KWALITEITSONDERZOEK EDUCATIE Particuliere vavo-instelling voor mavo, havo en vwo. Winford VAVO Amsterdam
Definitieve rapportage
Plaats: BRIN-nummer: HB-nummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Tilburg op:
Amsterdam 30CM-0 3523308 14 november 2012 27 februari 2013 6 mei 2013
Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
Pagina 2 van 13
Inhoudsopgave 1 Inleiding ......................................................................................................................... 4 2 Conclusie en vervolgtoezicht ............................................................................................. 6 2.1 Conclusie ................................................................................................................... 6 3 Resultaten van de opleiding .............................................................................................. 6 3.2 Beschouwing .............................................................................................................. 8 Bijlagen 1 Normeringen kwaliteitsgebieden ............................................................................ 12
Pagina 3 van 13
1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op Winford VAVO Amsterdam, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs per afdeling en over de naleving van weten regelgeving. Het betrof een onderzoek bij de instelling Winford, vestigingspecifiek voor VAVO Amsterdam met een eigen BRINnummer. Hierna samengevat te noemen ‘de instelling’. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De inspectie heeft voor Winford VAVO Amsterdam, de afdelingen havo en vwo een risicoanalyse uitgevoerd. De afdeling mavo bleek al 3 jaar geen leerlingen te hebben. Uit de analyse kwam verder naar voren dat de opbrengsten op de afzonderlijke afdelingen in 2010 onvoldoende via het centrale informatiesysteem van de overheid bekend waren; de inspectie heeft toen een eigen analyse met de school gemaakt. In 2010-2011 hebben geen leerlingen uit deze vavo-school aan het examen deelgenomen. Uit de analyse van de instelling zelf blijkt dat voor de afdelingen havo en vwo in het jaar 2011-2012 slechts weinig examens zijn gedaan: 3 leerlingen op havo-niveau en 2 leerlingen op vwo-niveau. De opbrengsten op de afdelingen havo en vwo heeft de inspectie niet beoordeeld door het geringe aantal examens. Naar aanleiding van de invoering van een nieuw waarderingskader heeft de inspectie op 20 maart 2012 met het bevoegd gezag afgesproken dat in 2012 en 2013 een bestandsopname plaatsvindt: op alle afdelingen van alle vestigingen met een BRINnummer van de instellingen particulier examenonderwijs. Daarbij zal de inspectie een onderzoek uitvoeren naar alle indicatoren van het nieuwe waarderingskader, ongeacht of er wel of geen tekortkomingen in de risicoanalyse zijn geconstateerd. Met dit onderzoek wil de inspectie eventuele tekortkomingen vaststellen. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de instelling, vestigingspecifiek, aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. De inspectie oordeelt in deze bestandsopname met de oordelen: voldoende of onvoldoende. Bij het oordeel ‘onvoldoende’ voor de kernindicatoren heeft de instelling, vestigingspecifiek, één jaar om de tekortkoming(en) te herstellen. Na de bestandsopname in 2013 kan op basis van onderzoek volgens de gangbare systematiek een uitspraak ‘zwakke of zeer zwakke kwaliteit’ volgen over de kwaliteit van het onderwijs. Aan de wettelijke vereisten moet ook tijdens de bestandsopname worden voldaan. Toezichthistorie Winford VAVO Amsterdam is opgericht als Stebo in 2005. Op 28 augustus 2009 is door het Ministerie OCW een licentie afgegeven aan Stebo Amsterdam VAVO ex artikel 1.4a.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Met het schooljaar 2010-2011 is Stebo verder gegaan onder de naam Winford VAVO Amsterdam. Het inspectieonderzoek in november 2010, vooral gericht op opbrengsten en bevoegdheden, liet zien dat Winford VAVO Amsterdam met het kleine aantal leerlingen op deze hoofdzaken voldeed aan de gestelde normen van het waarderingskader particuliere zelfstandige eindexameninstellingen (Staatscourant nr. 7 13 januari 2009).
