RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Particuliere VO school Luzac Lyceum Den Haag Afdelingen mavo, havo en vwo
Definitieve rapportage
Plaats: BRIN-nummer: Enummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Tilburg op:
Den Haag 30BT 3525166 19 december 2012 14 maart 2013 13 mei 2013
Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
Pagina 2 van 13
Inhoudsopgave 1. INLEIDING ...................................................................................................................... 4 2. BEVINDINGEN ................................................................................................................. 6 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel ...................................................................................... 6 2.2 Beoordeling ................................................................................................................ 8 3. TOEZICHTARRANGEMENT ................................................................................................ 12 Bijlage .............................................................................................................................. 13
Pagina 3 van 13
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 december 2012 een onderzoek uitgevoerd op Luzac Lyceum Den Haag, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De inspectie heeft voor Luzac Lyceum Den Haag, de afdelingen mavo, havo en vwo een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat voor het schooljaar 2010-2011 de opbrengsten op de afdeling mavo voldoende zijn, op de afdeling havo voldoende en er op de afdeling vwo geen examenkandidaten waren. Deze analyse op basis van de gegevens uit het centrale informatiesysteem van de overheid (BRON) komen overeen met de analyse van Luzac Lyceum zelf. Gezien ook het gering aantal examenkandidaten in 2012 is een duidelijk oordeel niet te geven. Op grond van de indicaties door de schoolleiding lijken de opbrengsten voldoende en zijn de cijfers voor de afdeling havo ten opzichte van het voorafgaande jaar verbeterd. Op 20 maart 2012 heeft de inspectie op basis van het nieuwe waarderingskader met het bevoegd gezag besproken dat in 2012 en 2013 een bestandsopname plaatsvindt bij alle vestigingen en alle afdelingen. Daarbij zal de inspectie een onderzoek uitvoeren op alle kernindicatoren, ongeacht of er wel of geen tekortkomingen in de risicoanalyse zijn geconstateerd. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. De inspectie oordeelt in deze bestandsopname met de oordelen voldoende of onvoldoende. Bij het oordeel onvoldoende heeft de instelling één jaar na vaststelling van het definitieve inspectierapport de gelegenheid om de tekortkomingen te herstellen. Aan de wettelijke vereisten moet worden voldaan. Bij onvoldoende herstel volgt - op basis van nieuw onderzoek - een oordeel over een afdeling in termen van zwak of zeer zwak.
Pagina 4 van 13
Toezichthistorie Het Luzac Lyceum is opgericht in 2006. In 2009 heeft de Minister van OCW aan Luzac Lyceum Den Haag een nieuwe ‘licentie’ afgegeven ex artikel 56 van de Wet voortgezet onderwijs (WVO). In de afgelopen jaren richtte het inspectiebezoek zich vooral op de wettelijk verplichte documenten, de opbrengsten en bevoegdheden. Dit schooljaar 2012-2013 zijn 48 leerlingen ingeschreven op het Luzac Lyceum Den Haag: 9 voor mavo, 27 voor havo en 12 voor vwo. De examenkandidaten van het vwo zijn uitbesteed aan het Luzac College Den Haag. Onderzoeksopzet De inspectie heeft de kernindicatoren onderzocht op de aspecten: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs gesprekken gevoerd met het management. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen, docenten en zorgfunctionarissen. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader vo 2011 (te vinden op www.onderwijsinspectie.nl). Dit waarderingskader is in maart 2012 aangepast voor particulier exameninstellingen mavo, havo en vwo en overhandigd aan het bevoegd gezag. In 2013 zal dit toezichtkader op de site van de inspectie staan. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van gegevens uit BRON, het informatiesysteem van de Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de schooljaren 2009-2010, 2010-2011 en 2011-2012. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zij in dat jaar in het bijzonder onderzoekt. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Deze worden gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en - waar mogelijk - de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. In de bijlage is de normering voor het onderwijsleerproces weergegeven. In de bijlage wordt aangegeven hoe het oordeel over het onderwijsproces tot stand komt.
