Kwaliteitshandboek Natuurbeheer Samen kundig en betrokken beheren
Versie 1.4 December 2012
A
B
Inhoud 1 Inleiding
1.1
2 Definities
2.1
3 Organisatie certificeringsmethode FPG
3.1
4 Certificeringscycli FPG
4.1
5 Monitoring en audits
5.1
6 Uitwerking certificeringsmethode FPG
6.1
7 Bijlagen
7.1
Figuren Figuur 1
Organogram Certificering Federatie Particulier Grondbezit
3.1
Figuur 2
Schematische weergave van de jaarlijkse beheercyclus
4.2
Figuur 3
Schematische weergave van de kwaliteitscyclus
4.4
Figuur 4
Voorbeeldformulier Terreinregistratie
6.2
Figuur 5
Wijzigen terreinregistratie
6.3
Figuur 6
Voorbeeld van Beheerplan met de verplichte onderdelen
6.5
Figuur 7
Voorbeeld voor Werkplan en logboek voor individuele percelen
6.7
Figuur 8
Voorbeeld voor Werkplan en Logboek voor clusters percelen met identieke beheersituatie
6.8
Voorbeeld van jaarlijkse verantwoording
6.10
Tabel 1
Beschrijving van elementen B1-B7 van jaarlijkse beheercyclus
4.3
Tabel 2
Beschrijving van de elementen K1-K4 van de kwaliteitscyclus
4.4
Tabel 3
Schema interne audit
5.2
Tabel 4
Checklist interne audit
5.3
Tabel 5
Lijst van registraties: wat moet waar aanwezig zijn/
Figuur 9
Tabellen
naar opgestuurd worden
6.9
Bijlagen 1 Contract gecertificeerde - FPG 2 Kruistabel Landelijk Programma van Eisen naar Kwaliteitshandboek Natuurbeheer 3 Gedragscodes en Kennisbronnen FPG certificering
C
D
1 Inleiding Natuurbeheer is een niet weg te denken
voorwaarden u zich als certificaathouder
onderdeel van het behoud van onze natuur.
conformeert. Dit handboek (en de daarop
Deze natuur wordt beheerd en ontwikkeld
volgende certificering) geeft richting aan
door verschillende soorten natuurbeheerders.
professioneel natuurbeheer en biedt aan alle
Sommigen zijn professioneel opgeleid: in
eigenaren handvatten hoe het terreinbeheer
dienst van een Provinciaal Landschap of een
op een professionele manier georganiseerd
andere terreinbeherende instantie, of
kan worden.
werkzaam als professional bij een overkoepe-
Bij het opzetten van dit systeem hebben we
lende organisatie of adviserende dienst. Maar
geprobeerd om de administratieve lasten
ook eigenaren/beheerders die natuurbeheer
voor u als beheerder zo laag mogelijk te
niet als primaire taak hebben, dragen zorg
houden. Daarnaast hebben we nog een ander
voor grote oppervlakten natuur in Nederland.
doel voor ogen: we willen graag dat particu-
Het is dus voor particulieren mogelijk om
liere natuurbeheerders van anderen én van
natuur te ontwikkelen en te beheren, net als
elkaar leren.
Staatsbosbeheer, de Landschappen en Natuurmonumenten. De overheid stelt
Individueel certificaat
hiertoe subsidie beschikbaar via het
Particuliere eigenaren die zich conformeren
subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL),
aan de certificeringsmethode van de FPG en
die voorziet in de afkoop van de waardeda-
volgens dit Kwaliteitshandboek Natuurbeheer
ling, meebetaalt aan de inrichting en die een
hun beheer organiseren, ontvangen van de
bijdrage levert aan de beheerkosten die u
Stichting Certificering een individueel
maakt om ‘uw natuur’ in stand te houden.
certificaat, indien zij aan het Programma van
Daar staat tegenover dat u zich als een goede
Eisen voldoen en waarvoor zij dan ook
beheerder opstelt en alle maatregelen
individueel verantwoordelijk zijn. Ze werken
uitvoert die nodig zijn om het gekozen
volgens de in het handboek beschreven
natuurtype in stand te houden.
gedragsregels en borgen dit door het ondertekenen van een contract met de FPG
Met ingang van 2012 is het mogelijk om u te
(zie bijlage 1). In dit contract zijn ook sancties
laten certificeren. Op die manier legt u vast
opgenomen voor situaties waarin de onderte-
dat u het beheer op een zorgvuldige, contro-
kenaar niet (meer) aan de voorwaarden van
leerbare en correcte wijze uitvoert. Hiervoor
deelname voldoet.
zijn verschillende systemen opgezet, waaronder het systeem van de Federatie
Provinciale samenwerkingsverbanden
Particulier Grondbezit (FPG). In dit Kwaliteits-
Er wordt gewerkt in acht verschillende
handboek Natuurbeheer is vastgelegd hoe
samenwerkingsverbanden. Dit betreft
het certificeringssysteem werkt en aan welke
samenwerking tussen bijvoorbeeld een
1.1
provinciaal landschap of een grote (particu-
In het laatste hoofdstuk wordt ingegaan op
liere) terreinbeheerder en een provinciale
de zaken die eigenaren moeten administre-
vereniging binnen de landelijke FPG. Samen
ren, dan wel moeten aanleveren aan de
organiseren zij de certificering voor de
landelijke Stichting Certificering SNL alvorens
individuele eigenaren die onder hun
gecertificeerd te kunnen worden.
samenwerkingsverband vallen en borgen de ecologische kennis.
Werkwijze Er is gestreefd het aantal eisen zo eenvoudig
Leeswijzer
en beperkt mogelijk te houden en zoveel
Dit Kwaliteitshandboek Natuurbeheer is de
mogelijk aan te sluiten op bestaande
neerslag van een invulling van het landelijk
werkwijzen, reeds aanwezige (gecertificeerde)
afgesproken Programma van Eisen dat aan de
processen en op de eigen organisatie van de
eigenaar wordt opgelegd om gecertificeerd
eigenaar. Zo wordt voorkomen dat de
te kunnen worden. Het tweede hoofdstuk
lastendruk voor eigenaar en overheid
geeft de definities van begrippen zoals die in
toeneemt en houdt de eigenaar voldoende
dit Kwaliteitshandboek Natuurbeheer zijn
mogelijkheid zelf te bepalen op welke wijze
gebruikt. Hoofdstuk 3 is een algemeen deel,
hij het beheer gaat uitvoeren. De certifice-
waarin de organisatiestructuur van de
rende organisatie hanteert ditzelfde
provinciale samenwerkingsverbanden en de
programma van eisen als toetsingskader bij
relatie met de FPG weergegeven wordt. Het
de certificering van een eigenaar.
vierde hoofdstuk beschrijft de certificeringsprocedures en de verschillende cycli waarmee gewerkt wordt. Hoofdstuk 5 gaat over de wijze waarop de audits worden vormgegeven en geeft aan hoe monitoring SNL in dit certificeringsysteem past.
1.2
2 Definities Audit : externe audit
Audit op het gebruik van het Kwaliteitshandboek en de resultaten in het veld, uitgevoerd door een externe, door de subsidiegever aangewezen deskundige. Het verslag maakt deel uit van het dossier van het terrein en van de jaarlijkse verantwoording door de eigenaar.
Audit: interne audit
Het proces waarin gecheckt wordt of een gecertificeerde handelt volgens de in het Kwaliteitshandboek gestelde eisen.
Beheerplan
Plan waarin voor een terrein onder andere staat omschreven staat hoe het Natuurtype, dan wel het Beheertype in de loop van de tijd kan worden behaald en behouden en welke meerjarige acties daarvoor nodig zijn. Het plan vormt de basis voor het opstellen van het jaarlijkse werkplan. Het beheerplan (of updates ervan) heeft een looptijd van maximaal 6 jaar.
Beheercyclus (jaarlijks)
Jaarlijkse cyclus waarbij, uitgaande van het natuurtype dan wel het beheertype van het terrein, in een werkplan wordt vastgelegd wat er aan (subsidiabele) beheeractiviteiten zal plaatsvinden. Dit wordt vastgelegd in een logboek.
