Samen, betrokken en dichtbij
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 1 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
Inhoudsopgave Inleiding............................................................................................................................................................. 3 1. Achtergrond: Stichting Netwerk algemeen................................................................................................ 3 2. Peuterwerk en opvoedingsondersteuning .................................................................................................. 5 3. Pedagogisch beleidsplan ............................................................................................................................ 6 Hoofdstuk 1 Inrichting van het peuterwerk ............................................................................................. 7 1. Organisatie van het peuterwerk ................................................................................................................. 7 2. Pedagogische inrichting van het Peuterwerk ........................................................................................... 10 Hoofdstuk 2
Emotionele veiligheid ........................................................................................................ 11
Hoofdstuk 3
Het stimuleren van de speel/leerontwikkeling .................................................................. 13
Hoofdstuk 4
De sociale omgeving van de peuter .................................................................................. 17
Hoofdstuk 5
Ouderbetrokkenheid ......................................................................................................... 19
LOCATIESPECIFIEK BELEID...................................................................................................................... 22 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
De Kersentuin, locatie Brederodegracht .................................................................................................. 22 De Kersentuin, locatie Wereldwijzer ....................................................................................................... 23 De Kersentuin, locatie Volkerakweg ....................................................................................................... 24 De Poort ................................................................................................................................................... 24 De Kleine Waal ........................................................................................................................................ 25 Jules Verne ............................................................................................................................................... 26 De Peutertuin, locatie KlimOp ................................................................................................................ 28 De Peutertuin, locatie De Rank ............................................................................................................... 29 Peuterspeelzaal De Zaagtandjes .............................................................................................................. 30 De Zwaaghalsjes ...................................................................................................................................... 31 Dribbel, locatie de Vierhoek .................................................................................................................... 32 Dribbel, locatie de Kreek ......................................................................................................................... 32
Bijlage 1: Werkwijze 'Signaleren van ontwikkelingsproblemen' .................................................................... 34 Bijlage 2: Meldcode kindermishandeling ........................................................................................................ 35 Bijlage 3: Checklist intakegesprek .................................................................................................................. 38
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 2 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
Inleiding Achtergrond: Stichting Netwerk algemeen Stichting Netwerk bouwt als Hoornse koepel voor het welzijnswerk, de wijkcentra en peuterspeelzalen mee aan de sociale infrastructuur van Hoorn. Ze verzorgt activiteiten voor álle Hoornse burgers om met elkaar te werken aan een mooie, leefbare, schone en veilige stad waar het prettig toeven is. Het zijn activiteiten voor jong en oud, gericht op ontmoeting en ontwikkeling, met extra aandacht voor degenen die een steuntje in de rug kunnen gebruiken. De activiteiten, ontwikkeld door ervaren beroepskrachten en uitgevoerd in samenwerking met vrijwilligers en stagiaires, zijn afgestemd op de wensen van bewoners en spelen in op de ontwikkelingen in een snel veranderende samenleving. Stichting Netwerk is een verbindende schakel tussen individu, omgeving en samenleving. Beleidskader Het landelijk beleidskader waarmee Stichting Netwerk te maken heeft, wordt mede bepaald door de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uit 2007 en de handreiking Welzijn Nieuwe Stijl van het ministerie van VWS uit 2009. Uitvoering van de Wmo is een taak van gemeenten. De gemeente Hoorn maakt in dat kader prestatie- en budgetafspraken met onder andere Stichting Netwerk. Zij financiert op meetbare maatschappelijke effecten. Voor de gemeente ligt de nadruk op het bevorderen van zelfredzaamheid, sociale veiligheid, bestrijden van jongerenoverlast, (talent)ontwikkeling van de jeugd en ontmoeting en ontplooiing van doelgroepen. Netwerk speelt een belangrijke rol in de uitvoering van de Wmo, die beoogt zoveel mogelijk burgers bij de samenleving te betrekken. De sector Peuterwerk & Opvoedingsondersteuning van Stichting Netwerk geeft uitvoering aan de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) door: 'Het bevorderen van sociale samenhang in buurten en wijken' (prestatieveld 1): Reguliere en VVE peuterspeelzaal 2 tot 4 jaar. Ontwikkeling van de kinderen staat centraal. Voorkomen van segregatie: religie en inkomen spelen geen rol. 'Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden' (prestatieveld 2): Peuterspeelzaalleidsters werken nauw samen en hebben professionele contacten met o.a. het consultatiebureau en de basisschool ten behoeve van opvoeding en preventie. Zorgen voor toeleiding naar voorzieningen en zo nodig hulpverleningsinstanties (bijvoorbeeld huiselijk geweld) 'Het geven van informatie en advies' (prestatieveld 3): Peuterspeelzaalleidsters geven antwoord op eenvoudige opvoedingsvragen, informeren over voorzieningen en verwijzen door. Daarnaast geeft het Peuterwerk uitvoering aan gemeentelijk- en rijksbeleid. In het kader van jeugdbeleid wordt stevig ingezet op preventie en vroegsignalering. De peuterspeelzaal is in de wijk een onmisbare schakel als voorschoolse voorziening waar snel en in een korte lijn ondersteuning en doorverwijzing kan plaatsvinden. Stichting Netwerk is samenwerkingspartner in 1. Hoorn en convenantpartner in het Programma Positief Opvoeden (Triple P). Wij participeren in de Lokale Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 3 van 38
Samen, betrokken en dichtbij Educatieve Agenda (LEA) en leveren een bijdrage aan door LEA geformuleerde prioriteiten. Flexibel, deskundig, klantgericht en effectief Stichting Netwerk heeft met haar deskundigheid, dynamiek en ervaring in de afgelopen jaren haar toegevoegde waarde bewezen. Behalve de specifieke groepen, voor wie passend welzijnswerk wordt georganiseerd, is in feite iedere wijkbewoner – voor wie Netwerk activiteiten faciliteert en organiseert om de leefbaarheid van de buurt te verhogen, de veiligheid te verbeteren en knelpunten in de woonomgeving op te lossen – gebaat bij toereikend welzijn. Onze organisatie richt zich primair op activiteiten waar, persoonlijk en maatschappelijk, behoefte aan is, zoals activiteiten ter bevordering van sociale veiligheid, (talent)ontwikkeling, ontmoeting, het voorkomen van achterstand en het signaleren van (opvoedings)problematiek. Ons aanbod is flexibel, onze medewerkers zijn op tal van terreinen inzetbaar. Verbinden Het werk van Stichting Netwerk vormt een samenhangend geheel. Het een kan niet los worden gezien van het ander. Van de opgedane ervaringen in de ene wijk kan dankbaar gebruik worden gemaakt in de andere. Tussen de disciplines onderling bestaat een grote en vanzelfsprekende wisselwerking. De ene discipline versterkt de andere. In elk domein waarin wij als welzijnsorganisatie actief zijn, komen we meervoudige sociale problematiek tegen. Ouders die hun peuter met taalachterstand naar de speelzaal brengen, kampen bijvoorbeeld met werkloosheid, isolement of schulden. Jongeren die hun opleiding niet afmaken, hebben soms ook te maken met huiselijk geweld; ouderen die een partner verloren kunnen vereenzamen. Daarom zijn onze voorzieningen vindplaatsen voor andere, vaak verborgen vragen en problemen. Als mensen daar niet op eigen kracht uitkomen, of met hulp van familie, vrienden en buren, is professionele inzet nodig. Netwerk zorgt dan bijvoorbeeld voor activering, bemiddeling naar een vitaal netwerk of verwijzing naar hulp- of dienstverlening. Onze medewerkers in de (VVE) speelzalen, het jeugd- en jongerenwerk, opbouwwerk en sociaal-cultureelwerkers brengen vraag en aanbod bij elkaar en leggen daarbij een verbinding tussen informele en formele zorg. We zien het als onze taak om kwetsbare mensen en mensen in probleemsituaties te koppelen aan sterke buurtbewoners en gemeenschappen. Om sociale samenhang te bevorderen, beperken we onze inzet niet tot probleem- of risicogroepen alleen. De financiële en economische crises, bezuinigingen door de overheid en politieke polarisatie veroorzaken spanningen en diepe maatschappelijke tweedelingen. Gezonde en chronisch zieke mensen, mensen met en zonder beperking, werkenden en werklozen, ouderen en jongeren, moslims en christenen, homo’s en hetero’s, laag en hoger opgeleiden, arm en rijk wonen samen in wijken. De opbouw-, sociaal-cultureel en jongerenwerkers van Stichting Netwerk zetten zich in om samen met bewoners te zorgen voor een prettige en veilige woonomgeving. Onze peuterspeelzalen staan open voor álle peuters, net als de activiteiten van Netwerk voor jeugd, jongeren en volwassenen. Juist in wijkcentra moeten mensen, in welke hoedanigheid ook, elkaar kunnen ontmoeten.
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 4 van 38
Samen, betrokken en dichtbij Peuterwerk en opvoedingsondersteuning De peuterspeelzalen van Stichting Netwerk zijn bij iedereen in Hoorn bekend, laagdrempelig en toegankelijk voor álle kinderen in de doelgroep van twee tot vier jaar. Stichting Netwerk is partner in de pedagogische infrastructuur in Hoorn. Doel is onder meer om onderwijsachterstand te voorkomen. Deelname aan onze speelzalen betekent dat kleuters beter voorbereid aan het basisonderwijs beginnen. Wijkgerichte aanpak In de wijk of buurt draagt de peuterspeelzaal bij aan het versterken van de sociale infrastructuur, onder andere door ouders actief te betrekken bij activiteiten in en buiten de speelzaal. Peuters kunnen in hun eigen wijk naar de speelzaal. Op deze manier kunnen ze leeftijdsgenootjes uit de buurt leren kennen met wie ze later naar de basisschool gaan. Samenwerking Wij werken samen met andere organisaties en voorzieningen in de wijk, waaronder Stichting Kinderopvang Hoorn (SKH). Ook werken wij goed samen met Stichting Peuterspeelzalen Risdam, onder andere op het gebied van deskundigheidsbevordering. Tevens fungeren wij als aandachtsfunctionaris kindermishandeling voor deze organisatie. Er vindt regelmatig overleg plaats met verschillende kinderopvang-organisaties in Hoorn en de regio West-Friesland. De VVE-leidsters van Stichting Netwerk bekijken samen met het consultatiebureau welke kinderen voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) in aanmerking komen. Onder meer met de inzet van buurtmoeders, komt Netwerk veel peuters op het spoor die in aanmerking komen voor VVE. Het Consultatiebureau indiceert peuters, mede op onze voordracht. Onze VVE-leidsters zorgen vervolgens, samen met de gemeente en het basisonderwijs, voor een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn. Hierdoor komen kinderen met minder achterstand op school. Wij bereiken 90 procent van de doelgroepkinderen. (VVE) peuterspeelzalen in de wijk maken het mogelijk andere gezinsproblemen te signaleren (huiselijk geweld, vereenzaming, e.d.). Op alle speelzalen is minimaal één leidster geschoold in de methode Positief Opvoeden (www.positiefopvoeden.nl). Ook is Stichting Netwerk als samenwerkingspartner nauw betrokken bij 1. Hoorn. Wij vervullen een belangrijke rol in de opvoedingsondersteuning voor ouders, ontwikkelingsstimulering van peuters, vroegsignalering van eventuele ontwikkelingsproblemen van de kinderen en doorverwijzing naar andere organisaties. De Woordenwerkplaats is een initiatief van Bibliotheek Hoorn en ontwikkeld in samenwerking met Stichting Netwerk, SKH Kinderopvang en Logopedisch Centrum NoordWest. Peuters van onze peuterspeelzalen kunnen gebruik maken van de Woordenwerkplaats in hun wijk. De Woordenwerkplaats is een speel-leerhoek waar peuters op een actieve manier bezig zijn met taal. Per kwartaal wordt de werkplaats ingericht vanuit een ander thema. In de werkplaats kunnen de kinderen en volwassenen lezen, bouwen, een verhaal naspelen, spelletjes doen, schrijven en tekenen. Uniek aan de werkplaats zijn de 'sprekende' materialen. Er zijn speciale uitleenkoffers met speelgoed en speeltips voor ouders die thuis ook willen oefenen met taal. Kwaliteit Stichting Netwerk werkt volgens de eisen van de Wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie). Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 5 van 38
Samen, betrokken en dichtbij De kwaliteit is de afgelopen tijd verder verbeterd om inhoudelijk steeds meer en beter te kunnen aansluiten op het basisonderwijs zodat er sprake is van een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn. De volgende kwaliteitseisen zijn opgenomen in de wet OKE: De leidster/kindratio voor peuterspeelzalen is één leidster op maximaal acht kinderen. op iedere speelzaalgroep moet tenminste één beroepskracht zijn met opleidingsniveau SPW 3 (of equivalent conform CAO Welzijn). De groepsgrootte is maximaal 16 kinderen per groep. Het personeel is in het bezit van een verklaring omtrent gedrag. Een schriftelijke risico-inventarisatie van de opvang van kinderen. Informatieplicht aan ouders over beleid. Voorschriften voor de voertaal. Instellen van een vorm van oudervertegenwoordiging. Pedagogisch beleidsplan Dit pedagogisch beleidsplan is ontstaan vanuit de behoefte om een nieuw dynamisch instrument te hebben van waaruit wij ons werk met de kinderen zo goed mogelijk kunnen uitvoeren en onze kwaliteit kunnen borgen. Wij streven ernaar dat dit beleidsplan iedere dag (na)geleefd wordt, dat wij er samen over in gesprek gaan, met de leidsters en met de ouders. Een plan dat ervoor zorgt dat wij nog beter kunnen aansluiten op de behoeften en mogelijkheden van kinderen en hun ouders. Een plan dat ervoor zorgt dat wij iedere dag nog bewuster bezig zijn met de ontwikkeling(sstimulering) van alle kinderen op de groep.