Pagina 4 van 13
Onderzoeksopzet De inspectie heeft de indicatoren van de volgende aspecten onderzocht: het onderwijsproces, de opbrengsten, de kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de instelling en van andere documenten die de instelling voorafgaand aan het instellingsbezoek heeft toegestuurd en tijdens het instellingsbezoek heeft overhandigd. • Instellingsbezoekbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management. • Op uw instelling is verder een gesprek gevoerd met studenten en leraren en zorgfunctionarissen. • Aan het eind van het instellingsbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directeur en een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader BVE 2012 en het Addendum toezichtkader BVE 2012 voor NBO en VAVO. Deze zijn overhandigd aan het bevoegd gezag en in 2012-2013 te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage 1 toegevoegd aan dit rapport. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON over de schooljaren 2010-2011 en 2011-2012 en van de eigen analyses van de instelling. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de onderwijsontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het eindoordeel en het vervolgtoezicht weer.
Pagina 5 van 13
2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het kwaliteitsonderzoek van de afdelingen mavo, havo en vwo en wat het vervolgtoezicht voor Winford VAVO Amsterdam inhoudt. 2.1 Conclusie Het kwaliteitsonderzoek bij Winford VAVO Amsterdam heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied
Voldoende mavo* havo X *
vwo 1. Onderwijsproces X 3. Opbrengsten * 4. Kwaliteitsborging 5. Naleving wettelijke vereisten X X * Te weinig of geen leerlingen om een oordeel te geven.
Onvoldoende mavo* havo vwo * X
* X
Het oordeel leidt tot intensivering van het toezicht bij Winford VAVO Amsterdam. De afdelingen havo en vwo voldoen niet aan de gestelde normen in het waarderingskader voor kwaliteitsborging. De opbrengsten van de afdelingen havo en vwo zijn niet gewogen te beoordelen door het geringe aantal afgelegde examens. Er zijn geen mavo leerlingen ingeschreven. 3 Resultaten van de opleiding In dit hoofdstuk vermelden we de oordelen over de kwaliteitsgebieden en geven we tevens een toelichting op deze oordelen. Voor de afdelingen havo en vwo komt de inspectie tot eenzelfde positief oordeel. Zoals gezegd heeft de inspectie de opbrengsten niet beoordeeld vanwege het geringe aantal deelnemers aan het eindexamen. In paragraaf 2.1 is het oordeel per kwaliteitsgebied gegeven. In paragraaf 3.1 is het oordeel per indicator, per aspect en per kwaliteitsgebied weergegeven. In paragraaf 3.2 volgt een beschouwing.
Pagina 6 van 13
3.1 Oordeel per aspect Hieronder is het oordeel weergegeven op de indicatoren en de aspecten per kwaliteitsgebied. Beoordeling indicatoren opleiding Winford VAVO Amsterdam Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Aspecten Indicatoren Programma 1.1 Samenhang 1.1. Inhoud x 1 1.1. Programmering x 2 1.2 Maatwerk 1.2. Differentiatie x 1 Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3. Interactie x 1 handelen* 1.3. Ondersteuning en x 2 begeleiding van de leeractiviteiten 1.3. Feedback op de x 3 leeractiviteiten en de leerresultaten 1.4 Leertijd 1.4. Benutting x 1 1.4. Werkdruk x 2 1.5 Leeromgeving 1.5. Schoolklimaat x 1 1.5. Materiële x 2 voorzieningen Begeleiding 1.6 Intake & 1.6. Voorlichting x 1 Plaatsing 1.6. Intake en plaatsing x 2 1.7 Studieloopbaa 1.7. Informatievoorzienin x n 1 g Begeleiding* 1.7. Studieloopbaanbegel x 2 eiding 1.8 Zorg 1.8. Eerste- en x 1 tweedelijnszorg 1.8. Derdelijnszorg x 2