Doelentaal
De index van natuur en landschap.
Eigenaar
De juridische eigenaar (of erfpachter met een contract langer dan 25 jaar) van een terrein, die aanspraak maakt op een beheersubsidie. De eigenaar/erfpachter kan zich bij volmacht laten vertegenwoordigen, hij moet de werkgroep van het samenwerkingsverband vooraf schriftelijk op de hoogte stellen.
Evaluatierapport kwaliteitssysteem Jaarlijks rapport over de werking van het kwaliteitssysteem opgesteld door iedere provinciale werkgroep en geaccordeerd door de landelijke stuurgroep.
2.1
Kwaliteitscyclus
Minimaal eens in de zes jaar wordt door middel van monitoring vastgesteld of het vastgestelde beheertype wel wordt behaald en of er een bijstelling van het beheertype of het beheer moet plaatsvinden.
Kwaliteitshandboek Natuurbeheer
Handboek voor eigenaren, om terreinbeheer zodanig in te richten dat voldaan wordt aan de eisen voor certificering en aan het verkrijgen van subsidie natuurbeheer.
Logboek
Uitgevoerde werkzaamheden worden bijgehouden in een logboek behorend bij het werkplan.
Monitoring (biotisch)
Landelijke monitoring (op gebiedsniveau) van de biotische en abiotische kwaliteit van de natuur in het kader van de SNL. Monitoring staat los van de certificering, maar gecertificeerden hebben het recht om zelf hun monitoring uit te voeren. Elke provincie geeft sturing, de frequentie kan variëren van 6 tot 12 jaar.
Natuur(beheer)type
In de nieuwe systematiek zijn 18 hoofdnatuurtypen en 58 beheertypen omschreven.
Subsidie
Contract voor 6 jaar voor het uitvoeren van beheer.
Terrein
Gebiedseenheid met een bepaald beheertype.
Verantwoording
Jaarlijks wordt door de eigenaar een verantwoording per terrein opgesteld, waarin eventuele afwijkingen van het werkplan en calamiteiten in het achterliggende jaar besproken worden. Ook wordt gekeken of deze invloed hebben op het werkplan voor het komende jaar. Indien geaudit/gemonitord, wordt ook gereflecteerd of dit geleid heeft tot aanpassingen in het beheer.
Werkplan voor het beheer
Door iedere eigenaar jaarlijks vast te stellen set werkzaamheden per natuurbeheertype, met een planning wanneer deze uit te voeren.
2.2
3 Organisatie certificeringsmethode FPG De organisatie van de FPG certificeringsmethode vindt -in lijn met de decentralisatieop twee niveaus plaats: landelijk en ook provinciaal/regionaal, omdat er in de praktijk gewerkt wordt op provinciaal of regionaal niveau. Elk Provinciaal of Regionaal Samenwerkingsverband wordt vertegenwoordigd door een Provinciale/Regionale Werkgroep. Een afgevaardigde van die werkgroep heeft zitting in de Landelijke Werkgroep. Hierboven staat een Landelijke Stuurgroep, die tevens dient als klachtencommissie. Dit is weergegeven in Figuur 1.
Figuur 1 Organogram Certificering Federatie Particulier Grondbezit
Landelijke Stuurgroep FPG Landelijke Werkgroep Certificering FPG Provinciale werkgroep certificering Overijssel Provinciale werkgroep certificering Zeeland Provinciale werkgroep certificering Noord-Brabant Provinciale werkgroep certificering Limburg Provinciale werkgroep certificering Gelderland Provinciale werkgroep certificering Utrecht Regionale werkgroep certificering Friesland, Groningen, Drenthe Regionale werkgroep certificering Noord- en Zuid Holland
3.1
3.1 Landelijke Stuurgroep
I
Het opstellen en bijhouden van één
Deze groep bestaat uit een aantal leden van
werkend kwaliteitssysteem (een actuele en
de Federatieraad van de FPG. Wanneer daar
complete versie van het Kwaliteitshand-
aanleiding toe is, zal de Landelijke Stuurgroep
boek Natuurbeheer), dat voldoet aan de
bij elkaar komen.
eisen van de landelijke Stichting Certifice-
De taken van de Landelijke Stuurgroep zijn:
ring SNL;
I
Het vaststellen van het Kwaliteitshandboek
I
tussen de Provinciale/Regionale
opnieuw vaststellen van het Kwaliteits-
Werkgroepen; I
Het verzamelen en implementeren in het
Het jaarlijks vaststellen van evaluatierap-
Kwaliteitshandboek Natuurbeheer van de
porten kwaliteitssysteem en de resultaten
generieke aanbevelingen die individuele
ervan communiceren naar de landelijke
certificaathouders ontvangen tijdens de
Stichting Certificering;
externe controle van de landelijke Stichting
Het benoemen van de leden van de
Certificering;
landelijke en provinciale/regionale I
Het voeren van een afstemmingsoverleg
Natuurbeheer en, in geval van wijzigingen,
handboek Natuurbeheer; I
I
I
Het verspreiden van de actuele versie van
werkgroepen;
het Kwaliteitshandboek Natuurbeheer
Het dienen als geschillencommissie.
onder de gecertificeerden (via internet).
Bij het niet nakomen van de verplichtingen
Stichting Certificering, met een afschrift aan
3.3 Provinciale/ Regionale Werkgroepen en hun samenwerkingsverbanden
de betreffende deelnemer. De stichting kan
De Provinciale/Regionale Werkgroepen
vervolgens een beslissing nemen over het al
hebben een voorzitter, een secretaris en een
dan niet intrekken van het certificaat.
aantal leden. De voorzitter is lid van de FPG,
Wanneer de Stuurgroep zo’n melding gedaan
de taak van secretaris wordt vervuld door de
heeft en er geen herstel-actie volgt, wordt de
stafmedewerker van de betreffende
deelnemer verder uitgesloten van deelname
provinciale vereniging(en). De andere leden
aan het FPG-systeem.
zijn lid van de organisaties waar mee wordt
uit het contract kan de Landelijke Stuurgroep besluiten dit te melden aan de landelijke
samengewerkt of zijn lid op persoonlijke titel. Elke werkgroep stuurt een afgevaardigde
3.2 Landelijke Werkgroep De Landelijke Werkgroep FPG certificering bestaat uit afgevaardigden van de Provinciale/Regionale Werkgroepen certificering, aangevuld met de landelijk coördinator certificering. De taken van de Landelijke Werkgroep zijn:
3.2
naar de Landelijke Werkgroep.
De taken van de Provinciale/Regionale
G
Aantal certificaathouders en mutaties
Werkgroep zijn:
G
Laatste versie van het Kwaliteitshand-
I
boek Natuurbeheer
Het archiveren van de door deelnemers G
aangeleverde gegevens/ voeren van administratie certificering; I
Het organiseren van de interne audit;
I
Eerste aanspreekpunt zijn voor de gecertifi-
gehouden zijn G
G
I
Klachten en verbetervoorstellen voor het Kwaliteitshandboek Natuurbeheer
Het bewaken van de uitvoering van het G
Kwaliteitshandboek Natuurbeheer; I
Eventueel ingediende bezwaarprocedures
ceerden binnen een samenwerkingsverband; I
Aantal interne audits en wanneer deze
Wijzigingen in het Kwaliteitshandboek
Het geven van informatie aan (kandidaat)
Natuurbeheer, lijsten, leden Stuurgroep,
gecertificeerden;
leden Werkgroep
Het opstellen van het evaluatierapport kwaliteitssysteem.
