2008
Stuurgroepvergaderingen maart en april 2008 In maart constateert de stuurgroep nog eens dat de bouw verder is vertraagd.97 De stuurgroep denkt dat Van der Pas het Cultureel Centrum voor 1 juli zal opleveren.98 Eind april stelt de wethouder een raadsinformatiebrief op.99 In de volgende paragraaf bespreekt de rekenkamer deze brief.
53
5.9
Faillissement: juli 2008 – december 2008
Inleiding In de vorige paragraaf beschrijft de rekenkamer het bouwproces. Door vertraging vangt de bouw 4 maanden later aan dan gepland. Tien oktober 2007, de dag dat de leden van de commissie ‘Samenleving’ in beslotenheid worden geïnformeerd over de voortgang van het project, is de vertraging opgelopen tot 7 maanden.100 April 2008 informeert de wethouder de raad middels een brief. De aannemer wil het gebouw in de maand juli opleveren. Tien maanden later dan gepland.101 Raadsinformatiebrief
‘tussenrapportage
stand
project
Landvast
(voorheen
De
Nieuwe Wipmolen)’ De wethouder heeft 29 april 2008 een informatiebrief naar de raad gestuurd. De brief is vertrouwelijk en wordt uiteindelijk juli 2008 in de raad behandeld. Wethouder Veerman meldt de raad in de tussenrapportage, dat er achterstanden in de planning is opgelopen. Deze achterstand wordt, volgens de wethouder, veroorzaakt door een gebrekkige werkvoorbereiding van de aannemer en minimale bezetting op de bouw. De aannemer weigert extra inspanningen te plegen om de achterstand in te halen. “De aannemer heeft nu een prognose afgegeven van een opleveringsdatum op 1 juli 2008.” De gemeente heeft een advocaat ingeschakeld om “de aannemer te bewegen de werkzaamheden te versnellen.” Daarnaast heeft de wethouder conform de bestekvoorwaarden een korting opgelegd. Voor iedere dag dat het gebouw te laat wordt opgeleverd zal een bedrag van € 2.500 worden ingehouden.102 Zo laat de wethouder de raad weten. Hierbij tekent de Rekenkamer aan, dat in het bestek een bedrag van € 1.250 per dag wordt genoemd. De gemeente heeft ook onderzoek gedaan naar de financiële situatie van de aannemer. “Dit leverde een positief beeld op, waardoor het niet te verwachten valt dat de aannemer de eindstreep niet zal halen.” De wethouder belooft, op het moment dat er meer duidelijk wordt omtrent het project, de raad opnieuw te informeren. Uitstel van betaling Twee weken nadat de wethouder de raad met een informatiebrief heeft geïnformeerd, vraagt Van der Pas surseance aan. Het bedrijf kan niet meer aan zijn betalingsverplichtingen voldoen. Veertien mei 2008 wordt surseance verleend.103 Op 21 mei wordt het faillissement door de rechtbank in Oss uitgesproken.104 Het Algemeen Dagblad schrijft over het faillissement.105 Een
Figuur 1: Fasering TIJDVAK
FASE
54
mrt 2001– sept. 2002
okt. 2002 – juni 2003
juni 2003 – mei 2004
mei 2004 – april 2005
april 2005 aug. 2005
Initiatief
Haalbaarheid
Locatie
Voorlopig Ontwerp
Definitief Ontwerp
woordvoerder van de gemeente laat weten dat het gebouw niet meer op 1 juli zal worden opgeleverd. Dit omdat onderaannemers niet betaald zijn. Sterker nog, “alle onderaannemers hebben gisteren [14 mei 2008] hun materialen en gereedschappen verwijderd van het bouwterrein.”
Onderzoek naar de financiële situatie van de aannemer Hoewel de wethouder niet verwacht dat Van der Pas “de eindstreep niet zal halen”, gaat de aannemer toch failliet. De gemeente heeft onderzoek gedaan naar de financiële situatie van de aannemer, zo schrijft de wethouder in zijn raadsinformatiebrief van 29 april. De rekenkamer heeft dit onderzoek opgevraagd, maar niet mogen ontvangen. Daarom heeft zij de, bij de Kamer van Koophandel, gedeponeerde jaarrekeningen 2005 en 2006 doorgenomen.106 De winst van bouwbedrijf Van der Pas bedroeg in 2004 € 22.000. In 2005 en 2006 leidt de aannemer echter verlies. Respectievelijk € 539.000 en € 728.000 euro.
200000 0 -200000
2004
2005
2006 winst en verlies
-400000 -600000 -800000
Afbeelding 6: resultaat na belasting overgenomen uit jaarrekening 2005 en 2006.
Ook de solvabiliteit (de verhouding tussen het eigen en het vreemd vermogen) daalt. 40 30 20
solvabiliteit
10 0 2004
2005
2006
Afbeelding 7: solvabiliteit uitgerekend op basis van jaarrekening 2005 en 2006.
Negenentwintig januari 2008 publiceert Van der Pas haar jaarrekening 2006. De vennootschap heeft zowel in 2005 als 2006 substantiële verliezen geleden, aldus de opsteller. En hoewel Van der Pas een positief resultaat voor 2008 verwacht, “blijft er onzekerheid bestaan omtrent de ontwikkeling van de liquiditeitspositie ten opzichte van de op dit moment beschikbare financieringsruimte.” Samengevat, omdat de gemeente het onderzoek naar de financiële situatie van de aannemer niet kan aanleveren, concludeert de rekenkamer dat dit nooit is uitgevoerd. Was dit wel gebeurd, dan had zij al in een vroegtijdig stadium kunnen weten dat er een gerede kans was dat de aannemer failliet zou gaan. sept. 2005 – mei 2006
mei 2006 – sept. 2006
sept. 2006 – juni 2008
juli 2008 – dec. 2008
december 2008
Bestekfase
Bouwvoorbereiding
Uitvoering
Faillissement aannemer
Oplevering
55
Foto 21: Bouwwerkzaamheden liggen stil
Ingehouden korting In zijn brief van 29 april 2008 schrijft wethouder Veerman dat het Cultureel Centrum waarschijnlijk, later dan gepland, zal worden opgeleverd. Veerman schrijft dat hij aannemer Van der Pas een korting heeft opgelegd. Uitgaande van de opleveringsdatum genoemd in het bestek107 zou op het moment dat de wethouder zijn brief schrijft, plusminus € 180.000XV moeten zijn ingehouden op de betalingstermijnen. De rekenkamer is nagegaan of dit bedrag daadwerkelijk is ingehouden. Dit is niet het geval. Navraag bij de advocaat van de gemeente108 leert dat de verschuldigde kortingen niet op de betalingstermijnen zijn ingehouden om “verdere escalatie en daarmee extra vertraging van het bouwproces te voorkomen.” Van dit besluit is de raad niet op de hoogte gesteld. Stuurgroepvergaderingen mei en juni 2008 De rekenkamer heeft de verslagen van de stuurgroepvergaderingen doorgenomen. Nadat het faillissement van de aannemer is uitgesproken, heeft de gemeente overleg gehad met de curator. Maar aanleiding van dit gesprek besluit de stuurgroep een plaatselijke aannemer aan te stellen om coördinerende werkzaamheden op te pakken. De resterende werkzaamheden hebben op basis van de overeenkomst met Van der Pas een waarde van € 750.000. De stuurgroep verwacht dat de totale afbouwkosten € 920.000 zullen zijn.109 De stuurgroep zal, voor het zomerreces, een aanvullend krediet vragen aan de raad.110
XV
8 maanden maal 18 werkbare dagen maal € 1.250 (conform bestek). Volgens de opgave van het College zou de inhouding zelfs € 360.000 bedragen.
56
Raadsvoorstel aanvullende krediettoekenning ten behoeve van de ontwikkeling van Landvast en stand van zaken project Juni 2008 stuurt de wethouder een voorstel naar de raad.XVI Om het gebouw zo spoedig mogelijk opgeleverd te krijgen en de schade te beperken, heeft de gemeente overeenkomsten gesloten met een aantal onderaannemers van de failliete aannemer, zo schrijft de wethouder.111
De
bouwwerkzaamheden
worden
nu
afgerond
“onder
directe
verantwoordelijkheid van de gemeente.” Een plaatselijke aannemer, W. Stam bv., zal de coördinerende werkzaamheden verrichten.112 Dhr. Veerman wil het gebouw op korte termijn openen. Hij roept in herinnering dat de gecontracteerde opleverdatum op 30 november 2007 lag. Hier plaatst de rekenkamer een kanttekening. Uit het doorgenomen bestek wordt duidelijk dat het gebouw niet 30 november, maar 1 september zou moeten worden opgeleverd.113 Maart 2006 heeft de raad voor het hele project een budget van € 7.724.000 beschikbaar gesteld. Nu schrijft de wethouder dat dit budget ontoereikend is. Volgens de wethouder liggen hier vier oorzaken aan ten grondslag: 1.
een krap budget ten opzichte van de gestelde eisen;
2.
reguliere meerwerken;
3.
omvangrijke bestekswijzigingen;
4.
de zeer grote vertraging bij de hoofdaannemer tijdens de afbouwfase.
Het gebouw zal naar verwachting € 8.927.000 gaan kosten. De raad wordt gevraagd een extra krediet van € 953.000 beschikbaar te stellen. “Waarvan € 200.000,-- [kan worden] gedekt door de ontvangen middelen uit de bankgarantie en € 753.000,-- uit de algemene grondexploitatie”, aldus Veerman. Op pagina drie van het raadsvoorstel schrijft de verantwoordelijk wethouder dat de raad met dit raadsvoorstel is geïnformeerd over het project. Nadat het werk is opgeleverd zal “de raad [zich] bezinnen op welke manier dit project geëvalueerd zal worden.”
XVI In het raadsvoorstel refereert de wethouder aan een raadsinformatiebrief van 19 februari 2008. Daar de Rekenkamer deze brief in haar dossiers heeft niet aangetroffen, heeft zij navraag gedaan bij de griffier. Ook deze kon de raadsinformatiebrief van 19 februari 2008 niet aanleveren. De Rekenkamer gaat er vooralsnog vanuit dat deze brief niet bestaat of nooit aan de raad is verzonden.
57
Verdieping: bankgarantie In zijn raadsvoorstel schrijft wethouder Veerman dat de gemeente na het faillissement van haar aannemer het recht heeft om de “bankgarantie van € 200.000,-- aan te wenden voor de afronding van het werk.” Daar ABN-AMRO juli 2006 een bankgarantie van € 400.050,- heeft afgegeven (10% van de aanneemsom), heeft de rekenkamer hier navraag naar gedaan. XVII Uit het verslag van de stuurgroepvergadering van 20 maart 2008 blijkt dat aannemer Van der Pas wethouder Veerman heeft gevraagd de bankgarantie te verlagen. In een mail aan BBN schrijft Veerman aan dit verzoek tegemoet te willen komen. Wel geeft hij aan dat het college van hem verlangt dat “alles tot in de puntjes besproken en doordacht” is. Hij wil Graydon, een organisatie die bedrijfsinformatie verschaft, onderzoek laten doen naar de kredietwaardigheid van aannemer Van der Pas. De rekenkamer heeft bij de wethouder navraag gedaan naar dit onderzoek. Wethouder Veerman schrijft dat hij op zijn hoede was. Hij heeft de volgende overwegingen gemaakt en met zijn ambtelijke ondersteuning besproken: -
Is er al genoeg werk klaar en afgerekend om met een kleinere bankgarantie toe te kunnen? Waarom wil de aannemer de bankgarantie verlagen, heeft hij liquiditeitsproblemen? Wat is het risico als we de bankgarantie niet verlagen, welke problemen ondervindt de aannemer daarvan? en de keerzijde daarvan, wat als de aannemer niet verder gaat met de bouw, wat is dan het gevolg van de lagere bankgarantie? De laatste vraag is de bekende “do ut des”, wat krijgen we terug voor die verlaging.
Er waren, aldus de wethouder geen concrete aanwijzingen dat het slecht ging met van der Pas. Na consultatie van alle betrokken partijen inclusief de jurist was de eindconclusie dat er al voldoende was gebouwd en afgerekend zodat de bankgarantie wel lager kon. Voorafgaand is telefonisch vastgesteld dat er ten aanzien van het eerste rapport van Graydon niets was gewijzigd. Aldus het antwoord van de wethouder. De rekenkamer is nagegaan of er inderdaad geen concrete aanwijzingen waren. Om deze reden heeft zij zelf contact gezocht met Graydon. Februari 2008, na publicatie van het jaarverslag van bouwbedrijf Van der Pas en ruim voor het verzoek tot verlaging, verlaagt Graydon haar kredietadvies.XVIII Op 14 april 2008 verlaagt ABN-AMRO het maximumbedrag van de bankgarantie met € 200.025,-. “Dientengevolge is het maximumbedrag van deze bankgarantie thans € 200.025,--.” De rekenkamer heeft geen documenten terug gevonden waaruit blijkt dat de wethouder korte tijd daarna de gemeenteraad heeft ingelicht over deze beslissing.