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 6 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
Hoofdstuk 1
Inrichting van het peuterwerk
1. Organisatie van het peuterwerk Onze werkwijze Onze peuterspeelzalen zijn te vinden in alle wijken van Hoorn, soms meerdere in één wijk. De speelzalen zijn gevestigd in één van onze wijkcentra of in een school in de wijk. Iedereen is welkom en we bieden een passend aanbod voor alle kinderen van twee tot vier jaar in de wijk. Kinderen genieten een speelse voorbereiding op de basisschool, ze spelen met leeftijdsgenootjes, oefenen zich in sociale vaardigheden en worden gestimuleerd in hun ontwikkeling. Omdat onze speelzalen wijkgericht zijn kunnen de kinderen leeftijdsgenootjes uit de buurt leren kennen met wie ze later naar de basisschool gaan. Een belangrijk onderdeel van de dag is de inloop bij aanvang van de speelzaaldag waarbij de ouders van harte welkom zijn om even met hun kind te spelen en tegelijkertijd andere ouders uit de buurt ontmoeten. Onze leidsters zijn op breng- en haalmomenten ook altijd beschikbaar voor het geven van informatie en/of het beantwoorden van vragen met betrekking tot de opvoeding of het uitwisselen van ervaringen. De (assistent)leidsters zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van elk kind. Ze werken kindvolgend, bewust en doelgericht op een manier die aansluit bij de kinderen en wat zij nodig hebben voor hun ontwikkeling vanuit de gedachte spelen is leren en met een positieve benadering. Communicatie Binnen onze organisatie is goede communicatie van essentieel belang. Door uit te spreken wat er leeft bij een ieder kom je samen tot een sterk geheel. We werken daarom met een afgesproken overlegstructuur, zodat iedereen gehoord en geïnformeerd wordt. Een goede wisselwerking is noodzakelijk. Gemaakte afspraken dienen breed gedragen te worden. Overleggen peuterwerk Overleg
Deelnemers
Verantwoordelijke
Frequentie
Sectoroverleg
Afgevaardigden speelzalen
sectormanager
5 x per jaar
Teamoverleg
Locatieteams speelzalen
peuterspeelzaal-teams Min. 5 x per jaar
Planningsoverleg VVE
Leidsters VVE speelzalen
VVE-teams
12 x per jaar
VVE overleg
Leidsters VVE speelzalen
Projectmedewerker VVE
2 x per jaar
Pedagogisch overleg
Sectormanager Peuterwerk sectormanager Stichting Netwerk, Projectmedewerker VVE Stichting Netwerk en Pedagogisch Beleidsmedewerker Stichting Netwerk Management assistent Stichting Netwerk
1 x per week
Deskundigheid Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 7 van 38
Samen, betrokken en dichtbij Alle leidsters beschikken over de vereiste diploma's conform de CAO Welzijn. De leidsters op de VVE-speelzaalgroepen zijn VVE getraind conform de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Daarnaast is erop elke groep tenminste één Triple P getrainde leidster. Nagenoeg alle (assistent) leidsters hebben een scholingstraject ‘communicatie en interactie’ gevolgd. In het kader van kwaliteit en deskundigheidsbevordering worden de (assistent) leidsters geschoold met behulp van video-interactie begeleiding. Beroepskrachten De leidsters op de peuterspeelzaal werken zelfstandig en relatief autonoom: ze dragen de verantwoordelijkheid voor het dagelijkse reilen en zeilen binnen de groep. De leidsters beschikken over een aantal taakuren waarin ze tijd hebben voor overleg, deskundigheidsbevordering en voorbereiding en planning van activiteiten voor de kinderen. Op de reguliere peuterspeelzalen werkt naast een leidster, een assistent-leidster. Op de VVE-speelzalen werken twee VVE leidsters en op de combi-groep werkt een VVE leidster met een leidster. Meer informatie met betrekking tot de verschillende functies en bijbehorende taken staat beschreven in het personeelshandboek van Stichting Netwerk. Stagiaires Op de meeste speelzalen wordt gewerkt met stagiaires. De meeste stagiaires volgen de opleiding Pedagogisch Werk (PW) niveau 3 of 4 op het Horizon College of een pedagogische opleiding op HBO-niveau. Daarnaast zijn er soms stagiaires van de middelbare scholen, in de vorm van snuffelstages of maatschappelijke stages. De stagiaires staan boventallig op de groep, naast de (assistent) leidsters. Vrijwilligers Op een aantal speelzaallocaties 1 is een vrijwilliger, boventallig en dus naast de (assistent)leidsters, actief. Zij nemen desgevraagd onder verantwoording van de beroepskracht werkzaamheden over van de beroepskracht. In het belang van de kwaliteit en de vrijwilligers zijn de wederzijdse verplichtingen vastgelegd in een vrijwilligersbeleid. Daarnaast zijn de taken die de vrijwilligers om de speelzaal (mogen) uitvoeren vastgelegd en van te voren besproken door de beroepskracht (document 'taken vrijwilliger' op locatie). Alle vrijwilligers die ingezet worden op de speelzaal zijn in het bezit van een verklaring omtrent gedrag (VOG). Huisvesting Een goede en geschikte accommodatie is een voorwaarde om het werk op verantwoorde wijze uit te voeren. Een deugdelijk gebouw, geschikte buitenruimte en het hebben van een praktische inrichting en comfort is een voorwaarde om goed werk te kunnen leveren. Dit is niet alleen onderdeel van de GGD-inspectie, maar ook binnen de organisatie een belangrijk aandachtspunt. Zeker op de VVEspeelzalen speelt de (inrichting van) de ruimte een belangrijke rol binnen de methode. Het vierogenprincipe Het vierogenprincipe is opgenomen in Wet- en regelgeving (zie artikel 18a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen). Het vierogenprincipe houdt in dat op ieder moment van de dag een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. De peuterspeelzalen van Stichting Netwerk 1 Welke locaties dit zijn wordt aangegeven in het locatie specifieke beleid. Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 8 van 38
Samen, betrokken en dichtbij geven op verschillende manieren vorm aan het vierogenprincipe: Gedurende de openingstijden en tijdens uitstapjes of wandelingen wordt er gewerkt met twee beroepskrachten. Op locatie De Poort wordt op een groep van maximaal acht kinderen gewerkt met een beroepskracht en een vrijwilliger. Daarnaast wordt er op de meeste locaties gewerkt met stagiaires. Pauzes van beroepskrachten, vrijwilligers en stagiaires worden buiten openingstijden van de peuterspeelzalen gehouden. Er worden door bijvoorbeeld de sectormanager, de VVE-projectmedewerker, de pedagogisch beleidsmedewerker of GGD onaangekondigde bezoeken gebracht aan de peuterspeelzaallocaties. De gebouwen waarin de peuterspeelzalen gevestigd zijn, zorgen voor transparantie door middel van glas in deuren van o.a. de groepsruimtes, verschoningsruimtes en sanitaire ruimtes van kinderen. Het merendeel van onze peuterspeelzaallocaties is gevestigd in een school of in een wijkcentrum. Fysieke veiligheid Wij bieden de kinderen en de beroepskrachten een fysiek veilige omgeving die voldoet aan de eisen die gesteld zijn aan een peuterspeelzaal. Wij maken elk jaar een risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid. Medewerkers overleggen een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) en worden iedere twee jaar geschoold in BHV (bedrijfshulpverlening). Wij werken met de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling versie juli 2013 van de Brancheorganisatie Kinderopvang. Bij vermoeden van kindermishandeling/huiselijk geweld, bij vermoeden van mogelijk geweld- of zedendelict door een collega jegens een kind of bij signalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling worden de routes gevolgd zoals beschreven in deze Meldcode. De gegevens van de aandachtsfunctionaris van Stichting Netwerk en de routes zijn terug te vinden in de handleiding Meldcode van Stichting Netwerk (zie ook bijlage 2). Middelen Voorwaarde om te kunnen voldoen aan hetgeen in het pedagogisch beleidsplan is geschreven, is het beschikken over voldoende geschikte middelen. Spelmateriaal en meubilair dat op de leeftijd van kinderen is afgestemd maar ook zaken als: een uniform intakeformulier, en één observatie/overdrachtsformulier voor het basisonderwijs. Ouderparticipatie en inspraak Op elke peuterspeelzaallocatie is een oudercommissie ingesteld, met als doel: Het behartigen van de belangen van de kinderen en de ouders en het vertegenwoordigen van de ouders. Daarnaast kunnen zij adviseren ten aanzien van kwaliteit en hiermee de kwaliteit van het peuterwerk waarborgen of verbeteren. Op de speelzalen wordt al veel gedaan aan ouderparticipatie in verschillende vormen. Bijvoorbeeld een meedraai-maand, waarbij gedurende een maand ouders de mogelijkheid krijgen mee te draaien op de groep, observatie/toets gesprekken en overdrachtsgesprekken: gedurende de peuterspeelzaalperiode van een peuter, vinden deze gesprekken minimaal drie keer plaats. De ouders worden van de laatste nieuwtjes op de hoogte gehouden via de website van Stichting Netwerk (www.netwerkhoorn.nl). Iedere twee jaar houden wij een tevredenheidspeiling onder de ouders. De uitkomsten hiervan worden centraal besproken tijdens het sectoroverleg en per locatie tijdens het teamoverleg. Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 9 van 38
Samen, betrokken en dichtbij 2. Pedagogische inrichting van het Peuterwerk De basisinrichting van de groepen ziet er als volgt uit: Peuterspeelzaalgroep groep van maximaal 16 peuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar 2 vaste dagdelen (combinatie ochtend + middag) per week begeleiding door een vaste leidster en assistent-leidster Combinatiegroep groep van maximaal 15 peuters met een peuterspeelzaalgroep gecombineerd met een VVE speelzaalgroep in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar peuterspeelzaalgroep 2 vaste dagdelen (combinatie ochtend + middag) per week VVE speelzaalgroep 4 vaste dagdelen (combinatie 2 ochtenden + 2 middagen) per week begeleiding door twee vaste leidsters per dagdeel (maximaal 3 verschillende leidsters per groep) VVE-speelzaalgroep groep van maximaal 14 peuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar 4 vaste dagdelen (combinatie 2 ochtenden + 2 middagen) per week begeleiding door twee vaste leidsters per dagdeel (maximaal 3 verschillende leidsters per groep)
Inzet beroepskrachten Elke groep wordt begeleidt door vaste (assistent)leidsters. De leidster is verantwoordelijk voor de uitvoering van het pedagogisch beleid en de kwaliteit. Wij streven ernaar om op de peuterspeelzaalgroepen met een vaste leidster en assistent-leidster te werken en op de VVE-groepen met twee vaste, VVE-gecertificeerde leidsters. Indien hiervan wegens omstandigheden van afgeweken wordt zal dit altijd gemotiveerd en afgewogen met het team gebeuren.
