Kwaliteitshandboek: Omgangsregels
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 1
Inhoud blz 1. Gedragscode van SPOM
3
2. -
4 4 5 5 6 6
Regels op schoolniveau Omgangsregels voor leerkrachten Omgangsregels voor leerlingen Omgangsregels voor ouders Omgangsregels voor hulpouders en stagiaires Schoolregels
Boodschap in de school Toilet Gang Schoolplein Spelen op het plein Conflicten Gym Omgaan met eigen en andermans spullen Speelgoed Blijven na schooltijd Direct ingenomen worden Mobiele telefoons MP3-spelers Kledingvoorschriften
6 6 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 9 9
3. Regels op groepsniveau
20
4. SEO en SCOL
20
5. -
Omgaan met pesten Inleiding Het probleem dat pesten heet Belangrijke regels 4-stappenaanpak van ruzies en pestgedrag Consequenties Begeleiding Adviezen aan ouders
6. -
Internetcontract Inleiding Uitgangspunten Regels met leerlingen Regels met leerkrachten Voorbeeldbrief informatievoorziening naar ouders Voorbeeld internetcontract Voorbeeldbrief ouders bij rode kaart Voorbeeld rode kaart bij leerlingen
12 12 13 14 15 16 17 18 19 19 20 20 21 22 23 24
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 2
Gedragscode van SPOM Je thuis voelen op school is een belangrijke basisvoorwaarde om als leerling het maximale uit je schooltijd te halen en als leerkracht met plezier je werk te doen. Leerlingen, ouders/verzorgers en medewerkers zich thuis laten voelen op school is de geest, waarin de gedragscode binnen SPOM ontstaan is. Ouders begeleiden hun kinderen volgens hun eigen normen en waarden en kiezen een school, die daar zo goed mogelijk bij past. Schoolteam, leerlingen en indirect ook de ouders/verzorgers dragen op hun eigen manier bij aan een prettig en veilig schoolklimaat. De meeste omgangsvormen spreken daarbij voor zich en zijn diep geworteld in een cultuur van ongeschreven regels. De SPOM scholen willen veilige scholen zijn, waar geen plaats is voor (seksuele) intimidatie, agressie, geweld, discriminatie, vandalisme of diefstal. Van ieder die bij de school betrokken is, wordt verwacht dat hij of zij respect heeft voor de ander en diens eigendommen. Ook willen we zorgvuldig omgaan met de omgeving van de school. De gedragscode is bedoeld als een vorm van preventief beleid, ter bescherming van leerlingen en personeelsleden, door middel van het: - voldoende kenbaar maken van de afspraken in deze code; - adequate voorlichting geven over het beleid en de risico‟s van ongewenst gedrag binnen de school; - waar nodig zorgen voor nascholing van professionals binnen de school; - toezicht houden op de naleving van de gedragscode. Deze gedragscode bevat heldere afspraken met betrekking tot: 1. de bescherming van persoonsgegevens; 2. het gebruik van informatie & communicatie technologie; 3. het voorkomen van pesten; 4. het voorkomen van agressie, lichamelijk- en verbaal geweld; 5. het voorkomen van racisme en discriminatie ; 6. het voorkomen van seksuele intimidatie en seksueel misbruik; 7. diefstal, heling en vernieling; 8. het dragen van gepaste schoolkleding; 9. schending van deze gedragscode. Een dialoog is in beginsel de eerste stap bij vermeende schending van deze gedragscode. Wederzijds respect en onderling vertrouwen kunnen verdiept worden, als er ruimte blijft voor een open communicatie. De gedragscode beschrijft wat in een aantal specifieke situaties binnen de SPOM scholen als respectvol en als wenselijk wordt gezien. Spontaniteit en onderling vertrouwen blijven daarbij een groot goed. Middels een open communicatie willen we dat koesteren. Via de schoolgids worden de ouders/verzorgers en medewerkers van deze regeling op de hoogte gesteld. Deze code is het uitgangspunt en de schoolregels zijn aanvullend.