Behandeling van voorstel in commissie en raad De rekenkamer heeft de verslagen van de commissie ‘Samenleving’ van juni 2008 bestudeerd en constateert dat het raadsvoorstel niet in de commissie is behandeld. Tijdens de raadsbehandeling in juli 2008 memoreert SGP-fractie dat de fractie tijdens vorige debatten over de streep is getrokken omdat 7,5 miljoen euro door de toenmalige portefeuillehouder “absoluut als de limit” werd gezien. De woordvoerder refereert er ook aan dat de financiële dekking niet zeker was. De koppeling met de donorlocaties is losgelatenXIX omdat deze locaties niet snel genoeg tot ontwikkeling komen. Volgens de SGP is in de loop van
XVII
De bankgarantie is op 10 juli 2006 door de ABN-AMRO bank afgegeven en op 3 oktober 2007 verlengd. Op 21 januari 2008 achtte Graydon een krediet van euro 220.000 verantwoord, op 21 februari 2008 wijzigt zij haar kredietadvies. Een krediet van € 10.000 wordt nog verantwoord geacht. XIX Het Rekenkamerrapport Grip op Beleid geeft aan dat de raad niet via officieel besluit heeft besloten om van“donorlocaties” als dekkingsmiddel af te zien. Wel kan uit het raadsvoorstel van 1 maart 2006 worden afgeleid dat de directe koppeling is losgelaten. XVIII
58
de tijd de investering opgehoogd met € 250.000, “onder het mom van toerisme. We hebben er ook tegen geageerd. En nu komen met een nieuwe ophoging van maar liefst € 1 miljoen.” De SGP vindt dit “politiek niet netjes, maar we beseffen dat we voor voldongen feiten staan”. De SGP wil dit bedrag niet uit de reserve grondexploitatie maar uit het begrotingsprogramma Cultuur, Recreatie en Sport halen. De CU-fractie staat stil bij de procedure. Het bijzondere is dat “we het er niet met elkaar over hebben gehad, en nu in één keer in de raad.” Hij vraagt ook naar de oorzaken van de overschrijdingen van het krediet en informeert naar de projectsturing. Ook de CDA woordvoerder onderkent dat de afronding van het project meer geld gaat kosten. Echter, in zijn optiek, zou de raad dit zichzelf moeten verwijten. Immers, hoewel het budget reeds in 2006 is vastgesteld, is dit nooit geïndiceerd. En “dat is wel één van de grote redenen waarom [de wethouder het budget] gaat overschrijden.” “Als je weet dat er elk jaar 6% aan bouwkosten bij komen […] dan hadden we dat budget op z’n minst geïndiceerd moeten vaststellen.” En “dat hebben we gewoon niet gedaan.” De woordvoerders brachten het punt van de verlaging van de bankgarantie van 10% naar 5% niet in de discussie in. De wethouder geeft bij de beantwoording aan, dat hij in oktober 2007 de raad heeft geïnformeerd over de problemen. “We hebben u toen ook marges aangegeven, waarbinnen wij schatten dat er overschrijding zou zijn”. De wethouder geeft geen direct antwoord op vragen met betrekking tot de projectsturing. “Wij vinden het ook belangrijk dat we dit soort projecten evalueren, want het is zonet genoemd: misschien was het college toen toch een beetje onder de indruk van het aanbestedingsgebeuren, dat dat geld zou opleveren en dat er bezuinigingen zouden zijn. Allerlei andere dingen, waarvan je achteraf kunt zeggen, ‘het was goed bedacht, maar het is niet eruit gekomen’ en dat willen we dus in de toekomst niet meer doen. Dat hebben we namelijk al eerder gezegd, maar dat is toen nog wel gebeurd”. De raad stemt in met het extra krediet.
59
5.10
Oplevering: december 2008
In de vorige paragraaf beschrijft de rekenkamer de periode tussen 14 mei 2008 (aannemer Van der Pas vraagt surseance aan) én 23 juni 2008 (wethouder Veerman vraagt een krediet van € 953.000 aan de raad).
Foto’s 22+23: Er wordt op 30 juli 2008 nog hard gewerkt rond Landvast
Figuur 1: Fasering TIJDVAK
FASE
60
mrt 2001– sept. 2002
okt. 2002 – juni 2003
juni 2003 – mei 2004
mei 2004 – april 2005
april 2005 aug. 2005
Initiatief
Haalbaarheid
Locatie
Voorlopig Ontwerp
Definitief Ontwerp
Cultureel Centrum gebruiksklaar Hoewel het hele Cultureel Centrum nog niet gereed is, kunnen inwoners van Alblasserdam vanaf 30 juli 2008 wel naar de film. Die dag gaat de Disney productie Wall·E namelijk in première en opent de bioscoop haar deuren. Wethouder Veerman houdt die dag een korte toespraak. Het is de bedoeling dat in het tweede weekend van oktober de officiële opening plaatsvindt.114
Afbeelding 8: WALL-E poster (bron www.yourmoviestuff.com)
Opening Cultureel Centrum Landvast Donderdag 11 december wordt het Cultureel Centrum met een lasershow officieel geopend.115 Het gebouw krijgt een nieuwe naam. Een naam die teruggrijpt naar het scheepsbouwverleden van Alblasserdam.116 Niet langer wordt gesproken over ‘De Nieuwe Wipmolen’, maar ‘Landvast’. In de media wordt veel aandacht besteed aan de opening van Cultureel Centrum Landvast. Hoewel de meeste journalisten vaststellen dat het gebouw later klaar is dan gepland en meer heeft gekost, is de berichtgeving positief. Zo schemert het maritieme karakter van het dorp op subtiele wijze door in het gebouw, aldus De Noord/ Het Kontakt.117 Uiteindelijk heeft de bouw van het Cultureel Centrum € 8.800.000 gekost, zo blijkt uit een artikel in het Algemeen Dagblad.118
sept. 2005 – mei 2006
mei 2006 – sept. 2006
sept. 2006 – juni 2008
juli 2008 – dec. 2008
december 2008
Bestekfase
Bouwvoorbereiding
Uitvoering
Faillissement aannemer
Oplevering
61
5.11
Verantwoording
Nu een overzicht is gegeven van de fasen is het de vraag hoeveel het Cultureel Centrum Landvast de gemeente uiteindelijk heeft gekost. Hoe verhoudt zich dat tot het door de raad beschikbaar gestelde krediet? En zijn de werkelijke kosten ook gemeld aan de gemeenteraad? De jaarrekening 2008 maakt er melding van dat “medio 2008” Landvast in gebruik is genomen. De rekening meldt ook het faillissement van de aannemer en de keuze van het gemeentebestuur om het werk zo spoedig mogelijk onder ‘eigen regie” af te maken. In de loop van 2008 is een aanvullend krediet beschikbaar gesteld van € 953.000, aldus de Rekening.119 Volgens de rekening is ultimo 2008 € 7.789.720 besteed. Het door de raad beschikbaar gestelde krediet bedraagt volgens de rekening € 8.627.000. Er resteert derhalve volgens de rekening nog € 837.280 te besteden terwijl Landvast intussen al in gebruik is genomen. Dat roept vragen op, omdat ogenschijnlijk het in juni 2008 toegekende krediet van € 953.000 niet nodig was. Ook het lid Verheij van SGP vraagt bij de behandeling van de rekening op 23 juni 2009, tijdens de commisievergadering Bestuur, hoe het zit. De wethouder meldt dat er nog een toelichting volgt en dat er geen geld over is. Er zullen, aldus de wethouder, nog circa € 800.000 nagekomen kosten volgen. Dat bleek (zie hieronder) aanzienlijk minder te zijn. Dat er sprake was van een forse overschrijding werd niet vermeld en een correcte analyse van verschillen tussen krediet en werkelijkheid werd niet gemaakt en ook niet verstrekt. Om nader inzicht te krijgen in de werkelijke kosten heeft de rekenkamer gegevens van de controller van de gemeente Alblasserdam gekregen. De inrichting van die overzichten bieden geen inzicht in de samenstelling van de bestedingen ten opzichte van het beschikbare krediet. Ook bevat de administratie verschillende codeerfouten. Daarom heeft de rekenkamer de bestedingen opnieuw gecodeerd zodat een overzicht ontstaat van de bestedingen volgens de indeling zoals die door BBN is gehanteerd. Die indeling ligt ook ten grondslag aan het door de raad in 2006 goedgekeurde krediet.
Foto 24: Ontvangsthal Landvast
62
In het goedgekeurde krediet blijkt een post van € 861.000 te zijn opgenomen die op grond van de Besluit, Begroting en Verantwoording (BBV)-regels tot de exploitatie behoort (zie ook het kader). Voor een goede vergelijking van de totale kosten dient daarom de betaalde subsidie te worden meegenomen in de vergelijking. Dan ontstaat het beeld zoals hieronder weergegeven. Tabel 16: Realisatie Begrotingspost
Besteding
Subsidie
Totaal
Correctie
krediet
Nog
Totaal
verwacht
verwachte
sept. 2009 grondkosten bouw
besteding
755.000
755.000
755.000
4.804.692
4.804.692
4.804.692
885.626
885.626
885.626
1.157.988
1.157.988
1.157.988
honoraria adviseurs installaties inrichting
256.689
ambtelijke kosten
384.116
384.116
384.116
16.546
16.546
16.546
23.425
23.425
Havenkom
67.726
67.726
67.726-
foute boeking
30.393
30.393
30.393-
9.243.214
98.119-
diversen
861.013
1.117.702
100.000
1.217.702
onvoorzien/ meerwerk
86.616
110.041
186.616
9.331.711
terrein Landvast:
Totaal Lasten
8.382.201
861.013
inkomsten Wipmolen
160.000-
160.000-
160.000-
bankgarantie
200.025-
200.025-
200.025-
onttrekking grex Haven Zuid Totaal saldo
€ 8.022.176
€ 861.013
€ 8.883.189
€ 98.119-
154.964-
154.964-
€ 31.652
€ 8.816.722
In de administratie komen diverse posten voor (onder andere belastingen, leges en heffingen en kosten inrichting terrein) die naar het oordeel van de rekenkamer niet op dit krediet geboekt dienden te worden. Dat bedraagt in totaal € 98.119 of 1%. Die afwijking valt binnen aanvaardbare marges. Met betrekking tot de codering heeft BBN overigens al in juli 2007 vraagtekens geplaatst. Naar aanleiding van deze vraagtekens is door de stuurgroep gevraagd om de vroegere penningmeester van de Stichting Cultureel Centrum Alblasserdam in te schakelen. Dit heeft geleid tot een rapportage ten aanzien van gerezen vragen met betrekking tot de gemaakte boekingen. De vragen betreffen onder meer: ¾
de vele uren die in de loop der jaren vanuit diverse gemeentelijke afdelingen op het project zijn geboekt.
63
¾
het in rekening brengen door de gemeente van leges, terwijl dit bij het bepalen “van de benodigde hoogte voor het budget (in 2003) niet is meegenomen”.120
¾
er zijn verschillende boekingen op het project Wipmolen gedaan die eigenlijk bestemd waren voor projecten als het Verolmeterrein, de Havenkom en de Oude Wipmolen.
Volgens informatie van de controller begin september 2009 moet nog rekening worden gehouden met € 100.000 voor het gebouw en € 100.000 voor inrichting van het terrein. Daarvan is € 13.384 intussen geboekt, zodat € 186.616 resteert.XX Totaal zal dan € 9,3 miljoen zijn besteed. In de raadsinformatiebrief van 29 oktober wordt gemeld dat de totale kosten uitkomen op € 9.212.821. Volgens de rekenkamer bedragen de verwachte kosten € 9.331.711. Het verschil bestaat uit: Tabel 17: Verschil Bedrag Verwachte kosten raadsinformatiebrief
€ 9.212.821
Nog te verwachten kosten gebouw en inrichting terrein
€ 186.616
Correctie kosten Landvast Havenkom
-/-
Verwachte kosten rekenkamer
€ 67.726 € 9.331.711
Die verwachte totaalkosten moeten vergeleken worden met het door de raad beschikbaar gestelde krediet: Tabel 18: Goedgekeurd krediet Begrotingspost grondkosten bouw honoraria adviseurs
Primair
Toevoeging
Toevoeging
krediet
2007 VVV
2008
755.000 788.000
4.759.000
702.000
55.000
757.000
764.000
inrichting
861.000
ambtelijke kosten
344.000
onvoorzien / meerwerk Totaal lasten inkomsten Wipmolen
755.000
3.971.000
installaties
diversen
764.000 250.000
47.000 280.000 € 7.724.000
15.000
359.000
70.000
117.000
25.000 € 250.000
€ 953.000
€ 7.464.000
305.000 € 8.927.000 260.000-
250.000-
bankgarantie
XX
1.111.000
260.000-
onttrekking grex Haven Zuid
Totaal saldo
Totaal
0
250.000200.025-
200.025-
€ 752.975
€ 8.216.975
In een recente email meldt de controller dat met deze extra kosten geen rekening is gehouden in de raadsinformatiebrief. “De gedachte is om in ieder geval geen kosten meer ten laste van dit budget te brengen en andere wijze van dekking te regelen”. Volgens de Rekenkamer behoren kosten die nodig zijn voor de realisatie van Landvast op het krediet Landvast verantwoord te worden opdat de raad een correct inzicht in de kosten krijgt.
64
Er blijkt per saldo € 599.722 meer te worden besteed dan de raad heeft goedgekeurd. De lasten worden onrechtmatig met € 404.711 overschreden en de geraamde baten worden € 195.061 onderschreden. Overigens werd al in februari 2006 door BBN voorspeld dat een overschrijding van € 490.000 te verwachten was (zie par. 5.6). In 2009 is € 226.856 besteed en wordt nog € 186.616 besteed. Het totaal in 2009 komt zodoende uit op € 413.472. Het opvallend grote verschil met de beantwoording van de vragen van de SGP kan de rekenkamer niet verklaren. In de onderstaande tabel vergelijkt de rekenkamer de verwachte besteding met het toegekende krediet. Dit levert het volgende beeld op: Tabel 19: Verschillen analyse Totaal verwacht Begrotingspost grondkosten
besteding
Totaal krediet
Verschil
755.000
755.000
4.804.667
4.759.000
154.333
885.626
757.000
128.626-
installaties
1.157.988
764.000
393.988-
inrichting
1.217.689
1.111.000
106.689-
384.116
359.000
25.116-
16.546
117.000
100.454
bouw honoraria adviseurs
ambtelijke kosten diversen onvoorzien / meerwerk
-
110.041
305.000
162.175
€ 9.331.711
€ 8.927.000
€ 404.711-
inkomsten Wipmolen
160.000-
260.000-
100.000-
bankgarantie
200.025-
200.000-
25
grex haven zuid
154.964-
250.000-
95.036-
€ 8.979.457
€ 8.642.000
€ 599.722-
Totaal Lasten
Totaal
De overschrijding wordt geheel veroorzaakt door: Tabel 20: Overschrijding Bedrag Honoraria adviseurs
128.626
Installaties
393.988
Inrichtingskosten gemeente
106.689
Gemiste sponsoring
100.000
Totaal
€ 729.303
De bouwkosten overtreffen de oorspronkelijke raming, rekening houdend met de post onvoorzien met circa € 438.709 (12%). De geïnde bankgarantie is daarin verwerkt. Die overschrijding zou zeer waarschijnlijk ook zijn ontstaan wanneer de aannemer niet failliet was gegaan. Dat betekent dat het college erin is geslaagd de gevolgen van het faillissement te minimaliseren, maar ook dat de opgegeven oorzaak van de overschrijding niet juist was.