Taken beroepskrachten De leidsters hebben de taak om de kinderen in een vertrouwde omgeving spelenderwijs te begeleiden in hun ontwikkeling. Kerntaken zijn: Ontwikkelingsstimulering Volgen van de ontwikkeling en signaleren van mogelijke ontwikkelingsachterstand of risico’s met betrekking tot het welbevinden van kinderen Vormgeven aan een doorgaande ontwikkelingslijn naar de basisschool Dit alles in relatie met en afgestemd op het beleid van de gemeente Hoorn en onze locale partners in jeugdbeleid. Uitgangspunten hierbij zijn: Het creëren van optimale ontwikkelingskansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar Werken vanuit welbevinden en betrokkenheid Zich opstellen als partner van de ouders in de verschillende ontwikkelingsfasen van het kind ondersteunen in de opvoedingstaak van de ouders Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 10 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
Hoofdstuk 2
Emotionele veiligheid
de rol van ouders, leidsters, speelruimte en wenperiode Emotionele veiligheid Een kind dat zich veilig voelt, voelt zich fijn en heeft de energie om zich te ontwikkelen. Emotionele veiligheid is de basis voor de ontwikkeling. Bij ons op de speelzaal bieden wij op verschillende manieren emotionele veiligheid, bijvoorbeeld door een goede, warme overgang van de thuissituatie naar de peuterspeelzaal. Dit begint al bij de wenperiode. Maar ook door een fijne en gezellig ingerichte ruimte met hoeken te bieden, waarin kinderen zich kunnen terugtrekken of in klein groepjes kunnen spelen. Uiteraard is de rol van de leidster cruciaal. Zij moet een warme, responsieve houding hebben naar het kind maar ook naar de ouders. Op een groep staat een vast team van twee leidsters (VVE) of één leidster en één assistent-leidster. Daarnaast werken er vaak één of meerdere stagiaires op de groep en soms een vrijwilliger. Alle leidsters zijn professioneel opgeleid. Bovendien zijn alle (assistent)leidsters, stagiaires en vrijwilligers in het bezit van een VOG (verklaring omtrent gedrag). Het wenbeleid Bij onze peuterspeelzalen is er nooit meer dan één nieuw kindje per dagdeel aanwezig. Hierdoor krijgen ouder en kind alle aandacht die nodig is. Het bieden van emotionele veiligheid en emotionele steun begint al vanaf de wenperiode. De wenperiode is duidelijk vormgegeven en houdt rekening met de wensen van de ouder en het kind. Het welbevinden van het kind staat centraal. Dit gebeurt doorgaans door op de eerste dag de ouder en de peuter een warm welkom te heten (wat fijn dat jullie er zijn….) en ze samen de speelzaal te laten ontdekken. Maar ook door de ouder wegwijs te maken in het reilen en zeilen van de speelzaal. Met de ouder wordt een intakegesprek gevoerd aan de hand van de checklist (bijlage 3: checklist intakegesprek), zodat de meest voor de hand liggende vragen al vroeg beantwoord kunnen worden. De ouder krijgt de eerste keer ruim de gelegenheid om met het kind te spelen, zodat de overgang van thuis naar de speelzaal soepel verloopt. Dit gebeurt overigens niet alleen op de eerste dag: elke ochtend en middag is er een (spel)inloop om deze overgang te vergemakkelijken of om gewoon even een spelletje met het kind te doen. Op de VVE locaties wordt een apart 'welkom' project gedaan waar het kind vertrouwd wordt gemaakt met de speelzaal, de taal en de gewoontes. Als de ouder weggaat, zorgt de leidster ervoor dat het kind goed opgevangen wordt: samen met het kind zwaait de leidster de ouder uit. De leidsters melden altijd aan de ouder, dat deze niet ongezien weg mag gaan en dat de ouder weer op tijd aanwezig moet zijn om het kind op te halen. Indien het kind meer moeite heeft met wennen, wordt dit met de ouder besproken en wordt de wenperiode aangepast. De rol van de leidster De manier waarop leidsters omgaan met peuters is natuurlijk van enorm groot belang. Zij moeten inlevingsvermogen hebben (ik zie dat je verdrietig bent, kom maar even lekker bij me), zij moeten een warme en responsieve houding hebben (ik ben er voor jou, ik heb gezien hoe goed je dat deed…een grote knipoog…), zij moeten de nadruk leggen op een positief opvoedingsklimaat (ik zie dat je de glijbaan oploopt…. de trap is om omhoog te lopen en de glijbaan om vanaf te glijden. Zullen we het eens samen doen….?), zij moeten goed kunnen communiceren zowel met peuters als hun ouders als collega’s en anderen, die direct of indirect met de peuters te maken hebben (denk aan Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 11 van 38
Samen, betrokken en dichtbij logopedie, consultatiebureau, basisschool, etc.) door een goede luisterhouding te hebben (ik hoor je goed, wacht….ik ga even op mijn hurken zitten…) en op goed niveau met peuters te communiceren (ohh…. dus je bedoelt dat jij de rode auto wilt hebben?....Zullen we dat dan even samen aan Roy gaan vragen….?). De leidster is dus met recht een duizendpoot die op alle gebieden van de ontwikkeling op de hoogte moet zijn en het ook moet kunnen toepassen. Vaste rituelen Vaste rituelen kunnen per speelzaal verschillen, maar zijn op alle speelzalen terug te vinden. Ze bieden peuters een gevoel van veiligheid, herkenning, maar ook tijdsbesef. Voor kinderen is het prettige als de dag voorspelbaar en bekend is. Naast een vaste indeling van de ochtend/middag zijn er vaste rituelen bij het brengen en halen, het opruimen, de kring, verjaardagen, etc. Tijdens de spelinloop kunnen de ouders even spelen met hun kind, vaak is er ook gelegenheid om een kopje koffie of thee te drinken, om de overgang van thuis naar de speelzaal makkelijker te maken. Het afscheid nemen van de ouders gebeurt duidelijk zodat een kind weet wanneer mama of papa weggaat (zwaaien bij het raam), maar ook weet dat ze weer terug komt. Het afscheid nemen kan vooral in het begin een moeilijk moment zijn en dan is er natuurlijk de leidster om dit te vergemakkelijken en de peuters te troosten en hem/haar af te leiden. Op de speelzalen wordt gebruik gemaakt van signaalliedjes: dit zijn liedjes die aangeven wat er gaat gebeuren (bijv. goedemorgen allemaal…., we gaan opruimen….., dag, dag allemaal….) Op een vast moment in de ochtend of middag wordt er gedronken en een koekje en/of fruit gegeten, aan het einde van de ochtend wordt er terug gekeken op de dag en gezamenlijk afscheid van elkaar genomen, vaak met het signaalliedje (dag, dag, allemaal…) Zo zijn er tal van regeltjes en rituelen, die het voor de peuter veilig, vertrouwd en voorspelbaar maakt. De inrichting van de ruimte Zowel de binnen- als de buitenruimte van elke speelzaal voldoet aan hoge fysieke veiligheidseisen. De ruimte is uitdagend, vertrouwd en sfeervol ingericht. Er zijn duidelijk herkenbare, afgescheiden speelplekken (hoeken) voor de kinderen. Door de ruimte in te delen in hoeken wordt de groep overzichtelijker en kunnen kinderen gerichte keuzes maken. Het geeft ze de mogelijkheid om zich even lekker terug te trekken of om te spelen in kleine groepjes. Peuters vinden het vaak fijn om even alleen of in kleine groepjes te spelen. Minder assertieve kinderen of kinderen die wat bescheiden/verlegen zijn, komen op deze manier beter tot hun recht en durven vaak meer dan in de grote groep. De kinderen worden uitgedaagd maar niet overprikkeld. Er is een goede balans tussen binnen en buitenspelen. Bij goed weer is het het streven om altijd even buiten te spelen. Kinderen hebben beweging nodig en bewegen zich binnen anders dan buiten. Maar ook emotioneel gezien is buiten spelen van groot belang. Kinderen spelen buiten vaak anders dan binnen: durven meer, spelen met ander materiaal, met andere kinderen, voelen zich vaak vrijer en durven zich te uiten. Door te spelen leren kinderen. De speel/leeromgeving is zodanig ingericht, dat kinderen graag spelen (leren), met veel plezier, samen en vol zelfvertrouwen. Leeromgeving
Leerhouding
veilig
gemotiveerd
waarderend
nieuwsgierig
vrolijk
volhardend
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 12 van 38
uitnodigend
Samen, betrokken en dichtbij vol zelfvertrouwen
uitdagend
communicatief
Hoofdstuk 3
Het stimuleren van de speel/leerontwikkeling Spelen = leren en leren = spelen
Spelen Spelen is voor kinderen een natuurlijke manier om de wereld om hen heen te ontdekken, te begrijpen. Maar spelen is voor kinderen ook dé manier om te leren: kinderen leren door spelen. Spelenderwijs komen alle ontwikkelingsgebieden aan bod. Kinderen leren luisteren en praten, leren de taal en leren of een blok wel of niet past in een vormen-doos. Maar kinderen leren ook wachten op elkaar, met elkaar omgaan, probleempjes op te lossen (ik wil met die auto spelen, maar Sam ook...), hun gevoelens te uiten. Ze leren hun lichaam goed te gebruiken en ontwikkelen door te rennen, klimmen, klauteren, fietsen, verven, kleien, enzovoort. Dit alles gebeurt spelenderwijs: door veel spelen leren kinderen veel. Veilige omgeving Kinderen spelen graag in een omgeving die veilig, vertrouwd, maar tegelijkertijd ook uitdagend is . Als alles vertrouwd is, dan leer je niet veel. Je bent niet nieuwsgierig meer, omdat je niet wordt uitgedaagd. Daarom zorgen we in een veilige omgeving voor veel nieuwe uitdagingen. Op alle speelzalen wordt gedurende het jaar met diverse thema’s/projecten gewerkt. De speelzaal wordt aangepast aan het thema/project, zodat de kinderen ook kunnen zien wat er gaande is. Er zijn bij het thema “huis” bijvoorbeeld weer hele andere puzzels, andere speelhoeken, andere spelletjes en ander materiaal aanwezig dan bij het thema “kleding”. Op alle speelzalen is in ieder geval aanwezig: constructiemateriaal, puzzels, een huishoek waarin een rollenspel gedaan kan worden, een taal/boekenhoek, klim/klauter/glijtoestel, mogelijkheid om met zand te spelen en materiaal voor creatieve activiteiten. De speelzaal blijft goed herkenbaar en biedt veiligheid, maar de veranderingen door de diverse thema’s/projecten blijven de kinderen uitdagen. De grote vraag bij spelen en leren van jonge kinderen is altijd of kinderen uit zichzelf spelen en leren, dus zelf initiatief nemen of dat het initiatief moet uitgaan van de leidster. Ons uitgangspunt is dat kinderen in hun spel en het zelfstandig leren zélf initiatief nemen en zélf keuzes maken. De rol van de leidster Kinderen leren het meest in situaties die voor hen zinvol zijn en betekenis hebben. Niet alleen omdat het hun motivatie bevordert, maar ook omdat ze in die situaties het beste leren adequaat en effectief gedrag te ontwikkelen. De leidster volgt het spel van de peuter, verdiept en speelt mee. Het is vooral de eigen activiteit van kinderen die hun ontwikkeling bevordert. De leidster lokt die activiteit uit en schept er ruimte voor. Enerzijds laten we het kind dus zien wat het zelf kan, wat zijn competenties en creativiteit zijn. Anderzijds volgen we het kind in zijn ontwikkeling en kijken we in hoeverre doelen worden bereikt. Zo krijgen we een evenwichtig beeld van wat het kind zelf laat zien en presteert en wat van het kind gevraagd wordt. Het initiatief van het kind Wij vinden zelfregulering van een kind erg belangrijk; ”zelf doen” is een herkenbare kreet voor veel ouders. Kinderen willen dingen zelf doen en moeten worden gestimuleerd om zelf initiatieven te Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 13 van 38