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 3
Omgangsregels op schoolniveau Omgangsregels voor teamleden Omgaan met collega’s: accepteer de ander zoals hij/zij is heb vertrouwen in elkaar, steun elkaar wees eerlijk, meelevend, hulpvaardig en toon belangstelling openheid met elkaar, bespreek problemen, eerst met elkaar, vraag om duidelijkheid als je iets dwars zit corrigeer/help elkaar door zaken te benoemen roddel niet over anderen, ga in gesprek of verwijs naar de plaats waar de kritiek uitgesproken moet worden maak je eigen mening kenbaar draag bij aan een voor ieder gezellig werk- en leefklimaat begroet elkaar ‟s ochtends en neem afscheid bij vertrek uit geen seksistische taal, seksistisch getinte grappen naar anderen toe, houd er rekening mee dat voor ieder, ook wat dit onderwerp betreft, de grens anders ligt spreek elkaar erop aan als je vindt dat een collega “te ver” gaat in uitlatingen of gedragingen Omgaan met leerlingen neem elk kind serieus, laat ieder in zijn waarde, respecteer een ieder wees open en eerlijk, oordeel, waardeer positief praat onder alle omstandigheden rustig, correct, zeker geen seksistisch taalgebruik zeg niets ongunstigs van een kind in het bijzijn van anderen sluit een vervelende situatie altijd positief af, stuur een kind niet met een negatief gevoel naar huis laat kinderen buiten schooltijd (in principe) niet alleen bij jou in de klas zijn leerlingen komen niet bij leerkrachten thuis zonder medeweten van de ouders bij buitenschoolse activiteiten dient een leerkracht extra alert te zijn op ongewenste intimiteiten bij het verlenen van EHBO of andere hulp blijft de deur open tenzij het om reden van privacy van de leerling beter is die dicht te doen bij het betreden van kleedkamer of doucheruimte van gymzaal of zwembad dient de leerkracht altijd eerst te kloppen en even te wachten. Wanneer een van de contactpersonen in een lokaal met de deur dicht in gesprek is met een leerling, een ouder of collega, dan worden zij niet gestoord, mits je op de hoogte bent van het onderwerp van gesprek en daardoor kunt vaststellen dat het mogelijk moet zijn om het gesprek toch even te onderbreken. Na een gesprek van een van de contactpersonen met een leerling, een ouder of een collega wordt niet gevraagd waar het over ging. Contactpersonen zullen over de inhoud van het gesprek zelf wel mededelingen doen indien dat noodzakelijk is. Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 4
Omgangsregels voor leerlingen Omgaan met medeleerlingen: accepteer de ander zoals hij/zij is, iedereen is anders spreek elkaar op een correcte manier aan vertel de ander wat je voelt als je iets niet prettig vindt heb respect voor het mijn en het zijn, vraag of je andermans spullen mag gebruiken niet uitschelden, uitlachen, roddelen, buiten sluiten, te snel oordelen luister naar de ander zijn verhaal geen lichamelijk geweld los problemen op door erover te praten, eerst zelf, daarna met leerkracht of ouder help elkaar werk en speel samen maak goede afspraken en houd je eraan begroet elkaar Omgaan met leerkrachten en ouders: spreek de leerkracht en ander personeel aan met juf of meester spreek hulpouders aan met de voor- of achternaam andere onbekende personen aanspreken met mevrouw of meneer kom niet ongevraagd aan eigendommen van leerkrachten of ouders houd je aan gemaakte afspraken wees eerlijk en behulpzaam luister naar elke leerkracht of ouder ga beleefd met elkaar om bespreek problemen
Omgangsregels voor ouders spreek elkaar altijd rustig en met respect aan doe dat in correct taalgebruik zeg de ander wat je voelt als je iets niet prettig vindt luister naar elkaar probeer elkaar te helpen maak duidelijke afspraken en kom deze ook na bespreek “zaken” nooit in het bijzijn van kinderen gebruik geen fysiek geweld sluit een vervelende situatie altijd positief af
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 5
Omgangsregels voor hulpouders en stagiaires Algemene omgangsregels: begroet elkaar en neem afscheid accepteer en respecteer de ander zoals hij is, oordeel niet te snel en sluit niemand buiten om geloof, uiterlijk, sekse, ras, gezondheid, e.d. spreek elkaar altijd rustig en met respect aan, doe dat in correct taalgebruik, zeg de ander wat je voelt als je iets niet prettig vindt, niet uitschelden, uitlachen of roddelen, luister naar elkaar en probeer elkaar te helpen respecteer andermans eigendommen, dus ook die van kinderen praat niet negatief over ouders, leerlingen of schoolpersoneel, of verwijs naar de plaats waar de kritiek uitgesproken moet worden gebruik geen zinloos geweld schoolse zaken blijven “binnen school” Omgaan met leerlingen: maak duidelijke afspraken, overleg die met de leerkracht en kom ze na wees open en eerlijk, oordeel rechtvaardig bespreek problemen, misverstanden of moeilijkheden met kinderen met de betreffende leerkracht zorg voor een fijne sfeer bespreek alle zaken waarover vragen zijn zo mogelijk meteen na de activiteit Omgaan met andere hulpouders en stagiaires heb vertrouwen in elkaar, steun elkaar, wees eerlijk, meelevend, hulpvaardig kom afspraken na
Schoolregels Boodschap in de school rustig lopen in de gang, kloppen en naar binnen gaan, wachten tot je wordt aangesproken maken van een kopie: alleen als dit afgesproken is met leerkracht Kinderen komen niet in het magazijn, in de vogeltjeskast en in de kasten in de aula Toilet rustig lopen naar de wc liefst zo min mogelijk onder lestijd één voor één jongens naar jongenstoilet, meisjes naar meisjestoilet (indien nodig kunnen de meisjes maandverband in de personeelstoilet of bij hun eigen toilet pakken) toiletpapier op? Een vies toilet? Even melden bij de leerkracht.
