CT Kwaliteitshandboek ____________________________________________________________________________
Kwaliteitshandboek CT 1e uitgave 1 februari 2006
Vastgesteld door Dr.C.L.M. Pouw, Opleidingsdirecteur CT, na positief advies van de Opleidingscommissie CT
De versie die op intranet staat is geldig. Een papieren versie daarvan is beschikbaar bij Bureau Onderwijszaken. Kenmerk: 060062/TNW-CT/hgl Inlichtingen, opmerkingen, voorstellen voor wijzigingen: Coördinator Kwaliteitszorg CT, H.J. van den Hengel, Horst T611, tel.2958,
[email protected] © 2006 Universiteit Twente, Faculteit TNW, Opleiding Chemische Technologie. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
1
CT Kwaliteitshandboek ____________________________________________________________________________
Kwaliteitszorg in het kort Kwaliteitszorg heeft ten doel de kwaliteit te bewaken en waar nodig of mogelijk te verbeteren. Kwaliteit heeft te maken met de doelen (wat we willen bereiken) en de mate waarin we slagen om die doelen te bereiken (effectiviteit). Daarnaast is productiviteit een aspect van kwaliteit. Om de kwaliteit in beeld te krijgen worden verschillende evaluatie-instrumenten ingezet: 1. WO-monitor Afgestudeerden in hun eerste of tweede baan geven aan of ze voldoende zijn geëquipeerd voor een academische technische functie in het CT-domein. • Als afgestudeerden geen werk krijgen of niet op niveau, dan is er iets mis met de aansluiting opleiding-werkveld. Dat hoeft niet aan inhoud of niveau van de opleiding te liggen, maar dit signaal is wel reden om dat serieus te bekijken. • Als afgestudeerden wel werk vinden op het juiste niveau binnen het CT-domein, dan is het interessant om te weten of ze – terugkijkend - vinden dat de opleiding ze de juiste kennis en vaardigheden heeft bijgebracht. • Vaak geeft de monitor tegelijkertijd informatie over de juistheid van de doelstellingen en het al dan niet bereiken ervan. 2. Exit-enquête Degenen die op het punt staan van afstuderen (N.B. dit geldt voor bachelor èn master) wordt gevraagd om terug te kijken op de opleiding. Was achteraf het basisprogramma een goede oriëntatie op en voorbereiding op het afstudeerprogramma? Was het afstudeerprogramma te doen? enz. De enquête geeft zicht op de consistentie en coherentie van het totale programma en op de kwaliteit van de uitvoering van het afstudeerprogramma. 3. Evaluatie van bacheloropdracht, stage en masteropdracht Elke student en begeleidende docent krijgt een vragenlijst over deze belangrijke studieonderdelen. 4. Vak- en kwartielevaluatie (bachelor) Dit wordt verzorgd door de OKÉ-CT, de evaluatiecommissie voor de bachelor (zie 1.1). In ieder kwartiel worden (alleen als het nodig is) vakken geëvalueerd en wordt gekeken naar o.a. aansluiting, uitvoering, afstemming, samenhang, verroostering, informatievoorziening en studeerbaarheid. Dat gebeurt door vakevaluaties (schriftelijk/electronisch), evaluatiegesprekken met studenten en docenten en studievoortgangsanalyse (slaagpercentages per vak, behaalde studielast e.d.). De verzamelde gegevens en meningen worden in samenhang gerapporteerd in beknopte kwartielrapportages. 5. Trackevaluatie (master) In principe wordt naar dezelfde onderwerpen gekeken als in de bachelor. De uitvoering is echter aangepast aan de specifieke situatie in de master. 6. Jaarevaluatie Jaarlijks wordt gerapporteerd over de ‘jaarcijfers’ en de ontwikkeling daarin: instroom, P-, B- en M-rendement, studie-uitval e.d. Evaluatierapporten bevatten naast de verzamelde gegevens en meningen ook analyses en voorstellen voor maatregelen. Evaluatierapporten worden besproken in de opleidingscommissie CT. Er is steeds terugrapportage naar betrokken studenten en docenten. _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
2
CT Kwaliteitshandboek ____________________________________________________________________________
Inhoud Voorwoord .................................................................................................................................... 1 Samenvatting .................................................................................................................................... 2 1.0. Beleid Interne Kwaliteitszorg .................................................................................................. 3 Uitgangspunten voor de onderwijsevaluatie ........................................................................ 3 Ontwikkeling van meetbare doelen ...................................................................................... 3 Structuur van de onderwijsevaluatie – Bachelor en Master ................................................. 3 Onderwijsevaluatiematrix – Bachelor en Master.................................................................. 5 1.1. Vak- en kwartielevaluatie (Bachelor)...................................................................................... 7 Meetbare doelen vak- en kwartielevaluatie.......................................................................... 8 Procedure vak- en kwartielevaluatie .................................................................................... 9 1.2. Vak- en trackevaluatie (Master) ............................................................................................ 10 Meetbare doelen track-evaluatie........................................................................................ 11 Procedure trackevaluatie ................................................................................................... 12 1.3. Evaluatie B- en M-opdracht, stage, exit-enquêtes en WO-monitor.................................... 13 Meetbare doelen B- en M-opdracht, exit-enquêtes, stage en WO-monitor........................ 14 Procedure evaluatie B- en M-opdracht, stage, exit-enquêtes en WO-monitor................... 17 1.4. Jaarevaluatie .......................................................................................................................... 18 Meetbare doelen Jaarevaluatie.......................................................................................... 19 Procedure jaarevaluatie ..................................................................................................... 20 1.5. Curriculumevaluatie .............................................................................................................. 21 Curriculumevaluatie 2005-2006 ......................................................................................... 21 Meetbare doelen Curriculumevaluatie ............................................................................... 21 Procedure curriculumevaluatie........................................................................................... 22 1.6. Ad-hoc evaluaties en acties .................................................................................................. 23 Procedure ad-hoc evaluaties en acties .............................................................................. 23 1.7. Betrekken van belanghebbenden......................................................................................... 24 Werkwijze betrekken belanghebbenden ............................................................................ 24 Bijlage 1 Structuur, aanpassingen en evaluatie................................................................... 25 Bijlage 2 Lijst van afkortingen ............................................................................................... 27 Bijlage 3 Tabel van wijzigingen ten opzichte van vorige versies ....................................... 28 Bijlage 4 Kalender kwaliteitszorg .......................................................................................... 29 Bijlage 5 Mal vakevaluatie...................................................................................................... 30 Bijlage 6 Format rapportage resultaten vakkenevaluatie.................................................... 32 Bijlage 7 Checklist panelgesprek kwartiel............................................................................ 34 Bijlage 8 Agenda voor-overleg met docenten ...................................................................... 35 Bijlage 9 Agenda na-overleg met docenten.......................................................................... 36 Bijlage 10 Format rapport kwartielevaluatie........................................................................... 37 Bijlage 11 Vragenformulier Evaluatie B-opdracht Student en Docent ................................. 38 Bijlage 12 Vragenformulier Exit-enquête Bachelor................................................................ 42 Bijlage 13 Vragenformulier Evaluatie M-opdracht Student ................................................... 44 Bijlage 14 Vragenformulier Evaluatie M-opdracht Docent .................................................... 46 Bijlage 15 Vragenformulier Evaluatie Stage Student............................................................. 48 Bijlage 16 Vragenformulier Evaluatie Stage Bedrijfsmentor................................................. 50 Bijlage 17 Vragenformulier Evaluatie Stage Docent.............................................................. 52 Bijlage 18 Vragenformulier Exit-enquête Master ................................................................... 53 Bijlage 19 Rapportage Studiebegeleiding .............................................................................. 55 Bijlage 20 Format Rapport Jaarevaluatie................................................................................ 56 _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
3
CT Kwaliteitshandboek Voorwoord ____________________________________________________________________________
Voorwoord Doelstelling De opleiding CT heeft besloten tot het vastleggen van het kwaliteitszorgsysteem in een kwaliteitshandboek. De doelstelling van een kwaliteitshandboek (KHB) is drieledig: a. Intern gaat het om het beheren en informeren van de belangrijkste afspraken die de kwaliteit van de opleiding borgen en verbeteren. b. Extern, dat wil zeggen richting Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI) en NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie), vormt het KHB een essentiële bron van informatie over het kwaliteitszorgsysteem van de opleiding. (de universiteiten hebben er gekozen voor de uit de Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU) voortgekomen Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) - als VBI. c. Ten derde wordt het KHB gebruikt als bron van informatie voor de verplichte zelfevaluatie die onderdeel uitmaakt van het nieuwe accreditatiestelsel. Hiermee wordt zorggedragen voor invulling van de wettelijke eisen. Inhoud In dit Kwaliteitshandboek is de praktijk bij de bachelor- en masteropleiding CT op het gebied van ‘Interne Kwaliteitszorg’ vastgelegd. Mogelijke toevoegingen in volgende versies van het KHB zijn hoofdstukken over ‘Toetsing en Beoordeling’, ‘Studiebegeleiding’ en hoofdstukken met facultaire afspraken. Historie Eind 2004 was het plan (voor CT in samenwerking met BMT) om voor veel meer onderwerpen vast te leggen hoe de gang van zaken is, welke procedures er worden gehanteerd, wie verantwoordelijk is e.d. Bijvoorbeeld personeelsbeleid en studiebegeleiding. Deels onderwerpen die beter op facultair niveau ingevuld kunnen worden met mogelijk een opleidingsspecifieke toevoeging. Deels opleidingsspecifieke onderwerpen. Die ambitie moest worden ingeperkt vanwege de beperkt beschikbare menskracht – binnen BMT en TNW - in relatie tot de grote omvang van de werkzaamheden die de naderende accreditaties (in eerste instantie van BMT en CT en inmiddels ook van TN en AT) met zich mee brengen. Hoe is het KHB tot stand gekomen? Tot oktober 2005 is gewerkt aan het BMT-handboek1. Vervolgens is een concept KHB voor CT opgesteld en voorgelegd aan opleidingscoördinator en -directeur en de opleidingscommissie. Na verwerking van de commentaren is de eerste versie vastgesteld door de opleidingsdirecteur. Geldigheid De meest recente, geldige versie van het KHB is de versie die op intranet staat. Een papieren versie daarvan is beschikbaar bij Bureau Onderwijszaken (BOZ).
1
Door opleidingsdirecteur en bachelorcoördinator BMT, actief ondersteund door de Dienst Informatietechnologie, Bibliotheek en Educatie (ITBE-adviseur kwaliteitszorg) en de kwaliteitscoördinator TNW / opleidingsonderwijskundige CT. Een concept is voorgelegd aan docenten, opleidingscommissie en bachelor-coördinatieteam en daarna vastgesteld door de opleidingsdirecteur BMT.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
1
CT Kwaliteitshandboek Samenvatting ____________________________________________________________________________
Samenvatting Kern van dit KHB is de beschrijving van de ‘Interne Kwaliteitszorg’ in hoofdstuk 1. Een overzicht van het totale systeem van interne kwaliteitszorg geeft paragraaf 1.0 ‘Beleid’: • ontwikkeling van de kwaliteitszorg (bv. omgaan met meetbare doelen en streefwaarden) • uitgangspunten • structuur van het systeem van kwaliteitszorg (waarin schematisch is weergegeven hoe de verschillende objecten van evaluatie met elkaar samenhangen) • de onderwijsevaluatiematrix (met de relatie tussen de diverse evaluaties en de onderwerpen waarop een opleiding bij een accreditatie wordt beoordeeld) De verschillende onderdelen van de interne kwaliteitszorg zijn uitgewerkt in de paragrafen 1.1 t/m 1.5: van vak-/kwartielevaluatie en trackevaluatie t/m curriculumevaluatie. Verder is er een kalender (bijlage 4) en een beschrijving van het omgaan met ad-hoc signalen dat er iets mis is in het onderwijs van de opleiding (1.6). Paragraaf 1.7 geeft een overzicht van de manier waarop studenten, docenten, alumni en werkveld een rol spelen in en betrokken zijn bij de kwaliteitszorg. De hoofdstukken en paragrafen hebben zoveel mogelijk een vergelijkbare opzet: • toelichting • meetbare doelen • procedure, in de vorm van een Plan Do Check Act (PDCA)-overzicht Voorbeeld Tabel 1.5 Kernpunten PDCA voor vak- / kwartielevaluatie Bachelor Do (uitvoering) Check Act (uitvoeren verbetering (controleren/evalueren) en/of borgen kwaliteit) ….de OKC gaat na …de OKC past zonodig de ….de OKC stelt een ….het rapport over de of de meetbare checklists voor de rapport (format in kwartielevaluatie wordt doelen voldoen….. panelgesprekken en de agenda’s bijlagen) op over kwartiel- besproken in de OLC…. voor het docenten na-overleg aan evaluaties op basis van (zie bijlagen) … ……… Commentaar & tips Plan Do Check Act …… Plan (planning)
•
op dit moment zijn er vele bijlagen met gedetailleerde achtergrondinformatie, hulpmiddelen e.d. (bv. vragenformulieren, formats voor evaluatierapporten, checklists en agenda’s voor gesprekken); er wordt sterk overwogen deze informatie weg te laten uit volgende versies van het kwaliteitshandboek en alleen beschikbaar te hebben (op Teletop bv.) voor direct betrokkenen.
Bijlage 1 gaat over de structuur, aanpassing en evaluatie van dit KHB. In bijlage 2 is een lijst van afkortingen opgenomen. Bij toekomstige versies zal in bijlage 3 een overzicht worden opgenomen van belangrijke wijzigingen ten opzichte van vorige versies.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
2
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg - Beleid ____________________________________________________________________________
1.0. Beleid Interne Kwaliteitszorg De bacheloropleiding CT is in 2001 gestart, de masteropleiding CHE in 2002 voor internationale masters en in 2004 voor eigen bachelor-afgestudeerden en anderen. Beiden zijn voortgekomen uit de ongedeelde vijfjarige opleiding chemische technologie. CT kent een lange traditie op het gebied van interne kwaliteitszorg2. De nadruk lag op het verplichte deel van de opleiding. In 2004-2005 is het evaluatiebeleid aangepast aan de bachelor-master structuur, de ontwikkelingen binnen TNW en de veranderende externe eisen.
Uitgangspunten voor de onderwijsevaluatie a. De onderwijsevaluatie moet voldoen aan de eisen van NVAO / QANU. Dit houdt in dat: • meetbare doelen worden geformuleerd waarop het onderwijs wordt geëvalueerd; • de onderwijsevaluatie structureel plaatsvindt; • voor te verbeteren aspecten van het onderwijs daadwerkelijk verbeteracties worden uitgevoerd, die worden beoordeeld op effectiviteit; • er dus sprake is van zogenaamde gesloten ‘’Deming of PDCA-cycli” (PDCA = Plan, Do, Check, Act) • studenten en docenten betrokken zijn bij onderwijsevaluaties; • alumni en het “afnemend beroepenveld” betrokken zijn bij curriculum-evaluaties • de opleidingscommissie (OLC) betrokken is bij de onderwijsevaluaties. b. De evaluatie-inspanningen dienen in balans te zijn met de evaluatiebereidheid in de organisatie (docenten en studenten); dit is vooral van belang om ‘evaluatiemoeheid’ te voorkómen of te bestrijden. c. Er moet kunnen worden ingespeeld op plotselinge signalen dat er iets verbeterd moet worden. Er moeten daarom instrumenten zijn om dergelijke signalen op te vangen en voor ad-hoc-evaluaties en (eventuele) acties moet een duidelijke procedure zijn.
Ontwikkeling van meetbare doelen Voor de ongedeelde opleiding (de vijfjarige opleiding CT vóór de bachelor-master structuur) zijn veel historische gegevens beschikbaar. Die zijn gebruikt bij het bepalen van realistische streefwaarden voor de doelen. Desondanks is het denkbaar dat de nu vastgestelde streefwaarden soms te voorzichtig en soms te ambitieus zijn gekozen. Het evalueren en eventueel bijstellen van streefwaarden en doelen maakt daarom onderdeel uit van het systeem van interne kwaliteitszorg.