Samen, betrokken en dichtbij nemen en zelf keuzes te maken in hun spel en hun activiteiten. Het kind krijgt hierdoor een eigen identiteit, leert voor zichzelf opkomen, leert keuzes maken en krijgt door die eigen keuzes zelfvertrouwen. Soms zal het lukken, maar soms ook niet: van beide ervaringen leren kinderen en krijgen ze zelfvertrouwen. Dit alles gebeurt door het aanbieden van een rijke en stimulerende speel/leeromgeving, waar de leidster wel een belangrijke rol in speelt. Zij geeft goede voorbeelden en lokt nieuw spel uit. Het initiatief van de leidster Kinderen leren heel veel van andere kinderen en van hun omgeving (ouders, school, speelzaal, vriendjes) Op de speelzaal zijn deze allebei te vinden en daarbij heeft de leidster een duidelijke rol: zij begeleidt en heeft een voorbeeldfunctie. Het initiatief van de leidster is nodig om kinderen nieuwe dingen te leren. Dat kan individueel, maar ook in kleine of grote groepen. Gedurende de breng- en haalmomenten zijn er diverse speelmomenten, er is ruimte voor vrij spel maar ook voor gerichte activiteiten (denk bijvoorbeeld aan de kring en creatieve activiteiten). Ook komen er diverse thema's aan de orde. De leidster neemt het initiatief om zo'n thema met de kinderen te gaan onderzoeken. Ze brengt de wereld van buiten naar binnen. Er is een duidelijke wisselwerking tussen het initiatief van het kind en de leidster. De rol van de leidster is cruciaal. Ze beschikt over een groot aantal mogelijkheden om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. De leidster: biedt een pedagogische basis biedt een omgeving waar het kind graag komt kan zich verplaatsen in het kind; is sensitief en responsief gaat op zoek naar wat kinderen al kunnen en kan hierop aansluiten. Extra aandacht en zorg Onze peuterspeelzalen leveren als voorschoolse voorziening en als partner in het lokaal jeugdbeleid ook een belangrijke bijdrage aan het voorkomen en vroegtijdig signaleren van ontwikkelingsachterstanden en onderkennen van risico’s in de opvoedingsomgeving van het jonge kind. Wij bieden zo mogelijk een aanbod aan kinderen die een extra steuntje nodig hebben in hun ontwikkeling. De leidster observeert (door middel van het observatie/overdrachtsformulier), signaleert, bespreekt de signalen eerst met collega's en ouders. Naar aanleiding hiervan wordt besloten of extra ondersteuning of hulp van externen nodig is. Denk daarbij bijvoorbeeld aan doorverwijzing naar 1. Hoorn, logopedie, fysiotherapie of een cursus Triple P (zie bijlage 1: werkwijze signaleren van ontwikkelingsproblemen). Onze speelzalen werken met de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Bij (vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling zijn wij verplicht om te werken met deze meldcode ter bescherming van het kind. Er is binnen onze sector Peuterwerk & Opvoedingsondersteuning één aandachtsfunctionaris aangewezen (zie bijlage 2: meldcode kindermishandeling). Het uitgangspunt van onze peuterspeelzalen is dat ieder kind voldoende tot zijn recht komt. Daarbij staat de ontwikkeling en veiligheid van alle kinderen voorop. Soms kan het voorkomen dat een kind niet op zijn plek is (denk bijvoorbeeld aan een kind met aangeboren lichamelijke afwijkingen, extreme vormen van contactstoornissen, ernstige gedragsproblemen). Zowel voor het kind zelf als voor de andere kinderen is het dan van belang dat er naar een oplossing wordt gezocht. Het kan zelfs voorkomen (bijv. bij uitermate agressief gedrag, waarbij de veiligheid van andere kinderen niet meer gewaarborgd is) dat een kind niet meer op de speelzaal kan blijven, uiteraard proberen we Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 14 van 38
Samen, betrokken en dichtbij in dat geval de ouders zoveel mogelijk te begeleiden in het zoeken naar een passende plek voor hun kind.
VVE In het kader van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) werken zes peuterspeelzalen van Netwerk met de Piramidemethode van CITO. Met dit programma krijgen kinderen extra ondersteuning in taal- en spelontwikkeling. Omdat de kinderen vier dagdelen naar de speelzaal gaan en het Piramideprogramma veel doet aan de individuele ontwikkeling, kunnen kinderen zich in hun eigen tempo ontwikkelen. Drie van de zes VVE-speelzalen zijn ingebouwd in een basisschool, waar het Piramideprogramma doorloopt in groep 1 en 2. Er is hier sprake van een doorgaande lijn, hetgeen de overstap van een peuterspeelzaal naar groep 1 vergemakkelijkt. Piramide (= VVE) is een educatieve methode voor alle kinderen van 0 tot 7 jaar, die kan worden gebruikt vanaf de peuterspeelzaal tot en met groep 2 van de basisschool. Piramide biedt het kind een veilige speel- en leeromgeving. Door een combinatie van vrij spel en gezamenlijke activiteiten helpt Piramide het kind grip te krijgen op de wereld. Kinderen kunnen alleen op indicatie (doorverwijzing) van het consultatiebureau, naar een VVEpeuterspeelzaal. De VVE-speelzalen en de consultatiebureaus werken daarom nauw samen. Zelfstandig leren en spelen Het ´zelfstandig leren´ wordt door Piramide aangemoedigd en ondersteund. De leidster zorgt voor een prettige leeromgeving waarin kinderen zelf keuzes kunnen maken. Het vrij spelen staat bij Piramide centraal. Het kind kiest zelf waarmee het aan de slag gaat. Misschien wil het graag met andere kinderen in de bouwhoek spelen, of liever in de huishoek. Maar ook de taalhoek, de denkhoek en de kunsthoek zijn erg aantrekkelijk. Waar nodig helpt de leidster een handje om uit al dat leuks een keuze te maken en het spel te begeleiden en verrijken. Ook als het spel dreigt vast te lopen, springt de leidster in, bijvoorbeeld door een tijdje mee te spelen of nieuwe ideeën aan te dragen. Projecten Piramide is opgebouwd rond projecten. De leidsters gebruiken voor elk project een ander projectboek, dat boordevol staat met ideeën, spelletjes, liedjes en suggesties voor de inrichting van de hoeken. Het jaar begint in alle groepen met het Welkomprogramma. Daarin raken de kinderen vertrouwd met alle regels en rituelen, en leren ze bijvoorbeeld dat alle spulletjes in het lokaal een vaste plek hebben. Het Welkomprogramma geeft de kinderen houvast en een veilig gevoel in de nieuwe groep. Daarna volgen projecten met thema´s als Mensen, Eten en drinken, Wonen, Verkeer, Lente en Kunst. Deze projectthema´s komen elk jaar in een vaste volgorde terug, maar telkens op een hoger niveau. De kinderen zijn enkele weken bezig met een project. Gedurende het project worden er zowel activiteiten in de grote groep (kring of groepsexploratie) als in kleine groepjes als individueel (tutoring) aangeboden. De taal die aangeboden wordt gaat van makkelijk naar moeilijker, van een eenvoudige oriënterende stap naar een verbreden/verdiepen-stap. De woordenschat bestaat eerst nog uit basisbegrippen maar breidt zich gedurende het project uit naar steeds meer (extra) begrippen. Eén van de andere activiteiten die gebruikt wordt om de taal te stimuleren is 'Interactief voorlezen': in vier stappen wordt een boek (met materiaal dat in het boek voorkomt) aan de kinderen aangeboden. Een heel uitdagende manier voor peuters om met een boek aan de slag te gaan, om woorden te leren en de woordenschat uit te breiden. Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 15 van 38
Samen, betrokken en dichtbij Speciale ondersteuning (individueel) Voor kinderen die een extra steuntje nodig hebben om met de groep mee te kunnen komen, biedt Piramide een speciaal ´tutoring´ programma. Dat betekent dat die kinderen – naast de groepsactiviteiten – extra aandacht en oefening krijgen. Ook kinderen die heel gemakkelijk informatie oppikken en graag experimenteren, worden met Piramide extra ondersteund. Gerichte activiteiten zorgen voor de uitdaging en verdieping van alle kinderen, zodat elk kind de kans krijgt om zich optimaal te ontwikkelen. Observeren en vastleggen van de ontwikkeling Om elk kind ondersteuning te bieden in zijn of haar ontwikkeling wordt het door de leidster goed gevolgd. Op al onze peuterspeelzalen wordt minimaal drie keer tijdens het verblijf op de peuterspeelzaal een observatie verricht. De observaties vinden in ieder geval plaats na drie maanden, rond het derde jaar van het kind en voor het vierde jaar. Voor het vastleggen van de observatie na drie maanden en rond het derde levensjaar van uw kind wordt gebruikt gemaakt van een peuterobservatieformulier. Er zal na iedere observatie, een kort gesprekje plaatsvinden om met u de observatie van uw kind te bespreken. Als het kind bijna vier jaar is, wordt het observatie/overdrachtsformulier opnieuw ingevuld. Op deze manier is goed te zien hoe de ontwikkeling van een kind is verlopen. Dit overdrachtsformulier wordt door de ouders aan de leerkracht van groep 1 van de basisschool gegeven, zodat er een goede aansluiting kan plaatsvinden. Ook wordt er een portfolio bijgehouden, die per speelzaal kan verschillen: creatieve activiteiten, foto's, een verslag, etc. Op deze manier ontstaat er een mooi beeld van de ontwikkeling van het kind gedurende zijn peuterspeelzaalperiode. Van de kinderen die het Piramide (VVE) programma hebben gevolgd, worden ook de toetsresultaten aan de leerkracht van groep 1 gegeven. Dit wordt door de leidster gedaan en zorgt voor een goede doorgaande lijn naar de basisschool. De ouders van de peuters die op de VVE groep geplaatst worden zijn, op de hoogte van het feit dat de toetsgegevens door worden gegeven aan de leerkracht van groep 1 in verband met de doorgaande leerlijn.
