9
Colofon
ê
Adresgegevens
Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Fax 038 425 75 00 www.overiJssel.nl
[email protected] l«'
Beschikking
Aanvrager Aangevraagde activiteiten Locatie Datum ontvangst aanvraag Datum beschikking Kenmerk Projectnummer
Twence BV Indirecte lozing van biogascondensaat, ketelwaterspul en regeneraat op de gemeentelijke vuilwaterriolering. Boldershoekweg 51 te Hengelo. 19 november 2010 8 juni 2011
2011/0110087 Z-HZ WABO-2010-000239
"^verijssel
"^verijssel
provincie
provincie
l
2 O 1 1
Inhoudsopga ve 1 1.1 1.2 1.3 1.4
OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT Onderwerp Besluit Procedure Overige bijgevoegde documenten
5 5 5 6 6
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
OMGEVINGSVERGUNNING PROCEDUREEL Gegevens aanvrager Projectbeschrijving Huidige vergunningsituatie Bevoegd gezag Ontvankelijkheid en opschorting procedure Procedure (uitgebreid) en zienswijzen Adviezen Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) Coördinatie en aanhouding op grond van de Waterwet M.e.r. - (beoordeling), M.e.r.- (beoordelings)plicht
6 6 6 6 7 7 7 8 9 9 9
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
AFVALWATER Overzicht afvalwaterstromen Procesafvalwater Ketelspuiwater Regeneraat van ionenwisselaars Beoordeling en conclusie
9 9 9 10 10 10
BELEID
10
B
6 O 6 O 9
/ O o o o
^
i 1.1
OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT Onderwerp
5
o 1 _9
Gedeputeerde Staten hebben op 19 november 2010 via het Omgevingsloket (OLO) een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Twence BV. Het betreft de indirecte lozing van biogascondensaat, ketelwaterspul en regeneraat op de gemeentelijke vuilwaterriolering. De aanvraag heeft betrekking op de inrichting gelegen aan de Boldershoekweg 51 te Hengelo, kadastraal bekend: Gemeente Enschede, sectie L, nummers 419, 479, 482, 538, 539, 675, 679, 750, 753, 1056,
||
I
1060, 1583, 1761, 1829, 1925, 1994, -
BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT)
10
5.1 5.2 5.3 5.4
Beoordeling van stoffen en preparaten Monitoring (verplichting tot meting, bemonstering en analyse) Toetsing aan de stand der techniek Conclusies BBT
11 11 11 12
1062, 1683, 1763, 1831, 1928, 1996,
1242, 1687, 1764, 1832, 1930, 1997,
1330, 1704, 1765, 1854, 1931, 1998,
1333, 1707, 1786, 1856, 1932, 1999,
1334, 1708, 1787, 1861, 1966, 2000,
1377, 1741, 1788, 1862, 1967, 2001;
1378, 1742, 1789, 1878, 1987,
1397, 1743, 1816, 1880, 1988,
1406, 1744, 1818, 1882, 1989,
1480, 1745, 1825, 1884, 1990,
1500, 1747, 1826, 1887, 1991,
1508, 1748, 1827, 1922, 1992,
1509, 1756, 1828, 1923, 1993,
Gemeente Hengelo, sectie K, nummers 657, 660, 2245, 2246, 2247, 2456, 2457, 2794, 2795,
2796, 2797; Gemeente Hengelo, sectie E, nummers, 1654, 1733, 2342, 2347, 2 3 4 1 , 2345, 2348, 2350,
2352, 2354, 2355, 2357, 2358, 2360, 2361, 2362, 2363, 2364, 2365, 2368. De aanvraag heeft als aanvraagnummer 19405 in OLO en is bij ons geregistreerd onder nummer
2010/0207733. 1.2
5
1061, 1624, 1762, 1830, 1927, 1995,
Besluit Gedeputeerde Staten besluiten, gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verienen en voorschrift 1, lid 2 en voorschrift 5, lid 1 alsmede bijlage 3 van de Wvo-vergunning nr 09.01594, thans watervergunning en Wabovergunning, te wijzigen zoals deze in de bijlage "voorschriften" behorende bij dit besluit zijn opgenomen. Deze vergunning wordt verieend onder de bepaling dat de bijlagen, waaronder de voorschriften, deel uitmaken van de vergunning. Het betreft de volgende documenten: aanvraag 19405 (OLO) d.d. 19 november 2010; bijlage 2 bij de aanvraag betreffende de samenstelling en hoeveelheid te lozen afvalwater; bijlage 3 bij de aanvraag betreffende de toelichting en niet technische samenvatting; aanbiedingsbrief Twence ingediend via OLO d.d. 14 januari 2 0 1 1 ; waterbalans vergister Twence ingediend via OLO d.d. 14 januari 2 0 1 1 . De vergunning wordt verieend voor de volgende activiteiten en werkzaamheden: Het lozen van biogascondensaat uit de gashouder, spuiwater uit stoomcircuit en regeneratiewater van de demiwaterproductie op de gemeentelijke vuilwaterriolering. De vergunning wordt verieend voor onbepaalde tijd. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel,
"~^tJL,o^.cJJ Patricia Weeninl?^riessen, teamleider Vergunningveriening
"^ver3ijssel
provincie
"^vetijssel
provincie
I B 9 6
6 O
6 o
O
1.3
2.4
Bevoegd gezag
6
Procedure
Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit
9
I o ° o 6
/ °
De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de uitgebreide voorbereidingsprocedure). De aanvraag is beoordeeld voor het veranderen van de inrichting (artikel 2 . 1 , eerste lid onder e. Wabo) aan artikel 2.14 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht.
verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke
5
1.4
omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag o m de integrale omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor
0
leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en
^ Q
brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd.
2
Overige b i j g e v o e g d e d o c u m e n t e n
1
2.5
Ontvankelijkheid en opschorting procedure
o De volgende documenten worden meegezonden met het besluit en zijn bijgevoegd: De aanvraag om milieuvergunning inclusief de bijlagen: overzicht lozingssituatie op riolering november 2010; de samenstelling en hoeveelheid te lozen afvalwater; toelichting en niet technische samenvatting; aanbiedingsbrief Twence met aanvullende gegevens d.d. 14 januari 2 0 1 1 ; veiligheidsblad Sequestrol; veiligheidsblad zout kristallen/ tabletten; waterbalans vergister Twence.
2.1
Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag van een omgevingsvergunning moeten worden overiegd om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor).
OMGEVINGSVERGUNNING PROCEDUREEL
Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. De aanvrager is hierop in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens te leveren. Wij hebben daarbij aangegeven dat de wettelijke proceduretermijn wordt opgeschort met maximaal 4 weken. We hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 14 januari 2011 via OLO. Hierdoor is de wettelijke procedure verlengd met 23 dagen. Daarnaast zijn de aanvullingen schriftelijk Ingediend en geregistreerd onder kenmerk 2011/0014193.
Gegevens a a n v r a g e r
Wij zijn van oordeel dat de aanvraag alsmede de latere aanvulling daarop voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen.
Op 19 november 2010 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van: Twence BV, Boldershoekweg 5 1 , 7550 AW te Hengelo.
2.2
2.6
Deze beschikking is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Gelet hierop zijn wij niet verplicht om van de aanvraag kennis te geven in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op andere geschikte wijze, tenzij bij de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt. Nu deze uitzonderingsgrond zich niet voordoet hebben wij geen kennis gegeven van de aanvraag in enig dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad of op enige andere geschikte wijze.
Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: In de vergistingsinstallatie komen een drietal afvalwaterstromen vrij die naar de gemeentelijke vuilwaterriolering worden afgevoerd. Het betreft biogascondenstaat uit de gashouder, spuiwater uit het stoomcircuit en regeneratiewater van de demiwaterproductie (tbv stoom). Deze projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteit: Het veranderen van de werking van een inrichting voor het milieu deel.
2.3
Procedure (uitgebreid) en zienswijzen
Het ontwerp van de beschikking met de daarop betrekking hebbende stukken hebben vanaf 16 maart 2011 gedurende zes weken ter inzage gelegen bij provincie Overijssel en het stadskantoor te Hengelo. Naar aanleiding van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit hebben wij op 27 april 2011 (kenmerk 2011/0084537) een schriftelijke zienswijze ontvangen van Twence Afval en Energie,
Huidige v e r g u n n i n g s i t u a t i e
Boldershoekweg 51 te Enschede.
