Beheren Salesforce-community's instellen en beheren Gebruikershandleiding, Winter ’16
@salesforcedocs
De Engels versie van dit document heeft voorrang op de vertaalde versie. © Copyright 2000–2015 salesforce.com, inc. Alle rechten voorbehouden. Salesforce is een gedeponeerd handelsmerk van
salesforce.com, inc.; dit geldt ook voor andere namen en merken. Overige handelsmerken die worden vernoemd, zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
INHOUDSOPGAVE Salesforce-community's instellen en beheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Overzicht van Salesforce-community's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Uw implementatie plannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Uw community instellen en onderhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Beveiliging en authenticatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Ontwerp en paginabeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Sjablonen aanpassen met de Communitysamensteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Communitysjablonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108 Communitybeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 Rapportage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148 Uw gebruikers voorlichten over community's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
Index
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Salesforce-community's instellen en beheren Overzicht van Salesforce-community's Community's are ruimten met "branding", waarin uw medewerkers, klanten en partners contact met elkaar kunnen onderhouden. U kunt community's dusdanig maken en aanpassen dat deze beantwoorden aan uw zakelijke behoeften, waarbij naadloos overschakelen mogelijk is. Community's vormen een prima manier om informatie te delen en samen te werken met mensen buiten uw bedrijf, die belangrijk zijn voor uw bedrijfsprocessen, zoals klanten of partners. U kunt community's gebruiken voor de volgende doeleinden: • Meer verkoop stimuleren door uw medewerkers in contact te brengen met uw distributeurs, wederverkopers en leveranciers
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• Een service van topklasse leveren door uw klanten één plek te geven voor al hun antwoorden • Sociale activiteiten, inhoud, betrokkenheid en werkstroom op één plek beheren U kunt meerdere community's binnen uw organisatie maken voor verschillende doeleinden. U kunt bijvoorbeeld een klantenondersteuningscommunity maken om de ondersteuningskosten te drukken of een kanaalverkoopcommunity voor ondersteuning van partnerdeals, terwijl u ook een community kunt hebben speciaal voor een aanstaand evenement. Community's kunnen worden gebaseerd op standaard Salesforce-functionaliteit en -tabbladen of op een van onze vooraf geconfigureerde sjablonen. Community's bevatten mogelijk een subset van voorzieningen en gegevens die beschikbaar zijn in uw interne Salesforce-organisatie en kunnen worden aangepast voor gebruik bij de "branding" van uw bedrijf. Daarnaast kunt u kiezen welke leden uit uw bedrijf en welke klanten, partners of andere mensen buiten uw bedrijf lid kunnen worden. Community's functioneren binnen uw organisatie en zijn eenvoudig toegankelijk vanuit een vervolgkeuzemenu in de linkerbovenhoek van Salesforce of in de mobiele-browserapp Salesforce1. Gebruik dit menu om te schakelen tussen uw community's en uw interne Salesforce-organisatie. ZIE OOK: Planning voor de toekomst Salesforce Community's inschakelen Community's maken Uw community beheren
Uw implementatie plannen Planning voor de toekomst Het is nuttig om enkele belangrijke beslissingen te nemen voordat uw community gaat instellen en aanpassen. • Bepaal de zakelijke vereisten van de community. Voor welke typen gebruikers gaat u de community maken? U kunt beginnen met het aangeven van de belangrijkste gebruikscases die u wilt ondersteunen, zoals klantenondersteuning, selfservice of marketing. • Schat de grootte van de community in. Dit helpt bij het bepalen van uw licentiëringsvereisten.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Uw community instellen en onderhouden | 2
• Bepaal of u de inhoud van uw community openbaar beschikbaar wilt maken voor gastgebruikers zonder licenties. • Plan het uiterlijk van uw community en denk vervolgens na over de beschikbare opties voor aanpassingen. Bij Community's hebt u de volgende keuzes: – Visualforce gebruiken voor het aanpassen van kant-en-klare communitytabbladen: Community's wordt geleverd met enkele kant-en-klare thema's voor "branding", die u in combinatie met standaard Salesforce-tabbladen in uw community kunt gebruiken. Daarnaast kunt u Visualforce gebruiken om het uiterlijk van uw community’s uitgebreid aan te passen en alle mogelijkheden van het Force.com-platform te benutten. Deze optie vereist programmeerkennis. – Gebruik de Communitysamensteller met sjablonen: Communitysamensteller wordt geleverd met volwaardige, gestileerde sjablonen voor community's die zijn gericht op scenario's voor klantenondersteuning. Sjablonen bieden gemakkelijke aanpassing via een intuïtieve GUI en garanderen een snelle implementatie van uw community met minimale configuratie in Site.com. Voor deze optie is geen programmeerervaring of kennis van het Force.com-platform vereist. Zie Kiezen tussen Communitysamensteller en Force.com Sites voor meer informatie over deze opties. • Bepaal of een van de communitylimieten van invloed is op uw implementatie.
Uw community instellen en onderhouden Salesforce Community's inschakelen Door het inschakelen van Community's wordt ook het nieuwe gebruikersinterfacethema ingeschakeld, waarmee het uiterlijk van Salesforce wordt bijgewerkt. Opmerking: Zodra u Community's inschakelt, kunt u deze niet meer uitschakelen. Als de toegang tot Community's van uw organisatie wordt opgeschort wegens niet-betaling van de daaraan verbonden kosten, worden alle van uw community's gedeactiveerd, inclusief die met de status Voorbeeld. Wanneer Community's opnieuw wordt ingeschakeld, hebben alle community's de status Niet-actief. U kunt deze community's wel activeren, maar u kunt deze niet terugzetten naar de status Voorbeeld. 1. Geef vanuit Set-up Communityinstellingen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Communityinstellingen. Opmerking: Als u dit menu niet ziet, is Community's mogelijk niet ingeschakeld voor uw organisatie. Neem contact op met uw Salesforce Account Executive.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Community's inschakelen: • "Toepassing aanpassen"
2. Selecteer Community's inschakelen. 3. Selecteer een domeinnaam voor uw community's en klik vervolgens op Beschikbaarheid controleren om er zeker van te zijn dat deze nog niet wordt gebruikt. Onze suggestie aan u is dat u iets herkenbaars gebruikt voor uw gebruikers, zoals de naam van uw bedrijf. Hoewel de domeinnaam gelijk is voor alle community's, kunt u wel een unieke URL voor elke community maken tijdens het aanmaakproces. Als uw domein bijvoorbeeld UniversalTelco.force.com is en u een klantcommunity maakt, kunt u de URL aanduiden als UniversalTelco.force.com/customers. Belangrijk: Vergeet niet dat u de domeinnaam niet kunt wijzigen nadat u deze hebt opgeslagen. U kunt een volledig aangepast domein aangeven door deze op te geven op de pagina Domeinbeheer. Geef vanuit Set-up Domeinen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Domeinen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Salesforce Community's inschakelen | 3
4. Klik op Opslaan. U kunt nu community's maken. De machtiging "Community's maken en instellen" is verplicht als u community's wilt maken en aanpassen. Tevens biedt deze de gebruiker de mogelijkheid tot het beheren van de Site.com-site die is gekoppeld aan de community. na het inschakelen van Community's wordt u aangeraden om de "Globale koptekst weergeven" te verlenen aan interne gebruikers die toegang tot de community nodig hebben. Met de globale koptekst kunnen gebruikers gemakkelijk schakelen tussen hun interne organisatie en community's waarvan ze lid zijn.
Het geeft ook een extra menu weer in Communitybeheer voor beheerders en communitymanagers, dat zij kunnen gebruiken om te schakelen tussen Communitybeheer, Communitysamensteller, Force.com en Site.com Studio.
ZIE OOK: http://help.salesforce.com//help/pdfs/en/salesforce_communities_implementation.pdf Wie kan wat zien in community's
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communityinstellingen voor de hele organisatie bijwerken | 4
Communityinstellingen voor de hele organisatie bijwerken Het standaardaantal communityrollen instellen Stel het standaardaantal rollen dat wordt gemaakt bij het toevoegen van partner- of klantaccounts aan community's.
EDITIONS
Als uw community is ingesteld met Partner Community- of Customer Community Plus-gebruikerslicenties, gelden de volgende instellingen. Door het aantal rollen in te stellen kunt u het aantal ongebruikte rollen beperken. De limiet bedraagt drie rollen; de standaardwaarde van het systeem is één.
Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Als er bijvoorbeeld momenteel drie partnerrollen worden gemaakt wanneer er een account wordt ingeschakeld voor uw community–Executive, Manager en Gebruiker–, terwijl u alleen de rol Gebruiker nodig hebt voor nieuwe accounts, kunt u het aantal beperken tot één rol. Voor betere prestaties GEBRUIKERSMACHTIGINGEN wordt aangeraden om deze waarde in te stellen op 1. U kunt dan Supergebruikerstoegang gebruiken om specifieke gebruikers toegang te verlenen tot gegevens die eigendom zijn van Het aantal standaardrollen andere gebruikers van hun account. instellen: Het aantal rollen instellen:
•
"Toepassing aanpassen"
1. Geef vanuit Set-up Communityinstellingen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Communityinstellingen. 2. Selecteer het aantal rollen per account. a. Als u Partner Community-licenties gebruikt, stelt u een waarde in voor Aantal partnerrollen. b. Als u Customer Community Plus-licenties gebruikt, stelt u een waarde in voor Aantal klantrollen. 3. Klik op Opslaan. Het aantal rollen voor bestaande accounts wordt niet door deze instelling beïnvloed. ZIE OOK: Gebruikers van community's maken
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communityinstellingen voor de hele organisatie bijwerken | 5
Supergebruikerstoegang inschakelen in community's Schakel toegang van de supergebruiker in zodat partnergebruikers in community's toegang krijgen tot extra records en gegevens.
EDITIONS
Als uw community wordt opgezet met Partnercommunity-gebruikerslicenties, is deze instelling van toepassing. U kunt ook supergebruikerstoegang verlenen aan gebruikers met Customer Community Plus-licenties. Zie voor meer informatie Supergebruikerstoegang verlenen aan klantgebruikers in uw community op pagina 14.
Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Het verlenen van supergebruikerstoegang aan externe gebruikers in uw community geeft ze toegang tot extra gegevens en records, ongeacht de regels voor delen en standaardinstellingen voor de hele organisatie. Supergebruikers hebben toegang tot gegevens die eigendom zijn van andere GEBRUIKERSMACHTIGINGEN partnergebruikers die tot dezelfde account behoren, die tevens dezelfde rol hebben of een rol onder hen in de rollenhiërarchie. Supergebruikerstoegang geldt alleen voor cases, leads, Toegang van aangepaste objecten en opportunities, maar externe gebruikers kunnen alleen toegang tot supergebruikers inschakelen: deze objecten hebben als u deze zichtbaar hebt gemaakt met behulp van profielen of delen • "Toepassing en de tabbladen hebt toegevoegd aan de community tijdens de set-up. 1. Geef vanuit Set-up Communityinstellingen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Communityinstellingen.
aanpassen"
2. Selecteer Toegang van supergebruiker van partner inschakelen. 3. Klik op Opslaan. U kunt nu supergebruikerstoegang toewijzen. Voor het uitschakelen van supergebruikerstoegang heft u de selectie van Toegang van supergebruiker van partner inschakelen op. Als u deze voorziening opnieuw inschakelt, krijgen alle gebruikers aan wie supergebruikerstoegang was toegewezen voordat de voorziening werd uitgeschakeld, automatisch opnieuw weer supergebruikerstoegang. ZIE OOK: Gebruikers van community's maken
Rapportopties inschakelen voor externe gebruikers Sta toe dat externe gebruikers met Partner Community- of Customer Community Plus-licenties en tevens de machtiging "Rapporten uitvoeren" rapportageopties dusdanig weergeven en wijzigen dat ze rapporten kunnen filteren en samenvatten. 1. Geef vanuit Set-up Communityinstellingen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Communityinstellingen. 2. Selecteer Rapportopties inschakelen voor externe gebruikers. 3. Klik op Opslaan. Externe gebruikers met Partner Community- of Customer Community Plus-licenties die tevens de machtiging "Rapporten uitvoeren" hebben, zien nu rapportopties op de pagina voor het uitvoeren van rapporten.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Rapportopties voor externe gebruikers: • "Toepassing aanpassen"
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communityinstellingen voor de hele organisatie bijwerken | 6
Overzicht van sets voor delen Verleen portal- of communitygebruikers toegang tot records die zijn gekoppeld aan hun accounts of contactpersonen met behulp van sets voor delen, op basis van hun gebruikersprofielen.
EDITIONS
Voorheen verleende een set voor delen toegang tot elke record die een opzoekveld had voor een account of contactpersoon, die overeenkwam met de account of contactpersoon van de gebruiker. Bij Spring '14 kunt u ook bepalen hoe toegang wordt verleend, met behulp van een toegangstoewijzing in de set voor delen, die ondersteuning biedt voor indirecte opzoekopdrachten vanuit de gebruikers- en doelrecord naar de account of contactpersoon. U kunt de objecten bepalen die in de toegangstoewijzing moeten worden gebruikt, terwijl deze moeten verwijzen naar een account of contactpersoon.
Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Zo wilt u wellicht een set voor delen gebruiken als u het volgende wilt doen: • Gebruikers toegang verlenen tot alle cases die zijn gerelateerd aan hun account- of contactpersoonsrecord. • Gebruikers toegang verlenen tot alle cases die zijn gerelateerd aan een bovenliggende account of contactpersoon die is herkend op de account- of contactpersoonsrecord van de gebruiker. U kunt sets voor delen gebruiken om toegang te verlenen tot accounts, contactpersonen, cases, servicecontracten, gebruikers en aangepaste objecten. Sets voor delen kunnen worden gebruikt bij de volgende gebruikersprofielen: • Officiële website • Klantcommunitygebruiker • Klantcommunityinloggebruiker • Klantportal met groot volume • Portal voor groot volume • Gebruiker van Officiële website met plafond • Gebruiker van klantportal voor groot volume met plafond Het volgende voorbeeld toont een toegangstoewijzing voor een set voor delen, die portal- of communitygebruikers toegang verleent tot alle cases die zijn gekoppeld aan de rechten voor hun account, zelfs als ze niet rechtstreeks aan de case zijn gekoppeld.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communityinstellingen voor de hele organisatie bijwerken | 7
Voorbeeld: 1. Account opzoeken voor portal- of communitygebruiker 2. Gerelateerde account voor recht 3. Recht opzoeken voor case Opmerking: Portal- of communitygebruikers krijgen toegang tot alle orderrechten en orderartikelen onder een account waartoe ze toegang hebben. Voor het delen van records die eigendom zijn van portalgebruikers met groot volume gebruikt u in plaats daarvan een groep.
ZIE OOK: Info over Communitygebruikers met groot volume Communitygebruikers met groot volume toegang tot records verlenen Records delen, die eigendom zijn van communitygebruikers met groot volume
Info over Communitygebruikers met groot volume Communitygebruikers met groot volume zijn gebruikers met beperkte toegang, die zijn bedoeld voor organisaties met vele duizenden of zelfs miljoenen gebruikers van community's.
EDITIONS
In tegenstelling tot andere community gebruikers hebben communitygebruikers met groot volume geen rollen, waardoor aan berekeningen van rollenhiërarchieën gekoppelde prestatieproblemen worden geëlimineerd. Tot communitygebruikers met groot volume omvatten de licentietypen Klantcommunity, Klantportal met groot volume en Officiële website.
Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Kenmerken Communitygebruikers met groot volume: • Zijn contactpersonen die zijn ingeschakeld voor toegang tot een community. • Hebben de licentie Klant community, Klantportal met groot volume of Officiële website toegewezen gekregen. • Delen alleen de records waarvan de eigenaar zijn, met Salesforce-gebruikers in groepen voor delen.
Toegang tot records Communitygebruikers met groot volume hebben toegang tot records als aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan: • Ze hebben de toegang "Bijwerken" voor de account waartoe ze behoren. • Ze zijn eigenaar van de record.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communityinstellingen voor de hele organisatie bijwerken | 8
• Ze hebben toegang tot de bovenliggende record van de record, terwijl de instelling voor delen voor de hele organisatie voor die record is Beheerd door bovenliggend niveau. • De instelling voor delen voor de hele organisatie voor het object is Openbaar alleen-lezen of Openbaar lezen/schrijven. Beheerders kunnen sets voor delen maken om communitygebruikers met groot volume aanvullende toegang tot records te verlenen; zie Communitygebruikers met groot volume toegang tot records verlenen.
Beperkingen • Communitygebruikers met groot volume kunnen handmatig geen records delen, waarvan ze eigenaar zijn of waartoe ze toegang hebben. • U kunt geen cases overdragen van klantportalgebruikers met niet een groot volume aan communitygebruikers met wel een groot volume. • Communitygebruikers met groot volume kunnen geen eigenaar zijn van accounts. • U kunt geen caseteams toevoegen aan cases die eigendom zijn van communitygebruikers met groot volume. • U kunt geen communitygebruikers met groot volume opnemen in: – Persoonlijke groepen of openbare groepen. – Regels voor delen. – Accountteams, opportunityteams of caseteams. – Salesforce CRM Content-bibliotheken. Deze beperkingen gelden ook voor records die eigendom zijn van communitygebruikers met groot volume. • U kunt geen communitygebruikers met groot volume toewijzen aan territoria. ZIE OOK: Records delen, die eigendom zijn van communitygebruikers met groot volume
Communitygebruikers met groot volume toegang tot records verlenen Verleen communitygebruikers met groot volume toegang tot records met behulp van sets voor delen.
EDITIONS
Een set voor delen verleent gebruikers met groot volume toegang tot elke record die is gekoppeld aan een account of contactpersoon die overeenkomt met de account of contactpersoon van de gebruiker. U kunt ook toegang verlenen met behulp van een toegangstoewijzing in de set voor delen, die ondersteuning biedt voor indirecte opzoekopdrachten vanuit de gebruikers- en doelrecord naar de account of contactpersoon. Verleen gebruikers bijvoorbeeld toegang tot alle cases die zijn gerelateerd aan een andere account die wordt geïdentificeerd aan de hand van de contactpersoonsrecords van gebruikers.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
Sets voor delen worden toegepast op alle community's waarvan een communitygebruiker met groot volume lid is. Communitygebruikers met groot volume hebben de licentie Klantcommunity of Portalgebruiker met groot volume. Zie voor meer informatie "Overzicht van set voor delen" in de Help van Salesforce. Om gebruikers toegang tot geselecteerde gebruikers in dezelfde community te verlenen maakt u doorgaans een set voor delen als u de selectie van de optie Zichtbaarheid van communitygebruiker op de pagina Instellingen voor delen hebt opgeheven.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Communitygebruikers met groot volume toegang tot records verlenen: • "Toepassing aanpassen"
1. Geef vanuit Set-up Communityinstellingen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Communityinstellingen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communityinstellingen voor de hele organisatie bijwerken | 9
2. Klik in de gerelateerde lijst Sets voor delen op Nieuw om een set voor delen te maken, of op Bewerken naast een bestaande set voor delen. 3. Vul op de pagina Set voor delen bewerken de velden Label en Naam van set voor delen in. Label is het label voor de set voor delen, zoals dit wordt weergegeven in de gebruikersinterface. Naam van set voor delen is de unieke naam die wordt gebruikt door de API. 4. Geef een beschrijving op. 5. Selecteer de profielen van de gebruikers aan wie u toegang wilt verlenen. 6. Selecteer de objecten waartoe u toegang wilt verlenen. De lijst Beschikbare objecten bevat geen: • Objecten met een instelling voor delen voor de hele organisatie van Openbaar lezen/schrijven • Aangepaste objecten die geen opzoekveld voor account of contactpersoon hebben 7. Klik in het gedeelte Toegang configureren op Set-up of Bewerken naast de naam van een object om toegang voor de geselecteerde profielen te configureren, of klik op Verw om de toegangsinstellingen voor een object te verwijderen. Opmerking: Objecten met Set-up in de kolom Actie zijn niet geconfigureerd voor toegang door gebruikers met groot volume. Totdat u een object hebt geconfigureerd, hebben gebruikers met groot volume slechts beperkte of geen toegang tot de records van dat object. 8. Toegang verlenen op basis van opzoeken van een account of contactpersoon: • Selecteer een waarde in de vervolgkeuzelijst Gebruiker om de opzoekopdracht van de account of contactpersoon voor de gebruiker te bepalen. • Selecteer een waarde in het veld Doelobject om de opzoekopdracht van de account of contactpersoon voor het doelobject te bepalen. Voor het verlenen van toegang tot alle cases die zijn gekoppeld aan een account die is geïdentificeerd in de contactpersoonsrecord van de gebruiker, selecteert u bijvoorbeeld respectievelijk Contact.Account en Account. Opmerking: Beide geselecteerde velden moeten verwijzen naar een account of een contactpersoon. Contact.Account en Entitlement.Account verwijzen bijvoorbeeld beide naar een account. 9. Kies als toegangsniveau Alleen-lezen of Lezen/schrijven. (Als de instelling voor delen voor de hele organisatie van het object Openbaar alleen-lezen is, is alleen Lezen/schrijven beschikbaar.) 10. Klik op Bijwerken, Klik vervolgens op Opslaan. Nadat u een set voor delen hebt gemaakt, maakt u groepen voor delen om andere gebruikers toegang te verlenen tot records die zijn gemaakt door communitygebruikers met groot volume. ZIE OOK: Info over Communitygebruikers met groot volume
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communityinstellingen voor de hele organisatie bijwerken | 10
Records delen, die eigendom zijn van communitygebruikers met groot volume Via groepen voor delen kunt u records die eigendom zijn van communitygebruikers met groot volume, delen met interne en externe gebruikers in uw community's.
EDITIONS
Beschikbaar in: Salesforce Gebruikers met groot volume zijn gebruikers met beperkte toegang, die zijn bedoeld voor Classic organisaties met vele duizenden tot miljoenen externe gebruikers. In tegenstelling tot andere externe gebruikers hebben gebruikers met groot volume geen rollen, waardoor aan berekeningen Beschikbaar in: Enterprise, van rollenhiërarchieën gekoppelde prestatieproblemen worden geëlimineerd. Omdat Performance, Unlimited en communitygebruikers met groot volume niet voorkomen in de rollenhiërarchie, terwijl Developer Edition Salesforce-gebruikers dat wel doen, kunt u met een groep voor delen de externe Salesforce-gebruikers aanduiden die toegang hebben tot records die eigendom zijn van communitygebruikers met GEBRUIKERSMACHTIGINGEN groot volume.
Groepen voor delen gelden voor alle community's. Groepen voor delen instellen voor uw community's: 1. Geef vanuit Set-up Communityinstellingen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Communityinstellingen. 2. Klik bij Instellingen voor delen voor de gerelateerde lijst Communitygebruikers met groot volume op Bewerken naast een bestaande set voor delen.
Records die eigendom zijn van communitygebruikers met groot volume, delen met andere gebruikers: • "Toepassing aanpassen"
3. Klik op het tabblad Instellingen voor groep voor delen. 4. Klik op Activeren om de groep voor delen in te schakelen. Het activeren van de groep voor delen kan een tijdje duren. Wanneer dit proces is voltooid, wordt er een e-mailbericht naar u verzonden. Opmerking: Met het deactiveren van een groep voor delen wordt de toegang verwijderd van alle andere gebruikers tot records die eigendom zijn van communitygebruikers met groot volume. Een e-mailbericht wordt pas naar u verzonden wanneer het deactiveringsproces is voltooid. 5. Klik op Bewerken om gebruikers toe te voegen aan de groep voor delen. U kunt zowel interne gebruikers in uw organisatie als externe gebruikers van dezelfde bovenliggende account toevoegen als gebruiker met groot volume. a. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Zoeken het type toe te voegen lid. b. Als u het lid dat u wilt toevoegen, niet ziet, geeft u trefwoorden in het zoekvak op en klikt u op Zoeken. c. Selecteer leden in het vak Beschikbare leden en klik op Toevoegen om deze toe te voegen aan de groep. d. Klik op Opslaan.
ZIE OOK: Info over Communitygebruikers met groot volume Communitygebruikers met groot volume toegang tot records verlenen
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 11
Basisprincipes van de community instellen Gebruikers van community's maken Om een externe gebruiker toegang te geven tot uw community schakelt u de contactpersoonsrecord van de gebruiker in als klant- of partnergebruiker, afhankelijk van hun licentietype. Uw community kan gebruikers bevatten met Partner Community-, Customer Community- en Customer Community Plus-licenties. Als uw organisatie persoonsaccounts heeft, kunt u die niet gebruiken als partneraccounts of partnergebruikers maken die daaraan zijn gekoppeld. U kunt alleen bedrijfsaccounts gebruiken als partneraccounts.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
1. Partnergebruikers maken: a. Bekijk de externe account waarvoor u een gebruiker wilt maken. b. Een contactpersoon maken. Klik op Nieuwe contactpersoon vanuit de gerelateerde lijst Contactpersonen. Vul de juiste details in en klik vervolgens op Opslaan. Opmerking: Een niet-partneraccount kan geen eigenaar zijn van een partnercontact. Persoonsaccounts kunnen geen eigenaar zijn van partnergebruikers. c. Klik op de contactpersoonsdetailpagina op Externe gebruiker beheren en vervolgens op Partnergebruiker inschakelen. Opmerking: Als u de knop Partnergebruiker inschakelen niet ziet, vraagt u uw beheerder om na te gaan of deze is opgenomen in de paginalay-out van de contactpersoon.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Partnergebruikers maken: • “Externe gebruikers beheren" Aangepaste gebruikers maken: • “Externe gebruikers beheren" OF "Selfservicegebruikers bewerken" Belangrijk: Bij het maken van klantgebruikers moet de account waaraan de nieuwe contactpersoon wordt gekoppeld, een accounteigenaar hebben, waaraan een rol is toegewezen.
d. Bewerk de gebruikersrecord voor deze externe gebruiker. • Selecteer de Partnercommunity-gebruikerslicentie. • Selecteer het juiste profiel. Onthoud dat profielen gebruikers toegang geven tot tabbladen in uw community; controleer daarom dat u een profiel kiest, dat de juiste tabbladen weergeeft. Opmerking: De beschikbare profielen voor externe gebruikers zijn beperkt tot het profiel Partner Community User of profielen die op basis hiervan zijn gekloond. Anders dan bij een standaardgebruiker wordt de rol van partnergebruiker automatisch toegewezen op basis van de accountnaam. De rol van partnergebruiker is ondergeschikt aan de rol van de accounteigenaar. Daarom worden alle gegevens voor de rol van partnergebruiker bij de rol van de partneraccounteigenaar gevoegd Als u een partnergebruiker uitschakelt, komt diens partnergebruikersrol te vervallen en de gegevens ervan worden niet langer bij de partneraccountrol gevoegd.
Inloggen als externe gebruiker: • "Gebruikers beheren" EN "Bewerken" voor Accounts
• Hef de selectie van de optie Nieuw wachtwoord genereren en gebruiker direct informeren op zodat gebruikers geen wachtwoord ontvangen voordat de community is geactiveerd. Wanneer u de community activeert, ontvangt de gebruiker een welkomst-e-mailbericht met diens inloggegevens, zolang de optie Welkomst-e-mailbericht verzenden is geselecteerd voor de community.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 12
Opmerking: Als u deze optie selecteert, terwijl uw organisatie geen community's heeft met de status Actief, waarvan de gebruiker lid is, verzendt Salesforce het e-mailbericht niet. Als E-mailbericht ter verwelkoming verzenden is uitgeschakeld voor uw community, ontvangt de gebruiker geen e-mailbericht met diens gebruikersnaam en wachtwoord. U moet deze gegevens dan handmatig verzenden. e. Klik op Opslaan. Opmerking: Een externe gebruiker met een Customer Community Plus-licentie maken is ongeveer gelijk aan het maken van een partnergebruiker. Op de contactpersoonsrecord selecteert u Externe gebruiker beheren en vervolgens Partnergebruiker inschakelen. Daarnaast selecteert u tijdens het bewerken van de gebruikersrecord het Partner Community User-profiel of een profiel dat op basis hiervan is gekloond. 2. Aangepaste gebruikers maken: a. Een contactpersoon maken. b. Klik op de contactpersoonsdetailpagina op Externe gebruiker beheren en vervolgens op Klantgebruiker inschakelen. Opmerking: Als u de knop Klantgebruiker inschakelen niet ziet, vraagt u uw beheerder om na te gaan of deze is opgenomen in de paginalay-out van de contactpersoon. c. Bewerk de gebruikersrecord voor deze externe gebruiker. • Selecteer het juiste profiel. De beschikbare profielen zijn beperkt tot het profiel Customer Community User en eventuele profielen die op basis hiervan zijn gekloond. Onthoud dat profielen gebruikers toegang geven tot tabbladen in uw community; controleer daarom dat u een profiel kiest, dat de juiste tabbladen weergeeft. • Hef de selectie van de optie Nieuw wachtwoord genereren en gebruiker direct informeren op zodat gebruikers geen wachtwoord ontvangen voordat de community is geactiveerd. Wanneer u de community activeert, ontvangt de gebruiker een welkomst-e-mailbericht met diens inloggegevens, zolang de optie Welkomst-e-mailbericht verzenden is geselecteerd voor de community. Opmerking: Als u deze optie selecteert, terwijl uw organisatie geen community's heeft met de status Actief, waarvan de gebruiker lid is, verzendt Salesforce het e-mailbericht niet. Als E-mailbericht ter verwelkoming verzenden is uitgeschakeld voor uw community, ontvangt de gebruiker geen e-mailbericht met diens gebruikersnaam en wachtwoord. U moet deze gegevens dan handmatig verzenden. d. Klik op Opslaan. Opmerking: Klantgebruikers kunnen deze gerelateerde lijst Notities en bijlagen voor accounts of contactpersonen niet zien. Voor het opsporen van problemen of controleren of de community op de juiste wijze is geconfigureerd, klikt u op de contactpersoonsdetailpagina op Externe gebruiker beheren en kiest u Inloggen als partnergebruiker of Inloggen als klantgebruiker. U moet de machtiging Bewerken hebben voor Accounts om te kunnen inloggen als Partnergebruiker of Klantgebruiker. Er wordt een nieuwe browservenster geopend en u wordt namens de externe gebruiker ingelogd bij de community. Als u inlogt als een externe gebruiker, ziet u hetzelfde als de externe gebruiker. Externe gebruikers zien bijvoorbeeld het vervolgkeuzemenu Community alleen als ze toegang hebben tot meer dan één Actieve community. En als een externe gebruiker, die lid is van een
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 13
Actieve community, de URL voor een Voorbeeld-community heeft gekregen, zal hij het vervolgkeuzemenu niet zien in de Voorbeeld-community.
Opmerking: Wanneer beheerders zijn ingelogd als andere gebruikers, kunnen ze, als extra beveiligingsmaatregel, OAuth-gegevenstoegang niet autoriseren voor die gebruiker. Zo kunnen beheerders geen OAuth-toegang naar gebruikersaccounts autoriseren, inclusief Single Sign-On voor externe toepassingen. Houd rekening met het volgende wanneer u externe gebruikers maakt. • Externe gebruikers kunnen niet worden verwijderd. Als u niet langer wenst dat een externe gebruiker toegang heeft tot een community, deactiveert u de gebruiker. ZIE OOK: Beheer van externe gebruikers delegeren Leden toevoegen aan uw community Hoe krijgen externe communityleden inloggegevens? Het wachtwoord van een externe gebruiker voor Community's opnieuw instellen
Beheer van externe gebruikers delegeren U kunt het beheer van gebruikers dusdanig delegeren aan externe gebruikers dat deze zelf kunnen bepalen wie toegang tot de community krijgt.
EDITIONS
Externe gebruikers die gedelegeerde beheerders zijn, hebben de volgende mogelijkheden:
Beschikbaar in: Salesforce Classic
• Externe gebruikers maken • Externe gebruikers bewerken • Wachtwoorden voor externe gebruikers resetten (opnieuw instellen) • Bestaande externe gebruikers deactiveren U kunt gedelegeerde rechten voor het beheer van externe gebruikers verlenen aan gebruikers met Partnercommunity-, Customer Community Plus- Gold Partner-, Enterprise Administrationen Klantportalmanager-licenties. 1. Geef vanuit Set-up Profielen op in het vak Snel zoeken, selecteer vervolgens Profielen en selecteer een aangepast profiel. U kunt standaardprofielen niet bewerken. U kunt Gedelegeerde beheerder van externe gebruikers wel toevoegen aan een machtigingenset die toewijst aan een standaardprofiel. 2. Klik op Bewerken. 3. Selecteer Gedelegeerde beheerder van externe gebruikers. 4. Klik op Opslaan. 5. Klik op Bewerken in de gerelateerde lijst Gedelegeerde externe-gebruikersprofielen. 6. Selecteer de profielen die u gebruikers met dit profiel wilt laten kunnen beheren. 7. Klik op Opslaan. Overweeg het volgende bij het instellen van beheer van externe gebruikers. • U kunt gedelegeerde rechten voor beheer ook verlenen met behulp van machtigingensets. • Voor het profiel waaraan u gedelegeerde rechten voor beheer gaat verlenen:
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Externe gebruikers beheren: • “Externe gebruikers beheren" Profielen maken, bewerken of verwijderen: • "Profielen en machtigingensets beheren"
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 14
– Voeg de machtigingen "Maken" en "Bewerken" toe voor contactpersonen zodat gedelegeerde beheerders aan hun account gekoppelde contactpersonen kunnen maken en bijwerken. – Stel de instellingen voor de tabbladen Accounts en Contactpersonen in op Standaard aan zodat gedelegeerde beheerders de tabbladen Accounts en Contactpersonen kunnen weergeven en op gemakkelijke wijze aan hun accounts gerelateerde contactpersonen kunnen beheren. • Voeg de tabbladen Accounts en Contactpersonen toe aan uw community. • Stel de beveiliging op veldniveau en paginalay-outs dusdanig in dat gedelegeerde beheerders van externe gebruikers alleen toegang krijgen tot de account- en contactpersoonsvelden die u opgeeft. ZIE OOK: Gebruikers van community's maken Supergebruikersoegang verlenen aan partnergebruikers in uw community
Supergebruikersoegang verlenen aan partnergebruikers in uw community Toegang van supergebruiker van partner moet zijn ingeschakeld in Instellingen voor Community's voordat u toegang tot gebruikers kunt verlenen. Gebruik deze informatie om supergebruikerstoegang te verlenen aan gebruikers met Partnercommunity-licenties. U kunt ook supergebruikerstoegang verlenen aan gebruikers met Customer Community Plus-licenties. Raadpleeg voor meer informatie Supergebruikerstoegang verlenen aan klantgebruikers in uw community. Het verlenen van supergebruikerstoegang aan externe gebruikers in uw community geeft ze toegang tot extra gegevens en records, ongeacht de regels voor delen en standaardinstellingen voor de hele organisatie. Supergebruikers hebben toegang tot gegevens die eigendom zijn van andere partnergebruikers die tot dezelfde account behoren, die tevens dezelfde rol hebben of een rol onder hen in de rollenhiërarchie. Supergebruikerstoegang geldt alleen voor cases, leads, aangepaste objecten en opportunities, maar externe gebruikers kunnen alleen toegang tot deze objecten hebben als u deze zichtbaar hebt gemaakt met behulp van profielen of delen en de tabbladen hebt toegevoegd aan de community tijdens de set-up. 1. Geef de contactpersoonsrecord voor de gebruiker weer. 2. Klik op Externe account beheren en kies vervolgens Toegang van supergebruiker inschakelen. 3. Klik op OK.
Supergebruikerstoegang verlenen aan klantgebruikers in uw community Schakel supergebruikerstoegang in zodat externe gebruikers in community's toegang hebben tot extra records en gegevens. U kunt alleen supergebruikerstoegang verlenen aan gebruikers met Customer Community Plus-licenties. Voor het verlenen van supergebruikerstoegang aan gebruikers met Partner Community-licenties raadpleegt u Supergebruikerstoegang verlenen aan partnergebruikers in uw community. Met de machtiging "Portalsupergebruiker" kunnen beheerders van gedelegeerde externe gebruikers het volgende doen voor hun eigen account: • Alle cases weergeven, bewerken en overdragen • Cases maken voor contactpersonen • Alle contactpersonen weergeven en bewerken, ongeacht of deze aan community's zijn gerelateerd of niet • Accountdetails weergeven wanneer deze de contactpersoon voor een case zijn • Over alle contactpersonen rapporteren, ongeacht of deze al dan niet zijn ingeschakeld voor de portal, als het tabblad Rapporten is toegevoegd aan uw community en als de gebruiker de machtiging "Rapporten uitvoeren" heeft
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 15
Voeg de machtiging "Portalsupergebruiker" toe aan een machtigingenset en wijs hieraan Customer Community Plus-gebruikers toe zodat ze toegang krijgen tot hun account en alle cases en contactpersonen ervan kunnen weergeven en bewerken zonder daarbij de mogelijkheid tot het beheren van andere externe gebruikers te hebben. 1. Geef vanuit Set-up Machtigingensets op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Machtigingensets. 2. Maak of kloon een machtigingenset. 3. Voeg in de sectie Appmachtigingen de machtiging "Portalsupergebruiker" toe. 4. Klik op Opslaan. 5. Wijs de machtigingenset toe aan uw Customer Community Plus-gebruikers door op Toewijzingen beheren te klikken en de juiste gebruikers toe te voegen.
Community's maken Het aantal community's dat u voor uw organisatie maakt, wordt vermeld op de pagina Community's in Set-up. Niet-actieve community's tellen niet mee voor deze limiet. Als u het aantal community's in uw organisatie wilt vergroten, neemt u contact op met uw Salesforce account executive.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Geef vanuit Set-up Community's op in het vak Snel zoeken, selecteer Alle community's en klik vervolgens op Nieuwe community om community's te gaan maken. De sjabloonwizard wordt weergegeven, met verschillende sjabloonopties waaruit u kunt kiezen.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
2. Beweeg de muisaanwijzer over een sjabloon om meer informatie erover te bekijken. Kokua Een visueel rijke, interactieve selfservicesjabloon waarmee gebruikers artikelen zoeken en weergeven, of contact opnemen met Ondersteuning wanneer ze niet vinden wat ze zoeken. Ondersteunt Knowledge en Cases. Koa Een op tekst gebaseerde, interactieve selfservicesjabloon waarmee gebruikers artikelen zoeken en weergeven, of contact opnemen met Ondersteuning wanneer ze niet vinden wat ze zoeken. Ondersteunt Knowledge en Cases.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen"
Napili Een krachtige, interactieve selfservicesjabloon waarmee gebruikers vragen posten naar de community, artikelen zoeken en weergeven, en contact opnemen met ondersteuningsagenten door cases te maken. Ondersteunt Knowledge, Cases en Vragen en antwoorden.
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Aloha Een configureerbare Appstarter-sjabloon waarmee gebruikers snel toepassingen vinden en kunnen openen met behulp van Single Sign-On-authenticatie. Zie voor meer informatie Getting Started with Community Templates for Salesforce Identity (Aan de slag met Community-sjablonen voor Salesforce Identity). Salesforce-tabbladen + Visualforce Standaard Salesforce-structuur en -tabbladen die u kunt aanpassen met behulp van Visualforce. Ondersteunt de meeste standaardobjecten, aangepaste objecten en Salesforce1. 3. Beweeg de muisaanwijzer over de sjabloon die u wilt gebruiken, en klik vervolgens op Kiezen. 4. Als u Koa of Kokua hebt geselecteerd, geeft u de categorieën en bedrijfsnaam op voor uw sjabloon en klikt u vervolgens op Volgende.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 16
Categoriegroepsnaam Dit is de unieke naam van de gegevenscategoriegroep die de gegevenscategorieën van uw site bevat. Deze geeft de hiërarchie van categorieën aan, die u voor uw community hebt ingesteld, en wordt binnen de gehele site gebruikt om artikelen in te delen. Categorie op bovenste niveau Dit is de categorie op het hoogste niveau, die u wilt weergeven. Alleen de onderliggende niveaus van deze categorie worden in de community weergegeven. Mogelijk hebt u boven deze categorie diverse geneste lagen van categorieën, maar de pagina toont deze categorie als de bovenliggende categorie, terwijl de subcategorieën als onderliggende categorieën worden getoond. Bedrijfsnaam Dit is de naam van uw bedrijf zoals u die wilt weergeven in de communitykoptekst. 5. Geef een naam voor de community op. Opmerking: Als u meerdere community's maakt, dient u niet te vergeten dat namen van community mogelijk worden afgekapt in het vervolgkeuzemenu voor de globale koptekst. Gebruikers kunnen maximaal 32 lettertekens van de zien, waarbij de statusaanwijzingen Voorbeeld en Niet-actief voor dat aantal meetellen. Zorg ervoor dat het zichtbare deel van de naam voldoende onderscheidend is voor gebruikers om meerdere community's van elkaar te kunnen onderscheiden. 6. Geef een unieke waarde op aan het einde van het veld URL. Deze waarde wordt toegevoegd aan het domein dat u hebt opgegeven bij het inschakelen van community's, om zo een unieke URL voor deze community te maken. Als uw domein bijvoorbeeld UniversalTelco.force.com is en u een klantcommunity maakt, kunt u de URL aanduiden als UniversalTelco.force.com/customers. Opmerking: U kunt één community in uw organisatie maken, die geen aangepaste URL heeft. U kunt uw communitynaam en -URL wel wijzigen nadat de community is geactiveerd, maar gebruikers worden niet omgeleid naar de nieuwe URL. Als deze wijzigingen noodzakelijk zijn, vergeet dan niet om uw communityleden te informeren voordat u de wijziging aanbrengt. 7. Klik op Community maken. De community wordt gemaakt en krijgt de status Voorbeeld. 8. Klik op de bevestigingspagina op Ga naar Communitybeheer om uw community aan te passen. Als u een andere sjabloon kiest dan Salesforce-tabbladen + Visualforce, kunt u uw community aanpassen in de Communitysamensteller. Wanneer u een community maakt, worden standaardpagina's voor inloggen, zelfregistratie, wijziging van wachtwoord, vergeten wachtwoord en uw hoofdpagina ingesteld op basis van uw communitysjabloon. U kunt deze standaardpagina's te allen tijde wijzigen of aanpassen in Communitybeheer. Belangrijk: Wanneer u een community maakt, wordt uw profiel automatisch toegevoegd aan de lijst van profielen die toegang hebben. Daarom kunnen alle gebruikers in uw organisatie met dit profiel inloggen bij de community zodra deze de status Actief heeft. Als u niet wenst dat alle gebruikers met uw profiel toegang hebben, kunt u het profiel verwijderen en uzelf toegang geven door middel van een ander profiel of andere machtigingenset. ZIE OOK: Community's aanpassen Overzicht van Salesforce-community's Hoe kan ik achterhalen hoeveel community's er in mijn organisatie beschikbaar zijn?
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 17
Hoe kan ik achterhalen hoeveel community's er in mijn organisatie beschikbaar zijn? Het aantal community's dat beschikbaar is, is gebaseerd op het aantal dat is aangeschaft voor uw organisatie. Om dat aantal te achterhalen geeft u vanuit Set-up Community's op in het vak Snel zoeken en selecteert u vervolgens Alle community's. Het veld Maximum aantal actieve community's toont het totale aantal Actief- en Voorbeeld-community's dat uw organisatie kan hebben. Niet-actieve community's tellen niet mee voor dit totaal.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Als u het aantal community's in uw organisatie wilt vergroten, neemt u contact op met uw Salesforce account executive. ZIE OOK: Community's maken
Community's aanpassen U kunt uw community te allen tijde aanpassen, maar als u van plan bent om grote wijzigingen aan te brengen, wordt aanbevolen om de community eerst te deactiveren. U hebt toegang tot communityaanpassingsopties in Communitybeheer onder Beheer.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer en selecteer vervolgens het deel van de community, dat u wilt aanpassen: Belangrijk: De opties die beschikbaar zijn in Communitybeheer, zijn gebaseerd op de selectie van uw communitysjabloon, machtigingen en voorkeuren. Als uw community bijvoorbeeld geen onderwerpen gebruikt, krijgt u het knooppunt Onderwerpen. Sommige van de opties in de volgende lijst zijn mogelijk niet van toepassing op uw community. Voor het weergeven van alle knooppunten gaat u naar Beheer > Voorkeuren en schakelt u Alle instellingen tonen in Communitybeheer in.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Toegang tot Communitybeheer: •
“Community's beheren" OF "Community's maken en instellen"
•
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
• Leden • Tabbladen • "Branding"
• Pagina's
Beheerinstellingen aanpassen of de Communitysamensteller gebruiken:
• Voorkeuren
•
“Community's maken en instellen"
•
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
• Inloggen en registratie • E-mailberichten
• Instellingen
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 18
Opmerking: Voor het uitvoeren van geavanceerde aanpassingen, zoals het toevoegen van aangepaste pagina's of pagina's die geen inloggen vereisen, klikt u vanuit Communitybeheer op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en vervolgens op Ga naar Force.com of op Ga naar Site.com Studio om naar de site te gaan, die aan deze community is gekoppeld. Als u de Aloha-, Koa-, Kokua- of Napili-sjablonen hebt gebruikt, selecteert u Ga naar Communitysamensteller om de community aan te passen. 3. Als u de community wilt delen met belanghebbenden, terwijl deze de status Voorbeeld heeft, kopieert u de op de pagina Beheer > Instellingen weergegeven URL en deelt deze. Hierdoor krijgt u hun feedback en hebt u daarnaast het voordeel van vroege leden die records kunnen posten, delen en van opmerkingen kunnen voorzien, waardoor leden vanaf hun allereerste keer inloggen bij een actieve community terechtkomen. Vergeet niet dat u de URL alleen kunt delen met gebruikers die u als leden van de community hebt toegevoegd. Als u klaar bent met uw aanpassingen, activeert u de community om deze beschikbaar voor leden te maken. Als welkomst-e-mailberichten zijn ingeschakeld bij activeren, wordt er aan alle leden een welkomst-e-mailbericht verzonden. Als een van die gebruikers nieuwe portalgebruikers zijn, omvat hun welkomst-e-mailbericht hun gebruikersnaam en wachtwoord.
Leden toevoegen aan uw community Gebruik profielen en machtigingensets om lidmaatschap van de community te beheren tijdens het set-upproces.
EDITIONS
Het gebruik van profielen en machtigingensets biedt de volgende mogelijkheden:
Beschikbaar in: Salesforce Classic
• Gemakkelijk toegang verlenen aan of ontnemen van groepen gebruikers. Zodra u een profiel of machtigingenset toevoegt, worden alle gebruikers die zijn toegewezen aan dat profiel of die machtigingenset, lid van de community. • Een lidmaatschapsbeleid afdwingen. Nieuwe gebruikers die worden toegevoegd aan een profiel of machtigingenset die is gekoppeld aan een community, krijgen automatisch toegang. Machtigingensets bieden meer flexibiliteit bij het toevoegen van leden. U kunt communitytoegang verlenen aan een subset van gebruikers vanuit hetzelfde profiel zonder het profiel te hoeven klonen. Standaard kunnen Chatter en portalprofielen worden toegevoegd aan community's; Chatter-klanten, uit privégroepen met klanten, kunnen niet worden toegevoegd aan community's, zelfs niet als aan hen machtigingensets zijn toegewezen, die zijn gekoppeld aan community's. Opmerking: Profielen en machtigingensets die zijn gekoppeld aan community's, kunnen niet uit Salesforce worden verwijderd. U moet eerst de profielen of machtigingensets verwijderen uit de community's.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Leden. 3. Leden toevoegen met behulp van profielen: a. Voor het filteren van profielen selecteert u een profieltype in het vervolgkeuzemenu. Als u wilt zoeken naar een specifiek profiel, geeft u een zoekterm op en klikt u op Zoeken.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 19
De zoekopdracht retourneert profielen voor het geselecteerde filter. Opmerking: Zoekresultaten omvatten profielen die al onderdeel zijn van de community. b. Selecteer de gebruikersprofielen waarvoor u toegang tot uw community wilt toestaan. Druk op CTRL om meerdere profielen te selecteren. c. Klik op Toevoegen. Als u een profiel wilt verwijderen, selecteert u het en klikt u op Verwijderen. Als u een profiel verwijdert uit een community, verliezen gebruikers met dat profiel toegang tot de community, tenzij aan de gebruikers machtigingensets of andere profielen zijn toegewezen, die nog steeds onderdeel van de community vormen. Hun posts en opmerkingen worden nog steeds weergegeven. Belangrijk: Als u beheerder bent en zichzelf per abuis verwijdert uit een community, hebt u geen toegang meer tot de instellingen van Beheer in Communitybeheer. Als u zichzelf weer wilt toevoegen aan de community of andere lidmaatschapsupdates wilt aanbrengen, gebruikt u de API. 4. Leden toevoegen met behulp van machtigingensets: a. Als u wilt zoeken naar een specifieke machtigingenset, geeft u een zoekterm op en klikt u op Zoeken. b. Selecteer de machtigingensets waarvoor u toegang tot uw community wilt toestaan. Druk op CTRL om meerdere machtigingensets te selecteren. c. Klik op Toevoegen. Als u een machtigingenset verwijdert uit een community, verliezen gebruikers met die machtigingenset toegang tot de community, tenzij de gebruikers zijn gekoppeld aan profielen of andere machtigingensets die nog steeds onderdeel van de community vormen. Hun posts en opmerkingen worden nog steeds weergegeven, zelfs nadat ze de toegang hebben verloren. 5. Klik op Opslaan. Als de community de status Actief heeft en als welkomst-e-mailberichten zijn ingeschakeld, ontvangen gebruikers met de door u toegevoegde profielen of machtigingensets een welkomst-e-mailbericht. Het welkomst-e-mailbericht bevat een gebruikersnaam en een koppeling om het wachtwoord te wijzigen, als het wordt verzonden naar een externe gebruiker die nog niet bij een portal of community heeft ingelogd. Wanneer de community de status Actief heeft, worden welkomst-e-mailberichten verzonden en is de community zichtbaar voor leden. Wanneer een community de status Voorbeeld heeft, kunnen alleen leden met de inlog-URL de community weergeven. Als een community de status Niet-actief heeft, hebben alleen gebruikers met de machtiging "Community's maken en instellen" er toegang tot via het menu Community, ongeacht lidmaatschap. Er zijn extra opties voor het verlenen van toegang tot uw community: • Zelfregistratie inschakelen zodat externe gebruikers zichzelf kunnen registreren • Authenticatieleveranciers, zoals Facebook, inschakelen zodat externe gebruikers kunnen inloggen bij de community zonder een account aan te maken Raadpleeg voor meer informatie over deze extra opties Inlog-, uitlog- en zelfregistratiepagina's aanpassen in uw community. ZIE OOK: Community's aanpassen De globale header inschakelen voor Community's
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 20
Hoe werk ik communitylidmaatschap bij met behulp van de API? Als u geen lid bent van een community, hebt u geen toegang tot Communitybeheer om beheerinstellingen, inclusief lidmaatschap, bij te werken. Als alternatief kunt u de API en Data Loader gebruiken om uzelf en andere aan een community toe te voegen. Tip: U kunt ook andere gegevensloaders gebruiken om uw communitylidmaatschap bij te werken, zoals de Workbench. 1. Haal de networkId voor uw community op. Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken, selecteer Alle community's, klik vervolgens met de rechtermuisknop op uw community-URL en selecteer Inspecteren. De eigenschap data-networkId geeft uw networkId. 2. Haal de profileId of permissionsetId op, die u wilt toevoegen. Geef vanuit Set-up Profielen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Profielen of Machtigingensets. Klik op het profiel dat of de machtigingenset die u wilt toevoegen. De ID vormt het laatste deel van de URL. In mycompany.salesforce.com/00aa11bb22, bijvoorbeeld, is de ID 00aa11bb22. 3. Maak een .csv-bestand met kolommen voor networkId en parentId. Vermeld bij parentId de profileId of permissionsetId die u wilt toevoegen. 4. Open de Data Loader en selecteer het object Network Member Group (Groep van netwerklid). Geef de locatie op van het .csv-bestand dat u hebt gemaakt, en voltooi de stappen van de Data Loader. Zodra u met succes leden hebt toegevoegd met behulp van de Data Loader, krijgen de leden toegang tot Communitybeheer vanuit de koppeling Beheren op de pagina Alle community's in Set-up. Opmerking: Voor toegang tot Communitybeheer met het lid ook de machtiging "Community's maken en instellen" of "Community's beheren" hebben.