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 6
Gang rustig lopen; dus niet rennen! jassen, tassen, mutsen en petten, rugzakken aan de kapstok. Elk kind heeft een haakje geen lawaai maken; houd rekening met anderen die werken in de lokalen en op de gang Schoolplein pas vanaf 8.15 uur en vanaf 13.00 uur mag je op het schoolplein niet fietsen op het plein groep 1 t/m 8 fiets in het rek en eventueel op de standaard – netjes neerzetten en goed aansluiten niet spelen in de fietsenparkeerplaats voor de bel gaat niet naar binnen, tenzij anders afgesproken met de leerkracht (verjaardag, boekbespreking e.d.) school is niet verantwoordelijk voor de gestalde fietsen bij regen mag je naar binnen; de poort gaat niet eerder open dan de afgesproken tijden: dus kom niet te vroeg! Spelen op het plein er wordt een rooster gehanteerd door de leerkrachten m.b.t. pleinwacht. Vanaf 08.15 uur en vanaf 13.00 uur is er toezicht. rustig lopen in de gang bij het naar buiten gaan niet op muren e.d. schrijven niet in de bosjes: dus niet in de afzetting bij de perkjes leerkracht geeft aan wanneer je in de zandbak mag niet met zand gooien niet op het dak van huisje, school of schuur, tenzij anders afgesproken bij ernstige schade of verwonding worden ouders ingelicht alle leerkrachten houden toezicht bij het uitgaan van de school om 12.00 uur en om 15.15 uur. na hevige regenval mag er niet gespeeld worden bij en om de speeltoestellen of in de zandbak, niet in de plassen springen. Pleinwacht van de dag beslist. Na school is er geen toezicht, de verantwoording ligt dan bij de ouders. Conflicten leerlingen proberen problemen zelf op te lossen lukt dat niet, dan komen beide partijen naar leerkracht (bijv. bij ruzie, meningsverschil) deze laat om beurten de leerlingen vertellen belangrijk is te luisteren en gelegenheid te bieden probleem zelf op te lossen lukt dat niet; dan bezinning op een bankje, en in uiterst geval naar binnen. Staat leerling niet open voor gesprek/oplossing dan in de pauze binnen en nogmaals gesprek aangaan. Bij uitzondering strafwerk onder of na schooltijd ouders die geconfronteerd worden met een conflict tussen kinderen onderling en die onder schooltijd zijn voorgevallen, worden dringend verzocht in overleg met de leerkracht naar een oplossing te zoeken bij ernstige conflicten tussen leerlingen worden ouders ingelicht Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 7
Gym briefje van thuis meenemen met geldige reden of telefoontje van ouders naar leerkracht iedereen gaat in principe mee naar de gymles gebruik van gymschoenen en gymkleding is verplicht leerlingen die niet kunnen gymmen en op school blijven krijgen voldoende werk van leerkracht; collega‟s worden ingelicht en houden toezicht kinderen die niet op tijd zijn: idem leerkrachten houden verzuim van gymlessen bij Omgaan met eigen en andermans spullen behandelen met respect dus: niet in boeken schrijven en schriften bekladden zuinig op andermans kleren, spullen niet opzettelijk knoeien met eten en drinken zuinig zijn met speelmateriaal in en buiten de school geen schoolspullen mee naar huis, tenzij anders afgesproken met leerkracht (bijv. bij huiswerk) geen spullen van anderen verstoppen Speelgoed geen speelgoed mee naar school; uitzondering bij verjaardag, sinterklaas en speelgoedmiddagen of wanneer afgesproken met de leerkracht leerkrachten zijn niet verantwoordelijk voor het meegebrachte materiaal “modespeelgoed” (trends, zoals flippo‟s en voetbalkaartjes) is toegestaan zolang dat geen onderlinge problemen oplevert Blijven na schooltijd In overleg met leerling worden ouders ingelicht als een leerling langer dan 15 minuten moet nablijven (afmaken werk, straf, e.d.). als kinderen weekdienst hebben wordt verwacht dat zij dat zelf thuis vertellen. De weekdiensttaken duren hooguit 15 minuten en worden altijd uitgevoerd door minstens twee kinderen uit de groep Direct ingenomen worden: messen in alle maten en soorten andere steekwapens of wat hierop lijkt klappertjes, trekrotjes of ander vuurwerk maisschieters, katapult en alles wat naar beoordeling van de leerkracht gevaarlijk of aanstootgevend is volgens redelijk geldende normen Datgene wat ingenomen is kan door leerling in bijzijn van ouders opgehaald worden of wordt bij 10-minutengesprek aan ouders terug gegeven of op andere wijze op initiatief van de leerkracht Mobiele telefoons mogen / worden door leerlingen in school en op het plein niet gebruikt worden Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 8