65
Onjuiste opstelling en verwerking krediet Volgens BBV mag men subsidies die men aan derden verstrekt niet activeren tenzij er aan strikte voorwaarden is voldaan (artikel 61 BBV). Dat kon bekend zijn bij het maken van het kredietvoorstel. In strijd daarmee is toch uitgegaan van activering, vermoedelijk om de totale kosten voor de raad in beeld te brengen. Omdat het uitgangspunt was dat de investering direct zou worden afgeschreven (eveneens niet toegestaan onder BBV) en vervolgens gedekt uit een reserve was het effect op de rekening 0. Dat effect op de rekening bleef 0 toen de accountant eind 2007 verlangde dat er correct volgens BBV zou worden geadministreerd. In de rekening 2007 is de betaalde subsidie op uitdrukkelijke wens van de controlerend accountant direct ten laste van de exploitatie gebracht. Tevens is een vrijval van de bestemmingsreserve verwerkt zodat het effect op het resultaat ná bestemming 0 was. De accountant heeft deze gewijzigde verwerking wel in algemene zin, maar niet specifiek opgenomen in het rapport van bevindingen bij de rekening 2007. Deloitte schrijft in reactie op een vraag van de rekenkamer “Het informeren van de gemeenteraad over deze specifieke correctie was niet nodig, omdat met de aanpassing juist de besluiten van de gemeenteraad werden uitgevoerd [………] Aan de gemeenteraad is wel kenbaar gemaakt (auditcommissie van 13 juni 2008; verslag van bevindingen) dat de jaarrekening van 2007 veel opruimacties, aanpassingen en het opschonen van de administratie omvat (schoon schip maken) “. Het zou voor de hand hebben gelegen bij het vaststellen van de rekening 2007 tevens het krediet aan te passen nu de subsidie direct ten laste van de exploitatie was gebracht. Anders lijkt het immers of er kredietruimte is terwijl dat niet het geval is. Dat is niet gebeurd en de accountant heeft daartoe in het over dit onderwerp op 10 juni 2008 gevoerde gesprek met de wethouder ook niet geadviseerd. Naar het oordeel van Deloitte lag het niet op haar weg om hierover te adviseren. Deloitte schrijft “Overigens valt de staat van restantkredieten niet onder de accountantscontrole. Het gaat om het getrouwe beeld van de werkelijke besteding. De staat van restantkredieten kan wel een handig hulpmiddel zijn bij de controle van de begrotingsrechtmatigheid. Vanaf 2004 tot en met 2008 was bij de gemeente Alblasserdam vanwege de kwaliteit van de financiële beheersing nog geen toereikende rechtmatigheidscontrole mogelijk.” De gewijzigde boekhoudkundige verwerking is door de betrokken wethouders, de gemeentesecretaris en de controller besproken, maar er werd geen aanleiding gevonden om de raad een wijziging van het krediet voor te leggen. Sterker, in antwoord op vragen van de rekenkamer meldt de controller “Het enige dat fout is gegaan is dat de werkelijke besteding van € 861.000 abusievelijk niet als besteding in deze staat bij de jaarrekening 2008 is verwerkt. Deze staat is als bijlage in de jaarstukken opgenomen. Het krediet is daar keurig bruto opgenomen, maar de besteding is niet volledig opgenomen.” Dit antwoord is evident in strijd met de BBV regels. Immers de accountant heeft niet voor niets verlangd dat de oorspronkelijke boeking op het krediet diende te worden gecorrigeerd. De enige correcte manier om vervolgens een goede vergelijking mogelijk te maken is dan het neerwaarts bijstellen van het krediet. Ook bij het voorstel aan de raad om het krediet te verhogen met € 953.000 treft de rekenkamer geen voorstel aan om het krediet aan te passen aan de gewijzigde verwerking. Het gevolg daarvan is dat de staat van restantkredieten in de jaarrekening 2008 een onjuist beeld geeft van de bestedingen ten opzichte van het door de raad beschikbaar gestelde budget. Hoewel de correctie expliciet is besproken tussen de accountant en de wethouder is de raad er niet over geïnformeerd. Daarover schrijft het college “Nee, dat is ook niet nodig, want met de uitvoering van de correctie werd juist het raadsbesluit uitgevoerd. De raad moet geïnformeerd worden als de uitvoering afwijkt van het raadsbesluit. “. Naar het oordeel van de rekenkamer werd echter afgeweken van het raadsbesluit door niet te activeren. Dat diende te leiden tot aanpassing van het krediet en het informeren van de raad. Door dit achterwege te laten ontstond de schijn dat de kosten binnen het krediet bleven.
66
Foto 25: Barvoorziening Landvast
Donorlocaties In hoofdstuk 5.3 Locatiestudie wordt gesproken over de donorlocaties. De rekenkamer heeft ook onderzoek gedaan naar de huidige opbrengsten die deze locaties zouden genereren. De rekenkamer komt op basis van de beschikbare financiële overzichten tot het onderstaande overzicht. Tabel 21: Huidige opbrengsten donorlocaties Locatie Huidige Wipmolenlocatie TROSlocatie LTS/Esdoornlaan De Mijlpaal Totaal
Bedrag
Herleid uit
1.080.272
Jaarrekening 2008
523.000
Overeenkomst Ontwikkelaar
3.200.000
Actualisatie grondexploitatie 2009
600.000
Jaarrekening 2008
€ 5.403.272
Per saldo wordt de taakstelling volgens de laatste inzichten ruimschoots gehaald. De rekenkamer kan niet bepalen of de kredietcrisis daar invloed op zal uitoefenen. Ook vanwege die onzekerheid is de systematiek donorlocaties terecht verlaten. Dat neemt niet weg dat het project uiteindelijk waarschijnlijk binnen het in 2006 door de raad goedgekeurde saldo ad € 3.375.000XXI zal zijn ontwikkeld. Het op dit moment verwachte saldo bedraagt € 8.816.722 – € 5.403.272 = € 3.414.450.
XXI
€ 4.538.000 min de bibliotheek ad € 1.163.000
67
6. OORDEEL REKENKAMER Inleiding Dit rapport bestaat uit 6 hoofdstukken. In hoofdstuk 1 wordt dit rapport samengevat. In hoofdstuk 3 en 4 passeren respectievelijk de inleiding en de onderzoeksopzet de revue. In het vorige hoofdstuk wordt beschreven hoe Landvast tot stand is gekomen. In dit hoofdstuk introduceert de rekenkamer een viertal normen. Op basis van deze vier normen zal zij oordelen over de wijze waarop de raad is geïnformeerd. 6.1
Onderbouwing van de vier normen
In hoofdstuk 3 heeft de rekenkamer een aantal deelvragen opgesomd. De eerste deelvraag luidt: hoe had de wethouder de raad moeten informeren én hoe heeft hij de raad geïnformeerd? Deze vraag zal in dit hoofdstuk worden beantwoord. Gevraagd (passief) informeren Het college moet de raad op basis van artikel 169 van de gemeentewet gevraagd informeren. De wetgever schrijft hierover het volgende: de wethouders “geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen” (lid 3). In de Memorie van Toelichting van de Gemeentewet wordt naast ‘gevraagde inlichtingen’ ook over een passieve inlichtingenplicht gesproken. Het recht op inlichtingen omvat alle vormen waarin inlichtingen kunnen worden gevraagd. In zijn Reglement van Orde kan de raad nadere regels stellen over de wijze waarop dit recht kan worden uitgeoefend.121 De raad zou nadere regels kunnen stellen onder meer ten aanzien van de termijn van het verschaffen van de inlichtingen. De rekenkamer constateert dat de normen met betrekking tot deze termijn zijn terug te vinden in artikel 42 en artikel 43 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad van Alblasserdam. Als een lid van de raad over een onderwerp inlichtingen “als bedoeld in de artikelen 169, derde lid,
van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe schriftelijk ingediend bij het
college of de burgemeester.” De inlichtingen worden in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven. De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven (art. 43 van het Reglement van orde). Beantwoording van de schriftelijke vragen vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Als de beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijke lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord. De antwoorden worden door het verantwoordelijke lid van het college aan de leden van de raad medegedeeld, (zie art. 42 van het Reglement van Orde).
68
Ongevraagd (actief) informeren De rekenkamer heeft normen gevonden in de Grondwet, de Gemeentewet, de VNGHandreiking en het raadsbesluit Handvest Actieve Informatieplicht. Grondwet Ministers moeten kamerleden ongevraagd informeren. Deze plicht ligt vast in artikel 69 van de Grondwet: “De ministers en de staatssecretarissen geven de kamers […] mondeling of schriftelijk de door één of meer leden verlangde inlichtingen”. Kortom ministers hebben de plicht om uit eigen beweging over te gaan tot verschaffing van inlichtingen als dat “wenselijk is in het belang van een goede en democratische bestuursvoering”.122 Gemeentewet De wetgever heeft een dergelijke informatieplicht ook ingevoerd voor raadsleden. In artikel 169 lid 2 staat dat het college “de raad alle inlichtingen geeft die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft”. Met andere woorden, de wetgever verlangt van het college dat zij de raad naast gevraagd ook ongevraagd informeert. In de Memorie van Toelichting wordt ook over een actieve inlichtingenplicht gesproken. De Memorie van Toelichting stelt dat art. 169 van de Gemeentewet inzake de actieve informatieplicht een verankering is van de norm, die in de praktijk wordt toegepast. Bij de parlementaire behandeling van de Gemeentewet kaarten de leden van de CDA-fractie in de Tweede kamer een, aan de grondslag van dit wetsartikel liggend, probleem aan. Hoe bepaalt het college welke inlichtingen de raad nodig heeft voor haar taakuitoefening én kan de raad het college ‘in gebreke stellen’ als zij achteraf vaststelt dat bepaalde, niet spontaan verschafte, informatie toch nodig was voor de uitoefening van zijn taak? De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken schrijft in de Memorie van Toelichting dat de praktijk leert dat het bestaan van de actieve informatieplicht van de regering niet heeft geleid tot problemen ten aanzien van de vraag welke informatie de volksvertegenwoordiging voor de uitoefening van haar taak nodig heeft en welke niet. De staatsecretaris kan zich voorstellen dat aan het begin van de raadsperiode (bijv. in het debat over de Collegevorming) de gemeenteraad in algemene termen aangeeft welke informatie hij van het college verlangt en op welke wijze hij deze informatie wil ontvangen.123 VNG-Handreiking124 Met betrekking tot het moment van actieve informatievoorziening geeft de VNG-Handreiking de volgende opdracht mee: “Informeer, met name wanneer het om een politiek gevoelige kwestie gaat, de raad in een zo vroeg mogelijk stadium”. De raad dient in dat geval gedurende het gehele beleidsproces te worden geïnformeerd. De Handreiking ziet het beleidsproces verdeeld in een voorbereidende, besluitvormende en uitvoerende fase, alsmede de evaluatie. In deze fasen dienen zowel raad als college van dezelfde informatie op de hoogte te zijn, aldus de VNG.
69
Raadsbesluit Handvest Het raadsbesluit van Alblasserdam inzake het Handvest125 is geënt op deze Handreiking. Relevante delen van dit besluit zijn: ¾
Het college en de burgemeester informeren de raad tijdig en in ieder geval niet later dan één week nadat het college een beslissing heeft genomen dan wel kennis heeft genomen van de informatie.
¾
Het college informeert de raad volledig waarbij rekening wordt gehouden met de hoeveelheid informatie.
Daarnaast moet de raad zeker geïnformeerd worden wanneer een onderwerp complex en omvangrijk is en er bestuurlijke of financiële risico’s aanwezig zijn. Raad stelt kaders en controleert Bij de wijziging van de Gemeentewet in 2002 legt de wetgever in de Memorie van Toelichting de nadruk op de verordenende en controlerende bevoegdheid van de raad. Met de verordenende bevoegdheid stelt de raad vooraf de normen vast en verschaft hij de kaders waarbinnen het bestuur opereert. Met de controlerende bevoegdheid kan de raad achteraf het bestuur en de wijze van uitvoering van beleid en regels toetsen. Het begrip 'kaderstelling' is niet letterlijk in de Gemeentewet vastgelegd. Toch is er wel degelijk een juridische basis voor het begrip 'kaderstelling' uit de wetgeving te herleiden. De programmabegroting is hierbij een belangrijk kaderstellend instrument. De verordenende bevoegdheid en het budgetrecht zijn ook belangrijke instrumenten.126 Het dualisme vereist dan ook een actieve houding van de gemeenteraad.127 Om goede kaders en goede controle te kunnen uitvoeren, dient de raad duidelijke, schriftelijke afspraken te maken met het college over de informatieverschaffing aan de raad. De opvolging van deze afspraken dient geborgd te worden. Daarnaast dient de raad vast te stellen welke informatie hij op welk moment nodig heeft om te kunnen beoordelen of de gewenste effecten en resultaten daadwerkelijk worden gerealiseerd. Bovendien dient de raad vast te stellen welke informatie hij nodig acht om tijdig aanvullende of gewijzigde kaders te kunnen vaststellen wanneer gewenste effecten en resultaten buiten bereik dreigen te raken. Budgetrecht raad Een van de belangrijkste rechten van de raad in ons democratisch bestel is het budgetrecht. Om het budgetrecht goed in te kunnen vullen, moet de raad bij het vaststellen van een begroting een integrale afweging kunnen maken en moet het college integraal verantwoording aan de raad afleggen over de uitvoering van die begroting. Dat geldt voor de begroting als geheel, het geldt ook voor individuele projecten . De raad autoriseert het college tot het doen van investeringen (of het uitvoeren van een project dat leidt tot activa) door middel van het vooraf goedkeuren van een krediet. Dat krediet vormt het plafond tot waar het college gemachtigd is om uitgaven te doen. Het BBV stelt nadere eisen aan de inrichting van een kredietaanvraag en de verantwoording. Lasten en baten dienen bruto te worden weergegeven en de individuele posten dienen te worden verantwoord.
70
Een en ander is nader uitgewerkt in de nota activabeleid.XXII Verkort zijn de belangrijkste regels (artikel 9 Financiële verordening): De raad heeft de bevoegdheid tot het toekennen van investeringskredieten. De raad geeft door middel van de investeringskredieten de bevoegdheid aan het college tot het uitvoeren van de investering. Uitgangspunt hierbij is dat de ingediende investeringsaanvraag zo veel mogelijk integraal wordt afgewogen tegen de beschikbare financiële middelen. ¾
Door vaststelling van de begroting autoriseert de raad alle investeringsaanvragen, zijnde vervangingsinvesteringen.
¾
Door vaststelling van de begroting autoriseert de raad alle andere investeringen tot een bedrag van € 100.000.
¾
Voor alle overige investeringen dient de raad een afzonderlijk raadsbesluit te nemen.
¾
De raad zal worden geïnformeerd over de stand van zaken van investeringen die afwijken van de planning.
¾
Investeringen moeten bruto worden geactiveerd. Uitzondering hierop is dat bij investeringen met maatschappelijk nut eventuele reserves e.d. wel direct in mindering mogen worden gebracht op het investeringsbedrag.
¾
Bijdragen in activa van derden waarover de gemeente geen zeggenschap heeft, moeten in 1 keer worden afgeschreven.
XXII
2005-095 Nota activabeleid
71
6.2
Oordeel op de vier normen
Norm 1 luidt: Het college moet binnen 30 dagen door één of meer leden van de raad gevraagde inlichtingen geven.
In hoofdstuk 4 beschrijft de rekenkamer de bouw van Cultureel Centrum Landvast. Het hoofdstuk is geordend in fases en opgedeeld in 11 paragrafen. De rekenkamer is nagegaan of de raad tussen maart 2001 (verschijnen gemeentelijke notitie De Nieuwe Wipmolen) en december 2008 (officiële opening Landvast) inlichtingen heeft gevraagd. De rekenkamer constateert op basis van de doorgenomen documenten dat de raad tussen 2001
en
2008
zeer
sporadisch
inlichtingen
heeft
gevraagd.