Pagina 5 van 13
2. BEVINDINGEN
2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. 2. 3.
onvoldoende voldoende niet te beoordelen
De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’. OPBRENGSTEN (per afdeling) Opbrengsten; 1.4 is de norm voor (on) voldoende opbrengsten 1.3 De leerlingen van de opleiding mavo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.3 De leerlingen van de opleiding havo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.3 De leerlingen van de opleiding vwo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4 * Bij de opleiding mavo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. 1.4 * Bij de opleiding havo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. 1.4 * Bij de opleiding vwo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
1
3
V O
ONDERWIJSLEERPROCES (in de bijlage is de beoordelingsprocedure weergegeven) Leerstofaanbod 1 2.1 * De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten. 2.2 * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s. 2.3 * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. 2.4 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. 2.5 De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief
Pagina 6 van 13
2
● V V ●
2
V V V V V
3
burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. Onderwijstijd 3.1 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. 3.2 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt. 3.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.
1
Schoolklimaat 4.1 De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. 4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. 4.4 * De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school. 4.7 * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. 4.8 * Het personeel stimuleert het welbevinden en de motivatie van de leerlingen.
1
Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
1
Differentiatie 6.1 De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
1
ZORG EN BEGELEIDING Systematisch volgen van vorderingen van leerlingen 7.1 * De school kan aantonen dat zij de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen systematisch volgt. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Extra zorg voor specifieke onderwijshulpvragen 8.1 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.2 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.3 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. 8.4 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden.
Pagina 7 van 13
2
3
2
3
V V V
V V V V V V V V 2
3
2
3
V V V
V V O V
1
2
3
V V 1
2
V V V V
3
KWALITEITSZORG (voor een voldoende oordeel moeten de indicatoren 9.1 t/m 9.7 voldoende zijn) Systematisch behoud en verbetering van onderwijskwaliteit 1 2 3 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar V leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. V 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. V 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. V 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces (80% V bevoegd gegeven lessen). 9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van V andere toetsinstrumenten. 9.7 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de V gerealiseerde onderwijskwaliteit. 9.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale V integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. Wet- en regelgeving N1 N2 N3 N4 N5
N6
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24a en 24c). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24 en 24c). De school verzorgt minimaal 80% bevoegd gegeven lessen én heeft een VOG voor al het personeel. (art 33 WVO). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31). De school meldt verzuim, schorsing en verwijdering aan de leerplichtambtenaar via het verzuimloket conform wet- en regelgeving. Voor een besluit tot verwijdering voert de school overleg met de inspecteur. De geplande onderwijsduur voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5).
Nee
Ja
● ● ●
● ● ●
2.2 Beoordeling Algemeen beeld Omdat een beperkt aantal leerlingen van het Luzac Lyceum Den Haag examen deed, kan de inspectie slechts een indicatief oordeel geven over de kwaliteit van de opbrengsten van de afdelingen mavo en havo. De inspectie beoordeelt volgens de gangbare systematiek de kwaliteit van de opbrengsten, afgemeten aan de prestaties van de leerlingen over de afgelopen drie jaar, als voldoende voor de afdelingen mavo en havo. Voor de afdeling vwo zijn de opbrengsten niet te beoordelen, gezien het ontbreken van examenkandidaten. Voor de afdeling havo geldt dat een substantieel aantal leerlingen uiteindelijk geen examen heeft gedaan en dat de cijfers aan de lage kant zijn. Specifiek voor de bestandsopname in 2012-2013 geldt dat de trend in de resultaten van 2010-2011 en de voorlopige resultaten 2011-2012 richting gevend is voor het bovenstaand eindoordeel over de kwaliteit van de opbrengsten.