Structuur van de onderwijsevaluatie – Bachelor en Master De structuur van de onderwijsevaluatie in de bachelor is weergegeven in de figuren 1.1 en 1.2. Die van de onderwijsevaluatie in de master in de figuren 1.3 en 1.4.
2
H.J.van den Hengel, H.Kramers-Pals, Interne kwaliteitszorg in de Faculteit Chemische Technologie, CT88/131/112, Enschede, 1988; Zelfstudie voor de onderwijsvisitatie 1993, Faculteit Chemische Technologie, CT93/035B, Enschede 1993; Zelfstudie voor de Onderwijsvisitatie 1999, Faculteit Chemische Technologie, 990058/CT02, Enschede, 1999.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
3
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg - Beleid ____________________________________________________________________________
Jaarevaluatie 2005-2006
Vak- / kwartielevaluatie Bachelor evaluatie B-opdracht / exit-enquête bachelor UT Instroomonderzoek
Jaarevaluatie 200x200x+1
Jaarevaluatie 2006-2007
Jaarevaluatie 2007-2008 Werkveld
Figuur 1.1
Figuur 1.2
Track-evaluatie
Jaarevaluatie 2005-2006
evaluatie M-opdracht / stage, exit-enquête
Jaarevaluatie 2006-2007
UT Instroomonderzoek (1x per 2 jaar) UT Studenttevredenheid (1x per 2 jaar)
Figuur 1.3
Curriculumevaluatie 2008-2009
UT uitstroommonitor (1x per accreditatie)
UT Studenttevredenheid (1x per 2 jaar)
WO-monitor
Bachelor
Master
Master Jaarevaluatie 200x200x+1
Jaarevaluatie 2007-2008
Curriculumevaluatie 2008-2009
Werkveld
UT uitstroommonitor (1x per accreditatie)
Figuur 1.4
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
4
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg - Beleid ____________________________________________________________________________ Bij de figuren 1.1 t/m 1.4 worden de volgende kanttekeningen geplaatst: • De kwartielevaluaties voor B2 en B3 worden met ingang van het studiejaar 2005-2006 voor het eerst op de beschreven manier uitgevoerd. Kwartielevaluaties in de propedeuse (B1) lopen op de beschreven manier sinds 2003-2004. • Vakevaluaties (in de eerste 2½ jaar van het vijfjarige programma en in het bachelorprogramma) en een beperktere vorm van kwartielevaluatie (vóór 2004-2005 trimesterevaluatie) worden sinds 1982 uitgevoerd. • De UT-instroommonitor Bachelor is najaar 2004 ontwikkeld en afgenomen. Deze monitor zal jaarlijks worden afgenomen. Op dit moment is nog niet bekend wanneer de UTtevredenheidsmonitor Bachelor wordt ontwikkeld en afgenomen. Opzet is om dit eens per twee jaar in het najaar te doen. Er is nog niet bekend wanneer de uitstroommonitor wordt ontwikkeld en afgenomen. • De laatste jaren zijn geen jaarevaluaties uitgevoerd. In 2005-2006 zal weer een reguliere jaarevaluatie worden uitgevoerd. • De evaluatie van B-opdracht, stage, M-opdracht en de exit-enquêtes bachelor en master starten per 1 februari 2006. • De - tweejaarlijkse - UT-instroommonitor Master wordt najaar 2005 voor het eerst afgenomen. Voorjaar 2005 is de - tweejaarlijkse - UT-tevredenheidsmonitor Master afgenomen. Er is nog niet bekend wanneer de uitstroommonitor wordt afgenomen. • Sinds 1999 doet CT mee aan de WO-monitor, een jaarlijks landelijk onderzoek onder degenen die tussen 1 en 2 jaar geleden zijn afgestudeerd. • De trackevaluatie wordt uitgevoerd met ingang van het studiejaar 2005-2006.
Onderwijsevaluatiematrix – Bachelor en Master In de tabellen 1.1 en 1.2 is een overzicht gegeven van de onderwerpen waar NVAO/QANU op beoordelen en is aangegeven welke facetten in welk object van evaluatie aan bod komt. In een volgende versie van dit handboek zal in bijlage 4 een jaarkalender van de activiteiten in het kader van de interne kwaliteitszorg te vinden zijn. De diverse vormen en objecten van evaluatie en de daarbij gebruikte procedures worden verder uitgewerkt in de hoofdstukken 1.1 t/m 1.7: • 1.1 Vak-/kwartielevaluatie (bachelor) • 1.2 Trackevaluatie (master) • 1.3 Evaluatie B-opdracht, stage, M-opdracht, exit-enquêtes en WO-monitor • 1.4 Jaarevaluatie • 1.5 Curriculumevaluatie • 1.6 Ad-hoc evaluaties en acties • 1.7 Betrokkenheid belanghebbenden
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
5
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg - Beleid ____________________________________________________________________________ Tabel 1.1
Relatie tussen NVAO/QANU-facetten en evaluatie in de Bachelor Object
Vak-/ Kwartiel
exitenquête
Alumni / werkveld
Curriculum
+
+
+
+
QANU Facet
Functies
F1-3
Arbeidsmarkt
F 4-6, 10
Inhoud programma Afstemming vormgevinginhoud
+
+
+
+
F7
Studeerbaarheid
+
+
+
+
+
F8
Aansluiting instroom Instroom
+
+
+
F11
Toetsing en beoordeling
+
+
+
+
F13 F14
Kwantiteit en kwaliteit personeel
+
+
+
+
F15
Materiële voorzieningen
+
+
+
+
F16
Studiebegeleiding
+
+
+
F20
Gerealiseerd niveau
F21
Onderwijsrendement
B-opdracht
Jaar
+ +
+
+
Frequentie
jaarlijks
+
+ continu
continu
+
jaarlijks
3-jaarlijks
3-jaarlijks
1e keer 2008/2009
start in sept 2005 – jan 2006
Tabel 1.2
+
Relatie tussen NVAO/QANU-facetten en evaluaties in de Master Object
Vak / Track
Mopdracht
exitenquête
Alumni / werkveld
Curriculum
+
+
+
+
QANU Facet
Functies
F1-3
Arbeidsmarkt
F 4-6, 10
Inhoud programma Afstemming vormgevinginhoud
+
+
+
+
+
F7
Studeerbaarheid
+
+
+
+
+
+
F8
Aansluiting instroom Instroom
+
+
+
F11
Toetsing en beoordeling
+
+
+
+
+
F13 F14
Kwantiteit personeel
+
+
+
+
+
F15
Materiële voorzieningen
+
+
+
+
+
F16
Studiebegeleiding
+
+
+
F20
Gerealiseerd niveau
F21
Onderwijsrendement
en
kwaliteit
Frequentie
stage
+ +
+
+
+ jaarlijks
Jaar
+
+
3jaarlijks
3jaarlijks
+ continu
continu
start sept 2005 – jan 2006
continu
jaarlijks
+
1e keer 2008/2009
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
6
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Vak- en kwartielevaluatie (Bachelor) ____________________________________________________________________________
1.1. Vak- en kwartielevaluatie (Bachelor)
Met ingang van 2005-2006 is de OKC verantwoordelijk voor planning en uitvoering van de vaken kwartielevaluatie in de bacheloropleiding. De werkwijze van de OKC is dezelfde als van de werkgroep Evaluatie Propedeuse Onderwijs (EPO) die CT samen met TN sinds 2003-2004 kende. Verschil is dat de OKC zich ook met het tweede en derde jaar bezighoudt. De OKC verdeelt het werk voor de propedeuse met de COKE (de OKC van TN). De coördinator kwaliteitszorg (CKZ)3 is lid van de OKC. De commissie bestaat verder uit docenten (minimaal 2, bij voorkeur 3 à 4) en studenten (minimaal 3, bij voorkeur 4 à 5), waarbij gestreefd wordt naar zoveel mogelijk diversiteit4. De CKZ zorgt dat er bij het begin van een nieuw studiejaar een OKC is gevormd 5 door tijdig een voorstel voor de samenstelling te doen aan de opleidingsdirecteur. De opleidingsdirecteur benoemt de commissie en stelt vast wie de voorzitter is van de commissie. Streven is om zoveel mogelijk te laten doen door de student-leden van de OKC. Zij krijgen een assistentschap voor hun bijdrage. Voor uitvoering van vakevaluaties is een studentassistent beschikbaar6. Plaats in het geheel
Vak- / kwartielevaluatie
evaluatie B-opdracht / exit-enquête UT Instroomonderzoek
Bachelor Jaarevaluatie 200x200x+1
UT Studenttevredenheid (1x per 2 jaar)
3
4
5
6
Dit is de algemene naam voor een belangrijke functie binnen de opleiding. Deze functie kan bv. worden vervuld door de opleidingscoördinator of de opleidingsonderwijskundige. Bij CT wordt deze functie op dit moment vervuld door de opleidingsonderwijskundige CT / CKZ-TNW. Docenten: betrokken bij vakken uit verschillende jaren, verschillende type vakken. Studenten: uit verschillende studiejaren, eventueel masterstudenten, maar geen eerstejaars. De CKZ moet voor het einde van het studiejaar actie ondernemen om bij het begin van het nieuwe studiejaar een compleet bezette en door de OLD benoemde OKC te hebben. De OKC kan dan direct van start met de werkzaamheden voor het nieuwe studiejaar. Streven is dat de samenstelling van de OKC niet jaarlijks volledig wijzigt Studentassistent wordt getraind in werken met de internet-evaluatietool Quaestio door ITBE en door mede-studentassistenten. Eén studentassistent kan in principe voor meer dan één opleiding werken. Er is een TNW-werkplek voor Quaestio beschikbaar.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
7
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Vak- en kwartielevaluatie (Bachelor) ____________________________________________________________________________
Meetbare doelen vak- en kwartielevaluatie Parameter Inhoud, vorm, samenhang
Studeer-baarheid
Aansluiting Toetsing en beoordeling Docenten Materiële voorzieningen Rendement
Parameter Programma Programma Studeerbaarheid
Aansluiting Studiebegeleiding Studie-informatie Studiesnelheid 1e jaar Studiesnelheid 2e/3e jaar
(#) 7
Tabel 1.3 Doel
Meetbare doelen bij de vakevaluatie Streefwaarde
De studenten zijn tevreden over de inhoud, het sluit goed aan bij andere vakken, de doelstellingen zijn duidelijk, de onderwijsvormen voldoen en zijn onderling goed afgestemd Geplande en werkelijke studielast komen overeen; er is tijdens onderwijsperiode voldoende tijd beschikbaar; vak veroorzaakt geen piekbelastingen Vak sluit aan op voorkennis en vaardigheden Beoordelingscriteria zijn bekend bij de student; toetsing sluit aan bij gegeven onderwijs; organisatie toetsing was goed De kwaliteit van de begeleiding is goed; er is voldoende begeleiding De benodigde materiële voorzieningen zijn beschikbaar en toereikend Er zijn geen struikelvakken7; studenten doen mee aan alle vakken
Tabel 1.4 Doel
Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#)
Gem. door studenten opgegeven tijdbesteding is ≤ 110% en ≥ 70% van de geplande studielast. Vak veroorzaakt geen piekbelastingen in totale tijdbesteding van ≥ 45 uur/week Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van student bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Slaagpercentage theorievakken ≥ 60% (B1), ≥ 70% (B2, B3); practica, projecten e.d. ≥ 80% (B1), ≥ 90% (B2, B3); deelnamepercentage ≥ 90% (B1), ≥ 80% (B2), ≥ 70% (B3)
Meetbare doelen bij de kwartielevaluatie Streefwaarde
De studenten zijn tevreden over (inhoud, vorm, samenhang van) het programma De docenten zijn tevreden over (inhoud, vorm, samenhang van) het programma Totale studielast in kwartiel is studeerbaar
Kwartiel sluit aan op voorkennis en opgedane vaardigheden van studenten De studiebegeleiding is goed Informatievoorziening (roosters, programmawijzigingen, hulp bij keuzeproces e.d.) over studie is goed e Studenten die studie na 1 jaar gaan voortzetten halen minimaal 75% van de studiepunten; overigen halen per definitie veel minder Deel van de studenten studeert nominaal, ander deel niet; er zijn geen 7 struikelvakken
Oordeel van studenten bij panelgesprek is positief Oordeel van docenten bij na-overleg is positief Programma veroorzaakt geen piekbelastingen in totale tijdbesteding van ≥ 45 u/wk; gem. bij vakevaluaties opgegeven tijdbesteding is ≤ 110% en ≥ 70% van geplande studielast Oordeel van studenten bij panelgesprek is positief Oordeel van studenten bij panelgesprek is positief Oordeel van studenten bij panelgesprek is positief Min. 45 EC/jr, 11 EC / kwartiel voor studenten die doorgaan ná 1e jaar. e Min. 10 EC/kwartiel voor gehele 1 jaarspopulatie Min. 10 EC per kwartiel (B2), min. 8,5 EC per kwartiel (B3)
Dwz. hoger dan 3,0 op vijfpuntsschalen van bv. zeer slecht (0) – zeer goed (5), veel te weinig (0) – ruim voldoende (5), veel te weinig (0) – ruim voldoende (5), veel te laat beschikbaar (0) – tijdig beschikbaar (5). e e Met ‘struikelvakken’ wordt bedoeld vakken met (veel te) lage slaagpercentages, terwijl daarnaast veel studenten na een 2 of 3 poging nog steeds niet zijn geslaagd voor dat vak.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
8
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Vak- en kwartielevaluatie (Bachelor) ____________________________________________________________________________
Procedure vak- en kwartielevaluatie Uitgangspunt is dat ieder vak al minstens eenmaal is geëvalueerd en dat gegevens uit de laatste stap (Act) beschikbaar zijn voor de eerste stap (Plan). Tabel 1.5
Kernpunten PDCA voor Vak- en kwartielevaluatie
Plan
Do
Check
Act
• CKZ controleert of de verbeteracties zijn uitgevoerd en neemt zonodig contact op met docenten (voordat docenten bezig gaan met opnieuw voorbereiden / opzetten van vak). • OKC gaat na of de meetbare doelen voldoen. Zonodig worden ze aangepast. • OKC plant de vaken kwartielevaluatie. (N.B. Niet elk vak wordt jaarlijks geëvalueerd: alleen als vorige evaluatie negatief was, bij grote wijzigingenof op verzoek van docent. Vakken worden echter min. eens per 3 jaar geëvalueerd). Procedure gaat uit van gebruik Quaestio voor vakevaluaties. Alternatieven zijn mogelijk.
Begin studiejaar • OKC stelt per jaar (B1,B2,B3) onderwijsevaluatiegroep van studenten samen. • CKZ stelt Quaestio-studentassistent aan in overleg met CKZ-TNW. • OKC verdeelt evaluatie B1 met OKC-TN. Vak • OKC informeert BOZ wèlke vakken geëvalueerd moeten worden. • M.b.v. VIST selecteert BOZ standaardvragen voor het vragenformulier (zie bijlagen) • Concept formulieren worden door BOZ voorgelegd aan de docent. Deze kan vragen toe laten voegen. BOZ past zonodig formulieren aan en geeft dit door aan de studentassistent (SA). • SA maakt Quaestio-formulieren. • SA zet formulieren op Internet. BOZ stuurt de link door naar alle studenten die zich in TeleTOP voor dit vak hebben ingeschreven. SA controleert de respons. Zonodig verstuurt BOZ een herinneringsmail. Na 2-3 weken wordt het Quaestio-formulier gesloten. Antwoorden worden door SA verwerkt volgens een standaard format (zie bijlagen) en doorgegeven aan de OKC. Kwartiel • OKC past zonodig de checklists voor de panelgesprekken en de agenda’s voor het docenten-overleg aan (zie bijlagen). • OKC houdt panelgesprekken met de onderwijsevaluatiegroepen. • OKC houdt docenten voor- en naoverleg. • BOZ levert OKC kwantitatieve gegevens
• Verslag panelgesprekken scheiden in evaluatiedeel (terugkijken op het vorige kwartiel) en signaleringsdeel (hoe gaat het met het lopende onderwijs, zie 1.6). Verslagen z.s.m. naar CKZ. • BOZ stuurt resultaten (slaagpercentage e.d.), evt. samenvatting vakevaluatie naar docent met vraag om reactie, aanvulling, voorstellen voor maatregelen ter verbetering. • BOZ stuurt resultaten vakevaluaties en reacties docenten aan OKC. • De OKC stelt kwartielrapport op, gebaseerd op vakevaluaties + reacties van docenten, docentenoverleg, panelgesprek(ken) en kwantitatieve gegevens (format in bijlagen).