Er zijn zes Provinciale Samenwerkingsverbanden en twee Regionale Samenwerkings-
De voorzitter meldt eventuele omissies van
verbanden. Dit zijn:
certificaathouders aan de Landelijke Stuurgroep
I
Het Overijssels Particulier Grondbezit (OPG) met Stichting IJssellandschap
Een actueel overzicht van de samenstelling
I
van de verschillende werkgroepen staat op
met het Geldersch Landschap en het
de website van de FPG, www.grondbezit.nl
Kroondomein Het Loo I
Certificaathouders: Een lijst van gecertifi-
I
ceerden die zijn aangesloten bij het Provinciaal Samenwerkingsverband, met
I
I
Het Zeeuws Particulier Grondbezit (ZPG) met het Zeeuwse Landschap
I
datum van aansluiten, kopie van het
I
Het Brabants Particulier Grondbezit (BPG) met het Brabants Landschap
Verder houdt de Werkgroep (secretaris) bij: I
Het Gelders Particulier Grondbezit (GPG)
Limburgs Particulier Grondbezit (LPG) met Limburgs Landschap
contract met de FPG en registratie van
I
Het Utrechts Particulier Grondbezit (UPG)
eventueel geconstateerde lacunes
I
Regio Holland: Het Hollands Particulier
Kwaliteitshandboek Natuurbeheer:
Grondbezit (HPG) met het Zuid-Hollands
Laatste versie
Landschap en Landschap Noord-Holland
Auditschema interne audit: Jaarlijks
I
Regio Noord: Het Fries Grondbezit (HFG),
overzicht van auditdagen en terreinbezoek
het Drents Particulier Grondbezit (DPG) en
Dagverslagen: Dagverslagen van de
het Gronings Particulier Grondbezit (GrPG)
interne audits en kopie van checklisten I
Evaluatierapport kwaliteitssysteem:
Iedere gecertificeerde eigenaar valt onder
Jaarlijkse rapportage over de werking van
één van de acht Samenwerkingsverbanden.
het certificeringssysteem, hierin staat
Hij wordt door de Provinciale/Regionale
ondermeer:
werkgroep van informatie voorzien, en zal
3.3
ook in het kader van zijn Samenwerkingsverband de interne audit doen.
3.4 Beroepsmogelijkheid bij geschil Wanneer een deelnemer het niet eens is met de uitkomsten van de interne audit, kan hij dit beargumenteerd kenbaar maken aan de Provinciale/Regionale Werkgroep. De Werkgroep stuurt dit geschil vervolgens door naar de Landelijke Stuurgroep, voorzien van een eigen reactie. De Landelijke Stuurgroep neemt vervolgens een besluit. Hierop is geen beroep mogelijk.
3.4
4 Certificeringcyclus FPG 4.1 Aanvraag certificaat en SNL-subsidieaanvraag
Ook andere partijen, die alleen gebruik willen
Alvorens een kandidaat-gecertificeerde zich
deelnemen. Dit in overleg met de FPG en
certificaathouder kan noemen, moet een
tegen een nader af te spreken vergoeding.
maken van de kennisoverdracht, kunnen
aantal stappen doorlopen worden. De SNL-subsidie wordt in principe digitaal 1) De FPG heeft het Kwaliteitshandboek
aangevraagd bij Dienst Regelingen, via de
Natuurbeheer opgesteld en ter
speciale internetapplicatie die te vinden is op
goedkeuring voorgelegd aan de landelijke
het DR-Loket (eSNL). Een print/kopie van de
Stichting Certificering SNL.
aanvraag wordt bewaard in de eigen admini-
2) De kandidaat-gecertificeerde neemt kennis
stratie; een tweede print/kopie van de
van de procedures en richtlijnen in dit
aanvraag wordt ter informatie naar de
Kwaliteitshandboek Natuurbeheer en past
werkgroep van het samenwerkingsverband
indien nodig zijn werkwijze en administra-
gestuurd (zie ook hoofdstuk 5, pagina 5.2).
tieve processen daarop aan. 3) De kandidaat-gecertificeerde informeert
In enkele gevallen (zeer grote eigenaren en
de Stichting Certificering SNL dat hij
enkele rentmeesterkantoren) zal de aanvraag
gecertificeerd wil worden via het certifice-
verlopen via een CD-ROM. Hierover worden
ringsmodel van de FPG en voegt hierbij
per geval aparte, schriftelijk vastgelegde
het door hem opgestelde en op het
afspraken gemaakt tussen de FPG, de Dienst
beheer van de eigen terreinen
Regelingen en de indiener van de CD-ROM.
toegespitste kwaliteitshandboek alsmede het contract met de FPG (bijlage 1). De Stichting certificering neemt binnen 8 weken na aanvraag een besluit. Dat kan gedurende het gehele jaar en is niet gekoppeld aan de aanvraagperiode voor SNL. De certificering treedt in werking zodra een certificaat is verstrekt. 4) Vanaf dat moment is de eigenaar een gecertificeerd natuurbeheerder en dient hij zich te houden aan de richtlijnen, werkwijzen en processen waaraan hij zich middels het contract geconformeerd heeft.
4.1
4.2 Jaarlijkse beheercyclus Iedere jaar volgt de eigenaar een beheercyclus (plan-do-check-act). Door het cyclisch karakter van het uitvoeren van het beheer krijgt de eigenaar inzicht in zijn beheermethode en de resultaten daarvan in het veld. Hierdoor is er continu aandacht voor verbetering van het natuurbeheer en de natuurkwaliteit.
Figuur 2 geeft deze jaarlijkse beheercyclus schematisch weer. Tabel 1 geeft een beschrijving van de elementen B1 t/m B7 en laat zien per element welke zaken de eigenaar moet administreren (zie hoofdstuk 6, pagina 6.1).
Figuur 2 Schematische weergave van de jaarlijkse beheercyclus
B1. Vastleggen kadastrale gegevens B2. Vastleggen natuurtype en beheertype
B3. Plan: Jaarlijks opstellen beheerplan en werkplan voor beheer Do: Uitvoeren van beheer en bijhouden van logboek
B4. Uitvoeren van interne audit
B5. Externe audit (kan ook op ander moment in de cyclus en hoeft niet ieder jaar)
B6. Opstellen verantwoording per (groep) terrein(en)
B7. Eventueel bijstellen werkplan voor komend jaar
4.2
Tabel 1 Beschrijving van elementen B1-B7 van jaarlijkse beheercyclus
Stap
Beheercyclus
Registraties
B1 plan
Eenmalig (voor zover door aan- of verkoop geen wijzigingen
Register van
optreden) vastleggen of kunnen aantonen van eigenaarschap van
terreinen
terreinen (eigendomsadministratie).
(§ 6.1)
Peildatum is 15 mei in ieder jaar, kopie e-SNL aanvraag is voldoende. De eigenaar is verantwoordelijk voor het controleren van de juistheid van alle daarin aangeleverde gegevens. B2 Plan
Eenmalig (tenzij uit kwaliteitscyclus blijkt dat aanpassing nodig is)
Register van
vastleggen of aantonen van natuurtypen/ natuurbeheertypen.
terreinen (§ 6.1)
Peildatum is 15 mei in ieder jaar, kopie e-SNL aanvraag is voldoende. De eigenaar is verantwoordelijk voor het controleren van de juistheid van alle aangeleverde gegevens. B3 Plan
+
Voor de eerste maal vastleggen van het beheerplan (zie ook K1). Hierbij Beheerplan kan gebruik gemaakt worden van eerdere beheerplannen, of soortge-
werkplan
lijke visiedocumenten die voldoen aan de gestelde eisen (zie § 6.2).