Op 5 februari 2009 (ons kenmerk: considerans 2008/0179435 en voorschriften 2008/0180140)
Deze zienswijze kan als volgt worden samengevat:
hebben wij aan Twence BV een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) verieend voor een inrichting voor een afval be- en verwerkingsbedrijf, gelegen aan de Boldershoekweg 51 te Hengelo. Deze vergunning is verieend voor een periode van 10 jaar en loopt af op 5 februari 2019. Gelet op artikel 1.2 lid 5 van de Wabo geldt een voor inwerkingtreding van de Wabo verieende, onherroepelijke vergunning voor categorieën van inrichtingen waar afvalstoffen nuttig worden toegepast of verwijderd, van rechtswege voor onbepaalde tijd. Voorts hebben wij voor de inrichting een veranderingsvergunning verieend d.d. 8 september 2009 (kenmerk 2009/0137853) betreffende de bouw van een vergistingsinstallatie en op 7 april 2011 (kenmerk 2011/0068557) een omgevingsvergunning voor het immobiliseren van bodemassen.
1.
Onder hoofdstuk 5 van de ontwerpbeschikking staat dat de aangevraagde activiteiten in bijlage 1 van de IPPC-richtlijn worden genoemd. Dit is volgens Twence onjuist. Volgens Twence worden de activiteiten binnen de inrichting genoemd in die bijlage en niet de aangevraagde activiteiten.
2.
De aangevraagde lozing vindt plaats via de effluentput bij de PWZI zoals vermeld in bijlage 2 van de aanvraag. Deze effluentput ( = MP-J) loost op de gemeentelijke riolering via LP 13. In voorschrift 1 lid 2 van de ontwerpbeschikking is de lozing van spuiwater volgens Twence ten onrechte aan LP 15 toegevoegd.
* ^verijssel
provincie'^verijssel
provincie
1
4 B 6 °
3.
g 9 / o o o o 6 5 o
In de bijlage bij de ontwerpbeschikking is de "tekening meet en lozingspunten" opgenomen. Ook op deze plaats in de ontwerpbeschikking is volgens Twence de lozing van spuiwater
2.8
onjuist weergegeven. Het spuiwater komt volgens Twence via de effluentput (MP-J) ter plaatse van LP 13 in het gemeentelijk riool en stroomt niet rechtstreeks naar LP 14 zoals de ontwerpbeschikking aangeeft. Ten aanzien van deze zienswijzen overwegen wij het volgende: Ad. 1.
De door Twence ingediende zienswijze ten aanzien van dit punt is gegrond. De tekst is overeenkomstig de zienswijze aangepast.
2 2
jL't '
Ad 2 / 3 . De tekening "meet- en lozingspunten" die bij de aanvraag van Twence zat voor de wijziging heeft als basis gediend voor het wijzigingen van de voorschriften en het maken van een nieuwe bijlage 3. Wij stemmen echter in met de bijlage zoals deze ingediend is bij de zienswijze. Dit heeft geen gevolgen voor de samenstelling van het te lozen afvalwater. Ook het voorstel van Twence om bijlage 3 aan te passen voor wat betreft de lozing van het water van de buffervijver C2C3 en van de verharding AGB-bank kan worden geaccepteerd. Dit water hoeft niet via de PWZI afgevoerd te worden. Het is daarom ook beter o m deze stroom standaard om de PWZI heen te leiden om de PWZI niet onnodig te belasten. De afvalwaterstromen worden wel meegenomen in de bemonstering van meetpunt J (effluent PWZI) omdat de stromen daar in uitkomen. De normen die voor dit punt gelden, gelden dus ook voor de stromen afkomstig van de buffervijver C2 ,C3 en verharding AGBbank.
o
In Algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) worden voor bepaalde activiteiten direct werkende eisen gesteld. Deze eisen mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen. In de
° o
omgevingsvergunning kan alleen van de AMvB worden afgeweken voor zover dat in de AMvB is aangegeven.
6 ^ 2 3
Uit artikel 2 . 1 . eerste en tweede lid van de Wabo juncto artikel 2 . 1 , tweede lid van het Bor juncto bijlage 1 onder B en C van het Bor volgt dat op inrichtingen waar een installatie aanwezig is als bedoeld in bijlage 1 van de EG-richtlijn geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (gpbv-installatie), het Activiteitenbesluit niet van toepassing is. Bij Twence is een dergelijke installatie aanwezig, zodat het Activiteitenbesluit niet van toepassing is.
