Kroniek van
Meubelfabriek Steenland Gouda 1903 - 1980
Stamboom meubeltak W.J. (Wim) Steenland (1877-1950) (oprichter fabriek in 1903)
Firmant
Firmant
Firmant
Firmant
Thed
Wim
Cees
Gerard
(1910-1980)
(1917-1996)
(1919-1971)
(1921-2002)
Corry Adri Frans Paul
Wim Jr. Kees Ton Jos Nel Greet
Nanette Monique Tim Rolf
Gerard Jr. Theo Ria Hans
1901-1902 In het boek “Op hoop van zaken” over de industrialisatie van Gouda tussen 1813 en 1913 komen de volgende 3 citaten voor: * Eind 1901 vroeg timmerman W.J. Steenland een vergunning aan om aan de Bosweg (nr. 4) een fabriek voor houtbewerking op te richten, bestaande uit: een timmermanswerkplaats met daarachter een stenen machinegebouw. Daarin kwam een stoommachine van 10 pk voor het drijven van: cirkelzagen, lintzaag, schaafbank en slijpsteen. Ook hier was sprake van veel verzet door de buurtbewoners en ook hier was dat vergeefs; de vergunning werd begin 1 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
1902 verleend. Steenland verkocht zijn bedrijf in 1903 aan timmerman/aannemer J.H. de Wilde. (note 2013: op 24 februari 1903 via notaris Droogleever, voor een bedrag van Hfl. 2.600,00). * J.H. de Wilde, timmermansbaas, kocht in 1903 een volledig ingerichte stoomtimmerfabriek aan de Bosweg van timmerman W.J. Steenland. * In 1911 richtten de gebroeders Steenland aan de Kleiweg een meubelfabriek op, met een elektromotor van 5 pk voor diverse houtbewerkingsmachines, zoals een lintzaag, cirkelzaag, frees en schaafmachine. Uit de archieven van het Streekarchief Midden Holland komt de volgende informatie: W.J. Steenland kreeg in 1901 vergunning voor de bouw van 7 arbeiderswoningen op de Bosweg? en een tweede vergunning spreekt over 2 arbeiderswoningen op Wachtelstraat 31 en 33. (note: in elk geval t/m 1885 heette de straat nog Wachterstraat, met een ‘r’ dus).
1903 Op 13 mei 1903 richtten Wilhelmus Johannes (Wim) Steenland (geboren
28 november 1877) en zijn broer Theodorus Hendrikus (Theo) Steenland, (geboren 31 augustus 1885) een timmerwerkplaats op in Gouda. Het lijkt aannemelijk te stellen dat (een deel van) de financiering afkomstig was van het bedrijf(je) dat Wim Steenland begin Wim
Theo
1902 was begonnen op de Bosweg 4 en op 24 februari 1903 alweer had verkocht. (ƒ 2.600) Aangezien het woonadres van Opa Wim en Theo Wachtelstraat 172 was, mogen we er van uit gaan dat het bedrijfje daar gestart zal zijn, mogelijk in een schuur achter het huis. Hoe dan ook wordt 13 mei 1903 beschouwd als de échte start van het bedrijf. De broers Theo en Wim waren in de werkplaats op de Wachtelstraat o.a. bedreven in het maken van biljarttafels.
1906 Vanaf 1906 werd W.J. Steenland in het gemeentearchief apart genoemd als ‘timmerman’ op het adres Wachtelstraat 172.
1909 Wilhelmus Johannes Steenland trouwde op 27 mei 1909 in Hillegom met Petronella Maria Uijtendaal. Tussen 1910 en 1923 kregen ze zeven kinderen: vier zonen (Thed, Wim, Cees en Gerard) en drie dochters (Do, Fieke en Nel). Het is goed denkbaar dat Opa Wim vanaf zijn huwelijk op de Kleiweg 98 is gaan wonen. We kunnen die datum dan ook aanhouden als voortzetting van het bedrijf op dat adres.