Pagina 8 van 13
De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijsproces van Luzac Lyceum Den Haag als voldoende. Het onderwijsproces vertoont weliswaar enkele tekortkomingen, met name op het punt van differentiatie (taalbeleid, verwerkingsopdrachten en effectmeting), maar is naar het totaaloordeel van de inspectie van voldoende kwaliteit. De school werkt in haar kwaliteitszorg systematisch en planmatig; de inspectie heeft de kwaliteitszorg als voldoende beoordeeld. De afgelopen jaren heeft het Luzac Lyceum Den Haag aandacht gegeven aan het op orde brengen van de organisatie. Veel aandacht is besteed aan de scholing van docenten en de visie op het onderwijs is verhelderd. De toetsing is genormeerd en daardoor is er meer zicht gekomen op het prestatieniveau van de leerlingen. Het leerlingenaantal is wel gedaald. De school wijt dit met name aan de economische recessie. Voor het vwo zijn er geen examenkandidaten. De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na. Toelichting Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen voor zover van toepassing - achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving. Opbrengsten De opbrengsten op het Luzac Lyceum Den Haag zijn voldoende voor mavo en havo en voor het vwo niet te beoordelen. Het oordeel voldoende heeft de school bereikt door een flinke inspanning te leveren op verbetering van de kwaliteit van de examinering. Binnen de laatste twee jaar wist de school het te grote verschil tussen het gemiddelde schoolexamencijfer (SE) en het centraal eindexamencijfer (CE) binnen de gestelde norm te brengen voor de afdelingen mavo en havo. Deze kwaliteitslag is bereikt door de kwaliteit van de schoolexamens beter te borgen. Als gevolg van de landelijke aansturing zijn deze meer in overeenstemming gebracht met de centrale eindexamens qua norm en inhoud. Om het verschil tussen het gemiddelde cijfer voor schoolexamens en voor het centraal eindexamen te verkleinen heeft het Luzac Lyceum landelijk een N-termenbeleid ontwikkeld. Het gemiddelde SE cijfer past het Luzac Lyceum per vak per periode per vestiging aan aan het gemiddelde landelijke CE cijfer voor dat vak in voorgaande jaren. Voor de afdeling havo heeft deze aanpak nog niet tot een voldoende gemiddeld cijfer voor het centraal eindexamen geleid. Als een verklaring voor het achterblijven van de resultaten in het voorafgaande jaar op de afdeling havo noemt de schoolleiding onder meer de werkhouding en motivatie van de betreffende groep examenkandidaten. Onderstaande tabel laat zien dat Luzac Lyceum Den Haag een positieve ontwikkeling doormaakt zowel voor het verschil tussen het schoolexamen en het centraal eindexamen als voor het gemiddelde cijfer voor het centraal eindexamen. De afdelingen mavo en havo hebben nu geringe discrepanties tussen de gemiddelde cijfers voor het schoolexamen (SE) en het centraal eindexamen (CE). Ook voldoen de gemiddelde cijfers CE voor de afdeling mavo ruim aan de in 2012 geldende norm van 5,8. Voor de afdeling havo is dit niet het geval. Opbrengsten, examenresultaten 2009-2010, 2010-2011 en 2009-2010 2010-2011 mavo havo vwo mavo havo vwo Verschil * 0,73 * 0,30 * * SE-CE Gemiddeld * 5,26 * 6,28 * * CE cijfer * te weinig examenkandidaten.