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 16 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
Hoofdstuk 4
De sociale omgeving van de peuter sociale competenties, normen & waarden
De speelzalen van Stichting Netwerk zijn wijkgericht. Zij zijn te vinden in alle wijken van Hoorn, gesitueerd in een wijkcentrum of in een school. In de wijk of buurt draagt de peuterspeelzaal bij aan het versterken van de sociale infrastructuur, onder andere door ouders actief te betrekken bij activiteiten in en buiten de speelzaal. Onze speelzalen zijn een weerspiegeling van de wijk, zonder drempels, voor iedereen toegankelijk. Elkaar kennen, elkaar respecteren, samenleven in de wijk en in de stad, dat vinden wij heel belangrijk. Peuters kunnen in hun eigen wijk naar de speelzaal en op deze manier leeftijdsgenootjes uit de buurt leren kennen met wie ze later naar de basisschool gaan. Op de peuterspeelzaal leren kinderen nieuwe contacten leggen: bestond hun sociale omgeving eerst nog vooral uit papa, mama, broertjes, zusjes en misschien opa en oma of buurvrouw, nu breidt hun wereld zich uit. Er worden nieuwe contacten gelegd met leeftijdsgenootjes, leidsters en stagiaires. De wereld van de kinderen is groter dan “alleen” de speelzaal. Ze ontmoeten kinderen en mensen uit de wijk waarin ze wonen. Iedereen is welkom en voor iedereen is een passend aanbod (peuterspeelzaal, VVE-speelzaal). Binnen de wijk werken wij samen met andere organisaties en voorzieningen, waaronder de kinderopvang (SKH) en basisscholen. Heel langzaam wordt de wereld steeds iets groter. De kinderen komen op nieuwe plekken, ze ontmoeten nieuwe mensen en ze leren allemaal nieuwe dingen, waardoor de stap naar de basisschool straks iets minder groot wordt. De speelzalen starten voor alle kinderen op hetzelfde tijdstip en beginnen standaard met een inloop voor ouders en kinderen, waardoor ook de ouders elkaar kunnen ontmoeten. Wij hebben hierdoor ook een ontmoetingsfunctie voor ouders die bij elkaar in de wijk wonen. Contacten leggen binnen een groep met veel kinderen (en nieuwe volwassenen) van verschillende culturen is soms moeilijk. Je moet als peuter heel wat leren en kunnen om in een groep goed te kunnen functioneren. De peuters leren: emoties uiten zelfvertrouwen opbouwen goed voor zichzelf opkomen met elkaar omgaan op een positieve manier en met respect naar elkaar goed communiceren zich aan regels en afspraken houden structuur en rituelen binnen een groepsactiviteiten De meeste kinderen spelen uit zichzelf maar de leidster begeleidt de kinderen hierbij en helpt ze indien dit nodig is. Doordat de leidster deelneemt aan het spel heeft zij een voorbeeldfunctie en laat ze aan de kinderen zien hoe het moet of kan. Emoties uiten, zelfvertrouwen ontwikkelen en voor jezelf opkomen Peuters zijn niet altijd in staat om hun emoties onder woorden te brengen: sommigen zijn snel boos of gefrustreerd anderen zijn juist eerder angstig en teruggetrokken. Om kinderen zichzelf en elkaar beter te laten begrijpen, stimuleert de leidster het uiten van emoties van de peuters door: gevoelens zoveel mogelijk te benoemen: blijdschap, verdriet, pijn, boosheid. Bijvoorbeeld; “ik zie dat je boos Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 17 van 38
Samen, betrokken en dichtbij bent, dat begrijp ik.” Daarmee worden de kinderen zich bewust van wat ze voelen, en kan de leidster tegelijkertijd aangeven dat het normaal is dat ze dat voelen. Om goed met elkaar om te gaan is het ook belangrijk dat kinderen vertrouwen in zichzelf hebben. Dat ze op anderen af durven stappen, iets kunnen zeggen in een groep en hun emoties leren uiten. Daarvoor is het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen. Leidsters kunnen het zelfvertrouwen van kinderen vergroten door ze te stimuleren als ze iets niet kunnen of durven. Door complimentjes te geven, door te benoemen wat het kind doet of wat het positieve gedrag is. Kinderen die tijdens de momenten van vrij spel altijd hetzelfde kiezen, kunnen daarin begeleid worden, zodat ze ook eens wat anders durven te kiezen. Met elkaar omgaan, met elkaar communiceren Hierbij gaat het vooral om de sociale ontwikkeling; op een goede manier met elkaar omgaan. Daar horen verschillende dingen bij: contact zoeken met andere kinderen en met volwassenen, respect hebben voor elkaar, naar elkaar luisteren, op elkaar wachten, je inleven in iemand anders, samen spelen. Nagenoeg alle (assistent) leidsters hebben de training ‘Communicatie en interactie is meer dan praten en spelen’ gevolgd met behulp van video-interactie begeleiding. Bij een conflict tussen kinderen zal de leidster niet direct inspringen maar de kinderen eerst de kans geven om het zélf op te lossen. Lukt dit niet dan zal er samen met de kinderen gezocht worden naar een goede oplossing door bijvoorbeeld een gesprekje te voeren met beide ruziemakers en ze zelf een oplossing te laten bedenken. Spelenderwijs leren de peuters om elkaar te helpen (bijv. met een moeilijke puzzel of jas aantrekken), samen plannen te maken tijdens het spel, rollenspel en spelletjes. De leidster moedigt de kinderen aan om elkaar en de leidsters te helpen en geven hiervoor complimenten.(,,Fijn dat je me geholpen hebt bij het uitdelen van de koekjes, bedankt”). Het is belangrijk dat kinderen zich zowel verbaal als non-verbaal leren uiten en aan anderen duidelijk leren maken wat ze ergens van vinden. Leidsters kunnen kinderen hiermee helpen door zelf actief te luisteren Door de gevoelens van de kinderen te verwoorden zorgt de leidster ervoor dat de kinderen merken dat ze begrepen worden en er rekening gehouden wordt met hun gevoelens en behoeften. De leidsters leren de kinderen om naar elkaar luisteren en elkaar uit laten praten.
Afspraken en regels, structuur en rituelen Om goed met elkaar om te gaan zijn er bepaalde afspraken en regels waar iedereen zich aan moet houden. Op onze peuterspeelzalen worden door de leidsters en kinderen afspraken gemaakt over de manier waarop ze met elkaar omgaan. Je kunt aan een kind vertellen dat het iets niet mag, maar het is vooral belangrijk om te vertellen waarom het dat niet mag en wat het dan wél mag. Daarbij is het van groot belang dat de leidster het gedrag van het kind afkeurt en niet het kind zelf. Regels zijn verdraaid lastig voor een peuter die in de “ik “- fase zit, maar regels zijn nodig. Ze bieden rust en structuur voor peuters, ze weten waar ze aan toe zijn. Binnen die regels kan hij zich veilig en vertrouwd voelen en op onderzoek uit gaan. Voorbeelden van regels zijn: “goedemorgen” zeggen als je binnenkomt, aan een ander eerst vragen of je iets mag hebben in plaats van afpakken, voorzichtig zijn met de boeken, luisteren naar elkaar in de kring. Rituelen geven kinderen vastigheid en daardoor veiligheid, bijvoorbeeld door voor het in de kring gaan eerst op te ruimen onder begeleiding van een liedje. Een verjaardagsritueel is ook zo'n mooi voorbeeld: deze kan per speelzaal verschillen, maar brengt de kinderen in een feestelijke, positieve stemming. Ze weten waar ze aan toe zijn, het geeft ze houvast in wat ze te wachten staat. Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 18 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
Hoofdstuk 5
Ouderbetrokkenheid
Ouders zijn de belangrijkste personen in de ontwikkeling en opvoeding van hun kind. De peuterspeelzalen kunnen hier een bijdrage aan leveren. Vanuit deze gezamenlijke verantwoordelijkheid is een goede samenwerking noodzakelijk. We beschouwen onszelf als partner in de opvoeding, en deskundig in het begeleiden van de ontwikkeling van het kind. Zo kunnen de leidsters beter aansluiten bij het kind als ze op de hoogte zijn van bijvoorbeeld belangrijke gebeurtenissen in de thuissituatie. Aan de andere kant willen ouders ook weten hoe het hun kind vergaat op de peuterspeelzaal of bijvoorbeeld suggesties of adviezen omtrent de ontwikkeling en opvoeding van hun kind. Wanneer het kind ervaart dat er positief onderling contact is, zal dit de overgang van de thuissituatie naar de peuterspeelzaal vergemakkelijken. Op onze peuterspeelzalen zijn wij op veel manieren in gesprek met de ouders: De eerste kennismaking of intake Als een peuter voor de eerste keer de peuterspeelzaal bezoekt, voert de leidster met de ouder/verzorger een intakegesprek aan de hand van een checklist (zie bijlage 3: checklist intakegesprek). De belangrijkste zaken omtrent de peuter en het verblijf op de peuterspeelzaal komen dan aan de orde zoals voorstellen van de leidsters, tijden, regels en rituelen, thuissituatie, bijzonderheden, wijzen op de website, privacy, overdracht van gegevens naar de basisschool. Breng- en haalcontacten Dit contact is allereerst bedoeld om de overgang tussen de thuis- en de speelzaalsituatie soepel te laten verlopen. Daarnaast is het ook een moment om eventuele (eenvoudige) vragen met de leidsters te bespreken of om met andere ouders informatie uit te wisselen. De breng- en haalcontacten zijn tevens het moment waarop ouders op een vanzelfsprekende manier opvoedingsondersteuning ervaren: door het contact met andere ouders en de leidsters krijgen ze op een vanzelfsprekende en ongedwongen manier opvoedingsadviezen voor hun kind. Spelinloop Hiermee bedoelen we het eerste half uurtje van ochtend of middag waarin ouders de mogelijkheid hebben om samen met hun kind een boekje te lezen of een spelletje te doen. Ook is dit een laagdrempelige manier voor ouders om andere ouders te ontmoeten en informatie uit te wisselen. Communicatie over de activiteiten Op alle speelzalen wordt met thema's gewerkt. Door middel van een informatie- of ouderboekje worden ouders op de hoogte gehouden van wat er zoal te doen is op de speelzaal . De VVEspeelzalen geven één keer per drie weken een themaboekje mee, waarin ouders op de hoogte worden gehouden van activiteiten, woordenschat, boekjes etc. die gedurende het heersende thema aan de orde komen. Ook staan er tips voor ouders in, om thuis met hun kind mee aan de slag te gaan. Thema- of ontdekhoek Op de VVE-speelzalen kunnen ouders bij binnenkomst in de thema- of ontdekhoek zien wat er op dat moment op de speelzaal aan de orde is. Vaak wordt dit ondersteund door een fotowand of digitale fotolijst.