2.9
Coördinatie e n a a n h o u d i n g op g r o n d van d e W a t e r w e t De aangevraagde activiteit heeft betrekking op een inrichting waartoe een gpbv-installatie behoort waarbij sprake is van het lozen van stoffen als bedoeld in artikel 6.1 van de Waterwet. Hiervoor is in deze situatie echter geen vergunning noodzakelijk op grond van de Waterwet. De wijziging heeft geen invloed op de vergunde lozingen op het oppervlaktewater, waarvoor het waterschap het bevoegd gezag is. Artikel 6.26 lid 2 van de Waterwet bepaalt wanneer er geen sprake is van andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan, afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht voor de voorbereiding op een beschikking niet van toepassing is.
Voorschrift 1. lid 2 en bijlage 3 behorende bij deze beschikking zijn overeenkomstig het gestelde onder ad 2. en 3. aangepast.
2.10 2,7
Besluit algemene regels v o o r i n r i c h t i n g e n m i l i e u b e h e e r ( h i e r n a : A c t i v i t e i t e n b e s l u i t )
M.e.r. - ( b e o o r d e l i n g ) , M.e.r.- ( b e o o r d e l i n g s ) p l i c h t
Adviezen
De voorgenomen activiteit komt noch voor in Bijlage C noch in bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage 1999 (verder Besluit m.e.r.). De activiteit is derhalve noch m.e.r.-plichtig noch m.e.r.-beoordelingsplichtig.
In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: Waterschap Regge en Dinkel; Gemeente Hengelo. Naar aanleiding hiervan hebben wij het volgende advies ontvangen.
AFVALWATER
Waterschap Reooe en Dinkel Op 9 februari 2011 hebben wij per e-mail (ingeboekt met als kenmerk 2011/0044103) een advies ontvangen van het Waterschap Regge en Dinkel. Geadviseerd wordt: de aan Twence B.V. verleende Wvo vergunning nr. 09.01594, thans Wabo-vergunning voor zover het indirecte lozingen betreft, te wijzigen voor het lozen van afvalwater afkomstig van locatie Boldershoekweg 51 te Hengelo via de gemeentelijke riolering en rioolwaterzuiveringsinstallatie Hengeloop waterioop 15-4-1 (Berflobeek); het schema indirecte lozingen van de aanvraag en de aanbiedingsbrief met de aanvullende gegevens van Twence van 14 januari 2011 met als kenmerk KAM/rwo/001419/6.2/rsc deel uit te laten maken van de vergunning; Voorschrift 1, lid 2, voorschrift 5, lid 1 en bijlage 3 van de Wvo-vergunning nr 09.01594, thans Wabo-vergunning voor het deel dat betrekking heeft op indirecte lozingen, te wijzigingen. Het advies van het waterschap is overgenomen en verwerkt in het ontwerpbesluit. Naar aanleiding van het ontwerpbesluit is door Twence BV een zienswijze ingediend. Op 18 mei 2011 is het Waterschap Regge en Dinkel schriftelijk (kenmerk 2011/0097281) verzocht om wederom advies uit te brengen naar aanleiding van de ingebrachte zienswijze. Op 25 mei 2011 hebben wij schriftelijk (kenmerk 2011/0102921) een advies ontvangen van het waterschap Regge en Dinkel.
3.1
Overzicht a f v a l w a t e r s t r o m e n De aanvraag heeft betrekking op het lozen van de volgende afvalwaterstromen vanuit de vergistingsinstallatie: Biogascondensaat uit de gashouder; Spuiwater uit het stoomcircuit; Regeneratiewater van de demiwaterproductie. Deze afvalwaterstromen lozen via de gemeentelijke vuilwaterriolering op de rioolwaterzuiveringsinstallatie Hengelo in Hengelo. In de onderstaande paragrafen wordt nader op deze afvalwaterstromen en op de eventuele zuiveringstechnische voorzieningen ingegaan.
3.2
Procesafvalwater Door koeling van het biogas condenseert het aanwezige vocht. Hier worden geen andere stoffen aan toegevoegd. De volgende samenstelling van het water wordt verwacht: pH 7,5-8,5 BZV 500 mg/l N-Kj 4500 mg/l EC 25 mS/cm H2S <0,2 mg/l
Het advies van het waterschap is overgenomen en verwerkt in dit besluit.
=^verijssel
provincie
provincie ^ y g g j J 5 5 g |
I B 'y 6
Q
3.3
Ketelspuiwater
o
Het bedrijf gebruikt stoom voor het verwarmen van het inputmateriaal van de vergistingreactor. Het
°
afvalbeheer (stortplaatsen die meer dan 10 ton per dag ontvangen of een totale capaciteit van meer
ketelwater moet af en toe worden gespuit. Aan dit ketelwater is Sequestrol toegevoegd.