Tabbladen toevoegen aan uw community Als u de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce gebruikt, kunt u tabbladen toevoegen aan uw community. Opmerking: U kunt ervoor kiezen om tabbladen te verbergen, als u volledig aangepaste pagina's in uw community wilt gebruiken. U weet niet welke optie het beste is? Raadpleeg Tabbladen t.o.v. de Communitysamensteller op pagina 21.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise,
Performance, Unlimited en Als u een van de vooraf gedefinieerde sjablonen gebruikt in plaats van Salesforce-tabbladen + Developer Edition Visualforce, wordt het Tabbladen-knooppunt standaard verborgen. Klik voor het weergeven van het knooppunt op Beheer > Voorkeuren en selecteer vervolgens Alle instellingen tonen in Communitybeheer. GEBRUIKERSMACHTIGINGEN
Nadat u hebt bepaald welke voorzieningen u zichtbaar wilt maken voor uw communityleden, kunt u die voorzieningen vrijgeven door tijdens de set-up de corresponderende tabbladen te kiezen. De tabbladen die u selecteert, bepalen ook de communitynavigatie in Salesforce1. Vergeet niet dat profielen de toegang tot tabbladen bepalen, waardoor bepaalde tabbladen die u kiest, mogelijk verborgen zijn voor profielen die aan de community zijn gekoppeld. In dat geval zult u de tabbladen handmatig zichtbaar in het profiel moeten maken zodat die gebruikers de tabbladen kunnen zien in de community.
Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 21
Tip: Onthoud ook dat de tabbladen die u inschakelt, verplicht moeten zijn voor het type activiteit dat u uitvoert in deze community, hetgeen betrekking kan hebben op het delen van accounts en opportunities met uw partners of het delen van cases en oplossingen met klanten die ondersteuning nodig hebben. U wilt uw community zeker niet belasten met tabbladen die gebruikers niet echt nodig hebben. Opmerking: Chatter Free-gebruikers in uw community zien geen enkel ander tabblad dan het Chatter-tabblad. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Tabbladen. 3. Selecteer de tabbladen die moeten worden opgenomen in uw community, vanuit de lijst Beschikbare tabbladen. Druk op CTRL om meerdere tabbladen te selecteren. 4. Klik op Toevoegen om het tabblad toe te voegen. Voor het verwijderen van een tabblad selecteert u het in de lijst Geselecteerde tabbladen en klikt u op Verwijderen. 5. Klik op Omhoog of Omlaag om de volgorde te wijzigen, waarin de tabbladen worden weergegeven. Het tabblad boven aan de lijst is het landingstabblad voor de community. Wanneer gebruikers de community openen, is dit het eerste tabblad dat ze zien. Opmerking: Als een willekeurige gebruiker geen toegang tot het landingstabblad heeft en Chatter is uitgeschakeld, wordt het tabblad Hoofdpagina weergegeven. Als Chatter is ingeschakeld, wordt het tabblad Chatter weergegeven. 6. Klik op Opslaan. Belangrijk: Met het wijzigen van de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce in een op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon worden alle tabbladen uit uw community verwijderd. ZIE OOK: Community's aanpassen De naam van het tabblad Chatter wijzigen
Tabbladen t.o.v. de Communitysamensteller U twijfelt tussen het gebruik van standaard Salesforce-tabbladen en de Communitysamensteller bij het instellen van uw community? Hier is wat meer informatie over elke optie om de juiste beslissing te nemen.
Tabbladen Het selecteren van de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce bij het maken van uw community houdt in dat u kant-en-klare Salesforce-tabbladen of Visualforce-pagina's gaat gebruiken. Voordelen • Bepaalde themaopties kant en klaar beschikbaar tabbladen • Ondersteuning van alle verkoop-, service-, marketing- en platformvoorzieningen • Volledige Force.com-platformmogelijkheden
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 22
Nadelen • Visualforce is de voorkeurbenadering voor aanpassingen, maar Visualforce vereist coderingscapaciteit • Vereist wat kennis van het Force.com-platform
Communitysamensteller Het selecteren van vooraf geconfigureerde sjablonen bij het maken van uw community houdt in dat de WYSIWYG-gebruikersinterface van de Communitysamensteller gaat gebruiken. Voordelen • Kant-en-klare app die is gericht op selfservicecommunity's • Meer CSS-stijlen beschikbaar • Ideaal voor snelle implementatie van eenvoudige gebruikscases voor een selfservicecommunity Nadelen • Beperkt tot selfservicefunctionaliteit (cases, Salesforce Knowledge en Chatter Vragen) • Ondersteunt geen andere verkoop-, service- of platformgebruikscases • Biedt geen volledige platformcapaciteit ZIE OOK: Tabbladen toevoegen aan uw community Overzicht van de Communitysamensteller
De naam van het tabblad Chatter wijzigen Zeer waarschijnlijk gebruiken vele van uw communityleden het tabblad Chatter als basis voor hun hoofdpagina. U kunt deze echter aanpassen zodat deze voldoet aan de "branding" van uw bedrijf.
EDITIONS
Het tabblad Chatter is de snelste manier voor uw communityleden om te bekijken wat het belangrijkste voor ze is: activiteitfeeds, groepen, bladwijzers, bestanden en nog meer. Vele van uw communityleden gebruiken het tabblad Chatter als basis voor hun hoofdpagina. Pas de naam van het tabblad Chatter in uw community dus danig aan dat deze voldoet aan de "branding" van uw bedrijf—zo kunt u de naam van uw bedrijf of elke andere naam gebruiken, die herkenbaar is voor uw leden.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Geef vanuit Set-up Tabbladnamen en labels een andere naam geven op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Tabbladnamen en labels een andere naam geven. 2. Selecteer uw standaardtaal in de vervolgkeuzelijst Taal selecteren boven aan de pagina. 3. Klik onder Chatter-tabbladen in community's op Bewerken naast de community die u wilt bewerken. 4. Typ het enkelvoud en meervoud van de voorkeursnaam van het tabblad, bijvoorbeeld Partner en Partners. Selecteer desgewenst Begint met klinkerklank. 5. Klik op Opslaan.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN De naam van het tabblad Chatter wijzigen: • "Toepassing aanpassen" OF "Set-up en configuratie weergeven" EN Toegewezen zijn als vertaler
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 23
Uw community van "branding" voorzien Als u de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce gebruikt, kunt u het uiterlijk van uw community aanpassen in Communitybeheer door uw bedrijfslogo, kleuren en een melding over auteursrechten (copyright) toe te voegen. Hierdoor zorgt u ervoor dat uw community voldoet aan de "branding" van uw bedrijf en onmiddellijk herkenbaar wordt voor uw communityleden.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
Belangrijk: Als u een selfservicesjabloon gebruikt of kiest voor het gebruik van de Communitysamensteller om aangepaste pagina's te kaken in plaats van standaard Salesforce-tabbladen te gebruiken, kunt u de Communitysamensteller gebruiken om ook de "branding" van uw community te ontwerpen. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen"
2. Klik op Beheer > "Branding". 3. Gebruik de zoekopdrachten om een kop- en voettekst te kiezen voor de community.
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
De bestanden die u kiest voor de kop- en voettekst, moeten eerder zijn geüpload naar het tabblad Documenten en moeten openbaar beschikbaar zijn. De koptekst kan een .html-, .gif-, .jpg- of .png-bestand zijn. De voettekst moet een .html-bestand zijn. De maximale bestandsgrootte voor .html-bestanden is 100 kB gecombineerd. De maximale bestandsgrootte voor .gif-, .jpg- of .png-bestanden is 20 kB. Dus als uw .html-bestand voor de koptekst 70 kB is en u ook een .html-bestand voor de voettekst wilt gebruiken, kan dit slechts 30 kB groot zijn. De koptekst die u kiest, vervangt het Salesforce-logo onder de globale koptekst. De voettekst die u kiest, vervangt de standaard Salesforce-koptekst met auteursrecht- en privacygegevens. 4. Klik op Kleurenschema selecteren voor een selectie uit vooraf gedefinieerde kleurenschema's of klik op het tekstvak naast de paginasectievelden voor de selectie van een kleur uit de kleurenkiezer. Vergeet niet dat sommige van de geselecteerde kleuren van invloed zijn op de inlogpagina van uw community en ook op de manier waarop uw community eruitziet in Salesforce1. Keuze van kleuren Waar deze voorkomen Achtergrond koptekst
Boven aan de pagina, onder de zwarte globale koptekst. Als er een HTML-bestand wordt geselecteerd in het veld Koptekst, krijgt dit voorrang op de kleurkeuze. Boven aan de inlogpagina. Inlogpagina in Salesforce1.
Achtergrond pagina
Achtergrondkleur voor alle pagina's in uw community, inclusief de inlogpagina.
Primair
Tabblad dat wordt geselecteerd.
Secundair
Bovenrand van lijsten en tabellen. Knop op de inlogpagina.
Tertiair
Achtergrondkleur voor sectiekoppen op bewerkings- en detailpagina's.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 24
5. Klik op Opslaan. ZIE OOK: Community's aanpassen
De door community's verzonden e-mailberichten aanpassen U kunt gegevens van de afzender van het e-mailbericht, de "branding" van Chatter-e-mail en sjablonen in uw community-e-mailberichten aanpassen. U kunt aanpassingen uitvoeren in de gebruikersinterface of in het object Netwerk in Salesforce-API's. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > E-mailberichten. 3. Geef aangepaste waarden op voor de naam en het adres van de afzender van het e-mailbericht om de standaardwaarden te vervangen. Opmerking: Als u het e-mailadres van de afzender wijzigt, verzenden we een verificatie-e-mailbericht naar het nieuwe adres. De wijziging is in behandeling en we blijven het bestaande adres gebruiken, terwijl we wachten op verificatie. Het gevraagde adres wordt pas van kracht nadat u op de bevestigingskoppeling in het e-mailbericht hebt geklikt. Als verificatie van het nieuwe e-mailadres al in behandeling is en u een ander nieuw adres opgeeft, bewaren we de laatste waarde en gebruiken deze voor verificatie.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Als u een aangepaste waarde voor het adres van de afzender hebt opgegeven en u mailrelay hebt ingeschakeld, gebruiken uw Chatter-e-mailberichten de relay. 4. Pas aan wat wordt weergegeven in de voettekst van Chatter-e-mailberichten. Belangrijk: Zowel een logo als tekst voor de voettekst van het e-mailbericht is vereist. Denk aan het volgende: • Alle Chatter-e-mailberichten geven standaard het Chatter-logo en de Salesforce-gegevens weer, tenzij u deze vervangt door het eigen logo en de gegevens van uw organisatie. • Als u het logo of de tekst van de voettekst eerder hebt aangepast en de standaardwaarden wilt herstellen, gebruikt u de API om deze velden in te stellen op null. a. Kies een logo om het standaard Chatter-logo te vervangen. Het logo moet een bestaand document op het tabblad Documenten zijn en moet zijn aangeduid met Extern beschikbare afbeelding. Afbeeldingen met een maximale grootte van 150 x 50 pixels tegen een transparante achtergrond werken het beste. b. Geef aangepaste tekst op ter vervanging van de standaardtekst in de voettekst, waarbij een maximum van 1000 lettertekens geldt. De standaardtekst bevat de naam en het fysieke adres van Salesforce. U wordt dringend aangeraden om het fysieke adres van uw organisatie op te nemen om op deze manier te voldoen aan de voorschriften van antispamwetten.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 25
5. Selecteer E-mailbericht ter verwelkoming verzenden om een e-mailbericht te verzenden aan gebruikers wanneer deze worden toegevoegd aan de community. Belangrijk: Welkomst-e-mailberichten bevatten inloggegevens voor externe leden. Als u deze optie niet selecteert, zult u externe leden handmatig hun gebruikersnamen en wachtwoorden moeten toezenden. De koppeling in het welkomst-e-mailbericht is 6 maanden geldig. Welkomst-e-mailberichten worden verzonden wanneer: • Een community wordt van de status Voorbeeld gewijzigd in de status Actief. E-mailberichten worden niet verzonden wanneer een community de status Voorbeeld of Niet-actief heeft. • Een beheerder een nieuw profiel of en nieuwe machtigingenset toevoegt aan een Actieve community. • Wanneer aan een gebruiker een profiel of machtigingenset wordt toegewezen, die onderdeel is van een Actieve community. Opmerking: Als een profiel of machtigingenset onderdeel is van meerdere community's, ontvangen gebruikers met dat profiel of die machtigingenset een welkomst-e-mailbericht vanuit elke community. Het eerste e-mailbericht bevat inloggegevens, terwijl e-mailberichten van verdere community's gewoon een koppeling naar de community bevatten. 6. Gebruik de standaard e-mailsjablonen of gebruik de opzoekopdrachten om andere sjablonen voor welkomst-e-mailberichten te selecteren voor nieuwe communityleden, e-mailberichten betreffende vergeten wachtwoorden en kennisgevings-e-mailberichten over het resetten van wachtwoorden. Als uw organisatie e-mailsjablonen gebruikt voor het indienen van caseopmerkingen, kunt u een sjabloon selecteren (standaard wordt er geen aangeboden). Door de gebruiker geïnitieerde koppelingen voor het resetten van een wachtwoord vervallen na 24 uur. Door de beheerder geïnitieerde koppelingen voor het resetten van een wachtwoord vervallen niet. U kunt elke standaardsjabloon aanpassen. Opmerking: Als u de inhoud van een e-mailsjabloon aanpast, wordt u aangeraden om het samenvoegveld {!Community_Url} te gebruiken. Dit aangepaste samenvoegveld vult de unieke URL in voor een community, waarbij ervoor wordt gezorgd dat e-mailberichten aan gebruikers URL's met de correct parameters bevatten en gebruikers omleiden naar de juiste community om in te loggen of om een wachtwoord te wijzigen. 7. Klik op Opslaan. Een andere manier om community-e-mailberichten aan te passen is het gebruik van de volgende velden voor het object API-netwerk. • CaseCommentEmailTemplateId—ID van de e-mailsjabloon die wordt gebruikt bij het indienen van een opmerking over een case. • ChangePasswordEmailTemplateId—ID van de e-mailsjabloon die wordt gebruikt bij het melden aan een gebruiker dat diens wachtwoord is gereset. • EmailFooterLogoId—ID van het object Document dat wordt weergegeven als afbeelding in de voettekst van Chatter-e-mailberichten van de community. • EmailFooterText—Tekst die wordt weergegeven in de voettekst van Chatter-e-mailberichten van de community. • EmailSenderAddress—Alleen-lezen. E-mailadres vanaf welk de community-e-mailberichten worden verzonden. • EmailSenderName—Naam vanaf welke community-e-mailberichten worden verzonden. • ForgotPasswordEmailTemplateId—ID van de e-mailsjabloon die wordt gebruikt wanneer een gebruiker diens wachtwoord vergeet. • NewSenderAddress—E-mailadres dat is opgegeven als de nieuwe waarde voor EmailSenderAddress, maar dat nog niet is geverifieerd. Nadat een gebruiker heeft verzocht om wijziging van het e-mailadres van de afzender en met succes heeft gereageerd op het verificatie-e-mailbericht, overschrijft de waarde van NewSenderAddress de waarde in EmailSenderAddress. Dit wordt dan het e-mailadres vanaf welk community-e-mailberichten worden verzonden. – Als verificatie van een nieuw e-mailadres nog in behandeling is en u NewSenderAddress instelt op null, wordt het verificatieverzoek hiermee geannuleerd.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 26
– NewSenderAddress wordt automatisch ingesteld op null nadat EmailSenderAddress is ingesteld op het nieuwe geverifieerde adres. – Als verificatie van een nieuw e-mailadres nog in behandeling is en u voor dit veld een ander, nieuw adres opgeeft, wordt alleen de laatste waarde bewaard en gebruikt voor verificatie. • OptionsSendWelcomeEmail—bepaalt of er een welkomst-e-mailbericht wordt verzonden wanneer er een nieuwe gebruiker wordt toegevoegd aan de community. • WelcomeEmailTemplateId—ID van de e-mailsjabloon die wordt gebruikt bij het verzenden van welkomst-e-mailberichten aan nieuwe communityleden. ZIE OOK: Samenvoegvelden voor Community's Community's aanpassen
Samenvoegvelden voor Community's U kunt samenvoegvelden toevoegen aan Community's-e-mailsjablonen. Wanneer u Salesforce Community's inschakelt in uw organisatie, worden er drie, op tekst gebaseerde e-mailsjablonen gemaakt: • Community's: Wachtwoord voor e-mail gewijzigd • Community's: E-mailbericht voor vergeten wachtwoord • Community's: E-mailbericht ter verwelkoming van een nieuw lid
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Deze sjablonen gebruiken unieke samenvoegvelden. Deze samenvoegvelden zijn niet beschikbaar voor selecteren of kopiëren bij het bewerken van een sjabloon, maar u kunt ze wel handmatig opgeven. Deze samenvoegvelden werken alleen correct bij gebruik in een tekst- of HTML-sjabloon die voor een community is geselecteerd. Veldnaam
Beschrijving
{!Community_Name}
De naam van de community, zoals opgegeven tijdens het maken van een community.
{!Community_Url}
De URL voor de inlogpagina van een community. Bijvoorbeeld https://acme.force.com/partners/login. Als dit samenvoegveld onderdeel vormt van een welkomst-e-mailbericht dat naar een nieuwe externe gebruiker wordt verzonden, wordt de URL toegevoegd met een koppeling naar een pagina voor het opnieuw instellen van het wachtwoord. Dit veld wordt alleen ingevuld indien: • De sjabloon die dit veld bevat, wordt geselecteerd als de sjabloon Nieuw lid verwelkomen voor een community, en E-mailbericht ter verwelkoming verzenden wordt geselecteerd, OF • De sjabloon die dit veld bevat, wordt geselecteerd als de sjabloon Wachtwoord vergeten of Wachtwoord wijzigen en de gebruiker die het e-mailbericht ontvangt, een externe gebruiker is, die lid is van de community.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 27
Veldnaam
Beschrijving
{!Receiving_User.Username}
De gebruikersnaam van de gebruiker die het welkomst-e-mailbericht gaat ontvangen.
U kunt aangepaste e-mailsjablonen voor community's maken met behulp van Visualforce, waardoor u in uw e-mailsjablonen aangepaste "branding" voor uw bedrijf kunt gebruiken. Gebruik voor een Visualforce-e-mailsjabloon het globale samenvoegveldtype $Network en de eigenschappen ervan, zoals beschreven in de volgende tabel. Veldnaam
Beschrijving
$Network.Name
De naam van de community, zoals opgegeven tijdens het maken van een community.
$Network.NetworkUrlForUserEmails
De URL voor de inlogpagina van een community. Bijvoorbeeld https://acme.force.com/partners/login. Als dit samenvoegveld onderdeel vormt van een welkomst-e-mailbericht dat naar een nieuwe externe gebruiker wordt verzonden, wordt de URL toegevoegd met een koppeling naar een pagina voor het opnieuw instellen van het wachtwoord. Dit veld wordt alleen ingevuld bij gebruik in een Visualforce-e-mailsjabloon voor een van de drie e-mailtypen die voor Community's worden ondersteund.
Als uw community gebruikmaakt van cases, goedkeuringen of werkstromen, bevatten e-mailberichten die worden gemaakt uit een e-mailsjabloon die de samenvoegvelden {!
.Link} of {!Case.Link} gebruiken, een koppeling naar de record in de community. Als de gebruiker die het e-mailbericht ontvangt, lid is van meerdere actieve community's, leidt de koppeling naar de oudste actieve community. Als de gebruiker al is ingelogd bij een community en op de koppeling in het e-mailbericht klikt, leidt de koppeling naar die community. Als de gebruiker geen lid is van een community, leidt de koppeling naar de interne organisatie. Als de gebruiker lid is van een portal en een community, leidt de naar de community. Veldnaam
Beschrijving
{!Case.Link}
Gebruikt in: • Kennisgevingen over caseopmerkingen aan contactpersonen en eigenaars • Kennisgevingen over maken of bijwerken van cases aan contactpersonen
{!.Link}
Gebruikt in: • Goedkeuringsverzoeken die worden verzonden aan goedkeurende personen en gedelegeerde goedkeurende personen • E-mailwaarschuwingen van een werkstroom
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 28
Geef voor het uitzoeken of uw e-mailsjablonen deze samenvoegvelden gebruiken, vanuit Set-up E-mailsjablonen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens E-mailsjablonen; klik daarna op Bewerken naast een e-mailsjabloon. ZIE OOK: De door community's verzonden e-mailberichten aanpassen
Communityvoorkeuren inschakelen Voorkeuren van community's aanpassen Schakel de weergave van bijnamen, toegang tot de community zonder inloggen, Chatter-privéberichten, signaleren van inhoud, reputatieniveaus en mensen met kennis in uw community in of uit. Voor het gebruik van deze instellingen moet u Chatter inschakelen in uw organisatie. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN 2. Klik op Beheer > Voorkeuren. 3. Wijzig de gewenste instellingen. Algemeen • Geef bijnamen in plaats van volledige namen in uw community weer. Het inschakelen van de weergave van bijnamen in uw community biedt meer privacy en beschermt de identiteit van leden. Dit is met name handig in een openbare community waarin ongeregistreerde bezoekers toegang hebben tot profielen van leden.
Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
• Schakel toegang tot openbare content in uw community in zodat gastgebruikers er toegang toe hebben zonder inloggen. Via een dergelijke toegang kunt u acceptatie bevorderen en kunnen klanten gemakkelijk de informatie vinden die ze nodig hebben, zonder dat ze moeten inloggen, zich registeren of rechtstreeks contact met uw bedrijf moeten opnemen. • Schakel Chatter-berichten in, waardoor u beveiligde privéconversaties met andere Chatter-gebruikers kunt hebben. Voor het toegankelijk maken van Chatter-berichten voor externe gebruikers moeten beheerders ook het tabblad Chatter inschakelen. • Gebruik aangepaste Visualforce-foutpagina's, als u wenst dat geauthenticeerde gebruikers uw aangepaste Visualforce-foutpagina's met "branding" kunnen zien. • Toon alle instellingen die in Communitybeheer beschikbaar zijn, die standaard verborgen zijn op basis van de manier waarop u uw community instelt. Met het inschakelen van instelling vervangt u de dynamische navigatie die in Communitybeheer wordt geleverd. Communitybeheer • Sta leden toe om posts, opmerkingen of bestanden voor moderering binnen uw community te signaleren. Leden willen wellicht items signaleren, die ongepast taalgebruik of gevoelige informatie bevatten. • Schakel Reputatie in om communitymanagers een puntensysteem te laten opzetten, dat gebruikers die bijdragen aan de community, daarvoor beloont. Beheerders stellen overeenkomende reputatieniveaus in, die gebruikers op hun profiel kunnen zien.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 29
• Schakel mensen met kennis in zodat u kunt ontdekken wie goed op de hoogte is van onderwerpen, en bevestig mensen vanwege hun kennis over een onderwerp. 4. Klik op Opslaan. ZIE OOK: Bijnamen in plaats van volledige namen tonen in de community Openbare toegang tot de inhoud van de community inschakelen Aangepaste Visualforce-foutpagina's gebruiken voor geauthenticeerde gebruikers
Bijnamen in plaats van volledige namen tonen in de community Het inschakelen van de weergave van bijnamen in uw community biedt meer privacy en beschermt de identiteit van leden. Dit is met name handig in een openbare community waarin ongeregistreerde bezoekers toegang hebben tot profielen van leden. Alle gebruikers hebben standaard bijnamen die ze kunnen wijzigen door naar Uw naam > Contactgegevens bewerken te gaan in de globale koptekst of anders vanuit hun Chatter gebruikersprofiel. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Voorkeuren. 3. Selecteer Weergave van bijnaam inschakelen en klik vervolgens op Opslaan. Bijnamen in plaats van voor- en achternamen worden op bijna alle locaties in de community getoond, inclusief in feeds, lijstweergaven, groepen, zoekresultaten, aanbevelingen, en op gebruikersprofielen en in bestanden. Daarnaast tonnen ook Salesforce1 en alle communitysites die zijn geactiveerd met behulp van communitysjablonen, bijnamen.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN De weergave van bijnamen inschakelen: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Denk echter aan de volgende paar beperkingen bij het weergeven van bijnamen: • Privéberichten geven volledige namen weer. Om dit te vermijden, kunt u ervoor kiezen om privéberichten uit te schakelen. • Records en opzoekopdrachten van de gebruiker voor records tonnen volledige namen. Vergeet echter niet dat u de zichtbaarheid van records en gebruikers kunt sturen met regels voor delen. • Mobiele kennisgevingen in Salesforce1 tonen volledige namen. Om dit te vermijden, kunt u mobile kennisgevingen in Salesforce1 uitschakelen. • Zoekopdrachten op voor-, achter- en tweede naam zijn niet beperkt en retourneren wel overeenkomsten, maar de zoekresultaten geven alleen bijnamen weer. De aanbevelingen voor automatisch aanvullen bij Globaal zoeken en de lijst van recente items tonen alle voor-, achter- en volledige namen waarop de gebruiker al heeft gezocht of waartoe toegang is verkregen via een record of een andere locatie. ZIE OOK: Voorkeuren van community's aanpassen
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 30
Openbare toegang tot de inhoud van de community inschakelen Schakel toegang tot de inhoud van de community in voor gastgebruikers (niet-gelicentieerde gebruikers) zonder dat ze hoeven in te loggen of zich aan te melden bij de community.
EDITIONS
Openbare community's lenen zich goed voor het type scenario's van business-to-consumer (B2C), waarmee u een bredere doelgroep kunt bereiken. Dank aan het voorbeeld van een community voor klantenondersteuning die door een fabrikant van sportuitrusting en -apparatuur wordt onderhouden. Een community met openbare discussies, vragen, bekende problemen en oplossingen die door Klantenondersteuning zouden worden gepost, biedt bestaande en potentiële klanten de mogelijkheid om deze informatie weer te geven zonder rechtstreeks contact met het bedrijf te hoeven zoeken.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Voorkeuren. 3. Selecteer Toegang zonder inloggen toestaan en klik vervolgens op Opslaan. Door openbare toegang in te schakelen kunt u groepen, onderwerpen, gebruikersprofielen en feeds zichtbaar maken voor gastgebruikers via Chatter in Apex, zonder daarbij deze gegevens in de community zichtbaar te maken. Om gastgebruikers toe te staan deze informatie weer te geven handelt u op een van de volgende manieren:
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Openbare toegang tot de inhoud van de community inschakelen: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
• Gebruik een communitysjabloon uit de Communitysamensteller die gastgebruikers toegang geeft voor een of meer van de volgende objecten (bijvoorbeeld Napili). Zie de Community Templates for Self-Service Implementation Guide voor gedetailleerde instructies. • Gebruik de Chatter in Apex-methoden en Visualforce-pagina's om deze objecten zichtbaar voor gastgebruikers te maken. Zie "Methods Available to Communities Guest Users" in de Force.com Apex Code Developer's Guide en de Visualforce Developer's Guide voor meer informatie. Opmerking: • Als u op profielen gebaseerde implementatie voor Chatter hebt ingeschakeld in uw organisatie, krijgen gastgebruikers pas toegang tot uw openbare community nadat u Chatter-toegang voor het gastgebruikersprofiel hebt ingeschakeld. Zie voor meer informatie Chatter-toegang bepalen via gebruikersprofielen in de Help van Salesforce. • U kunt bij vragen in een openbare community geen bestanden bijvoegen vanuit Internet Explorer 9.
ZIE OOK: Voorkeuren van community's aanpassen
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 31
Aangepaste Visualforce-foutpagina's gebruiken voor geauthenticeerde gebruikers Als u aangepaste Visualforce-foutpagina's hebt, kunt u die pagina's weergeven voor geauthenticeerde (geverifieerde) communitygebruikers.
EDITIONS
Voor het toewijzen of aanpassen van uw Visualforce-foutpagina's klikt u vanuit Communitybeheer op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en selecteert u Ga naarForce.com. De sectie Foutpagina's vermeldt uw huidige paginaselecties.
Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise,
Wanneer Aangepaste Visualforce-foutpagina's gebruiken is geselecteerd, zien gebruikers die Performance, Unlimited en Developer Edition bij de community zijn ingelogd, uw aangepaste Visualforce-foutpagina's. Wanneer Aangepaste Visualforce-foutpagina's gebruiken niet is geselecteerd, zien gebruikers die bij de community zijn ingelogd, de standaard Visualforce-foutpagina's. Gastgebruikers die niet zijn ingelogd bij GEBRUIKERSMACHTIGINGEN de community, zien altijd de aangepaste Visualforce-foutpagina's, ongeacht de optie die u hebt geselecteerd. Een community maken, 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Voorkeuren.
aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
3. Selecteer Aangepaste Visualforce-foutpagina's gebruiken en klik vervolgens op Opslaan.
De globale header inschakelen voor Community's Wanneer Community's is ingeschakeld, kunt u via de globale header gemakkelijk schakelen tussen uw community's en uw interne organisatie.
EDITIONS
Community's moet zijn ingeschakeld in uw organisatie om de globale header te kunnen gebruiken.
Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Machtigingensets maken: • "Profielen en machtigingensets beheren" Een machtigingenset toewijzen aan een gebruiker: • "Machtigingensets toewijzen"
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 32
De machtiging Globale header weergeven is standaard uitgeschakeld voor alle standaardprofielen. Om de globale koptekst weer te geven moet aan gebruikers de machtiging "Globale header weergeven" zijn toegewezen door deze te selecteren voor standaardprofielen, door aangepaste profielen te maken of door een machtigingenset te maken. Maak machtigingensets om deze machtiging op eenvoudige wijze aan specifieke personen toe te wijzen. 1. Geef vanuit Set-up Machtigingensets op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Machtigingensets. 2. Klik op Nieuw en maak machtigingenset die de systeemmachtiging Globale header weergeven bevat. 3. Wijs de machtigingenset toe aan de juiste gebruikers. Gebruikers met deze machtigingenset zien de globale koptekst boven aan alle pagina's. Ze kunnen het menu aan de linkerzijde gebruiken om te schakelen tussen hun interne organisatie en alle community's waartoe zij toegang hebben. Het menu Uw naam aan de rechterzijde bevat koppelingen voor het bewerken van contactgegevens en voor het uitloggen. Bij interne gebruikers bevat het ook een koppeling naar Help en training, terwijl het ook koppelingen kan bevatten naar Set-up en andere tools, afhankelijk van gebruikersmachtigingen en ingeschakelde voorzieningen. Als uw organisatie Lightning Experience gebruikt, kunnen gebruikers met de juiste machtiging met de Selector schakelen tussen Salesforce Classic en de nieuwe interface. Zoek de koppeling Naar Lightning Experience overschakelen in het menu Uw Name. Salesforce Community's wordt momenteel niet ondersteund in Lightning Experience, dus als een gebruiker overschakelt, zal deze de globale koptekst en de community's niet zien. Voor toegang tot diens community's moet naar Salesforce Classic worden teruggeschakeld. Wanneer gebruikers met de machtiging Community's beheren of Community's maken en instellen in een community een tandwielpictogram zien ( ), kunnen zij dat gebruiken om over te schakelen naar Communitybeheer. Binnen Communitybeheer zien zij een extra menu dat ze kunnen gebruiken om om een voorbeeld van de community te bekijken of om de communityinstellingen te openen via Communitysamensteller, Site.com Studio of Force.com.
Opmerking: Binnen Communitybeheer zien gebruikers de globale koptekst en het menu Communitybeheer, ook als zij niet de machtiging "Globale header weergeven" hebben. We bevelen echter aan om toch de machtiging "Globale header weergeven" toe te wijzen aan gebruikers die moeten kunnen schakelen tussen uw interne organisatie en community's. ZIE OOK: Navigeren naar uw community's
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 33
Een koppeling delen met uw community Laat leden een voorbeeld van uw community bekijken voordat ze deze actief maken. U kunt de koppeling voor een voorbeeldcommunity alleen delen met gebruikers die zijn toegevoegd als leden van de community. Door een koppeling naar een community met de status Voorbeeld te delen krijgt u eerder feedback van belanghebbenden. De community functioneert op dezelfde manier als wanneer u deze actief maakt, waardoor belanghebbenden alle functionaliteit kunnen uitproberen en uw "branding" en aanpassingen kunnen beoordelen. Daarnaast hebt u het voordeel van vroege leden die records kunnen posten, delen en van opmerkingen kunnen voorzien, waardoor leden vanaf hun allereerste keer inloggen bij een actieve community terechtkomen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN
1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam.
Een voorbeeld-URL delen voor uw community: • “Community's maken en instellen"
2. Klik op Beheer > Instellingen. 3. Kopieer de op de pagina weergegeven URL en deel deze met uw belanghebbenden. Vergeet niet dat u de URL alleen kunt delen met gebruikers die u als leden van de community hebt toegevoegd. ZIE OOK: Community's aanpassen Community's-statussen
Uw community's actief maken Het activeren van een community maakt deze zichtbaar voor leden. U kunt de community aanpassen terwijl deze actief is, of u kunt de community the om uw wijzigingen aan te brengen. Vergeet hierbij niet dat zodra een community actief is, alles in de community zichtbaar voor leden is. Zorg ervoor dat alle belangrijke aanpassingen worden voltooid tijdens de status Voorbeeld. Opmerking: Als welkomst-e-mailberichten zijn ingeschakeld, wordt er een e-mailbericht met een koppeling naar de community verzonden aan elk lid wanneer u de community voor de eerste maal activeert. Voor leden van buiten het bedrijf die geen wachtwoord hebben of Single Sign-On gebruiken, omvat het welkomst-e-mailbericht een koppeling om hun wachtwoord en beveiligingsvraag in te stellen. Een externe gebruiker met toegang tot meerdere community's binnen één organisatie gebruikt dezelfde inloggegevens voor alle community's. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 34
2. Klik op Beheer > Instellingen. 3. Klik op Community activeren. Uw community is actief en online. ZIE OOK: Community's-statussen Community's aanpassen Een community deactiveren
Community's-statussen Community's kunnen een van de volgende statussen hebben. Status
Beschrijving
Voorbeeld Aanpassing van de community is niet voltooid en de community is nog nooit
geactiveerd. Zodra u een community activeert, kunt u niet nmeer teruggaan naar de status Voorbeeld. Gebruikers met "Community's maken en instellen" hebben toegang tot community's met de status Voorbeeld als hun profiel of machtigingenset is gekoppeld aan de community. Ze kunnen ook een koppeling naar deze community's delen met gebruikers wier profielen of machtigingensets aan de community zijn gekoppeld. De koppeling voor het delen van een community met Voorbeeld bevindt zich op de pagina Communitybeheer. er worden geen welkomst-e-mailberichten verzonden, zelfs niet als Welkomst-e-mailbericht verzenden is geselecteerd. Opmerking: Als de toegang tot Community's van uw organisatie wordt opgeschort wegens niet-betaling van de daaraan verbonden kosten, worden alle van uw community's gedeactiveerd, inclusief die met de status Voorbeeld. Wanneer Community's opnieuw wordt ingeschakeld, hebben alle community's de status Niet-actief. U kunt deze community's wel activeren, maar u kunt deze niet terugzetten naar de status Voorbeeld. Inactief De community is wel eerder Actief, maar werd later offline gezet.
Wellicht wilt u een community deactiveren in de volgende omstandigheden: • Leden toevoegen of verwijderen • Tabbladen toevoegen, verwijderen of de volgorde ervan wijzigen • Het kleurenschema wijzigen • De community-URL wijzigen Wanneer u een community deactiveert, wordt deze niet langer weergegeven in het vervolgkeuzemenu. Gebruikers met "Community's maken en instellen" hebben nog wel steeds toegang tot de set-up voor Niet-actieve community's, ongeacht hun lidmaatschap. Als leden proberen om toegang te krijgen tot Niet-actieve community's met behulp van een rechtstreekse koppeling, krijgen ze een foutpagina te zien.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Salesforce-community's instellen en beheren
Status
Beschrijving
Actief
De community is actief en beschikbaar voor leden.
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 35
Welkomst-e-mailberichten worden verzonden naar nieuwe leden als Welkomst-e-mailbericht verzenden is geselecteerd.
ZIE OOK: Community's aanpassen Uw community's actief maken Een community deactiveren Een koppeling delen met uw community
Uw communityinstellingen bijwerken. Beheer uw communitynaam, -beschrijving, -URL, de communitystatus en de communitysjabloon alle vanuit één plaats.
EDITIONS
U kunt uw communitynaam en -URL wel wijzigen nadat de community is geactiveerd, maar gebruikers worden niet omgeleid naar de nieuwe URL. Als deze wijzigingen noodzakelijk zijn, vergeet dan niet om uw communityleden te informeren voordat u de wijziging aanbrengt.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Instellingen. 3. Bewerk uw communityinstellingen voor zover nodig is. • De naam, beschrijving en URL van uw community bewerken door op naam van uw community te klikken. • De status van uw community beheren. • Uw communitysjabloon wijzigen.
ZIE OOK: Uw communitysjabloon wijzigen Community's-statussen
naast de
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 36
Een community deactiveren Wellicht wilt u een community deactiveren in de volgende omstandigheden:
EDITIONS
• Leden toevoegen of verwijderen • Tabbladen toevoegen, verwijderen of de volgorde ervan wijzigen • Het kleurenschema wijzigen • De community-URL wijzigen 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
2. Klik op Beheer > Instellingen. 3. Klik op Deactiveren. Uw community is niet-actief en offline. Wanneer een community niet-actief is, zien leden deze nog wel in het menu, maar hebben er geen toegang maar toe, tenzij ze de machtiging "Community's maken en instellen" hebben.
Community's-statussen Uw community's actief maken Community's aanpassen
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam.
ZIE OOK:
Beschikbaar in: Salesforce Classic
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 37
Uw communitysjabloon wijzigen Wijzig uw communitysjabloon als de vereisten van uw community veranderen ten opzicht van wanneer u deze voor het eerst hebt ingesteld. Tip: U verliest geen gegevens wanneer u sjablonen wijzigt; zorg er echter voor dat u bekend bent met Overwegingen bij het wijzigen van uw communitysjabloon voordat u de onderstaande stappen uitvoert.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Als uw community al actief is en u sjablonen wijzigt vanuit een sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce in een op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon of vanuit een op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon in een andere op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon, wordt uw sjabloonwijziging opgeslagen in een conceptversie die u GEBRUIKERSMACHTIGINGEN verder kunt aanpassen in de Communitysamensteller. U moet uw wijzigingen eerst in de Een community maken, Communitysamensteller publiceren voordat uw actieve community wordt bijgewerkt. Als uw community al actief is en u sjablonen wijzigt vanuit een op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon in een sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce, wordt uw actieve community onmiddellijk bijgewerkt. Bij dit scenario wordt aangeraden om uw community eerst te deactiveren. Zodra u alle wijzigingen hebt aangebracht, kunt u deze vervolgens opnieuw activeren. Als uw sjabloon wordt vermeld als Geen, betekent dit dat u geen vooraf gedefinieerde op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon gebruikt of dat u een op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon hebt gewijzigd.
aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Als u een op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon gebruikt en u uw sjabloon aanpast, toont de pagina Instellingen de naam van de sjabloon die u in conceptmodus in de Communitysamensteller hebt. Een waarschuwingsbericht herinnert u eraan dat u uw wijzigingen moet publiceren in de Communitysamensteller. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Instellingen. 3. Klik op Sjabloon wijzigen. 4. Kies een sjabloon die aan de behoeften van uw community voldoet. Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de Kokua-, Koa- en Napili-sjablonen de Community Templates for Self-Service Implementation Guide. Zie Aan de slag met de Aloha-sjabloon voor Salesforce-identiteit voor meer informatie over de Aloha-sjabloon. 5. Indien u daartoe de aanwijzing ontvangt, selecteert u Sjabloon wijzigen om uw wijzigingen te bevestigen. Nadat u de sjabloon hebt gewijzigd, keert u terug naar Communitybeheer. Controleer om er zeker van te zijn dat uw communitypagina's, zoals de Inlogpagina of de pagina Hoofdpagina Community, nog steeds de beste keuze voor uw bijgewerkte communitysjabloon zijn. Als u bijvoorbeeld eerder al een sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce had en bent overgeschakeld op een op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon, wilt u wellicht uw pagina's bijwerken zodat deze de Communitysamensteller-pagina's in plaats van de Visualforce-pagina's gebruikt. Indien hierom wordt verzocht, past uw community aan in de Communitysamensteller en publiceert u alle wijzigingen die u aanbrengt.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 38
Overwegingen bij het wijzigen van uw communitysjabloon Wijzigen van uw communitysjabloon is van invloed op de navigatie, "branding" en aanpassingen van uw community.
EDITIONS
• Salesforce-objectgegevens worden overgedragen, maar alle "branding" en componentaanpassingen niet. Alle aanpassingen moet u opnieuw doen.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
• Door te schakelen tussen sjablonen wordt de navigatie in Communitybeheer bijgewerkt. Als u alle beschikbare opties in Communitybeheer wilt zien, ongeacht de sjabloon die is geselecteerd, selecteert u Beheer > Voorkeuren > Alle instellingen tonen in Communitybeheer.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• Uw community-URL wordt gewijzigd wanneer u van een sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce overschakelt op een Communitysamensteller-sjabloon en vice versa. In op de Communitysamensteller gebaseerde sjablonen wordt bijvoorbeeld /s toegevoegd aan uw URL. Vergeet niet om alle koppelingen naar uw community bij te werken met de nieuwe URL. Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de Kokua-, Koa- en Napili-sjablonen de Community Templates for Self-Service Implementation Guide. Zie Aan de slag met de Aloha-sjabloon voor Salesforce-identiteit voor meer informatie over de Aloha-sjabloon.
Het beheer voeren over Community's-gebruikers Het wachtwoord van een externe gebruiker voor Community's opnieuw instellen Het wachtwoord van een externe gebruiker kan opnieuw worden ingesteld (gereset) door hetzij de gebruiker, hetzij de beheerder van de organisatie die de community host. In beide gevallen wordt, wanneer iemand een reset van het wachtwoord van een externe gebruiker initieert, een e-mailbericht verzonden naar de gebruiker met een koppeling om het wachtwoord te resetten. Door de gebruiker geïnitieerde koppelingen voor het resetten van een wachtwoord vervallen na 24 uur. Door de beheerder geïnitieerde koppelingen voor het resetten van een wachtwoord vervallen niet. Wanneer de gebruiker op de koppeling klikt, moet deze eerst zijn of haar wachtwoord opnieuw instellen (resetten) voordat kan worden doorgegaan. Als een door de gebruiker geïnitieerde verzoek voor resetten van een wachtwoord niet kan worden verwerkt, wordt per e-mailbericht verteld waarom. Verzoeken voor het resetten van een wachtwoord mislukken als een gebruikersaccount tijdelijk of permanent geblokkeerd is vanwege te veel mislukte inlogpogingen of als het verzoek buiten de goedgekeurde uren voor inloggen, IP-bereiken of netwerklocaties werd verzonden. ZIE OOK: Gebruikers van community's maken Hoe krijgen externe communityleden inloggegevens?
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 39
Hoe krijgen externe communityleden inloggegevens? Externe gebruikers krijgen hun inloggegevens in welkomst-e-mailberichten van een community. Wanneer u een contactpersoon inschakelt als klantgebruiker of partnergebruiker, ontvangt deze pas diens inloggegevens nadat deze is toegevoegd aan een community met welkomst-e-mailberichten ingeschakeld. Als welkomst-e-mailberichten zijn uitgeschakeld voor de community, ontvangt de externe gebruiker geen inloggegevens en moet u deze handmatig verzenden. Geef daarvoor vanuit Set-up Gebruikers op in het vak Snel zoeken, selecteer Gebruikers, schakel het selectievakje naast de gebruikersnaam in en klik vervolgens op Wachtwoord resetten. Een e-mailbericht met daarin de gebruikersnaam van de gebruiker en een koppeling voor het opnieuw instellen van diens wachtwoord wordt naar de gebruiker verzonden. De koppeling in dit e-mailbericht verloopt niet.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
ZIE OOK: Gebruikers van community's maken Het wachtwoord van een externe gebruiker voor Community's opnieuw instellen
Optionele uitbreidingen voor de community Een aangepast domein configureren voor uw community Stel een aangepast domein dusdanig in dat uw community-URL's uw bedrijfsmerk weerspiegelen. Opmerking: Aangepaste domeinen worden alleen ondersteund in niet-sandbox-exemplaren. U kunt een aangepast domein in een sandbox-exemplaar configureren en dit vervolgens migreren naar een productie-exemplaar, maar het aangepaste domein is alleen actief in het productie-exemplaar. Wanneer u een domein toevoegt, hebt u ook de optie om voor de verbindingsveiligheid een certificaat en sleutel bij te voegen. Als u een certificaat gaat gebruiken, zorgt u ervoor dat u dit al hebt toegevoegd met behulp van Certificaat- en sleutelbeheer voordat u probeert om het bij uw domein bij te voegen. Alleen door CA ondertekende certificaten worden ondersteund, terwijl deze een lengte van 2048 bits moeten hebben. Ter ondersteuning van alle domeinen die worden gehost door sites in uw organisatie, gebruikt u een jokerteken of een certificaat Subject Alternative Name. 1. Geef vanuit Set-up Domeinen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Domeinen. 2. Klik op Een domein toevoegen. 3. Geef de domeinnaam op. 4. Voeg een certificaat toe als u al een door een certificeringsinstantie gesigneerd certificaat hebt ingesteld, dat dit domein ondersteunt. 5. Klik op Opslaan. Klik anders op Opslaan en nieuw om meerdere domeinen toe te voegen. Als u van plan bent om meer dan één community op een domein te hosten, moet u voor elke site aangepaste URL's instellen. Aangepaste URL's zijn dan dé manier om de community's
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Domeinen weergeven: • "Set-up en configuratie weergeven" Domeinen toevoegen: • "Toepassing aanpassen" of "Set-up en configuratie weergeven", plus een Site.com Publisher-licentie of "Community's maken en instellen" Domeinen bewerken of verwijderen: • "Toepassing aanpassen" Certificaten koppelen aan een domein: • Neem contact op met Salesforce als u geen gebruikmaakt van Community's. Organisatie met Community's kan certificaten koppelen aan een domein.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 40
binnen dat domein op een unieke manier van elkaar te onderscheiden. Geef vanuit Set-up Aangepaste URL's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Aangepaste URL's. Voordat u de CNAME van uw domeinnaam kunt wijzigen in een verwijzing naar de nieuwe doelnaam, zorgt u er door middel van dig of nslookup voor dat de nieuwe doelnaam al voorkomt in de DNS. Wanneer u uw domeinnamen hebt gemaakt, is van invloed op het doel van uw CNAME: • domeinnamen die zijn toegevoegd vóór Summer '13, moeten doorgaans hun CNAME laten aanpassen om te verwijzen naar het volledig gekwalificeerde domein, gevolgd door .live.siteforce.com in plaats van het force.com-subdomein van de organisatie. Als uw domein van vóór Summer '13 bijvoorbeeld www.voorbeeld.com luidt, moet het doel van de CNAME ervan www.voorbeeld.com.live.siteforce.com zijn in plaats van voorbeeld.force.com om HTTPS te laten functioneren. • Domeinnamen die zijn toegevoegd tijdens of vóór Summer '13, hebben geen organisatie-ID van 18 lettertekens in het CNAME-doel. • Domeinnamen die zijn toegevoegd tijdens of ná Summer '13, verwijzen al naar de juiste plaats voor het instellen van HTTPS in een aangepast domein. • Domeinnamen die zijn toegevoegd tijdens of ná Winter '14, gebruiken een CNAME die verwijst naar het volledig gekwalificeerde domein, gevolgd door de ID van 18 lettertekens van uw organisatie en .live.siteforce.com. Als uw domeinnaam bijvoorbeeld www.voorbeeld.com luidt en uw organisatie-ID van 18 lettertekens 00dxx0000001ggxeay is, moet het doel van de CNAME ervan www.voorbeeld.com.00dxx0000001ggxeay.live.siteforce.com zijn.