Pagina 9 van 13
2011-2012 2011-2012 mavo havo -0,13 -0,22 6,55
5,64
vwo * *
Specifiek voor de bestandsopname in 2012-2013 geldt dat de trend in de resultaten van 20102011 en de voorlopige resultaten 2011-2012 wordt beoordeeld of de gemiddelden van de twee jaren waarin voldoende leerlingen examen deden. Het onderwijsproces Het onderwijsproces heeft voldoende kwaliteit, maar kent nog enkele tekortkomingen. De school realiseert met name voldoende kwaliteit op de terreinen onderwijstijd en schoolklimaat. De school hanteert een onderwijsconcept waarbij in beginsel de leraar docentgestuurd lesgeeft in een kleine groep leerlingen. Meestal start een leraar met een klassikale uitleg waarna tijdens de opdrachten individuele begeleiding volgt. Tijdens de bezochte lessen vond de inspectie de uitleg voldoende duidelijk en waren de leerlingen taakgericht bezig. De inspectie merkt op dat de leerlingen meer uitgedaagd mogen worden zelf een bijdrage aan het onderwijsleerproces te leveren. Daarbij helpt een procesgerichte feedback. Zeker daar waar de school zelf aangeeft dat de motivatie van enkele leerlingen te wensen over laat Extra vakbegeleiding en -ondersteuning vindt plaats in steunlessen in aanvulling op de lessentabel of tijdens de studiebegeleidingsuren. Daarnaast biedt de school tijdens de hulplessen extra zorg door middel van begeleiding bij dyslexieproblemen en faalangstreductietraining. De leerlingen hebben gemiddeld 35 klokuren (inclusief 11 studie-uren) onderwijstijd per week. Zij brengen dus veel tijd door in school. De school programmeert en realiseert derhalve voldoende onderwijstijd. Het positieve schoolklimaat wordt gestimuleerd door duidelijke gedragsregels die strikt gehandhaafd worden. De leerlingen met wie de inspectie sprak, voelen zich gekend en ervaren een positief leer- en werkklimaat. Dit blijkt ook uit de enquêtegegevens van leerlingen, ouders en personeel. Het leerstofaanbod is geordend volgens een programma van toetsing en overgang of volgens een programma van toetsing en afsluiting. Daarin zijn de kerndoelen en de exameneisen verwerkt. Voor bijna alle vakken is het leerstofaanbod verder uitgewerkt in studiewijzers. Muziekonderwijs komt echter nauwelijks aan bod, hetgeen op gespannen voet staat met de eis om te voldoen aan de kerndoelen. Het aanbod actief burgerschap en sociale integratie is verwerkt in het leergebied Levenskunde. Het leerstofaanbod in de Nederlandse taal is binnen de lessen Nederlands voldoende verzorgd. Maar de school constateert dat enkele leerlingen moeite heeft met begrijpend lezen. Daarom behoeft het aanbod aan leerinhouden bij alle vakken meer aansluiting op de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. De kwaliteit van de lessen is voldoende, maar verschillende leraren benutten te weinig de mogelijkheid om opdrachten aan te passen aan het verschil in niveau en tempo van leerlingen. Daar staat wel tegenover dat, volgens de leerlingen, leraren bereid zijn om desgevraagd buiten de les om individuele hulp te bieden aan wie een specifieke hulpvraag heeft. De leerlingenzorg voldoet aan de norm, maar kan nog verder worden verbeterd. De school brengt de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen uitgebreid in beeld met methodeafhankelijke en methodeonafhankelijke toetsen. Elke leraar legt de leerlingresultaten vast in een geautomatiseerd volgsysteem. De mentor bespreekt de vorderingen van leerlingen met hen en de ouders. Voor elke leerling maakt de mentor een actieplan op basis van de gemeten leerlingresultaten. Daarin staan doelen die leerlingen zouden moeten kunnen bereiken. Deze doelen zijn echter niet altijd zo concreet geformuleerd, dat de betrokkenen kunnen nagaan wat het behaalde effect van de extra zorg dient te zijn. De school kan de kwaliteit van haar onderwijs nog verder verbeteren op het terrein van de differentiatie en het nog scherper en systematischer nagaan van de effectiviteit van de lessen door samen met de leerling te reflecteren op het leerproces en de resultaten. Het onderwijsleergesprek is een veel gebruikte didactische aanpak, maar de uitvoering hiervan is van wisselende kwaliteit. Het Luzac Lyceum biedt als uitgangspunt de volledige cursusduur mavo, havo en vwo. Tot dit jaar worden de examenkandidaten vwo echter uitbesteed aan het Luzac College. Het schoolklimaat voldoet. Er zijn nauwelijks incidenten.