MP-3 spelers mogen binnen de school niet gebruikt worden Kledingvoorschriften Onderstaande afspraken gelden voor leerlingen en leerkrachten van ‟t Klòsterhûfke. Gezichtsbedekkende kleding Het ministerie van O C & W heeft in juni 2003 een leidraad opgesteld op basis waarvan scholen gebruik kunnen maken m.b.t. kledingvoorschriften. Het ministerie heeft hierbij gebruik gemaakt van het advies van de commissie gelijke behandeling d.d. april 2003. Uitgangspunt in de leidraad is dat kledingvoorschriften: niet discriminerend mogen zijn niet de vrijheid van godsdienst mogen ondermijnen niet de vrijheid van meningsuiting mogen ondermijnen Om een uitzondering te kunnen maken op bovengenoemde uitgangspunten moet hiervoor een objectieve rechtvaardiging zijn. Op grond van deze informatie is gezichtsbedekkende kleding op onze school niet toegestaan wanneer deze de onderlinge communicatie tussen leerkrachten, leerkrachten en leerlingen en leerlingen onderling belemmerd. Deze communicatie is essentieel voor het onderwijsleerproces (gezichtsuitdrukking, articulatie). In het kader van de veiligheid binnen school is het van belang dat de identiteit van de bezoeker en gebruiker kan worden vastgesteld. Verder is het in de klassen niet toegestaan om: hoofddeksels te dragen, anders dan om godsdienstige redenen. Niet toegestaan zijn dus o.a. hoedjes, baseballpetjes, etc. gebruik te maken van een zonnebril, anders dan om medische redenen. Kleding algemeen Geen (bewust) extreem uitdagende of aanstootgevende kleding. Alert zijn op aanstootgevende prints of teksten op kleding. Geen ontbloot bovenlijf in de klas of op het schoolplein (bijv. met warm weer of na een intensief spel tijdens de pauze) tenzij anders afgesproken. (vgl onder de sproeier). Het dragen van een korte broek bij warm weer is met inachtneming van het bovenstaande toegestaan. In het algemeen kan worden gesteld dat de wijze van kleden aan te merken moet zijn als “goed / fatsoenlijk” gekleed zijn. Mode en trends zullen steeds opnieuw beoordeeld moeten worden; afhankelijk zal ook zijn de mate waarin iets voorkomt of de wijze waarop en de bedoeling waarmee het gedragen wordt. Meestal gaat het hierbij om een snel voorbijgaande trend: vgl de bomber-jacks met of zonder vlaggetje, het naveltruitje etc. Bovenstaande geldt ook voor het gebruik van make-up. Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 9
Omgangsregels groepsniveau De leerkracht maakt samen met de leerlingen aan het begin van het schooljaar de omgangsregels op groepsniveau. Deze regels kunnen van praktische aard zijn, maar ook ter aanvulling op / verduidelijking van de schoolregels. De omgangsregels op groepsniveau worden samen met de schoolregels op een duidelijk zichtbare plek opgehangen in het klaslokaal. Er wordt regelmatig samen met de leerlingen geëvalueerd op deze regels. Eventueel worden er regels in overleg met de hele groep bijgesteld.
SEO en SCOL Er wordt op onze school een methode gehanteerd om de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen te bevorderen. Wij gebruiken de methode Kinderen… en hun sociale talenten. Hoe werkt deze methode? Sociale competentie is het vermogen om adequaat te kunnen handelen in sociale situaties. Het gaat erom hoe je met jezelf en met elkaar omgaat; het gaat om meedoen en meebepalen. Het gaat niet alleen over je voegen naar de anderen: de groep, de maatschappij. Sociale competentie is ook invloed uitoefenen op je omgeving. Het gaat daarbij om het evenwicht. De verwachtingen die je aan sociaal competent gedrag mag stellen, zijn voor elke leeftijd anders. Een kleuter lost een ruzie bijvoorbeeld anders op dan een leerling uit de bovenbouw. Iemand is sociaal competent als deze persoon zowel rekening houdt mijn zijn eigen belangen als met die van een ander. En als hij dit doet volgens de waarden en normen die in zijn samenleving gelden. Hiervoor zijn kennis, vaardigheden en een juiste houding nodig. Kennis heeft te maken met weten en kennen. Vaardigheden hebben te maken met doen en kunnen . Houding heeft te maken met willen en durven. Er zijn natuurlijk ook andere aspecten van invloed op de houding van een kind. Bijvoorbeeld de gevoelens van een kind en het beeld dat hij of zijn van zichzelf en de ander heeft. De lessen van Kinderen en... hun sociale talenten zijn zo opgebouwd dat de leerkracht er steeds 2 weken mee aan de slag kan: 1. De leerkracht schetst eerst een herkenbare situatie met een probleem of vraagstelling. 2. De leerlingen analyseren het probleem of de vraag en verzinnen zelf oplossingen of antwoorden. De leerkracht stimuleert ze hierin. 3. De leerkracht kijkt met de leerlingen terug op de les. Samen bekijken ze wat ze hebben gedaan en geleerd. Het is leerzaam leerlingen te vragen vergelijkbare Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 10