Het vak Globaal zoeken toevoegen aan uw aangepaste Community-HTML-koptekst Als u uw Salesforce Community's hebt aangepast met een HTML-koptekst, verbergt u het vak Globaal zoeken. Voor het benutten van deze zoekfunctionaliteit voegt u een formuler toe aan uw aangepaste koptekst. 1. Voeg in uw aangepaste HTML-koptekst een formulier als dit in.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
2. Vervang door de unieke waarde die u hebt gebruikt voor de URL bij het maken van de community. Als u bijvoorbeeld customers (klanten) als unieke waarde voor uw community-URL hebt gebruikt, ziet het formulier er uit als dit voorbeeld:
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Basisprincipes van de community instellen | 41
Search Engine Optimization (SEO) instellen voor uw community Laat populaire zoekmachines, zoals de Google™-zoekmachine en de Bing®-zoekmachine, uw community dusdanig indexeren dat klanten, partners en gastgebruikers gemakkelijk communitypagina's via online zoekopdrachten kunnen vinden. SEO kan het profiel van openbare community's aanmerkelijk verbeteren. Er zijn enkele standaardbestanden waarmee u bekend moet zijn voor het instellen van SEO voor uw community: robots.txt Het bestand robots.txt, een standaardbestand dat op het web wordt gebruikt voor SEO, gebruikt include- en exclude-regels om webspiders en robots te laten weten welke gebieden van uw community moeten worden geïndexeerd. Dit bestand geeft u volledige controle over wat gebruikers via zoekmachines kunnen vinden. U kunt de regels dusdanig aanpassen dat uw volledige community wordt geïndexeerd, of u kunt kiezen voor specifieke gebieden. Zodra u uw regels hebt opgegeven, gebruiken zoekmachines het bestand om uw communitypagina's te indexeren. Bij Salesforce Community's moet u een Visualforce-pagina maken om deze informatie te hosten. Dit bestand wordt op rootniveau van uw community geplaatst. Hier is een voorbeeld van een Visualforce-pagina met indexeringsregels voor een community:
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een Visualforce-pagina, een bestand robots.txt en een bestand sitemap.xml voor uw community maken: • “Community's maken en instellen"
User-agent: * Disallow: / # hides everything from ALL bots Allow: /<path-prefix-1>/s # add path you want to open to bots Allow: /<path-prefix-2>/s # add path you want to open to bots Sitemap: http://community_URL>/<sitemap_to_community1> Sitemap: http:///<sitemap_to_community2>
sitemap.xml Het bestand sitemap.xml bevat een lijst van de URL's van uw community. Zoekmachines gebruiken deze lijst om te achterhalen welke pagina's van uw community beschikbaar zijn voor crawling en indexering. Het bestaand robots.txt bevat het pad naar de sitemap van uw community. sitemap.xml moet ook op rootniveau van uw community worden geplaatst. Raadpleeg voor meer informatie over het maken van het bestand sitemap.xml voor uw community dit artikel. Opmerking: Mogelijk hebt u meer dan één community, elke met diverse subpaden. Vergeet hierbij niet dat ze alle hetzelfde bestand delen; zorg er daarom voor dat uw indexeringsregels de pagina's in al uw community's bestrijken. De Visualforce-pagina met de gegevens uit robots.txt moet binnen de community zijn, die totaal geen subpadnaam heeft, dus op rootniveau. 1. Maak een lijst van include- en exclude-regels voor de verschillende gebieden van uw community die u zichtbaar wilt maken voor zoekmachines of juist wilt verbergen. Sla deze informatie op in een tekstbestand. 2. Geef vanuit Set-up Visualforce-pagina's op in het vak Snel zoeken, selecteer vervolgens Visualforce-pagina's en klik op Nieuw om een nieuwe Visualforce-pagina te maken.Geef deze een willekeurige naam; u kunt deze zelfs robots noemen. 3. Plak de lijst van indexeringsregels in de Visualforce-pagina. De definitieve inhoud moet lijken op het bovenstaande voorbeeld, met meer regels indien vereist. 4. Klik op Opslaan. 5. Klik terug op de pagina Communitybeheer voor uw community op Beheer > Pagina's > Ga naar Force.com en vervolgens op Bewerken op de pagina Sitedetails.
Salesforce-community's instellen en beheren
6.
Gebruikershandleiding | Inlog-, zelfregistratie- en wachtwoordbeheer in uw community | 42
Geef in het veld Robots.txt van site de naam op van de Visualforce-pagina die u zojuist hebt gemaakt, of klik op bestand te zoeken.
on naar het
7. Klik op Opslaan. 8. Dien uw bestand sitemap.xml optioneel rechtstreeks bij zoekmachines in. Dien het bestand bijvoorbeeld in bij Google™ Webmaster Tools en Bing® Webmaster Tools zodat gebruikers van die zoekmachines inhoud in uw community kunnen vinden. Als u wilt bevestigen dat het bestand robots.txt beschikbaar is voor robots en spiders, navigeert u naar uw community en voegt u /robots.txt toe aan de URL van de landingspagina. U dient nu de inhoud te zien, die u in de Visualforce-pagina hebt geplakt, toen u deze maakte. Voeg op dezelfde wijze /sitemap.xml toe aan uw community-URL om te testen of uw sitemap beschikbaar is voor spiders en robots van zoekmachines.
Inlog-, zelfregistratie- en wachtwoordbeheer in uw community Inlog-, uitlog- en zelfregistratiepagina's aanpassen in uw community Configureer de standaardopties voor inloggen, uitloggen, wachtwoordbeheer en zelfregistratie voor uw community of pas de werking aan met Apex en Visualforce- of Communitysamensteller (Site.com Studio)-pagina's. Standaard heeft elke community standaardpagina's voor inloggen, wachtwoordbeheer en zelfregistratie en daaraan gekoppelde Apex-controllers die onder de motorkap zorg dragen voor deze functionaliteit. U kunt gebruikmaken van Visualforce, Apex of de Communitysamensteller (Site.com Studio) om aangepaste "branding" te maken en de standaardwerking te wijzigen:
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• Pas de "branding" van de standaard inlogpagina aan. • Pas de omgeving voor inloggen aan door de werking van de standaardpagina voor inloggen te wijzigen; gebruik hierbij een aangepaste inlogpagina en zorg voor ondersteuning van andere authenticatieleveranciers. • Leid gebruikers om naar een andere URL voor uitloggen. • Aangepaste pagina's gebruiken voor Wachtwoord wijzigen en Wachtwoord vergeten • Stel zelfregistratie in voor niet-gelicentieerde gastgebruikers in uw community.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • "Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Inlog-, zelfregistratie- en wachtwoordbeheer in uw community | 43
De inlogpagina van uw community van "branding" voorzien Als u de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce hebt geselecteerd, kunt u uw bedrijfslogo en aangepaste voettekst toevoegen aan de standaard inlogpagina die kant-en-klaar bij uw community wordt meegeleverd. De achtergrondkleuren van de koptekst en pagina die worden gebruikt op de standaard inlogpagina, worden overgenomen uit het "branding"-kleurenschema van de community. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Inloggen en registratieen breng uw wijzigingen aan in de sectie Koptekst en voettekst. 3. Upload een logo voor de koptekst van de inlogpagina van de community. Dit kan een .gif-, .jpg- of .png-bestand zijn. De maximale bestandsgrootte is 100 kB. Afbeeldingen groter dan 250 pixels breed bij 125 pixels hoog worden niet geaccepteerd. Met het uploaden van een logo wordt automatisch Map Gedeelde documenten van de community op het tabblad Documenten aangemaakt en wordt het logo hierin opgeslagen. Eenmaal gemaakt, kan de map niet meer worden verwijderd.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Het koptekstlogo wordt linksboven op de standaard inlogpagina weergegeven. Het wordt ook gebruikt bij toegang tot de community in Salesforce1. Het koptekstlogo wordt niet weergegeven op aangepaste inlogpagina's. 4. Geef aangepaste tekst op voor de voettekst van de inlogpagina van de community, tot een maximum van 120 lettertekens. De voettekst wordt weergegeven onder aan de inlogpagina. Tekst van deze voettekst wordt niet weergegeven op aangepaste inlogpagina's. 5. Klik op Opslaan. Het logo en de tekst van de aangepaste voettekst worden weergegeven voor alle gebruikers (interne, externe en niet-gelicentieerde gastgebruikers) op de inlogpagina. ZIE OOK: Inlog-, uitlog- en zelfregistratiepagina's aanpassen in uw community Het inlogproces aanpassen met Apex
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Inlog-, zelfregistratie- en wachtwoordbeheer in uw community | 44
Het inloggen bij uw community aanpassen Pas het standaard inlogproces voor externe gebruikers in uw community aan. U kunt ook een aangepaste Communitysamensteller-, Site.com Studio- of Visualforce-inlogpagina gebruiken, meerdere authenticatieleveranciers ondersteunen en Single Sign-On configureren met een willekeurige sjabloon.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
Externe gebruikers zijn gebruikers met Community-, Klantportal- of Partnerportal-licenties.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• De inlogpagina die u selecteert in Communitybeheer, overschrijft toewijzingen van andere inlogpagina's in de Site.com- of Force.com-site-instellingen. • Als uw community de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce gebruikt, heeft de inlogpagina die aan de community wordt toegewezen, standaard de naam CommunitiesLogin. Gebruik Visualforce om het uiterlijk van deze pagina aan te passen. • Als uw community de sjabloon Napili gebruikt, krijgt de inlogpagina die standaard is toegewezen aan de community, de naam login. Gebruik Communitysamensteller (Site.com Studio) om het uiterlijk ervan aan te passen. • Voor het bijwerken van de werking bij inloggen bij zowel Visualforce- als Communitysamensteller-pagina's werkt u de Apex-controller CommunitiesLoginController bij. • Aangepaste Communitysamensteller-pagina's moeten eerst worden gepubliceerd voordat ze kunnen worden toegewezen aan de community. Vergeet niet om de Apex-controller CommunitiesLoginController en de Apex-methode Site.login() te wijzigen om uw aangepaste inlogpagina te gebruiken.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
• De inlogopties die u hier configureert, zijn alleen geldig voor externe gebruikers. Gebruikers uit uw interne organisatie moeten de koppeling gebruiken, die medewerkers omleidt om in te loggen met hun Salesforce-gebruikersnaam en -wachtwoord. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Inloggen en registratie en breng uw wijzigingen aan onder de sectie Inloggen. 3. Kies optioneel een aangepaste inlogpagina voor uw community. Selecteer het paginatype (Communitysamensteller of Visualforce), geef de naam van de pagina op in het zoekveld en klik op om deze te selecteren.
. Klik in het venster met zoekresultaten op de naam van de pagina
Tip: Als u wilt teruggaan naar de standaard inlogpagina van de sjabloon voor uw community, selecteert u Standaardpagina. 4. bepaal met welke gegevens externe gebruikers kunnen inloggen of zich registreren. Standaard loggen gebruikers bij de community in met behulp van de standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord van de community. Als u ze wilt laten inloggen met andere gegevens, zoals hun Facebook©-, Janrain©- of Salesforce-gegevens vanuit een andere organisatie, selecteert u deze in de lijst. Belangrijk: Configureer deze opties voor de authenticatieleverancier tevoren om ze voor inloggen bij de community te kunnen gebruiken. Geef vanuit Set-up Auth.-leveranciers op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Auth.-leveranciers. 5. Optioneel kunt u externe gebruikers toestaan om in te loggen met hun SAML Single Sign-On-identiteit.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Inlog-, zelfregistratie- en wachtwoordbeheer in uw community | 45
Deze optie is alleen beschikbaar als uw organisatie met succes SAML heeft ingesteld voor uw community op pagina 73, waaronder: • SAML-instellingen voor Single Sign-On, om inloggen bij Salesforce mogelijk te maken met behulp van uw bedrijfsidentiteitsleverancier. Vergeet niet dat u hierbij Inlog-URL identiteitsleverancier moet opgeven. • Een aangepaste domeinnaam, die de toepassings-URL's voor al uw pagina's wijzigt, inclusief inlogpagina's. Neem contact op met Ondersteuning als u Mijn domein moet inschakelen. Om meerdere SAML Single Sign-On-opties te bieden geeft u Instellingen voor Single Sign-On op in het vak Snel zoeken, selecteert u vervolgens Instellingen voor Single Sign-On en klikt u daarna op Meerdere configuraties inschakelen. Als u SAML al had ingeschakeld en vervolgens meerdere SAML-configuraties inschakelt, wordt uw bestaande SAML-configuratie automatisch dusdanig geconverteerd dat deze met meerdere extra configuraties werkt. Gebruikers zien de optie Inloggen met Single Sign-On. Als u meerdere opties voor Single Sign-On via SAML hebt ingeschakeld, wordt elke knop voor inloggen weergegeven met het veld Naam van de SAML-configuratie. 6. Klik op Opslaan. Opmerking: Het wijzigen van de naam van de standaard inlogpagina of het verwijderen van deze pagina veroorzaakt problemen met de standaard inlogstroom van de community. ZIE OOK: Inlog-, uitlog- en zelfregistratiepagina's aanpassen in uw community
Het inlogproces aanpassen met Apex U kunt communityleden buiten uw bedrijf een volledig aangepaste inlogpagina bieden, die overeenkomt met de stijl en "branding" van uw organisatie. Gebruik Visualforce en Apex om de pagina CommunitiesLogin of CommunitiesLoginController aan te passen, of maak uw eigen Visualforce-pagina. Omleiden vanaf de standaard communityinlogpagina naar uw aangepaste inlogpagina: 1. Geef vanuit Set-up Apex-klassen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Apex-klassen.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Visualforce-pagina's maken en bewerken: • "Toepassing aanpassen" Apex-klassen bewerken: • "Apex-auteur"
2. Klik op Bewerken naast CommunitiesLoginController.
EN
3. Voeg de volgende code toe:
"Toepassing aanpassen"
global PageReference forwardToCustomAuthPage() { String startUrl = System.currentPageReference().getParameters().get('startURL'); return new PageReference(Site.getPathPrefix() + '/SiteLogin?startURL=' + EncodingUtil.urlEncode(startURL, 'UTF-8')); }
4. Als u een volledig aangepaste inlogpagina hebt gemaakt, vervangt u SiteLogin door de naam van uw Visualforce-pagina. 5. Klik op Opslaan. 6. Klik op Bewerken naast CommunitiesLandingController.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Inlog-, zelfregistratie- en wachtwoordbeheer in uw community | 46
7. Voeg de volgende code toe: public PageReference forwardToCustomAuthPage() { String startUrl = System.currentPageReference().getParameters().get('startURL'); return new PageReference(Site.getPathPrefix() + '/SiteLogin?startURL=' + EncodingUtil.urlEncode(startURL, 'UTF-8')); }
8. Als u een volledig aangepaste inlogpagina hebt gemaakt, vervangt u SiteLogin door de naam van uw Visualforce-pagina. 9. Klik op Opslaan. 10. Geef vanuit Set-up Visualforce-pagina's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Visualforce-pagina's. 11. Klik op Bewerken naast CommunitiesLogin. 12. Voeg in de eerste regel code het volgende toe: action="{!forwardToCustomAuthPage}"
13. Klik op Opslaan. 14. Klik op Bewerken naast CommunitiesLanding. 15. Voeg in de eerste regel code het volgende toe: action="{!forwardToCustomAuthPage}"
16. Klik op Opslaan.
Communityleden omleiden naar een aangepaste URL bij uitloggen Geef de URL op, waarnaar communityleden moeten worden omgeleid wanneer ze uitloggen bij uw community.
EDITIONS
Wanneer communityleden uitloggen, gaan ze standaard naar de communityinlogpagina. U kunt ervoor kiezen om ze naar een andere locatie te verwijzen, zoals bijvoorbeeld uw bedrijfswebsite.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN 2. Klik op Beheer > Inloggen en registratie. 3. Geef in de sectie Uitloggen de URL op, waarnaar u communityleden wilt omleiden. 4. Klik op Opslaan. ZIE OOK: Inlog-, uitlog- en zelfregistratiepagina's aanpassen in uw community
Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Inlog-, zelfregistratie- en wachtwoordbeheer in uw community | 47
Aangepaste pagina's voor Wachtwoord wijzigen en Wachtwoord vergeten gebruiken in uw community Gebruik een aangepaste pagina uit de Communitysamensteller of Visualforce-pagina in plaats van de standaardpagina's voor Wachtwoord wijzigen en Wachtwoord vergeten.
EDITIONS
De pagina Wachtwoord vergeten kan worden aangepast in de Communitysamensteller of in Visualforce. Als u een aangepaste pagina Wachtwoord vergeten van de Communitysamensteller wilt gebruiken, publiceert u uw pagina eerst in de Communitysamensteller.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
De pagina Wachtwoord wijzigen kan alleen worden aangepast in Visualforce. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Inloggen en registratie.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen"
3. Selecteer Paginatype in de wachtwoordsectie: Communitysamensteller of Visualforce.
EN
4. Geef de naam op van de pagina of laat het veld blanco om naar alle beschikbare pagina's te zoeken.
Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
5.
Klik op en vervolgens op de naam van de pagina in de zoekresultaten om deze te selecteren.
6. Klik op Opslaan. Als u wilt teruggaan naar de standaard inlogpagina van de sjabloon voor uw community, selecteert u Standaardpagina als paginatype. ZIE OOK: Inlog-, uitlog- en zelfregistratiepagina's aanpassen in uw community
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Inlog-, zelfregistratie- en wachtwoordbeheer in uw community | 48
Zelfregistratie instellen voor uw community Schakel zelfregistratie in zodat niet-gelicentieerde gastgebruikers toch lid van uw community kunnen worden. U kunt kiezen tussen deze gebruikers opslaan als contactpersonen onder een business account en een persoonsaccount maken voor elke gebruiker die zichzelf registreert. Wanneer u zelfregistratie inschakelt, worden deze Visualforce-pagina's en Apex-controllers aan uw community gekoppeld.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise,
• CommunitiesSelfReg-pagina en CommunitiesSelfRegController—Stel het Performance, Unlimited en Developer Edition formulier ter beschikking van partners of klanten zodat ze zich bij uw community kunnen registreren. U kunt de CommunitiesSelfRegController-Apex-controller wijzigen om het standaard zelfregistratieproces te wijzigen, maar met ingang van de Spring GEBRUIKERSMACHTIGINGEN '15-release is dit niet langer vereist. Opmerking: Apex-aanpassingen voor het zelfregistratieproces krijgen voorrang boven de standaardinstellingen die zijn opgegeven in Communitybeheer. In organisaties doe vóór de Spring '15-release zijn gemaakt, blijven bestaande Apex-aanpassingen voor zelfregistratie van kracht zoals voorheen. • CommunitiesSelfRegConfirm-pagina en CommunitiesSelfRegConfirmController—Als een gebruiker tijdens
zelfregistratie geen wachtwoord aanmaakt—omdat deze het wachtwoordveld blanco heeft gelaten of omdat uw organisatie het zelfregistratieformulier dusdanig heeft aangepast dat het wachtwoordveld is weggelaten—bevestigt deze pagina dat er een e-mailbericht voor het opnieuw instellen van het wachtwoord is verzonden. Gebruikers die op deze pagina terechtkomen, kunnen pas inloggen als ze hun wachtwoord opnieuw instellen.
Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
De standaard zelfregistratiepagina's en controllers worden gedeeld door alle community's van uw organisatie. Als u zelfregistratie inschakelt voor meerdere community's, moet u de omgeving voor zelfregistratie aanpassen om gebruikers naar de verschillende pagina's te leiden, waarbij u verschillende profielen of machtigingensets toewijst voor verschillende community's, enzovoort. Opmerking: Het wijzigen van de naam van de standaard zelfregistratiepagina of het verwijderen van deze pagina veroorzaakt problemen met de standaard zelfregistratiestroom van de community. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Inloggen en registratie. 3. Selecteer in de sectie Registratie Zelfregistratie voor externe gebruikers toestaan. 4. Kies optioneel een aangepaste zelfregistratiepagina voor uw community. Selecteer het paginatype (Communitysamensteller of Visualforce), geef de naam van de pagina op in het zoekveld en klik op . Klik in het venster met zoekresultaten op de naam van de pagina om deze te selecteren. Als u wilt teruggaan naar de standaard zelfregistratiepagina (CommunitiesSelfReg), selecteert u Standaardpagina. Communitysamensteller-pagina's moeten worden gepubliceerd, anders worden ze niet opgenomen in de zoekresultaten voor het opzoeken van pagina's. Vergeet niet om CommunitiesSelfRegController voor zelfregistratie en CommunitiesSelfRegConfirmController-Apex-controllers te wijzigen als u een aangepaste pagina gebruikt. 5. Selecteer het standaardprofiel om toe te wijzen aan gebruikers die zichzelf registreren.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Inlog-, zelfregistratie- en wachtwoordbeheer in uw community | 49
Opmerking: U kunt alleen portalprofielen selecteren die aan de community zijn gekoppeld. Als een profiel is geselecteerd als standaardprofiel voor gebruikers die zichzelf registreren, en dit vervolgens verwijdert uit de community, wordt het zelfregistratie profiel automatisch opnieuw ingesteld op Geen. 6. Selecteer de bedrijfsaccount waaraan u gebruikers die zichzelf registreren, wilt toewijzen. De gebruiker die zichzelf registreert, wordt toegewezen als contactpersoon van de door u opgegeven account. Als u een persoonsaccount (indien ingeschakeld) wilt aanmaken voor elke gebruiker die zichzelf registreert,, laat u dit veld blanco. Zorg ervoor dat de account die u gebruikt, is ingeschakeld als partner. Hiervoor gaat u naar de account, klikt u op Externe account beheren en vervolgens op Inschakelen als partner. 7. Klik op Opslaan. Nadat u zelfregistratie hebt ingesteld, leidt de koppeling Geen lid? externe gebruikers naar de zelfregistratiepagina vanaf de inlogpagina. Wanneer een gebruiker zichzelf registreert om lid te worden van uw community, gebeurt het volgende: • Salesforce maakt een nieuwe gebruikersrecord met de gegevens die deze opgeeft op de zelfregistratiepagina. • De gebruiker krijgt het profiel toegewezen, dat u hebt opgegeven bij het instellen van zelfregistratie. • De gebruiker wordt gekoppeld aan een bedrijfsaccount of een persoonsaccount, afhankelijk van de manier waarop u dit hebt ingesteld. • Customer Community Plus- en and Partner Community-licenties vereisen dat gebruikersrecords aan een rol in uw organisatie worden toegewezen. Als u geen rol in het standaard zelfregistratieprofiel toewijst, wijst Salesforce de rol Werker toe. Opmerking: Vergeet hierbij niet dat telkens wanneer een gebruiker zichzelf registreert, deze een van uw Community's-licenties verbruikt. Voeg bij het instellen van de pagina voor zelfregistratie enkele criteria toe om te zorgen dat de juiste personen zich aanmelden. Als u daarnaast ongeoorloofde indiening van formulieren wilt voorkomen, wordt aangeraden om een beveiligingsmechanisme, zoals CAPTCHA of een verborgen veld, op uw zelfregistratiepagina te gebruiken. ZIE OOK: Inlog-, uitlog- en zelfregistratiepagina's aanpassen in uw community Het zelfregistratieproces voor community's aanpassen met Apex Persoonsaccounts maken voor gebruikers die zichzelf registreren
Persoonsaccounts maken voor gebruikers die zichzelf registreren Als uw bedrijf doorgaans met individuen te doen heeft, in plaats van ze te maken als contactpersonen onder één bedrijfsaccount, kunt u aan elke gebruiker die zichzelf registreert, een persoonsaccount toewijzen. Belangrijk: U moet Persoonsaccounts in uw organisatie hebben ingeschakeld. Alleen Customer Community- en Customer Community Plus-licenties ondersteunen het maken van persoonsaccounts. Schakel bij Communitybeheer, onder Beheer > Inloggen en registratie, zelfregistratie in en laat het veld Account blanco. U moet een standaardprofiel opgeven voor toewijzing aan gebruikers die zichzelf registreren.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Salesforce maakt afzonderlijke persoonsaccounts voor elke gebruiker die zichzelf registreert. Elke gebruiker krijgt het standaardprofiel toegewezen, dat u hebt opgegeven tijdens het instellen van zelfregistratie, alsmede een standaardrol. Als u geen rol opgeeft, hetzij op het profiel, hetzij via de Apex-controller voor zelfregistratie, wijst Salesforce de rol Werker toe aan de gebruikers die zichzelf registreren. U kunt deze functionaliteit verder aanpassen door middel van de Apex-controller voor zelfregistratie (CommunitiesSelfRegController), maar dit is niet verplicht.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Inlog-, zelfregistratie- en wachtwoordbeheer in uw community | 50
Het zelfregistratieproces voor community's aanpassen met Apex Werk de CommunitiesSelfRegController bij om het standaard zelfregistratieproces voor uw community aan te passen. U kunt dezelfde controller gebruiken voor de standaard zelfregistratiepagina (CommunitiesSelfReg) of een aangepaste Visualforceof Communitysamensteller-zelfregistratiepagina. U kunt zelfregistratie geheel configureren in Communitybeheer. Deze aanpassing wordt alleen aanbevolen als u de werking van de zelfregistratie verder wilt aanpassen dan alleen de standaardinstellingen, als u meer dan één community in uw organisatie hebt of als u een aangepaste zelfregistratiepagina gebruikt. Opmerking: U kunt Apex alleen toevoegen, bewerken of verwijderen met behulp van de Salesforce-gebruikersinterface in een Developer Edition-organisatie, een Salesforce Enterprise Edition-proeforganisatie of een sandboxorganisatie. In een Salesforce-productieorganisatie kunt u alleen wijzigingen aan Apex aanbrengen met behulp van de API voor metagegevens-aanroep deploy, de Force.com IDE of de Force.com Migration Tool. De Force.com IDE en Force.com Migration Tool zijn gratis door Salesforce geleverde resources ter ondersteuning van zijn gebruikers en partners, maar worden niet als onderdeel van onze services beschouwd voor doeleinden van de hoofdabonnementsovereenkomst ("Master Subscription Agreement") van Salesforce. 1. Geef vanuit Set-up Apex-klassen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Apex-klassen. 2. Klik op Bewerken naast CommunitiesSelfRegController. 3. Geef optioneel een waarde op voor ProfileId om het type profiel te definiëren, waaraan de gebruiker moet zijn toegewezen. Als u een standaardprofiel hebt geselecteerd tijdens het instellen van zelfregistratie in Communitybeheer, overschrijft de waarde in de Apex-code die standaardinstelling. Opmerking: Ongeacht welke rol u opgeeft voor roleEnum, de rol voor nieuwe gebruikers wordt standaard ingesteld op Geen. Zodra een gebruiker zichzelf registreert, kunt u diens rol bijwerken op de gebruikersdetailpagina. 4. Geef de Account-ID op voor de partner- of klantaccount waaraan gebruikers die zichzelf registreren, moeten worden gekoppeld. Als u een standaardaccount hebt geselecteerd tijdens het instellen van zelfregistratie in Communitybeheer, overschrijft de waarde in de Apex-code die standaardinstelling. Zorg ervoor dat de account die u gebruikt, is ingeschakeld als partner. Hiervoor gaat u naar de account, klikt u op Externe account beheren en vervolgens op Inschakelen als partner. 5. Als u zelfregistratie inschakelt voor meerdere community's, voegt u code toe om de juiste typen gebruikers voor elke community te maken, d.w.z. het juiste profiel, de juiste rol en juiste account-ID per community toe te wijzen. 6. Klik op Opslaan. 7. Schakel toegang tot accounts en contactpersonen in voor het gastprofiel. Het gastprofiel wordt automatisch gekoppeld aan de Force.com-site van uw community. a. Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. b. Klik vanuit Communitybeheer op Beheer > Pagina's > Ga naar Force.com. c. Klik op Instellingen voor openbare toegang. d. Klik op Bewerken. e. Selecteer in de sectie Standaardobjectmachtigingen Lezen en Maken naast Accounts en contactpersonen. f. Klik op Opslaan. g. Klik in de gerelateerde lijst Toegang tot Apex-klassen ingeschakeld op Bewerken. h. Voeg CommunitiesSelfRegController toe en klik op Opslaan. i. Klik in de gerelateerde lijst Toegang tot Visualforce-pagina's ingeschakeld op Bewerken.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 51
j. Voeg CommunitiesSelfReg toe en klik op Opslaan. 8. Als u de inhoud van de standaard zelfregistratiepagina wilt aanpassen, bewerkt u optioneel de pagina CommunitiesSelfReg. a. Geef vanuit Set-up Visualforce-pagina's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Visualforce-pagina's. b. Klik op Bewerken naast CommunitiesSelfReg. c. Voeg code toe om de velden aan te passen die voor verplicht zijn voor zelfregistratie, of om het uiterlijk van de pagina aan te passen. In het standaardformulier zijn alle velden behalve Wachtwoord verplicht. d. Klik op Opslaan. Zodra de set-up voltooid is, worden externe gebruikers die een ingevuld zelfregistratieformulier (inclusief wachtwoord) indienen, ingelogd bij de community. Opmerking: Als een gebruiker zichzelf registreert voor een community met Chatter Antwoorden ingeschakeld, wordt de machtiging Chatter Antwoorden-gebruiker niet automatisch voor de gebruiker ingesteld. Als u een aangepaste Visualforce-zelfregistratiepagina in plaats van de standaardpagina CommunitiesSelfReg gebruikt, voegt u de volgende code toe aan CommunitiesSelfRegController. Vervang CommunitiesCustomSelfRegPage door de naam van de aangepaste zelfregistratiepagina. Voeg vervolgens het volgende toe aan de eerste regel code op de pagina CommunitiesSelfReg.
Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community Cases inschakelen voor gebruikers van Community's Schakel cases voor externe gebruikers dusdanig in dat ze toegang krijgen tot cases en ook cases in uw community's kunnen maken.
EDITIONS
Wanneer u cases voor externe gebruikers in uw community inschakelt, kunt u cases toewijzen aan die leden. Daarnaast kunnen externe leden cases bewerken, nieuwe cases maken, caseopmerkingen toevoegen, cases opnieuw toewijzen, caseoplossingen zoeken en caseteams maken. Externe gebruikers kunnen geen caseopmerkingen bewerken, attributen aan cases koppelen of cases verwijderen.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
Opmerking: Caseopmerkingen die zijn toegevoegd door externe gebruikers in community's, zijn openbaar en kunnen worden weergegeven door elke gebruiker die de case kan weergeven. 1. Voeg het tabblad Cases toe aan de lijst van beschikbare tabbladen in uw community. 2. Stel de zichtbaarheid van het tabblad en de objectmachtigingen "Lezen", "Maken" en "Bewerken" in. U kunt ze instellen voor het profiel of met behulp van een machtigingenset. U wordt aangeraden om een machtigingenset te gebruiken als u van plan bent om deze machtigingen selectief toe te passen.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Cases inschakelen voor gebruikers van Community's: • "Profielen en machtigingensets beheren"
a. Als u een profiel gebruikt, zoals het profiel Partner Community, stelt u de instelling van het tabblad Cases in op Standaard aan en schakelt u de objectmachtigingen "Lezen", "Maken" en "Bewerken" voor cases in. b. Als u een machtigingenset gebruikt, maakt u een machtigingenset met de volgende instellingen voor cases: • Selecteer op het tabblad Instellingen de opties Beschikbaar en Zichtbaar.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 52
• Selecteer in de Objectinstellingen "Lezen", "Maken" en "Bewerken". Als kennisgevingen over caseopmerkingen aan contactpersonen is ingeschakeld, bevatten aan externe gebruikers verzonden e-mailberichten een koppeling naar de community. E-mailberichten die aan contactpersonen worden verzonden voor kennisgevingen over het maken en bijwerken van cases bevatten ook een koppeling naar de community. ZIE OOK: Samenvoegvelden voor Community's
Casefeed voor de community instellen Communitycasefeed Met de communitycasefeed zien agenten en communitygebruikers de levenscyclus van een case van het begin tot aan het einde: alle case-interacties worden weergegeven in een gecombineerde, chronologische Chatter-casefeed. Communitygebruikers hebben baat bij de toegevoegde functies van Chatter, terwijl voorzieningen aan de ondersteuningszijde agenten een efficiënte, persoonlijke ondersteuning laten geven. De communitycasefeed biedt communitygebruikers een intuïtieve, flexibele omgeving waarin ze hun cases kunnen beheren. Interne en externe gebruikers zien de volgende interacties in de communitycasefeed:
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• Chatter-tekst-, bestands- en koppelingsposts • Vragen in Chatter die aan de case zijn gekoppeld • Case-e-mailberichten Opmerking: Ga voor meer informatie over de zichtbaarheid van case-e-mail naar E-mailberichten in the communitycasefeed. Als de Salesforce-beheerder alleen-lezen sociale posts voor cases zichtbaar maakt, worden deze ook weergegeven in de feed. Communitycasefeed in een community die is samengesteld op basis van de Napili-sjabloon:
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 53
Met behulp van de uitgever (1) maken gebruikers posts en voegen bestanden bij de case bij. De feed (2) is met inbegrip van de samenwerkingstools van Chatter: gebruikers kunnen posts van een bladwijzer voorzien, positief vinden en er opmerkingen over maken, en kunnen tevens andere gebruikers vermelden. Afbeeldingen en opmerkingen worden inline weergegeven, hetgeen het zoeken naar details in de feed vergemakkelijkt. De component Bijlagen (3) geeft alle casebijlagen weer. Wanneer de communitycasefeed is ingeschakeld, kunnen ondersteuningsagenten: • De actie Community in de consolecasefeed gebruiken om communityvragen te beantwoorden en om privé- en openbare Chatter-posts voor cases te maken • Een gepubliceerde post of gepubliceerd e-mailbericht in de communitycasefeed van externe gebruikers zichtbaar maken of verbergen De communitycasefeed is beschikbaar in alle community's die de Selfservicecommunitysjablonen of Salesforce-tabbladen + Visualforce gebruiken.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 54
Bekende problemen In community's die zijn samengesteld op basis van de Koa- of Kokua-communitysjablonen, zien de namen van gebruikers er in de communitycasefeed wel als koppelingen uit, maar functioneren niet als zodanig. ZIE OOK: Overwegingen bij communitycasefeeds Casefeed voor de community instellen Een gepubliceerde post of gepubliceerd e-mailbericht zichtbaar maken in de casefeed van de community
Casefeed voor de community instellen Met de communitycasefeed kunnen communitygebruikers en ondersteuningsagenten alle case-interacties in een gebundelde feed zien en kunnen agenten meer acties rechtstreeks vanuit de console ondernemen. Voor het instellen van de communitycasefeed schakelt u de in uw organisatie in en zorgt u ervoor dat de casepagina in uw community op de juiste wijze is geconfigureerd.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Belangrijk: Voordat u de communitycasefeed instelt, leest u Overwegingen bij communitycasefeeds. 1. De communitycasefeed inschakelen: a. Geef vanuit Set-up Ondersteuningsinstellingen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Ondersteuningsinstellingen. b. Selecteer Casefeed voor de community inschakelen.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN De communitycasefeed inschakelen:
c. Selecteer optioneel Kennisgevingen per e-mail inschakelen voor caseposts (aanbevolen).
•
"Toepassing aanpassen"
d. Klik op Opslaan.
•
Compacte casefeed ingeschakeld in uw organisatie
2. Als uw community is samengesteld met behulp van Salesforce-tabbladen + Visualforce, zorgt u ervoor dat uw casepagina een Chatter-feed bevat. 3. Als uw community de Koa-, Kokua- of Napili-sjabloon gebruikt, bevestigt u dat uw actieve casedetailpagina de communitycasefeed ondersteunt: a. Klik in de Communitysamensteller op
.
b. Klik op Paginabeheer. c. Zoek Casedetails in de kolom Naam en zorg ervoor dat de actieve pagina die eraan is toegewezen, Chatter Case Detail (Chatter-casedetail, standaard) of Recorddetail is.
Als u de actieve casedetailpagina wijzigt, publiceert u uw wijziging. Belangrijk: Als de communitycasefeed is ingeschakeld en u Basic Case Detail (Basiscasedetails) als uw actieve casedetailpagina hebt, kunnen externe gebruikers alleen caseopmerkingen—en geen Chatter-posts of -e-mailberichten—in hun casefeed zien. Dit biedt externe gebruikers veel minder zicht op hun cases. Om gebruikers volledig zicht op hun case-interacties te geven gebruikt u Chatter Case Detail (Chatter-casedetail) of Recorddetail als actieve casedetailpagina.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 55
Overwegingen bij communitycasefeeds Vóór het instellen van de communitycasefeed neemt u de volgende essentiële informatie door.
EDITIONS
Als de communitycasefeed is ingeschakeld, geldt het volgende: • Agenten kunnen de actie Community in de consolecasefeed gebruiken om communityvragen te beantwoorden en privé- en openbare Chatter-posts voor cases te maken.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
• Agenten kunnen gepubliceerde Chatter-posts en -e-mailberichten in de casefeed van externe communitygebruikers zichtbaar maken en verbergen.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• Externe communitygebruikers met toegang tot een case zien gekoppelde Chatter-posts, -vragen en -e-mailberichten in hun casefeed. Als kennisgevingen per e-mail voor caseposts zijn ingeschakeld, geldt het volgende:
• De casecontactpersoon ontvangt een kennisgeving per e-mail wanneer iemand een extern zichtbare post voor diens case maakt. Gebruikers kunnen opmerkingen over de post maken door het e-mailbericht te beantwoorden. • Als u al aangepaste instellingen voor kennisgevingen per e-mail gebruikt, zoals die welke via een trigger door werkstromen worden geactiveerd, kan de selectie van deze voorkeur resulteren in het maken van duplicaatkennisgevingen per e-mail. • Gebruikers in community's die zijn samengesteld op basis van de Napili-sjabloon of Salesforce-tabbladen + Visualforce, kunnen deze kennisgevingen uitschakelen in hun instellingen voor kennisgevingen per e-mail door de selectie van de optie Post over een van mijn cases op te heffen onder "Stuur mij een e-mailbericht wanneer iemand...". ZIE OOK: E-mailberichten in de communitycasefeed Een gepubliceerde post of gepubliceerd e-mailbericht zichtbaar maken in de casefeed van de community Casefeed voor de community instellen
E-mailberichten in de communitycasefeed Wanneer u de communitycasefeed inschakelt, zien externe gebruikers met toegang tot een case case-e-mailberichten in hun feed. E-mailberichten in de communitycasefeed omvatten de auteur van het e-mailbericht, ontvangers, tekst en het tijdstip van verzending. Als de casecontactpersoon een case-e-mailbericht verzendt of ontvangt, wordt dat e-mailbericht standaard weergegeven in de feed van alle gebruikers—zowel intern als extern—met toegang tot de case. Als een externe gebruiker de case wil weergeven, moet diens profiel toegang tot cases in de community omvatten. Stel bijvoorbeeld dat Rita, een externe gebruiker, een vraag post in een community. De vraag blijft onbeantwoord en een communitymoderator maakt op basis hiervan een case met behulp van de actie Vraag-naar-case. Als de ondersteuningsagent die aan de case is toegewezen, Rita een e-mailbericht stuurt vanuit de e-mailuitgever, zien Rita en alle andere gebruikers met toegang tot de case het e-mailbericht in hun casefeed. Gebruikers met toegang tot een case omvatten doorgaans de toegewezen ondersteuningsagent en de contactpersoon voor de case. Als de communitycasefeed is ingeschakeld, kunt u een Apex-trigger of -proces schrijven om alle case-e-mailberichten in de feeds van externe communitygebruikers te verbergen of zichtbaar te maken. Het veld IsExternallyVisible van het object EmailMessage bepaalt de zichtbaar van e-mailberichten in de communitycasefeed. Wanneer het veld is ingesteld op true (waar), zijn e-mailberichten die worden verzonden of ontvangen door de contactpersoon voor de case, zichtbaar voor externe gebruikers met toegang tot de case. Voorbeeld: De volgende trigger maakt alle case-e-mailberichten in de feeds van externe gebruikers met toegang tot de case zichtbaar. Dit betekent dat case-e-mailberichten tussen interne gebruikers ook zichtbaar zijn voor externe gebruikers met toegang tot de case (bijvoorbeeld als de toegewezen ondersteuningsagent de e-mailuitgever heeft gebruikt voor het verzenden van e-mail
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 56
naar diens leverancier voor verzendingen). Voor het verbergen van alle case-e-mailberichten voor casefeeds van externe gebruikers wijzigt u true (waar) gewoon in false (onwaar): trigger makepublic on EmailMessage (before Insert) { for(EmailMessage oe:trigger.new){ oe.IsExternallyVisible=true; } }
ZIE OOK: Een gepubliceerde post of gepubliceerd e-mailbericht zichtbaar maken in de casefeed van de community
Een gepubliceerde post of gepubliceerd e-mailbericht zichtbaar maken in de casefeed van de community Indien nodig, kunnen ondersteuningsagenten afzonderlijke case-e-mailberichten en gepubliceerde Chatter-posts zichtbaar maken of verbergen in de casefeed van communitygebruikers.
EDITIONS
De externe zichtbaarheid van een gepubliceerde Chatter -post of een gepubliceerd e-mailbericht voor een case wijzigen:
Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Navigeer naar de post of het e-mailbericht in de compacte casefeed.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
2. In het vervolgkeuzemenu van de post of het e-mailbericht handelt u als volgt: • Selecteer Openbaar maken om een interne Chatter-post of intern e-mailbericht in de casefeed van externe gebruikers met toegang tot de case zichtbaar te maken • Selecteer Privé maken om een Chatter-post of intern e-mailbericht in de casefeed van externe gebruikers met toegang tot de case te verwijderen Optie Openbaar maken voor een Chatter-post voor een case:
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN De externe zichtbaarheid van een gepubliceerde Chatter-post of een gepubliceerd e-mailbericht voor een case bewerken: •
"Mijn eigen posts bewerken"
•
"Posts voor records in mijn eigendom bewerken"
•
Compacte casefeed ingeschakeld in uw organisatie
•
Communitycasefeed ingeschakeld in uw organisatie
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 57
Optie Openbaar maken voor een e-mailbericht voor een case:
De agent die eigenaar is van de case, en diens meerderen zien de opties Openbaar maken en Privé maken voor alle case-e-mailberichten en Chatter-posts voor de case. Interne gebruikers die geen eigenaar zijn van de case, zien deze opties ook voor caseposts of -e-mailberichten die ze zelf hebben geschreven. E-mailberichten en Chatter-posts Privé maken Klikken op Privé maken voor een case-Chatter-post of -e-mailbericht houdt in dat de casecontactpersoon en alle andere externe gebruikers met toegang tot de case de post of het e-mailbericht niet langer in hun casefeed kunnen zien. (Deze worden nog wel weergegeven in de feeds van interne gebruikers met toegang tot de case.) Een agent kan er voor kiezen om een e-mailbericht of post in de communitycasefeed privé te maken als deze diens correspondentie met de casecontactpersoon wil verbergen voor de casefeed van andere externe gebruikers met toegang tot de case. Opmerking: Onthoud echter dat wanneer u een e-mailbericht privé maakt, de ontvanger(s) van het e-mailbericht het e-mailbericht al heeft/hebben ontvangen. En onthoud ook dat wanneer u een Chatter-post privé maakt, externe gebruikers met toegang tot de case mogelijk al een kennisgeving per e-mail hebben ontvangen bij de eerste posting. E-mailberichten en Chatter-posts Openbaar maken Klikken op Openbaar maken voor een case-Chatter-post of -e-mailbericht houdt in dat de casecontactpersoon en alle andere externe gebruikers met toegang tot de case nu de post of het e-mailbericht in hun casefeed kunnen zien. Een agent kan ervoor kiezen om een e-mailbericht of -post in de communitycasefeed openbaar te maken om de casecontactpersoon op de hoogte te houden van de interne voortgang van de case. Opmerking: • De casefeed biedt handige visuele steuntjes aan de hand waarvan agenten snel kunnen onderkennen welke caseposts extern zichtbaar zijn. Zie voor meer informatie over deze visuele aanwijzingen "Feedweergaveopties" in Instellingen voor feedweergaven in Casefeed.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 58
• U kunt een Apex-trigger of -proces schrijven om alle case-e-mailberichten uit de communitycasefeed van externe gebruikers te verbergen of zichtbaar te maken. Zie voor meer informatie E-mailberichten in Communitycasefeed.
ZIE OOK: Communitycasefeed
Posten over cases en communityvragen met de communityactie in de casefeed De communityactie in de casefeed is uw standaardoptie voor het reageren op klanten op cases die afkomstig zijn uit een community of een klantportal.
EDITIONS
Posten op cases in een klantportal of community:
Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Klik op Klant beantwoorden op de pagina Casefeed. 2. Klik op en selecteer Community. Afhankelijk van de wijze waarop uw beheerder Casefeed heeft ingesteld, kunt u mogelijk op Community klikken zonder eerst op Klant beantwoorden te moeten klikken. 3. Geef het bericht aan de klant op.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Caseposts in klantportals of community's maken: • "Bewerken" voor cases
4. Als u bezig was met een case die was geëscaleerd vanuit een vraag van Chatter Vragen of Chatter Antwoorden, kiest u voor wie u uw post zichtbaar wilt zijn: • Selecteer Alleen klant om uw antwoord als een privéantwoord te posten of selecteer Iedereen om het als een openbaar antwoord te posten. • Selecteer Klantencase om een post zichtbaar te maken voor alle interne en externe gebruikers met toegang tot de case, of selecteer Communityvraag om een openbaar antwoord te posten op de vraag van de communitygebruiker. Als u Klantencase hebt geselecteerd en uw Salesforce-beheerder de communitycasefeed heeft ingeschakeld, maakt u een Chatter-post in plaats van een caseopmerking.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 59
5. Selecteer optioneel E-mail verzenden om een bericht te verzenden naar de klant om deze te melden dat er een antwoord op diens vraag naar de case is gepost. Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar als uw beheerder deze heeft ingeschakeld en als de klant die u beantwoordt, is gekoppeld aan de case en een geldig e-mailadres heeft. Als uw organisatie de communitycasefeed gebruikt en als kennisgevingen per e-mail voor Chatter-caseposts zijn ingeschakeld, ontvangen gebruikers automatisch een kennisgeving per e-mail over openbare posts voor hun cases en wordt deze optie niet weergegeven. 6. Voeg optioneel een Knowledge-artikel bij de post bij. 7. Klik op de knop om uw post te publiceren. Opmerking: Als de communitycasefeed is ingeschakeld in uw organisatie, kunt u de zichtbaarheid van caseposts wijzigen nadat ze zijn gepubliceerd. Zie voor details Een gepubliceerde post of gepubliceerd e-mailbericht zichtbaar maken in de Casefeed van de community. ZIE OOK: Communitycasefeed
Chatter Vragen inschakelen in uw community Chatter Vragen bevordert betrokkenheid bij de community doordat gebruikers de mogelijkheid krijgen om vragen te stellen en te beantwoorden in hun Chatter-feed, in groepen en in records. Leden in groepen en community's van uw gebruikers kunnen in Chatter vragen beantwoorden op dezelfde manier als het maken van opmerkingen over een Chatter-post. Gebruikers in community's die zijn samengesteld op basis van de Napili-sjabloon, kunnen ook bestanden bijvoegen bij vragen. Voor het instellen van Chatter Vragen in uw community voegt u gewoon de actie Vraag toe aan de globale uitgeverslay-out. In organisaties die na Summer '14 zijn gemaakt, wordt de actie Vraag automatisch toegevoegd, maar u wordt aangeraden om deze naar uiterst links te slepen om de zichtbaarheid ervan te vergroten. Opmerking: Chatter Vragen is niet beschikbaar in community's die zijn samengesteld op basis van de Koa- en Kokua-communitysjablonen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Chatter Vragen is beschikbaar in: Group, Professional, Developer, Performance, Enterprise en Unlimited Edition.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN De globale uitgeverslay-out bewerken: • "Toepassing aanpassen"
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 60
1. Geef vanuit Set-up Uitgeverslay-outs op in het vak Snel zoeken en selecteer daarna Uitgeverslay-outs. 2. Klik op Bewerken naast de globale uitgeverslay-out. 3. Sleep de actie Vraag vanuit het palet naar de globale uitgeverslay-out. Als de actie Vraag al voorkomt in de lay-out, sleept u deze naar de locatie waar u deze wenst. 4. Klik op Opslaan. Opmerking: Als u een aangepaste uitgeverslay-out gebruikt in groepen of voor records, zorgt u ervoor dat de actie Vraag ook aan die lay-outs is toegevoegd.
Chatter Antwoorden inschakelen in uw community Chatter Antwoorden is een selfservice webcommunity waarin uw gebruikers query's kunnen posten en antwoorden en opmerkingen van andere klanten of uw ondersteuningsagenten kunnen ontvangen. Voor het instellen van Chatter Antwoorden in Salesforce Community's doorloopt u de volgende stappen op hoog niveau. 1. Schakel Chatter Antwoorden in. a. Geef vanuit Set-up Instellingen van Chatter Antwoorden op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Instellingen van Chatter Antwoorden. b. Selecteer Chatter Antwoorden inschakelen. 2. Zorg dat uw communityleden toegang hebben tot de volgende objecten binnen uw organisatie: • Vragen • Knowledge-artikelen • Gegevenscategorieën 3. Maak een zone voor Chatter Antwoorden.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Chatter Antwoorden inschakelen in Salesforce Community's: • "Toepassing aanpassen"
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 61
a. Schakel de zone in voor Chatter Antwoorden. b. Stel de instelling Zichtbaar in in op de community waarin u de zone wenst te tonen. c. Selecteer als best practice een openbare groep uit uw organisatie om deze aan te duiden als Groep van klantenondersteuningsagenten. 4. Voeg het tabblad V&A toe aan uw community. a. Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. b. Klik op Beheer > Tabbladen. c. Voeg het tabblad V&A toe aan de lijst Geselecteerde tabbladen. d. Klik op Opslaan. e. Klik op Sluiten. 5. Maak het tabblad V&A zichtbaar voor profielen die er toegang toe moeten hebben. a. Geef vanuit Set-up Profielen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Profielen. b. Klik op Bewerken voor het profiel waarvoor u het tabblad V&A zichtbaar wilt maken. c. Stel onder Instellingen standaardtabbladen het tabblad V&A in op Standaard aan. d. Klik op Opslaan. Denk, nadat u Chatter Antwoorden hebt ingeschakeld in uw community, aan de volgende extra implementatieopties. • Een op het publiek gerichte Force.com-site met of zonder een portal. • Een Visualforce-tabblad dat "branding", een aangepaste landingspagina en aangepaste toegang tot Chatter Antwoorden binnen uw community biedt. Als een gebruiker zichzelf registreert voor een community met Chatter Antwoorden ingeschakeld, wordt de machtiging Chatter Antwoorden-gebruiker niet automatisch voor de gebruiker ingesteld. Stel machtigingen voor Chatter Antwoorden voor de communitygebruiker in.