/ o
dan 25.000 ton hebben) en derhalve is sprake van een gpbv-installatie. Voor gpbv-installaties moet in ieder geval rekening worden gehouden met de in tabel 1 van bijlage 1 van de in de Regeling
o s
omgevingsrecht (Mor) opgenomen informatiebronnen. Met de in tabel 2 van de bij deze regeling behorende bijlage opgenomen documenten moet rekening worden gehouden, voor zover deze betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting.
6
6
° 9
/ o o o o g 5 o ^
De activiteiten die plaatsvinden binnen de inrichting worden genoemd in bijlage I van de EG-richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (richtlijn nr. 2008/1/EG) en wel in
3.4
3.S
categorie 1.1, stookinstallaties met een vrijkomende warmte van meer dan 50 MW en onder 5,
Regeneraat van ionenwisselaars Voor de ketel wordt gebruik gemaakt van onthard water. Het water wordt onthard in ionenwisselaars. De ionenwisselaars worden periodiek geregenereerd met NaCl. Beoordeling en conclusie De in de aanvraag vermelde lozing van bovengenoemde afvalwaterstromen zullen naar verwachting leiden tot een acceptabel lozingsniveau, dat in overeenstemming is met genoemde doelstellingen. Wij achten deze situatie vergunbaar. Wel dienen voorschrift 1, lid 2 en voorschrift 5, lid en bijlage 3 van de WVO vergunning nr. 09.01594, thans Waterwetvergunning en Wabo vergunning, gewijzigd te worden.
'7
5
il^
g 2 ,^
Op basis van de in bijlage 1 van de Mor genoemde tabel 1 zijn de volgende BREF's van toepassing: Grote stookinstallaties. Verbranding (gevaariijk afval). Afvalverwerking (excl. Verbrandingsproces), Op- en overslag bulkgoederen, Monitoring, Koelsystemen, Energie efficiëntie, Cross-media & economics. Daarnaast zijn op basis van de in bijlage 1 van de Mor genoemde tabel 2 een aantal andere BBT documenten, zoals aangewezen in de Regeling aanwijzing BBT-documenten, op Twence van toepassing. Dit zijn: "Het beoordelen van stoffen en preparaten voor de uitvoering van het emissiebeleid water" mei 2000 en het ClW-rapport "Emisssie-Immisie, prioritering van bronnen en de immissietoets", juni 2000. Blijkens jurisprudentie moeten wij ook de eindconcept-BREF's (Final Draft), en definitieve BREF's die nog niet zijn opgenomen in tabel 1 betrekken bij de besluitvorming. Deze moeten immers worden beschouwd als documenten die een beschrijving bevatten van vergelijkbare processen, apparaten of wijzen van bedrijfsvoering die met succes in de praktijk zijn beproefd.
ï
De aanvraag betreft een lozing van afvalwater op het gemeentelijk vuilwaterriool. Aandachtspunt bij lozing van afvalwaterstromen op het gemeentelijk vuil waterriool is de hydraulische capaciteit van dit riool. In totaal zal circa 1.000 ton procesafvalwater per jaar worden geloosd op de riolering en circa 200 ton spui en regeneratie water. Gelet op geringe bijdrage aan de reeds vergunde afvalwaterstromen en de reeds vergunde hydraulische capaciteit zijn de afvalwaterstromen ingevolge deze vergunning aanvraag verwaarioosbaar en bestaat er volgens waterschap Regge en Dinkel geen bezwaar tegen deze lozing.
5.1
16) ink
Beoordeling van s t o f f e n en p r e p a r a t e n Voor een goede uitvoering van het waterkwaliteitsbeleid is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de mate waarin de te lozen grond- en hulpstoffen, tussen- en eindproducten een potentieel gevaar vormen voor het aquatisch milieu. In mei 2000 is hiervoor door de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW) de Algemene Beoordelingsmethodiek (hierna ABM) vastgesteld. De ABM hanteert de parameters en criteria uit de geldende Europese stoffen en preparaten regelgeving die zijn geïmplementeerd in de Wet Milieugevaariijke stoffen. De ABM deelt voor alle bedrijfstakken op een transparante en eenduidige wijze de te lozen stoffen en preparaten (hierna stof te noemen) in op grond van de eigenschappen. Daarbij geeft de methodiek aan in welke mate emissiebeperkende maatregelen bij een bepaalde stof, gezien de eigenschappen, wenselijk zijn. Uit de ABM volgt een aanduiding van de waterbezwaariijkheid en een suggestie voor de saneringsinspanning. De ABM gaat niet in op het wel of niet gebruiken van een stof, of het beoordelen van de restlozing.