Pagina 7 van 13
Onvoldoende
Gebied 3: Opbrengsten Aspecten Indicatoren 3.1 Rendement* 3.1. Gemiddeld CE-cijfer 1 havo Gemiddeld CE-cijfer vwo
Voldoende
3.1. 2
ntb ntb
Verschil SE-CE havo Verschil SE-CE vwo
ntb ntb
Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten Indicatoren 4.1 Sturing * 4.1. Plannen 1 4.1. Informatie 2 4.1. Continuïteit 3 4.2 Beoordeling * 4.2. Monitoring 1 4.2. Evaluatie 2 4.3 Verbeteringen 4.3. Verbeteraanpak 1 Verankering * 4.3. Deskundigheidsbevor 2 dering 4.3. Verankering 3 4.4 Dialoog en 4.4. Intern 1 verantwoordin 4.4. Extern g 2
Voldoende
Gebied 5: Naleving Aspecten 5.1 Naleving wettelijke vereisten
Voldoet
wettelijke vereisten Indicatoren 5.1. Naleving wettelijke 1 vereisten
Onvoldoende
Onvoldoende
x x x x x x x x x x Voldoet niet
x
3.2 Beschouwing Algemeen Winford VAVO Amsterdam is een zeer kleine instelling. Samen met Winford Stebo Amsterdam vormt zij een personele en organisatorische unie. De totale organisatie VO en VAVO heeft 35 leerlingen ingeschreven per een oktober 2012. Winford VAVO Amsterdam heef het onderwijsproces op orde. De opbrengsten zijn niet te beoordelen volgens de gangbare systematiek door het te geringe aantal examens per afdeling.
Pagina 8 van 13
De kwaliteitsborging voldoet dan ook op hoofdlijnen, maar is in zijn totaliteit nog onvoldoende. Dat wordt vooral veroorzaakt doordat de kwaliteit van de lessen en deels van de toetsing te weinig gegarandeerd kan worden. Dit is voor Winford VAVO Amsterdam des te meer van belang door de beperkte omvang van de leerlingpopulatie, de mede daardoor bepaalde zoektocht naar een goede inrichting van het onderwijs en het risico op onvoldoende opbrengsten met weinig examenkandidaten. De vestiging heeft wel geprofiteerd van de ontwikkeling in de kwaliteitsborging binnen het verband van de Winford scholen. De instelling heeft een nieuwe leidinggevende aangesteld, die haar positie met verve vervult. De instelling stelt zelf hoge ambities aan de kwaliteit van het onderwijsproces en aan de opbrengsten. Daarom stuurt de directie ook op resultaten die boven de normen liggen zoals die in het toezichtkader zijn vastgesteld. De instelling hanteert systematisch en regelmatig instrumenten om de kwaliteit van het onderwijsproces en de opbrengsten in beeld te brengen en waar nodig te verbeteren. Onderwijsproces Het onderwijsproces voldoet aan de norm. De instelling hanteert consequent een onderwijsconcept waarbij in beginsel klassikaal en frontaal wordt lesgegeven in kleine groepen studenten. De leraar verzorgt een klassikale uitleg waarna tijdens de verwerkingsfase individuele begeleiding volgt. De dan nog overblijvende leerproblemen worden begeleid in bijlessen, in aanvulling op de lessentabel, of tijdens de studiebegeleidingsuren. Tijdens de bezochte lessen vond de inspectie de uitleg voldoende duidelijk en waren de leerlingen taakgericht bezig. De inspectie merkt op dat de leerlingen meer uitgedaagd mogen worden zelf een bijdrage aan het onderwijsleerproces te leveren. De school programmeert en realiseert voldoende onderwijstijd voor de vakken waarin leerlingen examen doen. Het positieve schoolklimaat wordt gestimuleerd door een wat informele sfeer waarin per leraar de gedragsregels enigszins kunnen verschillen. De leerlingen met wie de inspectie sprak, voelen zich gekend en ervaren een positief leer- en werkklimaat. De decaan en de mentoren zorgen voor begeleiding bij het leerproces en de keuzes die studenten moeten maken in het vakkenpakket en in de vervolgopleiding. Zij communiceren