KWALITEITSONDERZOEK EDUCATIE. Particuliere vavo-instelling. Afdelingen mavo, havo en vwo

KWALITEITSONDERZOEK EDUCATIE Particuliere vavo-instelling Winford Utrecht VAVO Afdelingen mavo, havo en vwo

Definitieve rapportage

Plaats:

Utrecht

BRIN-nummer: Edocsnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Tilburg op:

30CK-0 4059653 20 april 2012 23 april 2013 18 juni 2013

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

Inhoudsopgave 1 Inleiding .............................................................................................................. 3 2 Conclusie en vervolgtoezicht .................................................................................. 5 2.1 Conclusie ........................................................................................................... 5 2.2. Vervolgtoezicht .................................................................................................. 5 3 Resultaten van de opleiding ................................................................................... 6 3.1 Oordeel per aspect ............................................................................................. 6 3.2 Beschouwing ...................................................................................................... 7 Bijlage .................................................................................................................. 10

Rapport Kwalititeitsonderzoek educatie 20-4-2012 – Winford Utrecht VAVO

pagina 2

1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 20 april 2012 een onderzoek uitgevoerd op Winford Utrecht VAVO, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs per afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Het betrof een onderzoek bij de Instelling Winford, vestigingspecifiek voor VAVO Utrecht met een eigen BRINnummer. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De inspectie heeft voor Winford Utrecht VAVO, de afdelingen mavo, havo en vwo een risicoanalyse uitgevoerd. Daarbij bleek dat de analyse van de resultaten van de afzonderlijke afdelingen, aangeleverd via het centrale informatiesysteem van de overheid (BRON), niet geheel overeen kwam met de eigen analyse van de instelling. Uit de analyse van de instelling zelf bleek dat voor de afdelingen havo en vwo in het jaar 2010-2011 positieve resultaten zijn gerealiseerd. De opbrengsten op de afdeling mavo voldeden niet aan de norm van het verschil tussen het gemiddelde schoolexamencijfer en het centraal eindexamencijfer. Op 20 maart 2012 heeft de inspectie op basis van het nieuwe waarderingskader met het bevoegd gezag besproken dat in 2012 en 2013 een bestandsopname plaatsvindt bij alle vestigingen en alle afdelingen. Daarbij zal de inspectie een onderzoek uitvoeren op alle kernindicatoren, ongeacht of er wel of geen tekortkomingen in de risicoanalyse zijn geconstateerd. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. De inspectie oordeelt in deze bestandsopname met de oordelen voldoende of onvoldoende. Bij het oordeel onvoldoende heeft de instelling één jaar na vaststelling van het definitieve inspectierapport de gelegenheid om de tekortkomingen te herstellen. Aan de wettelijke vereisten moet worden voldaan conform de in dit rapport gemaakte afspraken. Bij onvoldoende herstel volgt - op basis van nieuw onderzoek - een oordeel over een afdeling in termen van zwak of zeer zwak. Toezichthistorie Winford Utrecht VAVO is opgericht als Stebo in 1982. Op 28 augustus 2009 is door het Ministerie OCW een licentie afgegeven aan Stebo Utrecht VAVO ex artikel 1.4a.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Met het schooljaar 20102011 is Stebo verder gegaan onder de naam Winford Utrecht VAVO. Het inspectieonderzoek op 24 november 2009, vooral gericht op opbrengsten en bevoegdheden, liet zien dat de instelling, vestigingspecifiek, op deze hoofdzaken voldeed aan de gestelde normen van het waarderingskader particuliere zelfstandige eindexameninstellingen (Staatscourant nr. 7 13 januari 2009). In het schooljaar 2011-2012 zijn er 24 studenten ingeschreven Onderzoeksopzet De inspectie heeft de indicatoren van de volgende aspecten onderzocht: het onderwijsproces, de opbrengsten, de kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling die bij de inspectie aanwezig zijn.


pagina 3

•

•

• •

Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de instelling en van andere documenten die de instelling voorafgaand aan het instellingsbezoek heeft toegestuurd en tijdens het instellingsbezoek heeft overhandigd. Instellingsbezoekbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs gesprekken gevoerd met het management. Op uw instelling is verder een gesprek gevoerd met studenten en leraren en zorgfunctionarissen. Aan het eind van het instellingsbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie, tevens bevoegd gezag.

Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum toezichtkader BVE 2012 voor nbo vavo. Deze zijn overhandigd aan het bevoegd gezag en in 2012-2013 te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON over de schooljaren 2010-2011 en 2011-2012 en van de eigen analyses van de instelling. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn het vervolgtoezicht en de oordelen uit het onderzoek naar de opbrengsten, onderwijskwaliteit, kwaliteitsborging en de wettelijke voorschriften weergegeven. Deze oordelen worden in hoofdstuk 3 uitgewerkt, waar nodig afzonderlijk voor de onderscheiden afdelingen. In paragraaf 3.1. zijn de oordelen in tabelvorm uitgewerkt naar aspect en indicator. In paragraaf 3.2. volgt een beschouwing, uitgewerkt naar de opbrengsten, het onderwijsproces en de kwaliteitsborging. In de bijlage wordt tenslotte de normering voor de oordelen op de kwaliteitsgebieden weergegeven.


pagina 4

2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het kwaliteitsonderzoek van de afdelingen mavo, havo en vwo en wat het vervolgtoezicht voor Winford Utrecht VAVO inhoudt. 2.1 Conclusie Het kwaliteitsonderzoek bij Winford Utrecht VAVO, de afdelingen mavo, havo en vwo heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1. Onderwijsproces 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging 5.Naleving wettelijke vereisten

mavo

X * X X

Voldoende havo

X X X X

vwo

X X X X

* Te weinig examens gedaan om een gewogen oordeel te kunnen geven. 2.2. Vervolgtoezicht Het oordeel leidt niet tot intensivering van het vervolgtoezicht bij Winford Utrecht VAVO. De afdelingen havo en vwo voldoen aan de gestelde normen in het waarderingskader, de afdeling mavo ook voor zover een oordeel mogelijk was.


pagina 5

3 Resultaten van de opleiding In dit hoofdstuk vermelden we de oordelen over de kwaliteitsgebieden en geven we tevens een toelichting op deze oordelen. In paragraaf 2.1 is het oordeel per kwaliteitsgebied gegeven. In paragraaf 3.1 is het oordeel per indicator per aspect per kwaliteitsgebied weergegeven. In paragraaf 3.2 volgt een beschouwing. 3.1 Oordeel per aspect Hieronder is het oordeel weergegeven op de indicatoren en de aspecten per kwaliteitsgebied. Beoordeling indicatoren opleiding Winford Utrecht VAVO Gebied 1: Onderwijsproces mavo havo vwo Aspecten Indicatoren Programma 1.1 Samenhang 1.2