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 19 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
Portfolio Op veel speelzalen wordt gewerkt met een portfolio van elk kind: verhaaltjes, knutselwerken en foto's geven een mooi beeld van de ontwikkeling gedurende de speelzaalperiode. Deze wordt aan het eind van de peuterspeelzaalperiode aan de ouders meegegeven.
Ouderbijeenkomsten of ouder/kindactiviteiten Per speelzaal kan dit variëren van een ouderavond tot het bezoeken van de kinderboerderij of een herfstwandeling met ouders en peuters. Samen iets ondernemen versterkt het gevoel van betrokkenheid. Bovendien leren ouders en leidsters elkaar beter kennen. Op de VVEpeuterspeelzalen is dit onderdeel van de werkwijze en wordt ernaar gestreefd om ouderbijeenkomsten 1x per projectthema plaats te laten vinden. Meestal is dat aan het begin van het project en/of aan het eind. Ouders gaan vrijwel elk project mee met een uitstapje, wandeling in het kader van een projectthema. Op de reguliere peuterspeelzalen is het afhankelijk van een thema, het seizoen, of wens van ouders: minimaal 3 keer per jaar wordt hier iets met ouders georganiseerd (denk aan uitstapje kinderboerderij, uitstapje naar stadsspeeltuin, meehelpen met eindschoonmaak, etc) en kan het variëren van 3 tot 12 keer per jaar (volgens planning op locatie). Oudergesprekken Op al onze peuterspeelzalen wordt minimaal drie keer tijdens het verblijf op de peuterspeelzaal een observatie verricht. De observaties vinden in ieder geval plaats na drie maanden, rond het derde jaar van het kind en voor het vierde jaar. Voor het vastleggen van de observatie na drie maanden en rond het derde levensjaar van uw kind wordt gebruikt gemaakt van een peuterobservatieformulier. Aan het eind van de peuterspeelzaalperiode vindt er een gesprek plaats met de ouders en de leidster en wordt het overdrachtsformulier naar de basisschool doorgesproken. Hierin staan ontwikkelingsaspecten als, onder andere, welbevinden, zelfredzaamheid, motorische ontwikkeling, taalontwikkeling. Bij de VVE-speelzalen zijn de uitslagen van toetsen en gerichte observatie opgenomen. Het observatie/overdrachtsformulier wordt aan de ouders meegegeven met het verzoek deze aan de leerkracht van groep 1 af te geven. Van de kinderen op de VVE locaties vindt zogenaamde ‘warme overdracht’ plaats. Dat wil zeggen dat de leidster met de leerkracht van groep 1 of de intern begeleider de gegevens en ontwikkeling van het kind doorspreekt. Dit is afhankelijk van de mogelijkheden tot contact met de basisschool en de noodzaak om de ontwikkeling van het kind explicieter te volgen. Uitgangspunt bij de overdracht is altijd dat een ouder goed geïnformeerd is over de ontwikkeling en het welbevinden van het kind en zelf beslist welke gegevens aan de basisschool worden overgedragen. Voor de VVE speelzalen geldt dat ouders bij inschrijving toestemming geven om de toetsgegevens door te geven aan basisschool, dit in verband met de doorgaande leerlijn. Begeleiding ouders VVE speelzalen Specifiek voor de ouders van de VVE-speelzalen en VVE kinderen op de basisscholen hebben wij buurtmoeders die wekelijks groepsbijeenkomsten organiseren om ouders in staat te stellen hun kind zo goed mogelijk te begeleiden. In deze groepsbijeenkomsten worden de thema's behandeld waar de kinderen op de VVE-speelzaal of op school in groep 1 en 2 mee bezig zijn, maar bieden ook ruimte voor het uitwisselen van opvoedingsvraagstukken. Op deze manier zijn de bijeenkomsten zowel Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 20 van 38
Samen, betrokken en dichtbij voor ouders als leidsters en leerkrachten een welkome aanvulling op de reguliere oudercontacten. Ook ontmoeting en uitwisseling van kennis en ervaring van ouders onderling is een zeer belangrijk aspect. Zorgen rond een kind Wanneer er tijdens het verblijf op de peuterspeelzaal zorgen zijn omtrent de ontwikkeling van het kind, zal op dat moment een gesprek met de ouders gevoerd worden om de zorgen te bespreken. Met de ouders worden de stappen besproken die de leidster en de ouders kunnen ondernemen om het kind te begeleiden bij zijn ontwikkeling (werkwijze ‘signaleren van ontwikkelingsproblemen'). Via het inschrijfformulier en de inschrijfvoorwaarden worden ouders geïnformeerd over het feit dat we werken met de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Ouders worden altijd geïnformeerd als wij ons zorgen maken over hun kind en welke stappen wij samen met de ouders kunnen ondernemen om het kind te beschermen en te helpen. Ondersteuning voor ouders Soms hebben ouders extra ondersteuning nodig bij de opvoeding van hun kind: het kind luistert niet, slaapt slecht of zindelijk worden lukt niet. Op alle peuterspeelzalen zijn leidsters aanwezig die ouders extra kunnen ondersteunen door middel van een persoonlijk gesprek. Stichting Netwerk beschikt over een getrainde medewerker, die regelmatig workshops organiseert over eenvoudige opvoedproblemen zoals bijv. leren luisteren of een goed slaappatroon ontwikkelen. Indien ouders belangstelling hebben kunnen zij dit kenbaar maken bij de leidsters van de peuterspeelzalen. Dit gebeurt volgens de Triple P methode, een methode die in heel West-Friesland gehanteerd wordt. (Meer informatie: www.positiefopvoeden.nl). Minimaal 2 keer per jaar wordt een workshop voor ouders georganiseerd volgens de methode positief opvoeden. Medezeggenschap Op elke peuterspeelzaallocatie is een oudercommissie ingesteld, met als doel: Het behartigen van de belangen van de kinderen en de ouders en het vertegenwoordigen van de ouders. Daarnaast kunnen zij adviseren ten aanzien van kwaliteit en hiermee de kwaliteit van het peuterwerk waarborgen of verbeteren.
Tevredenheid Tweejaarlijks vindt er een tevredenheidspeiling plaats op al onze speelzalen. Ouders hebben dan de gelegenheid om hun mening te geven over de speelzaal van hun kind. Daarnaast kunnen ouders en oudercommissies met klachten gebruik maken van onze klachtenregeling die te vinden is op de website van Stichting Netwerk (www.netwerkhoorn.nl).
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 21 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
LOCATIESPECIFIEK BELEID Alle praktische informatie (adres, dagdelen, speelzaaltijd) kunt u vinden op onze website www.netwerkhoorn.nl en informatie met betrekking tot de pedagogische basisinrichting staat in Hoofdstuk 1 paragraaf 2. Rooster en personele bezetting ter inzage op locatie en op Centraal Bureau. De Kersentuin, locatie Brederodegracht Gesitueerd in Wijkcentrum Kersenboogerd in de wijk Kersenboogerd. Er zijn twee lokalen. Eén lokaal wordt gebruikt door de VVE groepen en een peuterspeelzaalgroep, het andere lokaal wordt gebruikt door peuterspeelzaalgroepen. De groepen die tegelijkertijd in de verschillende lokalen aanwezig zijn worden binnen in de lokalen nooit gemixt, open deuren beleid is er niet. De buitenspeelplaats wordt gebruikt door beide groepen. Soms wordt er gelijktijdig gebruik van gemaakt. Er is dan altijd minimaal één leidster van iedere groep op de speelplaats aanwezig. Uitgangspunt is dat de leidsters toezicht houden op de kinderen van hun eigen groep. Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5. Op de VVE groep wordt naast deze uitgangspunten gewerkt volgens de VVE Piramide methode, een uitgebreide beschrijving hiervan kunt u vinden in hoofdstuk 3.
5 peuterspeelzaalgroepen dagindeling: ▪ brengen, moment samen met de ouder ▪ kring, aanwezig/afwezig ▪ vrij spelen/knutselen ▪ eten/drinken ▪ buitenspelen (of binnen) ▪ afsluiting in de kring
2 VVE groepen werkwijze: volgens de VVE-Piramidemethode, Dat betekent dat kinderen gericht gestimuleerd worden in alle ontwikkelingsaspecten, er met een programma per thema en per dag gewerkt wordt, dat er met een kindvolgsysteem en bijbehorende registratie van aanbod gewerkt wordt en dat overdracht van otwikkelingsgegevens plaats vindt met de basisschool, de betrokkenheid van ouders is wordt expliciet toegepast. Voor de specifieke invulling van het programma is per locatie de planning en uitvoering volgens de methode en voor elk kind te zien. dagindeling: spelinloop toilet
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 22 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
groepsexploratie (opening, presentielijst) speelleerprogramma in hoeken/activiteiten in kleine groep/tutoring opruimen fruit/drinken buitenspel/gymnastiek afsluiting
Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e (assistent) leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van het wijkcentrum Kersenboogerd. De Kersentuin, locatie Wereldwijzer Gesitueerd in basisschool De Wereldwijzer in de wijk Kersenboogerd. De peuterspeelzaalgroep en de VVE groep maken gebruik van hetzelfde lokaal. Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5. Op de VVE groepen wordt naast deze uitgangspunten gewerkt volgens de VVE Piramide methode, een uitgebreide beschrijving hiervan kunt u vinden in hoofdstuk 3 (blz. 15 en 16).
1 peuterspeelzaalgroep dagindeling: inloop samen spelen met de ouders kring & presentielijst invullen met een liedje groepsactiviteit vrij spelen opruimen in de kring eten of drinken buiten spelen of groepsactiviteit afsluiting met liedje
2 VVE groepen werkwijze: volgens de VVE-Piramidemethode, Dat betekent dat kinderen gericht gestimuleerd worden in alle ontwikkelingsaspecten, er met een programma per thema en per dag gewerkt wordt, dat er met een kindvolgsysteem en bijbehorende registratie van aanbod gewerkt wordt en dat overdracht van otwikkelingsgegevens plaats vindt met de basisschool, de betrokkenheid van ouders is wordt expliciet toegepast. Voor de specifieke invulling van het programma is per locatie de planning en uitvoering volgens de methode en voor elk kind te zien. dagindeling: spelinloop
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 23 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
toilet groepsexploratie (incl. presentielijst) speelleerprogramma in hoeken/activiteiten in kleine groep/tutoring opruimen fruit/drinken buitenspel/gymnastiek afsluiting
Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e (assistent) leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van basisschool de Wereldwijzer. De Kersentuin, locatie Volkerakweg Gesitueerd in basisschool Het Spectrum in de wijk Kersenboogerd, één lokaal. Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5.