(§ 6.2 en 6.3)
Jaarlijks opstellen van een werkplan voor het beheer van het terrein. Hierin is per natuurbeheertype vastgelegd welke werkzaamheden
+
hij wanneer wil uitvoeren. Do
B4 check
De beheerder van het gebied voert de beheermaatregelen conform
Logboek voor
het werkplan uit, en houdt hiertoe een logboek bij.
beheer (§6.3)
2 tot 3x per 6 jaar wordt een interne audit uitgevoerd (zie §5.1,
Registratie
interne audit). Deze audit bestaat uit twee delen:
interne audit
1) Controle op de nakoming van de in het systeem vastgelegde verplichtingen 2) Onderlinge uitwisseling van kennis (veldbezoek) B5 check
Externe partijen kunnen een externe audit uitvoeren. Deze externe
Registratie
audit hoeft niet ieder jaar plaats te vinden en kan op ieder moment
externe audit
tijdens de beheercyclus plaatsvinden. B6 check
Aan het einde van het kalenderjaar wordt door de eigenaar een
Verantwoording
verantwoording opgesteld. Hierin worden de resultaten van het
(§ 6.4)
beheer, eventuele calamiteiten en afwijkingen van het werkplan besproken. Ook wordt bekeken of audit- of monitoringsresultaten invloed hebben op het beheer van het komend jaar. Een afschrift van deze verantwoording gaat naar het samenwerkingsverband. B7 act
Naar aanleiding van de resultaten kan het werkplan voor het beheer
Registratie
bijgesteld worden. Hierbij kan een relevante bevinding in het ene
interne
gebied ook doorwerken naar andere, gelijksoortige gebieden.
verbetervoorstel
4.3
4.3 Kwaliteitscyclus
Figuur 3 Schematische weergave van de kwaliteitscyclus
De beheercyclus die de eigenaar jaarlijks doorloopt maakt deel uit van de grotere kwaliteitscyclus, die zich over meerder jaren uitstrekt en waarvan meerdere organisaties
K1. Per terrein worden natuurtype en beheertype door de provincie bepaald en door de eigenaar vastgelegd.
en overheden deel uitmaken.
De kwaliteitscyclus is schematisch
K2. Door eigenaar uitvoeren van beheercyclus B3, B4, B5, B6, B7.
weergegeven in Figuur 3. Een beschrijving van de stappen uit deze cyclus staat in Tabel 2.
K3. (Laten) Uitvoeren van monitoring (biotisch en abiotisch) in een (groep) terreinen.
K4. Eventueel bijstellen van natuurdoelen en daarmee aanpassing van het beheerplan voor komende jaren. Tabel 2 Beschrijving van de elementen K1-K4 van de kwaliteitscyclus
Stap
Kwaliteitscyclus
Registraties
K1 Plan
Per gebied worden door de provincie de natuurtypen en de
Natuurbeheerplan
beheertypen vastgesteld en vastgelegd in het jaarlijkse natuurbeheerplan. De eigenaar neemt kennis van de natuur- en beheertypen en controleert deze op juistheid voor zijn bezit. De eigenaar neemt deze vervolgens op in zijn beheerplan; dit is input in de jaarlijkse beheercyclus
K2 Do
Voer de beheeractiviteiten uit conform de beheercyclus.
K3 Check
(Laten) uitvoeren van de monitoring op basis van het
Monitoringsprotocol
implementatieplan Monitoring . Het implementatieplan Monitoring is te vinden op de website
Monitoringsrapportage
van de FPG www.grondbezit.nl )
K4 Act
De resultaten van de monitoring zijn van belang voor het
Beheerplan (§6.2)
eventueel bijstellen van de doelen, en worden derhalve vertaald in het werkplan. Wijzigingen worden ook gecommuniceerd met de provincie (is bevoegd gezag) voor opname in beheertypekaart enz.
4.4
Werkplan (§6.3)
5 Monitoring en audits Een van de kenmerken van certificering is dat
De organisatie vindt plaats in het kader van
het certificeringsproces intern bewaakt
het Samenwerkingsverband en zal ook door
wordt; de gecertificeerden borgen samen dat
het Samenwerkingsverband georganiseerd
zij zich houden aan de procedures en
worden. Voor ieder van de acht samenwer-
gedragscodes zoals die in dit handboek staan.
kingsverbanden ziet de interne audit er als
De borging van de certificering vindt op twee
volgt uit:
niveaus plaats: op het systeem (de audits) en
I
Per jaar zijn er twee momenten waarop de
op de uitwerking in het veld (de monitoring).
interne audit plaatsvindt: eenmaal in het
Dit handboek zal met name ingaan op de
voorjaar en eenmaal in het najaar. De data
borging op systeemniveau (de audits),
zijn uiterlijk op 31 december van het
aangezien de invulling van de monitoring bij
voorgaande jaar bekend bij alle gecertifi-
het IPO en de provincies ligt. De resultaten
ceerden;
van de monitoring worden in dit certifice-
I
De Provinciale Werkgroep selecteert tien
ringssysteem als input gebruikt om beheer-
weken voor de datum van de interne audit
methoden of natuurdoelen bij te stellen als
een aantal groepen van vijf willekeurige
dat nodig is.
gecertificeerden. Het aantal groepen hangt
Er zijn twee soorten audits: intern en extern.
af van het totale aantal gecertificeerden
Bij de interne audit wordt door de certificaat-
binnen het samenwerkingsverband: de
houders zelf geborgd dat zij zich houden aan
steekproef is zodanig dat iedere gecertifi-
de procedures en eisen die in dit Kwaliteits-
ceerde eens in de twee à drie jaar
handboek Natuurbeheer zijn vastgelegd. De
opgeroepen wordt voor een interne audit.
externe audit kan plaatsvinden door de
Elke nieuwe gecertificeerde heeft vanaf het
subsidieverstrekker en dient om te zien of er
moment dat hij gecertificeerd is, kans om
aan de subsidievoorwaarden voldaan wordt.
geselecteerd te worden; I
Op de dag van de interne audit, nemen de geselecteerde deelnemers mee:
5.1 Interne audit
G
gistraties
De interne audit is erop gericht om: 1) te borgen dat gecertificeerden zich houden aan de procedures die staan beschreven in
G
Het beheerplan
G
Het werkplan en het logboek van het
dit Kwaliteitshandboek Natuurbeheer; 2) het Kwaliteitshandboek Natuurbeheer te
huidige jaar G
verbeteren door werkenderwijs bijvoorbeeld procedures te verduidelijken; 3) kennisoverdracht tussen gecertificeerden te faciliteren.
De subsidieaanvragen en eigendomsre-
De verantwoording over voorgaande jaren;
G
In groepen van vijf gecertificeerden en onder leiding van een lid van de Provinciale/Regionale Werkgroep geven
5.1
de deelnemers elkaar inzage in het
Naast deze interne audits, waarbij alleen op
aanvraag- en beheerproces. Zij tonen
procesniveau kennis wordt gedeeld, zal er
hierbij de aanvraag/aanvragen, het
éénmaal per jaar een veldbezoek plaatsvin-
beheerplan en het werkplan, logboek en
den ten behoeve van de kennisuitwisseling.
de verantwoording van de afgelopen
Dit staat in principe los van de interne audit,
jaren en bespreken deze in hun groep
maar kan op dezelfde dag georganiseerd
van vijf gecertificeerden. Hierbij wordt
worden om te zorgen dat zowel de gecertifi-
gebruik gemaakt van de Checklist
ceerden alsook de leden van de Werkgroep
interne audit (Tabel 4). Er kunnen
niet te vaak hoeven te reizen.
opmerkingen gemaakt worden over de
Voor dit terreinbezoek wordt door de
volledigheid van de getoonde gegevens
Provinciale Werkgroep één beheertype
en er kunnen door de gecertificeerden
uitgekozen. Alle eigenaren met dit
adviezen en ervaringen worden
beheertype zijn verplicht bij het bezoek
uitgewisseld over het toepassen van het
aanwezig te zijn. Tijdens het terreinbezoek
certificeringssysteem. Opmerkingen
wordt onder leiding van een ecoloog
worden gemeld aan de Werkgroep,
ingegaan op beheerresultaten, monitorings-
vastgestelde afwijkingen worden
gegevens, en evt. problemen in het beheer,
gemeld aan de Landelijke Stuurgroep
alsook beheervragen van collega-terreinbe-
van de FPG die -indien nodig- kan
heerders. De datum voor het terreinbezoek
optreden. Indien tweemaal een signifi-
moet ook op 31 december van het
cante afwijking of lacune wordt
voorgaande jaar, duidelijk zijn (samen met de
geconstateerd in de aangeleverde
data van de interne audits).
gegevens, wordt de certificaathouder voorgedragen zijn certificaat in te leveren
Tabel 3 Schema interne audit Samenwerkingsverband OPG- Stichting IJssellandschap
Voorjaarsaudit Najaarsaudit Terreinbezoek Beheertype .....................................................................................