BELEID Het beleidskader voor het emissiebeleid voor lozingen is opgenomen in het Nationaal Waterplan 2010 - 2015 en het gaat uit van preventie, hergebruik en de toepassing van de best beschikbare techniek. Aanvullend wordt de restlozing beoordeeld. In de Omgevingsvisie van de provincie Overijssel en in het Waterbeheerplan 2010-2015 van het waterschap Regge en Dinkel is het beleidskader overgenomen en geconcretiseerd. Hier is ook het toetsingskader voor de restlozing opgenomen met milieukwaliteitseisen voor prioritaire stoffen, overige specifiek verontreinigende stoffen en stoffen die de ecologie ondersteunen.
5.2
M o n i t o r i n g ( v e r p l i c h t i n g t o t m e t i n g , b e m o n s t e r i n g en analyse) De vergunninghouder heeft de taak om monitoring uit voeren ten aanzien van de lozing. De algemene beginselen ten aanzien van monitoring zijn beschreven in de BREF monitoring. De redenen voor monitoring zijn:
BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT) In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu moeten aan de
a. b.
vergunning voorschriften worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking
Om te controleren of de emissies binnen de emissiegrenswaarden liggen; Om de bijdrage van een specifieke installatie aan de milieuverontreiniging in het algemeen vast te stellen, bijvoorbeeld periodieke milieurapportages aan bestuursorganen.
In de vergunning van 5 februari 2009 , bijlage 5 bij de aanvraag behorende bij die beschikking, is aangegeven dat Twence de inrichting toetst aan de van toepassing zijnde BREF's zo ook de BREF monitoring. Deze verplichting geldt derhalve ook voor deze beschikking.
komende beste beschikbare technieken (BBT) worden toegepast. Bij de bepaling van BBT moeten wij in zijn algemeenheid de in de artikel 5.4 lid 1 van het Besluit
5.3
omgevingsrecht (Bor) vermelde aspecten betrekken, rekening houdend met de voorzienbare kosten en baten van maatregelen en met het voorzorg- en het preventiebeginsel. In het bijzonder moeten wij bij de bepaling van BBT rekening houden met artikel 9.2 van de Regeling omgevingsrecht (Mor) en bijbehorende bijlage 1 uit deze regeling.
Toetsing aan de s t a n d der t e c h n i e k De lozing is getoetst aan de algemene beleidsuitgangspunten zoals hierboven verwoord. Uit deze toetsing is gebleken dat de maatregelen om de lozing te beperken voldoen aan de best beschikbare technieken. De lozingen/activiteiten zullen dan ook niet leiden tot een ondoelmatige werking van de zuiveringstechnische werken en/of een onaanvaardbare verontreiniging van het oppervlaktewater mits Twence B.V. zich houdt aan: de in de aanvraag beschreven wijze van lozing/uitvoering van activiteiten; de aan deze vergunning verbonden voorschriften.
10
B Uit de gegevens blijkt dat de sanering van de aangevraagde stoffen voldoet aan de gewenste saneringsinspanning. Het gebruik van de stoffen in de aangegeven hoeveelheden wordt daarom goedgekeurd. Gezien de samenstelling en hoeveelheid van de afvalwaterstromen (biogascondensaat, ketelspui en regeneraat) afkomstig van de vergisting is het niet noodzakelijk hier aanvullende voorschriften aan te verbinden. De wijziging van de vergunning bestaat dan ook uit het opnemen van de te lozen afvalwaterstroom in voorschrift 1 en de daarbij behorende bijlage 3 en door het aanvullen van voorschrift 5, controlevoorzieningen voor het nemen van steekmonsters.
o 6 o 9 / ° g o
"^verijssel
"^verijssel
provincie
provincie
2
6 O 6 O 9
i:
B
/
O O
o
6
^ o
S.4
Conclusies BBT
$
2
6
De inrichting voldoet - met inachtneming van de aan dit besluit gehechte voorschriften - aan de beste beschikbare technieken (BBT) ter voorkoming van emissies naar het water.