5 peuterspeelzaalgroepen dagindeling: brengen, moment samen met de ouder kring, aanwezig/afwezig vrij spelen/knutselen eten/drinken buitenspelen (of binnen) afsluiting in de kring
Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e(assistent) leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op locatie en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van basisschool het Spectrum. De Poort Gesitueerd in de Vrije school De Parcival in de wijk Kersenboogerd, één lokaal Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5. Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 24 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
1 peuterspeelzaalgroep werkwijze: antroposofisch, specifiek beleid ter inzage op locatie dagindeling: ▪ kring met ontmoeting, liedjes, gebaren- en bewegingsspel passend bij het seizoen ▪ vrije spel met daarin helpen eten klaar te maken ▪ opruimen en zang/kringspel ▪ aan tafel, liedjes zingen, eten en drinken ▪ buitenspel ▪ gezamenlijke creatieve activiteit (tekenen, plakken, schilderen, boetseren) ▪ vertellen, voorlezen of tafel/poppenspel
½ peuterspeelzaalgroep werkwijze: antroposofisch, specifiek beleid ter inzage op locatie dagindeling: ▪ kring met ontmoeting, liedjes, gebaren- en bewegingsspel passend bij het seizoen ▪ vrije spel met daarin helpen eten klaar te maken ▪ opruimen en zang/kringspel ▪ aan tafel, liedjes zingen, eten en drinken ▪ buitenspel ▪ gezamenlijke creatieve activiteit (tekenen, plakken, schilderen, boetseren) ▪ vertellen, voorlezen of tafel/poppenspel
Op deze locatie wordt, naast de beroepskrachten (zie pedagogische basisinrichting, hoofdstuk 1.2) ook gewerkt met een, boventallige, vrijwilliger. Takenformulier vrijwilliger op locatie aanwezig. Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e(assistent) leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van basisschool de Parcival.
De Kleine Waal Gesitueerd in wijkcentrum Grote Waal in de wijk Grote Waal. De peuterspeelzaalgroepen en de VVE groep maken gebruik van hetzelfde lokaal. Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5. Op de VVE groep wordt naast deze uitgangspunten gewerkt volgens de VVE Piramide methode, een uitgebreide beschrijving hiervan kunt u vinden in hoofdstuk 3.
3 peuterspeelzaalgroepen dagindeling: ▪ ouders en kinderen welkom heten
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 25 van 38
Samen, betrokken en dichtbij ▪ koffie en thee staan klaar (aanbieden) ▪ vrij spelen ▪ kring, goedemorgen zingen en presentielijst invullen, boekje lezen, praten over thema ▪ handenwassen ▪ fruit moment, drinken ▪ knutselactiviteit n.a.v. thema en boek ▪ bij mooi weer: naar buiten, kinderboerderij, omgeving anders binnen spelen ▪ laatste kring: vertellen over ochtend/middag (wat hebben we gedaan), drinken en koekje uitgedeeld door één van de kinderen (bakker) en liedje (dag dag) zingen Op deze peuterspeelzaalgroepen wordt, naast de beroepskrachten (zie pedagogische basisinrichting, hoofdstuk 1.2) ook gewerkt met een, boventallige, vrijwilliger. Takenformulier vrijwilliger op locatie aanwezig.
1 VVE groep Grote Waal Op 2 locaties (2 dagdelen locatie Kleine Waal, 2 dagdelen locatie Jules Verne), vermeld in rooster en op website werkwijze: volgens de VVE-Piramidemethode, Dat betekent dat kinderen gericht gestimuleerd worden in alle ontwikkelingsaspecten, er met een programma per thema en per dag gewerkt wordt, dat er met een kindvolgsysteem en bijbehorende registratie van aanbod gewerkt wordt en dat overdracht van ontwikkelingsgegevens plaats vindt met de basisschool, de betrokkenheid van ouders is wordt expliciet toegepast. Voor de specifieke invulling van het programma is per locatie de planning en uitvoering volgens de methode en voor elk kind te zien. dagindeling: spelinloop, ouders en kinderen worden welkom geheten en worden gestimuleerd om samen met hun kind een puzzel of een spelletje te gaan doen toilet groepsexploratie (incl.presentielijst) speelleerprogramma in hoeken/activiteiten in kleine groep/tutoring opruimen fruit/drinken buitenspel/gymnastiek afsluiting
Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e (assistent) leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van wijkcentrum Grote Waal. Jules Verne Gesitueerd in basisschool Jules Verne, één lokaal Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 26 van 38
Samen, betrokken en dichtbij Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5. Op de VVE groepen wordt naast deze uitgangspunten gewerkt volgens de VVE Piramide methode, een uitgebreide beschrijving hiervan kunt u vinden in hoofdstuk 3 (blz. 15 en 16).
2 VVE groepen werkwijze: volgens de VVE-Piramidemethode, Dat betekent dat kinderen gericht gestimuleerd worden in alle ontwikkelingsaspecten, er met een programma per thema en per dag gewerkt wordt, dat er met een kindvolgsysteem en bijbehorende registratie van aanbod gewerkt wordt en dat overdracht van ontwikkelingsgegevens plaats vindt met de basisschool, de betrokkenheid van ouders is wordt expliciet toegepast. Voor de specifieke invulling van het programma is per locatie de planning en uitvoering volgens de methode en voor elk kind te zien. dagindeling: ▪ spelinloop, ouders en kinderen worden welkom geheten en worden gestimuleerd om samen met hun kind een puzzel of een spelletje te gaan doen ▪ presentielijst ▪ toilet ▪ groepsexploratie ▪ speelleerprogramma in hoeken/activiteiten in kleine groep/tutoring ▪ opruimen ▪ fruit/drinken ▪ buitenspel/gymnastiek ▪ afsluiting
1 VVE groep Grote Waal Op 2 locaties (2 dagdelen locatie Kleine Waal, 2 dagdelen locatie Jules Verne) werkwijze: volgens de VVE-Piramidemethode, Dat betekent dat kinderen gericht gestimuleerd worden in alle ontwikkelingsaspecten, er met een programma per thema en per dag gewerkt wordt, dat er met een kindvolgsysteem en bijbehorende registratie van aanbod gewerkt wordt en dat overdracht van ontwikkelingsgegevens plaats vindt met de basisschool, de betrokkenheid van ouders is wordt expliciet toegepast. Voor de specifieke invulling van het programma is per locatie de planning en uitvoering volgens de methode en voor elk kind te zien. dagindeling: ▪ spelinloop, ouders en kinderen worden welkom geheten en worden gestimuleerd om samen met hun kind een puzzel of een spelletje te gaan doen ▪ toilet ▪ groepsexploratie (incl. presentielijst) ▪ speelleerprogramma in hoeken/activiteiten in kleine groep/tutoring ▪ opruimen ▪ fruit/drinken ▪ buitenspel/gymnastiek ▪ afsluiting
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 27 van 38
Samen, betrokken en dichtbij Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van basisschool Jules Verne. De Peutertuin, locatie KlimOp Gesitueerd in basisschool De KlimOp. De peuterspeelzaalgroep en de VVE groepen maken gebruik van hetzelfde lokaal. Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5. Op de VVE groepen wordt naast deze uitgangspunten gewerkt volgens de VVE Piramide methode, een uitgebreide beschrijving hiervan kunt u vinden in hoofdstuk 3.
1 peuterspeelzaalgroep dagindeling: ▪ inloop: ouders stimuleren om samen boekje of puzzel te doen of veilig op schoot te zitten ▪ kring: goedemorgen lied, namen van kinderen benoemen of laten zeggen, tellen boek of spel over thema ▪ handen wassen ▪ fruit eten, benoemen van fruit, eigen inbreng van peuters wat betreft gesprek, eindigen met versje (1,2,3, handjes op je knie) ▪ vrij spel, stimuleren tot samenspel ▪ knutselen, met één leidster (en stagiaire) andere leidster bij spelende kinderen ▪ opruimen: opruimlied, aangeven wie welk speelgoed opruimt ▪ kring: 'drinken' lied, limonade en koekje om de beurt uitdelen ▪ buitenspelen, jas pakken, proberen aan te trekken of bij slecht weer: een groepsactiviteit ▪ afsluiten: in de kring, wat hebben we gedaan, eventueel knutsel uitdelen, afscheidslied
2 VVE groepen werkwijze: volgens de VVE-Piramidemethode, Dat betekent dat kinderen gericht gestimuleerd worden in alle ontwikkelingsaspecten, er met een programma per thema en per dag gewerkt wordt, dat er met een kindvolgsysteem en bijbehorende registratie van aanbod gewerkt wordt en dat overdracht van ontwikkelingsgegevens plaats vindt met de basisschool, de betrokkenheid van ouders is wordt expliciet toegepast. Voor de specifieke invulling van het programma is per locatie de planning en uitvoering volgens de methode en voor elk kind te zien. dagindeling: ▪ spelinloop ▪ toilet
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 28 van 38
Samen, betrokken en dichtbij ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
groepsexploratie (incl. presentielijst) speelleerprogramma in hoeken/activiteiten in kleine groep/tutoring opruimen fruit/drinken buitenspel/gymnastiek afsluiting korte kringactiviteit of buiten spelen, afhankelijk van het weer
Woensdagmiddag en donderdagmiddag peutergym in het speellokaal van de kleuters. Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e (assistent)leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van basisschool KlimOp.
De Peutertuin, locatie De Rank Gesitueerd in basisschool De Rank, één lokaal. Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5.
4 peuterspeelzaalgroepen dagindeling: ▪ inloop: ouders stimuleren om samen boekje of puzzel te doen of veilig op schoot te zitten ▪ kring: goedemorgen lied, namen van kinderen benoemen of laten zeggen, tellen boek of spel over thema ▪ handen wassen ▪ fruit eten, benoemen van fruit, eigen inbreng van peuters wat betreft gesprek, eindigen met versje (1,2,3, handjes op je knie) ▪ vrij spel, stimuleren tot samenspel ▪ knutselen, met één leidster (en stagiaire) andere leidster bij spelende kinderen ▪ opruimen: opruimlied, aangeven wie welk speelgoed opruimt ▪ kring: 'drinken' lied, limonade en koekje om de beurt uitdelen ▪ buitenspelen, jas pakken, proberen aan te trekken of bij slecht weer: een groepsactiviteit ▪ afsluiten: in de kring, wat hebben we gedaan, eventueel knutsel uitdelen, afscheidslied
Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e (assistent)leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 29 van 38
Samen, betrokken en dichtbij zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van basisschool de Rank.
Peuterspeelzaal De Zaagtandjes Gesitueerd in wijkcentrum de Zaagtand in de binnenstad van Hoorn. Er zijn twee lokalen. Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5. Op de VVE groep wordt naast deze uitgangspunten gewerkt volgens de VVE Piramide methode, een uitgebreide beschrijving hiervan kunt u vinden in hoofdstuk 3.
6 peuterspeelzaalgroepen, waarvan 2 combinatiegroepen (½ peuterspeelzaalgroep en ½ VVE groep) dagindeling: ▪ binnenkomst ouders/peuters (welkom heten) ▪ vrij spel ▪ afscheid nemen van de ouders (zwaaien bij het raam) ▪ in de kring liedje welkom en Piccolo (pop), alle namen van de peuters benoemen ▪ thema bespreking ▪ activiteit/vrij spel ▪ gezamenlijk opruimen ▪ kring maken ▪ plas/verschoon ronde/handen wassen ▪ fruit eten, drinken en koekje toe ▪ bij mooi weer buiten spelen of begeleide activiteit (bijv. voorlezen of spelletje doen) ▪ kring afsluiting (liedje zingen) ▪ afscheid nemen en naar huis
1x in de maand gymmen in de locatie basisschool Fluitschip.