GPG- Het Geldersch Landschap, - Kroondomein Het Loo
.....................................................................................
BPG- Het Brabants Landschap
.....................................................................................
ZPG- Het Zeeuwse Landschap
.....................................................................................
LPG- Het Limburgs Landschap
.....................................................................................
UPG- PM
.....................................................................................
Regio Holland: HPG - Landschap NoordHolland – Zuid-Hollands Landschap
.....................................................................................
Regio Noord: HFG – GrPG - DPG
.....................................................................................
5.2
...............................................................................................................................................
5 Is er een vigerend kaartbeeld aanwezig?
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
14 Namen en handtekeningen audit-team
15 Ondertekening eigenaar voor gezien
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
10 Is er een logboek? 11 Welke kennisbronnen en gedragscodes voor de optimalisatie van het beheer worden gebruikt? 12 Is er een verantwoording over het beheer van het voorgaande jaar? 13 Zijn de actiepunten/resultaten uit de laatste verantwoording en/of audit uitgevoerd?
6 Is het terrein opengesteld voor publiek? 7 Is er samenwerking met andere beheerders in het gebied? 8 Is er een actueel beheerplan wat voldoet aan de voorwaarden? 9 Is er een werkplan aanwezig wat voldoet aan de voorwaarden?
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
2 Naam gecertificeerde. 3 Zijn natuurtype en beheertype goed vastgelegd en komen deze overeen met provinciaal beleid? 4 Zijn eigendomsgegevens goed vastgelegd en kloppen deze?
1 Datum audit
Tabel 4 Checklist interne audit
5.3
5.2 Externe audit
De Federatie Particulier Grondbezit en haar
Een eventuele externe audit wordt gedaan
provinciale verenigingen hebben de ambitie
door de subsidiegevende instantie (de
om namens de particulieren mede sturing te
provincie) of een instantie waaraan dit is
geven aan de monitoring en de evaluatie
uitbesteed. De externe audit vindt plaats op
daarvan binnen de provincie. Ook voor de
individueel niveau, aangezien de certifice-
individueel gecertificeerde particulieren die
ringsmethode van de FPG uitgaat van
lid zijn van de FPG geldt dat de FPG (en haar
individuele certificaten.
provinciale verenigingen) met de provincies
De organisatie van de externe audit is in
en andere beheerders de samenwerking op
handen van de landelijke Stichting Certifice-
gebiedsniveau vormgeeft.
ring SNL. Net als voor certificering is 2012 ook voor de monitoring een pilotjaar. Gecertificeerden die
5.3 Monitoring
ervoor kiezen zelf te monitoren, hebben in
Het doel van de SNL monitoring is het
2012, de volgende taken:
verzamelen van gegevens om per gebied
1. Het (laten) uitvoeren van de Provinciale
inzichtelijk te maken hoe de kwaliteit van de
opdracht: alle provincies sturen een
natuur zich ontwikkelt. Deze informatie
opdrachtbrief naar de verschillende
wordt gebruikt door de overheid om haar
beheerders. Zorg dat alle activiteiten die
natuurdoelen te evalueren en/of deze
gepland zijn voor 2012 in lijn zijn met wat
eventueel bij te stellen. Gecertificeerde
in deze opdrachtbrief vermeld staat.
natuurbeheerders maken gebruik van de
2. Het opstellen/aanpassen monitoringplan-
monitoringsgegevens om het resultaat van
nen voor 2012 (en daaropvolgende jaren)
het door hen gevoerde beheer te kunnen
op basis van de SNL systematiek (zie o.a.
beoordelen. Eventueel kunnen de monito-
http://www.portaalnatuurenlandschap.nl).
ringsgegevens leiden tot een aanpassing van
3. Het contact leggen met nabij gelegen
het beheer of –als dit onvoldoende positief
natuurbeheerders voor het al dan niet
resultaat heeft- het eventueel bijstellen van
gezamenlijk uitvoeren van de monitoring.
de natuurdoelen.
4. Het bezoeken van speciale Themadagen over de monitoring. Deze worden
Gecertificeerden hebben het recht om zelf de
waarschijnlijk door alle beheerders
monitoring uit te voeren aan de hand van de
gezamenlijk georganiseerd: Daarnaast
daartoe opgestelde richtlijnen. Daarnaast
worden er mogelijk ook door de provincies
kunnen ze ervoor kiezen om samen te werken
en het IPO gezamenlijke dagen georgani-
met, of zich aan te sluiten bij de monitoring
seerd, die wellicht voor beheerders
van een naastgelegen terreinbeherende
relevant zijn.
organisatie, óf men kan de monitoring laten doen door de provincie.
5. Het op de hoogte houden van de provincie van de werkzaamheden die in het kader van de monitoring worden uitgevoerd.
5.4
6. Het aanleveren van de verzamelde data bij de provincie (of aan de GaN). 7. Het versturen van een declaratie van de uitgevoerde activiteiten naar de provincie, zodat de uitbetaling kan plaatsvinden. Uiteraard dient deze in overeenstemming te zijn met het bedrag van de opdrachtbrief.
Meer informatie over de monitoring is te vinden op de website van de FPG, www.grondbezit.nl, maar ook van de provincie.
5.5
5.6
6 Onderdelen certificeringsmethode FPG In dit laatste hoofdstuk komen die zaken aan
van de percelen, een kopie van de kadastrale
bod die een gecertificeerde moet kunnen
gegevens en de gegevens over de
overleggen tijdens de interne en externe
natuur(beheer)pakketten. Deze gegevens
audit en die onderdeel uitmaken van zijn
dient de gecertificeerde in zijn eigen admini-
jaarlijkse beheer- en kwaliteitscyclus. Hierbij is
stratie te hebben. U kunt hiervoor gebruik
het van belang om te weten dat de gegeven
maken van de Figuren 4 en 5 op pagina 6.2
formulieren enkel ter voorbeeld hoeven te
en 6.3.
dienen. Als een gecertificeerde al bestaande
Eventuele wijzigingen in de terreinen of
werkwijzen of procedures heeft die dezelfde
natuur(beheer)pakketten dienen ook schrifte-
informatie leveren als hieronder besproken, is
lijk, en voorzien van een nieuwe kaart aan de
het de bedoeling dat de al bestaande
Provinciale/ Regionale Werkgroep gemeld te
structuren gebruikt worden.
worden.
Let op: onderstaande zaken (§6.1 t/m §6.4)
Tijdens de interne audit wordt in groepen van
moeten -samen met het contract met de FPG-
vijf gecertificeerden binnen het betreffende
bij de landelijke Stichting Certificering
samenwerkingsverband gecontroleerd of de
worden aangeleverd om een certificaat te
registratie van terrein(en) en eigenaarschap
ontvangen. Een kopie van deze aanvraag
correct aanwezig is.
moet ook naar de FPG gestuurd worden.
6.1 Registratie van terrein(en) en eigenaarschap Iedere gecertificeerde moet laten zien voor welke terrein(en) hij gecertificeerd wil worden. Ook moet hij daarvoor kunnen aantonen dat hij de eigenaar is. Indien men een subsidie-aanvraag gedaan heeft via het eSNL is een kopie hiervan voldoende. Hierbij blijft de eigenaar verantwoordelijk voor het controleren van de juistheid van de gegevens uit het eSNL voor wat betreft de terreinen én de daarop rustende natuur(beheer)pakketten. Voor die gecertificeerden die (nog) geen aanvraag gedaan hebben via het eSNL, is het voldoende om een duidelijke kaart te leveren
6.1
Figuur 4 Voorbeeldformulier terreinregistratie
Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . FPG-lidnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kadastrale gegevens
Grootte
Natuurbeheertype
Bezit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beheereenheid (nummer op kaart)
Ingangsdatum beheer
Cluster?
.......................................................................................................................................................................................................................................