• Kwartielevaluatierapport wordt besproken in OLC. OLC adviseert schriftelijk aan OLD. • OLD informeert OKC, OCO en OLC over zijn besluiten. • In rapport wordt verantwoord of en hoe meetbare doelen zijn aangepast. • In rapport wordt vergeleken met maatregelen die genomen zijn n.a.v. eerdere kwartielevaluaties. • CKZ maakt onder studenten en docenten uitkomsten van de evaluatie(s) + de eventuele voorgestelde verbeteringen bekend. • CKZ bewaakt de uitvoering van de voorgestelde verbeteringen.
Plan
Do
Commentaar & tips e
Check
Act
In 3 jaar volgen veel studenten niet meer het nominale programma. In kwartielen waarin studenten verschillende programma’s volgen kan de evaluatie misschien beperkter. Overweeg bv. of in B3 panelgesprekken en docentenoverleg nog wel zinvol zijn.
• • • •
• In 3e/4e week van kwartiel panelgesprek met elke onderwijsevaluatiegroep o.l.v. 2 OKCstudenten. (4e kwartiel: ook vlak voor zomer) Methode vakeva• Heel belangrijk dat er voldoende (ca.10) studenten in de onderwijsluatie moet genoeg evaluatiegroep zitten en dat de groep zo representatief mogelijk is respons geven samengesteld. Als een vak al eerder is geëvalueerd, is het beter om de vragen vooral te richten op de punten die minder goed gingen en vragen die verband houden met veranderingen bij het vak. Vooroverleg met docenten tijdig organiseren (2-4 weken voor het begin van het kwartiel); bij 1e kwartiel is dit vaak niet haalbaar. Na-overleg kan vaak ook per e-mail afgehandeld worden.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
9
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Trackevaluatie (Master) ____________________________________________________________________________
1.2. Vak- en trackevaluatie (Master)
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de trackevaluatie ligt bij de coördinator kwaliteitszorg (CKZ) 8. Naast stage en M-opdracht zijn per track een beperkt aantal vakken verplicht. De student heeft verder een zekere keuzevrijheid. Kenmerk van de masteropleiding is dus dat er in principe geen grotere groepen studenten zijn die in eenzelfde periode eenzelfde vakkenpakket volgt. Bij de trackevaluatie wordt deels op vakniveau deels op trackniveau geëvalueerd. Per semester krijgen de studenten een vragenformulier. Ze kunnen daarop zelf aangeven welke vakken ze hebben gevolgd en per vak diverse vragen beantwoorden. Daarnaast bevat het vragenformulier vragen op trackniveau: samenhang, studeerbaarheid, aansluiting bij voorkennis / -opleiding e.d. De coördinator kwaliteitszorg wordt geïnformeerd door de onderwijscommissaris van de studievereniging Alembic over eventuele opmerkingen die in de ASOCT-vergadering9 over de master of mastervakken zijn gemaakt. Uitkomsten op vakniveau worden teruggekoppeld naar de desbetreffende docent, de uitkomsten op trackniveau worden teruggekoppeld naar de afstudeerhoogleraren. Plaats in het geheel
Vak- / trackevaluatie evaluatie M-opdracht / stage / exit-enquête
Master
WO monitor
Jaarevaluatie 200x200x+1
UT Instroomonderzoek UT Studenttevredenheid (1x per 2 jaar)
8
9
Dit is de algemene naam voor een belangrijke functie binnen de opleiding. Deze functie kan bv. worden vervuld door de opleidingscoördinator of de opleidingsonderwijskundige. Bij CT wordt deze functie vervuld door de opleidingsonderwijskundige CT / CKZ-TNW. Overleg van studenten over alles wat met onderwijs te maken heeft in het ASOCT (Algemeen Studentenoverleg CT). Aanwezig zijn leden van onderwijsevaluatiegroepen, opleidingscommissie, faculteitsraad e.d. en andere belangstellende studenten. Het ASOCT wordt georganiseerd door de onderwijscommissaris van de studievereniging Alembic
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
10
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Trackevaluatie (Master) ____________________________________________________________________________
Meetbare doelen track-evaluatie Tabel 1.6
Meetbare doelen bij de track-evaluatie
Parameter
Doel
Streefwaarde
(Vak) Inhoud, vorm, samenhang
De studenten zijn tevreden over de inhoud, het sluit goed aan bij andere vakken, de doelstellingen zijn duidelijk, de onderwijsvormen voldoen en zijn onderling goed afgestemd Geplande en werkelijke studielast komen overeen; er is tijdens onderwijsperiode voldoende tijd beschikbaar; vak veroorzaakt geen piekbelastingen
Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#)
(Vak) Studeerbaarheid
(Vak) Aansluiting
Vak sluit aan op voorkennis en vaardigheden
(Vak) Toetsing en beoordeling
Beoordelingscriteria zijn bekend bij de student; toetsing sluit aan bij gegeven onderwijs; organisatie van de toetsing was goed De kwaliteit van de begeleiding is goed; er is voldoende begeleiding De benodigde materiële voorzieningen zijn beschikbaar en toereikend Het is geen struikelvak10
(Vak) Docenten (Vak) Materiële voorzieningen (Vak) Rendement (Track) Inhoud, vorm, samenhang (Track) Studeerbaarheid
De studenten zijn tevreden over het programma
(Track) Aansluiting
Kwartiel sluit aan op voorkennis en opgedane vaardigheden van studenten De studiebegeleiding is goed
(Track) Studiebegeleiding (Track) Studie-informatie (Track) Studiesnelheid
(#) 10
Totale studielast van track is studeerbaar
De informatievoorziening (roosters, programmawijzigingen, hulp bij keuzeproces e.d.) over de studie is goed Deel van de studenten studeert nominaal, ander deel niet; er zijn geen struikelvakken10
Gem. door studenten opgegeven tijdbesteding is ≤ 110% en ≥ 70% van de geplande studielast. Vak veroorzaakt geen piekbelastingen in totale tijdbesteding van ≥ 45 uur/week Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van student bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Slaagpercentage theorievakken ≥ 80%; slaagpercentage practica, projecten e.d. ≥ 90%; Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Programma veroorzaakt geen piekbelastingen in totale tijdbesteding van ≥ 45 uur/week; Gem. door studenten bij vakevaluaties opgegeven tijdbesteding is ≤ 110% en ≥ 70% van de geplande studielast Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Min. 12 EC per kwartiel (24 EC per semester, 48 EC per jaar)
Dwz. hoger dan 3,0 op vijfpuntsschalen van bv. zeer slecht (0) – zeer goed (5), veel te weinig (0) – ruim voldoende (5), veel te weinig (0) – ruim voldoende (5), veel te laat beschikbaar (0) – tijdig beschikbaar (5). e e Met ‘struikelvakken’ wordt bedoeld vakken met (veel te) lage slaagpercentages, terwijl daarnaast veel studenten na een 2 of 3 poging nog steeds niet zijn geslaagd voor dat vak.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
11
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Trackevaluatie (Master) ____________________________________________________________________________
Procedure trackevaluatie Tabel 1.7
Kernpunten PDCA voor trackevaluatie
Plan (planning)
Do (uitvoering)
Check (controleren / evalueren)
Act (uitvoeren verbetering en/of borgen kwaliteit)
• De CKZ gaat na of de meetbare doelen voldoen. Zonodig worden ze aangepast of aangevuld. • De CKZ plant de trackevaluatie. • De CKZ controleert of verbeteracties zijn uitgevoerd en neemt zonodig contact op met de betreffende docenten. Dit gebeurt voordat de docenten bezig gaan met het opnieuw voorbereiden / opzetten van het betreffende vak.
• Voor het trackevaluatieformulier wordt voor standaard-vragen per vak zoveel mogelijk gebruik gemaakt van een mal voor vakkenevaluatie (zie bijlage). • Onderwijscommissaris Alembic stuurt notulen van ASOCT-vergaderingen aan de CKZ. • De CKZ verzamelt de uitkomsten van de trackevaluaties. • BOZ levert CKZ kwantitatieve gegevens.
• De CKZ stuurt de resultaten van de trackevaluatie op vakniveau samen met de kwantitatieve resultaten op vakniveau (slaagpercentage e.d.) ter informatie door aan de betrokken docent. De docent wordt gevraagd om reactie, aanvulling van gegevens en voorstellen voor maatregelen ter verbetering. • De CKZ stuurt de resultaten van de trackevaluatie op trackniveau en een overzicht van de kwantitatieve gegevens aan de OCO en de OLD. • De OLD (of de OCO) bespreekt de uitkomsten van de trackevaluaties met de betrokken afstudeerhoogleraren. • De CKZ stelt een rapport op over de trackevaluaties op basis van de vakevaluaties, de reacties van docenten daarop, (evt. panelgesprekken en docentenoverleg), besprekingen met afstudeerhoogleraren en kwantitatieve gegevens. • In de rapportage wordt – indien van toepassing – ook vergeleken met maatregelen die genomen zijn n.a.v. eerdere trackevaluaties.
• De rapportage over de trackevaluaties wordt door de CKZ opgenomen in de jaarevaluatie, de CKZ bewaakt de uitvoering van de voorgestelde verbeteringen. • Het rapport over de jaarevaluatie wordt besproken in de OLC. OLC adviseert schriftelijk aan OLD. • Na advies van OLC stelt de OLD vast welke maatregelen er genomen moeten worden. • De OLD informeert OCO, CKZ en OLC over zijn besluiten. • CKZ zorgt voor bekendmaking onder studenten en docenten van de uitkomsten van de evaluatie(s).
Commentaar & tips Plan
Do
• Het is te overwegen om voor de verplichte vakken uit de tracks aparte vakevaluaties te doen.
• Voor vakevaluatie kan Quaestio worden gebruikt (zie bijlagen). • Overweeg om per kwartiel/semester panelgesprekken met groepen studenten te houden (per track, evt. per M-jaar, evt. per bijzondere groep studenten zoals HBOinstromers). Er is een checklist beschikbaar (bijlage). • Overweeg om per (M1-) kwartiel / semester per track overleg met betrokken docenten te houden.
Check
Act • Je kunt bv. de samenvatting van de evaluatie van een vak + reactie van de docent toezenden aan studenten. Je kunt ook het jaarrapport publiceren.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
12
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Evaluatie B- en M-opdracht, stage en exit-enquêtes ____________________________________________________________________________
1.3. Evaluatie B- en M-opdracht, stage, exit-enquêtes en WO-monitor In deze paragraaf wordt de procedure Evaluatie B-opdracht, stage, M-opdracht, exit-enquêtes en WO-monitor beschreven. B-opdracht, stage en M-opdracht worden bij studenten èn bij docenten geëvalueerd. De exitenquête is bedoeld om de mening te vragen van de student over de afgeronde opleiding (bachelor en master). De WO-monitor is een jaarlijks landelijk onderzoek onder degenen die tussen 1 en 2 jaar geleden zijn afgestudeerd11. De Werkgroep Stolk12 kwam met het advies voor exit interviews met studenten. Uit efficiëntie-overwegingen zal CT eerst geen interviews houden, maar ervaring opdoen met exit-enquêtes. Bachelor Vak-/kwartiel-evaluatie
evaluatie B-opdracht / exit-enquête UT Instroomonderzoek
Jaarevaluatie 200x200x+1
UT Studenttevredenheid (1x per 2 jaar)
Master Vak- / track-evaluatie
evaluatie M-opdracht / stage / exit-enquête / WOmonitor UT Instroomonderzoek
Jaarevaluatie 200x200x+1
UT Studenttevredenheid (1x per 2 jaar)
11 12
Binnen de UT wordt de afname verzorgd door ITBE in overleg met de opleiding. Meeste vragen liggen vast (worden in landelijk overleg afgesproken); opleiding kan aantal eigen vragen toevoegen. De UT Werkgroep Stolk heeft in maart 2005 een rapport uitgebracht voor opleidingen: ‘Handreiking Interne Kwaliteitszorg Opleidingen’.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
13
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Evaluatie B- en M-opdracht, stage en exit-enquêtes ____________________________________________________________________________
Meetbare doelen B- en M-opdracht, exit-enquêtes, stage en WO-monitor Tabel 1.8
Meetbare doelen bij de evaluatie B-opdracht
Parameter
Doel
Streefwaarde
Inhoud
De student heeft genoeg voorkennis en vaardigheden om de B-opdracht te kunnen doen; de B-opdracht is motiverend, heeft een goed niveau en vraagt het integreren van kennis en vaardigheden Bij de B-opdracht kan de student zijn bekwaamheden goed laten zien; door de Bopdracht laat de student zien dat hij kan doorstromen naar een master Geplande en werkelijke studielast komen overeen
Gem. oordeel van studenten en docenten bij (#) enquête is positief
Niveau
Studeerbaarheid
Studeerbaarheid Toetsing en beoordeling Toetsing en beoordeling Toetsing en beoordeling Docenten Materiële voorzieningen
Totale studielast van B-opdracht + eventuele vakken die daarnaast worden gevolgd is studeerbaar Beoordelingscriteria zijn bekend bij de student Beoordelingscriteria zijn consistent met de vakdoelstellingen De beoordeling is valide: beoordeling is betrouwbare weergave van de door de student geleverde prestatie De kwaliteit van de begeleiding is goed; er is voldoende begeleiding De benodigde materiële voorzieningen zijn beschikbaar en toereikend
Tabel 1.9
Gem. door studenten bij enquête opgegeven tijdbesteding is ≤ 110% en ≥ 90% van de geplande studielast; gem. oordeel van begeleiders is dat de opdracht te doen is in 480 ± 40 uur B-opdracht veroorzaakt geen piekbelastingen in totale tijdbesteding van ≥ 45 uur/week Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van docenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van student en docent bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#)
Meetbare doelen bij de exit-enquête
Parameter
Doel
Streefwaarde
Programma – inhoud, vorm, samenhang Studeerbaarheid
De studenten zijn tevreden over het programma Opgelopen studievertraging wordt niet ⊗ veroorzaakt door opleidingsfactoren
Studiebegeleiding
De studiebegeleiding is goed
Studie-informatie
De informatievoorziening (roosters, programmawijzigingen, hulp bij keuzeproces e.d.) over de studie is goed
Gem. oordeel van studenten bij exit-enquête is positief (#) Gem. opgegeven studievertraging tengevolge van opleidingsfactoren ⊗ is ≤ 1 maand per factor en ≤ 4 maanden totaal Gem. oordeel van studenten bij exit-enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij exit-enquête is positief (#)
(#) ⊗
Gem. oordeel van docenten bij enquête is positief (#)
Dwz. hoger dan 3,0 op vijfpuntsschalen van bv. zeer slecht (0) – zeer goed (5), veel te weinig (0) – ruim voldoende (5), veel te weinig (0) – ruim voldoende (5), veel te laat beschikbaar (0) – tijdig beschikbaar (5). Bv. uitloop afstudeeropdracht, keuzevakken die niet optimaal waren te programmeren
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
14
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Evaluatie B- en M-opdracht, stage en exit-enquêtes ____________________________________________________________________________
Tabel 1.10
Meetbare doelen bij de evaluatie van de stage
Parameter
Doel
Streefwaarde
Inhoud
De student heeft genoeg voorkennis en vaardigheden om de stageopdracht te kunnen doen; de stageopdracht is motiverend, heeft een goed niveau en vraagt het integreren van kennis en vaardigheden Tijdens de stageopdracht heeft de student inzicht gekregen in het functioneren van een biomedische organisatie en in het toekomstige biomedische werkveld Bij de stageopdracht kan de student zijn academische vaardigheden goed laten zien; door de stageopdracht laat de student zien dat hij geschikt is om (op termijn) uit te stromen naar het werkveld Geplande en werkelijke studielast komen overeen Beoordelingscriteria zijn bekend bij de student Beoordelingscriteria zijn consistent met de vakdoelstellingen De beoordeling is valide: beoordeling is betrouwbare weergave van de door de student geleverde prestatie De kwaliteit van de begeleiding is goed; er is voldoende begeleiding De benodigde materiële voorzieningen zijn beschikbaar en toereikend
Gem. oordeel van studenten en docenten bij enquête is positief (#)
Inhoud
Niveau
Studeerbaarheid Toetsing en beoordeling Toetsing en beoordeling Toetsing en beoordeling Docenten Materiële voorzieningen
Tabel 1.11
Gem. oordeel van studenten en docenten bij enquête is positief (#)
Gem. oordeel van docenten bij enquête is positief (#)
Gem. bij enquête opgegeven tijdbesteding is ≤ 110% en ≥ 90% van geplande studielast Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van docenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van student en docent bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#)
Meetbare doelen bij de evaluatie M-opdracht
Parameter
Doel
Streefwaarde
Inhoud
De student heeft genoeg voorkennis en vaardigheden om de M-opdracht te kunnen doen; de M-opdracht is motiverend, heeft een goed niveau en vraagt het integreren van kennis en vaardigheden Bij de M-opdracht kan de student zijn bekwaamheden goed laten zien; door de opdracht laat de student zien dat hij geschikt is om uit te stromen naar het werkveld
Gem. oordeel van studenten en docenten bij (#) enquête is positief
Niveau
(#)
Gem. oordeel van docenten bij enquête is positief (#)
Dwz. hoger dan 3,0 op vijfpuntsschalen van bv. zeer slecht (0) – zeer goed (5), veel te weinig (0) – ruim voldoende (5), veel te weinig (0) – ruim voldoende (5), veel te laat beschikbaar (0) – tijdig beschikbaar (5).