situaties te bedenken waarin het behandelde probleem of de vraag zich kan voordoen en de bedachte oplossingen ook kunnen werken. Bij de lessen staan ook suggesties voor differentiatie voor specifieke situaties. De methode gaat uit van 8 gedragscategorieën:
De leraar verkent tijdens de basisles een onderwerp dat valt onder een van de 8 gedragscategorieën die ook ten grondslag liggen aan de methode. In elke les staan concrete suggesties om 2 weken lang vervolglessen te geven die aansluiten op de basisles. De leraar kijkt samen met de kinderen hoe ze de lesdoelen kunnen toepassen in de les, in andere schoolsituaties en daarbuiten. Het is effectief om later regelmatig terug te grijpen op het behandelde onderwerp en de bedachte oplossingen. Daarnaast gebruiken wij op school een digitale observatielijst die door dezelfde uitgever wordt uitgebracht als onze SEO-methode. Deze observatielijst heet SCOL. Dit is een digitale vragenlijst die voor elke leerling tweemaal per jaar (november en mei) wordt ingevuld door de groepsleerkracht. De vragen van deze lijst corresponderen met de 8 gedragscategorieën die ook bij onze SEO-methode worden Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 11
gehanteerd. Doordat de SCOL elk half jaar wordt ingevuld, kan er goed gelet worden op individuele, groeps- en schoolvorderingen. Ook kan hierdoor sneller en beter beoordeeld worden welke categorieën nog extra aandacht behoeven. De resultaten worden ook besproken in de leerlingenbespreking die elke groepsleerkracht met de intern begeleider heeft. Ook daar kunnen conclusies en actiepunten sneller vastgesteld worden. De schoolresultaten worden telkens na een afnamemoment besproken in een plenaire vergadering. Eventuele conclusies en actiepunten op schoolniveau kunnen dan vastgesteld worden. Mochten er individuele problemen geconstateerd worden, dan bestaat de mogelijkheid om hier verder mee aan de slag te gaan. Te denken valt hierbij aan individuele hulp en begeleiding van de groepsleerkracht, de intern begeleider, een externe instantie. Dit alles zal altijd in overleg met de ouders gebeuren. Ook is het mogelijk dat er gekozen wordt voor een SOVA-training. Hierdoor wordt het kind geleerd hoe het zich beter sociaal-emotioneel kan opstellen.
Omgaan met pesten Inleiding Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden: Voorwaarden: Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers (hierna genoemd: ouders). De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak. Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een contactpersoon nodig. De contactpersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren. Op onze school is een contactpersoon aangesteld.
Deze omgangsregels hebben als doel: “Alle kinderen mogen zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.” Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 12
Door afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan. Leerkrachten en ouders uit de oudervereniging, de overblijfouders en de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk deze omgangsafspraken.
Het probleem dat pesten heet De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in andere groepen wordt er gepest. Een pestproject alleen is niet voldoende om een eind te maken aan het pestprobleem. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te laten komen, zodat het ook preventief kan werken. Hoe willen wij daar mee omgaan? Op school willen we regelmatig een onderwerp aan de orde stellen. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies etc. kunnen aan de orde komen. Deze onderwerpen komen aan bod middels onze methode “Kinderen… en hun sociale talenten”. Het gebruik van verschillende werkvormen hiervoor is ook denkbaar, zoals; spreekbeurten, drama-activiteiten en projectwerk. Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. Een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het maken van regels voor de leerlingen. Deze regels worden aan het begin van het schooljaar met de leerlingen opgesteld. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven briefjes doorgeven beledigen opmerkingen maken over kleding isoleren buiten school opwachten, slaan of schoppen op weg naar huis achterna rijden naar het huis van het slachtoffer gaan Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 13
bezittingen afpakken en/of vernielen schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid: je kunt het zo gek niet bedenken of volwassenen en leerlingen hebben het bedacht. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden.