Vergeet niet om een goede kaart bij te voegen van alle percelen!
.......................................................................................................................................................................................................................................
in welk clusternummer u ze indeelt.
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
6.2
.......................................................................................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................................................................................
Als sommige percelen in een groep identieke beheersituatie vallen, geef dan aan
Oud type
Nieuw type
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
Beheereenhe(i)d(en) op kaart
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
Beheereenheid
Het natuurtype van de/het perce(e)len is gewijzigd
Er is/zijn een perce(e)l(en) afgegaan
Er is/zijn een perce(e)l(en) bijgekomen
Aantal
Bezit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . FPG-lidnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 5 Wijzigen terreinregistratie
Vergeet niet om een goede kaart bij te voegen van alle percelen!
6.3
6.2 Beheerplan
Als er al een werkbaar beheerplan voor een
Het startpunt voor de beheercyclus is het
bezit aanwezig is, kan dat uiteraard gebruikt
beheerplan. In dit plan staat voor alle
worden. Zo niet, dan kan gebruik gemaakt
terreinen omschreven welk natuurtype dan
worden van de structuur zoals weergegeven
wel beheertype erop rust, of hoe dit type in
in Figuur 6.
de loop van de tijd kan worden behaald, behouden en welke (meerjarige) acties
Deze beheerplannen kunnen opgesteld
daarvoor nodig zijn. Het beheerplan heeft
worden door de eigenaar -mits die hiervoor
een meerjarige looptijd (minimaal 6 jaar). Het
voldoende kennis en kunde heeft- óf worden
beheerplan moet tenminste de volgende
opgesteld door een door de eigenaar
onderdelen bevatten:
aangewezen adviesbureau of rentmeester
1) Oriëntering: eigenaar (persoon, stichting,
(kantoor).
BV, organisatie…), ligging; 2) Huidige situatie en waardering: bodemkundige situatie, eventueel historie,
Gecertificeerden zijn verplicht om zich te houden aan de gedragscodes en kennisbronnen zoals vermeld in Bijlage 3.
eventuele aanliggende terreineigenaren, samenwerking met Waterschap, huidige
Tijdens de interne audit wordt in groepen van
ecologische kwaliteit uit bijvoorbeeld
vijf gecertificeerden binnen het samenwer-
eerdere beheerplannen, inventarisaties,
kingsverband gecontroleerd of alle
monitoringsgegevens, welke natuurtypen
onderdelen van het beheerplan aanwezig zijn
zijn aanwezig en welke kwaliteit hebben zij,
en correct zijn ingevuld.
is het gebied opengesteld en zo ja welke paden precies, zijn er eventuele knelpunten in het huidige beheer. Indien Natura 2000-gebied, een uitgebreide beschrijving van de natuurdoelstellingen, huidige situatie en natuurtypen; 3) Visie: welke ecologische doelstellingen en streefbeelden liggen er vanuit de provincie, hoe realistisch zijn deze; 4) (Meerjaren)planning van de maatregelen: hoe kom je van de huidige situatie naar de gewenste situatie/de ecologische doelstellingen en streefbeelden.
6.4
Figuur 6 Voorbeeld van beheerplan met de verplichte onderdelen
1 Inleiding
I
Indien Natura 2000-gebied een
Vrije vorm; iets over geschiedenis, persoonlijke
uitgebreide (verwijzing naar) beschrijving
drijfveren, waarom en in welk kader het plan is
van de natuurdoelstellingen, huidige
opgesteld etc.
situatie en natuurbeheertypen I
2 Ligging en oriëntatie I
Wie is de eigenaar (persoon, stichting,
op welke paden I
organisatie, …) I
Ligging van de percelen (kaart, bijvoor-
Openstelling; is het opengesteld en zo ja,
Kansen voor en knelpunten van het huidige beheer
I
beeld uit eSNL) en beschrijving in welke
Volgens welke andere certificeringen/ gedragscodes wordt er gewerkt
provincie(s) en gemeente(n) het ligt 4 Visie 3 Huidige situatie en waardering
I
Welke ecologische doelstellingen en
I
Bodemkundige situatie
bijbehorende streefbeelden rusten er
I
Beschrijving van eventuele aanliggende
(vanuit uzelf of vanuit de provincie) op de
terreineigenaren
percelen
I
Beschrijving van eventuele samenwerking met Waterschappen
I
I
Hoe realistisch zijn deze streefbeelden gezien eventuele knelpunten
Beschrijving van de huidige ecologische kwaliteit van de percelen, welke
5 Meerjarenplanning van de maatregelen
natuurtypen rusten erop, wat is de
Welke stappen moeten er gezet worden om
kwaliteit ervan en hoe is deze ecologische
van de huidige situatie te komen naar de
kwaliteit vastgesteld
beschreven situatie in de visie; welke maatregelen zijn nodig en globaal wanneer moeten die genomen zijn?
6.5
6.3 Werkplan en logboek
In het logboek wordt vervolgens gedurende
Ieder jaar dient een gecertificeerde inzichte-
het hele jaar bijgehouden welke van deze
lijk te maken wat het werkplan voor het
geplande werkzaamheden er zijn uitgevoerd.
beheer van het terrein (alle terreinen) is. Dit
Om goed inzicht te krijgen in de daadwerke-
werkplan is in feite een jaarlijkse uitwerking
lijke beheerkosten en inspanning die het een
van hoofdstuk 5 van het beheerplan,
beheerder kost, kan er bijvoorbeeld
eventueel aangepast indien de audit van het
bijgehouden worden hoeveel men zelf
vorige jaar of de monitoringsgegevens
gedaan heeft en hoeveel men uitbesteed
daartoe aanleiding gegeven hebben. In het
heeft aan derden.
werkplan moet per beheertype/per perceel (of cluster van beheertypen) na te gaan zijn
Advies: formuleer kernachtig, het is zeker niet
wat het komende jaar aan beheermaatrege-
de bedoeling om zaken uit te schrijven!
len uitgevoerd moet worden. In het logboek geeft de gecertificeerde vervolgens aan welke
Tijdens de interne audit bespreekt de gecerti-
beheermaatregelen er daadwerkelijk zijn
ficeerde met vier mede-gecertificeerden uit
uitgevoerd.
zijn samenwerkingsverband hoe het
Hierbij horen per terrein, of terreinen met
werkplan en het logboek zijn vormgegeven
identieke beheersituatie in het werkplan:
en worden tips en ervaringen uitgewisseld. Indien nodig kunnen er opmerkingen ter
I
I
I
Een opsomming van maatregelen die de
verbetering van het werkplan en/of logboek
gecertificeerde komend jaar wil gaan doen;
gemaakt worden.
Wanneer de gecertificeerde van plan is de werkzaamheden uit te voeren;
Een voorbeeld van hoe het werkplan en het
Welke zaken hij van plan is zelf te doen, en
logboek vormgeven kan worden is te zien in
welke hij eventueel uit wil besteden.
Figuur 7 (individuele percelen) en Figuur 8 (clusters van percelen met identieke beheersituatie).
6.6
Planning
Uitgevoerd d.d.
Door wie
Opmerkingen
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
Beheereenheidnummer Natuurbeheertype Werkzaamheden
Percelen identieke beheersituatie
Bezit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . FPG-lidnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 7 Voorbeeld voor werkplan en logboek voor individuele percelen
6.7
Figuur 8 Voorbeeld voor Werkplan en Logboek voor clusters percelen met identieke beheersituatie
Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . FPG-lidnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Natuurbeheertype
Percelen identieke beheersituatie Werkzaamheden
Planning wanneer? Uitgevoerd d.d. Door wie
Bezit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Clusternummer
Opmerkingen
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................................................................................
6.8
G
6.4 Verantwoording
Is er een significante afwijking in de door u verstrekte gegevens geconstateerd?