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
15
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Evaluatie B- en M-opdracht, stage en exit-enquêtes ____________________________________________________________________________ Tabel 1.11
Meetbare doelen bij de evaluatie M-opdracht
Parameter
Doel
Streefwaarde
Studeerbaarheid
Geplande en werkelijke studielast komen overeen
Toetsing en beoordeling Toetsing en beoordeling Toetsing en beoordeling
Beoordelingscriteria zijn bekend bij de student Beoordelingscriteria zijn consistent met de vakdoelstellingen De beoordeling is valide: beoordeling is betrouwbare weergave van de door de student geleverde prestatie De kwaliteit van de begeleiding is goed; er is voldoende begeleiding De benodigde materiële voorzieningen zijn beschikbaar en toereikend
Gem. door studenten bij enquête opgegeven tijdbesteding is ≤ 110% en ≥ 90% van de geplande studielast; gem. oordeel begeleiders is dat de opdracht te doen is in 1260 ± 100 uur Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van docenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van student en docent bij enquête is positief (#)
Docenten Materiële voorzieningen
Tabel 1.12
Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#) Gem. oordeel van studenten bij enquête is positief (#)
Meetbare doelen bij de WO-monitor
Parameter
Doel
Streefwaarde
Werkgelegenheid Aansluiting opleiding - werk
Er is werk voor afgestudeerden.
Min.95% vindt werk binnen 2 jaar na afstuderen Min.80% vindt werk binnen 6 maanden na afstuderen Min.80% heeft werk dat aansluit op de opleiding
Niveau van het werk Aansluiting opleiding functie Sterke / zwakke punten van de opleiding
Hebben afgestudeerden werk dat in redelijke mate gebaseerd is op het geleerde in hun opleiding. Het werk moet van passend (wo-) niveau zijn Afgestudeerden moeten vanuit het perspectief van hun huidige functie, na terugblik op hun opleiding, tevreden zijn over hun opleiding Er zijn geen duidelijk zwakke punten in de opleiding
Min.80% heeft werk op niveau gevonden. Min.80%
Zwakke punten worden door minder dan 10% van de respondenten genoemd als er in algemene zin naar sterke en zwakke punten wordt gevraagd
N.B. Dit zijn de doelen die het ITBE hanteert voor haar rapportage.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
16
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Evaluatie B- en M-opdracht, stage en exit-enquêtes ____________________________________________________________________________
Procedure evaluatie B- en M-opdracht, stage, exit-enquêtes en WO-monitor Tabel 1.13
Kernpunten PDCA voor Evaluatie B- en M-opdracht, stage en exit-enquêtes
Plan
Do
Check
Act
• De CKZ gaat na of de meetbare doelen voldoen. Zonodig worden ze aangepast of aangevuld. • De CKZ plant de Evaluatie B-opdracht, Evaluatie Stage, Evaluatie M-opdracht en Exit-enquêtes met BOZ.
• De CKZ past zonodig de vragenformulieren aan (zie bijlage). • BOZ geeft vragenformulieren Evaluatie B-opdracht en Evaluatie Mopdracht aan de student en de docent. • De stagecoördinator geeft vragenformulier stage aan de student en aan de stagebegeleiders. • BOZ en stagecoördinator verzamelen ingevulde formulieren en sturen zonodig herinneringen. • BOZ geeft exit-enquetes aan studenten. • BOZ verzamelt ingevulde formulieren en stuurt zonodig herinneringen.
• De CKZ maakt een rapportage over de B-opdracht, M-opdacht en de exit-enquêtes op basis van de binnengekomen formulieren. • In de rapportage wordt – indien van toepassing – ook vergeleken met maatregelen die genomen zijn n.a.v. eerdere evaluaties. • In de rapportage wordt – indien van toepassing -verantwoord hoe meetbare doelen sinds vorige rapport zijn aangepast / aangevuld. • De stagecoördinator maakt een rapportage over de stage op basis van de binnengekomen formulieren. • De rapportage vormt (een deel van de) input voor de Jaarevaluatie.
• CKZ verwerkt verslag in de Jaarevaluatie. • De Jaarevaluatie wordt besproken in de OLC. OLC adviseert schriftelijk aan OLD. • Na advies van OLC stelt de OLD vast of er maatregelen genomen moeten worden. • De OLD informeert OCO, CKZ en OLC over zijn besluiten.
Plan
Do
• Planning kan tegelijkertijd plaatsvinden met die voor de vak-/ kwartiel, track- en jaarevaluatie.
• Het kan mogelijk zo worden georganiseerd door BOZ dat de formulieren voor B- resp. M-opdracht tegelijkertijd met die van de exit-enquete aan de student worden gegeven.
Tabel 1.14
Commentaar & tips Check
Act
• Een handige periode kan zijn 1 juni jaar x – 31 mei jaar x+1.
Kernpunten PDCA voor WO-monitor
Plan
Do
Check
Act
• De CKZ gaat na of de meetbare doelen voldoen. Zonodig worden ze aangepast of aangevuld. • De CKZ plant de WOmonitor cq. Informeert naar de planning van ITBE voor de WOmonitor.
• De CKZ geeft zonodig aan ITBE door hoe (het opleidingsdeel van) de vragenformulieren moeten worden aangepast. • ITBE past vragenformulieren aan • ITBE verstuurt ze aan alumni, verstuurt zonodig een 1e herinnering en doet zonodig een 2e telefonische herinnering. • ITBE verzamelt ingevulde formulieren.
• ITBE stelt een rapport op over de WO-monitor. Bijlage is een UToverzicht van de antwoorden op een deel van de vragen. • ITBE stuurt rapport aan de opleiding. • CKZ neemt de voornaamste resultaten uit het rapport op in een historisch overzicht met resultaten van de laatste 5 jaar.
• Rapport van de WOMonitor + historisch overzicht worden besproken in de OLC. OLC adviseert schriftelijk aan OLD. • Na advies van OLC stelt de OLD vast of er maatregelen genomen moeten worden. • De OLD informeert OCO, CKZ en OLC over zijn besluiten.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
17
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Jaarevaluatie ____________________________________________________________________________
1.4. Jaarevaluatie
In de jaarevaluatie worden de evaluaties van de B1-, B2- en B3-kwartielen en de trackevaluaties verwerkt, naast gegevens uit de evaluatie van de B-opdracht, stage, M-opdracht, de exitenquêtes voor bachelor en master en – indien beschikbaar 13 14 – uitkomsten uit de UTinstroommonitor en de UT-tevredenheidsmonitor. Schematisch is dit weergegeven in de figuren 1.5 en 1.6.
Vak- / trackevaluatie Vak- / kwartielevaluatie Bachelor evaluatie B-opdracht / exit-enquête UT Instroomonderzoek UT Studenttevredenheid (1x per 2 jaar)
Figuur 1.5
Jaarevaluatie 200x200x+1
evaluatie M-opdracht, stage, exit-enquête WO-monitor UT Instroomonderzoek (1x per 2 jaar)
Master Jaarevaluatie 200x200x+1
UT Studenttevredenheid (1x per 2 jaar)
Figuur 1.6
Er wordt verder van uitgegaan dat de jaarevaluaties van bachelor en master geïntegreerd worden in één rapport.
13
14
De UT-instroommonitor Bachelor is najaar 2004 ontwikkeld en afgenomen. Deze monitor zal jaarlijks worden afgenomen. Op dit moment is nog niet bekend wanneer de UT-tevredenheidsmonitor Bachelor wordt ontwikkeld en afgenomen. Opzet is om dit tweejaarlijks in het najaar te doen. De - tweejaarlijkse - UT-instroommonitor Master wordt najaar 2005 voor het eerst afgenomen. Voorjaar 2005 is de tweejaarlijkse - UT-tevredenheidsmonitor Master afgenomen.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
18
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Jaarevaluatie ____________________________________________________________________________
Meetbare doelen Jaarevaluatie Parameter
Tabel 1.15 Doel
+ parameters vakevaluatie + parameters kwartielevaluatie + parameters evaluatie Bopdracht + parameters exit-enquête Aantal eerstejaars Samenstelling instroom Niveau instroom
P-rendement na 1 jaar P-rendement na 2 jaar P-rendement na ≥ 3 jaar Studie-uitval Studie-uitval Studiesnelheid 1e jaar Studiesnelheid 2e jaar Studiesnelheid 3e jaar Post P-rendement 3 jaar 16
Post P-rendement 4 jaar Post P-rendement 5 jaar B-(studie)rendement 3 17 jr B-(studie)rendement 4 jr B-(studie)rendement 5 jr Gemiddelde studieduur
15
16 17
Meetbare doelen bij de jaarevaluatie - Bachelor Streefwaarde
Zie tabel 1.3 Zie tabel 1.4
Zie tabel 1.3 Zie tabel 1.4
Zie tabel 1.8
Zie tabel 1.8
Zie tabel 1.9
Zie tabel 1.9 50 Min.90% heeft VWO-diploma
Instroom bestaat vnl. uit studenten met een vwodiploma met min. een N&G-profiel vwo-instroom heeft bij voorkeur gem. een 7 of hoger voor natuurkunde, wiskunde en scheikunde Programma kent geen belemmeringen en/of struikelvakken zodat groot deel van de geschikte studenten na 1 jaar is geslaagd Degenen die niet in 1 jaar slagen voor P-examen doen dat in hun 2e jaar Een enkeling doet langer dan 2 jaar over het behalen van het P-diploma Zo min mogelijk studie-uitval uit criteriumgroep P oriënteert en selecteert zodanig dat studiestaken na 1 jaar weinig voorkomt Studenten die studie na 1e jaar voortzetten halen minimaal 75% van de studiepunten Deel blijft nominaal studeren, er zijn geen struikelvakken Deel blijft nominaal studeren, er zijn geen struikelvakken Helft P-geslaagden studeert zonder studievertraging en haalt P-diploma in 1 jr en B-diploma in 3 jr Praktisch alle P-geslaagden halen B-diploma met max.1 jr studievertraging, dus in 4 jr Alle P-geslaagden halen B-diploma met max.2 jr studievertraging, dus in 5 jr Percentage B-geslaagden na 3 jr Percentage B-geslaagden na 4 jr Percentage B-geslaagden na 5 jr Gemiddelde studievertraging van de afgestudeerden ≤ 1,5 jaar = 50% van de nominale studieduur
Min.60% van de VWO-instroom heeft gem. 7,0 of hoger voor 15 Na/Wi/Sk (de ‘criteriumgroep’ ) 50% 70% 75% Max.30% van de instroom Min.75% van studie-uitval vindt plaats tijdens of direct na 1e jaar Min.45 EC Min.40 EC Min.35 EC 50% 85% 95% 35% 60% 70% ≤ 4,5 jaar
De criteriumgroep is als volgt gedefinieerd: studenten met vwo-profiel N&G of N&T als vooropleiding en gemiddeld eindexamencijfer voor wiskunde B1 (of 1,2), natuurkunde 1 (of 1,2) ≥ 7,0 en scheikunde 1 (of 1,2) ≥ 7,0 Aantal B-diploma’s na 3 jaar / aantal reguliere studenten van een bepaalde generatie die P-diploma hebben behaald. Aantal B-diploma’s na 3 jr / aantal reguliere eerstejaars per 1 december van een generatie.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
19
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Jaarevaluatie ____________________________________________________________________________
Tabel 1.16
Meetbare doelen bij de jaarevaluatie - Master
Parameter
Doel
Streefwaarde
+ parameters track-evaluatie + parameters evaluatie stage + parameters evaluatie Mopdracht + parameters exit-enquête Instroom Samenstelling instroom
Zie tabel 1.6 Zie tabel 1.10 Zie tabel 1.11
Zie tabel 1.6 Zie tabel 1.10 Zie tabel 1.11
Zie tabel 1.19
Zie tabel 1.19 40 30 bachelor-CT (UT en anderen) 10 bachelors van andere opleidingen
Niveau instroom Gemiddelde studieduur
Niet alleen instroom van studenten met een B-CT, maar ook instroom van andere Bachelors Gemiddelde studievertraging van de afgestudeerden ≤ 50% van nominale studieduur Instroomeisen garanderen studiesucces Klein deel van studenten studeert nominaal Groot deel van de studenten heeft max. 1 jaar studievertraging in master Na max. 2 jaar studievertraging is praktisch iedereen afgestudeerd Klein deel van de studenten studeert nominaal, er zijn geen struikelvakken, programma veroorzaakt geen onnodige vertraging
Studie-uitval M-rendement na 2 jaar M-rendement na 3 jaar M-rendement na 4 jaar Studiesnelheid
≤ 3 jaar Max.5% van de instroom 25% 70% ≥ 90% Min.45 EC
Procedure jaarevaluatie Tabel 1.17 Kernpunten PDCA voor Jaarevaluatie Plan (planning)
Do (uitvoering)
Check (controleren / evalueren)
Act (uitvoeren verbetering en/of borgen kwaliteit)
• De CKZ gaat na of de meetbare doelen voldoen. Zonodig worden ze aangepast of aangevuld. • De CKZ plant de jaarevaluatie.
• De CKZ verzamelt de uitkomsten van de vak/kwartielevaluaties, trackevaluaties, evaluatie Bopdracht, stage, Mopdracht, exit-enquêtes en WO-monitor. • De CKZ verzamelt administratieve gegevens (met behulp van BOZ). • De CKZ vraagt mentoren/studiebegeleiders om een jaarrapportage (zie bijlagen).
• De CKZ stelt een rapport (format in bijlagen) op over de jaarevaluatie. • In de rapportage wordt indien van toepassing verantwoord of en hoe de meetbare doelen sinds het vorige rapport zijn aangepast of aangevuld.
• Het rapport over de jaarevaluatie wordt besproken in de OLC. OLC adviseert schriftelijk aan OLD. • Na advies van de OLC stelt de OLD vast welke maatregelen er genomen moeten worden. • De OLD informeert CKZ en OLC over zijn besluiten.