Maatwerk

1.1.1

Inhoud

1.1.2

Programmering

1.2.1

Differentiatie

Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 handelen*

1.3.2

Interactie

1.4.1

Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten Benutting

1.4.2

Werkdruk

1.5.1

Schoolklimaat

1.5.2

Materiële voorzieningen

Begeleiding 1.6 Intake &

1.6.1

Voorlichting

plaatsing

1.6.2

Intake en plaatsing

Studieloopbaan

1.7.1

Informatievoorziening

begeleiding*

1.7.2

Studieloopbaanbegeleiding

Zorg

1.8.1

Eerste- en tweedelijnszorg

1.8.2

Derdelijnszorg

1.3.3 1.4 1.5

1.7 1.8

Leertijd Leeromgeving

Gebied 3: Opbrengsten Aspecten

Indicatoren

3.1

3.1.1

Gemiddeld CE-cijfer

3.1.2

Verschil SE-CE

Rendement*

Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten Indicatoren 4.1

4.2 4.3

Sturing *

4.1.1

Plannen

4.1.2

Informatie

4.1.3

Continuïteit

4.2.1

Monitoring

4.2.2

Evaluatie

Verbeteringen

4.3.1

Verbeteraanpak

verankering *

4.3.2

Deskundigheidsbevordering

Beoordeling *

Voldoende

Onvoldoende

x x x x x x x x x x x x x x x x Voldoende

Onvoldoende

havo vwo havo vwo Voldoende

Onvoldoende

x x x x x x x


pagina 6

4.4

4.3.3

Verankering

Dialoog en

4.4.1

Intern

verantwoording

4.4.2

Extern

Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Aspecten Indicatoren 5.1

Naleving wettelijke vereisten

5.1.1

Naleving wettelijke vereisten

x x x Voldoet

Voldoet niet

x

3.2 Beschouwing Algemeen De afdelingen havo en vwo van Winford Utrecht VAVO kenmerken zich door voldoende kwaliteit op alle gebieden. Dat geldt ook voor de afdeling mavo met de oomerking dat de opbrengsten niet volgens de gangbare systematiek kunnen worden beoordeeld. Winford Utrecht VAVO heeft veel progressie gemaakt de afgelopen jaren, met name bij het intakebeleid en de kwaliteit van de schoolexamens. De enkele tekortkomingen uit 2010 heeft de instelling nagenoeg geheel verholpen. Op alle kernindicatoren voldoet de instelling nu aan de norm, zowel op de afdeling mavo, als het havo en het vwo. De ontwikkeling in de kwaliteitsborging heeft sterk bijgedragen aan deze positieve ontwikkeling. De instelling hanteert systematisch en regelmatig instrumenten om de kwaliteit van het onderwijsproces en de opbrengsten in beeld te brengen en waar nodig te verbeteren. Zo heeft de instelling bijvoorbeeld de aansturing van de vestigingen en de positionering van leidinggevenden verbeterd. De instelling stelt zelf hoge ambities aan de kwaliteit van het onderwijsproces en aan de opbrengsten. Daarom stuurt de directie ook op resultaten die boven de normen liggen zoals die in het toezichtkader zijn vastgesteld. Onderwijsproces Het onderwijsproces voldoet aan de norm. De instelling hanteert haar landelijk vastgestelde onderwijsconcept consequent. In beginsel wordt docentgestuurd lesgegeven in kleine groepen studenten. De leraar verzorgt een klassikale uitleg waarna tijdens de verwerkingsfase individuele begeleiding volgt. De dan nog overblijvende leerproblemen worden begeleid in bijlessen, in aanvulling op de lessentabel, of tijdens de studiebegeleidingsuren. En tenslotte is er de mogelijkheid van een ‘sic-les’ als steun voor de ontwikkeling van studievaardigheden. Ook de zorg en begeleiding beoordeelt de inspectie als voldoende, met name door de persoonlijke aandacht voor alle leerlingen. Winford Utrecht VAVO biedt extra zorg bij begeleiding van dyslexie, faalangstreductie en leerachterstanden. De instelling heeft een ‘Topklas’ ingericht voor studenten met de ambitie om een gemiddeld cijfer acht of hoger te halen. De decaan en de mentoren zorgen voor begeleiding bij het leerproces en de keuzes die studenten moeten maken in het vakkenpakket en in de vervolgopleiding. Zij communiceren daar regelmatig over met de studenten en hun ouders. Toch kan de instelling de zorg en begeleiding verbeteren. Differentiatie in instructie en verwerking vindt beperkt plaats in de reguliere lessen. Dat vangt de instelling grotendeels op in bijlessen en studiebegeleidingslessen. De kwaliteit van de reguliere lessen kan menig leraar verbeteren door opdrachten meer te richten op het niveau en de snelheid van de afzonderlijke studenten.