In
de
initiatieffase
en
haalbaarheidsstudiefase is dit überhaupt niet gebeurd. In de Locatiestudiefase vragen verschillende fracties naar een onderbouwing van de geprognosticeerde opbrengsten van de donorlocaties. Waarop wethouder De Gruijter toezegt de raad juni 2004 te informeren. September 2004 stuurt de wethouder een notitie donorlocaties naar de raad. De rekenkamer heeft deze notitie doorgenomen. De wethouder beantwoordt met deze notitie de vragen die leven in de raad. Ook in het raadsvoorstel van januari 2006 (besteksfase) voor het krediet worden door de raad geen specifieke eisen aan de informatievoorziening gesteld. De SGP-fractie stelt in juni 2009 een vraag aan wethouder van financiën, de heer Dekker, over de jaarrekening. De heer Dekker beantwoordt deze vraag mondeling. De rekenkamer heeft dit antwoord bestudeerd en komt in paragraaf 4.11 tot de conclusie dat het SGP-raadslid onjuist is geïnformeerd. Tabel 22: Voldaan norm 1 Norm
Notitie Donorlocaties
Boeking
Binnen 30 dagen
-
+
Kwaliteit van de informatie
+
-
Op basis van de norm Tijdig scoort de informatie van wethouder De Gruijter (donorlocatie) een onvoldoende, maar kwaliteit scoort een voldoende (zie bovenstaande tabel 21). Wethouder Dekker scoort daarentegen op de norm Tijdig een voldoende, maar een onvoldoende ten aanzien van de kwaliteit van de informatie. Op grond van deze bevindingen oordeelt de rekenkamer dat deels is voldaan aan norm één.
72
Norm 2 luidt: Het college moet binnen één week alle inlichtingen die de raad nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak geven.
De ontwikkeling en bouw van het Cultureel Centrum heeft in zijn totaliteit bijna 8 jaar geduurd. Drie wethouders hebben zich hier achtereenvolgens mee bezig gehouden. Wethouder De Gruijter van maart 2001 (verschijnen gemeentelijke notitie) tot november 2006 (slaan eerste paal). Wethouder Cardon van november 2006 tot juli 2007 (informeren door BBN van het college). En wethouder Veerman van juli 2007 tot december 2008 (opening Landvast). De rekenkamer is nagegaan of de raad gedurende deze 8 jaar door het college c.q. bovengenoemde wethouders ongevraagd is geïnformeerd. Initiatieffase Wethouder De Gruijter heeft in deze fase twee documenten naar de raad gestuurd. De notitie de nieuwe Wipmolen en raadsvoorstel ‘nieuwbouw Wipmolen’ zijn naar de raad gestuurd. Haalbaarheidstudie November 2002 vraagt het college projectontwikkelingbureau BBN onderzoek te doen naar drie mogelijke locaties voor het Cultureel Centrum. De wethouder stelt de raad hiervan niet op de hoogte. In de ogen van de rekenkamer had dit wel gemoeten. Immers februari 2002 doet de raad een richtinggevende uitspraak. Het Cultureel Centrum moet op de huidige locatie van de Wipmolen worden neergezet. Mei 2003 informeert de wethouder de raad alsnog met een raadsvoorstel. Locatiestudie Maart 2004 publiceren landschapsarchitecten HNS hun visie. Nadat deze visie in het college is behandeld, stuurt wethouder De Gruijter, april 2004, een raadsvoorstel en visie naar de raad. Voorlopig ontwerp fase In het raadsvoorstel van mei 2003 schrijft de wethouder dat hij het Voorlopig Ontwerp aan de raad zal voorleggen, voordat de planologische procedures worden gestart. Deze belofte is De Gruijter niet nagekomen. Tussen mei 2004 en april 2005 is de raad niet geïnformeerd. Maart 2005 uit de woordvoerder van de VVD fractie hierover haar zorg. Definitief ontwerpfase Ook tijdens de Definitief Ontwerpfase, april 2005- augustus 2005, zijn raadsleden niet geïnformeerd. Bestekfase December 2005 heeft de wethouder de raad met een presentatie geïnformeerd. Eenendertig januari 2006 vraagt wethouder De Gruijter de raad een krediet van 7,7 miljoen euro te voteren
73
voor de bouw van het Cultureel Centrum. Het valt de rekenkamer op dat hij dit pas doet nadat de aanbestedingsprocedure is gestart. Projectbegeleidingsbureau BBN heeft op basis van het bestek een raming gemaakt. In de notitie besteksraming schrijft zij dat de bouwkosten naar verwachting hoger zullen zijn dan het beschikbaar budget. Deze informatie heeft de wethouder niet aan de raad voorgelegd. Bouwvoorbereiding Hoewel tijdens de bouwvoorbereidingsfase duidelijk wordt dat de bouw 4 maanden later dan gepland zal aanvangen, zijn de raadsleden in deze fase op geen moment geïnformeerd over de stand van zaken. Uitvoeringsfase De bouw van het Cultureel Centrum is zeer moeizaam verlopen. Zo blijkt uit de beschrijving die de rekenkamer geeft in hoofdstuk 4. Ook de wethouder is hiervan op de hoogte. Immers hij ontvangt de voortgangs- en bouwverslagen. Uit de voortgangsrapportages die verschijnen tussen november 2006 en februari 2007 wordt duidelijk dat de bouw is vertraagd en het budget zal worden overschreden. Wethouder Cardon licht de raad hierover niet in. De raad wordt pas mei 2007 summier geïnformeerd. In de eerste bestuursrapportage schrijft wethouder Cardon dat de “budgettaire uitgangspunten naar verwachting niet gehaald kunnen worden.” Hij besluit dat de raad na het reces wordt geïnformeerd. In juni en juli loopt de vertraging op. BBN moet het college inlichten en wethouder Veerman wordt als nieuwe portefeuillehouder aangewezen. De raad wordt pas in oktober geïnformeerd. Op dat moment zou het centrum volgens de planning al moeten zijn opgeleverd. Faillissement In paragraaf 4.9 beschrijft de rekenkamer de periode april 2008- december 2008. In deze periode was wethouder Veerman portefeuillehouder. Uit de doorgenomen stukken blijkt dat bestuurders en ambtenaren hemel en aarde hebben bewogen om de bouw van het Cultureel Centrum niet stil te laten vallen. De rekenkamer stelt gelijktijdig vast dat de raad in deze periode slecht is geïnformeerd. Bijvoorbeeld over de financiële situatie van de aannemer. De raad wordt ook onjuist geïnformeerd. Zo schrijft de wethouder in een informatiebrief dat hij de bouwgroep Van der Pas een korting heeft opgelegd. Doch, navraag bij de advocaat van de gemeente leert dat de verschuldigde kortingen niet op de betalingstermijnen zijn ingehouden. Tenslotte heeft de wethouder, een maand voor het faillissement van de aannemer, de bankgarantie verlaagd. In tegenstelling tot het college, is de raad hierover niet geïnformeerd. Oplevering De rekenkamer is nagegaan of het project is geëvalueerd. Dit is niet het geval. Een document waaruit blijkt hoeveel het gebouw heeft gekost en waarom het 14 maanden later dan gepland is opgeleverd, heeft de raad niet mogen ontvangen. Concluderend: de rekenkamer is van mening dat aan norm 2 niet is voldaan. Bovengenoemde wethouders hebben de raad niet ongevraagd geïnformeerd.
74
Norm 3 luidt: De raad moet op basis van gevraagde en ongevraagde informatie kaders stellen en controleren.
De rekenkamer kijkt niet alleen naar het handelen van de wethouder, maar heeft ook een oordeel over de actieve opstelling van de raad zelve. Daartoe heeft de rekenkamer norm 3 opgesteld. De rekenkamer constateert dat de raad kaders vaststelt met betrekking tot de financiën. Zo is hij vasthoudend ten aanzien van de hoogte van de netto-investeringen: € 7,3 miljoen in 2002 en € 7,4 miljoen in 2006 en de financiële dekking in de vorm van de donorlocaties, die € 3,5 miljoen. moet opleveren. Met betrekking tot de controle en sturing schiet de raad echter tekort. De rekenkamer noemt hierbij drie voorbeelden: Ten eerste: bij de raadsbesluiten over de haalbaarheid (2001, 2002), de locatiestudie (2003) en het definitief beschikbaar gestelde krediet (2006) stelt de raad geen eisen aan de voortgangsrapportage. Ten tweede: in het raadsvoorstel van mei 2003 schrijft de wethouder dat hij het Voorlopig Ontwerp aan de raad zal voorleggen voordat de planologische procedures worden gestart. De wethouder doet dat niet. De raad verzuimt bij de wethouder naar dit Voorlopig Ontwerp te vragen. Ten derde: de raad informeert bij de wethouder niet naar de opleveringsdatum van september/oktober 2007, zoals in het raadsvoorstel van maart 2006 is vastgesteld. Concluderend: de raad stelt wel kaders, maar stuurt en controleert onvoldoende. Aan norm 3 is daarom deels voldaan.
75
Norm 4 luidt: Voor alle overige investeringen dient de raad een afzonderlijk raadsbesluit te nemen. De raad zal worden geïnformeerd over de stand van zaken van investeringen die afwijken van de planning.
De rekenkamer stelt vast dat zonder voorafgaand raadsbesluit de door de raad gegeven autorisatie op lastenniveau met € 316.214XXIII is overschreden en op saldoniveau met tenminste € 413.106.XXIV De rekenkamer stelt tevens vast dat het college voornemens is om kosten die tot deze investering behoren niet ten laste van het krediet te brengen. Dat is in strijd met de regel dat niet mag worden geschoven tussen kredieten. De rekenkamer stelt vast dat de raad niet is geïnformeerd over de afwijkingen van de planning, zie tabel 20 in het rapport: Bedrag Honoraria adviseurs
128.626
Installaties
393.988
Inrichtingskosten gemeente
106.689
Gemiste sponsoring
100.000
Totaal
€ 729.303
Ook is de raad niet geïnformeerd over de gemiste kansen om de overschrijding te mitigeren: Tabel 23: Gemiste kansen Bedrag 1. Potentiële claim ontwerp installaties
393.988
2. Verlaging bankgarantie
200.000
3. Niet geinde boetes Totaal
180.000 € 773.988
Uit de uitgevoerde second opinion is gebleken dat de meerkosten installaties zijn ontstaan door ontwerpfouten bij de installaties. In beginsel waren die meerkosten te verhalen op het ontwerpbureau, maar daar is niet tijdig op geacteerd. De bankgarantie is bewust verlaagd en dat heeft geleid tot een lagere bijdrage in de kosten van het faillissement. De boetes conform het boetebeding uit de aannemingsovereenkomst zijn niet geïnd. Overigens zou inning wellicht direct tot faillissement van de aannemer hebben geleid. In totaal bestond de potentie om de opgetreden tekorten geheel of in ieder geval voor een groot deel te compenseren. Dat is niet gebeurd, wellicht mede als gevolg van het verzuim om tijdig afwijkingen aan de raad te rapporteren. Concluderend: de rekenkamer is van oordeel dat aan norm 4 niet is voldaan. XXIII XXIV
76
Besteed is € 9.243.214, krediet is € 8.927.000 Totaal is € 8.728.225- correctie € 98.119= € 8.630.106. krediet is € 8.217000
7. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN “En als er regelmatig gerapporteerd wordt, dan mag ik aannemen dat we tijdig geïnformeerd worden als er budgetoverschrijding is en dat het niet op de achterkant van een rapport verschijnt, zoals ik begrijp dat het bij de Betuwelijn gaat” De heer A. Cardon (SPA-raadslid), 18 juni 2003.XXV
In dit rapport verricht de rekenkamer een onderzoek naar de informatievoorziening van het college naar de raad bij het project Landvast. Ook is gekeken naar de oorzaken van de kostenoverschrijdingen. In dit hoofdstuk worden de conclusies getrokken. De deelvragen en de hoofdvraag worden beantwoord. 7.1
Vraagstelling
Hoofdvraag De rekenkamer heeft op verzoek van de gemeenteraad onderzoek gedaan naar de nieuwbouw van het Cultureel Centrum in Alblasserdam. Dit rapport onderzoekt de informatievoorziening over de nieuwbouw van het Cultureel Centrum in Alblasserdam. Centrale vraag in dit onderzoek is: Hoe is de gemeenteraad door de wethouder geïnformeerd over de voortgang (waaronder de kostenoverschrijdingen) van het project en is toereikend op deze informatie gereageerd? Deelvragen De bovengenoemde hoofdvraag valt uiteen in de onderstaande deelvragen. Deze deelvragen zijn: 1.
Wat en op welke momenten heeft de wethouder de gemeenteraad over de voortgang van het project geïnformeerd en hoe hij had dit moeten doen?
2.
Wat is de oorzaak van de kostenoverschrijdingen?
3.
Hoe heeft de raad gereageerd op de verkregen informatie?
4.
Hoe had de raad moeten reageren?
Normen Om deze vragen te beantwoorden gebruikt de rekenkamer een normenkader. Het betreft de volgende normen: ¾
De wethouder moet door een of meer leden van de raad binnen 30 dagen gevraagde inlichtingen geven.
¾
De wethouder moet binnen één week alle inlichtingen die de raad nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak geven.
XXV
Deze uitspraak deed de heer Cardon, het toenmalige raadslid van Progressieve Samenwerking Alblasserdam (PSA), tijdens een raadsdebat in juni 2003 over de vaststelling van kosten van een nieuw Cultureel Centrum.
77
¾
Voor alle overige investeringen dient de raad een afzonderlijk raadsbesluit te nemen; De raad zal worden geïnformeerd over de stand van zaken van investeringen die afwijken van de planning.
¾
De raad moet op basis van gevraagde en ongevraagde informatie (kaders stellen) en controleren.
7.2
Beschouwing
Oordelen op de normen Met betrekking tot de eerste norm is het oordeel dat de raad, wanneer hij expliciet om inlichtingen vraagt, deze soms te laat krijgt en/of deze onbetrouwbaar zijn. Het oordeel is dat deels wordt voldaan aan norm 1. Met betrekking tot de tweede norm is het oordeel dat de raad niet ongevraagd wordt geïnformeerd. De rekenkamer oordeelt dat niet is voldaan aan norm 2. Informatievoorziening De eerste deelvraag luidt: Wat en op welk momenten heeft de wethouder de gemeenteraad over de voortgang van het project geïnformeerd en hoe hij had dit moeten doen?
Foto 26: Ingang Landvast
78
In
de
onderstaande
tabel
is
de
relevante
informatievoorziening
weergegeven.