Pagina 10 van 13
De kwaliteitszorg De kwaliteitszorg van het Luzac Lyceum Den Haag is van voldoende kwaliteit. Luzac stelt in onderlinge afstemming met de vestigingen landelijk en per vestiging plannen op, voert verbeteracties uit en evalueert met diverse belanghebbenden de gerealiseerde kwaliteit. Visie, missie, uitgangspunten en uitwerking daarvan worden op centraal niveau bepaald en vastgelegd. De Luzac Lycea hebben een centraal schoolplan. De aansturing van de kwaliteitszorg per school is in handen van de rector. Daarnaast is er op landelijk niveau een kwaliteitsmedewerker, die onder andere de interne audits verzorgt. Door middel van vestigingsplannen en –rapportages ontstaat een cyclisch systeem van plannen, uitvoeren, evalueren en verbeteren. De inspectie heeft waardering voor het intake en plaatsingsbeleid van Luzac Lyceum Den Haag. Er is een uitgebreide intake van leerlingen om vast te stellen op welk niveau de leerling geplaatst kan worden en welk leertraject wenselijk is, onder meer in de vorm van actieplannen per leerling. Jaarlijks en ook tussentijds evalueert de schoolleiding de resultaten van leerlingen. Ook heeft de inspectie waardering voor de lesobservaties met behulp van een lesobservatiewijzer die ingezet worden om de kwaliteit van de lessen te versterken. In aanvulling hierop vraagt de schoolleiding leerlingen naar de kwaliteit van de lessen en stuurt de schoolleiding aan op persoonlijke ontwikkelingsplannen na functioneringsgesprekken. De kwaliteit van de toetsen per vak wordt centraal aangestuurd. Luzac hanteert de afspraak dat er onderlinge afstemming moet zijn tussen verschillende vakcollegae van verschillende vestigingen. De inhoud van toetsen (75%), de vorm en de norm stellen vakcommissies (-secties) centraal vast. De kwaliteit van de toetsing wordt nog verder versterkt door de toepassing van een specifiek model (RTTI). De school brengt zelf de kwaliteit van het onderwijsproces en de resultaten in beeld en presenteert deze in een jaarverslag. Het jaarverslag heeft vooral het karakter van een examenverslag. Dit verslag is via de site van de school bereikbaar. Wet- en regelgeving Luzac Lyceum Den Haag voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen Dat betreft de volgende gebieden: - meldplicht bij verzuim en voortijdig schoolverlaten en schorsing - wettelijke documenten - bevoegd gegeven lessen. Het aantal bevoegd gegeven lessen overstijgt de norm van 80% en voldoet daarmee aan de wettelijke eisen. De inspectie maakt verder twee opmerkingen die aandacht vragen van Luzac Lyceum Den Haag: a. De school moet blijven streven naar een percentage van 100% bevoegd gegeven lessen. b. De school moet een aanbod hebben met een cursusduur voor mavo, havo en vwo van respectievelijk 4, 5 en 6 jaar. Versnelling door overplaatsing naar een vavo-instelling kan alleen bij uitzondering op persoonlijke basis en op gemotiveerde gronden plaatsvinden.
Pagina 11 van 13
3. TOEZICHTARRANGEMENT Het onderwijsproces en de kwaliteitszorg van Luzac Lyceum Den Haag hebben voldoende kwaliteit. De inspectie heeft geen tekortkomingen vastgesteld in de naleving van de wettelijke voorschriften. De opbrengsten voor de afdelingen mavo en havo zijn –indicatief- voldoende en voor de afdeling vwo zijn deze niet te beoordelen. Het oordeel leidt niet tot intensivering van het vervolgtoezicht bij Luzac Lyceum Den Haag.
Pagina 12 van 13
Bijlage Het onderwijsproces bestaat uit tien normindicatoren ten behoeve van de beslisregel voor een oordeel, onderverdeeld in twee categorieën; het betreft de volgende indicatoren: Categorie 1: aanbod De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten. De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma’s. De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Categorie 2: pedagogisch-didactisch handelen Het personeel van de school zorgt ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en met anderen omgaan. De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Categorie 3: klimaat De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. Categorie 4: zorg en begeleiding De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. De school voert de zorg planmatig uit. Het onderwijsproces is van onvoldoende kwaliteit als twee of meer normindicatoren uit dezelfde categorie onvoldoende zijn, dan wel in meer dan twee categorieën ten minste één onvoldoende normindicator zit.
Pagina 13 van 13