Commentaar & tips Plan
Do
• Planning kan tegelijkertijd plaatsvinden met die voor de vak-/kwartielen trackevaluatie
Check
Act
• In de rapportage wordt – indien van toepassing – ook vergeleken met maatregelen die genomen zijn n.a.v. eerdere jaarevaluaties
• Je kunt het jaarrapport publiceren (intranet) voor studenten en docenten.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
20
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Curriculumevaluatie ____________________________________________________________________________
1.5. Curriculumevaluatie In deze paragraaf wordt de procedure voor de curriculumevaluatie beschreven. Bij een normale curriculumevaluatie worden drie voorgaande jaarevaluaties bekeken in samenhang met uitkomsten van onderzoek onder alumni en bij het werkveld. Schematisch is dit weergegeven in figuur 1.7. Jaarevaluatie 2005-2006 Jaarevaluatie 2006-2007 Jaarevaluatie 2007-2008
Figuur 1.7 WO-monitor (in jaarevaluaties)
Curriculumevaluatie 2008-2009
Werkveld
UT uitstroommonitor (1x per accreditatie)
Curriculumevaluatie 2005-2006 In het kader van het zelfevaluatieproces wordt een beperkte curriculumevaluatie uitgevoerd. Hierbij wordt vooral gekeken naar de doelstellingen, het programma, de relatie tussen doelstellingen en programma en de afstemming van vormgeving en inhoud. Activiteiten die in dit kader plaatsvinden zijn: - een vergelijking uitvoeren met het beoordelingskader van NVAO/QANU; - vergelijken van het domeinspecifiek referentiekader met de internationale normen (‘benchmarken’); - nadere analyse van de WO-monitor resultaten van de laatste jaren, inclusief de WOmonitor van 2004 die in januari 2006 beschikbaar is gekomen; De uitkomsten van deze activiteiten worden verwerkt in het zelfevaluatierapport. Dat rapport – evenals de diverse concepten daarvan – wordt voorgelegd aan docenten en studenten van de opleiding en o.a. besproken in de OLC en in het ASOCT.
Meetbare doelen Curriculumevaluatie Deze zullen tussen 1 januari 2006 en 1 juli 2006 worden vastgesteld. Ze bevatten in ieder geval de meetbare doelen van de jaarevaluatie.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
21
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Curriculumevaluatie ____________________________________________________________________________
Procedure curriculumevaluatie Tabel 1.18
Kernpunten PDCA voor Curriculumevaluatie
Plan (planning)
Do (uitvoering)
Check (controleren evalueren)
• De OLD plant het vaststellen van de meetbare doelen. • De OLD plant de curriculumevaluatie.
• De CKZ verzamelt de 3 voorafgaande jaarevaluaties. • De CKZ verzamelt de 3 voorafgaande WOmonitoren. • De OLD laat een onderzoek onder het werkveld uitvoeren.
• De CKZ stelt een rapport op over de curriculumevaluatie met als input een drietal jaarevaluaties, WO-monitoren en een onderzoek onder het werkveld.
/
Act (uitvoeren verbetering en/of borgen kwaliteit) • Het rapport over de curriculumevaluatie wordt besproken in de OLC. OLC adviseert schriftelijk aan OLD. • Na advies van OLC stelt de OLD vast welke maatregelen er genomen moeten worden. • De OLD informeert OCO, CKZ en OLC over zijn besluiten.
Commentaar & tips Plan
Do
Check
Act
De Werkgroep Stolk adviseert in haar ‘Handreiking Interne Kwaliteitszorg Opleidingen’ om terughoudend te zijn bij het invoeren van grootschalige en standaard werkgeverspeilingen. Een beter idee vinden ze het inrichten van een adviescommissie vanuit het werkveld. De opleiding moet zorgen voor een sterke betrokkenheid van zo’n commissie door het waarderen en honoreren van kritische inbreng en door ze goed op de hoogte te houden van ontwikkeling met betrekking tot de opleiding. Er wordt overwogen of de frequentie (op dit moment jaarlijks) van de WO-monitor verlaagd kan worden. Externe begeleiders van stages en afstudeeropdrachten worden al systematisch bevraagd naar hun oordeel over de opleiding. De UT gaat een Uitstroommonitor invoeren. Er is nog niet bekend wanneer deze wordt ontwikkeld en afgenomen.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
22
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Ad-hoc evaluaties en acties ____________________________________________________________________________
1.6. Ad-hoc evaluaties en acties Om te kunnen inspelen op plotselinge signalen dat er iets verbeterd moet worden zijn de volgende instrumenten van belang: • Panelgesprekken met onderwijsevaluatiegroepen; bij deze gesprekken wordt enerzijds teruggekeken op een afgelopen onderwijsperiode (deze functie komt aan de orde in 1.1), anderzijds wordt het lopende onderwijs besproken. Acute kleinere of grotere problemen kunnen dan mogelijk nog worden opgelost voordat een vak of kwartiel is afgerond. • Het ASOCT18. • Een meldpunt: onder studenten en docenten wordt bekendgemaakt dat men met klachten, problemen, op- of aanmerkingen terecht kan bij de coördinator kwaliteitszorg (CKZ). Bv. door in algemene informatie voor studenten (website, studiewijzers e.d.) te vermelden wat de gebruikelijke gang van zaken bij klachten e.d. is. Om snel te kunnen inspelen op problemen heeft CT een procedure voor ad-hoc-evaluaties en (eventuele) acties.
Procedure ad-hoc evaluaties en acties Tabel 1.19
Kernpunten PDCA voor ad-hoc evaluaties en acties
Plan
Do
Check
Act
• Als de CKZ informatie binnenkrijgt die aanleiding geeft tot snelle actie, start deze de procedure door OLD en OCO te informeren. Informatiebronnen: - door onderwijscommissaris Alembic opgestuurde notulen van ASOCT-vergaderingen; - verslagen van panelgesprekken met onderwijsevaluatiegroepen; - losse meldingen bij CKZ van problemen. • De CKZ maakt een planning voor de procedure.
• CKZ bespreekt probleem (met OCO, OLD of OKC). • Zonodig onderzoekt een van genoemden het probleem.
• De CKZ doet voorstellen voor acties aan de OLD. • De OLD beslist over de voorstellen voor acties en informeert OCO en CKZ over zijn besluit.
• De acties worden uitgevoerd. • Daarna maakt de CKZ een – kort – verslag en stuurt dit aan de OLD. • OLD stelt vast of het probleem bevredigend is opgelost, of dat er aanvullende acties nodig zijn. • CKZ stuurt een verslag naar de OLC.
Plan
Do
Commentaar & tips Check
Act
Als meerdere problemen tegelijkertijd spelen probeer dan bespreking, uitvoering en rapportage te combineren . De rapportage aan de OLC zou bv. éénmaal per jaar plaats kunnen vinden.
18
ASOCT (Algemeen Studentenoverleg CT). Overleg van studenten over alles wat met onderwijs te maken heeft. Aanwezig zijn leden van onderwijsevaluatiegroepen, opleidingscommissie, faculteitsraad e.d. en andere belangstellende studenten. Het ASOCT wordt georganiseerd door de onderwijscommissaris van de studievereniging Alembic
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
23
CT Kwaliteitshandboek Interne Kwaliteitszorg – Betrekken van belanghebbenden ____________________________________________________________________________
1.7. Betrekken van belanghebbenden In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze belanghebbenden bij de kwaliteitszorg van bachelor- en masteropleiding CT worden betrokken. Onder belanghebbenden worden verstaan: Studenten, medewerkers, alumni en afnemend werkveld. Voor meer details zie 1.1 t/m 1.6.
Werkwijze betrekken belanghebbenden Studenten worden op de volgende manieren betrokken bij de kwaliteitszorg: • Studenten worden bevraagd (mondeling en schriftelijk; individueel of in groepen) bij de diverse evaluaties. • De onderwijskwaliteitscommissie (OKC) en de opleidingscommissie (OLC) hebben meerdere studentleden. • Door structureel overleg in het ASOCT (zie 1.6). Medewerkers worden op de volgende manieren betrokken bij de kwaliteitszorg: • Relevante docenten worden bevraagd (mondeling en schriftelijk; individueel of in groepen) bij de diverse evaluaties. • Docenten worden geraadpleegd over de inhoud van vragenlijsten bij vakevaluaties. • Resultaten van vakevaluaties worden voorgelegd aan de docent(en). • Resultaten van trackevaluaties worden besproken met afstudeerhoogleraren of trackcoördinatoren. • De onderwijskwaliteitscommissie (OKC) en de opleidingscommissie (OLC) hebben meerdere docentleden. Alumni worden als volgt bij het evalueren van de opleiding betrokken: • Als lid van de alumnivereniging. • Door de WO-monitor (sinds 1999 doet CT mee aan de WO-monitor, een jaarlijks landelijk onderzoek onder degenen die tussen 1 en 2 jaar geleden zijn afgestudeerd). • Via de nog te ontwikkelen UT-uitstroommonitor voor bachelor-afgestudeerden. • Als lid van beroepsverenigingen, met name: o De CT-afdeling van het Koninklijk Instituut voor Ingenieurs (KIVI / NIRIA) o De Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV) Werkveld (bachelor) Het werkveld voor bachelors is pas relevant als een significant aantal B-afgestudeerden kiest voor maatschappelijke functie. Tot nu toe stromen alle studenten met een bachelordiploma door naar een masterprogramma, meestal de master-opleiding CHE. Het werkveld voor de CHE masters wordt wel nadrukkelijk betrokken bij de kwaliteitszorg (zie onder). Indirect levert dat mogelijk ook nuttige input op voor de bachelor-opleiding. Werkveld (master) Het “afnemend werkveld” is als volgt betrokken bij het evalueren van de opleiding: • Via structureel contact met externe stage- en afstudeerbegeleiders. • Via de nog te ontwikkelen UT-uitstroommonitor voor master-afgestudeerden. • Door contacten met onderzoekers binnen de UT. _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
24
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 1
Structuur, aanpassingen en evaluatie
Structuur De structuur van het KHB is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • Er is één kwaliteitshandboek voor de bachelor- en de masteropleiding. • Het bevat zowel procedurele als beleidsmatige informatie over de opleiding. • Er worden zo min mogelijk verwijzingen gebruikt. • Ter bevordering van het gebruik is de opleiding leidend voor dit KHB, en niet de criteria van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) c.q. de Quality Assurance Netherlands Universities (QANU). Als het KHB in de toekomst wordt uitgebreid zal er een kruistabel worden opgenomen om de onderdelen van het KHB eenvoudig te kunnen relateren aan de QANU-criteria.
Aanpassingen Dit KHB is een ‘levend’ document: onderdelen ervan zullen in de loop der tijd veranderen of vervallen of nieuw geïntroduceerd worden. In deze bijlage is beschreven welke afspraken hiervoor gelden. Iedereen die betrokken is bij de CT-opleiding kan het initiatief nemen om een voorstel te doen voor een wijziging van de afspraken. De coördinator kwaliteitszorg is het verzamelpunt voor wijzigingsvoorstellen. De initiatiefnemer informeert de coördinator kwaliteitszorg over het wijzigingsvoorstel. Die informatie bevat tenminste: • Bij bestaande delen: hoofdstuk en/of paragraaf en eventueel de betreffende tekst • Bij een nieuw deel: het onderwerp van het voorgestelde nieuwe deel van het KHB • De aanleiding van het wijzigingsvoorstel: welk probleem wordt ermee opgelost • De motivering van het wijzigingsvoorstel: waarom helpt het voorstel het probleem op te lossen • Randvoorwaarden voor het slagen van het voorstel: wat is er nodig om succes te hebben • Het stadium waarin het voorstel verkeert: met wie is het besproken? Is het uitgeprobeerd? Wie zijn bij de ontwikkeling van het voorstel al betrokken geweest? Enz. De coördinator kwaliteitszorg draagt zorg voor behandeling van het voorstel binnen redelijke termijn en voor het informeren van de initiatiefnemer. Indien het voorstel wordt afgewezen, motiveert de coördinator kwaliteitszorg de afwijzing aan de initiatiefnemer, de opleidingsdirecteur en de opleidingscommissie. De coördinator kwaliteitszorg beslist na overname van het voorstel of het een ingrijpende of marginale wijziging van het KHB betreft. Bij elke ingrijpende wijziging toetst de coördinator kwaliteitszorg de uitgewerkte voorgenomen wijziging bij opleidingsdirecteur en opleidingscommissie. Na verkregen akkoord formuleert de coördinator kwaliteitszorg de wijziging in het format zoals toegepast voor dit KHB. Na verkregen akkoord van de opleidingsdirecteur draagt de coördinator kwaliteitszorg zorg voor het informeren over en verspreiding van het nieuwe of gewijzigde deel van het KHB. _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
25
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ Delen van het KHB worden op “need-to-know”-basis gedistribueerd naar de juiste personen. Het elektronisch gepubliceerde integrale handboek wordt integraal vervangen door de nieuwe versie, met toevoeging van een tabel met wijzigingen (bijlage 3). Deze versie van het KHB is leidend. Een papieren versie daarvan is beschikbaar bij Bureau Onderwijszaken.
Evaluatie Het KHB wordt minimaal eens per drie jaar integraal geëvalueerd: eens per 6 jaar als onderdeel van de zelfevaluatie, en eens per 6 jaar op een tijdstip 3 jaar voor een volgende zelfevaluatie. De coördinator kwaliteitszorg initieert en leidt deze evaluatie. Doel van de evaluatie is te bepalen of, en in hoeverre, het KHB nog steeds voldoet: veranderingen in de externe (bijvoorbeeld wetgeving) en / of interne (bijvoorbeeld de opleiding zelf) omstandigheden kunnen aanleiding voor wijziging c.q. verbetering zijn. Het criterium voor de integrale evaluatie is, dat er geen ingrijpende tekortkomingen mogen voorkomen in het KHB.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
26
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 2 ASOCT AT BB1-, B2-, B3BMT BOZ CHE CKZ COKE CT DUIT EC EPO ITBE KHB KIVI KNCV MN&T N&G NIRIA NVAO OCO OER OKC OLC OLD PPDCA QANU SA TN TNW UT VBI VSNU vwo
Lijst van afkortingen Algemeen Studentenoverleg CT Advanced Technology Bachelor1e resp. 2e en 3e jaar Bacheloropleiding Biomedische Technologie (bacheloropleiding) Bureau Onderwijszaken Chemical Engineering Coördinator Kwaliteitszorg Commissie Onderwijskwaliteit en – Evaluatie (OKC van TN) Chemische Technologie Didactisch Universitair Inwerktraject Twente European Credits Werkgroep Evaluatie Propedeuse Onderwijs (CT/TN) Dienst Informatietechnologie, Bibliotheek en Educatie Kwaliteitshandboek Koninklijk Instituut Van Ingenieurs Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging MasterNatuur en techniek (vwo-profiel) Natuur en gezondheid (vwo-profiel) Nederlands Instituut van Register-Ingenieurs en Afgestudeerden van HTS'en Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie Opleidingscoördinator Onderwijs- en examenregeling Onderwijskwaliteitscommissie Opleidingscommissie Opleidingsdirecteur PropedeusePlan, Do, Check, Act Quality Assurance Netherlands Universities Studentassistent Technische Natuurkunde Technische Natuurwetenschappen Universiteit Twente Visiterende en beoordelende instantie Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
27
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 3
Tabel van wijzigingen ten opzichte van vorige versies
Deze tabel zal pas worden toegevoegd ná wijzigingen in deze eerste versie van het KHB
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
28
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 4
Kalender kwaliteitszorg
Het is de bedoeling om de verschillende activiteiten uit de interne kwaliteitszorg qua tijdstip van uitvoering bij elkaar te zetten in twee tijdschema’s. Enerzijds een meerjarenkalender waarin de relatie tussen de interne en de externe kwaliteitszorg tot uitdrukking komt. Anderzijds een jaarkalender waarin de relatie tussen de activiteiten uit de interne kwaliteitszorg en de jaarcyclus van het onderwijs tot uitdrukking komt. Het is de bedoeling deze kalenders in een volgende versie op te nemen.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
29
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 5
Mal vakevaluatie
No.