°
è
2 7
l/l/et algemene bepalingen omgevingsrecht Voorschriften
Aanvrager Aangevraagde activiteiten Locatie
=^verijssel
provincie
: Twence BV : Indirecte lozing van biogascondensaat, ketelwaterspul en regeneraat op de gemeentelijke vuilwaterriolering. : Boldershoekweg 51 te Hengelo.
provi
""«^verijssel
2 O 1 1
B
Voorschrift 1, lid 2, voorschrift 5, lid 1 en bijlage 3 van de Wvo-vergunning nr 09.01594, thans
6 O
O
B
AFVALWATER
watervergunning en Wabo-vergunning worden als volgt gewijzigd:
INHOUDSOPGAVE
9
/
Voorschrift 1 . l i d 2 (Soorten afvalwaterstromen)
O
O O °
1. AFVALWATER Voorschrift 1. lid 2 (Soorten afvalwaterstromen) Voorschrift 5. lid 1 (Controlevoorzieningen voor het nemen van steekmonsters)
3 3 4
BIJLAGE 1 :
6
Het via de gemeentelijke riolering en de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) Hengelo op de watergang 15-4-1 (Berflobeek) te lozen afvalwater mag uitsluitend bestaan uit de, in de onderstaande tabel genoemde afvalwaterstromen met bijbehorende lozingspunten en meetpunten:
5 O
2
BEGRIPPEN
8
Lozingspunt
Meetpunt
Soort afvalwaterstroom
LP-12
MPI
Hemelwater VIT locatie waar geen activiteiten plaatsvinden
LP-13
MP-J
Huishoudelijk afvalwater MP-K
Percolaatwater stort, inclusief condenswater compressor gasonttrekking, en overstort percolaat compostering
MP-L
Buffervijver C2C3
MP-M
Hemelwater verharding AGB bank
MP-N
Influent PWZI
MP-Y
Ketelspui, regeneraat en biogascondensaat vergistinq Afvalwater afkomstig van de werkplaatsen via een slibvangput en olieafscheider
MP-O MP-P
Centrale tankplaats en afspuitplaats via een slibvangput en olieafscheider
MP-O MPR
schrob-/spoelwater Hemelwater afvalscheidinqsinstallatie Huishoudelijk afvalwater
LP-14
MP-S
MP-T
Hemelwater AVI en BEC terrein m.u.v. laad- en losplaats BEC-terrein
MP-U
Schrob- en spoelwater en hemelwater laad- en losplaats BEC-terrein via een voorziening die voorkomt dat delen groter dan 100x10x10 geloosd worden en via een slibvangput en olieafscheider
MPV
Ketelspuiwater AVI + BEC
MP-W
Overioop bodemassendepot Huishoudelijk afvalwater
LP-15
MP-X
Hemelwater ABS vloeistofdichte verhardingen via een slibvangput en olieafscheider Huishoudelijk afvalwater
* ^verijssel
"^venijssel
provincie
provincie
Bijlage 3 Voorschrift 5. lid 1 (Controlevoorzieningen voor het nemen van steekmonsters) Het te lozen: Hemelwater VIT locatie waar geen activiteiten plaatsvinden; Percolaatwater stort, inclusief condenswater compressor gasonttrekking, en overstort percolaat compostering; Hemelwater van verharding AGB bank; Water uit buffervijver C2C3; Effluent PWZI; Influent PWZI; Afvalwater afkomstig van de werkplaatsen via een slibvangput en olieafscheider; Afvalwater afkomstig van de centrale tankplaats en afspuitplaats via een slibvangput en olieafscheider; Sch rob-/spoel water; Hemelwater afvalscheidingsinstallatie; Hemelwater AVI en BEC terrein m.u.v. laat- en losplaats BEC-terrein; Schrob- en spoelwater en hemelwater laad- en losplaats BEC-terrein via een voorziening die voorkomt dat delen groter dan 100x10x10 geloosd worden en via een slibvangput en olieafscheider; Ketelspuiwater AVI -i- BEC; Overioop bodemassendepot; Hemelwater ABS vloeistofdichte verhardingen via een slibvangput en olieafscheider; Overstort hemelwater verharding TAS; Run off stortplaats, schoon hemelwater verhardingen + incidenteel grondwater; Schoon hemelwater verhardingen afvalbrengstation waar geen afvalstoffen liggen opgeslagen; Ketelspui, regeneraat en biogascondensaat vergisting; als bedoeld in voorschrift 1, moet ter plaatse van de meetpunten zoals vermeld in voorschrift 1, op elk moment kunnen worden bemonsterd. Daartoe moeten de waterstromen via controleputten worden geleid, die geschikt zijn voor bemonstering van de afvalwaterstromen.