Het is de bedoeling dat er aan het einde van G
elk kalenderjaar een kort verslag gemaakt
Of, en zo ja hoe, de audit heeft geleid tot
wordt waarin de gecertificeerde met het
aanpassingen in het beheerplan
werkplan en het logboek in het achterhoofd
/werkplan voor het volgende jaar.
weergeeft:
Indien de deelnemer geselecteerd was voor de interne audit, dient een kopie van het
I
I
Of er uitzonderingen waren op het
dagverslag en de checklist voor de door de
werkplan en waarom deze niet of later zijn
deelnemer aangeleverde stukken in de
uitgevoerd;
administratie opgenomen te worden.
Of er (grote) calamiteiten zijn opgetreden
Een voorbeeld van een verantwoording ziet u
die effect hebben op het beheer van het
in Figuur 10.
komende jaar (zoals stormen, overstromingen of periodes van grote droogte); I
I
Of er opvallende resultaten van de beheer-
6.5 Lijst van registraties
inspanningen te merken zijn (bijzondere
Bovenstaande plannen en registraties moeten
planten, dieren of andere zaken);
altijd in de administratie van de gecertifi-
De resultaten van de interne (en eventueel
ceerde aanwezig zijn. Echter, een aantal zaken
externe) audit:
moet ook worden toegestuurd aan de
G
Of, en zo ja welke, adviezen, tips of
provinciale/regionale werkgroep, de landelijke
discussies er geweest zijn tijdens de audit?
Stichting Certificering en/of moet worden
Zijn er opmerking voor verbetering
meegenomen naar de interne audit. In Tabel 5
geplaatst?
staat een overzicht van benodigde registraties.
G
Tabel 5 Lijst van registraties: wat moet waar aanwezig zijn en waarheen moet het opgestuurd worden Opsturen aan landelijke Stichting Certificering SNL Frequentie Aanleveren aan Provinciale Werkgroep Frequentie
Meenemen naar interne audit
Aanleverformat
X Eenmaal
X Eenmaal
Contract FPG
X Eenmaal
X Eenmaal
Verwijzing naar FPG handboek
X Eenmaal
X Eenmaal
X
Registratie van terreinen
X Eenmaal
X Eenmaal
X
Wijzigingen in terreinregistratie
X Bij wijziging
X Bij wijziging
Beheerplan
X Min. 1x per 6 jaar
X Min. 1x per 6 jaar
X
Werkplan van het eerste jaar van deelname
X Eenmaal
X Eenmaal
X
Logboek
X Jaarlijks
X
Verantwoording
X Jaarlijks
X
Dagverslag / checklist audit
X
Klachten
X
}
Indien van
X
toepassing
X
6.9
Figuur 9 Voorbeeld van jaarlijkse verantwoording
Beheereenheid (nummers)
Niet uitgevoerde onderdelen van werkplan
Reden
Effecten van beheer zichtbaar
Calamiteit dit jaar
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
Niet uitgevoerde onderdelen van werkplan
Reden
Effecten van beheer zichtbaar
Calamiteit dit jaar
....................................................................................................................................................................................................................................................................
Clusternummer
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................................................................
6.10
6.6 Format voor een individueel kwaliteitshandboek voor leden van de FPG Certificering SNL
Bepaling beheerdoelen I
wat zegt het actuele provinciale natuurbeheersplan over dit gebied en wat zegt de subsidiebeschikking.
Leden van de FPG dienen dit format te gebruiken als basis voor de aanvraag tot
Behalen doelen door middel van beheer
certificering SNL. Het format is gebaseerd op
I
het beheer is beschreven in het beheerplan
het modelhandboek van de FPG en
(paragraaf 3) dat is afgestemd op het
afgestemd op het provinciale Programma van
natuurbeheerplan en is opgebouwd
Eisen. Het format is tot stand gekomen in
conform het model FPG.
overleg tussen de stichting SNL en de FPG.
I
hoe wordt bos en natuurbeheer kennis gebruikt bij het beheer.
1 Inleiding (een half A4-tje) I
I
betrekking tot dit individuele handboek.
het doel van het KHB wordt kort beschreven in termen als omgaan met
I
opgedane ervaringen en kennis om daarmee de kwaliteit van het beheer te
hoe loopt de samenwerking met FPG met
hoe loopt de samenwerking met andere beheerders en vrijwilligers.
I
overige relevante informatie zoals de
verbeteren, de afstemming op het
openstelling voor recreanten, aanbeste-
provinciaal beleid en de wens om gecertifi-
dingsbeleid indien van toepassing etc.
ceerd te worden. I
uitleg geven over wie indient (wie is
Monitoring/inventarisaties
verantwoordelijk, wie doet beheer), waar
I
hoe is dit geregeld.
de eigendommen liggen met de natuur
I
(incl. bos) met de omvang en uitleg over
Evaluatie beheer
lidmaatschap FPG.
I
een jaarlijks evaluatie/verantwoording op
werken met het model KHB van de FPG (zie
basis van werkplan, logboek, inventarisa-
paragraaf 3).
tiegegevens etc. (par 3). I
hoe worden de evaluatie resultaten gebruikt.
2 Werken met het model FPG (1-2 A4-tjes) Kort de volgende aspecten op hoofdlijnen
Eigen controle van proces
beschrijven en daarbij zo nodig verwijzen
I
naar het model KHB dan wel de verdere
wie gebruikt het gebied met welke overeenkomsten.
uitwerking op detailniveau die in paragraaf 3
I
hoe wordt dit gecontroleerd.
staat.
I
het uitvoeren van de interne audit.
Verantwoording aanvraagtitel
Overige relevante zaken
I
I
uitleg over eigendom incl. kadastrale nummers, subsidie etc. (paragrafen … uit model KHB, paragraaf 3).
voorbereiden op externe audit bijvoorbeeld door een archief op te bouwen.
I
hoe is kennisontwikkeling aangepakt.
6.11
3 Documenten uit het model KHB Hier de volgende documenten uit het model KHB invoegen: A. contract met FPG. B. verantwoording van eigendomssituatie en natuur op basis van kadastrale informatie en de subsidiebeschikking voor natuur. C. actueel beheerplan. D. werkplan E. andere relevante documenten met betrekking tot het beheer.
4 Conclusies (half A4-tje) I
Wat wordt verwacht en hoe wordt omgegaan met afwijkingen.
6.12
Bijlage 1 Contract gecertificeerde - FPG Partijen: 1. Contractant: naam, adres ................................................................................................................................
................................................................................................................................
2. Landelijke Stuurgroep FPG ................................................................................................................................
................................................................................................................................
Contractant verplicht zich tot het volgende: 1. Contractant is eigenaar van de terreinen,
6. Wanneer om welke reden dan ook de contractant niet meer werkt volgens de
die hij in een bijlage van dit contract heeft
principes van het Kwaliteitshandboek, kan
opgegeven; of is gevolmachtigd door de
hij daar ook geen rechten meer aan
eigenaar om het beheer uit te voeren. In
ontlenen bij het aanvragen van subsidies.
geval van volmacht wordt de volmacht
De Landelijke Stuurgroep zal de Stichting
meegestuurd.
Certificering SNL hiervan op de hoogte
2. Het natuurbeheer op bedoelde terreinen vindt plaats conform het gestelde in het
stellen. 7. Bij het onderhoud van het terrein wordt
Kwaliteitshandboek Natuurbeheer. Een
gewerkt conform de hiervoor geldende
kopie van het handboek is aan contractant
gedragscodes.
ter hand gesteld. 3. Bij de aanvraag van subsidie Natuurbeheer
8. Te allen tijde wordt gewerkt binnen de wettelijke regelgeving.
verklaart de contractant dat hij gebruik maakt van en zich houdt aan het gestelde
De Landelijke Stuurgroep FPG verplicht zich
in het Kwaliteitshandboek Natuurbeheer
tot het volgende:
van de FPG.
1. De Landelijke Stuurgroep FPG draagt er zorg
4. Contractant voldoet aan de verplichtingen die dit systeem met zich mee brengt. 5. Contractant conformeert zich aan de
voor dat het Kwaliteitshandboek Natuurbeheer op orde wordt gehouden en (zonodig) jaarlijks wordt verbeterd. Zij verzorgt het
interne geschillenregeling van het
hiervoor benodigde overleg met de
Kwaliteitshandboek.
landelijke Stichting Certificering en het IPO. 2. De Landelijke Stuurgroep FPG doet in een jaarverslag over het bovenstaande bericht aan alle contractanten.