Variabele
1a 1b 1c 2
vaknaam vakcode EC tijdsb
Vraag
Werkvorm Alle
Toetsvorm Alle
Opmerkingen:
Opnemen? X X X X
Hoeveel tijd heb je in Alle Alle aanpassen aan totaal aan dit vak aantal EC van besteed? vak 3 leerduid Is het duidelijk wat je Alle Alle X moest leren bij dit vak? 4 aansl Sluit dit vak goed aan X bij je voorkennis? 4b n_aansl Welke onderdelen Alle Alle X sluiten niet goed aan? 4c geleerd Heb je wat van dit vak X geleerd? 5 stmat Wat vind je van het Alle, aanpassen Alle X gebruikte aan materiaal in studiemateriaal? vak 5a stTTsite TeleTOPsite Alle X 5b streader reader 5c handouts Handouts 5d stprhand practicumhandleiding 5e stboek1 Boek1 5f stboek2 Boek2 6 hc Wat vind je van de HC gegeven hoorcolleges? 6a hcnut Zeer nuttig/nutteloos HC 6b hcleuk Leuk/niet leuk HC 7 wc Wat vind je van de WC werkcolleges? 7a wcnut Zeer nuttig/nutteloos WC 7b wcleuk Leuk/niet leuk WC 8 wcbeg Wat vind je van de WC begeleiding tijdens de werkcolleges? 9 prac Wat vind je van het Pract. practicum? 9a pracnut Zeer nuttig /nutteloos 9b pracleuk Leuk/niet leuk 10 pracbeg Wat vind je van de Pract. begeleiding tijdens het practicum? 11 toetsvrg Kwam het soort vragen Pract. van de practicumtoets overeen met wat je had verwacht? 12 toetstyd Had je voldoende tijd Pract. om de practicumtoets te maken? 13 toetsoor Wat vind je van de practicumtoets? 14 proj Wat vind je van het Project project? _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
30
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ No.
Variabele
Vraag
Werkvorm
Toetsvorm
14a 14b 15
projnut projleuk projbeg
16
projopdr
16a
opdleerz
Zeer nuttig/nutteloos Leuk/niet leuk Wat vind je van de begeleiding tijdens het project? Wat vind je van de (project)opdrachten? Leerzaam/niet leerzaam
Project
-
Project/opdracht
Project/ opdracht Project/ opdracht Project/ opdracht Project/ opdracht
16b
opdleuk
Leuk/niet leuk
Project/opdracht
16c
opdduid
Project/opdracht
17
hswrkopg
18
case
19
tmakmoei
20
tenttyd
21
tentvrg
22
oordvak
23
oordduid
24
sterk
25
zwak
26
cijfer
27
slotopm
Zeer duidelijk/zeer onduidelijk Wat vind je van de huiswerkopgaven? (indien gegeven) Wat vind je van de case? Wat vind je van het tentamen? Had je voldoende tijd om het tentamen te maken? Kwam het soort vragen van het tentamen overeen met wat je had verwacht? Sluit de manier van beoordelen van dit vak aan bij wat je had verwacht? Vind je de wijze van beoordelen duidelijk? Noem de 3 sterkste punten van dit vak (maximaal 3 korte opmerkingen) Noem de 3 zwakste punten van dit vak (maximaal 3 korte opmerkingen) Afrondend, wat geef je voor cijfer aan dit vak? Eventuele slotopmerking
Project/opdracht
Case
Opmerkingen:
Opnemen?
Tentamen
X X
indien tentamen
indien tentamen
X
Alle
Alle
X
Alle
Alle
X
Alle
Alle
X
Algemeen
Algemeen
X
Algemeen
Algemeen
X
Algemeen
Algemeen
X
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
31
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 6
Format rapportage resultaten vakkenevaluatie
Vragenlijst Vak X (vakcode) Aantal EC: 3 1.
Hoeveel tijd heb je in totaal aan dit vak besteed?
Aantal 18 21 8 5 1 53
< 85 uren 85-105 uren 105-135 uren 135-155 uren > 155 uren
Totaal
aantallen 35 14
4
11
33
8
2
1 Zeer slecht
55
Zeer goed
11
40
4
1
Zeer slecht
56
Nuttig Leuk
28 15
24 26
4 13
1
Nutteloos Niet leuk
56 55
Nuttig Leuk
14 15
27 23
8 12
6 4
Nutteloos 1 Niet leuk
55 55
Zeer goed
8
26
15
6
Zeer slecht
55
Nuttig Leuk
31 30
20 21
5 2
3
Nutteloos Niet leuk
56 56
10. Wat vond je van de begeleiding tijdens het practicum?
Zeer goed
15
35
4
2
Zeer slecht
56
11. Kwam het soort vragen van het tentamen overeen met wat je had verwacht?
Zeer goed
4
30
19
2
1 Zeer slecht
56
12. Had je voldoende tijd om het tentamen te maken?
Ruim voldoende
46
10
Te makkelijk
1
2
2.
Was het duidelijk wat je moest leren bij dit vak?
Zeer duidelijk
3
3.
Sloot dit vak goed aan bij je vwo voorkennis?
Zeer goed
5.
Wat
6.
vond
je
van
het
studiemateriaal?
Wat vond je van het hoorcollege?
7.
Wat vond je van de werkgroepactiviteiten?
8.
Wat vond je van de begeleiding tijdens de werkgroep?
9.
Wat vond je van het practicum?
13. Wat vond je van het tentamen?
41
12
Zeer onduidelijk
Totaal 56
Veel te weinig
56
Te moeilijk
56
= Mediaan
Open vragen 4. 14.
Welke onderdelen sloten niet goed aan? • Het Latijnse taalgebruik. • enz. Wat vond je goed aan dit vak? Wat betreft colleges en practica: • Hoorcolleges goed te volgen en de practica zeer duidelijk. • Uitleg • enz. Wat betreft inhoud:
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
32
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ • Het was een leuk vak om te volgen, de stof was afwisselend. • Afwisselend, theorie kon je ook in de praktijk bekijken. • enz. Wat betreft studiemateriaal: • duidelijk boek. • Zeer duidelijke studiehandleiding, waarin per hoorcollege de te behandelen stof+leerdoelen in staan. (Mag bij meer vakken worden ingevoerd). • enz. 15. Wat vond je niet goed aan dit vak / wat kan verbeterd worden? Wat betreft colleges en practica: • Ik vond het tentamen leren moeilijk, na de HC leek het simpel, maar in het boek werd er veel meer behandeld. • Locatie colleges. • enz. Wat betreft inhoud: • Het is wel erg veel stof. • Mag wel meer de diepte in. • enz. Wat betreft tentamen: • Datum tentamen: hoeveelheid stof (als alles echt goed geleerd zou worden, dus ook boek) dan gaat je dat extreem veel tijd kosten. • enz. Wat betreft studiemateriaal: • Netmeeting is voornamelijk door technische problemen niet echt functioneel geweest. • Engels boek is af en toe lastig (termen). • enz. Ruimte voor andere opmerkingen over dit vak. • Ik vond dit tentamen pittiger dan het oefententamen. • enz.
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
33
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 7
Checklist panelgesprek kwartiel
De checklist is opgesteld voor een evaluatiegesprek met een groep studenten. De checklist kan worden aangepast op basis van karakteristieken van het kwartiel (misschien hoeft er bv. helemaal geen samenhang te zijn tussen vakken), het vooroverleg met de docenten (als dat heeft plaatsgevonden) en aanvullende wensen van bv. OLD, OKC, CKZ, OLC e.d.
Inleidende vragen 1. Vond je het kwartiel leuk/attractief/aantrekkelijk/motiverend? Waarom? Waarom niet? 2. Was de wijze waarop de vakken in het kwartiel werden gegeven van invloed op de motivatie om met de studie bezig te zijn? In positieve zin? In negatieve zin? 3. Wat vond je het beste vak van het kwartiel? Wat vond je goed aan dit vak? 4. Wat vond je het slechtste vak van het kwartiel? Wat vond je niet goed?
Leerdoelen 1. Zijn voor ieder studieonderdeel doelen geformuleerd? 2. Zijn deze helder en concreet? Geef eens enkele voorbeelden?
Aansluiting 1. Sloot het kwartiel aan op voorkennis en vaardigheden die je tijdens je vooropleiding/vwo of voorgaande kwartielen hebt opgedaan? In welke mate bouwt het voort op je studiehuisvaardigheden? Kon je van de daar verworven kennis en vaardigheden ook daadwerkelijk gebruik maken? Was er onnodige overlap? Waren er hiaten?
Inhoud 1. afhankelijk van eventueel specifieke doelstellingen van een vak kan er heel specifiek naar worden gevraagd. 2. Wat vond je van de samenhang tussen vakken in het kwartiel? Was er duidelijk een rode draad in te herkennen? Kun je deze aangeven? Waren er vakken die je gebruikte in andere vakken? 3. Heb je een beeld gekregen van het vervolg van de opleiding (wat kun je verwachten, welke keuzemogelijkheden heb je binnen de opleiding)? Hoe? 4. Heb je een beeld gekregen van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt na je studie? Hoe?
Onderwijsvormen en docenten 1. Werd het onderwijs op een aantrekkelijke manier aangeboden? Zo ja, wat vond je zo aantrekkelijk? Zo nee, waarom niet? (Was er een variatie aan onderwijsvormen? Heb je het idee dat alles werd gepresenteerd in hapklare brokken of kon bij sommige vakken ook zelfstandig aan de slag?) 2. Wat vond je van de begeleiding door de docenten?
Studielast 1. Hoeveel uur per week heb je besteed (hc, wc, practicum, zelfstudie, toetsen, tentamens enz.)? 2. Was er gedurende het kwartiel sprake van piekbelastingen of kon je de te besteden studietijd redelijk gelijkmatig verdelen? (Bij piekbelastingen: waardoor is de piekbelasting veroorzaakt?)
Onderwijsorganisatie en studiebegeleiding 1. Ben je tevreden over de organisatie? (roosters, zalen, informatievoorziening e.d.) 2. Wat vond je van de studiebegeleiding (mentor, studieadviseur)?
Overige opmerkingen 1. Zijn er verder nog opmerkingen? 2. Als je één zaak/aspect/onderdeel kon verbeteren, wat zou je dan verbeterd willen zien? _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
34
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 8
Agenda voor-overleg met docenten
1. Opening Wie zijn er, wat is hun functie, rol? (voorzitter: OKC-docent, notulist: OKC-student) Toelichting op agenda 2. Toelichting op kwartielevaluatie Activiteiten: vooroverleg met docenten, panelgesprek(ken), na-overleg met docenten, vakevaluaties. - Van deze bespreking wordt een verslag gemaakt. Dit wordt ter goedkeuring toegestuurd aan de docenten (vóór datum.) - Ná het kwartiel wordt op basis van beschikbare stukken een concept-evaluatierapport van het kwartiel opgesteld. - Concept-evaluatierapport wordt aan docenten gestuurd. Zij krijgen gelegenheid onjuistheden te corrigeren en commentaar te geven. - Evaluatierapport wordt besproken in OLC. - Evaluatierapport wordt aangeboden aan OLD en verspreid onder docenten en studenten. 3. Rondje langs de vakken Wat leren de studenten in uw vak? Worden (normaal gesproken) doelen gehaald? Werkvormen? Hoe sluiten de vakken op elkaar en op het vwo aan? Veranderingen t.o.v. vroeger? Beoordeling/bonusregeling? Studiebelasting? Zijn er knelpunten die worden voorzien? 4. Samenhang / Afstemming Zijn er inhoudelijke verbanden tussen vakken? Is er gezien het vorige punt inhoudelijke afstemming nodig tussen vakken? 5. Vakevaluaties Mededeling over welke vakken dit kwartiel schriftelijk worden geëvalueerd. N.B. Volgens de procedure Vakevaluatie krijgen docenten standaard bij schriftelijke vakevaluaties gelegenheid om vragen voor te stellen, aan te passen e.d. 6. Sluiting Evt. gemaakte afspraken herhalen. Notulen worden z.s.m. toegestuurd (actie …..)
Enkele achtergrondgegevens Vak 1xxxxx Vaknaam 1yyyyy Vaknaam Enz.
Hoofddocent Jansen / Flipse Molenaar / Bakker
EC 5 6
Kwartiel 3 3,4
Evaluatievragen (voor studenten) specifiek voor dit kwartiel
…….
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
35
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 9
Agenda na-overleg met docenten
(mogelijk) beschikbare stukken 1. Overzicht van de resultaten of concept paragraaf ‘Kwantitatieve kwartielgegevens’ (resultaten per vak en totaal behaalde studielast met toelichtende en/of analyserende tekst). 2. Verslag van panelgesprek(ken) met studenten (vooraf opsturen aan docenten) 3. Misschien samenvattingen van schriftelijke vakevaluaties. 1. Opening (voorzitter: …, notulist: …) Toelichting op agenda 2. Toelichting op gang van zaken/procedure kwartiel-evaluatie Activiteiten: panelgesprek(ken), (misschien) vooroverleg met docenten, vakevaluaties. - Van deze bespreking wordt een verslag gemaakt. Dit wordt ter goedkeuring toegestuurd aan de docenten (vóór datum) - Op basis van beschikbare stukken en dit gesprek wordt een concept-evaluatierapport van het kwartiel opgesteld. - Concept-evaluatierapport wordt aan docenten gestuurd. Zij krijgen gelegenheid onjuistheden te corrigeren en commentaar te geven. - Evaluatierapport wordt besproken in OLC. - Evaluatierapport wordt aangeboden aan OLD en verspreid onder docenten en studenten. 3. Opmerkingen naar aanleiding van de beschikbare en toegestuurde stukken ………….. 4. Algemene indruk van het kwartiel ……….. 5. Samenhang / Afstemming (indien van toepassing) Is de inhoudelijke samenhang tussen de vakken goed uit de verf gekomen? (indien van toepassing) Is het thema van het kwartiel goed naar voren gekomen, goed uitgewerkt? Zo nee, wat moet er dan verbeterd worden op het gebied van inhoudelijke afstemming tussen de vakken, versterking van het thema? 6. Rooster Zijn er opmerkingen of suggesties voor het rooster van volgend jaar? 7. Sluiting Evt. gemaakte afspraken herhalen. Verslag wordt z.s.m. (zie 2.) toegestuurd.
Evaluatievragen (voor studenten) die specifiek waren voor dit kwartiel 1. ……………….
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
36
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 10
Format rapport kwartielevaluatie
1. Aanhef Cursusjaar, kwartiel, opleiding, datum e.d. 2. Inleiding/bronnen • Relatie met andere onderdelen van de interne kwaliteitszorg; • Opbouw verslag (per onderwerp komen zo mogelijk aan de orde de meetgegevens, trends in de meetgegevens, relatie tussen de gegevens en de streefwaarden van de opleiding, de effecten van eerder ondernomen acties, analyse van situatie als streefwaarde niet wordt gehaald en voorstellen voor maatregelen om in het vervolg wel de streefwaarden te halen) • Overzicht gevoerde gesprekken met studenten en docenten (data, aantal deelnemers); • Vermelden bijlagen. 3. Aanbevelingen Tabel met aanbevelingen, de status (moet het nog worden uitgevoerd of wordt er al aan gewerkt) en degenen die de aanbevelingen moeten uitvoeren. N.B. Hier en op andere plaatsen moet nadrukkelijk worden vermeld welke maatregelen (indien van toepassing) zijn voorgesteld op basis van vorige evaluaties en wat het effect van die maatregelen is geweest. 4. Meetbare doelen en doelen/streefwaarden Hoewel per paragraaf wordt vergeleken met streefwaarden is het goed om ze hier bij elkaar te zetten. 5. Algemeen • Algemeen oordeel (studenten en docenten) over het kwartiel (inhoud, onderwijsvormen, studielast, onderwijsorganisatie, studiebegeleiding) 6. Evaluaties per vak Welke vakevaluaties zijn er gedaan met de motivatie. Per vak een beknopte beschrijving van de meningen van studenten (volgens het panelgesprek), reacties van docenten, mogelijk aanbevelingen. De meningen van studenten volgens het panelgesprek moeten zonodig worden vergeleken met de uitkomsten van de schriftelijke vakevaluatie (de samenvattingen van de vakevaluaties worden als bijlagen opgenomen). 7. Kwantitatieve gegevens (Zo mogelijk tabellen illustreren met histogrammen; onderverdelen naar diverse groepen studenten) • Opbouw van het kwartiel (tabel met vakken, studiepunten e.d.) • Tijdbesteding (zo mogelijk vermelden van gegevens over de feitelijke tijdbesteding/studielast) • Studenteninstroom (tabel met omvang en kenmerken van de instroom; opnemen van verloop van de instroom gedurende het studiejaar) • Resultaten per vak (tabel met aantallen voldoendes en onvoldoendes, slaagpercentage, deelnamepercentage, evt. resultaat herkansing; zo mogelijk resultaten voorgaande jaren in tabel vermelden) • Behaalde studiepunten (tabel met gem. aantal behaalde studiepunten per student in kwartiel en cumulatief t/m betreffende kwartiel) Zomogelijk vergelijking met voorgaande jaren of kwartiel, bespreken van opvallende zaken. 8. Bijlagen • Samenvattingen vakevaluaties Andere relevant geachte bijlagen. _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
37
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 11
Vragenformulier Evaluatie B-opdracht Student en Docent
Student Bij veel vragen volstaat het aanvinken van een antwoord. Vaak is een toelichting erg nuttig. Aarzel niet om die te geven: direct bij een deelvraag, of bij de vraag ‘overige opmerkingen’ aan het einde. Naam: …………….