Vraag-naar-Case instellen Voeg Vraag-naar-Case toe aan uw community's, uw Salesforce-organisatie of beide. Met Vraag-naar-Case kunnen moderators cases maken op basis van onopgeloste vragen in Chatter, hetgeen het bijhouden en oplossen van de problemen van uw klanten vergemakkelijkt. Moderators kunnen rechtstreeks in de feed cases op basis van vragen maken, terwijl u ook processen kunt instellen—die lijken op werkstroomregels—in de Lightning Processamensteller om automatisch cases te maken op basis van vragen die aan bepaalde criteria voldoen. Cases op basis van vragen worden toegevoegd aan een wachtrij zodat ondersteuningsagenten deze kunnen opeisen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 62
Vraag-naar-Case is alleen beschikbaar in community's waarin Chatter Vragen is ingeschakeld. IN DEZE SECTIE: 1. Vraag-naar-Case inschakelen Vraag-naar-Case laat moderators cases maken op basis van vragen in Chatter zodat vragen van uw klanten snel kunnen worden opgelost. Schakel Vraag-naar-Case in uw community's, de Salesforce-organisatie of beide in. 2. Het veld Vraag uit Chatter toevoegen aan de casedetailweergave Wanneer er een case wordt gemaakt op basis van een vraag in Chatter, geeft het veld Vraag uit Chatter op casedetailpagina's een koppeling naar de oorspronkelijke vraag weer. Dit veld helpt agenten snel naar de feed navigeren. 3. De actie Escaleren naar case toevoegen aan de feeditemlay-out Bied moderators de mogelijkheid om cases op basis van vragen te maken door de actie Escaleren naar case toe te voegen aan pagina's van Chatter Vragen. Deze actie wordt automatisch gemaakt wanneer Vraag-naar-Case wordt ingeschakeld in uw organisatie. 4. Toegang tot de actie Escaleren naar case bevestigen Gebruikt uw organisatie meer dan één recordtype voor cases? Zorg ervoor dat de profielen die Vraag-naar-Case nodig hebben, toegang hebben tot het recordtype dat aan de actie Escaleren naar case is gekoppeld. Als uw organisatie slechts één recordtype voor cases heeft, kunt u dit proces overslaan. 5. De lay-out van de actie Escaleren naar case aanpassen Bepaal welke velden worden weergegeven voor de actie Escaleren naar case, en in welke volgorde, op basis van de informatie die u nodig hebt voor het bijhouden van elke case. 6. Automatisch cases op basis van vragen toewijzen aan een wachtrij Casetoewijzingsregels worden niet ondersteund in Vraag-naar-Case; daarom worden cases die worden gemaakt op basis van vragen, standaard toegewezen aan de moderator die de vraag escaleert. Desgewenst kunt u een werkstroomregel of proces schrijven dat automatisch vragen die zijn gemaakt op basis van cases, toevoegt aan een wachtrij zodat agenten ze kunnen opeisen. 7. Automatisch cases maken op basis van onopgeloste vragen in Chatter Als uw community of organisatie bezig is met ontwikkeling, zorgt u ervoor dat gebruikers snel antwoorden op hun vragen krijgen. Met Vraag-naar-Case kunnen moderators onopgeloste vragen escaleren naar cases in de feed, maar u kunt uw proces voor het oplossen van cases zelfs nog efficiënter maken door het instellen van processen—net zoals bij werkstroomregels—in de Processamensteller van Lightning. Stel een proces in, dat automatisch een case maakt op basis van vragen, die voldoet aan bepaalde criteria.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 63
Vraag-naar-Case inschakelen Vraag-naar-Case laat moderators cases maken op basis van vragen in Chatter zodat vragen van uw klanten snel kunnen worden opgelost. Schakel Vraag-naar-Case in uw community's, de Salesforce-organisatie of beide in.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Geef vanuit Set-up Ondersteuningsinstellingen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Ondersteuningsinstellingen.
Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
2. Voor het inschakelen van Vraag-naar-Case in alle community's waarin Chatter Vragen is ingeschakeld, selecteert u Vraag-naar-Case inschakelen in community's. 3. Voor het inschakelen van Vraag-naar-Case in uw Salesforce-organisatie selecteert u Vraag-naar-Case inschakelen in Salesforce. 4. Klik op Opslaan. Opmerking: Zorg ervoor dat uw casepaginalay-out is gebaseerd op feeds. Met de op feeds gebaseerde casepaginalay-out kunnen agenten en moderators de actie Community gebruiken om op geëscaleerde vragen te reageren. Als uw organisatie is gemaakt vóór Spring '14, is uw casepaginalay-out mogelijk niet op feeds gebaseerd.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Vraag-naar-Case inschakelen: • "Toepassing aanpassen"
Het veld Vraag uit Chatter toevoegen aan de casedetailweergave Wanneer er een case wordt gemaakt op basis van een vraag in Chatter, geeft het veld Vraag uit Chatter op casedetailpagina's een koppeling naar de oorspronkelijke vraag weer. Dit veld helpt agenten snel naar de feed navigeren. Gebruik eerst beveiliging op veldniveau om aan te geven welke gebruikers het veld Vraag uit Chatter op casedetailpagina's kunnen zien. 1. Ga vanuit de objectbeheerinstellingen voor cases naar Velden. 2. Klik op Vraag uit Chatter.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
3. Klik op Beveiliging op veldniveau. 4. Selecteer Zichtbaar voor elk profiel dat Vraag-naar-case moet kunnen gebruiken. 5. Klik op Opslaan. Nadat u het veld zichtbaar voor gebruikers hebt gemaakt, voegt u het naar keuze toe aan de weergave Casedetails. 1. Ga vanuit de objectbeheerinstellingen voor cases naar Paginalay-outs. 2. Klik op Bewerken naast de paginalay-out die u wilt aanpassen. 3. Sleep het veld Vraag uit Chatter vanuit de sectie Velden van het palet van de Editor voor paginalay-out naar de sectie Casegegevens van de pagina. 4. Klik op Opslaan. 5. Klik op Paginalay-outtoewijzing om te bevestigen dat de gebruikersprofielen die Vraag-naar-Case nodig hebben, zijn toegewezen aan de paginalay-out die u hebt aangepast. Daarnaast wijst u interne gebruikers die toegang tot het veld Vraag uit Chatter voor cases nodig hebben, toe aan die paginalay-out.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Beveiliging op veldniveau instellen: • "Profielen en machtigingensets beheren" EN "Toepassing aanpassen" Paginalay-outs aanpassen • "Toepassing aanpassen"
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 64
De actie Escaleren naar case toevoegen aan de feeditemlay-out Bied moderators de mogelijkheid om cases op basis van vragen te maken door de actie Escaleren naar case toe te voegen aan pagina's van Chatter Vragen. Deze actie wordt automatisch gemaakt wanneer Vraag-naar-Case wordt ingeschakeld in uw organisatie. 1. Geef vanuit Set-up Feeditem op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Feeditemlay-outs. 2. Klik op Bewerken naast Feeditemlay-out. 3. Sleep de actie Escaleren naar case vanuit de categorie Snelle acties op het palet naar de sectie Snelle acties in de Salesforce Classic-uitgever. 4. Klik op Opslaan. 5. Klik op Paginalay-outtoewijzingen om te bevestigen dat de gebruikersprofielen die Vraag-naar-Case nodig hebben, zijn toegewezen aan de feeditemlay-out.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Paginalay-outs bewerken: • "Toepassing aanpassen"
Toegang tot de actie Escaleren naar case bevestigen Gebruikt uw organisatie meer dan één recordtype voor cases? Zorg ervoor dat de profielen die Vraag-naar-Case nodig hebben, toegang hebben tot het recordtype dat aan de actie Escaleren naar case is gekoppeld. Als uw organisatie slechts één recordtype voor cases heeft, kunt u dit proces overslaan. Controleer eerst welk recordtype is toegewezen aan de profielen die toegang tot de actie Escaleren naar case nodig hebben. 1. Geef vanuit Set-up Profielen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Profielen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
2. Klik op de naam van een profiel. 3. Maak in de sectie Recordtype-instellingen een notitie van welke caserecordtypen het profiel gebruikt. 4. Zorg er in de sectie Machtigingen voor dat in het gebruikersprofiel de machtiging Chatter modereren of Community's-feeds modereren is ingeschakeld.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Recordtypen toewijzen: • "Toepassing aanpassen"
Controleer vervolgens welk recordtype de actie Escaleren naar case gebruikt, en wijzig dit desnoods. 1. Geef vanuit Set-up Acties op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Feeditemacties. 2. Klik op Bewerken naast de actie Escaleren naar case. 3. Bevestig dat het veld Recordtype het standaardrecordtype toont, dat is toegewezen aan de profielen die toegang tot deze actie nodig hebben. Zo niet, dan selecteert u het juiste recordtype in de vervolgkeuzelijst. 4. Klik op Opslaan.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 65
De lay-out van de actie Escaleren naar case aanpassen Bepaal welke velden worden weergegeven voor de actie Escaleren naar case, en in welke volgorde, op basis van de informatie die u nodig hebt voor het bijhouden van elke case.
EDITIONS
1. Geef vanuit Set-up Acties op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Feeditemacties.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
2. Klik op Lay-out naast de actie Escaleren naar case.
Beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
3. Sleep alle velden die u wilt toevoegen aan de actie, vanuit het palet voor de actielay-outeditor en wijzig zo nodig de locatie hiervan. 4. Klik op Opslaan. Opmerking: In openbare community's kunt u geen contactpersoon opzoeken wanneer de case is ingediend; u wordt daarom aangeraden om het veld Contactpersoon te verwijderen uit de lay-out Caseactie.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Paginalay-outs aanpassen: • "Toepassing aanpassen"
Automatisch cases op basis van vragen toewijzen aan een wachtrij Casetoewijzingsregels worden niet ondersteund in Vraag-naar-Case; daarom worden cases die worden gemaakt op basis van vragen, standaard toegewezen aan de moderator die de vraag escaleert. Desgewenst kunt u een werkstroomregel of proces schrijven dat automatisch vragen die zijn gemaakt op basis van cases, toevoegt aan een wachtrij zodat agenten ze kunnen opeisen. U kunt geëscaleerde vragen op verschillende manieren toewijzen aan een wachtrij. De basisbenadering is het schrijven van een proces in de Lightning Processamensteller, dat een case automatisch toewijst aan een opgegeven wachtrij als het veld Type van de case gelijk is aan Vraag. U kunt het proces ook dusdanig samenstellen dat meerdere wachtrijen worden gebruikt. Laat uw proces bijvoorbeeld cases met een bepaald onderwerp toewijzen aan een andere wachtrij. De manier waarop u wachtrijen gebruikt bij geëscaleerde vragen, is afhankelijk van uw gebruikers, uw doelen en meer. Zoek een benadering die het beste aansluit op uw bedrijfsbehoeften. Raadpleeg voor meer informatie over het maken van een wachtrij Wachtrijen maken.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Vraag-naar-Case is beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 66
Automatisch cases maken op basis van onopgeloste vragen in Chatter Als uw community of organisatie bezig is met ontwikkeling, zorgt u ervoor dat gebruikers snel antwoorden op hun vragen krijgen. Met Vraag-naar-Case kunnen moderators onopgeloste vragen escaleren naar cases in de feed, maar u kunt uw proces voor het oplossen van cases zelfs nog efficiënter maken door het instellen van processen—net zoals bij werkstroomregels—in de Processamensteller van Lightning. Stel een proces in, dat automatisch een case maakt op basis van vragen, die voldoet aan bepaalde criteria. Belangrijk: De volgende stappen hebben alleen betrekking op organisaties en community's die Chatter Vragen gebruiken. U twijfelt of u hierbij hoort? Zie Verschillen tussen voorzieningen voor vragen en antwoorden in Salesforce. U kunt Vraag-naar-Case op verschillende manieren in processen gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan het instellen van processen die: • Een case maken op basis van een vraag als er een week is verstreken, als de vraag meer dan tien "Positief"-aanduidingen heeft ontvangen en als er nog steeds geen Beste antwoord is geselecteerd.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Vraag-naar-Case is beschikbaar in: Group, Professional, Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition De Processamensteller van Lightning is beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• Onmiddellijk een case maken op basis van een vraag als de vraag het woord "concurrent" bevat. Processen die zijn gerelateerd aan Vraag-naar-Case, richten zich op het object Feeditem. Het proces omvat een stroom die evalueert of vraagposts aan uw escalatiecriteria voldoen. U kunt stroomvariabelen maken op basis van diverse Feeditem-velden, waaronder: • BestCommentId: De ID van de opmerking die als beste antwoord is geselecteerd. Als er geen opmerking als Beste antwoord is geselecteerd, is dit veld null. • CommentCount: Het aantal opmerkingen over een vraag. • LikeCount: Het aantal "Positief"-aanduidingen voor een vraag. Tip: • Elke gegevenstype van een stroomvariabele moet overeenkomen met het gegevenstype van het Feeditem-veld. CommentCount en LikeCount are nummervelden, terwijl BestCommentId een tekstveld is. • Het maken van een feeditem kan via een trigger een proces activeren, terwijl updates van feeditems (zoals "Positief"-aanduidingen en opmerkingen) dat niet kunnen. Afhankelijk van uw proces moet u wellicht opgeven hoeveel tijd er moet verstrijken voordat een gerelateerde stroom wordt uitgevoerd. Wat meer diepgang Robert, een Salesforce-beheerder, wil vragen automatisch laten escaleren naar cases als ze voldoen aan deze criteria: • 24 uur zijn verstreken • De vraag heeft meer dan vier opmerkingen gekregen • Er is geen Beste antwoord geselecteerd Stap 1: Een proces maken Robert maakt eerst een proces in de Processamensteller voor het object Feeditem. Het proces wordt alleen uitgevoerd wanneer er feeditems worden gemaakt. Stap 2: Criteria toevoegen Robert voegt criteria aan zijn proces toe, aan de hand waarvan wordt gecontroleerd of nieuw gemaakte feeditems vragen zijn. Hierbij gebruikt hij de volgende instellingen: • Naam voor criteria = Is Question (Is vraag)
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 67
• Criteria voor het uitvoeren van acties = Filter conditions are met (Aan filtervoorwaarden wordt voldaan)
• Filtervoorwaarde = [FeedItem].Type Equals Question Post ([FeedItem].Type Is gelijk aan Post met vraag
• Aan alle voorwaarden wordt voldaan (AND) Stap 3: Een stroom toevoegen Robert maakt een eenvoudige stroom met de naam "Vraag escaleren naar case" in de Cloud Flow Designer. De stroom omvat drie elementen: een recordopzoekactie, een beslissing en een snelle actie. De stroom controleert of een vraag vier of meer opmerkingen heeft ontvangen, en of er een Beste antwoord is geselecteerd. Het element recordopzoekactie haalt de record-ID van een post met een vraag op. Daarbij worden de volgende instellingen gebruikt: • Naam = Question ID (Vraag-ID) • Opzoekactie = FeedItem • Veld = Id • Operator = equals (is gelijk aan) • Waarde = {!QuestionID} Opmerking: Voor het veld Waarde maakt Robert een tekstvariabele met de naam {!QuestionID} met een type Invoer/uitvoer van Invoer en uitvoer. Het element beslissing geeft aan of de vraag moet worden geëscaleerd naar een case. Daarbij worden de volgende instellingen gebruikt: • Naam = Should be escalated (Moet worden geëscaleerd) • Standaardresultaat = No (Nee) • Bewerkbaar resultaat = Yes (Ja) – Stroomvoorwaarden = {!BestCommentId} is null {!$GlobalConstant.True} EN {!CommentCount} greater than or equal to 4 ({!CommentCount} is groter dan of gelijk aan 4)
– Alle voorwaarden moeten true (waar) zijn (AND) Opmerking: Voor Stroomvoorwaarden maakt Robert twee nieuwe variabelen: een tekstvariabele met de naam {!BestCommentId} en een getalvariabele met de naam {!CommentCount}, beide met een type Invoer/uitvoer vaan Invoer en uitvoer. De snelle actie FeedItem.EscalateQFIToCase escaleert de vraag naar een case als een de voorwaarden voor het resultaat Yes (Ja) wordt voldaan. Daarbij worden de volgende instellingen gebruikt: • Naam = Escalate to case (Escaleren naar case) • In de sectie Invoer, Gerelateerde record-ID = {!QuestionId} Voorzichtig: Bewerk de naam van de snelle actie FeedItem.EscalateQFIToCase niet. Door de naam van de actie te bewerken wordt deze ook weergegeven in het vervolgkeuzemenu voor acties van tekst-, bijlage - en koppelingsfeedposts, hetgeen tot fouten leidt. Stap 4: De stroom toevoegen aan het proces Na het voltooien van de stroom neemt Robert deze in zijn proces op als een geplande actie. Eerst geeft hij op dat de stroom moet worden uitgevoerd gedurende 24 uur nadat het feeditem is gemaakt.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 68
Vervolgens voegt hij de stroom toe aan het proces met een variabele die informatie uit de feeditemrecord gebruikt. Hierbij gebruikt hij de volgende instellingen: • Actienaam = Escalate to Case (Escaleren naar case) • Stroom = Escalate_Question_to_Case • Variabele: – Stroomvariabele = QuestionId – Waarde = [FeedItem].Id Stap 5: Het proces opslaan en activeren Bekijk het voltooide proces van Robert nog eens. Nadat Robert zijn proces heeft geactiveerd, wordt dit uitgevoerd voor alle toekomstige vragen die in community's en in Salesforce worden gepost. Tip: Robert wil mogelijk een soortgelijk proces maken, dat vragen escaleert naar cases nadat deze tien of meer "Positief"-aanduidingen hebben ontvangen. He kan tijd besparen door dit proces te klonen en het te koppelen aan een stroom die het aantal "Positief"-aanduidingen voor vragen controleert.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 69
Salesforce Knowledge inschakelen in uw community Schakel Salesforce Knowledge in om communitygebruikers Knowledge-artikelen te laten weergeven. U kunt Community's gebruiken voor toegang tot uw Knowledge base artikelen als uw Salesforce-organisatie een Salesforce Knowledge-licentie heeft. Zodra Salesforce Knowledge is ingeschakeld, voltooit u de volgende stappen om artikelen in uw community's weer te geven. 1. Profielen bijwerken: • Kloon de Customer Community User-, Customer Community Plus User- of Partner Community User-profielen en schakel de machtiging "Lezen" in voor artikeltypen die u wilt delen met communitygebruikers. • Controleer of de zichtbaarheid van het tabblad voor het tabblad Artikelen (of Knowledge) Standaard aan is. • Vergeet niet om op Profielen bewerken, onder aan de detailpagina, te klikken en het nieuwe profiel te activeren. 2. Voeg het tabblad Knowledge toe aan elke community. Opmerking: Gebruikers van Community's zonder de Knowledge One-machtiging hebben geen toegang tot Knowledge via Community's. 3. Als u wenst dat uw communitygebruikers andere zichtbaarheidsinstellingen voor categoriegroepen hebben, wijzigt u de zichtbaarheidsinstellingen op machtigingenset, profiel of rol. Zo kunt verhinderen dat gebruikers met het Customer Community User-profiel artikelen in een bepaalde categoriegroep zien door voor dat profiel de zichtbaarheid van de gegevenscategorie te wijzigen. 4. Stuur gebruikers die artikelen maken, een kennisgeving dat ze Klant moeten selecteren voor gebruikers met Customer Community- of Customer Community Plus-licenties, of Partner voor gebruikers met Partner Community-licenties, als kanaaloptie bij het maken of wijzigen van een artikel. Als het juiste kanaal niet wordt geselecteerd, wordt het artikel niet in de community gepubliceerd.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Community's is beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition. Salesforce Knowledge is beschikbaar in: Performance Edition. Salesforce Knowledge is tegen bijbetaling beschikbaar in: Enterprise, Unlimited en Developer Edition.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" En is lid van de community die deze probeert bij te werken Voor het instellen van Salesforce Knowledge maakt u artikeltypen en artikelacties, en wijzigt u toewijzingen van categoriegroepen: • "Toepassing aanpassen" EN "Salesforce Knowledge beheren" Gebruikerslicenties toewijzen: • "Interne gebruikers beheren" Gegevenscategorieën maken: • "Gegevenscategorieën beheren"
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 70
Ideeën inschakelen in uw community Ideeën biedt een groep gebruikers de mogelijkheid om ideeën te posten, erop te stemmen of er een opmerking over te maken. Inschakelen van Ideeën in een community biedt een online, transparante manier voor het aantrekken, beheren en introduceren van innovatie. Volg voor het beheren van instellingen voor de hele organisatie voor Ideeën de volgende stappen op hoog niveau.: 1. Vanuit Set-up geeft u Instellingen voor Ideeën op in het vak Snel zoeken en selecteert u Instellingen voor Ideeën.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
a. Om Ideeën voor uw organisatie in te schakelen gebruikt u het selectievakje Ideeën inschakelen.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN
b. Selecteer desgewenst Tekstopmaak, afbeeldingen en koppelingen inschakelen om de HTML-editor voor Ideeën in te schakelen, die gebruikers WYSIWYG HTML-bewerking en verwijzingen naar afbeeldingen biedt wanneer ze ideeën posten of opmerkingen over ideeën geven.
Instellingen ven Ideeën aanpassen: • "Toepassing aanpassen"
Wanneer u de HTML-editor hebt ingeschakeld, kunt u deze optie niet meer uitschakelen. c. Zorg ervoor dat het veld voor meerdere selecties Categorieën is ingeschakeld door op de knop Inschakelen onder het bericht Categorieën boven aan de pagina te klikken. Deze knop wordt niet weergegeven als uw organisatie het veld Categorieën al heeft ingeschakeld. d. Om leden van Ideeën toe te staan meer dan één categorie te koppelen aan een idee selecteert u Categorieën inschakelen. Zodra u categorieën met meervoudige selectie hebt ingeschakeld, kunt u deze niet meer uitschakelen. e. Selecteer Reputaties inschakelen om gebruikers punten en beoordelingen te laten verdienen op basis van hun activiteiten in elke zone. f. Geef het aantal dagen op in het veld Halfwaardetijd (in dagen). Met de instelling voor halfwaardetijd wordt bepaald hoe snel oude ideeën naar een lagere positie zakken op het subtabblad Populaire ideeën, waardoor ruimte ontstaat voor ideeën met recentere stemmen. Een kortere halfwaardetijd laat oudere ideeën sneller op de pagina zakken dan een langere halfwaardetijd. 2. Velden voor Ideeën definiëren en aanpassen: a. Definieer keuzelijstwaarden voor de velden Categorieën en Status. Zorg ervoor dat u de categorieën en statussen toevoegt aan de zones die u gaat opnemen in de community. b. Stel beveiliging op veldniveau in voor standaard- en aangepaste velden. c. Maak aangepaste velden en stel validatieregels voor ze in. Aangepaste velden worden weergegeven in het gedeelte Aanvullende informatie op de pagina's Idee posten en Detail idee. d. Voeg optioneel het veld Bijlage toe aan de lay-out en stel beveiliging op veldniveau in om gebruikers bestanden aan hun ideeën te laten toevoegen. 3. Voor het inschakelen van experts binnen uw zones maakt u een openbare groep die deze gebruikers omvat. 4. Schakel optioneel Ideeënthema's in uw organisatie in. 5. Maak een of meer zones om ideeën in te delen in logische groepen en koppel de zones aan de community. 6. Pas de paginalay-outs van Ideeën aan voor weergave van de informatie die u wilt zien. 7. Maak validatieregels die voorkomen dat ongepaste taal wordt gebruikt in de zone
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 71
8. Stel Apex-triggers en validatieregels in voor opmerkingen over ideeën. 9. Schakel gebruikersprofielen in voor communityleden en -moderators, en zorg ervoor dat de profielen toegang hebben tot Ideeën. 10. Voeg het tabblad Ideeën en het tabblad Thema's toe aan de community.
Leads inschakelen voor partnergebruikers Schakel leads voor partnergebruikers dusdanig in dat ze toegang krijgen tot leads en ook leads in uw community's kunnen maken.
EDITIONS
Wanneer u leads voor partnergebruikers in uw community inschakelt, kunt u leads toewijzen aan die leden. Bovendien kunnen partnergebruikers leads bewerken, maken, importeren en in bulk bijwerken in een lijstweergave.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Klik in Communitybeheer op Beheer > Tabbladen en voeg het tabblad Leads toe aan de lijst van beschikbare tabbladen in uw community. 2. Stel in Set-up de zichtbaarheid van het tabblad en de objectmachtigingen in. U kunt ze instellen voor het profiel of met behulp van een machtigingenset. U wordt aangeraden om een machtigingenset te gebruiken als u van plan bent om deze machtigingen selectief toe te passen.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Leads inschakelen voor partnergebruikers: • "Profielen en machtigingensets beheren"
a. Gebruik de volgende instellingen voor leads, als u een machtigingenset gebruikt. • Selecteer op het tabblad Instellingen de opties Beschikbaar en Zichtbaar. • Selecteer in de Objectinstellingen "Lezen", "Maken" en "Bewerken".
b. Als u een profiel gebruikt, zoals het profiel Partnergebruiker, stelt u de instelling van het tabblad Leads in op Standaard aan en schakelt u de objectmachtigingen "Lezen", "Maken" en "Bewerken" voor leads in. 3. Optioneel kunt u extra machtigingen toewijzen die geavanceerde voorzieningen inschakelen voor uw partners. Als u van plan bent om deze machtigingen alleen op enkele van uw partnergebruikers toe te passen, adviseren wij afzonderlijke machtigingensets te maken. Opmerking: Partnergebruikers met verouderde portallicenties kunnen deze geavanceerde voorzieningen gebruiken in community's, maar niet in portals. Voorziening
Partnergebruikersmachtiging vereist
Leads importeren met de koppeling Leads importeren op het tabblad Leads in uw community.
"Leads importeren"
Als uw partnergebruiker leads importeert, heeft het mogelijk ook zin om deze toe te staan accounts en contactpersonen te importeren met de koppeling Accounts en contactpersonen van mijn organisatie importeren op de tabbladen Accounts en Contactpersonen in uw community.
Optioneel "Persoonlijke contactpersonen importeren"
De status van meerdere leads wijzigen via de knop Status wijzigen.
"Leads beheren"
De eigenaar van meerdere leads wijzigen via de knop Eigenaar wijzigen.
"Leads overdragen"
EN
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Gebruik van andere Salesforce-voorzieningen in uw community | 72
Goedkeuringen voor externe gebruikers instellen in uw community Klant- en partnergebruikers in uw community kunnen als goedkeurende personen worden toegewezen voor records of kunnen rechtstreeks aan wachtrijen worden toegevoegd. Ze kunnen actie(s) zien en ondernemen via de gerelateerde lijsten Mijn goedkeuringen en Goedkeuringshistorie voor de record. Goedkeuringen rechtstreeks via een trigger worden geactiveerd vanuit de Chatter-feed.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise,
Een goedkeuringsproces is een geautomatiseerd proces dat in uw organisatie kan worden gebruikt Performance, Unlimited en om records goed te keuren in Salesforce. Een goedkeuringsproces geeft de stappen op die nodig Developer Edition zijn om een record goed te keuren en geeft op wie de record bij elke stap moet goedkeuren. Een stap kan van toepassing zijn op alle records in het proces of alleen op records die aan bepaalde GEBRUIKERSMACHTIGINGEN door de beheerder gedefinieerde criteria voldoen. Een goedkeuringsproces geeft ook op welke acties moeten worden uitgevoerd wanneer een record wordt goedgekeurd, afgewezen, Goedkeuringsprocessen teruggeroepen, of voor het eerst wordt ingediend voor goedkeuring. Opmerking: • Gebruikers licenties voor grote volumes, zoals Klantportal met groot volume en Officiële website, kunnen geen records goedkeuren. • Externe gebruikers met verouderde portallicenties kunnen wel records goedkeuren in community's, maar niet in portals. Bij het instellen van goedkeuringen of wachtrijen gebruikt u de opzoekvelden om klant- en partnergebruikers te vinden. Als u bijvoorbeeld bij het instellen van een goedkeuring automatisch een klantgebruiker wilt toewijzen als goedkeurende persoon, gebruikt u de opzoeklijst om de gebruiker te vinden en op te geven.
maken, bewerken, verwijderen of klonen: • "Toepassing aanpassen" Wachtrijen maken of wijzigen: • "Toepassing aanpassen" EN
"Openbare lijstweergaven beheren"
Als u kennisgevingen per e-mail instelt voor uw goedkeuringswerkstromen, verwijzen de in het e-mailbericht gebruikte koppelingen gebruikers rechtstreeks naar de goedkeuring binnen de community. In Salesforce1 kunnen gebruikers wel actie(s) zien en ondernemen vanuit de gerelateerde lijst Goedkeuringshistorie, maar kunnen ze geen verzoeken om goedkeuring indienen. Voor het indienen van verzoeken om goedkeuringen moet de gebruiker dit doen vanaf de volledige Salesforce-site.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Beveiliging en authenticatie | 73
Beveiliging en authenticatie Authenticatieopties Dit is een overzicht van de opties voor gebruikersverificatie (gebruikersauthenticatie) die beschikbaar zijn in Community's. • De interne gebruikers van uw organisatie die tot een community behoren, zijn verplicht om de inlogstroom voor medewerkers te volgen en hun Salesforce-gebruikersnaam en -wachtwoord te gebruiken. • De standaardinlogoptie voor externe gebruikers is de gebruikersnaam en het wachtwoord dat Salesforce heeft toegewezen voor de community. Externe gebruikers zijn gebruikers met Community-, Klantportal- of Partnerportal-licenties. • Als uw organisatie Single Sign-On gebruikt voor identiteitsbeheer, kunt u SAML voor Single Sign-On gebruiken. Hiermee kunnen externe gebruikers inloggen bij Salesforce met behulp van uw bedrijfsidentiteitsleverancier. Community's ondersteunt meerdere SAML-configuraties. Zie SAML configureren voor Community's op pagina 73. Opmerking: Alle authenticatieopties werken ook in combinatie met aangepaste HTTPS-webadressen. Uw organisatie kan authenticatie toestaan via een externe serviceprovider zoals Facebook©, Janrain© of Salesforce. Zie Authenticatieleveranciers configureren op pagina 76. Als u community's wilt integreren in aangepaste apps met "branding" zoals mobiele of desktop-apps, kunt u authenticatiestromen met "branding" gebruiken met behulp van OAuth. ZIE OOK: Inlog-, uitlog- en zelfregistratiepagina's aanpassen in uw community
SAML configureren voor community's Als uw organisatie een bestaande Single Sign-On-mogelijkheid gebruikt voor het vereenvoudigen en standaardiseren van uw gebruikersverificatie, kunt u deze mogelijkheid ook uitbreiden naar community's. De volgende informatie gaat ervan uit dat u al vertrouwd bent met authenticatieprotocollen van de Security Assertion Markup Language (SAML) en dat u weet hoe u samen met uw identiteitsleverancier Single Sign-On voor uw organisatie moet configureren. Bij het implementeren van SAML voor community's moet u de community-URL gebruiken, die is gekoppeld aan inloggen bij de Single Sign-On-stroom. Zorg er ook voor dat de community-URL in de SAML-definitie POST /login bevat.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Hier is een samenvatting van de manier waarop SAML-verzoeken en -reacties worden verwerkt tussen de browser van de gebruiker, de community en uw identiteitsleverancier.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | SAML configureren voor community's | 74
Deze tabel vergelijkt wat er voor de SAML-definities van de community nodig is met wat er nodig is voor andere typen Salesforce-domeinen. Vereiste
Standaard
URL waarbij de SAML-definitie POST wordt uitgevoerd.
login.salesforce.com login.salesforce.com login.salesforce.com
community-URL
Zijn
Nee
Nee
organisation_id en portal_id vereist
in de definitie?
Portal
Force.com Sites
Ja–doorgegeven als Ja–doorgegeven als kenmerk kenmerk
Community
Opmerking: Vereist als Just-in-Time-leveringen worden gebruikt om portalgebruikers in de community te maken. Communityspecifieke portalgebruikers kunnen wel worden geleverd met portal_id uitgesloten.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | SAML configureren voor community's | 75
Vereiste
Standaard
Portal
Force.com Sites
Community
Is siteUrl vereist in de definitie?
Nee
Nee
Ja–doorgegeven als kenmerk
Nee
De volgende voorbeeld-SAML-definitie toont de community-URL die is opgegeven als Ontvanger, voor een voorbeeldklantcommunity in de organisatie Acme. Dit voorbeeld geldt voor een organisatie die één SAML-configuratie heeft. <samlp:Response ID="_f97faa927f54ab2c1fef230eee27cba21245264205456" IssueInstant="2009-06-17T18:43:25.456Z" Version="2.0"> <saml:Issuer Format="urn:oasis:names:tc:SAML:2.0:nameid-format: entity">https://www.salesforce.com <samlp:Status> <samlp:StatusCode Value="urn:oasis:names:tc:SAML:2.0: status:Success"/> <saml:Assertion ID="_f690da2480a8df7fcc1cbee5dc67dbbb1245264205456" IssueInstant="2009-06-17T18:43:25.456Z" Version="2.0"> <saml:Issuer Format="urn:oasis:names:tc:SAML:2.0: nameid-format:entity">https://www.salesforce.com <saml:Subject> <saml:NameID Format="urn:oasis:names:tc:SAML:1.1: nameid-format:unspecified">saml_portal_user_federation_id <saml:SubjectConfirmation Method="urn:oasis:names:tc: SAML:2.0:cm:bearer"> <saml:SubjectConfirmationData NotOnOrAfter= "2009-06-17T18:48:25.456Z" Recipient="https://acme.force.com/customers/login/? saml=02HKiPoin4f49GRMsOdFmhTgi_0nR7BBAflopdnD3gtixujECWpxr9klAw"/> <saml:Conditions NotBefore="2009-06-17T18:43:25.456Z" NotOnOrAfter="2009-06-17T18:48:25.456Z"> <saml:AudienceRestriction> <saml:Audience>https://saml.salesforce.com <saml:AuthnStatement AuthnInstant="2009-06-17T18:43:25.456Z"> <saml:AuthnContext> <saml:AuthnContextClassRef>urn:oasis:names:tc:SAML:2.0: ac:classes:unspecified
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Authenticatieleveranciers configureren | 76
Als uw organisatie meerdere SAML-configuraties gebruikt, is de vorige voorbeeld-SAML-definitie wel van toepassing, maar let hierbij op de volgende verschillen in de Ontvanger. • De volgslash na login is niet verplicht • De parameter so is wel verplicht en moet de organisatie-ID aangeven De Ontvanger zou eruitzien als volgt: Recipient="https://acme.force.com/customers/login?so=00DD0000000JsCM"
Bij het uitloggen bij een community worden externe gebruikers die met behulp van SAML zijn geverifieerd voor Single Sign-On, omgeleid naar de Uitlog-URL identiteitsleverancier, als deze is ingesteld in de SAML-instellingen voor de community. Voor toegang tot de SAML-instellingen vanuit Set-up geeft u Instellingen voor Single Sign-On op het vak Snel zoeken en selecteert u vervolgens Instellingen voor Single Sign-On. ZIE OOK: https://developer.salesforce.com/page/Single_Sign-On_with_SAML_on_Force.com
Authenticatieleveranciers configureren Externe gebruikers kunnen met hun gegevens inloggen vanuit Facebook©, Janrain© of een andere Salesforce-organisatie als u authenticatieleveranciers instelt op de pagina Auth.-leveranciers in Set-up en ervoor kiest deze weer te geven op de communityinlogpagina. Opmerking: De volgende informatie gaat ervan uit dat u vertrouwd bent met het gebruik van authenticatieleveranciers voor Single Sign-On. Als u een aangepaste Visualforce-inlogpagina gebruikt in plaats van de standaardinlogpagina, gebruikt u de Initialisatie-URL voor Single Sign-On van een detailpagina Auth.-leverancier als doel-URL van een knop voor aangepast inloggen. Bijvoorbeeld: https://login.salesforce.com/services/auth/sso/orgID/URLsuffix?community=https://acme.force.com/support
Bij gebruik van Janrain als authenticatieleverancier kunt u het volgende doorgeven aan de Janrain-inlogwidget die op uw site is geïmplementeerd. janrain.settings.tokenUrl='https://login.salesforce.com/services/authcallback/orgID/URLsuffix' +'?flowtype=sso&community='+encodeURIComponent('https://acme.force.com/customers');
ZIE OOK: Inlog-, uitlog- en zelfregistratiepagina's aanpassen in uw community
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Verificatiestromen met OAuth configureren | 77
Verificatiestromen met OAuth configureren Als uw organisatie integraties tussen community's en aangepaste apps met "branding" zoals mobiele of desktop-apps wilt samenstellen, kunt u OAuth gebruiken om een inlogpagina met "branding" voor te maken.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce
Classic De volgende informatie gaat ervan uit dat u al bekend bent met OAuth-protocollen en -verificatiestromen (authenticatiestromen) voor toepassingen voor externe toegang. Community's Beschikbaar in: Enterprise, ondersteunen alle beschikbare verificatiestromen (authenticatiestromen) behalve de Performance, Unlimited en OAuth-verificatiestroom van gebruikersnaam-wachtwoord en de OAuth 2.0 Developer Edition SAML-bearerdefinitiestroom. Bij de implementatie van OAuth-stromen met "branding" voor community's configureert u de autorisatie-URL voor gebruik van de community-URL. De verificatiestroom (authenticatiestroom) leuidt gebruikers dan door naar de goedkeuringspagina voor de toepassing.
Opmerking: Wanneer beheerders zijn ingelogd als andere gebruikers, kunnen ze, als extra beveiligingsmaatregel, OAuth-gegevenstoegang niet autoriseren voor die gebruiker. Zo kunnen beheerders geen OAuth-toegang naar gebruikersaccounts autoriseren, inclusief Single Sign-On voor externe toepassingen. Voor bijvoorbeeld het authenticeren (verifiëren) van een gebruiker met behulp van een autorisatie-URL zoals de volgende: https://login.salesforce.com/services/oauth2/authorize? response_type=token&client_id=your_app_id&redirect_uri=your_redirect_uri
Vervangt u de hostnaam login.salesforce.com door het volledige pad naar de community-URL: https://acme.force.com/customers/services/oauth2/authorize? response_type=token&client_id=your_app_id&redirect_uri=your_redirect_uri
Bij een geslaagde implementatie leidt deze URL gebruikers om naar de communityinlogpagina. Nadat ze de app hebben geverifieerd, kunt u een gebruikerstoegangstoken en -vernieuwingstoken instellen voor toekomstige verificatie (authenticatie). Bij verzoeken voor het tokeneindpunt vervangt u de host door de community, zoals: https://acme.force.com/customers/services/oauth2/token
Opmerking: Nadat u het access_token hebt verkregen, kunt u het doorgeven als Bearertoken in het headerverzoek Authorization. Het volgende is een voorbeeld van een REST-API-aanroep aan community's: https://acme.force.com/customers/services/data/v32.0/ -H "Authorization: Bearer 00D50000000IehZ\!AQcAQH0dMHZfz972Szmpkb58urFRkgeBGsxL_QJWwYMfAbUeeG7c1E6 LYUfiDUkWe6H34r1AAwOR8B8fLEz6n04NPGRrq0FM"
ZIE OOK: https://developer.salesforce.com/page/Digging_Deeper_into_OAuth_2.0_on_Force.com https://developer.salesforce.com/page/Using_OAuth_to_Authorize_External_Applications http://www.salesforce.com/us/developer/docs/chatterapi/salesforce_chatter_rest_api.pdf
Ontwerp en paginabeheer De ontwerpstrategie van uw community plannen Als u ervoor kiest om aangepaste pagina's in uw community te gebruiken in plaats van kant-en-klare tabbladen en "branding", moet u bepalen of u Communitysamensteller of Force.com gaat gebruiken. Zodra u de beslissing neemt, gebruikt u de volgende secties voor het aanpassen van community pagina's:
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | De ontwerpstrategie van uw community plannen | 78
• Gebruik van Visualforce en Force.com Sites • Gebruik van de Communitysamensteller met sjablonen • Gebruik van de Communitysamensteller (Site.com) zonder sjablonen Tevens kunt u de volgende andere gebieden van uw community aanpassen: • Het vak Globaal zoeken toevoegen aan de HTML-koptekst van uw aangepaste community op pagina 40 • Een aangepast domein configureren voor uw community • De naam van het tabblad Chatter wijzigen
Kiezen tussen de Communitysamensteller en Force.com-sites Als u nieuwe pagina's wilt toevoegen of bestaande pagina's in uw community wilt aanpassen, kunt u Force.com-sites of de Communitysamensteller gebruiken. Ongeacht welke optie u kiest, u kunt openbaar beschikbare pagina's met "branding" zoals landingsof marketingpagina's maken, alsmede privé, aangepaste pagina's waartoe alleen communityleden toegang hebben. Maar welke optie moet u nu kiezen voor het aanpassen van uw community? Wel, dat is afhankelijk van uw vaardigheden en van de behoeften van uw organisatie. U kunt zelfs aan combinatie van Force.com-pagina's en pagina's van de Communitysamensteller gebruiken voor volledige controle over uw aanpassingen.
Communitysamensteller Communitysamensteller is een intuïtieve, handige tool voor het aanpassen van uw community. Met de Communitysamensteller kunt u een community maken op basis van een vooraf geconfigureerde sjabloon en vervolgens "branding" toepassen, pagina's bewerken, uw sjabloon bijwerken en wijzigingen publiceren, alles vanuit één gebruikersvriendelijke interface. Hier ziet u wat u met de Communitysamensteller kunt bewerkstelligen: • Gebruik een van de selfservicesjablonen—Koa, Kokua of Napili—om op eenvoudige wijze een reactieve selfservicecommunity te maken. • Gebruik de Aloha-sjabloon om een configureerbare Appstarter te maken. • Ontwerp op de pixel nauwkeurige pagina's met "branding". • Maak openbare pagina's met toegang voor iedereen of voeg privépagina's toe, die u als een tabblad binnen uw community kunt toevoegen. • Stel snel samen met behulp van met slepen en neerzetten herbruikbare pagina-elementen, waarbij u deze werkwijze telkens kunt herhalen. • Gebruik kant-en-klare formulieren om Web-naar-lead-formulieren te maken of feedback van klanten te verzamelen. • Maak door gegevens gestuurde pagina's, zoals productcatalogi of andere lijsten, met behulp van de gegevens van uw organisatie. • Stel voor uw community een hoofdpagina in en meertalige ondersteuning in Site.com Studio, een inhoudbeheersysteem voor internet dat extra configuratieopties biedt. Site.com Studio is gemakkelijk toegankelijk vanuit Communitybeheer.
Force.com Sites Met Force.com Sites, geschikt voor ontwikkelaars met ervaring die Visualforce gebruiken, stelt u snel aangepaste pagina's en webtoepassingen samen, waarbij Force.com-mogelijkheden worden overgenomen, zoals analyses, werkstroom en goedkeuringen, en programmeerbare logica. Dus als u opzoek bent naar het programmatisch samenstellen van sites met behulp van Apex en API's, is Force.com Sites hét product voor u. Hier ziet u wat u met Force.com kunt bewerkstelligen: • Maak openbare pagina's met "branding", waartoe iedereen toegang heeft. • Zet Visualforce in om privépagina's te maken, die u als een tabblad binnen uw community kunt toevoegen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | De ontwerpstrategie van uw community plannen | 79
• Schrijf uw eigen controllers, of uitbreidingen van controllers, met behulp van Apex-code. • Maak aangepaste inlog- of zelfregistratiepagina's. • Stel dynamische webtoepassingen samen, zoals een eventmanagementtoepassing.
Voorzieningen in een oogopslag Nog steeds twijfel over de keuze van het juiste product? Raadpleeg de volgende tabel voor meer informatie over de voorzieningen van elk product. Voorziening
Communitysamensteller
Openbare pagina's Communitysjablonen (Koa, Kokua, Napili, Aloha)* Geauthenticeerde pagina's* Visualforce-pagina's Kant-en-klare pagina's voor inloggen, uitloggen zelfregistratie en foutmeldingen Omgeving met slepen en neerzetten Herbruikbare componenten Op de pixel nauwkeurige ontwerpen IP-beperkingen Gegevens openen, zoals cases, leads en opportunities Kant-en-klare formulieren CMS Programmatisch samenstellen van pagina's (met behulp van Apex, API's en controllers) Webtoepassingen Analyses , rapporten en werkstromen Volledige Force.com-platformmogelijkheden
*Beschikbaar in de Communitysamensteller uitsluitend voor Community's-gebruikers. ZIE OOK: Gebruik van de Communitysamensteller met sjablonen Gebruik van de Communitysamensteller (Site.com) zonder sjablonen Gebruik van Visualforce en Force.com Sites
Force.com Sites
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | De ontwerpstrategie van uw community plannen | 80
Gebruik van de Communitysamensteller met sjablonen Met de Communitysamensteller in combinatie met communitysjablonen voor selfservice kunt u een aangepaste community maken, van "branding" voorzien en publiceren, dier er goed uitziet op elk mobiel apparaat! Kies een sjabloon om snel aan de slag te gaan met uw community en bepaal vervolgens de stijl van de pagina's zodat deze overeenkomt met de "branding" van uw bedrijf. Met de Communitysamensteller en sjablonen hebt u de volgende mogelijkheden: • Een vooraf gedefinieerde sjabloon gebruiken om een community te maken, die een vloeiende en reactieve gebruikersomgeving biedt op elke mobiel apparaat. U kunt zelfs een aangepaste inlogpagina toevoegen. • Snel stijl aan de community aanbrengen, die overeenkomt met de "branding" van uw bedrijf. • Communitypagina's en -componenten bewerken met de Communitysamensteller om hun ontwerp en inhoud aan te passen. • Een voorbeeld weergeven van uw community om te controleren of deze correct wordt weergegeven op verschillende apparaten. • Uw wijzigingen publiceren om ze voor iedereen in uw community beschikbaar te stellen. • Sjabloonupdates toepassen op uw community zodra deze beschikbaar komen. U kunt de Communitysamensteller gebruiken voor het aanpassen van community's die zijn gemaakt met de volgende sjablonen: Kokua Een visueel rijke, interactieve selfservicesjabloon waarmee gebruikers artikelen zoeken en weergeven, of contact opnemen met Ondersteuning wanneer ze niet vinden wat ze zoeken. Ondersteunt Knowledge en Cases. Koa Een op tekst gebaseerde, interactieve selfservicesjabloon waarmee gebruikers artikelen zoeken en weergeven, of contact opnemen met Ondersteuning wanneer ze niet vinden wat ze zoeken. Ondersteunt Knowledge en Cases. Napili Een krachtige, interactieve selfservicesjabloon waarmee gebruikers vragen posten naar de community, artikelen zoeken en weergeven, en contact opnemen met ondersteuningsagenten door cases te maken. Ondersteunt Knowledge, Cases en Vragen en antwoorden. Aloha Een configureerbare Appstarter-sjabloon waarmee gebruikers snel toepassingen vinden en kunnen openen met behulp van Single Sign-On-authenticatie. Zie voor meer informatie Getting Started with Community Templates for Salesforce Identity (Aan de slag met Community-sjablonen voor Salesforce Identity). Toegang tot de Communitysamensteller en doorgaan met het aanpassen van uw community of bijwerken van de sjabloonversie ervan: 1. Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. 2. Klik naast de naam van de community op Beheren. 3. Klik op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en klik vervolgens op Ga naar Communitysamensteller. 4. In de Communitysamensteller hebt u de volgende mogelijkheden: • Uw community op pagina 91 van "branding" voorzien. • Communitypagina's en paginacomponenten bewerken. • Uw communitysjabloon bijwerken. Opmerking: Communitysamensteller ondersteunt geen "branding" van sites die niet met een van de vooraf geconfigureerde sjablonen zijn gemaakt. In plaats daarvan gebruikt u Site.com Studio. Hiervoor klikt u op Site.com Studio vanuit het menu Community's op de werkbalk.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | De ontwerpstrategie van uw community plannen | 81
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de Kokua-, Koa- en Napili-sjablonen de Community Templates for Self-Service Implementation Guide. ZIE OOK: Kiezen tussen de Communitysamensteller en Force.com-sites
Gebruik van de Communitysamensteller (Site.com) zonder sjablonen Elke community heeft één gekoppelde Site.com-site waarmee u aangepaste pagina's met "branding" kunt toevoegen aan uw community. Standaard zijn Site.com-pagina's openbaar beschikbaar en vereisen deze geen inloggen, maar u kunt ook privépagina's maken waartoe alleen communityleden toegang hebben. Raadpleeg voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van Site.com de online Help.
Voordat u begint Community's-gebruikers met de machtiging "Community's maken en instellen" hebben automatisch toegang als beheerder van de volledige site tot de Site.com-site van een community. Om Community's-gebruikers zonder de machtiging de site te laten bewerken moet u een Site.com Publisher- of een Site.com Contributor-functielicentie aanschaffen en toewijzen, en een gebruikersrol op siteniveau toewijzen.
Tips en overwegingen • Aan gebruikers van Community's met de machtiging "Community's maken en instellen" wordt de rol van sitebeheerder toegewezen op een Site.com-site van een community. Deze worden echter niet weergegeven in de sectie Gebruikersrollen op het tabblad Overzicht van Site.com Studio. • U kunt communitysites niet maken, verwijderen of dupliceren in Site.com. • Onthoud tijdens het werken met gegevensgebonden componenten, zoals gegevensherhalingen en formulieren, dat de vermelde objecten mogelijk niet beschikbaar zijn voor sitebezoekers. Bij geauthenticeerde bezoekers wordt objecttoegang voor openbare en privépagina's bepaald door hun gebruikersprofielen. Bij niet-geauthenticeerde bezoekers wordt objecttoegang voor openbare pagina's bepaald door het gastgebruikersprofiel van de site. • Stel bij het toevoegen van formulieren aan geauthenticeerde communitypagina's in Site.com de huidige gebruiker in voor Salesforce-objecten die het veld Eigenaar-ID vereisen. Door het instellen van de huidige gebruiker (in plaats van de standaard gastgebruiker) kunt u de geauthenticeerde gebruiker identificeren wanneer het formulier wordt ingediend. Als u de huidige gebruiker wilt instellen voor het veld Eigenaar-ID, selecteert u het veld in het formulier, klikt u op Configureren onder Veldeigenschappen in het deelvenster Eigenschappen, selecteert u Globale eigenschap als bron en selecteert u vervolgens Huidige gebruikers-ID als waarde. • De hoofdpagina, de 404-pagina, de inlogpagina en de zelfregistratiepagina die u opgeeft voor Site.com Community-sites in Siteconfiguratie, stellen de standaardpagina's in voor de Site.com Community-site. Deze standaard-URL's worden gebruikt, tenzij u andere URL's opgeeft in Communitybeheer onder Beheer > Pagina's en Beheer > Inloggen en registratie. Community-foutpagina's worden opgegeven in Force.com Set-up, onder Foutpagina's. • Wanneer uw Site.com Community-site niet-actief is, worden gebruikers omgeleid naar de pagina Service niet beschikbaar, die is gedefinieerd in Communitybeheer onder Pagina's. • De weergave voor de bijdrager is standaard niet beschikbaar voor Site.com Community-sites. U kunt echter een Site.com Contributor-licentie gebruiken om aan een specifieke gebruiker bijdragerstoegang te verlenen. Zie About Feature Licenses (Info over functielicenties) in de Help van Site.com voor details. Of een gebruiker kan de Site.com Community-site weergeven als bijdrager door
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | De ontwerpstrategie van uw community plannen | 82
?iscontrib toe te voegen aan de URL van de site. Bijvoorbeeld: https://sitestudio.na1.force.com/?iscontrib
ZIE OOK: Kiezen tussen de Communitysamensteller en Force.com-sites
Gebruik van Visualforce en Force.com Sites Elke community heeft één gekoppelde Force.com-site waarmee u geavanceerde aanpassingen aan uw community kunt aanbrengen. Zo biedt Force.com Sites de volgende mogelijkheden: • Openbare pagina's toevoegen aan uw community, die geen inloggen vereisen. • Zelfregistratie- en inlogpagina's met "branding" gebruiken om gebruikers zich te laten registreren of te laten inloggen bij uw community. • Kant-en-klare foutpagina's aanpassen zodat deze de "branding" van uw community weerspiegelen, inclusief de pagina's "Authorization Required (401)" (Autorisatie verplicht) en "Page Not Found (404)" (Pagina niet gevonden). • Visualforce-pagina's opnieuw gebruiken om privépagina's te maken, waartoe alleen communityleden toegang hebben. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie over het gebruik van Force.com Sites de online Help.