Belangrijke regels Regel 1: Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep brengen we kinderen dit al bij: je mag niet klikken, maar…als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt je er zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken. Regel 2: Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. Regel 3: Samenwerken zonder bemoeienissen: School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Bij problemen van pesten zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid (moeten) nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders blijft beperkt tot het aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties en tot het ondersteunen van de aanpak van de school. Regels die gelden in alle groepen: Doe niets bij een ander kind, wat jezelf ook niet prettig zou vinden; Kom niet aan een ander als de ander dat niet wil; We noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen scheldwoorden; Als je kwaad bent ga je niet slaan, schoppen, krabben (je komt niet aan de ander). Probeer eerst samen te praten. Ga anders naar de meester of de juf; Niet: zomaar klikken. Wel: aan de juf of meester vertellen als er iets gebeurt wat je niet prettig of gevaarlijk vindt; Vertel de meester of de juf wanneer jezelf of iemand anders wordt gepest; Blijft de pester doorgaan dan aan de meester of juf vertellen. Kinderen die pesten zitten zelf in de nesten!; Word je gepest praat er thuis ook over, je moet het niet geheim houden; Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 14
Uitlachen, roddelen en dingen afpakken of kinderen buitensluiten vinden we niet goed; Niet aan spullen van een ander zitten; Luisteren naar elkaar; Iemand niet op het uiterlijk beoordelen of beoordeeld worden; Nieuwe kinderen willen we goed ontvangen en opvangen. Zij zijn ook welkom op onze school; Opzettelijk iemand pijn doen, opwachten buiten school, achterna zitten om te pesten is beslist niet toegestaan; Probeer ook zelf een ruzie met praten op te lossen. Na het uitpraten kunnen we ook weer vergeven en vergeten. Deze regels gelden op school en daarbuiten. Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze vastgestelde schoolregels in overleg met de leerkracht. Die aanvulling wordt opgesteld door en met de groep, dit zijn de groepsregels. Zowel schoolregels als groepsregels zijn zichtbaar in de klas opgehangen.
4-stappenaanpak van ruzies en pestgedrag Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten proberen zij en wij: STAP 1: Er eerst zelf (en samen) uit te komen. STAP 2: Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt, heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen. STAP 3: De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderinggesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Bij herhaling van pesterijen / ruzies tussen dezelfde leerlingen volgen sancties (zie bij consequenties). STAP 4: Bij herhaaldelijke ruzie/ pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest/ruzie maakt. De fases van bestraffen treden in werking (zie bij consequenties). Ook wordt de naam van de ruziemaken/ pester in de ARBO-klapper genoteerd op het formulier “grensoverschrijdend gedrag”. Bij iedere melding op dit formulier omschrijft de leerkracht „de toedracht‟. Bij elke melding op dit formulier worden de ouders op de hoogte gebracht van het ruzie-/pestgedrag. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 15
CONSEQUENTIES De leerkracht heeft het idee dat er sprake is van onderhuids pesten. In zo‟n geval stelt de leerkracht een algemeen probleem aan de orde om langs die weg bij het probleem in de klas te komen. De leerkracht ziet dat een leerling wordt gepest (of de gepeste of medeleerlingen komen het bij hem melden) En vervolgens leveren stap 1 t/m 4 geen positief resultaat op voor de gepeste. De leerkracht neemt duidelijk een stelling in. De straf is opgebouwd in 5 fases; afhankelijk hoelang de pester door blijft gaan met zijn/haar pestgedrag en geen verbetering vertoond in zijn/haar gedrag: Fase 1: Een of meerdere pauzes binnen blijven, dit wordt kenbaar gemaakt onder de leerkrachten; Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn; Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem; Door gesprek: bewustwording voor wat hij met het gepeste kind uithaalt; Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde. Ouders worden op de hoogte gesteld. Fase 2: Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in de ARBO-klapper en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem. Fase 3: Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk. Vraag hierbij is: wat kan de school doen en wat kunnen de ouders doen? Fase 4: Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school. Ook het (tijdelijk) plaatsen op een andere school behoort tot de mogelijkheden. Fase 5: In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 16
Begeleiding Begeleiding van de gepeste leerling: Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest; Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten; Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren; Zoeken en oefenen van een andere reactie bijvoorbeeld je niet afzonderen; Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest; Nagaan welke oplossing het kind zelf wil; Sterke kanten van de leerling benadrukken; Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders/beter opstelt; Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s); Het gepeste kind niet „overbeschermen‟ bijvoorbeeld naar school brengen of „ik zal het de pesters wel eens gaan vertellen‟. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen; Begeleiding van de pester: Praten en zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen); Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste; Excuses aan laten bieden; In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft; Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel; straffen als het kind wel pest – belonen (schouderklopje) als kind zich aan de regels houdt; Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de „stop-eerstnadenken-houding‟ of een andere manier van gedrag aanleren; Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten?; Zoeken van een sport of club; waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn; Inschakelen hulp; sociale vaardigheidstrainingen, Jeugdgezondheidszorg, huisarts, GGD.
Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn: Een problematische thuissituatie Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen) Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt Voortdurend met elkaar de competitie aan gaan Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 17
Adviezen aan de ouders Ouders van gepeste kinderen: Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind en wees eerlijk in uw communicatie; Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken; Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken; Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen; Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport; Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt. Ouders van pesters: Neem het probleem van uw kind serieus; Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden; Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen; Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet; Besteed extra aandacht aan uw kind; Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport; Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind; Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Alle andere ouders: Neem de ouders van het gepeste kind serieus; Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan; Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag; Geef zelf het goede voorbeeld; Leer uw kind voor anderen op te komen; Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 18
Internetcontract Klòsterhûfke Inleiding Sinds de school internetfaciliteiten heeft, kunnen er beelden en programma‟s de school binnenkomen, die wij ongeschikt achten voor de leerlingen. Te denken valt aan bepaalde uitingen van geweld, seks en racisme. Met name door de gemakkelijke toegang tot internet, is het risico op het binnenhalen van disrespectvol en ongewenst materiaal groot. Onze school staat op het standpunt dat ongewenste uitingen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen, zonder de leerlingen alle verantwoordelijkheid uit handen te nemen. Het team van ‟t Klòsterhûfke ziet een mogelijkheid om leerlingen, onder begeleiding, eigen verantwoordelijkheid bij te brengen. Het omgaan met internet wordt op zich als leerpunt binnen de school gezien. Onze school confronteert kinderen niet bewust met bovengenoemde uitingen. Het team van de school zal leerlingen aanspreken op ongewenst (surf-, chat- en e-mail) gedrag. N.B. Wij werken met een rode kaart. Indien leerlingen zich niet houden aan de gemaakte afspraken die op het internetcontract staan, dan sturen wij per post een brief hierover naar de ouders/verzorgers!
Uitgangspunten De school bevordert het verantwoordelijkheidsgevoel bij leerlingen door de toegang tot internet te begeleiden m.b.v. leerkrachten en ouders. Het team van ‟t Klòsterhûfke stelt kinderen niet bewust bloot aan beelden van geweld, seks en racisme, die geen opvoedkundige bedoeling hebben. De school probeert zoveel mogelijk te voorkomen dat ongewenste uitingen van internet de school binnenkomen. Leerlingen mogen niet onbeperkt en onbelemmerd internetten; personeel en hulpouders van de school kijken als het ware “over de schouder” mee. Internetten gebeurt niet zonder een leerkracht in de nabijheid. Chatten wordt slechts bij hoge uitzondering toegestaan (bijvoorbeeld als onderdeel van een project)! Ook bij het surfen op internet, bij e-mailgebruik en in het geval van chatten door kinderen is het beleid van kracht. Daarbij geldt dat het bewust zoeken van ongewenste uitingen en het gebruiken van schuttingtaal als storend wordt opgevat en dus consequenties voor de leerling heeft. Het beleid wordt ouders/verzorgers meegedeeld in de schoolgids. De andere betrokkenen zoals overblijfhulp hanteren dezelfde gedragsafspraken.
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 19
Regels met leerlingen Ik zal nooit mijn persoonlijke informatie doorgeven op internet, zoals: mijn naam, adres en telefoonnummer, het werkadres en telefoonnummer van mijn ouders of het adres van mijn school zonder toestemming van mijn meester of juf. Ik vertel het mijn meester of juf meteen, als ik informatie zie, waardoor ik me niet prettig voel. Ik zal nooit afspreken met iemand die ik online op internet heb ontmoet, zonder toestemming van mijn meester of juf. Ik gebruik geen lelijke of scheldwoorden als ik een e-mail verstuur. Een e-mail door mij geschreven, mag altijd worden gelezen door mijn meester of juf. Ik zal nooit antwoorden op e-mailberichten die onprettig zijn. Het is niet mijn schuld, dat ik zulke berichten krijg. Ik vertel het mijn meester of juf meteen, zodat zij maatregelen kunnen nemen. Het is geen klikken als ik de juf of meester vertel dat er iemand bewust op een site zit waar hij/zij niet mag komen. Zit ik per ongeluk op een verkeerde site, dan kom ik het onmiddellijk aan de juf//meester vertellen Surf ik bewust naar een verboden site, dan stuurt de school een brief met rode kaart aan mijn ouders. Bij het gebruiken van een zoekmachine, gebruik ik nooit zoekwoorden die te maken hebben met seks, discriminatie, geweld of grof taalgebruik. Chatten, MSN-en en profielpagina‟s zijn op school niet toegestaan. Printen en downloaden doe ik alleen met toestemming van de meester of de juf.
Regels met leerkrachten Internet wordt gebruikt voor opbouwende, educatieve doeleinden. Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen. Er wordt aan kinderen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. De leerkracht draagt zorg voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is meestal immers niet hun schuld. Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terechtkomen. Namen in combinatie met foto‟s van kinderen worden niet op het net gepubliceerd. In voorkomende gevallen alleen met toestemming van de ouders. Voor e-mail geldt ook het briefgeheim, maar op grond van hun pedagogische verantwoordelijkheid mogen de leerkrachten e-mail van leerlingen bekijken.