Studentnummer: …………….
Voortraject van de opdracht Had je problemen bij het vinden van de bacheloropdracht? ja / nee S.v.p. toelichten: ……………………. Voorzieningen De voorzieningen (werkplek, pc, labruimte, technische hulpmiddelen e.d.) waren erg onvoldoende wat miste je? ………………… ruim voldoende te laat beschikbaar tijdig beschikbaar Voorkennis Geef van de volgende onderwerpen/aspecten aan of je dat tijdens de opleiding voldoende hebt geleerd om goed voorbereid te zijn op het doen van een bachelor-opdracht. Wat miste je? vakkennis voldoende veel te weinig n.v.t …….. …….. experimenteervaardigheden voldoende veel te weinig n.v.t zelfstandig werken voldoende veel te weinig n.v.t …….. …….. werken volgens een planning voldoende veel te weinig n.v.t ……… toepassen van beschikbare kennis voldoende veel te weinig n.v.t ……… integreren van beschikbare kennis voldoende veel te weinig n.v.t uitvoeren van een onderzoeks- of ontwerpopdracht ……… voldoende veel te weinig ……… presentatievaardigheden voldoende veel te weinig ……… verslag schrijven voldoende veel te weinig …………… voldoende veel te weinig ………. Aard en niveau van de opdracht Had de opdracht een relatie met het onderzoekprogramma van de groep bij wie je de opdracht deed? Ja / nee Toelichting:………… totaal niet motiverend De opdracht was motiverend saai erg boeiend zeer zinvol zinloos te laag Het niveau van de opdracht was te hoog erg klein Het leereffect van de opdracht was erg groot
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
38
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ Beoordeling De beoordeling bestaat uit diverse onderdelen. Dit was duidelijk onduidelijk slechte weergave van de door jou uitgevoerde De beoordeling is een erg goede opdracht Begeleiding Er was ruim voldoende Begeleiding was deskundig Toelichting: …………………..
veel te weinig begeleiding niet deskundig
Studeerbaarheid Voor de opdracht staat 12 EC = 336 uur. Zijn er weken geweest waarin je meer dan 40 uur per week aan de opdracht hebt besteed? ja / nee Zo ja, geef dan aan hoeveel / welke weken en hoeveel uur per week: ………………… Zijn er weken geweest dat je minder dan 40 uur per week aan de opdracht gewerkt? ja / nee Zo ja, geef dan aan hoeveel / welke weken en wat de reden daarvan was (meerdere antwoorden mogelijk): studentassistentschappen werk, bijbaantjes nevenactiviteiten in commissies, verenigingen e.d. ziekte andere vakken anders, nl…. Heb je in totaal meer of minder dan 336 uren besteed? …. uur meer …. uur minder Overige opmerkingen …………
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
39
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Docent Bij veel vragen volstaat het aanvinken van een antwoord. Vaak is een toelichting erg nuttig. Aarzel niet om die te geven: direct bij een deelvraag, of bij de vraag ‘overige opmerkingen’ aan het einde. Docent: ………………..
Student: …………….
Voorzieningen De voorzieningen (werkplek, pc, labruimte, technische hulpmiddelen e.d.) waren erg onvoldoende wat ontbrak er? ………….. ruim voldoende te laat beschikbaar toelichting: …………….. tijdig beschikbaar Voorkennis Geef van de volgende onderwerpen/aspecten aan of de student tijdens de opleiding voldoende had geleerd om goed voorbereid te zijn op het doen van een bachelor-opdracht. Wat ontbrak? vakkennis voldoende veel te weinig n.v.t …….. …….. experimenteervaardigheden voldoende veel te weinig n.v.t …….. zelfstandig werken voldoende veel te weinig n.v.t …….. werken volgens een planning voldoende veel te weinig n.v.t toepassen van beschikbare kennis voldoende veel te weinig n.v.t ……… ……… integreren van beschikbare kennis voldoende veel te weinig n.v.t uitvoeren van een onderzoeks- of ontwerpopdracht ……… voldoende veel te weinig presentatievaardigheden voldoende veel te weinig ……… ……… verslag schrijven voldoende veel te weinig ………. …………… voldoende veel te weinig Aard en niveau van de opdracht Had de opdracht een relatie met het onderzoekprogramma van de groep? Ja / nee Toelichting:………… te laag Het niveau van de opdracht was te hoog erg klein Het leereffect van de opdracht was erg groot Was de opdracht geschikt voor de student om bekwaamheden zoals zelfstandig werken aan een onderzoeks- of ontwerpopdracht, toepassen en integreren van bestaande kennis e.d. te laten zien? ja / beperkt / nee Toelichting: ……….. Heeft de student door het bevredigend afronden van deze opdracht laten zien geschikt te zijn om - door te stromen naar de masteropleiding CHE? ja / nee - door te stromen naar een andere masteropleiding? ja / nee zo ja, welke? ………. - uit te stromen naar de arbeidsmarkt? ja / nee zo ja, voor welke functies? ………
Beoordeling _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
40
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ Is de beoordeling een goede weergave van de capaciteiten van de student? ja / deels / nee Toelichting: ……….. Studeerbaarheid Was de opdracht voor de student te doen in 12 EC (bv. 8-9 weken à 40 uur)? ja / nee Is er meer of minder dan 336 uren besteed? (schatting) …. uur meer …. uur minder Als er meer tijd besteed moest worden, svp toelichten waardoor: te omvangrijke opdracht onvoorziene vertraging bij de opdracht aanvullende eisen i.v.m. het gewenste niveau anders, nl…. Overige opmerkingen: …………………….
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
41
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 12
Vragenformulier Exit-enquête Bachelor
Bij veel vragen volstaat het aanvinken van een antwoord. Vaak is een toelichting erg nuttig. Aarzel niet om die te geven: direct bij een deelvraag, of bij de vraag ‘overige opmerkingen’ aan het einde. Naam: …………….
Studentnummer: …………….
Vervolg op de bachelor Ben je van plan de master CHE te gaan volgen? ja nee Zo ja, in dezelfde richting als die waarin je jouw B-opdracht hebt gedaan? ja nee Zo nee, wat ga je dan doen? andere master aan de UT, nl. ………… master aan andere universiteit, nl. ………….. werken, nl. ……….. ………… Hoe tevreden ben je met de voorlichting tijdens je studie over je mogelijkheden ná de bachelor? zeer ontevreden zeer tevreden Vind je dat de opleiding voldoende heeft gedaan aan loopbaanoriëntatie? Ruim onvoldoende ruim voldoende Programma Wat is je oordeel over de breedte van je bachelor-opleiding? veel te smal veel te breed Wat is je oordeel over de diepgang van je bachelor-opleiding? te weinig diepgang te veel diepgang Welke vakken of onderwerpen heb je gemist in de opleiding? …………….. Welke vakken of onderwerpen vond je overbodig? ……………… Zijn er onderdelen die volgens jou beter in een andere volgorde gegeven kunnen worden? …………. Welke van de vakken die je hebt gevolgd springen er uit? in positieve zin: ………………. (svp. toelichten) in negatieve zin: ……………… (svp. toelichten) Informatievoorziening over de studie Hoe tevreden ben je over informatievoorziening tijdens de opleiding? (bv. bekendmaking roosterwijzigingen, tijdige informatievoorziening over programma of programmawijzigingen, bekendmaking van regelingen, tijdig voldoende informatie om goede keuzes te kunnen maken)
zeer ontevreden zeer tevreden Toelichting: ………… Studiebegeleiding Over de studiebegeleiding tijdens mijn opleiding ben ik: zeer ontevreden zeer tevreden Toelichting: ………….. Studeerbaarheid Heb je studievertraging opgelopen?
ja, ….. jaar en ……maanden nee
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
42
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ Wanneer je studievertraging hebt opgelopen, wat zijn hiervan dan de belangrijkste oorzaken van geweest en kunt je per oorzaak een schatting geven van de omvang? (meerdere antwoorden mogelijk) persoonlijke omstandigheden (bv. ziekte) …. maanden uitloop bacheloropdracht …. maanden keuzevakken waren niet optimaal te programmeren …. maanden ….. EC aan extra vakken …. maanden onderbreking van de studie langer dan 1 maand …. maanden lagere tijdsbesteding dan nominaal (40 uur per week) …. maanden vanwege studentassistentschappen …. maanden werk, bijbaantjes nevenactiviteiten in commissies, verenigingen e.d. anders, nl…. anders, nl…… …. maanden Algemeen oordeel over de opleiding Welk cijfer zou je de opleiding als geheel geven (1-10): …….. Als je het over mocht doen, zou je dan opnieuw voor CT kiezen? ja nee misschien Zo nee, welke opleiding zou je dan kiezen: ……………… (je mag meerdere opleidingen noemen). Overige opmerkingen ………………………..
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
43
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 13
Vragenformulier Evaluatie M-opdracht Student
Bij veel vragen volstaat het aanvinken van een antwoord. Vaak is een toelichting erg nuttig. Aarzel niet om die te geven: direct bij een deelvraag, of bij de vraag ‘overige opmerkingen’ aan het einde. Naam: …………….
Studentnummer: …………….
Voortraject van de opdracht Had je problemen bij het vinden van de masteropdracht? ja / nee S.v.p. toelichten: ……………………. Voorzieningen De voorzieningen (werkplek, pc, labruimte, technische hulpmiddelen e.d.) waren ruim voldoende erg onvoldoende wat miste je? ………………… tijdig beschikbaar te laat beschikbaar Voorkennis Geef van de volgende onderwerpen/aspecten aan of je dat tijdens de opleiding voldoende hebt geleerd om goed voorbereid te zijn op het doen van een master-opdracht. Wat miste je? vakkennis voldoende veel te weinig n.v.t …….. experimenteervaardigheden voldoende veel te weinig n.v.t …….. zelfstandig werken voldoende veel te weinig n.v.t …….. werken volgens een planning voldoende veel te weinig n.v.t …….. toepassen van beschikbare kennis voldoende veel te weinig n.v.t ……… integreren van beschikbare kennis voldoende veel te weinig n.v.t ……… uitvoeren van een onderzoeks- of ontwerpopdracht voldoende veel te weinig ……… presentatievaardigheden voldoende veel te weinig ……… verslag schrijven voldoende veel te weinig ……… …………… voldoende veel te weinig ………. Aard en niveau van de opdracht Had de opdracht een relatie met het onderzoekprogramma van de groep bij wie je de opdracht deed? Ja / nee Toelichting:………… De opdracht was motiverend totaal niet motiverend erg boeiend saai zeer zinvol zinloos Het niveau van de opdracht was te hoog te laag Het leereffect van de opdracht was erg groot erg klein Beoordeling De beoordeling bestaat uit diverse onderdelen. Dit was duidelijk onduidelijk De beoordeling is een erg goede slechte weergave van de door jou uitgevoerde opdracht Begeleiding Er was Begeleiding was
ruim voldoende deskundig
veel te weinig begeleiding niet deskundig
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
44
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ Studeerbaarheid Voor de opdracht staat 45 EC = 1260 uur (31 weken à 40 uur). Zijn er weken geweest waarin je meer dan 40 uur per week aan de opdracht hebt besteed? ja / nee Zo ja, geef dan aan hoeveel / welke weken en hoeveel uur per week: ………………… Zijn er weken geweest dat je minder dan 40 uur per week aan de opdracht gewerkt? ja / nee Zo ja, geef dan aan hoeveel / welke weken en wat de reden daarvan was (meerdere antwoorden mogelijk): studentassistentschappen werk, bijbaantjes nevenactiviteiten in commissies, verenigingen e.d. ziekte andere vakken anders, nl…. Heb je in totaal meer of minder dan 1260 uren besteed? …. uur meer …. uur minder Overige opmerkingen …………
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
45
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 14
Vragenformulier Evaluatie M-opdracht Docent
Bij veel vragen volstaat het aanvinken van een antwoord. Vaak is een toelichting erg nuttig. Aarzel niet om die te geven: direct bij een deelvraag, of bij de vraag ‘overige opmerkingen’ aan het einde. Docent: ………………..
Student: …………….
Voorzieningen De voorzieningen (werkplek, pc, labruimte, technische hulpmiddelen e.d.) waren ruim voldoende erg onvoldoende wat ontbrak er? ………….. tijdig beschikbaar te laat beschikbaar toelichting: …………….. Voorkennis Geef van de volgende onderwerpen/aspecten aan of de student tijdens de opleiding voldoende had geleerd om goed voorbereid te zijn op het doen van een master-opdracht. Wat ontbrak? vakkennis voldoende veel te weinig n.v.t …….. experimenteervaardigheden voldoende veel te weinig n.v.t …….. zelfstandig werken voldoende veel te weinig n.v.t …….. werken volgens een planning voldoende veel te weinig n.v.t …….. toepassen van beschikbare kennis voldoende veel te weinig n.v.t ……… integreren van beschikbare kennis voldoende veel te weinig n.v.t ……… uitvoeren van een onderzoeks- of ontwerpopdracht voldoende veel te weinig ……… presentatievaardigheden voldoende veel te weinig ……… verslag schrijven voldoende veel te weinig ……… …………… voldoende veel te weinig ………. Aard en niveau van de opdracht Had de opdracht een relatie met het onderzoekprogramma van de groep? Ja / nee Toelichting:………… Het niveau van de opdracht was te hoog te laag Het leereffect van de opdracht was erg groot erg klein Was de opdracht geschikt voor de student om te laten zien welke bekwaamheden hij/zij bezit? ja / beperkt / nee Toelichting: ……….. Heeft de student door het bevredigend afronden van deze opdracht laten zien geschikt te zijn - voor een promotieplaats? ja / nee - door te stromen naar een andere masteropleiding? ja / nee zo ja, welke? ………. - uit te stromen naar de arbeidsmarkt? ja / nee zo ja, voor welke functies? ……… Beoordeling Is de beoordeling een goede weergave van de capaciteiten van de student? ja / deels / nee Toelichting: ………..
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
46
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ Studeerbaarheid Was de opdracht voor de student te doen in 45 EC (31 weken à 40 uur)? ja / nee Is er meer of minder dan 1260 uren besteed? (schatting) …. uur meer …. uur minder Als er meer tijd besteed moest worden, svp toelichten waardoor: te omvangrijke opdracht onvoorziene vertraging bij de opdracht aanvullende eisen i.v.m. het gewenste niveau anders, nl…. Overige opmerkingen: …………………….