Tips en overwegingen • Force.com Sites-pagina's beschikken automatisch over de stijlen voor "branding", die u opgeeft in de wizard Community maken. Voor het uitschakelen van deze stijlen stelt u het kenmerk standardStylesheets voor de tag in op false (onwaar). • Denk aan de volgende beperkingen bij het gebruik van Force.com Sites bij Community's: – Kant-en-klare RSS-feeds, analyses bijhouden en aangepaste portalprofielpagina's zijn niet beschikbaar. – Aangepaste pagina's voor het wijzigen van wachtwoorden zijn niet beschikbaar. – Inloggen bij aangepaste domeinen is alleen beschikbaar bij HTTPS. • Omdat Force.com-sites rechtstreeks vanuit de Force.com-organisatie worden bediend, is de beschikbaarheid van een site direct gekoppeld aan de beschikbaarheid van de organisatie. Tijdens de onderhoudsperiode van een organisatie voor hoofdreleases zijn uw sites niet beschikbaar; gebruikers die proberen om toegang tot een site te krijgen, zien dan een onderhoudspagina met het Force.com-merk of uw aangepaste pagina Service niet beschikbaar. • U kunt de communityhoofdpagina omleiden naar de min of meer equivalente Site.com-hoofdpagina. Hiervoor stelt u een URL-omleiding in voor de Force.com-sitedetailpagina. Stel Bron-URL in op /, dat de hoofdpagina voor de community voorstelt, en Doel-URL op s, dat de hoofdpagina voor de Site.com-site voorstelt. ZIE OOK: Kiezen tussen de Communitysamensteller en Force.com-sites
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Aangepaste pagina's voor de community | 83
Aangepaste pagina's voor de community Standaardpagina's in uw community overschrijven met aangepaste pagina's Gebruik de pagina's Hoofdpagina Community Home en Service Not Available (Service niet beschikbaar) door de standaardpagina's in uw community te overschrijven.
EDITIONS
• Een aangepaste pagina Hoofdpagina Community gebruiken
Beschikbaar in: Salesforce Classic
• Een aangepaste pagina gebruiken voor onbeschikbaarheid van de service
Beschikbaar in: Enterprise, U kunt andere standaard communitypagina's overschrijven in de Site.com- of Force.com-instellingen Performance, Unlimited en voor de community. Klik hiervoor op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en klik Developer Edition vervolgens op Ga naar Force.com of Ga naar Site.com Studio. Paginaselecties in Communitybeheer overschrijven automatisch alle voorheen opgegeven paginaselecties in de Site.com- of Force.com-instellingen. GEBRUIKERSMACHTIGINGEN
Een aangepaste pagina gebruiken voor onbeschikbaarheid van de service In zeldzame gevallen, als uw community niet beschikbaar is vanwege uitval van de service, geeft Salesforce een generieke pagina Service Not Available (Service niet beschikbaar) met Force.com-"branding" weer. U kunt deze pagina vervangen door een statische resourcepagina met "branding" van uw bedrijf voor een meer persoonlijke gebruikerservaring voor uw communityleden.
Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen"
De statische resource Service Not Available:
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
• Moet een openbaar zipbestand van 1 MB of kleiner zijn. • Moet een pagina bevatten met de naam maintenance.html op het hoofdniveau in het zipbestand. Andere resources in het zipbestand, zoals afbeeldingen of CSS-bestanden, kunnen een andere directorystructuur hebben. • Mag alleen bestanden met bestandsextensies bevatten. Raadpleeg voor meer informatie het onderwerp Foutpagina's van Force.com toewijzen in de Help van Salesforce. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Navigeer naar Beheer > Pagina's. 3.
Klik op
naast Service niet beschikbaar om uw aangepaste pagina te zoeken en selecteren.
4. Klik op Opslaan. Telkens wanneer er uitval van uw service is, geeft uw community uw geselecteerde pagina weer. Houd het volgende in gedachten: • Deze paginaselectie heeft geen invloed op community's die Site.com Studio-pagina's gebruiken. • De pagina Service Not Available (Service niet beschikbaar) is, eenmaal aangepast, beschikbaar voor alle community's in hetzelfde domein. Afhankelijk van de behoeften van uw organisatie is dit wellicht niet altijd wenselijk. Als u wilt vermijden dat dezelfde pagina voor alle community's in uw domein wordt gebruikt, maakt u afzonderlijke pagina's Service Not Available (Service niet beschikbaar) voor elke community en wijst u deze vervolgens toe.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Aangepaste pagina's voor de community | 84
Denk bijvoorbeeld aan een scenario waarin u twee community's in uw domein hebt: een klantencommunity (universaltelco.force.com/customer) en een partnercommunity (universaltelco.force.com/partner). Als u een aangepaste pagina Service Not Available (Service niet beschikbaar) voor alleen de klantencommunity gebruikt, zal de partnercommunity dezelfde pagina weergeven bij uitval van díe service, tenzij u een afzonderlijke pagina Service Not Available (Service niet beschikbaar) voor de partnercommunity maakt en deze toewijst.
ZIE OOK: Standaardpagina's in uw community overschrijven met aangepaste pagina's
Een aangepaste communityhoofdpagina gebruiken Maak de standaard communityhoofdpagina wat persoonlijker met "branding" van uw bedrijf door middel van een aangepaste pagina uit de Communitysamensteller (Site.com Studio) of een aangepaste Visualforce-pagina. De communityhoofdpagina wordt getoond aan niet-geauthenticeerde gebruikers in een openbare community en stelt u tevens in staat om een landingspagina voor gastgebruikers op te geven zonder daarvoor om- of doorleidingen te hoeven instellen. Deze pagina wordt ook wel uw pagina Hoofdpagina actieve site genoemd.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Pagina's. 3. Voor de communityhoofdpagina handelt u als volgt: a. Selecteer het paginatype: Communitysamensteller of Visualforce). b. Geef de naam op van de pagina of laat het veld blanco voor een lijst van beschikbare opties. c.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of activeren: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Klik op en vervolgens op de naam van de pagina in de zoekresultaten om deze te selecteren. Opmerking: Alleen gepubliceerde pagina's uit de Communitysamensteller (Site.com Studio) worden opgenomen in de zoekresultaten.
4. Klik op Opslaan. Paginaselecties in Communitybeheer overschrijven automatisch alle voorheen opgegeven paginaselecties in de Site.com- of Force.com-site-eigenschappen. ZIE OOK: De standaard inlogpagina voor de community configureren voor gebruik van een aangepaste hoofdpagina Standaardpagina's in uw community overschrijven met aangepaste pagina's
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Aangepaste pagina's voor de community | 85
De standaard inlogpagina voor de community configureren voor gebruik van een aangepaste hoofdpagina Als u gebruikmaakt van externe authenticatieleveranciers en een aangepaste hoofdpagina, zorgt u dat gebruikers toegang hebben tot de juiste hoofdpagina.
EDITIONS
Hiervoor bewerkt u de CommunitiesLandingController dusdanig dat deze de correcte startURL voor uw community heeft. De CommunitiesLandingPage is de Hoofdpagina actieve site voor uw community, hetgeen inhoudt dat deze wordt getoond wanneer iemand een directe URL naar uw community opgeeft. Als uw domein bijvoorbeeld universaltelco.force.com is en de URL van uw community customers is, wordt CommunitiesLandingPage getoond telkens wanneer iemand http://universaltelco.force.com/customers opgeeft.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
Er zijn twee methoden voor het gebruik van een aangepaste hoofdpagina: • De code van CommunitiesLandingController bijwerken om door te leiden naar de nieuwe pagina: 1. Geef vanuit Set-up Apex-klassen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Apex-klassen. 2. Klik op Bewerken naast CommunitiesLandingController.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Toegang tot Communitybeheer: •
“Community's beheren" OF "Community's maken en instellen"
•
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
3. De code vervangen zodat deze luidt:
Beheerinstellingen aanpassen: •
“Community's maken en instellen"
•
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Apex-klassen bewerken: • "Apex-auteur"
public with sharing class CommunitiesLandingController { // Code we will invoke on page load. public PageReference forwardToStartPage() { String communityUrl = 'https://universaltelcom.force.com'; String customHomePage = '/apex/hello'; if (UserInfo.getUserType().equals('Guest')) { return new PageReference(communityUrl + '/login?startURL=' + EncodingUtil.urlEncode(customHomePage, 'UTF-8')); }else { return new PageReference(communityUrl + customHomePage); } } public CommunitiesLandingController() {} }
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Aangepaste pagina's voor de community | 86
4. Vervang https://universaltelcom.force.com door de URL voor uw community. 5. Klik op Opslaan. • Anders kunt u ook Hoofdpagina actieve site vervangen door een aangepaste Visualforce-pagina. 1. Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. 2. Klik op de knop Beheren naast de communitynaam. 3. Klik op Beheer > Pagina's > Ga naar Force.com. 4. Klik in de sectie Sitedetail op Bewerken. 5. Selecteer in het veld Hoofdpagina actieve site uw aangepaste Visualforce-pagina. 6. Klik op Opslaan. Wanneer een gebruiker de URL community opgeeft, ziet deze de nieuwe Hoofdpagina actieve site. ZIE OOK: Een aangepaste communityhoofdpagina gebruiken
Aangepaste pagina's toevoegen, die geen inloggen vereisen Binnen een community kunt u openbaar beschikbare pagina's hebben, die toegankelijk zijn zonder dat inloggen wordt vereist; dit maakt ze ideaal als landings- of marketingpagina's. Community's gebruiken Force.com Sites-technologie voor het instellen van een aangepast domein voor uw organisatie en een URL-prefix voor elke community die in uw organisatie wordt gemaakt. Als u uw community's verder wilt aanpassen dan wat beschikbaar is in Set-up, kunt u gebruikmaken van Force.com Sites of Site.com om volledig aangepaste pagina's te maken. Tip: Community's kunnen een combinatie van Visualforce- en Site.com-pagina's hebben. Standaard vereisen de pagina's die u maakt, geen inloggen, maar u kunt desgewenst geauthenticeerde (geverifieerde) pagina's maken. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Pagina's; klik vervolgens in het gebied Geavanceerde aanpassingen op een van beide volgende mogelijke opties: • Ga naar Force.com om pagina's te maken die geen inloggen vereisen, of om kant-en-klare foutpagina's te bewerken. • Ga naar Site.com Studio om Site.com Studio te openen, waarin u openbare pagina's met "branding" kunt maken. (U kunt ook geauthenticeerde (geverifieerde) pagina's maken, die wel inloggen vereisen.) 3. Nadat u in Site.com Studio een openbare pagina hebt gemaakt, moet u de Site.com-site publiceren om gebruikers toegang tot de pagina te geven.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Sjablonen aanpassen met de Communitysamensteller | 87
Sjablonen aanpassen met de Communitysamensteller Overzicht van de Communitysamensteller Met de Communitysamensteller in combinatie met communitysjablonen voor selfservice kunt u een aangepaste community maken, van "branding" voorzien en publiceren, dier er goed uitziet op elk mobiel apparaat! Kies een sjabloon om snel aan de slag te gaan met uw community en bepaal vervolgens de stijl van de pagina's zodat deze overeenkomt met de "branding" van uw bedrijf. De Communitysamensteller biedt de volgende mogelijkheden: • Een vooraf gedefinieerde sjabloon gebruiken om een community te maken, die een vloeiende en reactieve gebruikersomgeving biedt op elke mobiel apparaat. U kunt zelfs een aangepaste inlogpagina toevoegen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• Snel stijl aan de community aanbrengen, die overeenkomt met de "branding" van uw bedrijf. • Communitypagina's en -componenten bewerken met de Communitysamensteller om hun ontwerp en inhoud aan te passen. • Een voorbeeld weergeven van uw community om te controleren of deze correct wordt weergegeven op verschillende apparaten. • Uw wijzigingen publiceren om ze voor iedereen in uw community beschikbaar te stellen. • Sjabloonupdates toepassen op uw community zodra deze beschikbaar komen. De Communitysamensteller werkt in combinatie met alle vooraf geconfigureerde sjablonen. Opmerking: Als u niet de vooraf geconfigureerde sjablonen wilt gebruiken, kunt u nog steeds een aangepaste community maken in Site.com Studio. U kunt dan echter niet de Communitysamensteller gebruiken voor "branding". Als u een andere sjabloon wilt uitproberen, gaat u terug naar Communitybeheer om een andere sjabloon te selecteren. Maar maakt u zich geen zorgen—u kunt altijd teruggaan naar de eerste sjabloon die u hebt gekozen. Om terug te gaan stelt u de hoofdpagina weer in op de oorspronkelijke URL in Siteconfiguratie in Site.com Studio.
Bekende beperkingen • De Communitysamensteller ondersteunt geen "branding" voor sites die niet zijn gemaakt door middel van een de vooraf geconfigureerde sjablonen. • In Site.com Studio kunt u alleen componenten slepen en neerzetten of verwijderen. • U kunt alleen pagina's toevoegen aan of pagina's verwijderen uit uw community in Site.com Studio. ZIE OOK: Navigeren in de Communitysamensteller De algemene instellingen van uw community beheren
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Uw community maken met behulp van een vooraf geconfigureerde sjabloon | 88
Uw community maken met behulp van een vooraf geconfigureerde sjabloon Maak een community en selecteer een sjabloon om op uw community toe te passen. Definieer op één plaats uw sjabloon en communityeigenschappen en gebruik vervolgens de Communitysamensteller om het ontwerp en de opzet van uw community af te ronden.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
Elke sjabloon maakt een toepassing van één pagina, die bestaat uit een web-app die één HTML-pagina laadt. In tegenstelling tot een conventionele website, die uit meerdere pagina's bestaat, waartussen de gebruiker navigeert, bestaat een toepassing van één pagina uit meerdere subpagina's die dynamisch worden bijgewerkt terwijl de gebruiker er een interactie mee heeft. 1. Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken, selecteer vervolgens Alle community's en klik daarna op Nieuwe community. De wizard Community maken wordt weergegeven, met verschillende sjabloonopties waaruit u kunt kiezen. 2. Beweeg de muisaanwijzer over een sjabloon om meer informatie erover te bekijken. Kokua Een visueel rijke, interactieve selfservicesjabloon waarmee gebruikers artikelen zoeken en weergeven, of contact opnemen met Ondersteuning wanneer ze niet vinden wat ze zoeken. Ondersteunt Knowledge en Cases.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of publiceren: • "Community's maken en beheren" OF veld Site.com Publisher-gebruiker ingeschakeld op de gebruikersdetailpagina
Koa Een op tekst gebaseerde, interactieve selfservicesjabloon waarmee gebruikers artikelen zoeken en weergeven, of contact opnemen met Ondersteuning wanneer ze niet vinden wat ze zoeken. Ondersteunt Knowledge en Cases. Napili Een krachtige, interactieve selfservicesjabloon waarmee gebruikers vragen posten naar de community, artikelen zoeken en weergeven, en contact opnemen met ondersteuningsagenten door cases te maken. Ondersteunt Knowledge, Cases en Vragen en antwoorden. Aloha Een configureerbare Appstarter-sjabloon waarmee gebruikers snel toepassingen vinden en kunnen openen met behulp van Single Sign-On-authenticatie. Zie voor meer informatie Getting Started with Community Templates for Salesforce Identity (Aan de slag met Community-sjablonen voor Salesforce Identity).
EN Sitebeheerders- of ontwerpersrol toegewezen op siteniveau Artikeltypen en artikelacties maken: • "Salesforce Knowledge beheren" Gegevenscategorieën maken: • "Gegevenscategorieën beheren"
Salesforce-tabbladen + Visualforce Standaard Salesforce-structuur en -tabbladen die u kunt aanpassen met behulp van Visualforce. Ondersteunt de meeste standaardobjecten, aangepaste objecten en Salesforce1. Vergeet hierbij niet dat de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce is gebaseerd op de standaard Salesforce-tabbladenstructuur en niet werkt met de Communitysamensteller. 3. Beweeg de muisaanwijzer over de sjabloon die u wilt gebruiken, en klik vervolgens op Kiezen. 4. Als u Koa of Kokua hebt geselecteerd, geeft u de categorieën en bedrijfsnaam voor uw sjabloon op. Categoriegroepsnaam Dit is de unieke naam van de gegevenscategoriegroep die de gegevenscategorieën van uw site bevat. De naam vormt een afspiegeling van de hiërarchie van categorieën die u hebt ingesteld voor uw community, en wordt op de gehele site gebruikt voor het indelen van artikelen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Uw community maken met behulp van een vooraf geconfigureerde sjabloon | 89
Categorie op bovenste niveau Dit is de categorie op het hoogste niveau, die u wilt weergeven. Alleen de onderliggende niveaus van deze categorie worden in de community weergegeven. Mogelijk hebt u boven deze categorie diverse geneste lagen van categorieën, maar de pagina toont deze categorie als de bovenliggende categorie, terwijl de subcategorieën als onderliggende categorieën worden getoond. Bedrijfsnaam Dit is de naam van uw bedrijf zoals u deze wilt laten weergeven in de koptekst van de toepassing van één pagina. 5. Klik op Volgende. 6. Geef de naam en optionele URL voor uw community op. Met de selectie van deze optie worden de instellingen van uw community automatisch bijgewerkt met de URL voor de aangepaste pagina's die u in deze stap maakt. U kunt deze inlogpagina overschrijven met een andere inlogpagina in de instellingen voor uw community. Raadpleeg voor gedetailleerde instructies voor het maken van aangepaste inlog-, uitlog- en zelfregistratiepagina's voor uw community Aan de slag met Community's. 7. Klik op Community maken. De community wordt gemaakt met de voorbeeldstatus. 8. Klik op de bevestigingspagina op Ga naar Communitybeheer om uw community aan te passen. Als u de sjabloon Napili hebt geselecteerd, gebruikt u Communitybeheer voor het instellen van de onderwerpen die worden weergegeven in het navigatiemenu of die prominent aanwezig zijn op uw hoofdpagina. Gebruik Communitybeheer voor het configureren van communityinstellingen zoals uw standaard inlog- en registratiepagina's, de kop- en de voettekst, en e-mailsjablonen. Als u een andere sjabloon wilt uitproberen, gaat u terug naar Communitybeheer om een andere sjabloon te selecteren. Maar maakt u zich geen zorgen—u kunt altijd teruggaan naar de eerste sjabloon die u hebt gekozen. Om terug te gaan stelt u de hoofdpagina weer in op de oorspronkelijke URL in Siteconfiguratie in Site.com Studio. Belangrijk: Wanneer u een community maakt, wordt uw profiel automatisch toegevoegd aan de lijst van profielen die toegang hebben. Daarom kunnen alle gebruikers in uw organisatie met dit profiel inloggen bij de community zodra deze de status Actief heeft. Als u niet wenst dat alle gebruikers met uw profiel toegang hebben, kunt u het profiel verwijderen en uzelf toegang geven door middel van een ander profiel of andere machtigingenset. ZIE OOK: Navigeren in de Communitysamensteller Uw community van "branding" voorzien met de Communitysamensteller Overzicht van de Communitysamensteller
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Navigeren in de Communitysamensteller | 90
Navigeren in de Communitysamensteller De Communitysamensteller laat u snel uw aangepaste community maken en van stijl voorzien zodat deze aansluit op de "branding" van uw organisatie.
EDITIONS
Klik vanuit Communitybeheer op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en klik vervolgens op Ga naar Communitysamensteller om uw community van "branding" te voorzien en te configureren.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
Opmerking: Vergeet niet dat de Communitysamensteller geen "branding" ondersteunt voor community's die niet zijn gemaakt met behulp van een van de vooraf geconfigureerde sjablonen. In plaats daarvan moet u Site.com Studio gebruiken. In de Communitysamensteller kunt u de community aanpassen aan uw behoeften.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of publiceren: • "Community's maken en beheren" OF veld Site.com Publisher-gebruiker ingeschakeld op de gebruikersdetailpagina EN Sitebeheerders- of ontwerpersrol toegewezen op siteniveau
• Bewerk uw communitypagina's (1) in de Pagina-editor om paginacomponenten toe te voegen, bij te werken of te verwijderen. • Accepteer updates (2) van uw communitysjabloon. • Geef de community (3) "branding" om deze aan te passen aan de stijl van uw organisatie en zie hoe uw wijzigingen onmiddellijk op de pagina worden weergegeven. • Navigeer (4) naar de communitypagina die u van stijl wilt voorzien door middel van klikken op koppelingen en menu-items. • Gebruik het menu Community's (5) voor de volgende activiteiten: – Naar Site.com Studio gaan om geavanceerde communityaanpassingen aan te brengen. – Open Communitybeheer voor het beheer van communityanalyses, inloggen, registratie, reputatie, onderwerpen en andere instellingen. • Bekijk hoe uw community eruitziet op verschillende apparaten (6). • Toon een voorbeeld van de community (7) in een nieuw browservenster. • Publiceer uw wijzigingen (8) om uw updates beschikbaar te maken voor iedereen in uw community. ZIE OOK: Overzicht van de Communitysamensteller De algemene instellingen van uw community beheren
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Uw community van "branding" voorzien met de Communitysamensteller | 91
Uw community van "branding" voorzien met de Communitysamensteller Gebruik de uitgebreide Editor voor "branding" van de Communitysamensteller om op doelmatige wijze kleur en stijl toe te passen op uw community. Kies een kleurenschema met het kleurenpalet dat een groot bereik aan op kleur gebaseerde tekstelementen bevat voor een persoonlijk ontwerp. Pas uw kleuren precies aan door uw eigen logo te uploaden om automatisch een aangepast kleurenpalet te genereren. Elke sjabloon bevat vooraf gedefinieerde stijlen om het uiterlijk van de pagina's te bepalen. Deze stijlen geven een voorsprong aan uw community, terwijl u de stijlen eenvoudig verder kunt aanpassen aan uw behoeften. Nadat u een community hebt gemaakt,geeft u uw pagina's "branding" en stijl met de Editor voor "branding" van de Communitysamensteller. Afhankelijk van de geselecteerde sjabloon kunt u de Communitysamensteller gebruiken voor de volgende bewerkingen: • Een kleurenschema toepassen met het kleurenpalet, dat aansluit op uw sjabloon. • Kleuren kiezen voor tekst, randen en achtergronden van knoppen. • De afbeelding van uw eigen bedrijfslogo uploaden om een aangepast kleurenpalet te genereren op basis van de hoofdkleuren. • Uw eigen kleurenpaletten onderhouden door ze naar behoefte op te slaan of te verwijderen. • Een lettertypefamilie, -stijl en -gewicht opgeven. • De achtergrondkleur van de koptekst en pagina, de lettertypefamilie, -grootte en -kleur wijzigen. Opmerking: De beschikbare opties voor "branding" variëren afhankelijk van de sjabloon die u gebruikt, en de pagina die u hebt geselecteerd.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of publiceren: • "Community's maken en beheren" OF veld Site.com Publisher-gebruiker ingeschakeld op de gebruikersdetailpagina EN Sitebeheerders- of ontwerpersrol toegewezen op siteniveau
Wanneer u uw eigen logo uploadt naar de Editor voor "branding", extraheert de Communitysamensteller op de achtergrond de kleuren ervan en doet op basis hiervan voorstellen voor een set kleuren. Voor het wijzigen van een voorgestelde kleur klikt u op de kleurenstaal en past u de kleur aan door middel van de schuifregelaar of door hexwaarden op te geven.
Uw community van "branding" voorzien: 1. Navigeer naar de pagina's die u als uw merk wilt zien, door middel van het menu Pagina op de werkbalk. 2. Definieer stijlen, zoals: • Het bereik aan kleuren dat op de volledige site wordt gebruikt, door een kleurenstaal op het palet te selecteren. • Een specifieke kleur door de relevante kleurselector te gebruiken of een hexwaarde op te geven.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Nieuwe communitypagina's maken met de Communitysamensteller | 92
• Een afbeelding door op het afbeeldingengebied te klikken en een afbeelding te uploaden. • Het type lettertype, de grootte of het gewicht, door een optie te selecteren in de relevante vervolgkeuzelijst. Uw wijzigingen worden automatisch opgeslagen en worden onmiddellijk op het paginadoek weergegeven. 3. Gebruik het menu Community's voor de volgende activiteiten: • Naar Site.com Studio gaan om geavanceerde communityaanpassingen aan te brengen. • Toegang tot Communitybeheer voor het beheer van communityanalyses, reputatie en onderwerpen.
ZIE OOK: Overzicht van de Communitysamensteller Voorbeeld van uw community met de Communitysamensteller
Nieuwe communitypagina's maken met de Communitysamensteller Maak pagina's voor uw community om in de sjablonen Koa, Kokua en Napili aangepaste inhoud toe te voegen en meer gegevens van Salesforce-objecten te delen. Zo kunt u de functionaliteit van de communitysjabloon uitbreiden om aan uw bedrijfsbehoeften te voldoen. Belangrijk: Deze functionaliteit is alleen beschikbaar in community's die de Winter '16-versie van de sjablonen Koa, Kokua en Napili gebruiken. 1. Klik vanuit Communitybeheer op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en klik vervolgens op Ga naar Communitysamensteller. 2.
Klik in de Communitysamensteller op het weer te geven.
aan de linkerzijde om de Pagina-editor
3. Klik in de werkbalk op Nieuwe pagina.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Pagina's maken in de Communitysamensteller: • "Community's maken en beheren"
4. Selecteer het paginatype. Volg daarna de aanwijzingen om meer details op te geven over de inhoud en lay-out. • Selecteer Standaardpagina om een paginasjabloon te gebruiken of om een blanco pagina met kolommen te maken. U kunt bijvoorbeeld beginnen met de sjabloon voor de hoofdpagina en deze aan uw behoeften aanpassen. • Selecteer Gegevensdetailpagina om een recorddetailpagina te maken. Indien u daartoe de aanwijzing ontvangt, kiest u het object dat u aan de pagina wilt koppelen en daarna de paginalay-out die u wilt gebruiken. In de Winter '16-versie ondersteunen wij gegevensdetailpagina's voor accounts, contactpersonen, cases, taken, events en aangepaste objecten. U kunt meerdere gegevensdetailpagina's maken voor hetzelfde object, maar slechts één kan op enig moment actief zijn. Ga naar Paginabeheer in de instellingen van de Communitysamensteller om de actieve pagina voor alle objecten in uw community te beheren.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Nieuwe communitypagina's maken met de Communitysamensteller | 93
5. Geef uw pagina een unieke naam en een URL. Voor standaardpagina's kunt u het statische gedeelte opgeven van de URL van de pagina. Voor door gegevens gestuurde pagina's kunt u de naam opgeven. Alle nieuwe pagina's gebruiken het domein van de community. • Paginanamen kunnen worden gewijzigd. Selecteer de pagina vanuit het menu Pagina op de werkbalk en wijzig daarna zijn naam in menu in de Eigenschappeneditor aan de rechterzijde. • Alle gegevensdetailpagina's voor een object gebruiken deze URL-notatie: /. Door deze URL-notatie kunnen alle records van dat
object dezelfde paginalay-out gebruiken. Wij adviseren u de record-ID-variabele in de URL niet te wijzigen in een specifieke record-ID, tenzij u alleen een enkele record op die pagina wilt weergeven.
6. Sleep componenten vanuit de Pagina-editor links naar paginacomponenten toevoegen en configureren op de nieuwe pagina. Tip: Besteed enige tijd aan het plannen van de samenstelling van uw nieuwe pagina op basis van de doelen voor de pagina. In Napili kunt u bijvoorbeeld een combinatie gebruiken van de componenten Recordkop en Recordinformatie om een aangepaste recorddetailpagina te maken. In Koa en Kokua kunt u aangepaste recorddetailpagina's maken, maar eerst moet u aangepaste Lightning-componenten maken om recordgegevens weer te geven.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communitypagina's en -componenten bewerken in de Communitysamensteller | 94
7. Klik op en vervolgens op Paginabeheer om paginatoewijzingen te beheren per object of per paginatype. De selecties op deze pagina bepalen wat in de community wordt weergegeven. 8. Bekijk een voorbeeld en publiceer uw community als u klaar bent. Tip: Gebruik de component Navigatiemenu om aangepaste navigatieknooppunten te maken voor nieuwe pagina's. Zie Sjablonen gebruiken community's samen te stellen voor meer informatie over sjablonen en componenten.
Communitypagina's en -componenten bewerken in de Communitysamensteller Sleep componenten en zet ze neer op het paginadoek van de Communitysamensteller om ze aan uw communitypagina's toe te voegen. Gebruik de Pagina-editor en de Eigenschappeneditor om componenten te selecteren en te bewerken, en geef daarna een voorbeeld weer van uw wijzigingen alvorens ze te publiceren vanuit Communitysamensteller. Opmerking: De mogelijkheid om componenten te slepen en neer te zetten is alleen beschikbaar in de Winter ’16 en latere versies van de sjablonen Koa, Kokua en Napili, die zijn geconverteerd voor gebruik van Lightning-componenten. Als u bijwerkt naar de Lightning-versies van deze sjablonen, kunt u pagina's en componenten volledig aanpassen vanuit Communitysamensteller; u hoeft Site.com Studio niet meer te gebruiken voor deze community's. Alleen de componenten die op de geselecteerde pagina worden gebruikt, zijn beschikbaar in de Pagina-editor. U kunt bijvoorbeeld de gebruikersprofieldetailcomponent niet aan de hoofdpagina toevoegen. U kunt ook aangepaste Lightning-componenten maken en deze gebruiken op communitypagina's.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community aanpassen of publiceren: • "Community's maken en beheren"
1. Klik vanuit Communitybeheer op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en klik vervolgens op Ga naar Communitysamensteller. 2.
Klik in de Communitysamensteller op het
aan de linkerzijde om de Pagina-editor weer te geven.
3. Zoek of selecteer de te bewerken pagina vanuit het menu Pagina op de werkbalk bovenaan. De Pagina-editor wordt opnieuw geladen met een lijst van componenten die compatibel zijn met de geselecteerde pagina.
4. Zoek een component in de Pagina-editor en sleep het naar een bewerkbaar gebied op de pagina. Om de eigenschappen van een op de pagina aanwezige component te bewerken klikt u om deze te selecteren op het hoofdpaginadoek. De mogelijkheid om een component toe te voegen door deze naar het paginadoek te slepen is alleen beschikbaar in de versie Winter ’16 van de sjablonen Koa, Kokua en Napili.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communitypagina's en -componenten bewerken in de Communitysamensteller | 95
Het blauwe vak rond de geplaatste component geeft aan dat deze is geselecteerd voor bewerking. De Eigenschappeneditor rechts geeft de bewerkbare eigenschappen van de geselecteerde component weer. 5. Breng uw wijzigingen aan. • Werk de componenteigenschappen bij in de Pagina-editor. • Klik op de X rechtsboven om deze van de pagina te verwijderen. • Maak uw wijzigingen ongedaan of voer ze opnieuw uit door op
op de werkbalk te klikken.
Opmerking: Velden voor componenteigenschappen ondersteunen geen dynamische expressies. Gebruik alleen platte tekst. Voorbeeld: Hier volgt een voorbeeldconfiguratie van de component Kop op de hoofdpagina met de lijst van ondersteunde componenten en eigenschappen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communitypagina's en -componenten bewerken in de Communitysamensteller | 96
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Een communitypagina verwijderen in Communitysamensteller | 97
Een communitypagina verwijderen in Communitysamensteller U kunt een communitypagina gemakkelijk verwijderen als u deze niet meer nodig heeft, door hem te verwijderen uit het menu Pagina in de Communitysamensteller.
EDITIONS
• U kunt alleen niet-actieve communitypagina's verwijderen. Scrol naar de onderzijde van het menu Pagina's om niet-actieve pagina's te zien.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
• U kunt een gegevensdetailpagina niet verwijderen als hij de enige aan een gegeven Salesforce-object gekoppelde pagina is. Als u meerdere gegevensdetailpagina's hebt voor hetzelfde object, kunt u de niet-actieve pagina verwijderen.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
1. Klik vanuit Communitybeheer op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en klik vervolgens op Ga naar Communitysamensteller. 2.
Klik in de Communitysamensteller op te geven.
aan de linkerzijde om de Pagina-editor weer
3. Klik op de vervolgkeuzelijst Pagina op de werkbalk. 4. Beweeg de muisaanwijzer over de paginanaam en klik daarna op het pictogram Prullenbak om de pagina te verwijderen.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community aanpassen of publiceren: • "Community's maken en beheren"
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Meer Salesforce-objectgegevens delen in uw community | 98
Meer Salesforce-objectgegevens delen in uw community Met Napili kunt u met minimale configuratie recordgegevens delen voor alle accounts, cases, contactpersonen, taken, events en aangepaste objecten. Recordgegevens houdt rekening met gebruikersmachtigingen via licenties, profielen, machtigingensets en regels voor delen. Opmerking: U moet de sjabloon van uw community bijwerken naar de versie Winter '16 om deze functionaliteit te gebruiken. • Maak een recordlijst en koppel ernaar. • Geef recorddetails in uw community weer met de kant-en-klare Recorddetailpagina of maak een aangepaste pagina.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN ZIE OOK: https://help.salesforce.com//help/pdfs/en/community_templates.pdf
Een community maken, aanpassen of publiceren: • "Community's maken en beheren" OF het veld Site.com Publisher-gebruiker ingeschakeld op de gebruikersdetailpagina EN Sitebeheerders- of ontwerpersrol toegewezen op siteniveau
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Meer Salesforce-objectgegevens delen in uw community | 99
Een lijst van records delen in uw community Maak lijstweergaven van records voor accounts, cases, contactpersonen en aangepaste objecten en koppel hieraan vanuit het navigatiemenu van Napili. Gebruik een kant-en-klare of aangepaste paginalay-out om de recordlijst weer te geven. Opmerking: U moet de sjabloon van uw community bijwerken naar de versie Winter '16 om deze functionaliteit te gebruiken. 1. Sleep in de Communitysamensteller de component Navigatiemenu en zet deze neer om deze toe te voegen aan de juiste pagina in de sjabloon. U wordt aangeraden deze aan de hoofdpagina toe te voegen. 2. Maak een navigatiemenu-item dat naar een ondersteund Salesforce-object verwijst. Momenteel ondersteunt Napili accounts, cases, contactpersonen en aangepaste objecten.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of publiceren: • "Community's maken en beheren" OF het veld Site.com Publisher-gebruiker ingeschakeld op de gebruikersdetailpagina EN Sitebeheerders- of ontwerpersrol toegewezen op siteniveau
3. Publiceer uw wijzigingen. Opmerking: Als uw community actief is, worden de wijzigingen van uw navigatiemenu-item direct weergegeven voor uw communityleden. Dat is alles! Dit maakt een navigatiemenu-item, dat aan een lijst van de geselecteerde records van een object koppelt. Onder de motorkap worden uw gegevens opgehaald uit Salesforce en weergegeven met de generieke pagina Recordlijst. Deze pagina is kant-en-klaar beschikbaar in Napili en gebruikt de Lightning-component van de lijstweergave hoofdpagina Record om de gegevens in een juiste lay-out weer te geven. Opmerking: De generieke pagina Recordlijst biedt de standaardlay-out van de lijstweergave voor objecten waaraan geen vooraf gedefinieerde of aangepaste lijstweergavepagina is toegewezen. Als u bijvoorbeeld een navigatiemenu-item maakt voor een ander Salesforce-object, gebruikt dit dezelfde pagina. Zorg dat u rekening houdt met alle betrokken objecten als u de pagina Recordlijst wijzigt. Voorbeeld: Een lijstweergavepagina voor een aangepast object genaamd Behandelde producten.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Meer Salesforce-objectgegevens delen in uw community | 100
• Een navigatiemenu-item maken is de gemakkelijkste manier om aan een recordlijst voor een object te koppelen. Als u liever een aangepaste lijstweergavepagina gebruikt voor een object, kunt u met de Communitysamensteller een nieuwe pagina maken voor uw community. Kies het standaard paginatype met een lay-out met één kolom. Voeg de component Lijstweergave hoofdpagina Record toe aan de pagina, configureer de eigenschappen van de component om te verwijzen naar het object en publiceer de pagina vervolgens. Maak een aangepast navigatiemenu-item en gebruik de URL van de interne pagina om naar de pagina te koppelen. • Gebruikers hebben alleen toegang tot records waartoe ze toegang hebben via licenties, profielen, machtigingen en regels voor delen, zoals in Salesforce. Gebruikers met de machtiging "Maken" voor het object kunnen records maken vanuit de lijstweergavepagina. De mogelijkheid om records te maken vanuit deze pagina wordt niet ondersteund op mobiele apparaten. • U kunt een navigatiemenu-item verbergen voor gastgebruikers om toegang tot de bijbehorende recordlijstweergavepagina te blokkeren. • Als gebruikers op een record op deze pagina klikken, worden de recorddetails weergegeven met de lay-out van de generieke pagina Recorddetail. Als u een aangepaste recorddetailpagina maakt en deze aan het object toewijst, gebruiken wij deze pagina in plaats daarvan. • Als u op een record in de lijstweergave klikt, worden de recorddetails weergegeven met de pagina Recorddetail, die kant-en-klaar geleverd wordt met de Napili-sjabloon. • De pagina Recordlijst en de component Lijstweergave hoofdpagina Record zijn niet beschikbaar in de sjablonen Koa en Kokua. ZIE OOK: https://help.salesforce.com//help/pdfs/en/community_templates.pdf
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Meer Salesforce-objectgegevens delen in uw community | 101
Recorddetails in uw community weergeven Geef recorddetails weer met de generieke recorddetailpagina of aangepaste recorddetailpagina's maken. Opmerking: U moet de sjabloon van uw community bijwerken naar de versie Winter '16 om deze functionaliteit te gebruiken.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
Beschikbaar in: Enterprise, Napili ondersteunt een recorddetailpagina die u kant-en-klaar en zonder configuratie kunt gebruiken. Performance, Unlimited en Alle objecten in uw community zonder een vooraf toegewezen recorddetailpagina gebruiken deze Developer Edition generieke pagina, Recorddetail genoemd, om recordgegevens weer te geven . Overweeg bijvoorbeeld het scenario waarin een gebruiker op een casedetailpagina terechtkomt (die een vooraf toegewezen lay-out casedetails gebruikt) en op een contactpersoon in de GEBRUIKERSMACHTIGINGEN gerelateerde records klikt. Als u geen aangepaste recorddetailpagina voor contactpersonen Een community maken, hebt gemaakt, wordt de informatie van de contactpersoon weergegeven met de generieke aanpassen of publiceren: pagina Recorddetail. Onder de motorkap gebruikt de pagina Recorddetail de • "Community's maken en Lightning-componenten van de Recordkop en de Recordinformatie om recordgegevens weer beheren" OF het veld te geven.
• Recordkop: geeft de recordnaam en belangrijkste recordmarkeringen weer, samen met knoppen om de record te bewerken en te verwijderen. • Recordinformatie: geeft alle recorddetails weer inclusief gerelateerde records en de recordfeed. Hierdoor kunnen gebruikers nieuwe gerelateerde records maken en naar de recordfeed posten. Optioneel kunt u aangepaste recorddetailpagina's maken voor accounts, contactpersonen, cases, taken, events en aangepaste objecten.
Site.com Publisher-gebruiker ingeschakeld op de gebruikersdetailpagina EN Sitebeheerders- of ontwerpersrol toegewezen op siteniveau
1. Maak een nieuwe gegevensdetailpagina in de Communitysamensteller en kies een ondersteund object. 2. Voeg de componenten Recordkop en Recordinformatie toe aan de pagina en configureer de componenteigenschappen vanuit de Eigenschappeneditor rechts. 3. Klik op om toegang te krijgen tot Paginabeheer in de instellingen van de Communitysamensteller en selecteer daarna de aangepaste pagina als de actieve pagina voor het object. 4. Publiceer uw wijzigingen. Opmerking: Als uw community actief is, worden de wijzigingen van het item van uw navigatiemenu direct weergegeven voor uw communityleden. Voorbeeld: De recorddetailpagina voor een aangepast object met de componenten Recordkop (1) en Recordinformatie (2).
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Meer Salesforce-objectgegevens delen in uw community | 102
• Sommige objecten hebben vooraf toegewezen, actieve recorddetailpagina's om recordgegevens (als cases) weer te geven. U kunt de beschikbare pagina's en toewijzingen voor elk object controleren in de instellingen van Communitysamensteller, onder Paginabeheer. • We blokkeren geen niet-ondersteunde objecten (als leads en opportunities) uit gerelateerde lijsten. Wanneer een gebruiker op een record klikt voor een niet-ondersteund object, wordt de generieke pagina Recorddetail gebruikt om de recordgegevens weer te geven. Wanneer een gebruiker een lijst van gerelateerde records uitvouwt, wordt de generieke pagina Lijst van gerelateerde records gebruikt voor het weergeven van de lijst. • Objecten zonder vooraf toegewezen recorddetailpagina's gebruiken de generieke pagina Recorddetail. Als u de lay-out of de configuratie van de pagina Recorddetail wijzigt, zorg dan dat rekening wordt gehouden met alle objecten die deze paginalay-out gebruiken. • Gebruikers zonder de benodigde licentie, profiel of machtigingen hebben geen toegang tot de recordgegevens. • Gebruikers met de benodigde machtigingen kunnen records maken vanuit de gerelateerde lijsten, en de record bewerken en verwijderen vanuit de recordkop. Deze acties worden niet ondersteund op mobiele apparaten. • Paginalay-outs voor elk object in Salesforce bepalen welke velden worden weergegeven in de component Recordinformatie, en de velden in de lay-out van het deelvenster Markeringen bepalen wat wordt weergegeven in de component Recordkop. Deze functie bevat ondersteuning voor recordtypen. • U moet feeds inschakelen voor records in Salesforce om gebruikers daarop te laten posten in community's. • De pagina Recorddetail en de componenten Recordkop en Recordinformatie zijn niet beschikbaar in de sjablonen Koa en Kokua. ZIE OOK: https://help.salesforce.com//help/pdfs/en/community_templates.pdf
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Actieve Community-pagina's in sjablonen beheren | 103
Actieve Community-pagina's in sjablonen beheren Bekijk en selecteer actieve pagina's voor elk object en paginatype in community's die zijn samengesteld met de sjablonen Koa, Kokua en Napili. Belangrijk: Deze functionaliteit is alleen beschikbaar in community's die de Winter '16-versie van de sjablonen Koa, Kokua en Napili gebruiken.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
Beschikbaar in: Enterprise, U kunt meerdere aangepaste pagina's maken voor hetzelfde doel, maar slechts één kan op enig Performance, Unlimited en moment actief zijn in uw community. U kunt bijvoorbeeld ervoor kiezen om meerdere pagina's Developer Edition Casedetail te maken en de laatste versie te selecteren als de actieve pagina in uw community. Daarmee wordt de standaard in de sjabloon gedefinieerde pagina Casedetail automatisch gedeactiveerd. U kunt de selectie van de actieve pagina te allen tijde wijzigen. GEBRUIKERSMACHTIGINGEN 1. Klik vanuit Communitybeheer op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en Een community aanpassen klik vervolgens op Ga naar Communitysamensteller.
2. Klik op
links en klik vervolgens op Paginabeheer.
3. Gebruik het vervolgkeuzemenu in de kolom Actieve pagina om een andere actieve pagina voor het object of het paginatype te selecteren.
of publiceren: • "Community's maken en beheren"
De lijst van pagina's bevat zowel de standaard als de aangepaste pagina's.
4. Bekijk een voorbeeld van uw wijzigingen en klik daarna op de
om uw wijzigingen live te laten gaan in de community.
Niet-actieve pagina's blijven beschikbaar voor gebruik in uw community, tenzij u ze verwijdert. Klik op de vervolgkeuzelijst Pagina op de werkbalk Communitysamensteller voor uw lijst van niet-actieve pagina's.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Voorbeeld van uw community met de Communitysamensteller | 104
Voorbeeld van uw community met de Communitysamensteller Bekijk een voorbeeld van de manier waarop uw community wordt weergegeven in een venster van uw desktopbrowser en op mobiele apparaten.
EDITIONS
Met de voorbeeldoptie van de Communitysamensteller kunt u zien hoe uw community eruit gaat zien wanneer deze live is.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
• Klik voor een voorbeeld van de community in en browservenster op Voorbeeld op de werkbalk.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• In de Voorbeeldmodus hebt u ook nog de mogelijkheid om de community weer te geven in zijn eigen browsertabblad zoals een klant deze zou zien door naar Voorbeeld op de knop voor uitklappen te klikken.
•
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of publiceren: • "Community's maken en beheren" OF
Gebruik de opties in het menu voor een voorbeeld van de manier waarop de community er op verschillende apparaten uitziet: – – – –
Klik voor smartphones op
Telefoon.
veld Site.com Publisher-gebruiker ingeschakeld op de gebruikersdetailpagina EN
Klik voor tablets op
Tablet.
Klik voor desktopcomputerschermen op
Vloeiend.
Klik voor een liggende of staande stand op een smartphone of tablet op
ZIE OOK: Overzicht van de Communitysamensteller Uw aanpassingen publiceren met de Communitysamensteller
.
Sitebeheerders- of ontwerpersrol toegewezen op siteniveau
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Uw aanpassingen publiceren met de Communitysamensteller | 105
Uw aanpassingen publiceren met de Communitysamensteller Publiceer uw wijzigingen in de Communitysamensteller om de updates beschikbaar te maken voor iedereen in uw community. Opmerking: Uw community moet actief zijn voordat u de door u in de Communitysamensteller aangebrachte wijzigingen kunt publiceren. 1. Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik vanuit Communitybeheer op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en klik vervolgens op Ga naar Communitysamensteller. 3. Geef optioneel een voorbeeld weer van uw community om te controleren of uw updates eruitzien zoals verwacht. 4. Wanneer u tevreden bent over uw wijzigingen, klikt u op Publiceren op de werkbalk om uw wijzigingen te publiceren. U ontvangt een kennisgeving per e-mail wanneer de wijzigingen van uw site "live" gaan. ZIE OOK: Overzicht van de Communitysamensteller Voorbeeld van uw community met de Communitysamensteller
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Een community maken, aanpassen of publiceren: • "Community's maken en beheren" OF veld Site.com Publisher-gebruiker ingeschakeld op de gebruikersdetailpagina EN Sitebeheerders- of ontwerpersrol toegewezen op siteniveau
De sjabloon voor uw community’s bijwerken Gebruik de Communitysamensteller voor meer informatie over en het toepassen van een nieuwe versie van de sjabloon voor uw community. Door uw sjabloon bij te werken behoudt u uw huidige "branding" terwijl u toch een kopie opslaat van uw community, waarop de oude versie van de sjabloon is toegepast. U krijgt de nieuwste stijl en functionaliteit, met de optie om terug te gaan naar de vorige sjabloonversie. Hier volgen enkele punten die u moet weten voordat u uw sjabloon bijwerkt. • Elke "branding" die met de Editor voor "branding" in de Communitysamensteller is gemaakt, blijft behouden. • De meeste componentaanpassingen en -eigenschappen worden niet overgezet. Bij de selfservicesjablonen Koa en Kokua worden algemene instellingen (zoals Categoriegroepsnaam, Categorie op bovenste niveau en Bedrijfsnaam) overgezet. Bij Napili worden onderwerpdefinities overgezet. • Sjabloonupdates voor community's die de sjabloon Salesforce-tabbladen + de Visualforce gebruiken, worden niet beheerd vanuit de Communitysamensteller.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Uw sjabloon bijwerken: • "Community's maken en beheren"
• De hoofdpagina-URL van uw community blijft automatisch behouden zonder enige configuratie van uw kant. Gebruikers worden transparant naar de nieuwe hoofdpagina geleid bij toegang tot de community.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | De sjabloon voor uw community’s bijwerken | 106
• Wanneer u bijwerkt, wordt de oude versie van uw community opgeslagen met een unieke hoofdpagina-URL. Om uw community in de vorige sjabloonversie te herstellen moet u de hoofdpagina in Site.com Studio onder Siteconfiguratie handmatig instellen op deze URL. Wanneer een sjabloonupdate beschikbaar is, verschijnt een rood kennisgevingspictogram over het pictogram Instellingen in de Communitysamensteller heen. U bent niet verplicht om een update toe te passen wanneer deze beschikbaar komt; u kunt ook wachten tot u er klaar voor bent.
1. Klik vanuit Communitybeheer op het menu Communitybeheer in de globale koptekst en klik vervolgens op Ga naar Communitysamensteller. 2. Klik op het rode kennisgevingspictogram dat over het pictogram Instellingen heen wordt weergegeven. 3. Klik onder Instellingen op Updates. 4. Klik op Bijwerken om uw sjabloon bij te werken naar de nieuwe versie en bevestig vervolgens de update wanneer u daartoe de aanwijzing krijgt. 5. Bekijk alle communitypagina's om te zorgen dat uw "branding" en stijlen ook zijn zoals u verwacht. 6. Publiceer uw community om de sjabloonupdates toe te passen. ZIE OOK: De algemene instellingen van uw community beheren Overzicht van de Communitysamensteller
Overwegingen bij het wijzigen van uw communitysjabloon Wijzigen van uw communitysjabloon is van invloed op de navigatie, "branding" en aanpassingen van uw community.