De
raadsvoorstellen betreffen de aanvraag voor een krediet. Tabel 24: Momenten informatievoorziening aan raad Fase
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Presentatie
Initiatief 03-200109-2002 Haalbaarheid 10-2002 06-2003 Locatie 06-2003 04-2004
VO 05-2004 04-2005 DO 05-2005 08-2005 Bestek 08-2005 05-2006
BouwvoorBereiding 05-2006 09-2006 Uitvoering 09-2006 06-2008 Faillissement 06-2008 12-2008 Oplevering 12-2008
maart 2003 Presentatie Locatiekeuze
december 2005 Presentatie over stand van zaken
Raadsvoorstel
BIO
RIB
Betrouwbaarheid tijdig
juist
volledig
+
+
+
+
+
+
+
+
+
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
+
+
-
nvt
nvt
nvt
-
+
-
-
+
-
nvt
nvt
nvt
januari 2002 “Ontwikkelingen Nieuwbouw Wipmolen” mei 2003 “Locatiekeuze Wipmolen en bibliotheek” april 2004 studie “Havenkom Alblasserdam / visie inpassing Wipmolen”
januari 2006 Instemming financiële onderbouwing en exploitatie
mei 2007 1e BURAP
okt. 2007
april 2008
juni 2008 Extra krediet
Niet-geinformeerd De rekenkamer is nagegaan hoe de raad tussen maart 2001 en december 2008 is geïnformeerd. In deze periode blijkt dat het college de raad 10 keer heeft geïnformeerd (via raadsvoorstellen, presentaties, een BIO en een raadsinformatiebrief). De raad is in de Haalbaarheidsfase en de Besteksfase twee maal geïnformeerd, in de Uitvoeringsfase drie maal. In de VO, de DO, de Bouwvoorbereidingsfase en de Opleveringsfase heeft de raad geen inlichtingen ontvangen. Bijvoorbeeld in de VO, hoewel de wethouder dit expliciet wel de raad had toegezegd.128 De VNG-Handreiking geeft echter aan dat zowel de raad als het college in elke fase over dezelfde informatie zou moeten beschikken.129 Dat is bij Landvast niet gebeurd.
79
Betrouwbaarheid informatie De rekenkamer doet voorts een uitspraak over de betrouwbaarheid van de informatie. Ze kijkt naar de aspecten: tijdigheid, juistheid en volledigheid. Tijdigheid De rekenkamer is nagegaan of informatie tijdig aan de raad is voorgelegd. Bij de aanvang van het bouwproces wordt de informatie tijdig aangeleverd. In latere fasen is dat niet het geval. Over de voortgang in de uitvoeringsfase (BIO en raadsinformatiebrief) is de informatie te laat. Ook het raadsvoorstel van juni 2008 is niet tijdig: de aannemer was toen al enkele weken failliet. Samenvattend: de tijdigheid scoort een onvoldoende. Juistheid De informatie in de eerste drie raadsvoorstellen die naar de raad zijn gestuurd is juist. Het raadsvoorstel van januari 2006 en de raadsinformatiebrief van april 2008 scoren een onvoldoende: de informatie is onjuist. De wethouder weet van de inhoud van een notitie van BBN, waarin staat dat geen verondersteld aanbestedingsvoordeel te behalen is. De wethouder meldt de raad juist dat zo’n voordeel wel te verwachten was. In de raadsinformatiebrief noemt de wethouder een onjuist bedrag van het boetebeding: € 2.500 per dag, terwijl in het bestek een bedrag van € 1.250 wordt genoemd. In de brief wordt ook vermeld dat de gemeente het onderzoek naar de financiële situatie van de aannemer heeft gedaan. Dit onderzoek is nooit uitgevoerd. Was dit wel gebeurd, dan had zij al in een vroegtijdig stadium kunnen weten dat er een gerede kans was dat de aannemer failliet zou gaan. Hoewel dit buiten de Opleveringsfase valt, constateert de rekenkamer dat de wethouder een raadslid ook onjuist informeert bij de behandeling van de jaarrekening 2008. Volledigheid Onvolledige informatie verstrekt de wethouder bij het raadsvoorstel extra krediet van juni 2008. Hij heeft uit eigener beweging de bankgarantie verlaagd, maar laat dit de raad niet weten. Conclusie De geleverde informatie is dus onbetrouwbaar. Bovendien had de wethouder in elke fase alle informatie aan de raad moeten leveren waarover hij beschikte. Op welke momenten had de wethouder welke informatie moeten leveren? 1. Regulier: Aan het einde van elke fase Het is gebruikelijk om een bouwproces in verschillende fasen in te delen. De wethouder had aan het einde van elke fase een beslisdocument moeten opstellen en dit document als informatiebron naar de raad moeten sturen. Bij deze ‘go of no go’ momenten was de raad goed geïnformeerd geweest en had zo nodig kunnen (bij)sturen.
80
2. Incidenteel: Bij dreigende overschrijding van planning en kosten Zodra
de
wethouder
vanuit
interne
communicatie
(via
voortgangsrapportages
in
de
stuurgroep) signalen kreeg dat er kostenoverschrijdingen dreigen te ontstaan, had de wethouder ongevraagd de raad zo snel als mogelijk (in elk geval binnen één week) moeten inlichten. Echter: de wethouder wacht met het door geven van deze informatie aan de raad. Zo had de wethouder de raad moeten informeren in alle fasen, ook in de Bouwvoorbereidingsfase. Dit is een belangrijke fase in verband met de keuze van de aannemer. Beantwoording hoofdvraag De centrale vraag in het rapport is: Hoe is de gemeenteraad door de wethouder geïnformeerd over de voortgang (waaronder de kostenoverschrijdingen) van het project en is toereikend op deze informatie gereageerd? Op basis van haar onderzoek beantwoordt de rekenkamer het eerste deel van de hoofdvraag ontkennend. De raad is door de wethouders onvoldoende geïnformeerd over de voortgang van het project. Wat is de oorzaak van de kostenoverschrijdingen? De rekenkamer roept de analyse van de kostenoverschrijding in herinnering (tabel 20): Bedrag Honoraria adviseurs
128.626
Installaties
393.988
Inrichtingskosten gemeente
106.689
Gemiste sponsoring
100.000
Totaal
€ 729.303
Tegenover deze overschrijdingen staan op enkele punten kostenonderschrijdingen waardoor het geheel per saldo beperkt is tot € 599.722. De kostenoverschrijding is niet of vrijwel niet te wijten aan het faillissement van de aannemer. De overschrijdingen werden ook al vroegtijdig in het project zichtbaar (vooral de installaties en de inrichtingskosten, zie bijlage 2 kosten per jaar). Bovendien bestonden potentieel tot een bedrag van maximaal € 773.988 mogelijkheden om de kosten te reduceren, maar die zijn niet benut. Conclusie Bij een betere projectbewaking en alerter reageren op signalen en het benutten van de mogelijkheden was de opgetreden overschrijding vermijdbaar geweest. Toereikendheid In dit tweede deel van dit hoofdstuk beantwoordt de rekenkamer de vraag of de raad toereikend op de verkregen informatie heeft gereageerd.
81
7.3
Vraagstelling
Hoofdvraag Het tweede deel van de hoofdvraag luidt als volgt: heeft de gemeenteraad toereikend gereageerd op de verkregen informatie? Deelvragen De rekenkamer heeft het tweede deel van de hoofdvraag gesplitst in twee deelvragen: 1.
Hoe heeft de raad gereageerd op de verkregen informatie?
2.
Hoe had de raad moeten reageren?
Normenkader De rekenkamer heeft ter beantwoording van de eerste deelvraag geen norm opgesteld. Het gaat immers om de feitelijke beschrijving. Voor de tweede vraag is de volgende norm opgesteld:
¾
De raad moet op basis van gevraagde en ongevraagde informatie (kaders stellen) en controleren.
Beschouwing Oordeel over de norm De rekenkamer legt bij de beoordeling van deze norm de nadruk op het controleren. Hij oordeelt dat de raad wel kaders stelt, en vasthoudend is ten aanzien van enkele specifieke onderwerpen, bijv. de donorlocaties. De rekenkamer oordeelt tegelijk dat de raad onvoldoende controleert. Aan norm 3 is daarom deels voldaan. Beantwoording deelvragen De eerste deelvraag is: hoe heeft de raad gereageerd op verkregen informatie? Planning De rekenkamer kijkt hierbij naar de planning. De rekenkamer constateert dat de planning van de bouw gaandeweg het project steeds is opgeschoven. De raad heeft dit stilzwijgend geaccepteerd, in de commissies en de raad is nauwelijks door de raadsleden doorgevraagd. Op basis van onderzoek komt de rekenkamer tot het volgende overzicht:
82
Tabel 25: Overzicht reacties raadsleden op uitstel oplevering Datum bron
Verwachte oplevering
(Door)vragen
Opmerking
raadslid
raadslid
april 2001 (raadsnotitie)
eind 2004
-
+
maart 2004 (raadsvoorstel)
april 2007
-
+
december 2005 (presentatie)
augustus 2007
-
-
januari 2006 (raadsvoorstel)
sept./oktober 2007
-
+
mei 2007 (BURAP)
“uitstel enkele weken”
-
-
oktober 2007 (BIO)
“uitstel enkele maanden” bijv. maart/april 2008
-
-
april 2008 (raadsinformatiebrief)
juli 2008
-
-
De rekenkamer oordeelt dat de raadsleden met betrekking tot de schuivende einddatum nauwelijks hebben doorgevraagd. Zelfs niet bij het raadsvoorstel van januari 2006, waarin het definitieve besluit wordt genomen tot de bouw. De raadsleden vragen niet door, maar plaatsen opmerkingen. Voorbeelden hiervan: ¾
Tijdens het raadsdebat van 2001: D66 wil “binnen 4 jaar klaar” zijn met de bouw.
¾
Tijdens het raadsdebat van april 2004 zegt het CDA dat een “snelle start van de bouw” moet plaatsvinden.
¾
Tijdens het raadsdebat van 1 maart 2006 zegt het SGP-raadslid dat “de planning nu niet meer over jaren, maar over maanden [gaat]”.
Kosten De rekenkamer constateert dat raadsleden ook bij andere onderwerpen niet hebben doorgevraagd. De rekenkamer heeft het volgende overzicht gemaakt van momenten waarop de raad hadden kunnen doorvragen. Het overzicht (tabel 25) geeft aan dat er niet wordt doorgevraagd. Er wordt soms wel een opmerking geplaatst.
83
Tabel 26: Overzicht reacties raadsleden kosten Datum bron
Onderwerp
januari 2006 (raadsvoorstel) april 2008 (raadsinformatiebrief)
Er wordt een aanbestedingsvoordeel verondersteld. Verdere kostenoverschrijding, er is een advocaat ingescha-keld, er is onderzoek gedaan naar de financiële situatie van de ondernemer. Het Algemeen Dagblad meldt dat alle onderaannemers hun materiaal hebben weggehaald. Meer dan een maand na het faillissement Van der Pas ontvangt de raad een brief. Evaluatie project.
14 mei 2008
juni 2008 juni 2008
Doorvragen
Opmerking
-
+
-
-
-
-
-
-
-
+
Verder constateert de rekenkamer dat de wethouder tijdens de Voorlopige Ontwerpfase (VO), de Definitief Ontwerpfase, de Bouwvoorbereidingsfase en de Opleveringsfase de raad niet heeft geïnformeerd met een voortgangsrapportage. In deze fasen hebben de raadsleden zelf geen actie ondernomen door (kritische) vragen te stellen over de voortgang. De tweede deelvraag luidt: Hoe had de raad moeten reageren? De rekenkamer heeft bij de beantwoording van de vorige vraag een aantal momenten genoemd, waar de raadsleden informatie vanuit het college kregen aangereikt over opleveringsdata, uitstel van de planning, kostenverhogingen en andere problemen (bijv. met de aannemer). Op deze momenten hadden de raadsleden kritischer kunnen doorvragen over deze onderwerpen. Uit de relevante raads-, commissieverslagen en de verslagen van de presentaties en BIO’s concludeert de rekenkamer dat dit niet het geval was. Beantwoording tweede deel hoofdvraag Het tweede deel van de hoofdvraag luidt als volgt: heeft de gemeenteraad toereikend gereageerd op de verkregen informatie? Ten aanzien van de kaderstelling oordeelt de rekenkamer dat de raad een voldoende scoort. Het controleren impliceert volgens de rekenkamer het alert reageren in de vorm van het stellen van vragen door raadsleden of het doorvragen tijdens de debatten in de raad, de commissies of bij presentaties. Het oordeel van de rekenkamer over deze norm is dat de raad met betrekking tot de controle een onvoldoende scoort: er wordt niet doorgevraagd, wel maakt een enkel raadslid een opmerking. Conclusie De rekenkamer onderkent dat de raad kaders stelt. De raad is vasthoudend ten aanzien van enkele specifieke onderwerpen, bijv. de donorlocaties. Toch mist de rekenkamer de alertheid van de raadsleden en mist het (kritisch) doorvragen op momenten van aangereikte informatie van het college. Daarom heeft de rekenkamer gemeend het tweede deel van de hoofdvraag ontkennend te moeten beantwoorden.
84
Hoofdconclusie De hoofdvraag is: Hoe is de gemeenteraad door de wethouder geïnformeerd over de voortgang (waaronder de kostenoverschrijdingen) van het project en is toereikend op deze informatie gereageerd? Gelet op de oordelen van de rekenkamer op de deelvragen is de hoofdconclusie dat het project onvoldoende alert door het college is bewaakt, dat de wethouder de raad onvoldoende heeft geïnformeerd en dat de raad niet toereikend op de verkregen info heeft gereageerd.
85
7.4
Aanbevelingen
Op grond van de oordelen en de conclusies komt de rekenkamer tot de volgende 8 aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn gericht aan de wethouder en aan de raad.