pagina 7

Met tussentoetsen, dagelijkse observaties en door wekelijkse besprekingen met de mentor geven leraren en mentor regelmatig feedback over leeractiviteiten en leerresultaten. De gegevens daarvan legt de mentor vast in het geautomatiseerde studentvolgsysteem. Voor elke student wordt een ‘Stebo Leerling OntwikkelingsPlan’ (SLOP) vastgesteld met leeren ontwikkelingsdoelen. In de praktijk is het effect hiervan niet altijd goed te meten, omdat de doelen niet altijd concreet genoeg zijn vastgelegd. Bovendien zijn niet voor alle studenten de leeren ontwikkelingsdoelen vastgelegd in het digitale leerlingvolgsysteem. Het overzicht van het lesprogramma is vastgelegd in programma’s van toetsing en afsluiting. De lesuren zijn evenwichtig verdeeld over de examenvakken en zorgen niet voor een piekbelasting van studenten. Ook het verplichte aanbod ‘actief burgerschap en sociale intergratie’ wordt meegenomen in met name het vak maatschappijleer. Het programma voldoet aan de norm. Toch ontwikkelt Winford Utrecht VAVO taalbeleid om de kwaliteit van begrijpend lezen en daarmee van het gehele onderwijs te vergroten. Het gaat om een gestructureerde bijdrage vanuit alle vakken aan de ontwikkeling van de taalvaardheid in het Nederlands. Om tot een goede plaatsing van de student te komen in de juiste afdeling met de juiste doelstelling maakt de instelling gebruik van een uitgebreide intake met o.a. een startonderzoek. In het startonderzoek worden verschillende testen afgenomen: op leerprestaties in Nederlands, Engels en wiskunde, op werkhouding en inzet en op capaciteiten. De studenten worden voorgelicht over het studietraject en de gezamenlijke studiedoelstelling wordt contractueel vastgelegd. Daarin komt ook tot uiting welke gedragsregels de instelling hanteert en handhaaft. De studenten worden goed voorgelicht en naar wederzijdse verwachting goed geplaatst. De studenten, met wie de inspectie sprak, geven aan zich bij de vastgestelde gedragsregels prettig te voelen; het klimaat is informeel, maar respectvol. Zij melden dat er een echt leerklimaat heerst en dat zij hard moeten werken. Opbrengsten Winford Utrecht VAVO realiseert voor de afdelingen havo en vwo voldoende opbrengsten. Op de afdeling mavo zijn te weinig examens afgelegd om een oordeel te geven volgens de gangbare systematiek. Specifiek voor de bestandsopname in 2012-2013 geldt dat de trend in de resultaten van 2010-2011 en de voorlopige resultaten 2011-2012 richting gevend is voor het bovenstaand eindoordeel over de kwaliteit van de opbrengsten. Zo kennen de afdelingen havo en vwo over de afgelopen twee jaar geringe discrepanties tussen de gemiddelde cijfers voor het schoolexamen (SE) en het centraal eindexamen (CE). Ook voldoen de gemiddelde cijfers CE van de afdelingen havo en vwo aan de in 2012 geldende norm van 5,8. Opbrengsten, examenresultaten 2009-2010, 2010-2011 en 2011-2012 2009-2010 2010 – 2011 2011-2012 Verschil SE-CE Gemiddeld CE cijfer