daar regelmatig over met de studenten en hun ouders. Het overzicht van het lesprogramma is vastgelegd in programma’s van toetsing en afsluiting. De lesuren zijn evenwichtig verdeeld over de examenvakken en zorgen niet voor een piekbelasting van studenten. Ook het verplichte aanbod ‘actief burgerschap en sociale integratie’ wordt meegenomen in met name het vak maatschappijleer. Het programma voldoet aan de norm. Differentiatie in instructie en verwerking vindt beperkt plaats in de reguliere lessen. Dat vangt de instelling grotendeels op in de bijlessen. De kwaliteit van de reguliere lessen kan de leraar verhogen met opdrachten gericht op het niveau en de snelheid van de afzonderlijke studenten. Om tot een goede plaatsing van de student te komen in de juiste schoolsoort met de juiste doelstelling maakt de instelling gebruik van een uitgebreide intake met o.a. een startonderzoek. In het startonderzoek worden verschillende testen afgenomen: op leerprestaties in Nederlands, Engels en wiskunde, op werkhouding en inzet en op capaciteiten. De studenten worden voorgelicht over het studietraject en de gezamenlijke studiedoelstelling wordt contractueel vastgelegd. Daarin komt ook tot uiting welke gedragsregels de instelling hanteert en handhaaft. De studenten worden goed voorgelicht en naar wederzijdse verwachting goed geplaatst.
Pagina 9 van 13
Met tussentoetsen, dagelijkse observaties en door wekelijkse mentorgesprekken geven leraren en mentor regelmatig feedback over leeractiviteiten en leerresultaten. De gegevens daarvan legt de mentor vast in het geautomatiseerde studentvolgsysteem. Wekelijks bespreken de zorgcoördinator, de onderbouwcoördinator en de vestigingsleider de bijzonderheden van alle leerlingen. Dat resulteert in een actielijst die wordt gemaild aan alle docenten. Voor elke student wordt een Stebo Leerling OntwikkelingsPlan (SLOP) vastgesteld met leer- en ontwikkelingsdoelen. In de praktijk is het effect hiervan niet altijd goed te meten, omdat de doelen niet altijd concreet genoeg zijn vastgelegd. Maar de systematische aandacht voor de leerling verhoogt hun betrokkenheid. Kwaliteitsborging De kwaliteitszorg van het Winford Stebo Amsterdam is in grote lijnen van voldoende kwaliteit, maar de vestiging komt op enkele belangrijke onderdelen tekort. Winford centraal stelt in onderlinge afstemming met de vestigingsleiders landelijk een schoolplan op. Visie en missie worden op centraal niveau bepaald en vastgelegd. Ook zijn er landelijke dagen waarop leraren met elkaar de onderwijs- en toetskwaliteit met elkaar bespreken. Per vestiging vindt de uitwerking in actiepunten en prioriteiten plaats zoals de vergroting van de naambekendheid van de school en het verbeteren van de onderwijskwaliteit en de toetskwaliteit. In Winford VAVO Amsterdam geven enkele docenten vanuit zijn persoonlijke opvatting inhoud aan de toetskwaliteit. Het Buddysysteem werkt niet optimaal voor alle docenten waardoor de toetskwaliteit onder druk staat. Wel stuurt Winford centraal met het proces van ‘Resultaat Gericht Ontwikkelen’ (RGO) op deelname aan het buddysysteem. De kwaliteit van de afzonderlijke lessen is een belangrijk aandachtspunt in de aansturing van Winford. Vooralsnog zijn regelmatig en systematisch lesbezoek niet breed herkenbaar in Winford VAVO Amsterdam. De school kan zo nog te weinig garant staan (verankering) voor de kwaliteit van de afzonderlijke lessen door het jaar heen. Wat betreft het terugdringen van de discrepantie tussen de cijfers van het schoolexamen en het centraal examen zijn in het team goede analyses