De
aanbevelingen 1 t/m 5 zijn gericht aan de wethouder. Aanbeveling 1 Uit het onderzoek blijkt dat bedragen fout zijn geboekt. Binnen het project werd een andere rapportage gehanteerd dan binnen de gemeente. Dat maakt financiële bewaking moeilijk, zorgt voor gebrekkig inzicht bij college en raad en leidt tot discussies over de kwaliteit van de cijfers in plaats van over de te nemen maatregelen. De rekenkamer beveelt aan om bij toekomstige projecten zeker te stellen dat de projectadministratie zo wordt ingericht dat deze bruikbaar is voor projectbewaking. Daartoe moet ook extra aandacht worden besteed aan een goede codering en een koppeling met de projectbewakingXXVI. Er dient voor gezorgd te worden dat uiterlijk op 1 juli 2010 de gemeente-administratie daadwerkelijk wordt ingericht en gehanteerd voor alle projectrapportages. Aanbeveling 2 Uit het onderzoek blijkt dat de wethouder bij de keuze van de aannemer en tijdens het bouwproces niet beschikt over alle relevante informatie in verband met de financiële positie van de aannemer. Daarom komt de rekenkamer tot de volgende aanbeveling: Maak bij de keuze van de aannemer en tijdens het bouwproces van groteXXVII projecten een grondige analyse van de financiële positie van de geselecteerde aannemer Aanbeveling 3 Uit het onderzoek van de rekenkamer blijkt dat de wethouder de raad niet ongevraagd informeert. De onderbouwing van deze norm geeft aan dat hij de raad bij complexe en politiek gevoelige projecten tijdig (binnen één week) dient te informeren. Daarom komt de rekenkamer tot de volgende aanbeveling: Informeer, wanneer het om grote projecten of een politiek gevoelige kwestie gaat, de raad binnen een week nadat informatie over grotere afwijkingenXXVIII bekend is geworden. Aanbeveling 4 De rekenkamer heeft vastgesteld dat er op verschillende momenten vroeg in het project signalen ontstonden die erop duidden dat het project niet binnen het krediet en niet binnen de planning opgeleverd zou kunnen worden. Dat is in de communicatie tussen projectleider, college en raad niet naar boven gekomen. Een mogelijke oorzaak daarvoor is dat de rapportage voornamelijk is gericht op de bestede kosten ten opzichte van het goedgekeurde krediet. Pas wanneer het krediet is overschreden of de opleverdatum is verstreken wordt er XXVI
Hier is overigens ook door Kohnstamm op gewezen, maar het is nog niet gerealiseerd. Een suggestie voor “groot” is een doorlooptijd van meer dan 18 maanden (dat is de periode tussen indiening van en rapportage over de begroting) en een omvang van meer dan 1 miljoen. XXVIII Een suggestie voor een “grote afwijking” is meer dan 5% van de kredietregel of meer dan 10% van de voor de fase geplande tijd. XXVII
86
gerapporteerd. Maar dan is de overschrijding of vertraging niet meer te vermijden. Omdat het bij vele projecten voorkomt dat signalen niet of niet op tijd leiden tot informatie aan het management zijn er door projectmanagersXXIX meerdere methoden ontwikkeld om de koppeling tussen tijd en geld binnen een projectrapportage te realiseren. Ze variëren van eenvoudig (Scurve) tot complex (earned value). We bevelen aan om één van deze methoden te selecteren en toe te passen. Introduceer per 1 juli 2010 een rapportagemethode waardoor college en raad vroegtijdig signalen krijgen bij (dreigende) kostenoverschrijdingen. Neem in deze methode op dat elke fase van een groot project wordt afgesloten met een go/no go document voor de raad.
Verdieping S-curve De wethouder kan in een zo vroeg mogelijk stadium ingrijpen, wanneer hij op de hoogte wordt gesteld van verslechterde resultaten.130 Dit kan via een Early Warning (EW) mechanisme. Daarvoor bestaand verschillende mogelijkheden, zoals verdiende waarde of de S-Curve (Sigmoid Curve). Deze curve geeft het genormaliseerde verloop weer van de geplande kosten in de geplande periode van het bouwproject. De S-curve is een grafiek waarin de kosten van een (deel)project in de tijd worden weergegeven. De onderstaande grafiek geeft aan dat de uitgaven met name tijdens de Uitvoeringsfase stijgen. Daarna vlakken deze kosten af. Een afwijkend patroon van het werkelijke kostenverloop in een bepaalde fase is een Early Warning (waarschuwing) voor de projectleider. Dit is een signaal voor hem om bij te sturenXXX en de wethouder in te lichten. Wanneer de kosten sterk achterblijven gezien de tijd bestaat er gerede kans dat er vertraging optreedt. Wanneer de kosten veel sneller oplopen dan gepland terwijl de voortgang conform plan verloopt is de kans erg groot dat het budget wordt overschreden. Bij Landvast zien we in een gesimuleerde S-curve dat de vertraging al vanaf het begin zichtbaar was. Op het moment (eind 2007) dat er zicht ontstaat op de oplevering lopen de kosten sterk op, een signaal dat de kosten nog niet afvlakken. Dat duidt op een te verwachten overschrijding. Verdiende waarde. In deze methode wordt het project gesplitst in fasen en daarbinnen hoofdactiviteiten. Aan elke hoofdactiviteit wordt een plandatum en een planbedrag toegekend. Pas wanneer een hoofdactiviteit is opgeleverd wordt het geplande bedrag als “verdiend” erkend. De kosten worden per hoofdactiviteit geboekt. Nu kan elke periode worden vergeleken tussen gerealiseerde kosten, geplande waarde en verdiende waarde. Wanneer de verdiende waarde lager is dan de geplande waarde is er sprake van achterstand. Wanneer de gerealiseerde kosten hoger zijn dan de verdiende waarde is er sprake van een kostenoverschrijding. Ook deze methode kan grafisch worden weergegeven. Voorwaarde voor elke methode is een goede planvoorbereiding en calculatie en een deugdelijke administratie.
XXIX XXX
Opgenomen in de “Body of Knowledge” van IPMA-NL, het instituut voor projectmanagement. Sydsaeter en Hammond Essential Mathematics for Economic Analysis, 3e druk, Prentice Hall.
87
S-curve Landvast 8000000 7000000 6000000 5000000 4000000 3000000 2000000 1000000
20
05 20 03 05 0 20 5 05 20 07 05 20 09 05 20 11 06 20 01 06 0 20 3 06 20 05 06 20 07 06 20 09 06 20 11 07 0 20 1 07 20 03 07 20 05 07 20 07 07 20 09 07 1 20 1 08 20 01 08 03
0
plan cumulatief
realisatie cumulatief
Aanbeveling 5 Het onderzoek geeft aan dat deels is voldaan aan de norm dat de wethouder binnen 30 dagen door één of meer leden van de raad gevraagde inlichtingen moet geven. De inlichtingen dienen ook volledig en juist te zijn. De rekenkamer beveelt de wethouder aan om zich aan de beantwoordingtermijn van het besluit Actieve Informatieplicht te houden. Beantwoord alle vragen van de raadsleden betrouwbaar. De aanbevelingen aan de gemeenteraad worden hieronder weergegeven. Aanbeveling 6 Deze aanbeveling betreft de actieve opstelling van de raad. Volgens de VNG vereist het dualisme een actieve houding van raadsleden. De rekenkamer constateert echter dat als de wethouder informatie aanlevert, raadsleden wel opmerkingen maken, maar niet kritisch doorvragen. Dat kan veroorzaakt worden wanneer scherpe vragen de indruk wekken dat bestuurders niet vertrouwd worden. Dat is te vermijden wanneer het nader onderzoeken van verstrekte informatie behoort tot de reguliere gang van zaken bij grote projecten. Zoals raden van commissarissen worden opgeroepen er meer bovenop te zittenXXXI geldt ook voor
XXXI
88
President Nederlandse Bank Wellink in Buitenhof 15 november 2009
gemeenteraden dat een krachtiger risicobeheersing geen luxe is. Daarom geeft de rekenkamer de volgende aanbeveling: Wees als raad alert en vraag kritisch door op de informatie die de wethouder levert. Neem per 1 januari 2010 in de financiële verordening op dat bij de start van grote projecten een tweede opinie onderzoek in opdracht van de raad wordt uitgevoerd Aanbeveling 7 De actieve houding en de alertheid strekt zich ook uit tot ongevraagde informatie. Als raadsleden merken dat zij in fasen van het project informatie missen, vraagt een actieve opstelling erom dat
uit eigener beweging informatie wordt opgevraagd. Daarom beveelt de
rekenkamer aan om de wethouder te vragen naar een gestructureerde en periodieke informatieverstrekking bij grote projecten, waarbij aandacht wordt besteed aan: mijlpalen, kostenontwikkelingen en planning. Een en ander komt overigens overeen met eerder gegeven aanbevelingen door Kohnstamm en de rekenkamer. Wanneer voorstellen voor grote projecten de raad bereiken zonder dat is voorzien in goede, relevante en tijdige projectrapportage zou de raad zijn goedkeuring dienen te onthouden. Vraag als raad bij grote projecten naar periodieke overzichten of voortgangsrapportages, stel eisen aan de inhoud
en bespreek deze met de wethouder voordat kredieten worden
goedgekeurd. Tenslotte wil de rekenkamer een aanbeveling doen aan zowel de wethouder (college) en raad. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de wethouder(s) vanuit de stuurgroep niet alle relevante informatie aan de raad heeft/hebben doorgegeven. Ook hebben we vastgesteld dat de zorgen van de accountant in onvoldoende heldere bewoordingen terecht zijn gekomen in de rapportages aan de raad. Daarom komt de rekenkamer tot de volgende aanbeveling om bij de informatievoorziening een check in te voeren: Aanbeveling 8: Overweeg bij grote of politiek gevoelige projecten de accountant te vragen om bij de interim-controle en de jaarrekening in het kader van de natuurlijke adviestaak specifiek aandacht te besteden aan de projectrapportages en projectdossiers en daarover te rapporteren aan de auditcommissie.
89
BIJLAGEN Bijlage 1
Interviews
De rekenkamer heeft interviews gehouden met de volgende personen:
Bestuurders: Dhr. A.L. Cardon
wethouder Cultuur, gemeente Alblasserdam
Dhr. J.M.Dekker
wethouder Financiën, gemeente Alblasserdam
Dhr. J. de Gruijter
ex-wethouder gemeente Alblasserdam, projectwethouder De Nieuwe Wipmolen
Dhr. S.J. Veerman
de huidige projectwethouder De Nieuwe Wipmolen/Landvast
Raadsleden: Dhr.
Mr. A. Boele
SGP-fractievoorzitter
Dhr.
R. van Lavieren
PvdA-fractievoorzitter
Mevr. C. Leeuwis
VVD-woordvoerder
Dhr.
A. Ruiskes
CDA-fractievoorzitter
Dhr.
A. Zwaan
fractievoorzitter Christenunie
Overigen: Dhr. J.K. Ambags
penningmeester van de Stichting Sociaal Cultureel Centrum Alblasserdam, SSCCA
Dhr. G. van Andel
beleidsmedewerker WMO, hij was vanaf maart 2001 tot 2003 betrokken bij de voorbereiding van de nieuwbouw van de Wipmolen.
Dhr. A. Barnhoorn
werkzaam bij afdeling Buitenruimte gemeente Alblasserdam
Dhr. Mr. J.A.J.M. Jonk
advocatenbureau Zwartbol
Dhr. H. Laheij
bedrijfsleider Landvast
Dhr. J. ’t Lam
ex-griffier, gemeente Alblasserdam
Dhr. Ing. J. Oskam
projectleider BBN, directievoerder project Landvast
Dhr. A. Valk
voorzitter van de SSCCA
Dhr. Ir. K.C. Vonk
projectleider BBN
90
Bijlage 2
Afkortingen
BIO
Bijeenkomst voor Informatie en Opinievorming
DNW
De Nieuwe Wipmolen
HNS
Hamhuis, Nieuwenhuijzen en Sijmons landschapsarchitecten
VO
Voorlopig Ontwerp
DO
Definitief Ontwerp
IA
Installatiebedrijf Andriessen
BBV
Besluit Begroting Verantwoording provincies en gemeenten
SSCCA
Stichting Sociaal Cultureel Centrum Alblasserdam
91
Bijlage 3
Bestedingen per jaar
Begrotingspost
2003
2004
2005
2006
2007
377.500
377.500
159.729
1.002.523
1.800.000
1.818.259
24.182
4.804.692
286.845
281.937
142.654
158.347
12.918
885.626
5.779
146.375
675.500
251.463
78.871
1.157.988
861.013
206.057
50.631
1.117.702
104.526
122.236
2.932
384.116
1.416
6.666-
16.546
26.509
59.729-
49.822
23.425
194
7.746
14.192
30.393
160.000-
200.025-
-
360.025-
7.362
54.791
5.573
67.726
2.974.244
2.360.562
226.856
8.883.189
grondkosten bouw honoraria adviseurs
2.926
installaties inrichting ambtelijke kosten
84.295
4.025
33.633
diversen
32.469 21.796
onvoorzien / meerwerk
1.300
foute boeking
8.261
5.523
bijdragen derden terrein landvast: havenkom
Eindtotaal
84.295
6.951
495.546
1.868.122
2008
2009 Eindtotaal 755.000
Bijlage 4
•
Literatuurlijst
Advies Deloitte, advies uitgebracht aan de gemeente Alblasserdam Nieuwbouw SSCCA, 1 april 2005.
•
College Notitie Donorlocatie 23 september 2004.
•
College Notitie Woningbouwprogramma 16 februari 2005.
•
Besluitenlijst college 15 januari 2002.
•
Besluitenlijst commissie voor Werken en Welzijn, april 2001.
•
Bespreekverslagen van de bijeenkomsten van de bouwdirectie 18 mei 2006-3 april 2008.
•
Binnenlands Bestuur 6 maart 2009.
•
Brief
gemeente
Alblasserdam
“Herijking
bouwproject
De
Nieuwe
Wipmolen”,
geadresseerd aan SSCCA; 7 oktober 2005. •
Brief gemeentebestuur Alblasserdam dd. 23 september 1998.
•
Brief BBN over actualiseren offerte projectbegeleiding De Nieuwe Wipmolen tot en met de oplevering, geadresseerd aan de ambtelijke opdrachtgever; 30 mei 2007.
•
1e BURAP 2007.
•
2e BURAP 2007.
•
1e BURAP 2008.
•
2e BURAP 2008.
•
Correspondentie brieven Directievoerder/toezichthouder-aannemer.
•
De Nieuwe Wipmolen, Locatie en haalbaarheidsstudie, opgesteld door BBN/ir. T. Mulder; 25 maart 2003.
•
“Den Haag maakt speciale checklist grote projecten”. Cobouw, 25 februari 2009.
•
Dordtse Dromen, onderzoek effectiviteit van het economisch beleid, augustus 2006; rekenkamer Dordrecht.
•
Eigendoms- en autonomievraagstukken DNW, een eerste persoonlijke verkenning van het vraagstuk door Jaap de Gruijter; 12 januari 2005.
•
Essential Mathematics for Economic Analysis, 3e druk, Prentice Hall,
Sydsaeter en
Hammond. •
Gemeentefinanciën, dr. W. Bonnema, M.H.M. Cuppen, A.J.M.
•
Gemeente Dordrecht: risicoanalyse grote projecten Overall analyse van de 13 grote MJP-projecten, oktober 2007; onderzoek verricht door Deloitte Accountants B.V.
•
Grip op Grondbeleid en grondexploitaties, rekenkamer Alblasserdam, april 2008.
•
Handreiking verantwoorden over beleid, Algemene rekenkamer, 17 mei 2000.