B
Tekening meet- en lozingspunten
Condenswater compressor gasonttrekking Percolaatwater stort
B
rfc)~
Buffervijver C2 C3
Verharding AGBbank
Overschot percolaat conripostering Ketelspui, regeneraat en biogascondensaat vergisting
Werkplaatsen, indien lozing
Hemelwater AVI en BEC terrein m.u.v. laad en losplaats BEC-terrein Schrob- en spoelwater en hemelwater laaden losplaats BECterrein
Centrale tankplaats -f afspuitplaats Incidenteel schrob-/spoelwater
Incidenteel afvalwater (ketel spuiwater)
Hemelwater afvalscheidinginstallatie Hemelwater VIT locatie
Bodemassendepot (incidenteel)
Huish. afvalwater diverse locaties
Hemelwater ABS vloeistofdichte verhardingen
Gemeentelijk riool
"^verijssel
provincie
''^verijssel
provincie
)
!" //( 9$6(4 9$$48$1 '( +27'(4 <,&+ 0(6 +(6 22* 23 '( 8(49,-'(4,1* '$$48$1 216'2(6 82241(0(15 ,5 <,&+ 6( 216'2(1 2) 02(6 216'2(1 !224 +(6 %(4(,.(1 8$1 ((1 +22* 1,8($7 8$1 %(5&+(40,1* 8$1 +(6 0,/,(7 0((56 '2(/64())(1'( 6(&+1,(.(1 20 '( (0,55,(5 (1 $1'(4( 1$'(/,*( *(82/*(1 8224 +(6 0,/,(7 ',( ((1 ,14,&+6,1* .$1 8(4224<$.(1 6( 8224.20(1 2) ,1',(1 '$6 1,(6 02*(/,-. ,5 <28((/ 02*(/,-. 6( %(3(4.(1 ',( .256(1 (1 %$6(1 ,1 $$10(4.,1* *(120(1 (&2120,5&+ (1 6(&+1,5&+ +$$/%$$4 ,1 '( %('4,-)56$. 9$$462( '( ,14,&+6,1* %(+2246 .711(1 924'(1 62(*(3$56 (1 ',( 8224 '(*(1( ',( '( ,14,&+6,1* '4,-)6 4('(/,-.(49,-5 ,1 ('(4,$1' 2) '$$4%7,6(1 6( 8(4.4,-*(1 <,-1 '$$4%,- 924'6 21'(4 6(&+1,(.(1 0('( %(*4(3(1 +(6 2169(43 8$1 '( ,14,&+6,1* '( 9,-<( 9$$423 <,- 924'6 *(%279' (1 21'(4+27'(1 $/50('( '( 9,-<( 8$1 %('4,-)582(4,1* (1 '( 9,-<( 9$$423 '( ,14,&+6,1* %7,6(1 *(%47,. 924'6 *(56(/' ()(4(16,('2&70(16 9$$4,1 28(4 ((1 21'(49(43 2$ '( %(56( %(5&+,.%$4( 6(&+1,(.(1 <,-1 %(5&+4(8(1 "$6(4 2) $)8$/9$6(4,2<,1* 8$1 ((1 %(3$$/'( 22453421* %,-8 ((1 4,22/9$6(4<7,8(4,1*,14,&+6,1* ((1 ,1'7564,((/ 342&(5 2) ((1 2:,'$6,(8,-8(4 )8$/9$6(4 '$6 8224 %(+$1'(/,1* 23 ((1 <7,8(4,1*5,14,&+6,1* 924'6 $$1*(82(4' $ <7,8(4,1* 924'6 +(6 9$6(4 ())/7(16 *(12(0'
; >)
#
= ,/
#
#?
!224<,(1,1* 8 2 2 4 ' ( ,1<$0(/,1* (1 64$153246 8$1 $)8$/9$6(4 $/5 %('2(/' ,1 $46,.(/ 8$1 '( "(6 0,/,(7%(+((4 "$6(4 '$6 '224 8(487,/' 0$6(46$$/ %,-8224%((/' $)8$/ ,5 *(564220'
(4&2/$$69$6(4<7,8(4,1*5,156$//$6,(
#8(4,-55(/
3428,1&,(