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
47
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 15
Vragenformulier Evaluatie Stage Student
Naam student : …………………………………. Stageplaats : ………………………………………………………… Periode van : ………………tot: ……………… Stagementor : …………………………………. Stagedocent(e): …………………………………. WERKZAAMHEDEN 1. Welke werkzaamheden heb je tijdens je stage verricht? (Wil je hier de stageopdracht(en) vermelden en de activiteit(en) die daaruit voortvloeiden? Het gaat alleen om die activiteiten waaraan je de meeste tijd hebt besteed.) …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… 2. Kwamen de werkzaamheden overeen met de opdrachtsomschrijving? [ ] ja [ ] beperkt [ ] neen KENNISNIVEAU 3. Vallen er op grond van je stage ten aanzien van kennis en vaardigheden ( zoals: schriftelijk en mondeling communiceren, functioneren in een organisatie, zelfstandig werken) tekorten in het onderwijsprogramma te constateren? Kennis: [ ] ja [ ] beperkt [ ] geen Vaardigheden: [ ] ja [ ] beperkt [ ] geen 4. Zo 'ja' of 'beperkt', bij welke werkzaamheden en wat ontbrak? Kennis: …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… Vaardigheden: …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… AARD EN NIVEAU VAN DE OPDRACHT 5.Was de opdracht motiverend om aan te werken? [ ] ja [ ] beperkt [ ] nee 6. Sloot het niveau van de opdracht goed aan op je kennisniveau: [ ] onvoldoende [ ] voldoende [ ] goed [ ] zeer goed 7. Kun je aangeven hoe groot het leereffect van de stageopdracht voor jou is geweest? [ ] minimaal [ ] voldoende [ ] groot [ ] zeer groot 8. Heb je inzicht verkregen in het functioneren in een chemisch / chemisch technologische organisatie? [ ] ja [ ] beperkt [ ] nee 9. Heb je inzicht verkregen in het toekomstige chemisch-technologische werkveld? [ ] ja [ ] beperkt [ ] nee BEOORDELING 10. Was het vooraf duidelijk uit welke punten de beoordeling bestond? [ ] ja [ ] beperkt [ ] nee _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
48
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ 11. Ben je tevreden over de manier waarop je beoordeeld bent en vind je dat de beoordeling een goede weergave is van je capaciteiten? [ ] ja [ ] beperkt [ ] nee 12. Opmerkingen over de beoordeling? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ORGANISATIE 13. Had je vooraf voldoende informatie over de stage d.m.v. de stagehandleiding en de stagevoorlichting? [ ] ja [ ] beperkt [ ] geen 14. Heb je voldoende begeleiding gehad bij het vinden van de stageopdracht? [ ] ja [ ] beperkt [ ] geen 15. Kreeg je voldoende begeleiding tijdens de stage? Bedrijfsmentor : [ ] ja [ ] deels [ ] nee UT docent(e) : [ ] ja [ ] deels [ ] nee Stagebureau : [ ] ja [ ] deels [ ] nee 16. Was de begeleiding voldoende deskundig? Bedrijfsmentor : [ ] ja [ ] deels [ ] nee UT docent(e) : [ ] ja [ ] deels [ ] nee Stagebureau : [ ] ja [ ] deels [ ] nee 17. Wat is je mening over de plaats van de stage in het onderwijsprogramma? [ ] goed [ ] redelijk [ ] onjuist Wil je deze mening toelichten? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… 18. Wat is je algemene mening over je stageplaats/stageopdracht? [ ] geschikt [ ] niet geschikt [ ] weet niet Wil je jouw mening toelichten? ............................................................................................………………………………. …………………………………………………………………………………………………… 19. Had je voldoende voorzieningen bij het stagebedrijf wat betreft: computer, werkplek en andere (technische) hulpmiddelen e.d.? [ ] onvoldoende [ ] voldoende 20. Was de opdracht goed te doen in de tijd die ervoor staat ca. 560 uur (20 EC = ca. 14 weken van 40 uur) [ ] ja [ ] meer uren nl.: …… [ ] minder uren nl: ….. 21. Stageverslag Het stageverslag is op……………….(datum) in ……voud ingeleverd bij ……….. en ……… Is het stageverslag confidentieel [ ] ja [ ] nee 21. Overige op- of aanmerkingen: ............................................................................................………………………………… .......................................................................................................................................... ..........................…………………………………………………………………………………. Datum: ……… Handtekening: .……………………………………….. DIT FORMULIER TEZAMEN MET HET STAGEVERSLAG INLEVEREN (in tweevoud + DIGITAAL) BIJ HET STAGEBUREAU BINNEN EEN MAAND NA BEËINDIGING VAN DE STAGE _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
49
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 16
Vragenformulier Evaluatie Stage Bedrijfsmentor
Naam student Stagebedrijf Periode Stagementor Telefoonnummer
:…………………………………. :…………………………………. :…………………………………. :…………………………………. :………………………………….
N.B. Wilt u onderstaande vragen zo volledig mogelijk invullen? De door u verstrekte gegevens zullen vertrouwelijk worden behandeld. WERKZAAMHEDEN 1. Welke werkzaamheden zijn door de stagiair verricht? …………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. 2. Heeft uw organisatie wat gehad aan de activiteiten van de stagiair en wat gaat u met de resultaten van zijn/haar werkzaamheden doen? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… 3. Heeft u inzicht gekregen over de mate waarin en het niveau waarop een UT/CT student kan worden ingezet in uw bedrijf / organisatie? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… 4. Als het aan u ligt wilt u dan in de toekomst wel weer een CT-student van de Universiteit Twente een stageplaats aanbieden? [ ] ja [ ] nee [ ] weet niet Indien 'niet', wilt u dan een toelichting geven? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… KENNISNIVEAU VAN DE STUDENT 5. Sloot het niveau van de opdracht goed aan op het kennis- en vaardighedenniveau van de student: [ ] onvoldoende [ ] voldoende [ ] goed [ ] zeer goed 6. Kunt u aangeven hoe groot het leereffect voor de student is geweest? [ ] minimaal [ ] voldoende [ ] groot [ ] zeer groot 7. Opmerkingen over het kennis- en vaardighedenniveau? .....................................................................................................................……… ................................................................................................................................ BEOORDELING 8. Was u in staat om te toetsen of de student de beoogde doelen van de stageopdracht heeft gehaald? [ ] ja [ ] nee _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
50
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ 9. Bent u tevreden over de manier waarop u de student kon beoordelen en kon u via deze wijze een goede weergave geven van de capaciteiten van de student? [ ] ja [ ] nee 10. Opmerkingen over de beoordeling? .....................................................................................................................……… ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ORGANISATIE 11. Had de student naar uw mening voldoende voorzieningen wat betreft: PC, werkplek en andere technische hulpmiddelen e.d.? [ ] onvoldoende [ ] voldoende 12. Was de opdracht goed te doen in de tijd die ervoor staat ca. 560 uur (20 EC = ca. 14 weken van 40 uur) [ ] ja [ ] meer uren nl.: …… [ ] minder uren nl:….. 13. Dient de uitgewerkte stageopdracht als vertrouwelijk te worden beschouwd? [ ] ja [ ] nee 14. Als u nog vragen of aanmerkingen hebt wilt u die dan hier vermelden? ...................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... ......................................................................................…………………………………… …………………………………………………………………………………………………… Datum: ………………………… Handtekening: .…………………………………………… WILT U DIT FORMULIER BINNEN VEERTIEN DAGEN NA AFLOOP VAN DE STAGE ZENDEN AAN HET STAGEBUREAU UT/TNW?
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
51
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 17
Vragenformulier Evaluatie Stage Docent
Naam student …………………………………………………………………………………………. Stageplaats …………………………………………………………………………………………. Stagedocent …………………………………………………………………………………………. Telefoon …………………………………………………………………………………………. NIVEAU VAN DE OPDRACHT 1. Sloot het niveau van de opdracht goed aan op kennis- en vaardighedenniveau van de student: [ ] onvoldoende [ ] voldoende [ ] goed [ ] zeer goed 2. Opmerkingen over het kennis- en vaardighedenniveau? .....................................................................................................................……… ......………………………………………………………………………………………… BEOORDELING 3. Was u instaat om te toetsen of de student de beoogde doelen van de stageopdracht heeft gehaald? [ ] ja [ ] nee 4. Bent u tevreden over de manier waarop u de student kon beoordelen en kon u via deze wijze een goede weergave geven van de capaciteiten van de student? [ ] ja [ ] nee 5. Hoeveel keren hebt u tijdens de stage contact gehad met de student? Aantal keren: ………. 6. Opmerkingen over de beoordeling? .....................................................................................................................……… ......………………………………………………………………………………………… ORGANISATIE 7. Was de opdracht goed te doen in de tijd die ervoor staat ca. 560 uur (20 EC = ca. 14 weken van 40 uur) [ ] ja [ ] meer uren nl.: …… [ ] minder uren nl: ….. 8. Wat is uw algemene mening over de stageplaats/stageopdracht? [ ] geschikt [ ] ongeschikt [ ] weet niet Wilt u uw mening toelichten? ...................................................................................................................................... ......................................................................................…………………………………… 9. Als u nog vragen of aanmerkingen hebt wilt u die dan hier vermelden? ...................................................................................................................................... ......................................................................................…………………………………… Datum: ………………………… Handtekening: .…………. WILT U DIT FORMULIER VEERTIEN DAGEN NA INLEVERING VAN HET STAGEVERSLAG ZENDEN AAN HET STAGEBUREAU TNW? _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
52
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 18
Vragenformulier Exit-enquête Master
Bij veel vragen volstaat het aanvinken van een antwoord. Vaak is een toelichting erg nuttig. Aarzel niet om die te geven: direct bij een deelvraag, of bij de vraag ‘overige opmerkingen’ aan het einde. Naam: …………….
Studentnummer: …………….
Algemeen oordeel over de opleiding Welk cijfer zou je de opleiding als geheel geven (1-10): …….. Als je het over mocht doen, zou je dan opnieuw deze master kiezen? ja nee misschien Zo nee, welke opleiding zou je dan kiezen: ……………… (je mag meerdere opleidingen noemen). Vervolg op de master Heb je al een baan? ja zo ja welke? ………………..(welke functie, waar) ja, als aio bij ……………………..(welke groep?) nee wat ben je van plan om te gaan doen? ………….. Hoe tevreden ben je met de voorlichting tijdens je studie over je mogelijkheden ná de master? zeer ontevreden zeer tevreden Vind je dat de opleiding voldoende heeft gedaan aan loopbaanoriëntatie? ruim onvoldoende ruim voldoende Programma Wat is je oordeel over de breedte van je master-opleiding? veel te breed veel te smal Wat is je oordeel over de diepgang van je master-opleiding? te weinig diepgang te veel diepgang Welke vakken of onderwerpen heb je gemist in de opleiding? …………….. Welke vakken of onderwerpen vond je overbodig? ……………… Zijn er onderdelen die volgens jou beter in een andere volgorde gegeven kunnen worden? …………. Wat vind je van de vrijheid die je hebt bij het samenstellen van je programma? veel te klein veel te groot Welke van de vakken die je hebt gevolgd springen er uit? in positieve zin: ………………. (svp. toelichten) in negatieve zin: ……………… (svp. toelichten) Informatievoorziening over de studie Hoe tevreden ben je over informatievoorziening tijdens de opleiding? (bv. bekendmaking roosterwijzigingen, tijdige informatievoorziening over programma of programmawijzigingen, bekendmaking van regelingen, tijdig voldoende informatie om goede keuzes te kunnen maken)
zeer ontevreden zeer tevreden Toelichting: ………………..
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
53
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________ Studiebegeleiding Over de studiebegeleiding tijdens mijn opleiding ben ik: zeer ontevreden zeer tevreden Toelichting: ………….. Studeerbaarheid Heb je studievertraging opgelopen?
ja, ….. jaar en ……maanden nee Wanneer je studievertraging hebt opgelopen, wat zijn hiervan dan de belangrijkste oorzaken van geweest en kunt je per oorzaak een schatting geven van de omvang? (meerdere antwoorden mogelijk) persoonlijke omstandigheden (bv. ziekte) …. maanden uitloop stage …. maanden uitloop masteropdracht …. maanden keuzevakken waren niet optimaal te programmeren …. maanden ….. EC aan extra vakken …. maanden onderbreking van de studie langer dan 1 maand …. maanden lagere tijdsbesteding dan nominaal (40 uur per week) …. maanden vanwege studentassistentschappen …. maanden werk, bijbaantjes nevenactiviteiten in commissies, verenigingen e.d. anders, nl…. anders, nl…… …. maanden Overige opmerkingen ………………………..
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
54
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 19
Rapportage Studiebegeleiding
De coördinator kwaliteitszorg (CKZ) vraagt jaarlijks de studiebegeleiders (mentoren / studieadviseur e.d.) te rapporteren over de volgende zaken: 1.
Contacten met studenten - zijn met alle toegewezen studenten de benodigde gesprekken gevoerd? - zijn de gesprekken tijdig gevoerd (bv. niet pas kennismaking met eerstejaars in januari)? - met welke studenten is het niet gelukt om contact te krijgen?
2.
Mogelijke knelpunten - Had de studiebegeleider genoeg tijd voor zijn/haar taak? - Voldeed de informatievoorziening naar de studiebegeleider?
3.
Gegevens van studenten - zijn er studenten die de studie hebben gestaakt? - is dit doorgegeven aan BOZ? - wat is de reden van studiestaken? - wat is de student gaan doen (werken, andere opleiding, iets anders)?
4.
Opmerkingen over de opleiding - Wat is er uit de gesprekken met studenten zaken naar voren gekomen over de opleiding en/of de organisatie daarvan (als zaken door meerdere studenten naar voren zijn gebracht)?
5.
Overige opmerkingen - suggesties ter verbetering van het systeem van studiebegeleiding
_____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
55
CT Kwaliteitshandboek Bijlagen ____________________________________________________________________________
Bijlage 20
Format Rapport Jaarevaluatie
1. Aanhef Cursusjaar, opleiding, datum e.d.
2. Inleiding/bronnen • •
•
Relatie met andere onderdelen van de interne kwaliteitszorg; opbouw verslag (per onderwerp komen zo mogelijk aan de orde de meetgegevens, trends in de meetgegevens, relatie tussen de gegevens en de streefwaarden van de opleiding, de effecten van eerder ondernomen acties, analyse van situatie als streefwaarde niet wordt gehaald en voorstellen voor maatregelen om in het vervolg wel de streefwaarden te halen) vermelden bijlagen.
3. Aanbevelingen Aanbevelingen, de status (uit te voeren of wordt er al aan gewerkt) en wie aanbevelingen moet uitvoeren.
4. Meetbare doelen en doelen/streefwaarden Hoewel per paragraaf ook wordt vergeleken met de streefwaarden is het overzichtelijk om ze in het rapport bij elkaar te zetten.
5. • • • •
Instroom en studie-uitval Omvang en karakteristieken van de (P-)instroom Trend in de instroom (vergelijken met voorgaande jaren) Mogelijke knelpunten / opmerkelijke punten uit vak-/kwartielevaluaties over aansluiting van de instroom Studie-uitval (absoluut, relatief, tijdstip van studiestaken)
6. B- en M-opdracht, stage, exit-enquêtes en WO-monitor • Hier wordt gerapporteerd over de in het afgelopen jaar binnengekomen evaluatieformulieren van B-en Mopdracht en stage, de binnengekomen exit-enquêtes en de WO-monitor.
7. Studielast en studeerbaarheid • Samenvatting van de bevindingen over dit onderwerp uit de kwartielevaluaties, evaluatie B-opdracht en exit-enquête.
8. Programma • Samenvatting van de bevindingen uit de kwartielevaluaties over inhoud, samenhang, onderwijsvormen, onderwijsorganisatie.
9. Toetsing en beoordeling / Personeel / Materiële voorzieningen •
Samenvatting van de bevindingen uit de vak- en kwartielevaluaties over genoemde onderwerpen
10. Studiebegeleiding • Rapportage op basis van de rapportage van de studiebegeleiders en wat er evt. bij kwartielevaluaties hierover naar voren is gekomen
11. Rendementscijfers (Evt. tabellen illustreren met histogrammen en onderverdeling maken t.a.v. verschillende groepen studenten) • P-rendement (P-rendement na 1,2,3 jaar, voor vwo-instroom, evt. criteriumgroep, voor diverse generaties) • B-rendement (B-rendement na 3,4,5 jaar, voor vwo-instroom,evt. criteriumgroep, voor diverse generaties) • Studielast (gem.studiesnelheid per verblijfsjaar, vwo-instroom, evt. criteriumgroep, voor diverse generaties)
12. Bijlagen • relevant geachte bijlagen _____________________________________________________________________________________________ bestand: KHB CT 1 februari 2006.doc
56