•
Jaarrekeningen 2006 en 2007.
•
Krantenartikel: “Dit gebouw getuigt van lef”, Kontakt 16 december 2008.
•
Managerial Accounting, McGraw Hill, 8e druk, Hilton.
•
Management control regained. De financieel/economische beheersing van complexe organisaties. Een integratie van theorie en praktijk; Lewy, C.P; 1992.
•
Mandatering, Rapport Rekenkamercommissie Sliedrecht; november 2008.
•
Manden maken: nader verklaard, 19 maart 2008.
•
Nota Jeugdbeleid “Op zoek naar Balans”, november 2001.
•
Notitie Afronding VO, BBN/ir. T. Mulder mei 2005.
•
Notitie DO.001, Financiën, BBN/ir. T. Mulder, augustus 2005.
•
Notitie Bezuinigingsmogelijkheden Investeringskosten, Inpassingonderzoek raadzaal in DNW, 21 augustus 2007.
•
Notitie Mogelijke geschilpunten Van der Pas, BBN/J. Oskam, oktober 2007.
•
Notitie Ontwikkeling Havenkom/Inpassing Nieuwe Wipmolen, mei 2004.
•
Notitie Reflectie BBN inzake installatieadvisering, december 2006.
•
Notitie Rapportage Procesgang, augustus 2007.
•
Notitie Standopname advocatuur, BBN/J. Oskam; februari 2008.
•
Notitie Verrekeningen meer- en minderwerk, BBN/J. Oskam; februari 2008.
•
Notulen college van B&W 2005-2009.
•
Notulen stuurgroep De Nieuwe Wipmolen, 14 april 2005 -16 juli 2008.
•
Notulen Toeristische Voorzieningen in de DNW, 2007 (Notulen werkgroep).
•
Overzichten Financiële stand van zaken, 2007-2008; opgesteld door BBN.
•
“Quick scan grote projecten”, rekenkamer Den Haag.
•
Raadsinformatiebrief “Financiële aspecten De Nieuwe Wipmolen”, beantwoording commissievragen, februari 2006.
•
Raadsinformatiebrief “Tussenrapportage stand project Landvast”, 29 april 2008. Dit naar aanleiding presentatie BIO 10 oktober 2007.
•
Raadsnotulen 2001-2002.
•
Raadsvoorstellen: Tabel 27: Raadsvoorstellen Titel
Datum vast-
Datum Behandeling
Raadsnr.
stelling college
in de gemeenteraad
13 april 2004
22 april 2004
2004/033
31 januari 2006
1 maart 2006
2006/019
30 januari 2007
28 februari 2007
2007/015
5 juni 2007
26 september 2007
2007/052
23 juni 2008
2 juli 2008
2008/043
Locatiekeuze Havenkom/inpassing DNW Havenkom/DNW Aanvullende krediettetoekenning Tbv. Ontwikkeling en exploitatie DNW (€ 250.000) Vaststelling gewijzigd aanbestedingsbeleid Aanvullend krediettoekenning tbv. de ontwikkeling van Landvast en stand van zaken project
•
Raadsnotulen 10 mei 2001, 19 juni 2003, 22 april 2004, 28 oktober 2004, oktober 2005, 1 maart 2006, 28 februari 2007, 26 september 2007, 2 juli 2008.
94
•
Rapportage Opschonen Boekingen DNW, 5 juli 2007.
•
Rapport Algemene rekenkamer Risicoreservering HSL-Zuid en Betuweroute, juni 2003.
•
Startdocument Havenkom/De Nieuwe Wipmolen, november 2003 incl. financiële paragraaf.
•
“SP Tilburg wil checklist grote projecten”, Binnenlands Bestuur 6 maart 2009.
•
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, kamerstuknr. 27751, volgnr. 3.
•
Verslagen Bouwvergaderingen mei 2006-april 2008.
•
Verslag afronding second opinion installaties Huygen, 23 januari 2007.
•
Verslag commissie Samenleving, september 2002.
•
Verslag
cie.Werken
en
Welzijn,
Vergadering
23
april
2001
Project
nieuwe
welzijnsaccommodatie. •
Verslag Grondgebied en Samenleving, 28 mei 2003.
•
Verslagen projectgroep Haven – WF de Jong/DNW 2003-2004.
•
Verslagen projectgroep Havenkom/DNW 2005.
•
Voortgangsrapportages DNW, opgesteld door BBN.
95
Bijlage 5:
Reactie SSCCA en Deloitte Accountants b.v.
De SSCCA en Deloitte Accountants zijn in de gelegenheid gesteld om een bestuurlijke reactie te geven. SSCCA heeft gemeld daar geen gebruik van te willen maken. Deloitte Accountants heeft een ambtelijke reactie gestuurd die hieronder is opgenomen. Ze onderstreept daarmee haar formele positie. Geachte heer Hindriks, Op 17 november 2009 stuurde u mij het rapport ‘Cultureel Centrum Landvast’ en stelde u mij in de gelegenheid om commentaar en aanbevelingen te geven. 1k stel het bijzonder op prijs dat u mij in de gelegenheid stelt om commentaar en aanbevelingen te geven. In deze brief beperk ik mij tot commentaar op aanbevelingen over de opmerkingen in het rapport ‘Cultureel Centrum Landvast’ die betrekking hebben op mijn rol als accountant. In deze brief besteed ik aandacht aan een drietal opmerkingen in het rapport. 1.
Aanbeveling 8: Overweeg bij grote of politiek gevoelige projecten de accountant te vragen om bij de interim-controle en de jaarrekening in het kader van de natuurlijke adviestaak
specifiek
aandacht
te
besteden
aan
de
projectrapportages
en
projectdossiers en daarover te rapporteren aan de auditcommissie. 2.
De accountant heeft niet geadviseerd om het krediet aan te passen.
3.
De accountant heeft zijn zorgen onvoldoende helder verwoord in de rapportages.
1. Aanbeveling 8 Aanbeveling 8 luidt: Overweeg bij grote of politiek gevoelige projecten de accountant te vragen om bij de interimcontrole en de jaarrekening in het kader van de natuurlijke adviestaak specifiek aandacht te besteden aan de projectrapportages en projectdossiers en daarover te rapporteren aan de auditcommissie. Aanbeveling 8 onderschrijven wij. De auditcommissie kan prima speerpunten voor de accountantscontrole zoals projectrapportages en projectdossiers aangeven. Overigens vind ik dat de auditcommissie de afgelopen ruim twee jaar op goede wijze speerpunten voor de accountantscontrole heeft geformuleerd en hiermee toegevoegde waarde heeft geleverd bij de controlerende rol van de gemeenteraad. 2. De accountant heeft niet geadviseerd om het krediet aan te passen Op pagina 60 “Onjuiste opstelling en verwerking krediet” van het rapport ‘Cultureel Centrum Landvast’ is de volgende passage opgenomen: Het zou voor de hand hebben gelegen bij het vaststellen van de rekening 2007 tevens het krediet aan te passen nu de subsidie direct ten laste van de exploitatie was gebracht. Anders lijkt het immers of er kredietruimte is terwijl dat niet het geval is. Dat is niet gebeurd en de
96
accountant heeft daartoe in het over dat onderwerp op 10 juni 2008 gevoerde gesprek met de wethouder ook niet geadviseerd. Naar het oordeel van Deloitte lag het niet op haar weg om hierover te adviseren. Deloitte schrijft ‘Overigens valt de staat van restantkredieten niet onder de accountantscontrole. Het gaat om het getrouwe beeld van de werkelijke besteding. De staat van
restantkredieten
kan
we!
een
handig
hulpmiddel
zijn
bij
de
controle
van
de
begrotingsrechtmatigheid. Vanaf 2004 tot en met 2008 was bij de gemeente Alblasserdam van wege de kwaliteit van de financiële beheersing nog geen toereikende rechtmatigheidscontrole mogelijk.’ De
gewijzigde
boekhoudkundige
verwerking
is
door
de
betrokken
wethouders,
de
gemeentesecretaris en de controller besproken, maar er werd geen aanleiding gevonden om de Raad een wijziging van het krediet voor te leggen. Sterker, in antwoord op vragen van de Rekenkamer meldt de controller “Het enige dat fout is gegaan is dat de werkelijke besteding van C 861.000 abusievelijk niet a/s besteding in deze staat bij de jaarrekening 2008 is verwerkt. Deze staat is als bijlage in de jaarstukken opgenomen. Het krediet is daar keurig bruto opgenomen, maar de besteding is niet volledig opgenomen.” Dat antwoord is evident in strijd met de BBV regels. Immers de accountant heeft niet voor niets verlangd dat de oorspronkelijke boeking op het krediet diende te worden gecorrigeerd. De enige correcte manier om vervolgens een goede vergelijking mogelijk te maken is dan het neerwaarts bijstellen van het krediet. De Rekenkamer stelt dat het totale krediet van € 8.927.000 naar beneden aangepast had moeten worden met € 861.000 omdat dit gedeelte van het krediet (subsidie voor de inrichtingskosten) in 2007 ten laste van de exploitatie is gebracht en dat het achterwege blijven van deze aanpassing van het krediet in strijd is met de BBV-regels. Volgens de rekenkamer had ik de aanpassing van het krediet moeten adviseren. Met deze opmerking ben ik het niet eens en deze is bovendien inhoudelijk niet juist. In het kredietvoorstel waarbij de gemeenteraad een krediet van € 7.464.000 verstrekt, is aangegeven dat de eenmalige bijdrage in de inrichtingskosten in één keer ten laste van de exploitatie zal komen (door deze bijdrage in één keer ‘af te schrijven’) en zal worden gedekt door een eenmalige bijdrage uit de reserve Nieuwe Wipmolen. Ook bij de toekenning van het aanvullende krediet ad € 753.000 is vermeld dat de eenmalige bijdrage in de inrichtingskosten ten laste van de exploitatie 2007 is gebracht. Er is vanaf de krediettoekenning dus bewust gekozen voor een bruto-krediet dat de totale verwachte uitgaven van het Cultureel Centrum Landvast omvat. Dit betekent we! dat bij het volgen van de aanwending van het krediet ook de totale uitgaven (inclusief de eenmalige bijdrage in de inrichtingskosten van € 861.000) bij de besteding moet worden opgenomen. Deze ‘bruto-methode’ is niet in strijd met het BBV en kan ze!fs de voorkeur genieten om een totaal zicht te houden op wat het Cultureel Centrum Landvast (onafhankelijk van de wijze van dekken) kost.
97
Een alternatief had kunnen zijn dat de gemeenteraad bij het raadsbesluit een primair krediet van € 6.603.000 (€ 7.464.000 -I- € 86 1.000) had toegekend en daarnaast had besloten de eenmalige bijdrage in de inrichtingskosten van € 861.000 ten laste van de exploitatie te brengen en te dekken door een eenmalige bijdrage uit de reserve Nieuwe Wipmolen. Deze ‘netto-methode’ komt feitelijk overeen met de stelling van de rekenkamer dat het krediet naar beneden aangepast had moeten worden. Doordat de gemeenteraad bij de vaststelling van het primaire krediet van € 7.464.000 (inclusief de eenmalige bijdrage van € 861.000 in de inrichtingskosten ten laste van de exploitatie) gekozen heeft voor de ‘bruto-methode’ kan er bij de juiste uitvoering van dit raadsbesluit geen sprake zijn van aanpassing van het krediet. Advisering van mijn kant om het krediet aan te passen is dan ook niet aan de orde. Met betrekking tot de kredieten zijn er geen omissies ontstaan. De omissie die wel is ontstaan, is dat in de staat van restantkredieten in de jaarrekening 2008 de werkelijke besteding niet volledig is opgenomen. Abusievelijk is de eenmalige bijdrage van € 86 1.000 in de inrichtingskosten niet opgenomen. Hierdoor is bij de beantwoording van een vraag van de gemeenteraad (SGP-fractie) in de zomer van 2009 een onjuiste conclusie over de werkelijke besteding getrokken. In de financiële administratie, de balans en exploitatierekening over 2007 en 2008 zijn de bedragen juist en volledig verantwoord. De omissie heeft dan ook uitsluitend betrekking op een extracomptabel overzicht (de staat van restantkredieten). Deze staat van restantkredieten is abusieve!ijk als de enige basis voor de beantwoording van genoemde vraag gehanteerd.