EDITIONS
• Salesforce-objectgegevens worden overgedragen, maar alle "branding" en componentaanpassingen niet. Alle aanpassingen moet u opnieuw doen.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
• Door te schakelen tussen sjablonen wordt de navigatie in Communitybeheer bijgewerkt. Als u alle beschikbare opties in Communitybeheer wilt zien, ongeacht de sjabloon die is geselecteerd, selecteert u Beheer > Voorkeuren > Alle instellingen tonen in Communitybeheer.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• Uw community-URL wordt gewijzigd wanneer u van een sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce overschakelt op een Communitysamensteller-sjabloon en vice versa. In op de
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | De algemene instellingen van uw community beheren | 107
Communitysamensteller gebaseerde sjablonen wordt bijvoorbeeld /s toegevoegd aan uw URL. Vergeet niet om alle koppelingen naar uw community bij te werken met de nieuwe URL. Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de Kokua-, Koa- en Napili-sjablonen de Community Templates for Self-Service Implementation Guide. Zie Aan de slag met de Aloha-sjabloon voor Salesforce-identiteit voor meer informatie over de Aloha-sjabloon.
De algemene instellingen van uw community beheren Gebruik de pagina Algemene instellingen van de Communitysamensteller voor het bijhouden van welke sjabloon u gebruikt, de status van uw community en welk profiel wordt toegewezen aan gastgebruikers. Als u de sjabloon Napili gebruikt, hebt u vrij toegang tot de instellingen van uw navigatie- en behandelde onderwerpen. U kunt de volgende algemene instellingen voor uw community beheren vanuit de Communitysamensteller wanneer u een van de vooraf geconfigureerde communitysjablonen gebruikt, die door Salesforce worden meegeleverd. Klik voor toegang tot de algemene instellingen op het pictogram Instellingen in de Communitysamensteller en klik vervolgens op Algemeen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Algemene instellingen wijzigen • "Community's maken en beheren"
Algemene instellingen omvatten: • Communitysjabloon Geeft de naam en versie weer van de sjabloon die uw community gebruikt.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communitysjablonen | 108
• Sitestatus Geeft aan of uw community is gepubliceerd. Indien gepubliceerd, klikt u op de koppeling om de live community te openen in een afzonderlijk browsertabblad. • Profiel van gastgebruiker Toont welk gebruikersprofiel is toegewezen aan gastgebruikers. Door op de koppeling te klikken komt u op de pagina Profiel in Set-up, waarop u instellingen voor dit profiel kunt wijzigen, zoals welke tabbladen zichtbaar zijn, en welke machtigingen de gastgebruiker heeft. Zie voor meer informatie over het configureren van het gastgebruikersprofiel Configure the Guest User Profile for Unauthenticated Users (Het gastgebruikersprofiel voor niet-geauthenticeerde gebruikers) in de Community Templates for Self-Service Implementation Guide. • Navigatieonderwerpen instellen (uitsluitend Napili-sjabloon) Klik op de koppeling om naar Communitybeheer te gaan, waar u voor de navigatie te gebruiken onderwerpen kunt definiëren. • Behandelde onderwerpen instellen (uitsluitend Napili-sjabloon) Klik op de koppeling om naar Communitybeheer te gaan en behandelde onderwerpen te definiëren. • Het koptekstgebied en de navigatie verbergen (uitsluitend versie Winter '16 van Napili) Selecteer deze optie om de standaard communitykoptekst in uw community te verbergen en door uw eigen communitykoptekst te vervangen. Als u deze optie kiest, worden de standaardafbeelding van de koptekst, het zoekvak, het communitymenu en het navigatiemenu van het gebruikersprofiel op alle pagina's in uw community verborgen. Tip: Als u ervoor kiest om de koptekst te verbergen, kunt u overwegen om sommige verborgen functionaliteit met aangepasten componenten te vervangen. U kunt bijvoorbeeld een aangepast navigatiemenu maken om de standaard communitynavigatie te vervangen en dit toe te voegen aan de bewerkbare-koptekstgebieden boven en onder de standaardkoptekst.
Communitysjablonen Welke communitysjabloon moet ik gebruiken? Met Community sjablonen kunt u snel en eenvoudig een selfservicecommunity samenstellen, die klanten dezelfde visuele en functionele ervaring biedt, ongeacht of ze een tablet, een mobiel apparaat of hun desktop gebruiken.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
Uw klanten willen een eenvoudige interactie met uw bedrijf, ongeacht wanneer of waar ze dat wensen. Een selfservicecommunity biedt uw klanten eenvoudige toegang tot de informatie die ze Beschikbaar in: Enterprise, nodig hebben wanneer ze vragen hebben. Met community's die zijn samengesteld op basis van Performance, Unlimited en de Koa- en Kokua-sjablonen, kunnen klanten naar informatie zoeken met behulp van Developer Edition Knowledge-artikelen en, indien nodig, contact opnemen met ondersteuning. Bij gebruik van een community op basis van de Napili-sjabloon kunnen ze zowel naar artikelen zoeken als vragen stellen en "crowd-sourced" antwoord krijgen uit de community. Als ze nog steeds niet kunnen vinden wat ze zoeken, kunnen ze contact opnemen met ondersteuning zonder te hoeven inloggen. Met de selfservicesjablonen breidt u uw community uit naar een verscheidenheid aan apparaten met telkens een consistente gebruikerservaring.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Welke communitysjabloon moet ik gebruiken? | 109
Een wizard loodst u door de selectie van een sjabloon en vervolgens door de eerste set-up van uw gegevenscategorieën of onderwerpen—afhankelijk van de sjabloon die u gebruikt. • Kokua is een visueel rijke selfservicesjabloon die gebruikers knowledge-artikelen voorschotelt, die zijn ingedeeld op gegevenscategorieën. Gebruikers kunnen ook cases indienen voor hulp van agenten. • Koa is een op tekst gebaseerde selfservicesjabloon die is geoptimaliseerd voor mobiele apparaten. Hiermee kunnen gebruikers naar artikelen zoeken en deze weergeven op basis van tekstversies of gegevenscategorieën, en contact opnemen met ondersteuning als ze niet kunnen vinden wat ze zoeken. • Napili is een krachtige sjabloon voor een ondersteuningscommunity, waarmee uw klanten vragen kunnen posten naar de community en kunnen zoeken naar artikelen en deze weergeven. Als ze niet vinden wat ze zoeken, kunnen ze contact opnemen met een ondersteuningsagent. Elke sjabloon produceert een community die is gebaseerd op een toepassing van één pagina—een web-app die één HTML-pagina laadt. in tegenstelling tot een conventionele website, die uit diverse pagina's bestaat en waartussen de gebruiker navigeert, bestaat een toepassing van één pagina uit diverse onderliggende pagina's die worden gebruikt om de pagina dynamisch bij te werken wanneer de gebruiker er een interactie mee heeft. Met de Communitysamensteller wordt het kinderlijk eenvoudig om een toepassing van één pagina te maken, die uw community weergeeft. Bewerk gewoon enkele van de componenten zodat deze de informatie over uw community bevatten, voeg enkele afbeeldingen toe om uw "branding" uit te breiden en u bent klaar—zonder codering! De Communitysamensteller gebruikt Site.com Studio om verschillende taalversies van uw community te maken. En omdat alle talen worden onderhouden binnen de community, hoeft u geen afzonderlijke community voor elke taal te maken en beheren. ZIE OOK: Community's maken
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Communitybeheer | 110
Communitybeheer Samenwerking tussen communitymanagers, -moderators en -beheerders Uw community beheren Communitybeheer is uw centrale plaats voor het instellen en bewaken van uw community. Beheerders kunnen basisgegevens over de set-up beheren, inclusief lidmaatschap en "branding". Communitymanagers kunnen dashboards weergeven over groepen, leden, feedactiviteit en licentiegebruik, en het systeem voor de reputatie voor de community beheren. Moderators kunnen zien welke items zijn gesignaleerd voor beoordeling.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
U kunt uw community te allen tijde aanpassen, maar als u van plan bent om grote wijzigingen aan te brengen, wordt aanbevolen om de community eerst te deactiveren. Belangrijk: De opties die beschikbaar zijn in Communitybeheer, zijn gebaseerd op de selectie van uw communitysjabloon, machtigingen en voorkeuren. Als uw community bijvoorbeeld geen onderwerpen gebruikt, krijgt u het knooppunt Onderwerpen. Sommige van de opties in de volgende lijst zijn mogelijk niet van toepassing op uw community. Voor het weergeven van alle knooppunten gaat u naar Beheer > Voorkeuren en schakelt u Alle instellingen tonen in Communitybeheer in.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Toegang tot Communitybeheer: •
“Community's beheren" OF "Community's maken en instellen"
•
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Hoofdpagina • De hoofdpaginadashboard van uw community’s weergeven. Als uw hoofdpagina nog een bericht weergeeft voor het installeren van de Salesforce Community's Dashboards, heeft uw beheerder nog geen dashboard toegewezen. • Toon een voorbeeld van de community of open de instellingen van uw community in de Communitysamensteller, Force.com of Site.com Studio vanuit het menu Communitybeheer in de globale koptekst. Insights Bewaak recente activiteit en klik door naar de bron van die activiteit om verdere actie te ondernemen. Insights worden ingesteld door de beheerder. Als het menu Insights niet wordt weergegeven, heeft de beheerder geen Insights voor uw community toegewezen. Dashboards Dashboards weergeven en informatie over groepen, leden, feedactiviteit, modereren, onderwerpen en licentiegebruik voor deze community controleren.
Beheerinstellingen aanpassen of de Communitysamensteller gebruiken: •
“Community's maken en instellen"
•
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Dashboards worden ingesteld door de beheerder. Als het menu Dashboards niet wordt weergegeven, heeft de beheerder geen dashboards voor uw community toegewezen. Modereren Een lijst weergeven van posts, opmerkingen en bestanden die voor beoordeling door communityleden zijn gesignaleerd. U kunt ook modereringsregels instellen voor uw community. Modereren wordt ingesteld door de beheerder. Als het menu Modereren niet wordt weergegeven, heeft de beheerder leden niet ingeschakeld om inhoud te kunnen signaleren. Voor het modereren van gesignaleerde posts of opmerkingen binnen Communitybeheer hebt u "Feeds van community's modereren" nodig. Voor het modereren van gesignaleerde bestanden hebt u "Bestanden van community's modereren" nodig.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Samenwerking tussen communitymanagers, -moderators en -beheerders | 111
Onderwerpen Een navigatiemenu maken en populaire onderwerpen in uw community onder de aandacht brengen. Navigatieonderwerpen en behandelde onderwerpen worden ingesteld door de beheerder of zijn, in het geval van selfservicesjablonen, standaard ingeschakeld. Als het menu Onderwerpen niet wordt weergegeven, maakt uw community geen gebruik van Onderwerpen. Aanbevelingen Aanbevelingen kunnen helpen de betrokkenheid in een community te bevorderen. Ze kunnen worden ingesteld om gebruikers aan te moedigen om video's te bekijken, trainingen te volgen en meer. Aanbevelingen worden ingesteld door de beheerder. Als het menu Aanbevelingen niet wordt weergegeven, heeft de beheerder ze niet ingesteld. Reputatie Reputatieniveaus en punten instellen voor de beloning van leden voor activiteit in de communityfeed. Reputatie wordt ingesteld door de beheerder. Als het menu Reputatie niet wordt weergegeven, heeft de beheerder het niet ingeschakeld. Beheer Op de pagina Beheer kunt u basisinstellingen voor de community bijwerken, inclusief: • Leden—Leden toevoegen of verwijderen op basis van profielen of machtigingensets. • Tabbladen—Selecteer de tabbladen die communityleden moeten kunnen zien. Tabbladen worden ook gebruikt om de navigatie in de community in Salesforce1 te bepalen. Tabbladinstellingen worden niet gebruikt als uw community is gemaakt met een van de selfservicesjablonen. • "Branding"—Selecteer een kant-en-klaar "branding"-thema. Deze "branding" wordt alleen gebruikt als uw community de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce gebruikt. • Inloggen en registratie—De standaard inlogpagina voor de community selecteren en zelfregistratie instellen. • E-mailberichten—Gegevens van de afzender van e-mail, Chatter-"branding" voor e-mail en sjablonen voor e-mailberichten van uw community instellen. • Pagina's—Configureer paginatoewijzingen voor uw community en toegang tot de Force.com- en Site.com-instellingen voor uw community. • Voorkeuren—Belangrijke instellingen bijwerken zoals inhoud signaleren, weergave van bijnamen en openbare toegang tot Chatter. • Instellingen—De naam, beschrijving en URL van uw community bewerken. U kunt ook de status van uw community beheren en uw communitysjabloon wijzigen. Zoekopdrachten in Communitybeheer retourneren in eerste instantie de items die u het recentst hebt weergegeven binnen de community. Als u een object zoekt dat niet in de lijst Recent bekeken documenten voorkomt, kunt u de hele objectnaam of een deel daarvan typen en opnieuw zoeken. Belangrijk: Als u beheerder bent en zichzelf per abuis verwijdert uit een community, hebt u geen toegang meer tot de instellingen van Beheer in Communitybeheer. Als u zichzelf weer wilt toevoegen aan de community of andere lidmaatschapsupdates wilt aanbrengen, gebruikt u de API. ZIE OOK: Wat is een communitymanager? Wat is een communitymoderator?
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Samenwerking tussen communitymanagers, -moderators en -beheerders | 112
Wat is een communitymanager? Elke community heeft iemand nodig om een actieve rol te vervullen om ervoor te zorgen dat de community goed functioneert. Communitymanagers dienen elke dag tijd te besteden aan het stimuleren van leden om actief deel te nemen, aan het op gang houden van conversaties of discussies en aan het geven van erkenning van leden voor hun bijdragen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
Een communitymanager is een lid van de community, dat de extra verantwoordelijkheid voor het Beschikbaar in: Enterprise, bewaken van de betrokkenheid bij de community op zich neemt. Communitymanagers moeten Performance, Unlimited en toegang hebben tot rapporten en dashboards die trends in activiteit en lidmaatschap tonen. Ook Developer Edition moeten ze op de hoogte zijn wanneer leden niet meer zo frequent inloggen als voorheen of gewenst. Door het lidmaatschap en de activiteit van een community te bewaken kunnen communitymanagers achterhalen hoe communityleden erbij kunnen worden betrokken, en kunnen zij ervoor zorgen dat de leden actief participeren. Een krachtige tool voor een communitymanager is de mogelijkheid om afzonderlijke leden te herkennen aan hun deelname, omdat communitymanagers weten dat erkenning en een beetje vriendelijke wedijver doorgaans leiden tot meer actieve leden. Communitymanagers kunnen een puntensysteem en reputatieniveaus instellen, die leden belonen met punten wanneer ze bepaalde acties uitvoeren. Zodra het lid de bovengrens van het puntenbereik van het niveau bereikt, komt het één niveau hoger. Als u een gebruiker wilt toewijzen als communitymanager, geeft u deze gewoon de machtiging "Community's beheren". Met deze machtiging krijgt deze toegang tot de pagina Communitybeheer. De gebruiker moet een medewerker van uw organisatie zijn; externe communityleden kunnen geen communitymanager zijn. ZIE OOK: Een communitymanager toewijzen
Een communitymanager toewijzen Als u een gebruiker wilt toewijzen als communitymanager, geeft u deze gewoon de machtiging "Community's beheren".
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN
Wanneer u de machtiging "Community's beheren" toewijst aan een gebruiker, krijgt deze toegang toe alle voorzieningen voor communitybeheer in Communitybeheer. Vergeet niet dat de gebruiker een medewerker van uw organisatie moet zijn; externe gebruikers kunnen geen communitymanager zijn.
Machtigingensets toewijzen: • "Machtigingensets toewijzen"
1. Geef vanuit Set-up Machtigingensets op in het vak Snel zoeken, selecteer vervolgens Machtigingensets en klik vervolgens op Nieuw. 2. Maak een machtigingenset die de machtigingen "Community's beheren" bevat. 3. Geef vanuit Set-up Gebruikers op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Gebruikers. 4. Zoek de gebruiker die u als communitymanager wenst, en voeg de machtigingenset toe aan zijn gerelateerde lijst Toewijzingen machtigingenset. De gebruiker kan nu de community beheren middels Communitybeheer. ZIE OOK: Wat is een communitymanager?
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Samenwerking tussen communitymanagers, -moderators en -beheerders | 113
Wat is een communitymoderator? Moderatoren vormen een garantie voor het welslagen van uw community doordat ze gebruikersactiviteiten bewaken en controleren en problemen signaleren. In een succesvolle community zijn leden actief betrokken en communiceren zij met anderen. Een communitymoderator maakt het delen van kennis binnen een community mogelijk, zodat leden voordeel behalen uit hun deelname en daar waarde uit kunnen afleiden. De moderator bevordert ook dat alle communicaties en inhoud in de community correct zijn. De moderator met een medewerker in uw interne organisatie zijn. Deze persoon dient gewend te zijn aan het omgaan met klanten, vertrouwd te zijn met de mogelijkheden van Salesforce en Chatter en geregeld tijd beschikbaar te hebben voor het volgen van de community. Een moderator kan: • De lijst van gesignaleerde posts en opmerkingen in de community beheren • Gesignaleerde bestanden beheren • Vlaggen verwijderen • Incorrecte posts, opmerkingen en bestanden verwijderen Een moderator kan ook op vele andere manieren bijdragen aan het succes van een community. • Relevante en nuttige informatie in communityposts delen • Leden aanmoedigen om te posten en opmerkingen te maken over de posts van anderen • Een voorbeeld stellen door zijn activiteit in de community • Discussies doelgericht, spamvrij en niet-controversieel houden • E-mailgesprekken omleiden naar community's als andere communityleden er voordeel van kunnen hebben • De community tot een betrouwbare bron van informatie maken en tot een forum voor heldere discussies U kunt meerdere moderators aanwijzen voor een community, met name als de community een groot aantal leden heeft. Opmerking: Hoewel zij enkele mogelijkheden delen, verschillen communitymoderators van Chatter-moderators.
ZIE OOK: Een communitymoderator toewijzen
Welke gebruikers kunnen modereren? Er zijn meerdere typen gebruikers die een community kunnen modereren wanneer signaleren is ingeschakeld.
EDITIONS
Moderators kunnen gebruikers uit uw interne organisatie of externe gebruikers zijn, maar alleen interne gebruikers kunnen modereren vanuit Communitybeheer. Externe gebruikers die moderator zijn, modereren binnen de context van de community, zoals rechtstreeks in de Chatter-feed. Moderators kunnen items blijven signaleren zelfs als signaleren voor communityleden is uitgeschakeld, hoewel groepseigenaars en groepsmanagers alleen kunnen modereren als signaleren is ingeschakeld.
Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Wie items in een community kan modereren, is afhankelijk van machtigingen of van het gegeven of de gebruiker een groepsmanager of de eigenaar is. Deze tabel toont wie kan modereren en welke acties deze persoon kan ondernemen in de gebruikersinterface.
Salesforce-community's instellen en beheren
Actie
Gebruikershandleiding | Samenwerking tussen communitymanagers, -moderators en -beheerders | 114
Gebruiker met "Feeds van Gebruiker met "Bestanden Groepseigenaar of community's modereren" van community's -manager (voor items in modereren" groepen waarvan ze eigenaar zijn of die ze beheren)
Vlaggen voor een post of opmerking verwijderen Een post of opmerking verwijderen Vlaggen voor een bestand verwijderen Een bestand verwijderen
ZIE OOK: Wat is een communitymoderator? Een communitymoderator toewijzen
Een communitymoderator toewijzen Maak een of meer mensen moderators in uw community zodat ze de inhoud in de community kunnen bewaken en verzorgen.
EDITIONS
Moderators kunnen gebruikers uit uw interne organisatie of externe gebruikers zijn, maar alleen interne gebruikers kunnen modereren vanuit Communitybeheer. Externe gebruikers die moderator zijn, modereren binnen de context van de community, zoals rechtstreeks in de Chatter-feed.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
U kunt moderators toewijzen door een machtigingenset toe te wijzen, die een of beide van de machtigingen voor modereren bevat. Machtiging
Wat gebruikers mogen
Feeds van community's modereren
Gesignaleerde posts en opmerkingen beoordelen en actie ondernemen, zoals vlaggen verwijderen en de post of de opmerking verwijderen. Moderatoropties voor feedinhoud zijn beschikbaar in de communityfeed als ook in Communitybeheer.
Bestanden van community's modereren
Beoordeelt gesignaleerde bestanden waartoe deze toegang heeft, en onderneemt actie, zoals het verwijderen van vlaggen of het verwijderen van het bestand. Moderatoropties voor bestanden zijn beschikbaar op de detailpagina van een bestand alsmede in Communitybeheer.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Machtigingensets toewijzen: • "Machtigingensets toewijzen"
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Samenwerking tussen communitymanagers, -moderators en -beheerders | 115
Machtiging
Wat gebruikers mogen
Community's beheren
Gesignaleerde posts en bestanden modereren vanuit Communitybeheer en modereringsregels en -criteria maken.
OF Community's maken en instellen
U kunt deze machtigingen ook aan een profiel toewijzen. Deze machtigingen zijn geldig voor alle community's waarvan de gebruiker lid is, maar ze zijn niet van toepassing in uw interne organisatie. 1. Geef vanuit Set-up Machtigingensets op in het vak Snel zoeken, selecteer vervolgens Machtigingensets en klik daarna op Nieuw. 2. Maak een machtigingenset die de juiste machtigingen bevat. 3. Geef vanuit Set-up Gebruikers op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Gebruikers. 4. Zoek de gebruiker die u als communitymoderator wenst en voeg de machtigingenset toe aan zijn gerelateerde lijst Toewijzingen machtigingenset. Zodra u moderatormachtigingen aan een gebruiker verleent, kan deze helpen bij het afhandelen van gesignaleerde inhoud in de community. • De gebruiker kan nu alle items modereren waartoe hij toegang heeft in alle community's waarvan hij lid is. De gebruiker kan items signaleren zelfs als Leden toestaan om inhoud te signaleren is uitgeschakeld in een community. • Moderators kunnen een kennisgeving per e-mail ontvangen wanneer een post, opmerking of bestand wordt gesignaleerd, door de kennisgeving per e-mail Signaleert een item als ongepast te selecteren. • Wanneer Leden toestaan om inhoud te signaleren is ingeschakeld voor een community, kunnen groepseigenaars en -beheerders posts, opmerkingen en bestanden modereren in groepen waarvan ze eigenaar zijn of die ze beheren. Ze kunnen vlaggen en vlagtellingen weergeven, vlaggen verwijderen en inhoud verwijderen. Toegang tot de functionaliteit van moderator is ietwat anders, afhankelijk van de machtigingen van de gebruiker: • In de communityfeed: Zowel interne als externe gebruikers met de machtiging "Feeds van community's modereren" kunnen vlagaanduidingen rechtstreeks in de communityfeed voor posts en opmerkingen weergeven en kunnen de beslissing nemen om de vlaggen te verwijderen of om de inhoud te verwijderen. • In Communitybeheer: Een interne gebruiker met de machtigingen "Feeds van community's modereren" en "Community's beheren" kan gesignaleerde inhoud in het gebied Modereren > Gesignaleerde posts in Communitybeheer beoordelen. ZIE OOK: Wat is een communitymoderator? Overzicht van community's modereren Gebruikers inschakelen voor het signaleren van items in uw community
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Samenwerking tussen communitymanagers, -moderators en -beheerders | 116
Communitybeheer openen Communitybeheerders en -managers gebruiken Communitybeheer voor het controleren van communityactiviteit en het instellen van andere belangrijke beheervoorzieningen.
EDITIONS
Voor toegang tot Communitybeheer moet u zijn ingelogd bij de community.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
1. Klik vanuit de community op
in de globale header.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Kies het deel van de community, dat u wilt beheren: • Toon een voorbeeld van de community of open de instellingen van uw community in de Communitysamensteller, Force.com of Site.com Studio vanuit het menu Communitybeheer in de globale koptekst. • In Insights kunt u Insight-rapporten weergeven en actie ondernemen betreffende activiteit in uw community. • In Dashboards kunt u communitydashboards en -rapporten weergeven
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Toegang tot Communitybeheer: •
“Community's beheren" OF "Community's maken en instellen"
•
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
• In Modereren kunt u modereringsregels instellen en gesignaleerde feeditems bewaken. • In Onderwerpen kunt u navigatie- en behandelde onderwerpen beheren. • In Aanbevelingen kunt u aangepaste aanbevelingen laten weergeven in uw community. • In Reputatie kunt u reputatieniveaus en punten instellen. • In Beheer kunt u uw communityeigenschappen aanpassen, zoals naam, beschrijving, URL, status en sjabloon. U kunt ook uw communityinstellingen bijwerken, zoals leden, tabbladen, "branding", inloggen en registratie, en e-mailberichten. Belangrijk: De opties die beschikbaar zijn in Communitybeheer, zijn gebaseerd op de selectie van uw communitysjabloon, machtigingen en voorkeuren. Als uw community bijvoorbeeld geen onderwerpen gebruikt, krijgt u het knooppunt Onderwerpen. Sommige van de opties in de volgende lijst zijn mogelijk niet van toepassing op uw community. Voor het weergeven van alle knooppunten gaat u naar Beheer > Voorkeuren en schakelt u Alle instellingen tonen in Communitybeheer in.
Beheerinstellingen aanpassen of de Communitysamensteller gebruiken: •
“Community's maken en instellen"
•
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Strategieën en tools voor het modereren van de community | 117
Strategieën en tools voor het modereren van de community Overzicht van community's modereren Met communitymoderering kunt u leden van uw community in staat stellen inhoud te bewaken en zorgen dat deze geschikt en relevant is. U kunt ook modereringsregels en -criteria instellen om trefwoorden te blokkeren, te signaleren en te vervangen in door de gebruiker gegenereerde inhoud, zoals posts en opmerkingen. Moderering is cruciaal voor het welvaren van een community. U hebt actieve moderators nodig die bereid zijn tijd te besteden om te zorgen dat de leden en de inhoud van uw community geschikt en nuttig zijn. Ook moet u leden in staat stellen hun stem te verheffen wanneer zij iets als ongeschikt of kwetsend beschouwen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Met moderering van community's kunt u het volgende doen. • Bepaalde gebruikers aanwijzen als moderators zodat dezen de community nauwgezet kunnen bewaken • Leden toestaan om posts, opmerkingen, bestanden en privéberichten te signaleren, die ongeschikt zijn • Moderators toestaan gesignaleerde items te beoordelen en actie te ondernemen, zoals een post, opmerking of bestand verwijderen. • Groepseigenaars en managers toestaan te modereren binnen hun groepen • Maak regels en criteria om automatisch trefwoorden te blokkeren, te signaleren en te vervangen in door de gebruiker gegenereerde inhoud, zoals posts en opmerkingen • Volg het signaleren en het modereren van activiteit binnen uw community Om te rapporteren over modereringsactiviteit in uw community's, kunt u een query uitvoeren op de gesignaleerde inhoud met de API of een aangepast-rapporttype maken met Netwerken als het primaire object en Netwerkcontroles als het secundaire object. U kunt ook het pakket Salesforce Community's Dashboards installeren om Insights-rapporten weer te geven die u helpen gemodereerde inhoud in uw community te volgen. Als u aangepaste geavanceerde modereringslogica wilt maken voor uw community, kunt u triggers maken die inhoud signaleren. Aangepaste triggers worden achter de schermen uitgevoerd en eisen niet van u om inhoud te signaleren voor uw gebruikers. ZIE OOK: Een communitymoderator toewijzen Gebruikers inschakelen voor het signaleren van items in uw community Posts en opmerkingen in uw community modereren Bestanden modereren in uw community Privéberichten in uw community modereren Modereringscriteria maken voor uw community Modereringsregels maken voor uw community
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Strategieën en tools voor het modereren van de community | 118
Gebruikers inschakelen voor het signaleren van items in uw community Schakel signaleren in voor uw community om leden posts, opmerkingen, bestanden en privéberichten te laten signaleren, die ze ongepast vinden.
EDITIONS
Community modereren moet zijn ingeschakeld voor uw organisatie voordat u leden kunt toestaan om inhoud in de gebruikersinterface te laten signaleren. Als u de optie om inhoud te laten signaleren niet ziet, neemt u contact op met uw beheerder.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
Deze instelling is niet verplicht voor het signaleren of modereren van items met behulp van de API. Zodra een item is gesignaleerd, kan de moderator van uw community dit beoordelen en actie ondernemen. Denk eraan dat moderators items kunnen blijven signaleren, zelfs als signaleren is uitgeschakeld voor communityleden. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Beheer > Voorkeuren en selecteer vervolgens Leden toestaan om inhoud te signaleren. 3. Klik op Opslaan.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Gebruikers in uw community inschakelen voor het signaleren van items: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Met deze instelling ingeschakeld in een community hebt u de volgende mogelijkheden: • Leden kunnen posts, opmerkingen en bestanden signaleren met behulp van de optie Signaleren als ongepast. • Leden kunnen binnen de community privéberichten signaleren op hun pagina Mijn berichten in Chatter. Als een lid kennisgeving per e-mail voor berichten heeft ingeschakeld, kan deze het bericht ook rechtstreeks vanaf diens e-mail signaleren. Leden kunnen berichten alleen signaleren die verzonden zijn vanaf community's waarvan zij lid zijn. Opmerking: Privéberichten kunnen niet worden gesignaleerd in partner- en klantportals, in uw interne organisatie en vanuit Salesforce1. • Groepseigenaars en -beheerders kunnen groepen modereren, waarvan de eigenaar zijn of die ze beheren. Als u aangepaste geavanceerde modereringslogica wilt maken voor uw community, kunt u triggers maken die inhoud signaleren. Aangepaste triggers worden achter de schermen uitgevoerd en eisen niet van u om inhoud te signaleren voor uw gebruikers. Als uw community een op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon gebruikt, ziet u het knooppunt Gesignaleerde bestanden niet in Communitybeheer, zelfs niet als Leden toestaan om inhoud te signaleren is ingeschakeld. Als u het knooppunt Gesignaleerde bestanden wilt tonen, selecteert u Alle instellingen tonen in Communitybeheer vanuit de pagina Voorkeuren. ZIE OOK: Overzicht van community's modereren Een communitymoderator toewijzen Posts en opmerkingen in uw community modereren Bestanden modereren in uw community
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Strategieën en tools voor het modereren van de community | 119
Modereringscriteria maken voor uw community Criteria maken die grof taalgebruik en ongepaste inhoud definiëren die u niet wenst in uw community. Criteria worden gebruikt in regels voor het modereren van door de gebruiker gegenereerde inhoud, zoals posts en opmerkingen. Houd het volgende in gedachten. • Uw organisatie kan maximaal 10 trefwoordenlijstcriteria hebben. Deze limiet geldt per organisatie, niet per community. • Een trefwoordenlijst kan maximaal 2.000 trefwoorden bevatten. • Hoofdlettergebruik en volginterpunctie worden genegeerd bij het vergelijken van uw trefwoorden met door de gebruiker gegenereerde inhoud. Bijvoorbeeld, als uw criteria SlechtWoord bevatten, komt dit overeen met door een gebruiker getypt SLECHTWOORD en slechtwoord. • U kunt de API niet gebruiken om modereringscriteria op te stellen. Criteria opstellen voor gebruik in uw modereringsregels 1. Klik vanuit de community op
in de globale header.
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Klik op Modereren > Criteria.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Criteria weergeven, maken, bewerken of verwijderen: • “Community's beheren" OF "Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
3. Klik op Nieuw. 4. Geef een unieke naam en een beschrijving voor uw criteria op. 5. Klik op Opslaan. 6. Werk de trefwoorden in uw criteria bij. Klik op Toevoegen om trefwoorden toe te voegen. • Trefwoorden kunnen maximaal {100} lettertekens lang zijn en kunnen alleen letters, cijfers en ampersands (&) bevatten. • Jokertekens worden niet ondersteund. • Scheid trefwoorden met komma's of regeleinden. • Bij het toevoegen van trefwoorden kunt u maximaal 32.000 tekens tegelijk kopiëren en plakken. Om trefwoorden te verwijderen selecteert u deze en klikt u op Verwijderen. Een bericht geeft aan hoeveel trefwoorden wel of niet werden toegevoegd en hoeveel duplicaten werden genegeerd. Bekijk de vereisten voor trefwoorden en dien uw invoer opnieuw in als uw volledige invoer niet werd opgeslagen. Maak u geen zorgen over het toevoegen van duplicaten, omdat deze toch worden genegeerd. Om criteria te verwijderen klikt u op Verw vanuit de pagina Criteria. Als criteria aan de hand van een regel worden gebruikt, kunt u deze niet verwijderen. ZIE OOK: Overzicht van community's modereren Modereringsregels maken voor uw community
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Strategieën en tools voor het modereren van de community | 120
Modereringsregels maken voor uw community Maak en wijzig regels voor uw community om door de gebruiker gegenereerde inhoud te modereren. Elke regel geeft de door de gebruiker gegenereerde inhoud op, waarop de regel van toepassing is, de criteria om de regel af te dwingen en de te ondernemen modereringsactie. U kunt regels maken die door de gebruiker gegenereerde inhoud blokkeren, signaleren of vervangen die grof taalgebruik of ongepaste inhoud bevat. Als uw community de Napili-sjabloon gebruikt, zijn de modereringsregels van toepassing op vragen die door uw communityleden zijn gemaakt.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Houd het volgende in gedachten. • Uw organisatie kan maximaal 10 regels hebben. Deze limiet geldt per organisatie, niet per community. • Elke regel kan maximaal drie criteria hebben. • Regels die inhoud blokkeren, worden het eerst uitgevoerd, gevolgd door regels die inhoud vervangen, en vervolgens door regels die inhoud signaleren. Als twee regels dezelfde actie uitvoeren, wordt de oudste regel het eerst uitgevoerd. • U kunt de API niet gebruiken om modereringsregels in te stellen. Tip: Voordat u een regel maakt, controleert u of u criteria hebt gemaakt, die in die regel moeten worden gebruikt. 1. Klik vanuit de community op
in de globale header.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Regels weergeven, maken, bewerken of verwijderen: • “Community's beheren" OF "Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Klik op Modereren > Regels. 3. Klik op Nieuw. 4. Vul de volgende velden in: • Naam—Geef een naam op voor uw regel. • Unieke naam—Geef een unieke naam op voor uw regel. De unieke naam wordt gebruikt door de API en beheerde pakketten. • Beschrijving—Geef desgewenst een beschrijving op. • Geldt voor—Geeft aan voor welke typen door de gebruiker gegenereerde inhoud deze regel geldt. Posts en opmerkingen gelden alleen voor inhoud die in groepen en gebruikersprofielen is gemaakt. • Criteria—Selecteer de criteria om deze regel af te dwingen. Belangrijk: Als u een regel activeert zonder criteria op te geven, signaleert de regel alle posts en opmerkingen of voorkomt hij volledig dat gebruikers posts en opmerkingen kunnen maken. Oei! Wees voorzichtig. • Modereringsactie—Geef op wat u wilt laten gebeuren wanneer aan de criteria wordt voldaan. – Blokkeren voorkomt dat de inhoud wordt gepubliceerd. – Vervangen publiceert de inhoud, nadat de trefwoorden zijn vervangen door asterisken. SlechtWoord wordt bijvoorbeeld ***********. – Vlag publiceert de inhoud en signaleert deze vervolgens automatisch als ongepast.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Strategieën en tools voor het modereren van de community | 121
• Bericht voor gebruiker—Geef het bericht op dat uw gebruiker ziet wanneer de inhoud is geblokkeerd. Als u geen bericht opgeeft, ziet de gebruiker het standaardbericht. "Het lijkt erop dat we onacceptabele inhoud in uw post of opmerkingen hebben aangetroffen. Beoordeel uw inhoud en zorg dat deze voldoet aan de communityetiquette.” • Regel activeren—De regel is geactiveerd, als dit is geselecteerd. 5. Klik op Opslaan om de wijzigingen toe te passen. ZIE OOK: Overzicht van community's modereren Modereringscriteria maken voor uw community Hoe en wanneer worden regels voor het modereren van de community uitgevoerd?
Hoe en wanneer worden regels voor het modereren van de community uitgevoerd? Regels die inhoud blokkeren, worden het eerst uitgevoerd, gevolgd door regels die inhoud vervangen, en vervolgens door regels die inhoud signaleren. Als twee regels dezelfde actie uitvoeren, wordt de oudste regel het eerst uitgevoerd. Regels voor het modereren van de community werken met bestaande triggers. Op de server voert Salesforce community-regels uit binnen de standaardvolgorde van uitvoering. Regels die inhoud blokkeren, worden uitgevoerd tijdens systeemvalidatie. Regels die inhoud blokkeren, negeren wijzigingen die door vóór-triggers zijn aangebracht. Als een vóór-trigger bijvoorbeeld een feedpost wijzigt, is een modereringsregels die inhoud blokkeert, niet op de hoogte van de gewijzigde inhoud en voert de oorspronkelijke inhoud uit. Regels die inhoud vervangen, worden uitgevoerd voordat de database opslaat. Regels die inhoud signaleren, worden uitgevoerd na de werkstroomregels. ZIE OOK: Modereringsregels maken voor uw community https://developer.salesforce.com/docs/atlas.en-us.apexcode.meta/apexcode/apex_triggers_order_of_execution.htm
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Strategieën en tools voor het modereren van de community | 122
Posts en opmerkingen in uw community modereren Communitymoderators kunnen de feed Gesignaleerde posts beoorelen, die een lijst bevat van posts en opmerkingen die leden van de community als ongepast hebben gesignaleerd, en actie ondernemen. Als u groepseigenaar of groepsmanager bent, kunt u vlaggen weergeven voor en actie ondernemen betreffende items in uw groepen. Gesignaleerde posts en opmerkingen hebben een kleine oranje vlag naast de datum van de post of opmerking. Het cijfer naast de vlag geeft get aantal mensen aan, dat het item heeft gesignaleerd. De moderator kan elk item beoordelen en bepalen of er actie moet worden ondernomen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Enkele zaken om in gedachten te houden over gesignaleerde items: • Moderators kunnen alleen items weergeven en hiervoor actie ondernemen, waartoe ze toegang hebben. • Binnen een groep in een community kunnen groepseigenaars of -managers items modereren in hun groepen, inclusief het weergeven of verwijderen van vlaggen en het verwijderen van posts, opmerkingen of bestanden, indien noodzakelijk. Zij kunnen de feed Gesignaleerde posts niet zien in Communitybeheer. • Als Leden toestaan om inhoud te signaleren is uitgeschakeld in een community, kunnen alleen moderators items signaleren en gesignaleerde items weergeven. 1. Klik vanuit de
op tandwielpictogram Communitybeheer in de globale header.
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Klik op Modereren > Gesignaleerde posts om een feed met gesignaleerde posts en opmerkingen weer te geven. 3. Klik op Verwijderen of Vlaggen verwijderen, afhankelijk van het gegeven of u het ermee eens bent dat de post of opmerking ongepast is en moet worden verwijderd, of het gegeven dat de post of opmerking ten onrechte is gesignaleerd. 4. Klik op OK. U kunt ook modereren rechtstreeks vanuit de context van uw community door vlaggen te verwijderen of door inhoud in de feed te verwijderen. Tip: Als u telkens wanneer een item in uw community wordt gesignaleerd, een e-mailbericht wilt ontvangen, selecteert u de optie Signaleert een item als ongepast op de Chatter-pagina Kennisgevingen per e-mail. ZIE OOK: Overzicht van community's modereren Gebruikers inschakelen voor het signaleren van items in uw community
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Gesignaleerde items weergeven, vlaggen verwijderen en posts of opmerkingen verwijderen: • “Feeds van community's modereren" Gesignaleerde inhoud in Communitybeheer weergeven, vlaggen verwijderen en posts of opmerkingen verwijderen: • “Feeds van community's modereren" EN “Community's beheren" OF "Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Strategieën en tools voor het modereren van de community | 123
Bestanden modereren in uw community Communitymoderators kunnen acties beoordelen en ondernemen voor de lijst Gesignaleerde bestanden; dit is een lijst van bestanden die leden van de community hebben gesignaleerd als zijnde ongepast. Groepseigenaars en groepsmanagers kunnen dergelijke "vlaggen" weergeven en actie ondernemen voor bestanden in hun groepen. Leden van uw community kunnen bestanden posten die ongeschikt zijn omdat ze gevoelige informatie of inhoud bevatten die kwetsend kan zijn. Andere leden van de community kunnen deze bestanden signaleren voor beoordeling. Gesignaleerde bestanden hebben een kleine oranje vlag. Het cijfer naast de vlag geeft het aantal mensen aan, dat het item heeft gesignaleerd.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Moderators kunnen bestanden beoordelen / herzien en verwijderen in elke community waartoe ze toegang hebben.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN
Binnen een groep in een community kunnen groepseigenaar en -managers vlaggen beoordelen en verwijderen voor bestanden in de groepen waarvan ze eigenaar zijn of die ze beheren, als Leden toestaan om inhoud te signaleren is ingeschakeld voor hun community's. Als Leden toestaan om inhoud te signaleren is uitgeschakeld in een community, kunnen alleen moderators items signaleren en gesignaleerde items weergeven.
De bestandsdetailpagina weergeven, vlaggen verwijderen en bestanden verwijderen: • “Bestanden van community's modereren"
Als uw community een op de Communitysamensteller gebaseerde sjabloon gebruikt, ziet u het knooppunt Gesignaleerde bestanden niet in Communitybeheer, zelfs niet als Leden toestaan om inhoud te signaleren is ingeschakeld. Als u het knooppunt Gesignaleerde bestanden wilt tonen, selecteert u Alle instellingen tonen in Communitybeheer vanuit de pagina Voorkeuren.
Gesignaleerde bestanden weergeven in Community Management, vlaggen verwijderen en bestanden verwijderen: • “Bestanden van community's modereren"
1. Klik vanuit de
op tandwielpictogram Communitybeheer in de globale header.
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Klik op Modereren > Gesignaleerde bestanden om een lijst van gesignaleerde bestanden weer te geven. 3. Selecteer vanuit de kolom Actie Vlaggen verwijderen of Verwijderen in het vervolgkeuzemenu, afhankelijk van het gegeven of u ook vindt dat het bestand ongepast is en moet worden verwijderd, of dat u vindt dat het bestand ten onrechte is gesignaleerd. U kunt op klikken om een voorbeeld van het bestand te zien zonder de pagina te hoeven verlaten.
EN “Community's beheren" OF "Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
4. Bij de aanwijzing daartoe klikt u op OK. U kunt ook modereren rechtstreeks vanuit de context van uw community door vlaggen te verwijderen of door inhoud op de bestandsdetailpagina te verwijderen. Tip: Als u telkens wanneer een item in uw community wordt gesignaleerd, een e-mailbericht wilt ontvangen, selecteert u de optie Signaleert een item als ongepast op de Chatter-pagina Kennisgevingen per e-mail. ZIE OOK: Overzicht van community's modereren Gebruikers inschakelen voor het signaleren van items in uw community
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Strategieën en tools voor het modereren van de community | 124
Privéberichten in uw community modereren Communitymoderators en -managers kunnen een lijst van privé Chatter-berichten bekijken en daarop reageren, die leden van de community als ongepast of als spam hebben gesignaleerd. Belangrijk: Houd de volgende beperkingen in gedachten. • Om de inhoud van een privébericht te bekijken en te verwijderen, hebt u de machtiging "Chatter-berichten beheren" nodig. • Gebruik de API om een vlag te verwijderen van een privébericht. • U kunt geen privéberichten signaleren die verzonden zijn vanuit community's waarvan u geen lid bent of die signaleren niet hebben ingeschakeld voor hun gebruikers.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
• U kunt privéberichten niet signaleren in uw interne organisatie, in Salesforce1 en in partner- en klantportals. U kunt gesignaleerde berichten op verschillende manieren bewaken in uw community's. • Haal een kant-en-klaar Insights-rapport met het pakket Salesforce Community's Dashboards. Dit Insights-rapport van Communitybeheer helpt u trends te volgen en spamaanvallen met privéberichten in uw community onder controle te houden. U kunt zien wie het bericht heeft verzonden, wanneer het was verzonden en wie het bericht heeft gesignaleerd. Onthoud dat u vanuit Communitybeheer de inhoud van het privébericht niet kunt zien, verwijderen of de vlag kunt verwijderen. Zie Rapporteren over community's met het pakket Dashboards en Insights voor gedetailleerde informatie over dit pakket. • Maak uw eigen rapport. Maak eerst een aangepast-rapporttype met Netwerken als het primaire object en Netwerkcontroles als het secundaire object. Maak vervolgens een rapport met uw nieuwe aangepast-rapporttype en voeg een veldfilter toe voor Type gecontroleerd object ingesteld op gelijk aan Chatter-bericht. • Voer een query uit vanuit de API voor de gesignaleerde berichten. Tip: Als u telkens wanneer een privébericht in uw community wordt gesignaleerd, een e-mailbericht wilt ontvangen, selecteert u de optie Signaleert een item als ongepast op de Chatter-pagina Kennisgevingen per e-mail. Om de kennisgevingen per e-mail te ontvangen hebt u ook de machtigingen "Community's-feeds modereren" en "Chatter-berichten beheren" hebben. ZIE OOK: Overzicht van community's modereren https://developer.salesforce.com/docs/atlas.en-us.apexcode.meta/apexcode/apex_chattermessage_triggers.htm
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Strategieën en tools voor het modereren van de community | 125
Apex-triggers instellen voor het signaleren van items Gebruik triggers om aangepaste geavanceerde modereringslogica te maken die automatisch items signaleert in uw community. Tip: Wist u dat u dit kunt doen in de UI? De meeste community's hebben geen aangepaste modereringstriggers nodig. U kunt rechtstreeks in Communitybeheer modereringsregels en -criteria maken. Zie Modereringsregels voor uw community maken voor meer informatie.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Door triggers voor het automatisch signaleren van items te gebruiken kunt u uw community achter de schermen modereren. Deze vlaggen zijn alleen zichtbaar voor moderators. U kunt vlaggen weergeven voor de feed Gesignaleerde posts op de pagina Communitybeheer, hierop een GEBRUIKERSMACHTIGINGEN query uitvoeren in de API of aangepast-rapporttypen gebruiken om rapporten over Triggers maken: gesignaleerde items, over mensen wier items het meest worden gesignaleerd, en nog meer • "Alle gegevens wijzigen" te maken. Denk aan het volgende bij het maken van triggers: • Maak Apex-triggers na het invoegen voor FeedItem, FeedComment, ChatterMessage of ContentDocument.
• Definieer criteria die, wanneer eraan wordt voldaan, een record NetworkModeration (vlag) maken, met FeedComment, FeedItem, ChatterMessage of ContentDocument als bovenliggend niveau. Voorbeeld: Deze trigger signaleert automatisch posts in uw community die BadWord bevatten. trigger autoflagBadWord on FeedItem (after insert) { for (FeedItem rec : trigger.new) { if (!.equals(rec.networkScope)) continue; if (rec.body.indexOf('BadWord') >= 0) { NetworkModeration nm = new NetworkModeration(entityId=rec.id, visibility='ModeratorsOnly'); insert(nm); } } }
Een soortgelijke trigger voor opmerkingen ziet eruit als volgt. trigger autoflagBadWord on FeedComment (after insert) { for (FeedComment rec : trigger.new) { if (!.equals(rec.networkScope)) continue; if (rec.commentBody.indexOf('BadWord') >= 0) { NetworkModeration nm = new NetworkModeration(entityId=rec.id, visibility='ModeratorsOnly'); insert(nm); }
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen | 126
} }
ZIE OOK: https://www.salesforce.com/developer/docs/api/
Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen Onderwerpen zijn beschikbaar in alle community's. maar wanneer u een selfservicecommunity instelt met de sjabloon Napili, kunt u de pagina Communitybeheer gebruiken om leden snel naar de belangrijkste navigatie- en behandelde onderwerpen te loodsen. Op de pagina Communitybeheer kiest u navigatieonderwerpen om uw community overzichtelijk te maken en behandelde onderwerpen om actuele, populaire conversaties te belichten. In de community zelf kunnen gebruikers met door de leden zelf gemaakte onderwerpen informatie voor elkaar indelen en zo een meer persoonlijke omgeving maken die de betrokkenheid bij de community bevordert. In een selfservicecommunity geeft de sjabloon Napili de lay-out en het ontwerp van navigatie-, behandelde en door de leden gemaakte onderwerpen aan. Hieronder ziet u voorbeelden van elk type in een actieve community. Tip: Voor het toevoegen van navigatie- en behandelde onderwerpen aan andere typen community's kunnen Apex-ontwikkelaars de klasse ConnectApi.ManagedTopics op een Visualforce-pagina gebruiken.
Navigatieonderwerpen Op elke pagina van een selfservicecommunity zijn navigatieonderwerpen beschikbaar in het menu Onderwerpen linksboven.
Wanneer bezoekers een navigatieonderwerp kiezen, wordt de afbeelding van de banner die u ervoor hebt geselecteerd, weergegeven boven aan de pagina.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen | 127
Behandelde onderwerpen Behandelde onderwerpen zijn toegankelijk vanuit de hoofdtekst van de hoofdpagina van uw community. Miniatuurafbeeldingen die u selecteert voor behandelde onderwerpen, geven deze op unieke wijze aan. (Deze unieke miniatuurafbeeldingen worden alleen op de hoofdpagina weergegeven; boven aan alle pagina's met behandelde onderwerpen wordt de standaard bannerafbeelding die in de Communitysamensteller is opgegeven, weergegeven.)
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen | 128
Door leden gemaakte onderwerpen Bij het posten van vragen maken communityleden onderwerpen door middel van hashtags in de hoofdtekst of door te typen in het onderstaande vak voor suggesties voor onderwerpen. (In Set-up moeten de machtigingen "Onderwerpen toewijzen" en "Onderwerpen maken" zijn ingeschakeld voor communitygebruikers.)
Als voorgestelde onderwerpen slecht overeenkomen met de post, kunnen leden er gewoon op klikken om ze te verwijderen. Tip: Door leden gemaakte onderwerpen zijn toegankelijk via zoeken of kunnen worden gemarkeerd als behandelde onderwerpen op de pagina Communitybeheer. ZIE OOK: Navigatieonderwerpen instellen Behandelde onderwerpen instellen Onderwerpen beheren in community's
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen | 129
Navigatieonderwerpen instellen Navigatieonderwerpen bieden consistente ingangen tot belangrijke communitygebieden waar mensen vaak naar terugkeren. Als uw organisatie gegevenscategorieën gebruikt, voegen communitymanagers actuele Salesforce Knowledge-artikelen met die categorieën toe aan elke pagina met navigatieonderwerpen. (Als gegevenscategorieën niet zijn ingeschakeld, kunnen beheerders met behulp van de REST-API van Chatter artikelen toevoegen aan elk onderwerp.)
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
1. Geef vanuit Set-up Onderwerpen voor objecten op in het vak Snel zoeken, selecteer vervolgens Onderwerpen voor objecten en schakel onderwerpen in voor alle artikeltypen die u wilt opnemen. Opmerking: Het inschakelen van onderwerpen houdt wel in het uitschakelen van openbare tags voor artikelen. Dit heeft geen invloed op persoonlijke tags. 2. Klik vanuit de community op
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Toegang tot de pagina Communitybeheer: • “Community's beheren"
in de globale koptekst.