6.13
Contractant heeft recht op het volgende:
Slotbepaling
1. onderlinge kennisoverdracht (door interne
Op deze overeenkomst is Nederlands recht
audits, speciale bijeenkomsten, nieuws-
van toepassing. Geschillen die uit deze
brieven enz.).
overeenkomst voortvloeien worden ter
2. een jaarlijks kennisoverdrachtsmoment,
beslechting voorgelegd aan de bevoegde
verder door de Landelijke Stuurgroep vast
rechter te Utrecht, tenzij partijen anders
te stellen (b.v. een excursie).
overeenkomen.
Ontbinding van dit contract vindt plaats: 1. op verzoek van de contractant. 2. indien de Stuurgroep van oordeel is dat de contractant niet voldoet aan de verplichtingen die uit dit contract voortvloeien, waarna melding wordt gedaan aan de landelijke Stichting Certificering SNL.
Ondertekening:
1. Contractant:
................................................................................................................................
naam
handtekening
plaats/datum
2. Stuurgroep, namens deze:
................................................................................................................................
naam
handtekening
plaats/datum
Bijlage: Machtiging (indien van toepassing)
Disclaimer: De FPG/de provinciale vereniging is niet aansprakelijk voor de gevolgen (zoals een eventuele korting in de beheersubsidie), van deelname aan dit systeem c.q. wanneer de FPG zich genoodzaakt ziet het contract met de contractant op te zeggen vanwege het herhaaldelijk niet nakomen van de contractafspraken door contractant.
6.14
Bijlage 2 Kruistabel Landelijk Programma van Eisen en Kwaliteitshandboek Natuurbeheer Landelijk Programma van Eisen
Kwaliteitshandboek
0 Verantwoording aanvraagtitel De beheerder geeft aan op welke wijze hij kan
B1
Doen van aanvraag via eSNL
aantonen dat hij de aanvraagtitel bezit voor de
waarbij eigenaar verantwoordelijk
gronden waarvoor hij subsidieaanvragen doet.
blijft voor juistheid gegevens.
Dat kan door te omschrijven hoe de
Of aanleveren CD-ROM inclusief
eigendomsadministratie wordt bijgehouden
Kadastergegevens waaruit
of via een accountantscontrole.
eigenaarschap blijkt.
1 Bepaling beheerdoelen De beheerder gaat uit van de beheertypen die K1/B2
Natuurtype en beheertype
zijn aangegeven in de SNL-subsidiebeschik-
worden door de eigenaar
king. Indien gebiedscoördinatie van
vastgelegd in zijn administratie.
toepassing is, dienen de doelen en randvoorwaarden (inclusief hectares) uit het natuurbeheerplan door de gebiedscoördinator vertaald te worden naar een collectief beheerplan. De beheerder maakt inzichtelijk op welke
K1/B2
wijze hij komt tot een tabel van beheertypen.
Vastleggen natuurtype en beheertype door eigenaar in zijn register.
K3/K4
Voorstel aan provincie voor bijstellen doelen en de vertaling in eigen beheerplan.
2 Behalen doelen d.m.v. beheer De beheerder legt de koppeling tussen het
K1/B2
Door de eigenaar (of in zijn
beheer en de doelstelling vast, bijvoorbeeld in
opdracht) worden natuurtype
een beheerplan of een beheervisie. Indien de
en beheertype in beheerplan
beheerder tevens gebiedscoördinator is maakt
vastgelegd.
hij inzichtelijk hoe vertaling van doelen op gebiedsniveau naar een collectief beheerplan plaatsvindt. De gebiedscoördinator verzamelt gegevens die nodig zijn om beheer te voeren en stemt de beheersmaatregelen af op die gegevens.
6.15
Landelijk Programma van Eisen De beheerder geeft aan hoe ecologische
Kwaliteitshandboek B3
Initieel wordt beheerplan
kennis die intern en extern beschikbaar is
opgesteld door deskundige
benut wordt bij het beheer
(adviesbureau/ rentmeesterskanB4
toor of eigen kennis). Het werkplan bouwt voort op eerdere ervaringen, beheerplannen en uitkomsten interne audit/ terreinbezoek.
De beheerder geeft aan welk aanbestedings-
B3
beleid wordt gehanteerd en kan dit
Logboek en aanbestedingsdocumenten.
desgewenst staven met voorbeelden De wijze waarop bij het beheer samen-
B4
werking met andere beheerders wordt
Interne audit dient als overdracht van kennis en samenwerking.
gezocht
3 Monitoring De beheerder beschrijft de werkwijze m.b.t.
K3
de monitoring. Hierover worden separaat
Is afhankelijk van provinciale uitwerking.
afspraken gemaakt met de overheid. K4/K1
De resultaten geven eventueel aanleiding tot bijstellen van doelen en daarmee van het beheerplan.
4 Evaluatie beheer De beheerder draagt zorg voor een evaluatie
B4
Er is een interne audit uitgevoerd.
B5
Eventueel is tevens een externe
van het beheer en maakt daarbij gebruik van de resultaten van de monitoring.
audit uitgevoerd. K3
Eventueel is tevens een monitoring uitgevoerd.
B6
De eigenaar stelt een verantwoording op
De beheerder brengt in beeld op welke wijze
B6
de resultaten van de evaluatie worden benut.
In de verantwoording worden resultaten van beheer verwerkt.
K4
Eventueel bijstellen van doelen en typen.
6.16
Landelijk Programma van Eisen
Kwaliteitshandboek
5 Eigen controle van het proces Beheerder is zelf verantwoordelijk voor
B6
controle op het in het kwaliteitshandboek
Deze registraties worden inzichtelijk gemaakt in de verantwoording.
beschreven proces en geeft aan subsidiegever aan hoe dit plaatsvindt (administratief en fysiek). Onderdelen die daarbij aan de orde komen zijn: 1. vastleggen van gebruikstitels en
B1
oppervlakten (tijdelijke) pachtovereenkomsten 2. terreinen die worden afgesloten of waar
B1
om bepaalde redenen het beheer niet kan worden uitgevoerd 3. wordt beheer uitgevoerd op de wijze die
B1
binnen de organisatie is afgesproken 4. hoe wordt geborgd dat met het beheer
Hiervoor dient de kwaliteitscyclus+ contract deelname.
B1/div
Hiervoor dient de beheer-cyclus .
de doelen gerealiseerd worden. Voor een gebiedscoördinator geldt dat
Niet van toepassing.
inzichtelijk moet worden gemaakt hoe de afspraken in het collectief beheerplan worden nagekomen.
6 Certificaat samenwerkingsverband natuurbeheer.
Niet van toepassing. Dit kwaliteitssysteem gaat niet uit van een groepscertificaat.
7 De wijze waarop de beheerder projecten voor kwaliteitsimpulsen opstelt en uitvoert.
Op dit moment nog niet van toepassing. Bij verdere ontwikkeling van het systeem kan dit worden ingebouwd.
8 Certificaat coördinatie agrarisch natuurbeheer
Niet van toepassing.
(Gebiedscoördinator).
De B-K-codes corresponderen met de beheer en kwaliteitscicly van het FPG model.
6.17
6.18
Bijlage 3 Gedragscodes en kennisbronnen FPG certificering
Titel gedragscode
Datum
Opsteller
1 Gedragscode Natuurbeheer
18 dec. 2007
Bosschap
2 Gedragscode Zorgvuldig Bosbeheer
2004
Vogelbescherming en Bosschap
3 Gedragscode Flora- en Faunawet
10 juli 2006
Unie van Waterschappen
Datum
Opsteller
voor Waterschappen
Kennisbron 1
................................................................................................................................
2
................................................................................................................................
3
................................................................................................................................
4
................................................................................................................................
5
................................................................................................................................
6.19