(Terzijde
merk ik
op dat
dit overzicht buiten de
reikwijdte van onze
accountantsverklaring valt.) Overigens heeft het college inmiddels in een raadsinformatiebrief van oktober 2009 bovengenoemde omissie naar aanleiding van de vraag van de SGP-fractie nader toegelicht. Deloitte. Op pagina 60 “Onjuiste opstelling en verwerking krediet” van het rapport ‘Cultureel Centrum Landvast’ is voorts opgenomen: Hoewel de correctie expliciet is besproken tussen de accountant en de wethouder is de Raad er niet over geïnformeerd. Daarover schrijft het College ‘Wee, dat is ook niet nodig, want met de uitvoering van de correctie werd juist het Raadsbes!uit uitgevoerd. De Raad moet geïnformeerd worden als de uitvoering afwijkt van het Raadsbesluit. “. Naar het oordeel van de Rekenkamer werd echter afgeweken van het Raadsbesluit door niet te activeren. Dat diende te leiden tot aanpassing van het krediet en het informeren van de Raad. Door dit achterwege te laten ontstond de schijn dat de kosten binnen het krediet bleven. In het kredietvoorstel waarbij de gemeenteraad een krediet van € 7.464.000 verstrekt, is aangegeven dat de eenmalige bijdrage in de inrichtingskosten in één keer ten laste van de exploitatie zal komen en zal worden gedekt door een eenmalige bijdrage uit de reserve Nieuwe
98
Wipmolen. De correctie die ik heb aangegeven bij de jaarrekening 2007 had juist ten doe! om de verwerking in overeenstemming met de verslaggevingregels en het raadsbesluit te brengen. Er is naar mijn overtuiging dus niet afgeweken van het raadsbesluit. 3. De accountant heeft zijn zorgen onvoldoende helder verwoord in de rapportages Op pagina 9 van het rapport ‘Cultureel Centrum Landvast’ is opgenomen: Overigens wordt de Raad daarbij ook niet geholpen door haar financiële vertrouwenspersoon de accountant. Die kiest een zeer formele positie, ook wanneer ze materiële afwijkingen in projecten constateer en verwoordt de bevindingen zeer abstract in haar rapportage. Op pagina 82 van het rapport ‘Cultureel Centrum Landvast’ is opgenomen: Tenslotte wil de Rekenkamer een aanbeveling doen aan zowel de wethouder (College) en Raad. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de wethouder(s) vanuit de stuurgroep niet alle relevante informatie aan de Raad heeft/hebben doorgegeven. Ook hebben we vastgesteld dat de zorgen van de accountant in onvoldoende heldere bewoordingen terecht zijn gekomen in de rapportages aan de Raad. Daarom komt de Rekenkamer tot de volgende aanbeveling om bij de informatievoorziening een check in te voeren: Aanbeveling 8: Overweeg bij grote of politiek gevoelige projecten de accountant te vragen om bij de interim-controle en de jaarrekening in het kader van de natuurlijke adviestaak specifiek aandacht te besteden aan de projectrapportages en projectdossiers en daarover te rapporteren aan de auditcommissie. Naar mijn mening was de interne financiële beheersing van de gemeente Alblasserdam over met name de j aren 2007 en 2008 over de gehele breedte van de bedrijfsvoering zwak en was de financiële positie van de gemeente Alblasserdam over deze jaren kwetsbaar. In onze rapporten tussentijdse controle 2007 d.d. 14 januari 2008 (kenmerk 08R0030), rapport van bevindingen 2007 d.d. 17 juni 2008 (kenmerk 08R 1027), tussentijdse controle 2008 d.d. 28 november 2008 (kenmerk 08R1681) en rapport van bevindingen 2008 d.d. 10 juni 2009 (kenmerk 09R0823) hebben wij naar mijn opinie duidelijk en uitgebreid aandacht besteed aan de kwaliteit en aangebrachte verbeteringen met betrekking tot de kwaliteit van de interne financiële beheersing en financiële positie. Ook in de auditcommissie vergaderingen in 2007 en 2008 (16 mei 2007, 21 november 2007, 13 februari 2008, 26 november 2008, 3 februari 2009 en 16 juni 2009) en met name in de vergadering van de auditcommissie van 12 juni 2008 hebben wij mondeling en met sheets voortdurend aandacht besteed aan de kwetsbare interne financiële beheersing en zwakke financiële positie. Omdat de interne financi1e beheersing en de financiële positie over de gehele breedte van de gemeente Alblasserdam kwetsbaar was, zou het naar onze mening onjuist geweest zijn om één specifiek project daaruit te lichten om daarover te rapporteren. Het project Cultureel Centrum Landvast zou daarmee erg veel focus en aandacht krijgen, terwijl andere projecten en onderdelen van de gemeente Alblasserdam geen of minder aandacht zouden krijgen. Rapportering van alle geconstateerde punten inzake de gecontroleerde projecten, producten en
99
processen zou tot dikke rapporten hebben geleid, die naar mijn mening de aandacht van de kern van de zaak te veel zou hebben afgeleid. Het ging er mij juist om dat de interne financiële beheersing over de gehele breedte van de gemeente (en niet alleen één project) zou worden verbeterd. In de rapportages en de presentaties in de auditcommissie heb ik daar met name op ingezet. Het feit dat de financiële beheersing van de gemeente Alblasserdam de afgelopen twee jaar is verbeterd, is naar mijn mening een sterke indicator dat de organisatie de rol heeft opgepakt. Hierbij heb ik met mijn wijze van communiceren vooral ook een stimulerende, signalerende en controlerende rol gespeeld. Op pagina 8 van het rapport ‘Cultureel Centrum Landvast’ is opgenomen: Er wordt een administratieve verkeerde boeking van € 861.000 gemaakt. Deze boeking wordt na een gesprek met de accountant gecorrigeerd. De wethouder van Financiën is hiervan op de hoogte. Hij rapporteert deze boeking niet aan de Raad. De correctie die ik heb aangegeven bij de jaarrekening 2007 had juist ten doel om de verwerking in overeenstemming met de verslaggevingregels en het raadsbesluit te brengen. In het traject van de controle van de concept jaarrekening naar een definitieve jaarrekening worden diverse correcties besproken tussen het controleteam en de ambtelijke organisatie. Naar mijn mening is het in beginsel niet zinvol dat de wethouder al dergelijke correcties rapporteert aan de gemeenteraad. Voor de gemeenteraad is het meer van belang te weten welke correcties niet zijn doorgevoerd en waarom niet. Hoogachtend, Deloitte Accountants B.V.
Drs. R.M.J. van Vugt RA
100
EINDNOTEN
1
11 januari 2008, Cil!O Besluitenlijst vergadering commissie van advies voor Werk en Welzijn, april 2001 en raadsnotulen 10 mei 2001 blz. 5. 3 Dé Weekkrant De Vonk, 23 juli 2008. 4 Dé Weekkrant De Vonk, 23 juli 2008. 5 zie bijv. verslag raadscommissie Samenleving 10 oktober 2007. 6 Raadsbesluit 2007/015 van 28 februari 2007. 7 Notitie De Wipmolen, maart 2001. 8 Notitie De Wipmolen, maart 2001, blz. 2. 9 Notitie De Wipmolen, maart 2001, blz. 8. 10 Collegebesluit maart 2001. 11 Verslag commissievergadering Werken en Welzijn 23 april 2001. 12 Verslag raadsvergadering mei 2001. 13 Voorstel “Nieuwbouw Wipmolen”, 10 januari 2002. 14 Bijlage bij het raadsvoorstel januari 2002. 15 Bijlage bij het raadsvoorstel januari 2002. 16 college besluit 10 januari 2002. 17 Raadsvoorstel 2002/2008. 18 Verslag raadsvergadering februari 2002. 19 Maart 2002, auteur: Ad R. van Minos. 20 zie De Nieuwe Wipmolen locatie en haalbaarheidsstudie, BBN. 25 april 2003, paragraaf 4.1. 21 Studie Huisvestings, Beheer en Exploitatieplan, Ad R. van Minos en eindrapport Werkgroep DNW mei 2002. 22 Verolmelocatie, Havenstraat en W.F. de Jonglocatie. 23 De Nieuwe Wipmolen locatie en haalbaarheidsstudie, BBN. 25 april 2003. 24 Locatiekeuze Nieuwe Wipmolen en Bibliotheek, 8 mei 2003. 25 bijlage raadsvoorstel Locatiekeuze Nieuwe Wipmolen en Bibliotheek, 8 mei 2003. 26 raadsvoorstel Locatiekeuze Nieuwe Wipmolen en Bibliotheek, 8 mei 2003 p. 9. 27 raadvoorstel mei 2003, blz. 11/12. 28 verslag gemeenteraad 19 juni 2003. 29 Visie inpassing Wipmolen havenkom Alblasserdam, HNS Landschapsarchitecten ism Dafarchitecten 25 maart 2004. 30 Visie inpassing Wipmolen havenkom Alblasserdam, HNS Landschapsarchitecten ism Dafarchitecten 25 maart 2004, pagina 2 en 15. 31 Visie inpassing Wipmolen havenkom Alblasserdam, HNS Landschapsarchitecten ism Dafarchitecten 25 maart 2004, pagina 35.. 32 B en W besluit april 2004. 33 Notitie ontwikkeling Havenkom/ inpassen Nieuwe Wipmolen, ambtelijk stuk. 34 raadsvoorstel locatiekeuze nieuwe Wipmolen en bibliotheek, 8 mei 2003. 35 Projecten Leiden van Geert Groote e.a. 36 raadvoorstel mei 2003, blz. 11/12. 37 Verslagen Stuurgroep vergaderingen april, mei, augustus 2004. 38 De notitie dateert van november 2004 en geeft inzicht in de exploitatiekosten bij een raadszaal in het nieuwe Cultureel Centrum. 39 zie persbericht SSCA 26 mei 2005). 40 openbare notulen college 24 september 2004 en 5 oktober 2004. 41 Notitie 005 Financiële afronding VO 20 mei 2005. 42 Verslag Stuurgroep, 14 april 2005. 43 Verslag Stuurgroep, 14 april 2005. 44 Definitief ontwerp fasedocument kosten van de nieuwbouw van het Sociaal Cultureel Centrum de Wipmolen, 30 augustus 2005. Pagina 3. 45 Verslag ontwerpteam bijeenkomst 15 juni 2003. 46 Definitief ontwerp fasedocument kosten van de nieuwbouw van het Sociaal Cultureel Centrum de Wipmolen, 30 augustus 2005. Pagina 3. 47 Verslag ontwerpteam bijeenkomst 11 augustus 2005. 48 Verschillende gebruiksruimtes hebben een hoogte van 2,40 m. Na 1 september 2005 moet een verblijfsruimte een vrije hoogte hebben van 2,60 m. 49 verslag raadscommissie “Samenleving” 6 december 2005. 2
101
50
verslag raadscommissie “Samenleving” 10 oktober 2005. Presentatie wethouder, Havenkom/ De Nieuwe Wipmolen 6 december 2005. 52 presentatie Havenkom/ De Nieuwe Wipmolen Alblasserdam, 6 december 2005. 53 Verslag Stuurgroep 14 november 2005. 54 Tekst van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989). 55 Bestek: een nauwkeurige beschrijving van een werk, samen met de te gebruiken materialen, de voorwaarden en de kwaliteitseisen en de bouwtekeningen. Op het bestek is de aannemingsovereenkomst gebaseerd. Het is ook nodig voor de controle van de kwaliteit van de bouw. Zie www.woonhelpdesk.nl. 56 Zie www.market.gov.rw. 57 Proces-verbaal van aanbesteding opgemaakt 1 mei 2006. 58 Notitie stand van zaken start bestekfase, 26 september 2005. 59 raadsvoorstel Havenkom/ de nieuwe wipmolen 31 januari 2006. 60 Zie raadsvoorstel 13 april 2004. 61 Zie o.a. raadsvoorstel Jaarrekening 2005, mei 2006. 62 BBN notitie beleid besteksraming versus aanbesteding, 6 februari 2006. 63 proces verbaal van aanbesteding, 1 mei 2006. 64 Verslag Stuurgroep 10 mei 2006. 65 Uitvoeringsgarantie nr. 117.08.21.869 ABN- AMRO 10 juli 2006. 66 Brutomarge, overgenomen uit het jaarveslag 2006, Bouwbedrijf Van der Pas. 67 Notulen Stuurgroep De Nieuwe Wipmolen 10 mei 2006. 68 raadsvoorstel havenkom/ de nieuwe wipmolen, 31 januari 2006. Op 1 maart 2006 behandeld in de raad. 69 AD zaterdag 16 september 2006, Alle frustaties zijn vergeten. 70 voortgangsrapportage 1, 26 november 2006 BBN. 71 de centrale verwarming, de hemelwaterafvoer, de vuilwaterpomp en de afzuigkappen in de keuken. 72 overleg installaties, 23 januari 2007 pagina 1. 73 Mail BBN aan wethouder De Gruiter, 20 december 2006. 74 In een interview met het algemeen dagblad (10 december 2007) licht de heer De Gruijter zijn besluit om af te treden toe. “Ik heb te vaak gezien dat bestuurders niet wisten wanneer ze moesten opstappen en dat het besluit tenslotte ergens anders werd genomen. Ik wil zelf kiezen.” 75 verslag Stuurgroep 21 maart 2007. 76 Stuurgroep 21 mei 2007. 77 Stuurgroep 12 juli 2007, pagina 2. Stuurgroep 26 juli 2007, pagina 1. 78 Situatieschets en aanpak project de nieuwe wipmolen, BBN advies, 20 juli 2007. 79 Stuurgroep 26 juli 2007 en verslag vergadering college 24 juli 2007. 80 Verslagen commissie ‘Samenleving’ 18 september 2006, 26 september 2006, 16 oktober 2006, 27 november 2006, 22 januari 2007,12 februari 2007, 16 april 2007, 4 juni 2007 en 25 juni 2007. 81 Startvergadering bouwvoorbereiding, 18 mei 2006, pagina 2. 82 Bouwvoorbereidingsvergadering, 8 juni 2006, pagina 1. 83 Bouwvoorberidingsvergadering, 6 juli 2006, pagina 3. 84 Bouwvergadering, 26 oktober 2006 pagina 3. 85 Bouwvergadering, 23 november 2006 pagina 4. 86 Bouwvergadering, 21 december 2006 pagina 3. 87 Zie bijvoorbeeld bouwvergadering 15 maart 2007, pagina 2. 88 Zie bouwverslagen. 89 voortgangsrapportage 9 en 10, 3 en 19 september 2007. 90 Stuurgroep 5 september 2007 pagina 1. 91 Stuurgroep 21 september 2007 pagina 1. 92 Voortgangsrapportage 13 BBN 26 november 2007. 93 Stuurgroep 23 januari 2008. 94 voortgangsrapportage 16 18 februari 2008 BBN. 95 zie ook Stuurgroep 16 april 2008 pagina 2. 96 Stuurgroep 20 februari 2008. 97 Stuurgroep 20 maart 2008. 98 Stuurgroep 16 april 2008. 99 29 april 2008 raadsinformatie brief: tussenrapportage stand project Landvast, wethouder Veerman. 51
102
100
september 2007 – maart 2008. september 2007 – juni 2008. 102 Zie ook paragraaf 4.6. 103 www.curatoren.nl/fo/verslag_faillietprofielplus. 104 Brabants Dagblad 16 mei en 21 mei 2008. 105 15 mei 2008. 106 d.d. 5-2-2007 en 29-1-2008. 107 1 september 2007. 108 Zie verslag 18 februari 2009. 109 verslag Stuurgroep 16 juli 2008. 110 verslag Stuurgroep 18 juni 2008. 111 Raadsvoorstel 23 juni 2008, pagina 2. 112 Zie mail Cultureel Centrum Landvast, 21 oktober 2009. 113 Reguest for proposal. www.market.gov.rw.tenders. 114 30 juli 2008, alblasserdam.net en 22 juli 2008, de Stem van het Weekend. 115 Kontakt, 16 december 2008. 116 Abrahamse De Kock, www.architectenweb.nl. 117 Dinsdag 16 december 2008. 118 Algemeen Dagblad 12 november 2008. 119 Jaarrekening 2008, blz. 31. 120 BBN-rapportage Opschonen Boekingen DNW. 121 Lexplicatie, blz. 578. 122 Lexplicatie Gemeentwet Deel I, blz. 588. 123 Lexplicatie, Gemeentewet Deel I, blz. 587-588; Handboek van het Nederlandse gemeenterecht, p. 516 e.v. 124 VNG Handreiking Actieve informatieplicht van het College van Burgemeester en Wethouders, 2003. 125 Handvest informatieplicht (9 december 2004) Alblasserdam. 126 Memorie van Toelichting nr. 3 par. 4.2 Wet Dualisering Gemeentebestuur; kamerstuknr. 27751; VNG-Handreiking Kaderstelling; 2004. 127 VNG-Handreiking Actieve Informatieplicht. 128 Zie paragraaf 4.2 Haalbaarheidsonderzoek. 129 zie paragraaf 5.2. 130 Management Control Regained, dr. C.P. Lewy, hfd. 6, blz. 475-477; A Guide to the Project Management Body of Knowledge (PMBOK® Guide) - Third Edition, Paperback. 101
103