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 20
Voorbeeldbrief informatievoorziening naar ouders
{Datum}
Beste ouders/verzorgers, Kinderen maken steeds vaker gebruik van computers en komen ook vaker in aanraking met het Internet. Dit is een trend die niet alleen thuis merkbaar is. Ook op school zijn onze leerlingen steeds meer met computers bezig. Dit kan zijn voor reken-/taal- of spellingsoefeningen, maar ook om bijvoorbeeld werkstukken te maken. Voor deze werkstukken mogen zij ook informatie zoeken op het Internet. Op school proberen wij kinderen op een veilige manier met het Internet om te laten gaan. De leerlingen leren allerlei computervaardigheden die zij hierbij nodig hebben. Verder willen wij bij onze leerlingen bereiken dat zij op een verantwoordelijke manier en met respect voor anderen leren omgaan met het internet. Om dit te bereiken willen wij werken met een “internetcontract” . Dit wordt een dezer dagen besproken in de klas. Indien uw kind zich niet houdt aan de afspraken, zal het vier weken niet op de computer mogen werken (uitgezonderd remediërende oefeningen). De school zal overigens ook een brief naar u toesturen, zodat u ook op de hoogte bent. Deze regels zijn besproken in de MR. De MR heeft ingestemd met deze opzet. We zouden het op prijs stellen als u met uw kinderen ook de gedragsregels bespreekt. Het zorgen voor eenduidigheid in computergedrag is natuurlijk de basis die een kind nodig heeft. Voor de duidelijkheid hebben wij bijlagen over het “internetcontract” bijgevoegd. Hierin vind u alle informatie die u nodig heeft om samen met uw kind de afspraken door te nemen. Heeft u nog vragen. Kom dan even langs. Wij leggen het u graag uit.
Met vriendelijke groet, Het team van „t Klòsterhûfke Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 21
Voorbeeld internetcontract
1.
Ik zal nooit mijn persoonlijke informatie doorgeven op internet, zoals: mijn naam, adres en telefoonnummer, het werkadres en telefoonnummer van mijn ouders of het adres van mijn school zonder toestemming van mijn meester of juf.
2.
Ik vertel het mijn meester of juf meteen, als ik informatie zie, waardoor ik me niet prettig voel.
3.
Ik zal nooit afspreken met iemand die ik online op internet heb ontmoet, zonder toestemming van mijn meester of juf.
4.
Ik gebruik geen lelijke of scheldwoorden als ik een e-mail verstuur.
5.
Een e-mail door mij geschreven, mag altijd worden gelezen door mijn meester of juf.
6.
Ik zal nooit antwoorden op e-mailberichten die onprettig zijn. Het is niet mijn schuld, dat ik zulke berichten krijg. Ik vertel het mijn meester of juf meteen, zodat zij maatregelen kunnen nemen.
7.
Het is geen klikken als ik de juf of meester vertel dat er iemand bewust op een site zit waar hij/zij niet mag komen.
8.
Zit ik per ongeluk op een verkeerde site, dan kom ik het onmiddellijk aan de juf//meester vertellen
9.
Surf ik bewust naar een verboden site, dan stuurt de school een brief met een rode kaart aan mijn ouders.
10.
Bij het gebruiken van een zoekmachine, gebruik ik nooit zoekwoorden die te maken hebben met seks, discriminatie, geweld of grof taalgebruik.
11.
Chatten of MSN-en is op school niet toegestaan.
12.
Printen en downloaden doe ik alleen met toestemming van de meester of juf.
13.
Door dit contract te ondertekenen, beloof ik me aan deze afspraken te houden
Naam:
Datum:
Groep:
School:
’t Klòsterhûfke, Deest
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 22
Voorbeeld ouderbrief bij rode kaart
Beste ouders/verzorgers van ……………………………………………… Zoals u weet werken wij op ‘t Klòsterhûfke met een internetcontract. Dit is in de klas duidelijk besproken en alle kinderen hebben hun handtekening onder de gemaakte afspraken gezet. Hiermee hopen wij te bereiken dat kinderen op een verantwoorde manier en met respect voor anderen leren omgaan met het internet. Uw kind heeft bewust één van de afspraken geschonden en krijgt hiervoor een rode kaart. Dit betekent dat hij/zij vier weken lang NIET op school op de computer mag werken. Dit geldt niet voor programma’s die betrekking hebben op de extra zorg. Wij stellen het zeer op prijs als u, als ouder en opvoeder, de gedragsregels thuis nog eens wilt bespreken met uw kind. Alleen via samenwerking tussen ouders en school kunnen we tot gewenst internetgedrag komen. Met vriendelijke groet, Team ‘t Klòsterhûfke
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 23
Voorbeeld rode kaart voor leerlingen
Uw kind heeft zich niet aan de afspraken gehouden van ons internetcontract. Vandaar deze rode kaart. Ons internetcontract is te vinden op onze website www.klosterhufke.nl
Uw kind heeft zich niet aan de afspraken gehouden van ons internetcontract. Vandaar deze rode kaart. Ons internetcontract is te vinden op onze website www.klosterhufke.nl
Uw kind heeft zich niet aan de afspraken gehouden van ons internetcontract. Vandaar deze rode kaart. Ons internetcontract is te vinden op onze website www.klosterhufke.nl
Uw kind heeft zich niet aan de afspraken gehouden van ons internetcontract. Vandaar deze rode kaart. Ons internetcontract is te vinden op onze website www.klosterhufke.nl
Kwaliteitshandboek omgangsregels Versie Sept. 2011 24