3. Klik op Onderwerpen > Navigatieonderwerpen.
OF
4. Geef in het tekstvak rechts een onderwerpnaam op en klik op Toevoegen.
“Community's maken en instellen"
5. Als uw organisatie gegevenscategorieën gebruikt, beweegt u de muisaanwijzer over de naam van het navigatieonderwerp en klik op . Selecteer een gegevenscategoriegroep en selecteer vervolgens de categorieën die u aan het onderwerp wilt toevoegen; klik vervolgens op Artikelen toevoegen en venster sluiten.
EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Belangrijk: Deze procedure voegt alleen actuele artikelen toe aan een onderwerp. Voor het toevoegen van nieuwe artikelen gaat u terug naar Communitybeheer en herhaalt u de stap hierboven.
Navigatieonderwerpen instellen: • "Onderwerpen maken"
6. Beweeg de muisaanwijzer over de naam van een onderwerp en klik op . Klik vervolgens Bannerafbeelding uploaden en selecteer een afbeelding die wordt weergegeven langs de bovenzijde van de onderwerppagina.
EN "Onderwerpen bewerken"
(Bannerafbeeldingen krijgen afmetingen van 1400 x 180 pixels. Als u vervorming wilt voorkomen, maakt u afbeeldingsbestanden met deze afmetingen.)
Artikelen toevoegen aan onderwerpen: • "Gegevenscategorieën weergeven"
7. Herhaal stap 4-6 om verschillende behandelde onderwerpen voor uw community te maken tot een maximum van 25. Klik vervolgens op Opslaan. Tip: Als u bestaande navigatieonderwerpen snel wilt bewerken, beweegt u de muisaanwijzer gewoon over de naam van een onderwerp en kiest u een van de volgende handelingen:
EN "Lezen" voor gerelateerde artikeltypen
• Als u een onderwerp omhoog of omlaag wilt verplaatsen, klikt u op de pijlen links. • Als u de naam van een onderwerp wilt wijzigen, het onderwerp wilt verwijderen, de bannerafbeelding ervan wilt wijzigen of toegewezen artikelen wilt verwijderen, klikt u op ZIE OOK: Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen Onderwerpen beheren in community's
.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen | 130
Behandelde onderwerpen instellen Behandelde onderwerpen vestigen de aandacht op actuele populaire communityconversaties. Wijzig ze regelmatig om communityleden up to date en betrokken te houden.
EDITIONS
1. Klik vanuit de community op
Beschikbaar in: Salesforce Classic
in de globale koptekst.
2. Klik op Onderwerpen > Behandelde onderwerpen. 3. Selecteer in het pop-upmenu rechts een navigatie- of door een lid gemaakt onderwerp dat u wilt behandelen. Klik vervolgens op Toevoegen. Tip: Met behulp van de REST-API van Chatter kunt u unieke behandelde onderwerpen maken, die afzonderlijk zijn van navigatie- of door een lid gemaakte onderwerpen. 4. Beweeg de muisaanwijzer over de naam van een onderwerp en klik op . Klik vervolgens Miniatuurafbeelding uploaden en selecteer een afbeelding die het behandelde onderwerp voorstelt op de hoofdpagina van de community. (Miniatuurafbeeldingen worden omgezet naar 250 x 250 pixels. Als u vervorming wilt voorkomen, maakt u afbeeldingsbestanden met deze afmetingen.) 5. Herhaal stap 3-4 om verschillende behandelde onderwerpen voor uw community te maken tot een maximum van 25. Klik vervolgens op Opslaan. Als u bestaande behandelde onderwerpen snel wilt bewerken, beweegt u de muisaanwijzer gewoon over de naam van een onderwerp en kiest u een van de volgende handelingen: • Als u onderwerpen omhoog of omlaag wilt verplaatsen, klikt u op de pijlen links. • Als u de naam van onderwerpen wilt wijzigen, deze wilt verwijderen of hun miniatuurafbeeldingen wilt wijzigen, klikt u op .
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Toegang tot de pagina Communitybeheer: • “Community's beheren" OF “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen. Behandelde onderwerpen instellen: • "Onderwerpen bewerken"
ZIE OOK: Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen Onderwerpen beheren in community's
Onderwerpen beheren in community's GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Toegang tot de pagina Communitybeheer:
EDITIONS “Community's beheren" OF “Community's maken en instellen"
Onderwerpen maken:
"Onderwerpen maken"
Onderwerpen samenvoegen:
"Onderwerpen samenvoegen"
Onderwerpen verwijderen:
"Onderwerpen verwijderen"
De naam van onderwerpen wijzigen:
"Onderwerpen bewerken"
Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen | 131
Naarmate het aantal onderwerpen in een community groeit, let u er goed op om de bruikbaarheid ervan te vergroten. In Communitybeheer kunt u op één handige locatie onderwerpen maken, samenvoegen, een andere naam geven en verwijderen. 1. Klik vanuit de community op
in de globale koptekst.
2. Klik links op Onderwerpen > Beheer van onderwerpen. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: • Om een onderwerp te maken (vaak met het plan tot samenvoegen met bestaande) klik u op Nieuw. • Om bestaande onderwerpen samen te voegen klikt u op Samenvoegen. Het automatisch samenvoegen van onderwerpen leidt tot het bewerken van bestaande hashtags in posts. Als u een navigatieof behandeld onderwerp samenvoegt, worden relaties met het type onderwerp, de afbeelding en eventuele subonderwerpen genegeerd. • Voor het wijzigen van de naam van een onderwerp of het verwijderen ervan klikt u op het
.
Tip: Als u geen onderwerp ziet dat u een andere naam wilt geven of wilt verwijderen, zoekt u ernaar of klikt u op Meet tonen onder de lijst van onderwerpen.
ZIE OOK: Selfservicecommunity's indelen met onderwerpen Navigatieonderwerpen instellen Behandelde onderwerpen instellen
Onderwerpen aan artikelen toevoegen of eruit verwijderen U kunt gemakkelijk meerdere onderwerpen van elk type aan specifieke artikelen toevoegen of snel eruit verwijderen wanneer de community verandering behoeft.
EDITIONS
1. Klik vanuit de community op
Beschikbaar in: Salesforce Classic
in de globale koptekst.
2. Klik op Onderwerpen > Artikelbeheer. 3. Selecteer een gegevenscategoriegroep, gevolgd door een specifieke categorie. 4. Klik op een artikel en typ vervolgens om onderwerpen toe te wijzen of klik op bestaande onderwerpen om deze te verwijderen.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Toegang tot de pagina Communitybeheer: • “Community's beheren" OF “Community's maken en instellen" Onderwerpen toevoegen of verwijderen: • "Onderwerpen maken"
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Aanbevelingen aanpassen in community's | 132
Onderwerpnamen vertalen in community's (bèta) Geef unieke, taalspecifieke namen op voor navigatie- en behandelde onderwerpen, waarbij u de omgeving aanpast voor internationale versies van community's. Opmerking: Het vertalen van onderwerpen verkeert in een bètafase en heeft bekende beperkingen. Wij zijn blij met uw feedback op de IdeaExchange. 1. Geef vanuit Set-up Vertalen op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Vertalen. 2. Selecteer de Taal waarin u vertaalt. 3. Selecteer voor Installatiecomponent Beheerd onderwerp. 4. Vouw in de kolom Communitynaam een community uit om de namen van de hoofdonderwerpen ervan te zien. 5. Dubbelklik in de kolom Vertaling van onderwerpnaam om taalspecifieke namen voor navigatie- en behandelde onderwerpen op te geven. (Alleen die onderwerpnamen worden vertaald.)
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Termen vertalen: • "Set-up en configuratie weergeven" EN Toegewezen zijn als vertaler
Aanbevelingen aanpassen in community's Maak aanbevelingen om betrokkenheid bij uw community te bevorderen, om gebruikers aan te moedigen om video's te bekijken, om training te volgen en nog meer. Bewerk deze aanbevelingen in Communitybeheer, waar ze worden ondersteund in feeds in de mobiele-browserapp Salesforce1 en in elke community die de Summer '15-versie of latere versie van de Napili-sjabloon gebruikt. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam. 2. Klik op Aanbevelingen > Aanbevelingen. 3. Klik op Nieuw. 4. Vul de volgende velden in: • Naam—Geef een naam op voor de aanbeveling in Communitybeheer. Deze naam wordt niet weergegeven in de community. • Afbeelding—Klik op Afbeelding uploaden om een afbeelding bij uw aanbeveling op te nemen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Toegang tot de pagina Communitybeheer: • “Community's beheren" OF “Community's maken en instellen"
• Titel—Geef optioneel de koptekst op, die boven de afbeelding wordt weergegeven. • Beschrijving—Geef gedetailleerde tekst op, die een idee geeft van wat gebruikers moeten kunnen doen. • Knoptekst—Geef een label voor de knop voor de aanbeveling. • https://—Geef de URL op die de knop opent. • Ingeschakeld—Bij inschakeling is deze aanbeveling actief en wordt deze weergegeven in community's.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Betrokkenheid opbouwen met reputatieniveaus | 133
Bij uitschakeling worden aanbevelingen die voorkomen in feeds in de mobiele-browserapp Salesforce1 niet verwijderd, maar worden er geen nieuwe aanbevelingen weergegeven. In community's die de Summer '15-versie of latere versie van de Napili-sjabloon gebruiken, worden aanbevelingen niet langer weergegeven. In de mobiele-browserapp Salesforce1 worden aanbevelingen rechtstreeks in de feed weergegeven. In community's die de Summer '15-versie of latere versie van de Napili-sjabloon gebruiken, worden aanbevelingen standaard rechts van de hoofdpagina weergegeven. Aanbevelingen worden niet weergegeven in andere community's. Tip: Klik voor het verwijderen van een aanbeveling in Communitybeheer op Aanbevelingen > Aanbevelingen en klik op de naam van aanbeveling. Klik onder aan de details van de aanbeveling op Verwijderen. U kunt zich op doelgroepen richten voor uw aanbevelingen. Gebruik Chatter REST API of ConnectApi.Recommendations in Apex om Aanbevelingsdoelgroepen te maken en te beheren in Winter ’16. ZIE OOK: De sjabloon voor uw community’s bijwerken http://developer.salesforce.com/docs/atlas.en-us.chatterapi.meta/chatterapi/ http://developer.salesforce.com/docs/atlas.en-us.apexcode.meta/apexcode/
Betrokkenheid opbouwen met reputatieniveaus Overzicht van Reputatie Uw reputatie in de community is rechtstreeks gekoppeld aan hoe actief u bent. De meer u post, opmerkingen maakt en deelt, des te hoger zal uw reputatieniveau zijn.
EDITIONS
Uw reputatieniveau wordt weergegeven op uw profielpagina en wanneer een gebruiker met de muisaanwijzer over uw naam beweegt. Het is zichtbaar voor andere communityleden zodat zij weten hoe invloedrijk u bent. Wanneer u begint in de community, zit u op het laagste niveau. Naarmate u actiever in de community wordt, verzamelt u punten en stijgt uw reputatieniveau. Hogere reputatieniveaus worden naar uw feed gepost. Met andere woorden, naarmate mensen meer van uw bijdragen en het delen van uw kennis zien, des te meer groeien uw geloofwaardigheid en invloed.
Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Uw beheerder definieert de activiteiten waarmee punten kunt verdienen. Zij stellen ook het aantal punten voor elke actie vast. Dit zijn de standaardacties die uw reputatieniveau doen toenemen: U kunt uw reputatie opwaarderen door: • Posten • Opmerkingen maken • Een post of opmerking positief vinden • Een post delen • Mensen die uw posts delen • Mensen die opmerkingen maken over uw posts • Mensen die uw posts of opmerkingen positief vinden • Iemand vermelden • Vermeld worden
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Betrokkenheid opbouwen met reputatieniveaus | 134
• Een vraag stellen • Een vraag beantwoorden • Een antwoord ontvangen • Een antwoord markeren als Beste antwoord • Mensen die uw antwoord als Beste antwoord aanduiden • Iemand bevestigen voor kennis over een onderwerp • Bevestigd worden voor kennis over een onderwerp ZIE OOK: Reputatie inschakelen in uw community Reputatieniveaus instellen Reputatiepunten instellen Hoe wordt mijn reputatie in de community berekend?
Reputatie inschakelen in uw community Schakel reputatie in uw community in zodat leden worden erkend en beloond voor hun bijdragen. Een krachtige tool voor een communitymanager is de mogelijkheid om afzonderlijke leden te herkennen aan hun deelname, omdat communitymanagers weten dat erkenning en een beetje vriendelijke wedijver doorgaans leiden tot meer actieve leden. Door reputatie in te schakelen worden er een standaard puntensysteem en een set reputatieniveaus in de community ingeschakeld. Een communitymanager kan labels en puntwaarden wat persoonlijker maken vanaf de pagina Communitybetrokkenheid. Leden beginnen punten te verzamelen door de acties uit te voeren, waaraan puntwaarden zijn toegewezen. Zodra het lid de bovengrens van het puntenbereik van het niveau overschrijdt, komt het één niveau hoger. Zij en andere leden van de community zien hun reputatieniveau op hun profiel en tijdens het bewegen van de muisaanwijzer over hun naam. Puntentotalen worden ook getoond in profielen van leden. Opmerking: Wanneer u Reputatie inschakelt, worden de Chatter-invloed verwijderd uit de sectie Bijdrage op de profielpagina. 1. Open Communitybeheer op een van de volgende twee manieren. • Klik vanuit de community op
in de globale header.
• Geef vanuit Set-up Alle community's op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Alle community's. Klik daarna op Beheren naast de communitynaam.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Instellingen van Community's bewerken: • “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
2. Klik op Beheer > Voorkeuren. 3. Selecteer Instellen en weergeven van reputatieniveaus inschakelen en klik vervolgens op Opslaan. Nadat u reputatie hebt ingeschakeld, zijn een standaard puntensysteem en een set reputatieniveaus beschikbaar op de pagina Communitybeheer. De standaard reputatiepunten zijn als volgt: Actie Communitybetrokkenheid
Punten
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Betrokkenheid opbouwen met reputatieniveaus | 135
Actie
Punten
Een post schrijven
1
Een opmerking schrijven
1
Een opmerking ontvangen
5
Iets positief vinden
1
Een "Positief"-aanduiding ontvangen
5
Een post delen
1
Iemand deelt uw post
5
Iemand vermelden
1 Als uw post meer dan één @vermelding bevat, ontvangt u voor elke @vermelding een punt.
Een vermelding ontvangen
5
Vragen en antwoorden Een vraag stellen
1
Een vraag beantwoorden
5
Een antwoord ontvangen
5
Een antwoord markeren als Beste antwoord
5
Uw antwoord is als Beste antwoord gemarkeerd
20
Knowledge Iemand bevestigen voor kennis over een onderwerp
5
Bevestigd worden voor kennis over een onderwerp
20
Als bij uw geselecteerde communitysjabloon Chatter niet is ingeschakeld, wordt het knooppunt Reputatie niet weergegeven in Communitybeheer. Als u het knooppunt Reputatie wilt tonen, gaat u naar Beheer > Voorkeuren en selecteert u Alle instellingen tonen in Communitybeheer. ZIE OOK: Overzicht van Reputatie Reputatieniveaus instellen Reputatiepunten instellen Hoe wordt mijn reputatie in de community berekend?
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Betrokkenheid opbouwen met reputatieniveaus | 136
Reputatieniveaus instellen Werk de standaard reputatieniveaus bij zodat deze voldoen aan de behoeften van uw community en bijdragen aan de motivatie van uw leden.
EDITIONS
Wanneer Reputatie is ingeschakeld voor een community, worden er 10 standaardniveaus toegevoegd. U kunt niveaus toevoegen of verwijderen, elk niveau een naam geven en voor elk niveau het puntenbereik en de afbeelding bijwerken.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
Opmerking: Een community moet minstens drie reputatieniveaus hebben en kan er maximaal 50 hebben. 1. Klik vanuit de
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
op Community management tandwielpictogram in de globale header.
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Klik op Reputatie > Reputatieniveaus. Hier hebt u de volgende mogelijkheden: • Upload uw eigen afbeelding voor elk reputatieniveau. Klik op de standaardafbeelding om een afbeeldingsbestand te zoeken en een nieuwe afbeelding te uploaden.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Reputatieniveaus bijwerken: • “Community's beheren" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Opmerking: U kunt vanuit de Salesforce-gebruikersinterface niet teruggaan naar de standaardafbeeldingen voor reputatieniveaus. Gebruik hiervoor de REST-API van Chatter van Salesforce. • Geef elk niveau een naam. bijvoorbeeld "Beginner", "Gevorderde" en "Expert". Als u geen naam toewijst, wordt de standaardinstelling gebruikt. Bijvoorbeeld "Niveau 1", "Niveau 2", "Niveau 3". • Het puntenbereik van een niveau bewerken. Wanneer u de hogere waarde van het puntenbereik van een niveau bewerkt, wordt de lagere waarde van het volgende niveau automatisch aangepast wanneer u opslaat. • Meer niveaus toevoegen door op Een niveau toevoegen te klikken, hetgeen u aantreft onder de lijst van niveaus. • Een niveau verwijderen door op
naast het niveau te klikken.
3. Klik op Opslaan om de wijzigingen toe te passen. U kunt nu het puntensysteem voor de community bijwerken. Het puntensysteem bepaalt hoeveel punten een gebruiker krijgt wanneer deze bepaalde acties uitvoert of wanneer anderen diens bijdragen erkennen door middel van opmerkingen, "Positief"-aanduidingen of het delen van posts. Hogere reputatieniveaus worden gepost naar feeds voor leden. U kunt namen van reputatieniveaus vertalen zodat internationale communityleden hun reputatieniveaus in de juiste taal kunnen weergeven. Selecteer in het Vertaalcentrum de installatiecomponent Reputatieniveau en vouw vervolgens het knooppunt naast uw community uit. ZIE OOK: Overzicht van Reputatie Reputatie inschakelen in uw community Reputatiepunten instellen
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Betrokkenheid opbouwen met reputatieniveaus | 137
Reputatiepunten instellen Stel een puntensysteem in om gebruikers te belonen voor bijdragen aan de community.
EDITIONS
Wanneer reputatie is ingeschakeld voor een community, is er een standaard puntensysteem ingesteld. Wanneer gebruikers de acties met toegewezen puntwaarden uitvoeren, gaat hun totale puntenaantal omhoog en komen ze in de buurt van het volgende reputatieniveau.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
Opmerking: Alleen actieve gebruikers verzamelen punten. Als bijvoorbeeld een actieve gebruiker de post van een niet-actieve gebruiker positief vindt, krijgt de actieve gebruiker 1 punt, terwijl de niet-actieve geen punten krijgt.
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
De tabel toont de standaardevents en -punten.
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Actie
Punten
Communitybetrokkenheid Een post schrijven
1
Een opmerking schrijven
1
Een opmerking ontvangen
5
Iets positief vinden
1
Een "Positief"-aanduiding ontvangen
5
Een post delen
1
Iemand deelt uw post
5
Iemand vermelden
1 Als uw post meer dan één @vermelding bevat, ontvangt u voor elke @vermelding een punt.
Een vermelding ontvangen
5
Vragen en antwoorden Een vraag stellen
1
Een vraag beantwoorden
5
Een antwoord ontvangen
5
Een antwoord markeren als Beste antwoord 5 Uw antwoord is als Beste antwoord gemarkeerd
20
Knowledge Iemand bevestigen voor kennis over een onderwerp
5
Bevestigd worden voor kennis over een onderwerp
20
Reputatiepunten bijwerken: • “Community's beheren" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Betrokkenheid opbouwen met reputatieniveaus | 138
Vragen en antwoorden in de communityfeed moeten niet worden verward met de functionaliteit van Chatter Antwoorden. Opmerking: In organisaties waarin reputatie is ingeschakeld vóór de Winter '15-release, zijn aan vragen en antwoorden gekoppelde acties beschikbaar ten tijde van de release en zijn hun standaardpuntwaarden ingesteld op 0. Reputatiepunten van bestaande gebruikers worden niet beïnvloed door de release, terwijl gebruikers pas punten uit deze acties kunnen gaan verzamelen wanneer u hiervoor puntwaarden configureert. 1. Klik vanuit de
op Community management tandwielpictogram in de globale header.
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Klik op Reputatie > Reputatiepunten. 3. Werk voor elke actie de punten bij. Als u niet wenst dat gebruikers punten voor een bepaalde actie krijgen, stelt u Punten in op 0. 4. Klik op Opslaan. Puntentotalen worden getoond op profielpagina's onder de foto. Puntentotalen zijn zichtbaar voor iedereen in de community. Tip: U kunt reputatiepunten voor een communitylid rechtstreeks bijwerken via de Salesforce-API. Ook kunt u Apex-triggers gebruiken om aangepaste kennisgevingen te verzenden op basis van wijzigingen in reputatiepunten. ZIE OOK: Overzicht van Reputatie Reputatie inschakelen in uw community Reputatieniveaus instellen
Hoe wordt mijn reputatie in de community berekend? Het reputatieniveau op uw profiel wordt berekend op basis van uw totale aantal punten. Punten worden verzameld wanneer u activiteiten uitvoert, waaraan uw communitymanager puntwaarden heeft toegewezen. U kunt potentieel ook punten verdienen als uw posts of opmerkingen een reactie van andere communityleden uitlokken. Uw communitymanager heeft bijvoorbeeld besloten dat u met het schrijven van een post 5 punten hebt verdiend. Als iemand anders uw post deelt, kan uw communitymanager besluiten dat u 10 punten hebt verdiend, omdat uw post anderen ertoe aanzet om te gaan bijdragen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Opmerking: Alleen actieve gebruikers verzamelen punten. Als bijvoorbeeld een actieve gebruiker de post van een niet-actieve gebruiker positief vindt, krijgt de actieve gebruiker 1 punt, terwijl de niet-actieve geen punten krijgt. Standaardpuntwaarden zijn als volgt. Vergeet niet dat uw communitymanager deze waarden mogelijk heeft aangepast. Neem voor meer informatie contact op met uw communitymanager. Actie
Punten
Communitybetrokkenheid Een post schrijven
1
Een opmerking schrijven
1
Een opmerking ontvangen
5
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Betrokkenheid opbouwen met reputatieniveaus | 139
Actie
Punten
Iets positief vinden
1
Een "Positief"-aanduiding ontvangen
5
Een post delen
1
Iemand deelt uw post
5
Iemand vermelden
1 Als uw post meer dan één @vermelding bevat, ontvangt u voor elke @vermelding een punt.
Een vermelding ontvangen
5
Vragen en antwoorden Een vraag stellen
1
Een vraag beantwoorden
5
Een antwoord ontvangen
5
Een antwoord markeren als Beste antwoord
5
Uw antwoord is als Beste antwoord gemarkeerd
20
Knowledge Iemand bevestigen voor kennis over een onderwerp
5
Bevestigd worden voor kennis over een onderwerp
20
ZIE OOK: Overzicht van Reputatie Reputatie inschakelen in uw community
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Volledige bewaking met Communitydashboards | 140
Volledige bewaking met Communitydashboards Dashboards inschakelen en toewijzen voor communitymanagers Communitymanagers kunnen dashboards gebruiken om het succes van hun community's te meten. Om communitymanagers te helpen alles onder controle te houden kunt u zelfs een dashboard aan de Hoofdpagina Communitybeheer toewijzen. U kunt aangepaste dashboards toewijzen of die gebruiken, die worden meegeleverd in een AppExchange-pakket. Elke community kan zijn eigen dashboards hebben. U kunt elk dashboard toewijzen waartoe u toegang hebt, maar zorg dat uw communitymanagers ook toegang hebben. Tip: Onthoud dat u in het bezit kunt komen van vooraf geconfigureerde dashboards in het pakket Salesforce Community's Dashboards dat voor downloaden beschikbaar is op de AppExchange. Als het pakket Salesforce Community's-dashboards is geïnstalleerd in uw organisatie, heeft elke van de dashboardpagina's een standaardtoewijzing naar een dashboard uit het pakket. Desgewenst kunt u deze waarden overschrijven. Gebruik de volgende stappen voor het toewijzen en bijwerken van uw dashboards in Communitybeheer. 1. Klik vanuit de
op tandwielpictogram Communitybeheer in de globale header.
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Klik op Dashboards > Instellingen. 3. Selecteer voor elke van de pagina's het dashboard dat u wilt tonen aan communitymanagers.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Dashboards in Communitybeheer toewijzen: • "Community's maken en instellen" OF "Community's beheren" EN "Dashboards beheren in openbare mappen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Het dashboard dat u toewijst aan de Hoofdpagina, wordt weergegeven op uw pagina Hoofpagina Communitybeheer. 4. Klik op Opslaan. Dashboards zijn zichtbaar voor communitymanagers wanneer zij de sectie Dashboards uitvouwen of de hoofdpagina in Communitybeheer bezoeken. Controleer de dashboardtoewijzingen door op Dashboards te klikken en vervolgens op de naam van elke pagina. Controleer dat ook als u een dashboard hebt toegewezen aan de Hoofdpagina. ZIE OOK: Een dashboard maken voor weergave in Communitybeheer Dashboards in Communitybeheer weergeven
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Volledige bewaking met Communitydashboards | 141
Een dashboard maken voor weergave in Communitybeheer U kunt elk dashboard tonen in Communitybeheer. U wordt echter aangeraden om deze te maken op basis van aangepast-rapporttypen die voor community's beschikbaar zijn. Tip: Onthoud dat u in het bezit kunt komen van vooraf geconfigureerde dashboards in het pakket Salesforce Community's-dashboards dat voor downloaden beschikbaar is op de AppExchange. Gebruik het volgende proces voor het maken van dashboards voor weergave in Communitybeheer. 1. Maak aangepast-rapporttypen die zijn gebaseerd op het object Netwerken. Rapporten en dashboards die zijn gebaseerd op het object Netwerken, tonen communityspecifieke informatie in Communitybeheer. Opmerking: U kunt dashboards maken op basis van andere objecten en deze zichtbaar maken in Communitybeheer. Vergeet echter niet dat deze gegevens tonen uit uw gehele organisatie en niet alleen voor de community waarin u het dashboard weergeeft. • Selecteer Netwerken als primair object. • Selecteer een onderliggend object: – Chatter-berichten – Feedherzieningen – Groepen – Netwerkcontroles
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Aangepast-rapporttypen maken: • "Aangepast-rapporttypen beheren" Rapporten maken, bewerken en verwijderen: • "Rapporten maken en aanpassen" Dashboards maken en delen: • "Dashboards beheren in openbare mappen"
– Dagelijkse meetgegevens van netwerkactiviteiten – Netwerkleden – Dagelijkse meetgegevens van netwerklidmaatschappen – Dagelijkse meetgegevens van openbaar gebruik van netwerken – Dagelijkse meetgegevens van unieke bijdrager aan netwerk – Onderwerptoewijzingen – Onderwerpen 2. Gebruik het aangepast-rapporttype om een rapport te maken. Zorg ervoor dat het rapport niet op Netwerk-ID wordt gefilterd om te garanderen dat het rapport gegevens dynamisch weergeeft voor de community vanuit welke u het weergeeft. Door toevoegen van een Netwerk-ID-filter geeft het rapport alleen gegevens weer voor de community met die Netwerk-ID, ongeacht de community waarin u het rapport weergeeft. 3. Maak een dashboard met componenten. Selecteer het rapport als brontype. • Voeg een component toe voor elk rapport dat u wilt opnemen in uw dashboard. • Zoek uw rapport op het tabblad Gegevensbronnen en voeg het toe aan de component. Denk aan het volgende als u een dashboard maakt voor de Hoofd-pagina van uw Communitybeheer. • Gebruik een dashboard van twee kolommen met uitsluitend metrische componenten in de eerste kolom en alleen diagrammen in de tweede. • Gebruik maximaal zes metrische componenten in de eerste kolom. Als u meer dan zes componenten gebruikt, loopt de rij om. • In de tweede kolom kunt u een willekeurig aantal diagrammen opnemen. Beperk het aantal rapporten echter tot een minimum.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Volledige bewaking met Communitydashboards | 142
• Uw dashboard moet een titel hebben. 4. Deel de map waarin u uw dashboard opslaat met uw communitymanagers. 5. Klik in Communitybeheer op Dashboards > Instellingen om uw dashboard toe te wijzen. Wanneer een communitymanager Communitybeheer opent, wordt het dashboard weergeven onder Dashboards. Als u een dashboard hebt toegewezen aan de Hoofdpagina, wordt het dashboard hier weergegeven. Dashboards in Communitybeheer worden automatisch elke dag vernieuwd. Als u de laatste gegevens wilt zien, klikt u op Vernieuwen. Als u het dashboard opent nadat het recentelijk is vernieuwd, geeft het dashboard de globaal in het cachegeheugen opgenomen gegevens van de laatste vernieuwing weer. Als het dashboard 24 uur lang niet is vernieuwd, wordt het automatisch vernieuwd wanneer u het opent in Communitybeheer. Externe gebruikers met supergebruikerstoegang kunnen maximaal 100 maal per dag per organisatie dashboards vernieuwen, die zijn ingesteld met "Uitvoeren als opgegeven gebruiker" en "Uitvoeren als ingelogde gebruiker". Geplande en automatische vernieuwingen tellen niet mee voor de limiet. Er is geen vernieuwingslimiet voor interne gebruikers. ZIE OOK: Activiteit van de community bijhouden
Dashboards in Communitybeheer weergeven Gebruik de dashboards in Communitybeheer om de gezondheid van uw community te bewaken. 1. Klik vanuit de
EDITIONS
op tandwielpictogram Communitybeheer in de globale header.
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Klik op Dashboards. Opmerking: Uw beheerder wijst de dashboards toe. Als de sectie Dashboards niet zichtbaar is, zijn deze niet toegewezen voor uw community. Pagina's waaraan dashboards zijn toegewezen, worden weergegeven in de sectie Dashboards of op de Hoofdpagina. 3. Klik op de dashboardpagina die u wilt weergeven. Het dashboard wordt weergegeven. Voor het onmiddellijk vernieuwen van dashboardgegevens klikt u op Vernieuwen. 4. Klik op een dashboard om het gerelateerde rapport weer te geven. Zorg dat het rapport niet op Netwerk-ID wordt gefilterd om te garanderen dat het rapport gegevens dynamisch weergeeft voor de community vanuit welke u het weergeeft. Door toevoegen van een Netwerk-ID-filter geeft het rapport alleen gegevens weer voor de community met die Netwerk-ID, ongeacht de community waarin u het rapport weergeeft.
Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Dashboards in Communitybeheer weergeven: • “Community's beheren" OF “Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
Dashboards in Communitybeheer worden automatisch elke dag vernieuwd. Als u de laatste gegevens wilt zien, klikt u op Vernieuwen. Als u het dashboard opent nadat het recentelijk is vernieuwd, geeft het dashboard de globaal in het cachegeheugen opgenomen gegevens van de laatste vernieuwing weer. Als het dashboard 24 uur lang niet is vernieuwd, wordt het automatisch vernieuwd wanneer u het opent in Communitybeheer. Externe gebruikers met supergebruikerstoegang kunnen maximaal 100 maal per dag per organisatie dashboards vernieuwen, die zijn ingesteld met "Uitvoeren als opgegeven gebruiker" en "Uitvoeren als
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Insights voor Communitymanagers | 143
ingelogde gebruiker". Geplande en automatische vernieuwingen tellen niet mee voor de limiet. Er is geen vernieuwingslimiet voor interne gebruikers. ZIE OOK: Dashboards inschakelen en toewijzen voor communitymanagers
Insights voor Communitymanagers Wat zijn Insights? Insights zijn rapporten die uw communitymanagers helpen activiteit te bewaken en door te klikken naar die activiteit om verdere actie te ondernemen. Insights maken het gemakkelijker om betrokkenheid bij de community aan te moedigen en acceptatie bij de leden te bevorderen. U kunt Insights instellen voor het bewaken van nieuwe leden, onbeantwoorde vragen, onlangs gemaakte groepen, trending topics en zelfs recente Chatter-bijdragen. Voorbeeld: Met een Insights-rapport dat is ingesteld op het volgen van nieuwe leden, kunnen communitymanagers snel naar een nieuw ledenprofiel navigeren om de betrokkene een welkomstbericht te sturen.
Vanuit de Insights-pagina kunnen ze met het vervolgkeuzemenu ook andere rapporten over leden openen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Insights voor Communitymanagers | 144
Opmerking: Laat ons het instellen voor u doen! Haal kant-en-klare Insights uit het pakket Salesforce Community's Dashboards dat beschikbaar is voor downloaden van de AppExchange. Dit pakket komt kort na de Winter '16-release beschikbaar. De in het pakket geleverde Insight-rapporten zijn 100% aanpasbaar. U kunt de standaardnamen van Insights-pagina's, toewijzingen van rapportmappen, en zelfs de kolommen en filters van Insights-rapporten te allen tijde wijzigen. Wees dus niet bang om wat u in het pakket krijgt, aan te passen of te wijzigen. U zult onze gevoelens niet kwetsen.
ZIE OOK: Insights voor communitymanagers inschakelen en toewijzen Insights maken voor weergave in Communitybeheer Insights in Communitybeheer weergeven en aanpassen
Insights voor communitymanagers inschakelen en toewijzen Communitymanagers kunnen Insights gebruiken om recente activiteit te bewaken en door te klikken naar de bron van die activiteit om verdere actie te ondernemen. Gebruik vooraf geconfigureerde Insights van een AppExchange-pakket om snel aan de slag te gaan. U kunt ook eigen Insights maken en toewijzen. Elke community kan zijn eigen Insights hebben.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic
Insights-pagina's toewijzen aan rapportmappen in uw interne organisatie. Alle in die map Beschikbaar in: Enterprise, opgenomen rapporten worden weergegeven in het vervolgkeuzemenu op de Insights-pagina. Als Performance, Unlimited en een Insights-rapport aan een rapportmap in uw interne organisatie wordt toegevoegd of eruit Developer Edition wordt verwijderd, wordt de Insights-pagina in Communitybeheer bijgewerkt. Op de Insights-pagina worden automatisch entiteitskoppelingen gemaakt voor rapportvelden als Gemaakt door GEBRUIKERSMACHTIGINGEN en Groepsnaam. Tip: Haal kant-en-klare Insights uit het pakket Salesforce Community's Dashboards dat beschikbaar is voor downloaden van de AppExchange. Dit pakket komt kort na de Winter '16-release beschikbaar. Wanneer u het pakket installeert, worden automatisch rapportmappen in uw interne organisatie geïnstalleerd. Als u geen eerdere Insights hebt toegewezen, wijst het pakket ze automatisch voor u toe. U kunt de standaardtoewijzing op elk gewenst moment wijzigen. Gebruik de volgende stappen voor het toewijzen en bijwerken van uw Insights in Communitybeheer. 1. Klik vanuit de
op tandwielpictogram Communitybeheer in de globale header.
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Klik op Dashboards > Instellingen.
Insights in Communitybeheer toewijzen: • “Community's beheren" OF "Community's maken en instellen" EN "Rapporten beheren in openbare mappen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen.
3. Geef een naam op voor elke Insights-pagina en selecteer vervolgens de rapportmap die u aan de pagina wilt toewijzen. U kunt maximaal tien Insights-pagina's toewijzen in Communitybeheer. Zorg dat u de toegewezen rapportmap hebt gedeeld met uw communitymanagers, anders kunnen zij de Insights-rapporten niet weergeven. 4. Klik op Opslaan.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Insights voor Communitymanagers | 145
Insights-pagina's worden zichtbaar voor communitymanagers wanneer zij de sectie Insights van Communitybeheer uitvouwen. Controleer uw wijzigingen. Klik op Insights en klik vervolgens op de naam van elke Insights-pagina. Gebruik het vervolgkeuzemenu om de aan elke pagina toegewezen rapporten te controleren. ZIE OOK: Insights maken voor weergave in Communitybeheer Insights in Communitybeheer weergeven en aanpassen
Insights maken voor weergave in Communitybeheer U kunt uw eigen Insights maken voor weergave in Communitybeheer. U wordt aangeraden om uw Insights-rapporten te maken op basis van aangepast-rapporttypen die voor community's beschikbaar zijn. Tip: Haal kant-en-klare Insights uit het pakket Salesforce Community's Dashboards dat beschikbaar is voor downloaden van de AppExchange. Dit pakket komt kort na de Winter '16-release beschikbaar. Gebruik het volgende proces voor het maken van Insights voor weergave in Communitybeheer.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
1. Maak aangepast-rapporttypen die zijn gebaseerd op het object Netwerken. Rapporten die zijn gebaseerd op het object Netwerken, tonen communityspecifieke informatie in Communitybeheer. Opmerking: U kunt rapporten maken op basis van andere objecten en deze zichtbaar maken in Communitybeheer. Vergeet echter niet dat zij gegevens tonen uit uw gehele organisatie en niet alleen voor de community waarin u het raopport weergeeft. • Selecteer Netwerken als primair object. • Selecteer een onderliggend object: – Chatter-berichten – Feedherzieningen – Groepen
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Aangepast-rapporttypen maken: • "Aangepast-rapporttypen beheren" Rapporten maken, bewerken en verwijderen: • "Rapporten maken en aanpassen" Rapportmappen maken en delen: • "Rapporten beheren in openbare mappen"
– Netwerkcontroles – Dagelijkse meetgegevens van netwerkactiviteiten – Netwerkleden – Dagelijkse meetgegevens van netwerklidmaatschappen – Dagelijkse meetgegevens van openbaar gebruik van netwerken – Dagelijkse meetgegevens van unieke bijdrager aan netwerk – Onderwerptoewijzingen – Onderwerpen 2. Gebruik het aangepast-rapporttype om een Insights-rapport te maken. Insights-rapporten zijn hetzelfde als elk ander rapport, behalve dat ze ook aan de volgende eisen moeten voldoen. • Het rapport kan alleen een op tabellen gebaseerd rapport zijn.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Insights voor Communitymanagers | 146
• Het rapport moet 2000 rijen of minder retourneren. • Het rapport mag geen paginering bevatten. Zorg dat het rapport niet op Netwerk-ID wordt gefilterd om te garanderen dat het rapport gegevens dynamisch weergeeft voor de community vanuit welke u het weergeeft. Door toevoegen van een Netwerk-ID-filter geeft het rapport alleen gegevens weer voor de community met die Netwerk-ID, ongeacht de community waarin u het rapport weergeeft. 3. Sla het rapport op in een nieuwe rapportmap die u gebruikt voor toewijzen. We adviseren u een aparte rapportmap te maken voor elke Insights-pagina. Maak bijvoorbeeld een rapportmap met de naam Insights-leden en een andere met de naam Insights-moderering. Insights-pagina's toewijzen aan rapportmappen in uw interne organisatie. Alle in die map opgenomen rapporten worden weergegeven in het vervolgkeuzemenu op de Insights-pagina. Als een Insights-rapport aan een rapportmap in uw interne organisatie wordt toegevoegd of eruit wordt verwijderd, wordt de Insights-pagina in Communitybeheer bijgewerkt. 4. Uw Insights-rapportmap delen met uw communitymanagers. 5. Klik in Communitybeheer op Insights > Instellingen om uw Insights-pagina's toe te wijzen. Wanneer een communitymanager Communitybeheer opent, worden de Insights-rapporten weergegeven in het vervolgkeuzemenu op de toegewezen Insights-pagina. ZIE OOK: Activiteit van de community bijhouden
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Insights voor Communitymanagers | 147
Insights in Communitybeheer weergeven en aanpassen Gebruik Insights in Communitybeheer om recente activiteit te bewaken en door te klikken naar de bron van die activiteit om verdere actie te ondernemen. Insights helpen u om betrokkenheid bij de community te voeden en aan te moedigen en acceptatie binnen uw community te bevorderen. Op de Insights-pagina worden automatisch entiteitskoppelingen gemaakt voor rapportvelden als Gemaakt door en Groepsnaam. Deze koppeling maakt het u gemakkelijk om door te klikken naar de bron van de activiteit en actie te ondernemen. 1. Klik vanuit de
op tandwielpictogram Communitybeheer in de globale header.
Leden van de community die de machtiging "Community's maken en instellen" hebben, hebben ook toegang tot Communitybeheer vanaf de pagina Alle community's in de set-up van de organisatie. 2. Klik op Insights. Opmerking: Uw beheerder wijst Insights-pagina's toe. Als de sectie Insights niet zichtbaar is, is deze niet toegewezen voor uw community. Pagina's met toegewezen rapportmappen verschijnen wanneer u de sectie Insights uitvouwt. 3. Klik op de Insights-pagina die u wilt weergeven. 4. Gebruik het vervolgkeuzemenu op de pagina om meer Insights-rapporten te openen. 5. Klik op Rapport bewerken om een Insights-rapport aan de behoeften van uw community aan te passen. U kunt kolommen toevoegen of verwijderen en de rapportfilters bijwerken. Zorg dat het rapport niet op Netwerk-ID wordt gefilterd om te garanderen dat het rapport gegevens dynamisch weergeeft voor de community vanuit welke u het weergeeft. Door toevoegen van een Netwerk-ID-filter geeft het rapport alleen gegevens weer voor de community met die Netwerk-ID, ongeacht de community waarin u het rapport weergeeft.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Insights in Communitybeheer weergeven: • “Community's beheren" OF "Community's maken en instellen" EN Is lid van de community waarvan ze de pagina Communitybeheer proberen te openen. Insights-rapporten aanpassen: • "Rapporten maken en aanpassen"
Insights-rapporten in Communitybeheer worden automatisch vernieuwd wanneer u ze opent. U kunt ook op Vernieuwen om een update af te dwingen. ZIE OOK: Insights maken voor weergave in Communitybeheer Insights voor communitymanagers inschakelen en toewijzen
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Rapportage | 148
Rapportage Rapporteren over community's met het pakket Dashboards en Insights Het pakket Salesforce Community's Dashboards biedt communitymanagers een essentiële aanvangsset van dashboards en rapporten om activiteit en betrokkenheid rechtstreeks in Communitybeheer in de gaten te houden. Gebruik het Salesforce Community's Dashboards-pakket voor het volgende. • De meest actuele meetgegevens bekijken en snel trends ontdekken • Bepalen hoe snel uw community groeit • Uitzoeken wie uw meest betrokken leden zijn. • Ontdekken over welke discussies mensen en groepen het meest enthousiast zijn • Nagaan welke gebieden in uw community aandacht vereisen • Doorklikken naar de bron van activiteit en actie ondernemen met Insights-rapporten Opmerking: De bijgewerkte Winter '16-versie van het pakket, dat vooraf geconfigureerde Insights bevat, komt kort na de release beschikbaar.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN AppExchange-pakketten installeren: • "AppExchange-pakketten downloaden"
Installeer een van de volgende versies vanuit de AppExchange: • Salesforce Community's Dashboards (voor Community's met Chatter) • Salesforce Community's Dashboards (voor Community's zonder Chatter) Tip: Zie Aan de slag met Community's Dashboards en Insights voor installatie-instructies, gedetailleerde informatie over de rapporten en bijwerkinstructies. Tijdens de installatie worden dashboard- en rapportmappen automatisch in uw interne organisatie geïnstalleerd. U krijgt ook de mogelijkheid om uw communitymanagers toegang te geven tot de inhoud van het pakket, dus u hoeft de dashboard- en rapportmappen niet later met hen te delen. Als u geen eerder in Communitybeheer toegewezen Insights of dashboards hebt, worden deze tijdens de installatie automatisch voor u toegewezen. Na de installatie van het pakket kunt u uw nieuwe dashboards en rapporten openen naast al uw andere Salesforce-dashboards en rapporten. De in het pakket geleverde dashboards en rapporten zijn 100% aanpasbaar. Wees niet bang om wat u in het pakket krijgt, aan te passen of te wijzigen. U zult onze gevoelens niet kwetsen. Wanneer nieuwere versies van het pakket beschikbaar komen, kunt u uw pakket bijwerken door het opnieuw te installeren. Als u rapporten en dashboards hebt aangepast, hoeft u niet te vrezen; uw aanpassingen blijven behouden tijdens het bijwerken. Navigatieknooppunt Naam pagina Beschrijving Dashboards
Hoofdpagina
Blijf geïnformeerd over recente activiteit en lidmaatschap. Dit dashboard is toegewezen aan de hoofdpagina van uw Communitybeheer.
Overzicht
Bekijk de algemene status van uw community's in een oogopslag. Trending rapporten over 90 dagen tonen het totale lidmaatschap, nieuwe leden en inlogpogingen van leden. Als u Chatter hebt ingeschakeld, tonen de momentopnamen van 90 dagen ook meetgegevens over posts en opmerkingen.
Activiteit
Bekijk meetgegevens over posts, opmerkingen, dagelijkse unieke bijdragers, en welke typen leden posts en opmerkingen bijdragen.
Vereist Chatter
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Rapporteren over community's met het pakket Dashboards en Insights | 149
Navigatieknooppunt Naam pagina Beschrijving
Insights
Chatter
Naast het bijhouden van Chatter-gebruik in uw community kunt u ook Chatter-gebruik in uw interne organisatie bijhouden. Er zijn specifieke Chatter-dashboards die uitsluitend over het Chatter-gebruik van uw interne organisatie rapporteren. U vindt deze dashboards en rapporten onder de mappen Chatter-dashboards en Chatter-rapporten.
Inhoud
Houd inhoudsuploads, -downloads, betrokkenheid en makers van inhoud bij.
Groepen
Bewaak lidmaatschap en activiteiten van posts en opmerkingen binnen groepen; het is een van de belangrijkste pijlers van het succes van uw community.
Licenties
Houd licentiegebruik en inlogfrequentie bij op klant- en partner licenties.
Leden
Meet de lidmaatschapsgroei en bekijk meetgegevens voor inloggen over de laatste 30 dagen.
Modereren
Houd gesignaleerde inhoud bij in uw community.
V&A
Beoordeel meetgegevens over vragen, antwoorden en beste antwoorden die in uw groepen zijn gepost.
Selfservice
meetgegevens over vragen, antwoorden en beste antwoorden die in de profielen van uw gebruikers zijn gepost. Dit dashboard is prima voor communities die de Napili-sjabloon gebruiken.
Onderwerpen
Bekijk meetgegevens over de navigatie- en behandelde onderwerpen in uw community.
Acceptatie
Bewaak ledenactiviteit en help acceptatie in uw community te bevorderen.
Betrokkenheid
Houd posts en opmerkingen in groepen bij en kijk welke leden werkelijk betrokken zijn in uw community.
Bestanden
Bewaak uploads en downloads van bestanden, inclusief bestanden die veel opmerkingen krijgen.
Groepen
Helpt u groepen te onderkennen met gedeactiveerde of inactieve eigenaars, alsmede groepen die zijn gearchiveerd of spoedig zullen worden gearchiveerd.
Modereren
Posts, bestanden, berichten en inhoud bijhouden die gesignaleerd zijn door modereringsregels in uw community.
Selfservice
Vragen en antwoorden bijhouden in gebruikersprofielen, inclusief vragen die naar cases zijn geëscaleerd. Deze Insights-pagina is prima voor communities die de Napili-sjabloon gebruiken.
Onderwerpen
Houd recente onderwerpenactiviteit in uw community in de gaten.
Vereist Chatter
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Rapporteren over community's met het pakket Dashboards en Insights | 150
Verward over het verschil tussen Insights en dashboards? Gebruik Insights om activiteit van uw community weer te geven, te bewaken en actie daarvoor te ondernemen. Insights geven u een supertoegespitste blik op een specifiek gebied van uw community.
Gebruik dashboards om analyses van uw community, zoals meetgegevens en trends in activiteit, weer te geven. Dashboards geven u visies voor de middellange en lange termijn op acceptatie en betrokkenheid in uw community. Zij helpen u het investeringsrendement en key performance indicators (KPI's) te bewaken.
U kunt de pagina Insights > Acceptatie bezoeken om een rapport U kunt de pagina Dashboards > Activiteit bezoeken om het weer te geven over nieuwe leden in uw community die de meeste totaal aantal posts en commentaren bij te houden, inclusief "Positief"-aanduidingen hebben gekregen voor hun posts en algemene trends van bijdragen in uw community. opmerkingen. Dit Insights-rapport helpt u actieve nieuwe leden te onderkennen en erbij te betrekken, die positieve feedback van andere communityleden krijgen.
ZIE OOK: Insights voor communitymanagers inschakelen en toewijzen Dashboards inschakelen en toewijzen voor communitymanagers
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Rapportenbeheer voor externe gebruikers instellen—Rapporten maken en bewerken | 151
Rapportenbeheer voor externe gebruikers instellen—Rapporten maken en bewerken Communitypartner- en klantgebruikers kunnen rapporten maken in hun eigen persoonlijke map of in een privé gedeelde map als ze voldoende machtigingen hebben. U kunt partner- en klantgebruikers machtigingen verlenen middels hun profielen of door middel van machtigingensets om rapporten te maken en bewerken. Nadat u de vereiste machtigingen hebt verleend, kunnen ze de tool Rapportsamensteller gebruiken met slepen en neerzetten. Belangrijk: Als uw organisatie al bestond vóór de Summer '13-release, moet u eerst geavanceerd delen inschakelen voor rapporten en dashboards voordat u externe gebruikers machtigingen kunt verlenen Zie Delen van map Analyses. Voor het maken, aanpassen en verwijderen van rapporten moeten externe gebruikers de tool Rapportsamensteller gebruiken. Zichtbaarheid van gegevens is gebaseerd op twee hoofdzaken: de gebruikersrol waartoe de partner of klant behoort, en de regels voor delen van uw organisatie. De beveiliging op veldniveau van uw organisatie blijft gehandhaafd, hetgeen inhoudt dat als een veld niet zichtbaar is voor externe gebruikers, een partner- of klantgebruiker dit niet kunnen zien in de Rapportsamensteller. 1. Als u externe gebruikers wilt toestaan dat ze rapporten maken en bewerken, schakelt u de machtigingen "Rapporten maken en aanpassen", "Rapportsamensteller" en "Mijn rapporten bewerken" middels aangepaste profielen of machtigingensets. Optioneel verleent u ze de machtiging "Rapporten exporteren" als u externe gebruikers rapportgegevens wilt laten exporteren. Geef vanuit Set-up Machtigingensets op in het vak Snel zoeken en selecteer vervolgens Machtigingensets of Profielen. De machtigingen die u moet toewijzen, zijn de volgende: Machtigingen voor externe gebruikers die nodig zijn voor het maken en bewerken van rapporten
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
GEBRUIKERSMACHTIGINGEN Machtigingensets maken of aangepaste machtigingen inschakelen in profielen: • "Profielen en machtigingensets beheren" Een machtigingenset toewijzen aan een gebruiker: • "Machtigingensets toewijzen" Een rapportmap delen met externe gebruikers: • Maptoegang "Beheerder" of "Rapporten beheren in openbare mappen"
Rapporten maken, aanpassen en verwijderen in "Rapporten maken en aanpassen" een persoonlijke map: EN "Rapportsamensteller" Hun eigen rapporten maken, aanpassen en verwijderen in een privé gedeelde map met de toegang Kijker:
"Mijn rapporten bewerken"
Rapportgegevens exporteren:
"Rapporten exporteren"
EN "Rapportsamensteller"
U kunt toestemming voor het maken en bewerken van rapporten verlenen aan de volgende licenties: • Customer Community Plus • Customer Community Plus Login • Partner Community
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Activiteit van de community bijhouden | 152
• Partner Community Login • Klantportalmanager • Klantportalmanager aangepast • Gold Partner • Silver Partner (machtiging "Rapporten exporteren" is niet beschikbaar voor deze licentie.) Opmerking: • Deze machtigingen zijn niet beschikbaar voor licenties voor gebruikers met groot volume, zoals Klantcommunity of Klantportal met groot volume. • Externe gebruikers met verouderde portallicenties kunnen wel rapporten maken en bewerken in community's, maar niet in portals. 2. Als u wilt dat uw externe gebruikers rapporten in een privé gedeelde map kunnen maken of bewerken, verleent u ze de toegang "Kijker" voor de map. Klik op het tabblad Rapporten in de weergave Mappen op
naast de map die u wilt delen en selecteer vervolgens Delen.