en afspraken gemaakt. Ook zijn er leerling-enquêtes waarmee de leskwaliteit wordt geëvalueerd. Ouders worden jaarlijks schriftelijk bevraagd op hun tevredenheid; met hen is ook veel mondeling contact. De inspectie heeft waardering voor het intake en plaatsingsbeleid van Winford VAVO Amsterdam. Er is een uitgebreide intake van leerlingen om vast te stellen op welk niveau de leerling geplaatst kan worden en welk leertraject wenselijk is. Jaarlijks en ook tussentijds evalueert de schoolleiding de resultaten van leerlingen. De leiding van Winford brengt de kwaliteit van de resultaten in beeld en presenteert deze in een jaarverslag. Het jaarverslag heeft vooral het karakter van een examenverslag. De kwaliteit van het onderwijsproces en de kwaliteitsborging wordt hierin niet in beeld gebracht. Het examenverslag is via de site van de school opvraagbaar.
Pagina 10 van 13
Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten Wettelijk is een meldingsplicht voorgeschreven van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken voor deelnemers van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Deze vorm van absentie heeft Winford vavo Amsterdam tijdig gemeld. De vereiste documenten zijn vastgesteld en aan de inspectie gestuurd of zichtbaar gemaakt op de site van de instelling. Het betreft het meerjaren beleidsplan (schoolplan), de informatiegids (schoolgids), een jaar- c.q. examenverslag, programma’s van toetsing en afsluiting en een examenreglement. Het aantal bevoegd/bekwaam gegeven lessen overstijgt met nagenoeg 90 % de norm van 80%.
Pagina 11 van 13
Bijlagen 1 Normeringen kwaliteitsgebieden De instelling (BRINnummer) scoort per afdeling een onvoldoende op de opbrengsten wanneer indicator 3.1.2 onvoldoende scoort volgens de vastgelegde systematiek van het gemiddelde cijfer over twee jaar (zie besluitvormingschema hieronder). Na een eerste oordeel onvoldoende krijgt de instelling een hersteltermijn van maximaal twee instellingsjaren. Een melding ‘voornemen ontneming licentie’ aan de Minister OCW vindt plaats bij een tweede onvoldoende op indicator 3.1.2. Normering: Voor de normering van het onderwijsproces zijn 2 kernaspecten benoemd. (1.3: Didactisch handelen en 1.7:Studieloopbaanbegeleiding in tabel paragraaf 3.1. aangeduid met een asterisk). Gebied 1 Onderwijsproces Voldoende
-
Aan 6 van de 8 aspecten is voldaan Aan beide kernaspecten is voldaan Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen
Onvoldoende
-
Aan 1 of beide kernaspecten is niet voldaan Aan 3 of meer aspecten is niet voldaan
Gebied 2 niet van toepassing voor vavo. Gebied 3 Opbrengsten De normindicatoren voor de beoordeling van de opbrengsten voor de afdelingen mavo, havo of vwo zijn: • 3.1.1 De studenten van de opleiding behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. • 3.1.2 Bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen van de instelling en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. De instelling scoort per afdeling een onvoldoende op de opbrengsten wanneer indicator 3.1.2 onvoldoende scoort volgens de vastgelegde systematiek van het gemiddelde cijfer over twee jaar. Gebied 4 Kwaliteitsborging Voldoende
-
Onvoldoende
-
Aan alle kernaspecten is voldaan Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan Er wordt voor het grootste deel van de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen Aan een kernaspect is niet voldaan
Pagina 12 van 13
Gebied 5 wettelijke vereisten De opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn andere operationaliseringen opgesteld.
Pagina 13 van 13