1 VVE groep en een ½ VVE groep (zie combinatiegroepen) werkwijze: volgens de VVE-Piramidemethode, Dat betekent dat kinderen gericht gestimuleerd worden in alle ontwikkelingsaspecten, er met een programma per thema en per dag gewerkt wordt, dat er met een kindvolgsysteem en bijbehorende registratie van aanbod gewerkt wordt en dat overdracht van ontwikkelingsgegevens plaats vindt met de basisschool, de betrokkenheid van ouders is wordt expliciet toegepast. Voor de specifieke invulling van het programma is per locatie de planning en uitvoering volgens de methode en
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 30 van 38
Samen, betrokken en dichtbij voor elk kind te zien. dagindeling: ▪ spelinloop ▪ toilet ▪ groepsexploratie (incl. presentielijst) ▪ speelleerprogramma in hoeken/activiteiten in kleine groep/tutoring ▪ opruimen ▪ fruit/drinken ▪ buitenspel/gymnastiek ▪ afsluiting 1x in de maand gymmen in de locatie basisschool Fluitschip. Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e (assistent)leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van wijkcentrum De Zaagtand.
De Zwaaghalsjes Gesitueerd in cultureel centrum de Plataan in Zwaag. Twee lokalen, waarvan één lokaal gebruikt door alle groepen en één alleen gebruikt als uitvalsbasis (“gymlokaal”) bij slecht weer. Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5.
4 peuterspeelzaalgroepen dagindeling: ▪ peuters en ouders/verzorgers begroeten en welkom heten ▪ gelegenheid voor ouders voor gesprek met leidsters of spelen met de peuters ▪ kringgesprek en presentielijst ▪ boekje bespreken/voorlezen/uitdiepen. Eventueel nieuw thema vermelden. ▪ vrij spel en knutselactiviteit (in de ochtend) ▪ plas/verschoon ronde ▪ gezamenlijk opruimen ▪ aan tafel: evalueren wat er gedaan is, zingen, bekers/bakjes uit laten delen door enkele peuters en eet- en drinkliedje zingen ▪ vrij spelen, binnen of buiten. Bij slecht weer naar 'gymlokaal'. ▪ opruimen ▪ kringactiviteit: zingen of spelletjes ▪ afscheidsliedje ▪ ouders worden door enkele peuters naar binnengelaten om hun kind op te halen
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 31 van 38
Samen, betrokken en dichtbij ▪ gelegenheid voor ouders om vragen te stellen en/of mededelingen te doen omtrent hun peuter Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e (assistent)leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau).
Dribbel, locatie de Vierhoek Gesitueerd in De Vierhoek in de wijk Bangert-Oosterpolder. De buitenspeelplaats wordt gedeeld met kinderdagverblijf De Bonte Koe van Stichting Kinderopvang Hoorn. Soms wordt er gelijktijdig gebruik van gemaakt. Uitgangspunt is dat de leidsters toezicht houden op de kinderen van hun eigen groep. Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5.
2 peuterspeelzaalgroepen dagindeling: ▪ bij binnenkomst vrij spel ▪ in de kring vertellen welke activiteit we gaan doen en wat de kinderen laten vertellen ▪ groepje vrij spel en groepje activiteit laten doen ▪ gezamenlijk opruimen ▪ in de kring voorstel rondje met piccolo (pop) daarna fruit/drink moment ▪ plas/verschoonronde ▪ bij goed weer buitenspelen, bij slecht weer zang, dans of spel ▪ afsluiting in de kring
Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e (assistent)leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van kinderdagverblijf De Bonte Koe van Stichting Kinderopvang Hoorn.
Dribbel, locatie de Kreek Gesitueerd in De Kreek in de wijk Bangert-Oosterpolder, één lokaal. Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 32 van 38
Samen, betrokken en dichtbij Op alle groepen wordt gewerkt volgens de uitgangspunten zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan hoofdstuk 2 t/m 5.
2 peuterspeelzaalgroepen dagindeling: ▪ bij binnenkomst vrij spel ▪ in de kring vertellen welke activiteit we gaan doen en wat de kinderen laten vertellen ▪ groepje vrij spel en groepje activiteit laten doen ▪ gezamenlijk opruimen ▪ in de kring voorstel rondje met picolo (pop) daarna fruit/drink moment ▪ plas/verschoonronde ▪ bij goed weer buitenspelen, bij slecht weer zang, dans of spel ▪ afsluiting in de kring
Voor alle groepen geldt: er is altijd een achterwacht. Er wordt nooit zonder 2e (assistent)leidster op de groep gewerkt. Mocht er bij uitzondering alleen een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig zijn, dan is de achterwacht als volgt geregeld: Op deze locatie wordt ondersteuning gevraagd door het inzetten van een oproepkracht door de leidsters zelf of via het Centraal Bureau (lijst oproepkrachten, ter inzage op speelzaal en Centraal Bureau). In geval van een spoed/noodsituatie wordt de ondersteuning ingeroepen van een medewerker van de Roald Dahl School.
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 33 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
Bijlage 1: Werkwijze 'Signaleren van ontwikkelingsproblemen'
Vragen en/of zorgen over de ontwikkeling of het gedrag van een kind | | | | Lichamelijke, sociaal-emotionele en Een vermoeden van een zorgwekkende verstandelijke ontwikkeling, opvallend opvoedsituatie: START STAPPENPLAN gedrag MELDCODE | | Intern overleg met collega, leidinggevende/coördinator VVE inzet triple P niveau 2 of 3 of workshop OF | | | | Overleg met Overleg met ouders consultatiebureau/ JGZ | | Ouders staan open voor hulp Ouders staan niet open voor hulp | | | | In belang van het kind en de 1. Hoorn andere kinderen wordt naar logopedisch centrum passende oplossing gezocht. In fysiotherapie uiterste geval kan dit betekenen dat het kind niet op de speelzaal kan blijven. Dit protocol is in Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 34 van 38
Samen, betrokken en dichtbij ontwikkeling.
Opmerking: Op gemeentelijk niveau wordt de zorgstructuur van voorschoolse voorzieningen/basisonderwijs in de VVE werkgroep zorgstructuur nader bekeken en mogelijk bijgesteld door de verschillende partners onder andere gemeente, JGZ, basisonderwijs, kinderopvangorganisaties, Stichting Netwerk en het logopedisch centrum.
Bijlage 2: Meldcode kindermishandeling Wat is de meldcode kindermishandeling De meldcode is een stappenplan waarin wordt aangegeven hoe de professional behoort om te gaan met het signaleren en melden van kindermishandeling of huiselijk geweld ter ondersteuning van zijn/haar besluit om wel/niet te melden. Route 1: De Route bij signalen huiselijk geweld en kindermishandeling STAP
ACTIE
DOOR WIE
1
Inventariseren zorg
Leidster
2
Collegiale consultatie
Leidster met ondersteuning van aandachtsfunctionaris (A.F.) en evt. vragen AMK
3
Gesprek met de ouders
Leidsters en, indien gewenst , A.F.
4
Taxeren veiligheid
A.F. in overleg met AMK
5
Beslissen wel of niet melden
A.F. Er zijn 2 opties: 1. ouders ziet in dat hulp noodzakelijk is en onderneemt actie, al dan niet met hulp van A.F. A.F. Blijft monitoren 2. ouder erkent niet dat hulp noodzakelijk is. A.F. doet melding bij AMK
Route 2: Route bij mogelijk geweld- of zedendelict door een collega STAP
ACTIE
DOOR WIE
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 35 van 38
Samen, betrokken en dichtbij 1A
Inventariseren zorg/signaleren
Signalerende leidster
1B
Direct melding doen van vermoeden Leidster doet melding direct bij de van geweld- of zedendelict door een houder/directie collega jegens een kind bij houder
2
Direct in overleg met vertrouwensinspecteur
Houder (= bij Netwerk de directie)
3
Aangifte doen bij politie
Houder (=directie)
4
Handelen n.a.v. het politieonderzoek Houder (=directie)
5
Nazorg bieden en evalueren
Houder/directie of leidinggevende
Route 3: Route bij seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling STAP
ACTIE
DOOR WIE
1
Inventariseren signalen/zorg
Leidster
2
Melden van het gedrag bij leidinggevende
Leidster (meld bij leidinggevende en brengt betrokken ouders op de hoogte)
3
Beoordelen van de ernst v/h gedrag
Leidinggevende (raadpleegt evt. GGD/AMK, gaat in gesprek met betrokken ouders/registreert)
4
Maatregelen nemen
Leidinggevende in overleg met directie (stelt onderzoek in, schakelt GGD/AMK in, organiseert zorg voor ouders en kinderen)
5
Handelen
Leidinggevende in overleg met directie (beslist n.a.v. onderzoek over opvang kind dat gedrag vertoont
6
Nazorg en evalueren
Leidinggevende in overleg met directie
Wie doet bij Stichting Netwerk wat en hoe? Alle leidsters en assistent-leidsters zijn verplicht met de meldcode te werken Bij vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld wordt één van de bovenstaande routes gehanteerd Elk “onderbuikgevoel” bij de (assistent)leidsters is het waard om mee aan de slag te gaan! Aandachtsfunctionaris Stichting Netwerk Naam: Cathy Schut functie: projectmedewerker VVE Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 36 van 38
Bereikbaar:
Samen, betrokken en dichtbij op Centraal Bureau 0229-212587 (maandagmiddag, dinsdagmiddag, donderdagochtend) of per e-mail:
[email protected]
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 37 van 38
Samen, betrokken en dichtbij
Bijlage 3: Checklist intakegesprek □ □ □ □ □ □ □ □
□ □ □ □
□ □ □ □ □ □ □ □
Voorstellen van (assistent-)leidsters, vrijwilligster, stagiaire Speelzaaltijden Dagindeling in het kort Wegwijs door de speelzaal (waar het fruit/drinken neerzetten Uitleggen hoe de wenperiode verloopt (evt. vaste knuffel voor de eerste paar keer als kind verdrietig is) Bespreken document ‘aandachtspunten tijdens intakegesprek’ Informatieboekje Kindkaart doornemen (kloppen gegevens en opheldering vragen onduidelijkheden) Let op: mailadres wordt soms gebruikt voor correspondentie vanuit Netwerk. Wijzigingen dus doorgeven. Geschiedenis medicijngebruik vanaf geboorte en allergieën (noteren op kindkaart) Ontwikkeling kind tot nu toe (zelfstandig drinken, zindelijk, emotioneel, tussen de middag slaap, traplopen) Hoe ziet de gezinssamenstelling eruit? Als kind door iemand anders opgehaald wordt dit altijd vooraf doorgeven aan de leidster. Als het niet doorgegeven is kan kind niet meegegeven worden en moet de leidster bellen om het na te vragen. Bij ophalen door een minderjarige dan ook een toestemmingsformulier laten ondertekenen (evengoed altijd vooraf bellen of doorgeven). Bellen naar peuterspeelzaal bij ziekte/afwezigheid van kind Doorgeven van bijzondere gebeurtenissen (ziekte, geboorte, overlijden, scheiding van ouders etc.) in familie- of kennissenkring. Naam in de jas en tas Foto’s van andere kinderen van de peuterspeelzaal mogen niet via social media worden verspreid i.v.m. privacy van de kinderen (zie ook voorwaarden). Vragen of de ouders/verzorgers het inschalingsformulier hebben gehad en ook begrijpen. Informatie over het pedagogisch beleidsplan en de klachtenprocedure en dergelijke kunt u vinden op de website van Stichting Netwerk www.netwerkhoorn.nl. Bestaan van oudercommissie en interesse in deelname oudercommissie Dikkie dik boekje meegeven
Datum:
Handtekening ouder/verzorger:
Pedagogisch beleidsplan peuterspeelzalen Stichting Netwerk, september 2015
Pagina 38 van 38