Opmerking: Partner- en klantgebruikers kunnen geen rapporten maken, bewerken of weergeven in de map Niet-gearchiveerde openbare rapporten.
Afhankelijk van de objecten, velden en categorieën waartoe uw externe gebruikers toegang hebben, zien ze mogelijk aangepast-rapporttypen in de UI wanneer ze een nieuw rapport maken. Aangepast-rapporttypen zijn zichtbaar als een gebruiker leestoegang heeft tot een van de velden of objecten die in het aangepast-rapporttype zijn opgenomen.
Activiteit van de community bijhouden Maak aangepaste rapporten voor het bijhouden van gebruik, moderering en andere activiteiten van de community. Tip: Onthoud dat u in het bezit kunt komen van vooraf geconfigureerde dashboards in het pakket Salesforce Community's Dashboards dat voor downloaden beschikbaar is op de AppExchange. Om de gezondheid van uw community te bewaken, kunt u aangepast-rapporttypen maken en vervolgens een rapport maken met een aangepast-rapporttype. Daarnaast kunt u, als u wilt dat uw
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Activiteit van de community bijhouden | 153
communitymanagers uw rapport op de pagina Communitybeheer zien, een dashboard maken of bewerken dat uw rapport bevat en het bijgewerkte dashboard daarna in Communitybeheer toewijzen door op Dashboards > Instellingen te klikken. Opmerking: Rapporten en dashboards die op het object Netwerken zijn gebaseerd, tonen community-specifieke informatie over de pagina Communitybeheer. Dit betekent dat u één aangepast rapport kunt maken en het in al uw community's kunt gebruiken. Gebruik de volgende tabel om aan de slag te gaan met rapportage voor community's: Gebruik op hoog niveau
Primair object > B (onderliggend object) > C Beschrijving (onderliggend object, indien van toepassing)
Chatter-gebruik
Netwerken > Chatter-berichten
Maak rapporten over de activiteit aan privéberichten in uw community.1
Chatter-gebruik
Netwerken > Groepen
Maak rapporten over de groepen in uw community.
Activiteit van gebruikers
Netwerken > Dagelijkse meetgegevens van netwerkactiviteiten
Maak rapporten over het dagelijkse aantal posts en opmerkingen op type lid.
Activiteit van gebruikers
Netwerken > Netwerkleden > Inloghistorie
Maak rapporten over de inlogactiviteit in uw community.
Modereren
Netwerken > Netwerkleden > Netwerkactiviteitscontrole — Gebruiker
Maak rapporten over de gebruikers in uw community wier items zijn gesignaleerd.
Modereren
Netwerken > Netwerkleden > Netwerkactiviteitscontrole — Moderators
Maak rapporten over gebruikers in uw community die items hebben gesignaleerd of een gesignaleerd item hebben gemodereerd.
Modereren
Netwerken > Netwerkcontroles
Maak rapporten over alle modereringsactiviteit in uw community. Om te rapporteren over modereringsactiviteit in privé Chatter-berichten kunt u het rapport filteren op Type gecontroleerd object voor Chatter-bericht.
Openbare activiteit
Netwerken > Dagelijkse meetgegevens van openbaar Maak rapporten over de dagelijkse openbare gebruik van netwerken communitypaginaweergaven en unieke bezoekers.
Onderwerpenactiviteit Netwerken > Onderwerpen
Maak rapporten over de onderwerpenactiviteit in uw community.
Onderwerpenactiviteit Netwerken > Onderwerptoewijzingen
Maak rapporten over de onderwerptoewijzingen in uw community.
Activiteit van gebruikers
Netwerken > Dagelijkse meetgegevens van netwerklidmaatschappen
Maak rapporten over de dagelijkse telling van het totale aantal actieve leden, nieuwe toegevoegde leden en inlogpogingen van externe leden op type lid.
Activiteit van gebruikers
Netwerken > Dagelijkse meetgegevens van unieke bijdrager aan netwerk
Maak rapporten over de unieke dagelijkse bijdragers in uw community. Een lid wordt als bijdrager geteld als deze heeft gepost over of een opmerking heeft gemaakt over een groep of een gebruikersprofiel.
Salesforce-community's instellen en beheren 1
Gebruikershandleiding | Uw gebruikers voorlichten over community's | 154
Voor rapporteren over Chatter-berichten moet u de machtiging "Alle gegevens beheren" of "Community's beheren" hebben. Opmerking: U kunt dashboards maken op basis van andere objecten en deze zichtbaar maken in Communitybeheer. Vergeet echter niet dat deze gegevens tonen uit uw gehele organisatie en niet alleen voor de community waarin u het dashboard weergeeft.
ZIE OOK: Rapporteren over community's met het pakket Dashboards en Insights
Uw gebruikers voorlichten over community's Persoonlijke contactgegevens delen binnen community's Gebruikers kunnen opgeven welke gegevens uit hun profiel zichtbaar is voor externe gebruikers, zoals klanten en partners, en gasten die openbaar toegankelijke pagina's weergeven, die geen inloggen vereisen. Bij interactie met andere communityleden is het belangrijk om de aspecten zichtbaar en toegankelijk in evenwicht te brengen met de bescherming van uw persoonlijke contactgegevens. Zo wilt u mogelijk uw functiebeschrijving, telefoonnummers en andere contactgegevens niet tonen aan mensen van buiten uw interne organisatie. Uw klanten en partners vinden het wellicht niet goed wanneer andere klanten en partners al hun contactgegevens weergeven. Gebruik de gebruikersinterface of de API om de zichtbaarheid te bepalen. U kunt bepalen om velden alleen zichtbaar te maken voor medewerkers, voor leden van de community van buiten uw bedrijf of voor gastgebruikers waarvan geen inloggen wordt geëist. Sommige velden zijn altijd zichtbaar voor iedereen die toegang heeft tot de community. Bepaalde velden bieden drie niveaus van zichtbaarheid, terwijl andere minder niveaus bieden. • Medewerkers—Alleen leden van de interne organisatie kunnen weergeven. • Extern—Leden van de interne organisatie en externe leden, zoals klanten en partners, kunnen weergeven. Externe gebruikers zijn gebruikers met Community-, Klantportal- of Partnerportal-licenties. • Openbaar—Iedereen kan weergeven, inclusief gastgebruikers die openbaar toegankelijke pagina's weergeven, die geen inloggen vereisen. Gastgebruikers hebben toegang tot openbare pagina's in community's via de Guest User-licentie die aan elke site of community is gekoppeld. Het instellen van een veld in de API op true (waar) voor het object User (Gebruiker) maakt dit object zichtbaar voor het type gebruiker dat wordt aangegeven in de veldnaam (externe of gastgebruikers). Let op de volgende tips over de zichtbaarheid van uw contactgegevens. • Uw gekozen instellingen gelden voor elke community waarvan u lid bent. • Wanneer wordt verhinderd dat een gebruiker een contactgegevensveld weergeeft, zijn er verschillen tussen wat wordt weergegeven in de gebruikersinterface, en de API. – In de gebruikersinterface is het desbetreffende veld overal in uw profiel verborgen, waar het normaliter wordt weergegeven in een community. Als uw organisatie uw profielgegevens weergeeft op aangepaste Visualforce-pagina's, wordt het veld nog wel weergegeven, maar dan met de waarde #N.v.t.. – Een in de API op false (onwaar) ingesteld veld retourneert de waarde #N.v.t.. • Gegevens in verborgen velden voor een profiel kunnen niet worden doorzocht door andere partners en klanten in de community, maar kunnen wel worden doorzocht door gebruikers in de interne organisatie van het bedrijf.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Persoonlijke contactgegevens delen binnen community's | 155
Standaard zichtbaarheidsinstellingen voor contactgegevens Deze tabel geeft een overzicht van de standaard zichtbaarheidsinstellingen voor contactgegevens en van uw opties om de zichtbaarheid te beperken. Contactgegevens Standaard Plaats van Opties om de API-besturingselementen voor gebruikersobject zcihtbaarhed i instellen in de zichtbaarheid te gebruikersinterface beperken Voornaam Achternaam Bijnaam Info over mij
Openbaar Ga naar Uw naam > Contactgegevens bewerken en vervolgens naar Info
Iedereen ziet deze N.v.t. velden, tenzij uw beheerder weergave van de bijnaam inschakelt of een aangepaste pagina maakt die deze informatie weergeeft. Als uw beheerder de weergave van bijnamen heeft ingeschakeld, wordt op de meeste plaatsen uw bijnaam in plaats van uw voor- en achternaam weergegeven.
Functie
Extern
Ga naar Uw Medewerkers, UserPreferencesShowTitleToExternalUsers naam > extern of openbaar UserPreferencesShowTitleToGuestUsers Contactgegevens Opmerking: Wanneer de voorkeur van de bewerken en gastgebruiker wordt ingesteld op true (waar), vervolgens naar wordt het veld voor de functiebeschrijving zichtbaar Info voor externe leden, zelfs als de voorkeur van het externe lid is ingesteld op false (onwaar).
Profielfoto
Extern. Gebruikers zonder toegang zien de voorbeeldfoto.
Klik op uw Extern of openbaar UserPreferencesShowProfilePicToGuestUsers profielpagina op Bijwerken onder uw foto (of op Foto toevoegen als u nog geen foto hebt toegevoegd) en selecteer vervolgens Tonen in community's
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Persoonlijke contactgegevens delen binnen community's | 156
Contactgegevens Standaard Plaats van Opties om de API-besturingselementen voor gebruikersobject zcihtbaarhed i instellen in de zichtbaarheid te gebruikersinterface beperken met openbaar toegankelijke pagina's.
Plaats Land E-mail Fax Mobiele telefoon
Werknemers Ga naar Uw Medewerkers, naam > extern of openbaar Contactgegevens bewerken en vervolgens naar Contactpersoon
Opmerking: Voor elk paar voorkeuren waarmee de zichtbaarheid van een veld wordt bepaald, wordt, wanneer de voorkeur van de gastgebruiker is ingesteld op true (waar), het veld zichtbaar voor externe leden, zelfs als de voorkeur van het externe lid is ingesteld op false (onwaar).
Staat
UserPreferencesShowCityToExternalUsers
Adres
UserPreferencesShowCityToGuestUsers
Telefoon werk
UserPreferencesShowCountryToExternalUsers
Postcode
UserPreferencesShowCountryToGuestUsers UserPreferencesShowEmailToExternalUsers UserPreferencesShowEmailToGuestUsers UserPreferencesShowFaxToExternalUsers UserPreferencesShowFaxToGuestUsers UserPreferencesShowManagerToExternalUsers UserPreferencesShowManagerToGuestUsers UserPreferencesShowMobilePhoneToExternalUsers UserPreferencesShowMobilePhoneToGuestUsers UserPreferencesShowPostalCodeToExternalUsers UserPreferencesShowPostalCodeToGuestUsers UserPreferencesShowStateToExternalUsers UserPreferencesShowStateToGuestUsers UserPreferencesShowStreetAddressToExternalUsers UserPreferencesShowStreetAddressToGuestUsers UserPreferencesShowWorkPhoneToExternalUsers UserPreferencesShowWorkPhoneToGuestUsers
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Navigeren naar uw community's | 157
Navigeren naar uw community's U kunt gemakkelijk overschakelen tussen werken in uw interne organisatie en samenwerken met klanten of partners in community's. De globale koptekst is niet standaard beschikbaar; de beheerder voor uw organisatie moet deze inschakelen voor communityleden. Opmerking: Organisaties die Community's vóór Winter '14 hebben ingeschakeld, zien de nieuwe globale koptekst standaard wanneer zij Community's inschakelen.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Met het menu links kunt u schakelen tussen community's en uw interne organisatie. • Klik voor toegang tot community's vanuit uw organisatie op naast Naam organisatie in het vervolgkeuzemenu en selecteer de community waarnaar u wilt overschakelen. De vervolgkeuzelijst toont Actieve community's waarvan u lid bent. Als de machtiging "Community's maken en instellen" hebt, ziet u ook Voorbeeldcommunity's waarvan u lid bent. • Als u wilt terugkeren naar uw interne organisatie, klikt u op u de naam van uw organisatie.
naast Communitynaam in het vervolgkeuzemenu en selecteert
Interne gebruikers die geen lid zijn van een community, zien alleen de naam van het bedrijf. Externe gebruikers zien het vervolgkeuzemenu alleen, als ze tot meer dan één actieve community behoren. Opmerking: Als een externe gebruiker, die lid is van een Actieve community, de URL voor een Voorbeeld-community heeft gekregen, zal hij het vervolgkeuzemenu niet zien in de Voorbeeld-community. U kunt in meer dan één community tegelijk werken als u elke community opent in een eigen browsertabblad. Schakelen tussen uw interne organisatie en uw community's hoeft uw werkstroom niet te ontwrichten. U komt automatisch terug op de pagina waarop u het laatst werkte, waardoor u meteen kunt doorgaan waar u was gebleven. Opmerking: Als uw organisatie bezig is met het instellen van Mijn domein, maar nog niet klaar was met de implementatie van het nieuwe aangepaste domein, wordt u in plaats daarvan bij overschakelen van een community naar uw interne organisatie omgeleid naar de Salesforce-inlogpagina. Dit kan gebeuren wanneer u hebt ingelogd met behulp van een URL voor Mijn domein, die al wel is geregistreerd, maar nog niet is geïmplementeerd. Zodra uw domein is geïmplementeerd, leidt de selectie van uw organisatie in het vervolgkeuzemenu u naar de interne organisatie, zoals ook wordt verwacht. Het menu Uw naam aan de rechterzijde bevat koppelingen voor het bewerken van contactgegevens en voor het uitloggen. Bij interne gebruikers bevat het ook een koppeling naar Help en training, terwijl het ook koppelingen kan bevatten naar Set-up en andere tools, afhankelijk van gebruikersmachtigingen en ingeschakelde voorzieningen. Als uw organisatie Lightning Experience gebruikt, kunnen gebruikers met de juiste machtiging met de Selector schakelen tussen Salesforce Classic en de nieuwe interface. Zoek de koppeling Naar Lightning Experience overschakelen in het menu Uw Name. Salesforce Community's wordt momenteel niet
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Zoekwerking in community's | 158
ondersteund in Lightning Experience, dus als een gebruiker overschakelt, zal deze de globale koptekst en de community's niet zien. Voor toegang tot diens community's moet naar Salesforce Classic worden teruggeschakeld. ZIE OOK: Overzicht van Salesforce-community's
Zoekwerking in community's Doorgaans leveren zoekopdrachten binnen een community resultaten op, die specifiek voor die community zijn. Zoekwerking is ook afhankelijk van het feit of Chatter is ingeschakeld in uw organisatie. Als Chatter is ingeschakeld in uw organisatie, zijn Globaal zoeken en contextueel zoeken in feeds standaard ingeschakeld in alle community's. • Met Globaal zoeken kunnen gebruikers zoeken naar records, bestanden, mensen, groepen, onderwerpen en posts en opmerkingen van feeds. •
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Zoeken in feeds ( ) is handig wanneer gebruikers willen zoeken naar informatie binnen de context van een specifieke feed, zoals in groepen, in het profiel van een gebruiker, in een recordfeed of in de communityfeed.
Als Chatter niet is ingeschakeld, is Zoeken via zijbalk ingeschakeld in alle community's. • Zoeken via zijbalk ondersteunt geen zoekopdrachten naar items die specifiek zijn voor Chatter, zoals feeds, groepen, bestanden, onderwerpen en gebruikersprofielen. Zoekwerking in community's is anders dan zoekopdrachten in de interne organisatie: • Over het algemeen leveren zoekopdrachten binnen een community overeenkomsten op vanuit die community. Voor het zoeken van items uit een andere community moeten gebruikers de huidige community verlaten en vanuit een andere community gaan zoeken. • In zoekresultaten in een community kunnen gebruikers zien waartoe ze toegang hebben, door middel van hun profielen of machtigingensets, naast wat expliciet met ze wordt gedeeld in de community. Dit kan interne bedrijfsinhoud en -records bevatten, welke niet expliciet worden gedeeld in de community. Als het profiel van de gebruiker bijvoorbeeld alleen toegang tot accountgegevens toestaat en als het tabblad Accounts niet zichtbaar is gemaakt in de community, heeft de gebruiker toch toegang tot accountgegevens vanuit de zoekresultaten. • Voor zoekopdrachten naar gebruikers die worden uitgevoerd door externe communityleden, voeren Globaal zoeken en Uitgebreide zoekopdrachten (met de optie Alle velden geselecteerd) een query uit op de volgende beperkte set velden: – Naam – Gebruikersnaam – Gebruikers-ID – Hoofdtekst – E-mail – Telefoon – Aangepaste velden Als bijvoorbeeld een lid van een externe community zoekt naar een gebruiker, John Doe, op diens alias, jdoe, en als die term niet voorkomt in een van de doorzoekbare velden, wordt de gebruiker John Doe niet opgenomen in zoekresultaten. • Zoekresultaten voor records en bestanden zijn niet beperkt tot gegevens die zichtbaar zijn gemaakt binnen de community. Recordzoekresultaten omvatten alle records waartoe een gebruiker toegang heeft binnen en voor alle community's, inclusief de
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Kennisgevingen per e-mail voor uw community beheren | 159
interne records van de organisatie als ze daartoe toegang hebben. Bij zoekopdrachten voor bestanden kunnen gebruikers het volgende zien: – Bestanden waarvan ze eigenaar zijn – Bestanden die rechtstreeks met ze zijn gedeeld – Bestanden waartoe ze toegang hebben in een bibliotheek – Bestanden die zijn gepost naar een record waartoe ze toegang hebben – Bestanden die zijn gepost naar groepen of zijn gedeeld met die community • Voor het inschakelen van zoekresultaatfilters voor een object in een community moet de beheerder deze inschakelen voor dat object vanuit de interne organisatie.
Kennisgevingen per e-mail voor uw community beheren Gebruik kennisgevingen per e-mail om op de hoogte te blijven van belangrijke updates in community's.
EDITIONS
U kunt er voor kiezen om kennisgevingen per e-mail te ontvangen telkens wanneer iemand post naar uw profiel, na u opmerkingen maakt over een post waarover u opmerkingen hebt gemaakt, post naar een groep waarvan u lid bent, enzovoort. Voorkeuren voor kennisgevingen per e-mail worden ingesteld per community.
Beschikbaar in: Salesforce Classic
Voor het instellen van uw e-mailvoorkeuren gaat u naar uw profielpagina binnen een community,
Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
klikt u op de vervolgkeuzeknop ( ) in de rechterbovenhoek en selecteert u Mijn instellingen; vervolgens klikt u op E-mailinstellingen. U kunt afzonderlijke kennisgevingen in- of uitschakelen. Uw gekozen instellingen gelden alleen voor de huidige community. Als u nog niet tot groepen behoort, ziet u de optie voor het instellen van groepen op deze pagina pas nadat u lid bent geworden van uw eerste groep. U kunt ook uw groeps-e-mailvoorkeuren instellen met behulp van de vervolgkeuzelijst E-mail me... op de pagina van elke groep. U kunt ervoor kiezen om een dagelijkse of wekelijkse samenvatting per e-mail te ontvangen, of een e-mailbericht telkens wanneer iemand post. Deze optie is zichtbaar wanneer u een groepslid bent. Uw e-mailopties zijn gelijk aan de Chatter-e-mailinstellingen in uw interne organisatie onder uw persoonlijke instellingen (Uw Naam > Mijn instellingen > E-mailinstellingen voor Chatter Free-gebruikers). Binnen community's moet u echter op de volgende verschillen letten. • De standaardfrequentie voor kennisgevingen voor nieuwe groepen waarvan u lid wordt, kan niet worden ingesteld via de gebruikersinterface. Deze kan alleen worden ingesteld via Salesforce-API's (SOAP-API en REST-API). • Persoonlijke samenvattingen zijn momenteel niet beschikbaar. • Als uw community Chatter-berichten heeft ingeschakeld, ontvangt u een kennisgeving van bestandsdelingen in een privébericht. Als Chatter-berichten niet zijn ingeschakeld, blijft u kennisgevingen per e-mail ontvangen over bestandsdelingen. • De optie Signaleert een item als ongepast wordt wel weergegeven voor alle leden van de community, maar verzendt alleen kennisgevingen als: – U moderator bent (met de machtiging "Feeds van community's modereren") en een lid een post, opmerking of betand signaleert, waartoe u toegang hebt – U groepseigenaar of beheerder bent en een lid een post, opmerking of bestand in uw groep signaleert
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 160
Wie kan wat zien in community's Community's bevatten diverse typen gebruikers die verschillende toegangsniveaus nodig hebben. Wat gebruikers zien, is afhankelijk van diens gebruikerstype en van welke tabbladen de beheerder selecteert bij het maken van de community. De hieronder aangegeven werking houdt ook geen rekening met updates aan uw model voor delen of met het delen door gebruikers. Beheerder of Salesforce-gebruiker met de machtiging "Community's maken en instellen"
Salesforce Community-lid (alle Salesforce-licenties inclusief Chatter Free en Chatter Only)
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
Community's beheren Kan tabbladen en Niet beschikbaar in Salesforce "branding" maken en aanpassen, leden toevoegen of verwijderen, en een community (de)activeren. Gebruiker moet ook de machtiging "Toepassing aanpassen" hebben om community's te maken of aan te passen.
Niet beschikbaar
Globale header
De vervolgkeuzelijst in de globale header toont een lijst van community's die de gebruiker heeft gemaakt of waartoe de gebruiker toegang heeft.
De vervolgkeuzelijst in de globale header toont een lijst van community's die de gebruiker heeft gemaakt of waartoe de gebruiker toegang heeft. Koppelt ook terug naar diens interne organisatie.
De vervolgkeuzelijst in de globale header toont een lijst van community's die de gebruiker heeft gemaakt of waartoe de gebruiker toegang heeft. Koppelt ook terug naar diens interne organisatie.
Heeft geen toegang tot community's met Heeft toegang tot de Heeft geen toegang de status set-up voor alle tot community's met Niet-actief. Kan community's, de status community's zien in de ongeacht de status. Niet-actief. Kan status Voorbeeld Kan community's zien community's zien in de als er een koppeling status Voorbeeld voorhanden is. in de status als er een koppeling Voorbeeld. voorhanden is.
EDITIONS Beschikbaar in: Salesforce Classic Beschikbaar in: Enterprise, Performance, Unlimited en Developer Edition
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 161
Beheerder of Salesforce-gebruiker met de machtiging "Community's maken en instellen"
Salesforce Community-lid (alle Salesforce-licenties inclusief Chatter Free en Chatter Only)
Menu Uw naam in Globale header
Zelfde als interne organisatie.
Zelfde als interne organisatie.
Menu Communitybeheer in Globale header
Beheerders en gebruikers met "Community's beheren" kunnen het menu zien en daarmee een voorbeeld van de community weergeven of de communityinstellingen openen in Communitysamensteller, Site.com Studio en Force.com. De optie Communitysamensteller wordt niet weergegeven voor community's die met de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce zijn gemaakt.
Gebruikers met "Community's Niet beschikbaar beheren" kunnen het menu zien en daarmee een voorbeeld van de community weergeven of de Communitysamensteller, Site.com Studio en Force.com openen.De optie Communitysamensteller wordt niet weergegeven voor community's die met de sjabloon Salesforce-tabbladen + Visualforce zijn gemaakt.
Dit menu wordt alleen binnen Communitybeheer weergegeven.
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
Kan een menu Mijn instellingen, Chatter Free-gebruikers zien een een menu Contactgegevens bewerken en een koppeling om menu Mijn instellingen, een uit te loggen zien. Voor externe menu Contactgegevens bewerken en een koppeling om gebruikers opent het menu Mijn instellingen een overlay, waarin uit te loggen. Voor Chatter Free-gebruikers opent het menu zij locatie-instellingen, beveiligingsinstellingen, Mijn instellingen een overlay, waarin zij locatie-instellingen, e-mailinstellingen en goedgekeurde verbindingen beveiligingsinstellingen, kunnen bijwerken. Deze e-mailinstellingen en instellingen gelden voor alle goedgekeurde verbindingen community's waartoe gebruikers kunnen bijwerken. Deze toegang hebben. Deze overlay instellingen gelden voor de wijkt af van de pagina Mijn gehele interne organisatie en instellingen die andere interne alle community's waartoe gebruikers zien als de organisatie gebruikers toegang hebben. de verbeterde Deze overlay wijkt af van de gebruikersinterface voor Set-up pagina Mijn instellingen die andere interne gebruikers zien heeft ingeschakeld. als de organisatie de verbeterde gebruikersinterface voor Set-up heeft ingeschakeld.
Dit menu wordt alleen binnen Communitybeheer weergegeven.
Salesforce-community's instellen en beheren
Beheerder of Salesforce-gebruiker met de machtiging "Community's maken en instellen"
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 162
Salesforce Community-lid (alle Salesforce-licenties inclusief Chatter Free en Chatter Only)
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
Salesforce Online Help
Kan Salesforce Online Help zien. Standaard Salesforce-gebruiker Niet beschikbaar ziet Salesforce Online Help. Chatter Free-gebruiker ziet Help voor Chatter.
Mensen
Kan alle anderen in de community zien, en vice versa.
Profielen en bewegingen met de muisaanwijzer bij mensen
Kan alle velden met contactpersoonsgegevens zien (zoals Functie, Telefoon werk en E-mail) op profielen van alle communityleden. Bij bewegingen met de muisaanwijzer bij mensen ziet de gebruiker altijd de velden Functie, Telefoon werk en Mobiel nummer van leden.
Kan de velden Voornaam, Achternaam en Bijnaam van alle leden alsook profielfoto's zien, maar ziet alleen velden met extra contactgegevens, waarvan leden hebben aangegeven dat deze aan externe gebruikers moeten worden getoond. Standaard wordt Functie wel getoond, maar alle andere velden niet. Bij bewegingen met de muisaanwijzer bij mensen ziet de gebruiker alleen de velden Functie, Telefoon werk en Mobiel nummer als het lid ervoor heeft gekozen om deze te tonen.
Records (zoals accounts, leads, opportunities)
Kan records zien waartoe deze toegang heeft (op basis van regels voor delen) binnen alle community's en hun interne organisatie.
Kan records zien waartoe deze toegang heeft (op basis van regels voor delen en machtigingen) binnen alle community's.
Dashboards en rapporten
Kan dashboards en rapporten weergeven en maken
Standaard Salesforce-gebruiker ziet records waartoe deze toegang heeft (op basis van regels voor delen) binnen alle community's en hun interne organisatie. Chatter Free-gebruiker heeft geen toegang tot records.
Gebruikers met Partner community- of Partnerportal-licenties kunnen dashboards en rapporten weergeven voor objecten en records die een privémodel voor delen hebben EN waartoe de gebruiker toegang heeft, ongeacht de huidige community. Partner
Salesforce-community's instellen en beheren
Beheerder of Salesforce-gebruiker met de machtiging "Community's maken en instellen"
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 163
Salesforce Community-lid (alle Salesforce-licenties inclusief Chatter Free en Chatter Only)
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie) Community-gebruikers kunnen dashboards niet vernieuwen. Gebruikers met Klantportal- of Klantcommunity-licenties hebben geen toegang tot dashboards en rapporten.
Salesforce Knowledge-artikelen Salesforce Knowledge-gebruikers, machtiging Lezen voor het artikeltype en zichtbaarheid voor de categorie.
Salesforce Zichtbaarheid voor de categorie Knowledge-gebruikers, van het artikel. machtiging Lezen voor het artikeltype en zichtbaarheid voor de categorie van het artikel.
Chatter-zichtbaarheid
Groepen
Salesforce-beheerder
Salesforce Community-lid (alle Salesforce-licenties inclusief Chatter Free en Chatter Only)
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
Binnen een community kan de gebruiker wel alle groepen voor die community zien en er lid van worden, maar kan deze geen groepen zien uit andere community's waartoe deze behoort, of uit diens interne organisatie.
Binnen een community kan de gebruiker wel alle groepen voor die community zien en er lid van worden, maar kan deze geen groepen zien uit andere community's waartoe deze behoort, of uit diens interne organisatie.
Binnen een community kan een gebruiker wel alle groepen in de community zien en er lid van worden, maar kan deze geen groepen zien uit andere community's waarvan deze lid is.
Kan nieuwe groepen maken. In groepen waarvan de gebruiker lid is, kan deze posten, opmerkingen maken, bestanden of koppelingen posten, of de post van iemand anders delen.
Kan nieuwe groepen maken. In groepen waarvan de gebruiker lid is, kan deze posten, opmerkingen maken, bestanden of koppelingen posten, of de post van iemand anders delen.
Beheerders kunnen ook bepalen of gebruikers in de organisatie en externe gebruikers nieuwe groepen kunnen maken via de gebruikersmachtiging "Nieuwe Chatter-groepen maken en hiervan eigenaar worden".
Kan nieuwe groepen maken. In groepen waarvan de gebruiker lid is, kan deze posten, opmerkingen maken, bestanden of koppelingen posten, of de post van iemand anders delen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Salesforce-beheerder
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 164
Salesforce Community-lid (alle Salesforce-licenties inclusief Chatter Free en Chatter Only)
Bestanden
Ongeacht de huidige community kunnen gebruikers Chatter-bestanden zien, waarvan ze eigenaar zijn, die rechtstreeks met ze zijn gedeeld, waartoe ze toegang hebben in een bibliotheek, of die zijn gepost naar een record waartoe ze toegang hebben.
Profielen
Kan profielen zien van alle leden in de huidige community.
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
Ongeacht de huidige community kunnen gebruikers bestanden zien, waarvan ze eigenaar zijn, die rechtstreeks Bestanden die zijn gepost naar groepen en zijn gedeeld met een met ze zijn gedeeld, of waartoe ze toegang hebben in een gehele community, kunnen alleen in die community worden bibliotheek. Portalgebruikers weergegeven. zien bestanden die zijn gepost naar records waartoe ze toegang hebben, tenzij de post voor de record is aangeduid met "Uitsluitend intern". Kan profielen zien van alle leden in de huidige community. Kan geen profielen zien van gebruikers in de interne organisatie. Profielzichtbaarheid dwingt delen onder gebruikers af.
Aanbevelingen
Gebruiker ontvangt aanbevelingen voor mensen, groepen, bestanden en records voor alleen de huidige community.
Activiteit en invloed
Kan activiteitstatistieken en invloed voor de huidige community zien.
Kennisgevingen per e-mail
Voorkeuren voor kennisgevingen per e-mail worden ingesteld per community. Binnen een community kunnen gebruikers hun Chatter-kennisgevingen per e-mail bepalen in hun persoonlijke instellingen.
Kan activiteitstatistieken en invloed voor de huidige Alle activiteit voor records, zoals posts en opmerkingen, telt mee community zien. voor de interne organisatie van de gebruiker, maar niet voor de Alle activiteit voor records, zoals community waarin de activiteit heeft plaatsgevonden. posts en opmerkingen, telt niet mee voor de activiteitstatistieken en invloed van de gebruiker. Voorkeuren voor kennisgevingen per e-mail worden ingesteld per community. Binnen een community kunnen standaard Salesforce-gebruikers hun Chatter-kennisgevingen per e-mail bepalen in hun Kan voor hun interne organisatie persoonlijke instellingen. kennisgevingen per e-mail Kan voor hun interne organisatie bepalen vanuit hun persoonlijke kennisgevingen per e-mail instellingen. (Geef Chatter bepalen vanuit hun persoonlijke
Voorkeuren voor kennisgevingen per e-mail worden ingesteld per community. Binnen een community kunnen externe gebruikers hun Chatter-kennisgevingen per e-mail bepalen onder Uw naam > Mijn instellingen > E-mailinstellingen. Portalgebruikers kunnen op de pagina van elke groep ook
Salesforce-community's instellen en beheren
Salesforce-beheerder
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 165
Salesforce Community-lid (alle Salesforce-licenties inclusief Chatter Free en Chatter Only)
op in het vak Snel zoeken instellingen. (Geef Chatter en selecteer vervolgens op in het vak Snel zoeken Kennisgevingen per e-mail.) en selecteer vervolgens Binnen een community kunnen Kennisgevingen per e-mail.) gebruikers op de pagina voor elke groep groepskennisgevingen per e-mail bepalen. Samenvattingen van persoonlijke Chatter-e-mail worden niet ondersteund in community's. Groepssamenvattingen worden ondersteund, maar de optie voor ontvangst van kennisgevingen per e-mail voor elke post wordt uitgeschakeld wanneer de groep 10.000 leden overschrijdt. Alle leden die deze optie hadden geselecteerd, worden automatisch overgezet naar dagelijkse samenvattingen.
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie) groepskennisgevingen per e-mail bepalen.
Samenvattingen van persoonlijke Chatter-e-mail worden niet ondersteund in Chatter Free-gebruiker kan community's. Chatter-e-mailberichten voor Groepssamenvattingen worden diens community's bepalen ondersteund, maar de optie voor onder Uw naam > Mijn ontvangst van kennisgevingen instellingen > E-mailinstellingen. De gekozen per e-mail voor elke post wordt instellingen gelden alleen voor uitgeschakeld wanneer de groep 10.000 leden overschrijdt. Alle de huidige community. Binnen een community kunnen leden die deze optie hadden geselecteerd, worden alle gebruikers op de pagina automatisch overgezet naar voor elke groep dagelijkse samenvattingen. groepskennisgevingen per e-mail bepalen. Samenvattingen van persoonlijke Chatter-e-mail worden niet ondersteund in community's. Groepssamenvattingen worden ondersteund, maar de optie voor ontvangst van kennisgevingen per e-mail voor elke post wordt uitgeschakeld wanneer de groep 10.000 leden overschrijdt. Alle leden die deze optie hadden geselecteerd, worden automatisch overgezet naar dagelijkse samenvattingen.
Onderwerpen
Kan alleen voor de huidige community hashtagonderwerpen en Chatter-onderwerpen zien, inclusief onderwerpen in feeds, de lijst van onderwerpen, onderwerpdetailpagina's, Trending Topics en onderwerpen van Recent over gesproken.
Favorieten
Kan in de huidige community favorieten voor zoekopdrachten, onderwerpen en lijstweergaven toevoegen.
Chatter-berichten
Kan in diens lijst van Kan in diens lijst van Kan in de lijst van Chatter-berichten privéberichten Chatter-berichten privéberichten Chatter-berichten van de zien, die deze heeft verzonden zien, die deze heeft verzonden gebruiker alle berichten zien die
Kan alleen in de huidige community favorieten toevoegen.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 166
Salesforce-beheerder
Salesforce Community-lid (alle Salesforce-licenties inclusief Chatter Free en Chatter Only)
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
of ontvangen in diens interne organisatie en in alle community's waarvan deze lid is.
of ontvangen in diens interne organisatie en in alle community's waarvan deze lid is.
deze heeft verzonden of ontvangen van elke community waarvan deze lid is.
Kan wel een Chatter-bericht verzenden naar een lid van een gemeenschappelijke community, maar moet het bericht initiëren binnen de community waarvan de doelgebruiker lid is.
Kan wel een Chatter-bericht verzenden naar een lid van een gemeenschappelijke community, maar moet het bericht initiëren binnen de community waarvan de doelgebruiker lid is.
Beheerders met de machtigingen "Chatter-berichten beheren" en "API ingeschakeld" kunnen berichten verwijderen. Met de API kunnen gebruikers Chatter-berichten verzenden binnen community's. Messenger (Chat)
Kan wel een Chatter-bericht verzenden naar een lid van een gemeenschappelijke community, maar moet het bericht initiëren binnen de community waarvan de doelgebruiker lid is. Chatter-berichten worden geopend via het tabbladChatter, dat voor externe communityleden mogelijk is uitgeschakeld. Beheerders dienen ervoor te zorgen dat het tabblad Chatter is ingeschakeld bij het gebruik van Chatter-berichten in community's.
Messenger is niet beschikbaar bij Community's.
Zichtbaarheid voor feeds De volgende tabel toont wat elk type gebruiker kan doen of zien in Chatter-feeds binnen een community.
Posten voor een record
Salesforce-beheerder
Salesforce Communitylid
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
Kan posten voor alle records binnen de community.
Kan posten voor alle records Kan posten voor alle records binnen de community waartoe binnen de community waartoe de gebruiker toegang heeft. de gebruiker toegang heeft.
Een post voorzien van bladwijzer Kan posts binnen de huidige community van een bladwijzer voorzien. De met een bladwijzer aangegeven feed kan alleen posten vanuit de huidige community. Iemand vermelden
Kan mensen vermelden, die specifiek zijn voor de huidige community. De gebruiker kan geen externe gebruiker voor een interne post vermelden.
Kan mensen vermelden, die specifiek zijn voor de huidige community.
Salesforce-community's instellen en beheren
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 167
Salesforce-beheerder
Salesforce Communitylid
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
Een post delen (opnieuw posten)
Kan een post alleen in de huidige community delen.
Onderwerpen toevoegen aan een post
Kan hashtagonderwerpen en Chatter-onderwerpen toevoegen aan alle posts binnen de huidige community. Onderwerpen zijn specifiek voor de huidige community en zijn niet toegankelijk vanuit een andere community.
Zichtbaarheid bij zoekopdracht De zoekwerking in community's wijkt enigszins af van de zoekopdracht in de interne organisatie. Zoekresultaten volgen standaard voor alle items de regels voor delen. De volgende tabel beschrijft wat elk type gebruiker in een community kan zien in zoekresultaten. Zoekresultaten voor
Beheerder
Salesforce Communitylid
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
Mensen
Mensen die specifiek zijn voor de huidige community.
Gebruikers
• Gegevens in verborgen velden voor een profiel kunnen niet worden doorzocht door andere partners en klanten in de community, maar kunnen wel worden doorzocht door gebruikers in de interne organisatie van het bedrijf. • Portalgebruikers kunnen niet zoeken naar gebruikers in de community wanneer Zoeken via zijbalk is ingeschakeld. • Wanneer externe communityleden zoeken naar gebruikers, voeren Globaal zoeken en uitgebreide opzoekopdrachten van gebruikers (met de optie Alle velden geselecteerd) een query uit op de volgende beperkte set velden voor gebruikersrecords: – Naam – Gebruikersnaam – Gebruikers-ID – Hoofdtekst – E-mail – Telefoon – Aangepaste velden
Groepen
Groepen die specifiek zijn voor de huidige community.
Bestanden
Zichtbaarheid in de huidige community: • Bestanden in eigendom • Bestanden die worden gedeeld met de gebruiker in een openbare of privégroep
Zichtbaarheid in de huidige community: • Bestanden in eigendom
Salesforce-community's instellen en beheren
Zoekresultaten voor
Beheerder
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 168
Salesforce Communitylid
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
• Bestanden die worden gedeeld met de gehele community • Bestanden die worden gedeeld met de gebruiker Zichtbaarheid in een willekeurige community: in een openbare of • Bestanden die zijn gepost voor toegankelijke records en privégroep recordfeeds • Bestanden die worden • Salesforce CRM Content-bibliotheekbestanden waartoe de gedeeld met de gehele gebruiker toegang heeft community Bestanden die eigendom zijn van een gebruiker, zijn altijd Zichtbaarheid in een zichtbaar in de zoekresultaten van die gebruiker, ongeacht de willekeurige community: manier waarop ze zijn geüpload. • Bestanden die zijn gepost voor toegankelijke records en recordfeeds (tenzij het bestand dat is gepost voor de record, is aangeduid als "Uitsluitend intern") • Salesforce CRM Content-bibliotheekbestanden waartoe de gebruiker toegang heeft Bestanden die eigendom zijn van een gebruiker, zijn altijd zichtbaar in de zoekresultaten van die gebruiker, ongeacht de manier waarop ze zijn geüpload. Onderwerpen
Onderwerpen die specifiek zijn voor de huidige community.
Feeds
Feedposts en opmerkingen van binnen de community waarin de zoekopdracht wordt uitgevoerd. Globaal zoeken retourneert gegevens uit alle feedcontexten. Contextueel zoeken in feeds ( ) retourneert gegevens van binnen de context waarin de zoekopdracht is uitgevoerd, bijvoorbeeld vanuit de feed op het profiel, in een record of in een groep van een gebruiker. Voor het vinden van informatie in een andere communityfeed moeten gebruikers zoeken vanuit die community.
Automatisch invullen bij zoeken
Recent geopende items die specifiek zijn voor de huidige community.
Records (accounts, contactpersonen, Volledige zichtbaarheid voor alle Zichtbaarheid voor alle leads enzovoort) items binnen alle community's en items waartoe de gebruiker de interne organisatie. toegang heeft middels diens gebruikersprofiel of machtigingensets, binnen
Zichtbaarheid voor alle items waartoe de gebruiker toegang heeft middels diens gebruikersprofiel of machtigingensets, binnen alle community's.
Salesforce-community's instellen en beheren
Zoekresultaten voor
Beheerder
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 169
Salesforce Communitylid
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
alle community's en de interne organisatie. Opzoekopdrachten van de gebruiker Alle gebruikers binnen alle community's en in de interne voor records organisatie.
Gebruikers die lid zijn van alle community's waarvan ook de gebruiker lid is, en van andere externe gebruikers die aan dezelfde externe account zijn gekoppeld. Gebruikers met partnerportallicenties zien ook de eigenaar van de portalaccount. De lijst Recent weergegeven gebruikers van de zoekopdracht toont alle gebruikers waartoe in alle community's toegang is verkregen. Als delen van gebruikers is ingeschakeld in uw organisatie, kan deze werking variëren, afhankelijk van de manier waarop deze functie is geconfigureerd. Bij externe communityleden zoeken uitgebreide opzoekopdrachten van gebruikers binnen een beperkte set velden wanneer de optie Alle velden is geselecteerd.
Opzoekopdrachten voor records
Volledige zichtbaarheid voor alle Zichtbaarheid voor alle items binnen alle community's en items waartoe de gebruiker uw interne organisatie. toegang heeft middels diens gebruikersprofiel of machtigingensets, binnen alle community's en uw interne organisatie.
Zichtbaarheid voor alle items waartoe de gebruiker toegang heeft middels diens gebruikersprofiel of machtigingensets, binnen alle community's.
Zoekopdrachten in Communitybeheer
Nee Zoekopdrachten in Communitybeheer retourneren in eerste instantie de items die u het recentst hebt weergegeven binnen de community. Als u een
Nee
Salesforce-community's instellen en beheren
Zoekresultaten voor
Beheerder
Gebruikershandleiding | Wie kan wat zien in community's | 170
Salesforce Communitylid
Extern communitylid (Klantportal-, Partnerportal-, Partner Community- of Klantcommunity-licentie)
Salesforce Knowledge-gebruikers, machtiging Lezen voor het artikeltype en zichtbaarheid voor de categorie van het artikel.
Zichtbaarheid voor de categorie van het artikel.
object zoekt dat niet in de lijst Recent bekeken documenten voorkomt, kunt u de hele objectnaam of een deel daarvan typen en opnieuw zoeken. Salesforce Knowledge-artikelen
Salesforce Knowledge-gebruikers, machtiging Lezen voor het artikeltype en zichtbaarheid voor de categorie.
ZIE OOK: Overzicht van Salesforce-community's
INDEX A Aangepast domein 39 Aangepaste URL 39 Authenticatie Community's 73
B bijnamen inschakelen 29
C Casefeed portalposts maken 58 Chatter Antwoorden inschakelen in community's 60 Chatter Vragen Inschakelen in community's 59 community's Globaal zoeken 158 planning 1 zoeken 158 zoeken in feeds 158 zoeken via zijbalk 158 Community's "branding" 23, 43 aanbevelingen 132 aangepaste pagina's 42 aanpassen 17 aanpassen met Force.com Sites 82 aanpassen met Site.com 81 activeren 33 activiteit bijhouden 152 authenticatie 73, 76–77 beheer 110, 116, 142 berichten beheren 124 beschrijving 35 bestanden beheren 123 beveiliging 73, 76–77 cases inschakelen voor externe gebruikers 51 Chatter Antwoorden instellen 60 Chatter Vragen instellen 59 communitygebruikers met groot volume beheren 8 Communitysamensteller 80 dashboards maken voor communitymanagers 141 dashboards voor communitymanagers 140
Community's (vervolg) deactiveren 36 e-mail 24 een vak Globaal zoeken toevoegen 40 een voorbeeld-URL delen 33 Externe gebruikers 38 communitywachtwoorden opnieuw instellen 38 foutpagina’s 31 gebruikers maken 11 gesignaleerde items beheren 122 globale header 31, 157 goedkeuringen voor externe gebruikers 72 groepen voor delen 10 Hoofddashboard Communitybeheer 141 Ideeën instellen 70 info 1 info over communitygebruikers met groot volume 7 inloggen 42–43 inschakelen 2 Insights 143, 145 Insights, inschakelen 144 Insights, maken 145 Insights, weergeven 147 instellingen 35 kennisgevingen per e-mail 159 kennisgevingen per e-mail instellen 159 leads inschakelen voor partnergebruikers 71 leden 18 lijstweergave van records maken 99 maken 15 mensen met kennis 28 moderator 113–114 modereren 117–118, 122–124 modereringscriteria 119 modereringsregels 120 modereringsuitvoering 121 naam 35 navigeren naar 157 onderwerpen 126, 129–132 openbare toegang 30 persoonlijke contactgegevens delen 154 persoonsaccounts 49 privébericht 28 rapportage 152 rapportage voor externe gebruikers 151
Index
Community's (vervolg) rapporten, maken 151 rapportopties voor externe gebruikers 5 recorddetails delen 101 recordgegevens delen 98 Records van portalgebruikers met groot volume delen 10 reputatie 133 reputatie inschakelen 134 reputatie, berekening 138 reputatieniveaus 136 reputatiepunten 137 Salesforce Knowledge 69 samenvoegvelden 26 search engine optimization (optimalisering voor zoekmachines) 41 SEO 41 sjabloon, overwegingen 38, 106 sjabloon, wijzigen 37 standaardrollen 4 statussen 34 supergebruikerstoegang 5, 14 supergebruikerstoegang voor klantgebruikers 14 Tabblad Chatter 22 tabbladen 20 tips voor het gebruik van Site.com 81 triggers voor modereren 125 typen moderators 113 uitloggen 42, 46–47, 83–84 URL 35 voorbeeldweergaven 33 voorkeuren 28 wachtwoorden van externe gebruikers 38 weergave van bijnamen inschakelen 29 wie kan wat zien 160 zelfregistratie 42–43, 48–49 Community's modereren triggers voor het signaleren van items definiëren 125 Community's-gebruikers cases inschakelen voor 51 leads inschakelen voor 71 maken 11 Communitybeheer 110 Communitycasefeed 52, 54–56 Communitygebruikers beheer delegeren 13 Communitygebruikers met groot volume gebruikers beheren 8 records delen 10 sets delen 8
Communitygebruikers met groot volume (vervolg) toegang tot records verlenen 8 Communityinstellingen 107 Communityleden bijwerken met de API 20 Communitymanager toewijzen 112 Communitymanagers dashboards inschakelen voor 140 dashboards maken voor 141 Insights, inschakelen 144 Insights, maken 145 Insights, weergeven 147 Communitysamensteller "branding" 91 lijstweergave van records maken 99 navigeren 90 publiceren 105 recorddetailpagina maken 101 recordgegevens delen 98 voorbeeld 104 voorkeuze-instellingen voor apparaten 104 Communitysjablonen selfservice 108 Sjablonen 108 selfservicecommunity's 108 Communitysjabloon 105
D Delen records van communitygebruikers met groot volume 10 Delende groepen Community's 10
E Escaleren naar case toegang 64
F Force.com Sites gebruiken bij community's 82
G Gastgebruikersprofiel 107 gedelegeerd beheer communitygebruikers 13 Globale header voor Community's 31
Index
I Ideeën inschakelen in community's 70 Inloggen bij community's aanpassen 44 authenticatieleveranciers 44 SAML 44 Single Sign-On 44 Inlogpagina aangepaste toevoegen 45 Insights 143 Instellingen, algemene 107
K Kennisgevingen per e-mail Community's 159
L Landingspagina community's aangepaste 85 Lay-out Actie aanpassen 65
M Moderator Community's 114 Moderators berichten beheren 124 bestanden beheren 123 gesignaleerde items beheren 122 Modereren Community's 118
O Onderwerpen aan artikelen toevoegen 131 samenvoegen 130 vertalen 132 Openbare pagina's 86
P pagina's aanpassen 83 Portalgebruikers met groot volume records of gebruikers delen 6
Processamensteller 66 Profiel, gastgebruiker 107
R Reputatie in community inschakelen 134
S Salesforce Community's Dashboards-pakket installeren 148 upgrade 148 Salesforce Knowledge Community's 69 Salesforce1 aanbevelingen in feed 132 service not available, service niet beschikbaar 83 Set-up van Community's kiezen tussen tabbladen en de Communitysamensteller 21 Sets delen bewerken 8 maken 8 overzicht 6 Site.com gebruiken bij community's 81 tips voor community's 81 Sjabloon, bijwerken 105
V Vraag uit Chatter 63 Vraag-naar-Case inschakelen 63 processen 66 werkstromen 66 Vraag-naar-Case escaleren 64
W Wachtrijen 65
Z Zelfregistratie Apex-controller 50 zelfregistratie bij community persoonsaccounts maken 49 Zichtbaarheid van casepost 56