havo 0,22

vwo 0,44

havo -0,13

vwo 0,04

havo 0,10

vwo 0,57

6,04

6,17

5,97

6,49

5,86

6,12


pagina 8

Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging voldoet aan de norm. De inspectie heeft waardering voor de wijze waarop het afgelopen jaar zowel op centraal niveau als op vestigingsniveau de kwaliteitsborging vorm en inhoud krijgt. De instelling heeft een meerjarenbeleidsplan, een jaarplan in de vorm van een actieplan en een jaarverslag. Door dit cyclisch proces heeft de instelling een stevige sturing op verbetering en behoud van de kwaliteit van het onderwijsproces en de opbrengsten. De focus van het jaarverslag ligt op de opbrengsten en is feitelijk teveel alleen een examenverslag. De kwaliteit van het onderwijsproces en de kwaliteitsborging wordt voor interne doeleinden in beeld gebracht en leidt tot een actieplan voor het nieuwe schooljaar. Begin komend schooljaar 2012-2013 zal de instelling een nieuw beleidsplan hebben vastgesteld. Op de site van de instelling is alle genoemde informatie terug te vinden met uitzondering van het actieplan. De communicatie over de kwaliteit van het onderwijsproces is naar het oordeel van de inspectie voor verbetering vatbaar. De inspectie heeft waardering voor de monitoring van het onderwijsproces. Regelmatig houdt de instelling tevredenheidonderzoeken onder studenten, ouders en personeel. De vraagstelling gaat daarbij zowel over het onderwijsproces, de examinering als over de resultaten. Geconstateerde tekorten of punten met een ‘lage’ beoordeling worden in het actieplan opgenomen ter verbetering. De instelling streeft niet alleen naar honderd procent bevoegde leraren, maar zet tevens in op de ontwikkeling van de bekwaamheid van leraren. Daarbij stuurt de directie op eigen scholing door leraren en wederzijds lesbezoek. Komend schooljaar worden, zo is het voornemen van de directie, lesobservaties met behulp van een lesobservatiewijzer uitgevoerd bij alle leraren. Een positieve ontwikkeling. Een verdere ontwikkeling is ook gewenst binnen het ‘buddysteem’ voor borging van de kwaliteit van de toetsing. Nu controleert een collega leraar een gemaakte schoolexamentoets, maar elke vestiging mag op eigen verantwoording 25% van de toets afwijken. Wettelijke vereisten Winford Utrecht VAVO voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen Dat betreft de volgende gebieden: meldplicht bij verzuim en voortijdig schoolverlaten en schorsing wettelijke documenten bevoegdheid/bekwaamheid van leraren. Het aantal bevoegd/bekwaam gegeven lessen overstijgt met 87% de norm van 80% en voldoet daarmee aan de wettelijke eisen. Verder is afgesproken dat binnen zes weken in elk leerlingdossier van uitbestede leerlingen (16 en 17 jarigen in het vavo) argumenten voor deze uitbesteding worden vastgelegd. Het bevoegd gezag bericht de inspectie na deze periode of dat daadwerkelijk is gerealiseerd.


pagina 9

Bijlage De instelling scoort per instellingsafdeling een onvoldoende op de opbrengsten wanneer indicator 3.1.2 onvoldoende scoort volgens de vastgelegde systematiek van het gemiddelde cijfer over twee jaar in deze bestandsopname (zie besluitvormingschema hieronder). Na een eerste oordeel onvoldoende krijgt de instelling een hersteltermijn van één instellingsjaar. Een melding ‘voornemen ontneming licentie’ aan de Minister OCW vindt plaats bij een tweede onvoldoende op indicator 3.1.2. Normering: Voor de normering van het onderwijsproces zijn 2 kernaspecten benoemd. (1.3: Didactisch handelen en 1.7:Studieloopbaanbegeleiding in tabel paragraaf 3.1. aangeduid met een asterisk). Gebied 1 Onderwijsproces Voldoende

Onvoldoende

-

Aan 6 van de 8 aspecten is voldaan Aan beide kernaspecten is voldaan Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen Aan 1 of beide kernaspecten is niet voldaan Aan 3 of meer aspecten is niet voldaan

Gebied 2 niet van toepassing voor vavo. Gebied 3 Opbrengsten De normindicatoren voor de beoordeling van de opbrengsten voor de afdelingen mavo, havo of vwo zijn: • 3.1.1 De studenten van de opleiding behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. • 3.1.2 Bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen van de instelling en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. De instelling scoort per afdeling een onvoldoende op de opbrengsten wanneer indicator 3.1.2 onvoldoende scoort volgens de vastgelegde systematiek van het gemiddelde cijfer over twee jaar. Gebied 4 Kwaliteitsborging Voldoende

Aan alle kernaspecten is voldaan Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan Er wordt voor het grootste deel van de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen

Onvoldoende

Aan een kernaspect is niet voldaan

Gebied 5 wettelijke vereisten


pagina 10

De opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld.


pagina 11

KWALITEITSONDERZOEK EDUCATIE. Particuliere vavo-instelling. Afdelingen mavo, havo en vwo

Recommend Documents