1910 In de archieven van de gemeente Gouda werd vanaf het jaar 1910 Kleiweg 98 als het nieuwe adres van Opa Wim genoemd. Hier werd tevens zijn ‘meubelmagazijn’ gevestigd.
2 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Op 21 mei 1910 kregen Opa Wim en Oma hun eerste kind, ze noemden hem Theo. Vanaf 1917 echter werd hij Thed genoemd. Hij zat op school namelijk in dezelfde klas als zijn neef Theo (van de bakkerij familie) en dat gaf verwarring voor de leerkrachten. De moeder van Opa Wim (Sophie) bleef in de Wachtelstraat wonen. Door een omnummering werd het nummer later gewijzigd van 172 in Wachtelstraat 4. Nummer 172 komt dan niet meer in de archieven voor. Er is vrijwel zeker geen sprake van verhuizing geweest.
1911 Volgens het boek ‘Op hoop van zaken’ werd de meubelfabriek in 1911 opgericht op de Kleiweg in Gouda. Wij weten dat het geen oprichting maar een voortzetting was.
1913 Vanaf dit jaar werd in het gemeente archief naast het eerder genoemde adres Kleiweg 98 ook Kleiweg 96 genoemd. Als omschrijving stond ‘meubelmaker’ en ‘meubelmagazijn’. Er waren al enkele kinderen geboren en wellicht werd het ‘meubelmagazijn’ uitgebreid en had Opa Wim daardoor meer ruimte nodig.
1917 Op 24 januari 1917 werd de tweede zoon geboren, vernoemd naar zijn vader: Wim.
1918 In dit jaar werden de eerste huizen in de Cronjéstraat gebouwd in de wijk Kort Haarlem, Gouda.
1919 Op 10 januari 1919 werd de derde zoon geboren: Cees. Dit jaar (of begin 1920) verhuisde de familie W.J. Steenland naar de Cronjéstraat 23 in Gouda. Ook in het gemeentearchief van 1920 wordt dit adres vermeld. Het was het woonadres van de familie. Woonadres en zakenadres werden vanaf dat moment gescheiden.
1920 In 1920 werd een bouwvergunning afgegeven voor: “de bouw van een meubelmakerij/houtopslag” op het adres Nieuwe Gouwe 1 in Gouda. Mogelijk is dit adres alleen gebruikt voor opslag en droging van hout, mogelijk zelfs tot begin 1948. Waarschijnlijk heeft Opa Wim rond 1920 de Kleiweg verlaten en is van daar direct naar de Raam gegaan.
1921 Op 14 maart 1921 werd de vierde (en laatste) zoon geboren. Hij kreeg de naam Gerard. Vanaf 1921/1922 is het nummer van de Cronjéstraat door de gemeente Gouda gewijzigd van 23 in 11, maar Opa Wim Steenland bleef in hetzelfde huis wonen (het zevende huis vanaf de hoek). Vanaf dit jaar werd de moeder van Opa Wim (Sophie) in de gemeente archieven ‘winkelierster’ genoemd. Maar al vanaf 1902 had ze na het overlijden van haar man het door hem begonnen sigarenwinkeltje voortgezet. Zoon Theo hielp zijn moeder geregeld. 3 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
1925 In dit jaar kwam de oudste zoon Thed Steenland (1910) op 15 jarige leeftijd in dienst bij zijn vader Wim. Thed heeft daarna aanvullend en technisch onderwijs genoten op de avondschool. Het lijkt aannemelijk dat de broers Wim (1877) en Theo (1885) niet altijd zijn blijven samenwerken. In 1925 is de stoelenfabriek door brand verwoest (info levensverhaal Mattheus). Dit werd bevestigd door informatie uit het Streekarchief Midden Holland. In 1925 werd een bouwvergunning afgegeven voor “herbouw van door brand vernielde machinale houtbewerkings werkplaats” op de Raam 144 en 146. Dat betekende dat de fabriek er al vóór 1925 zat (we gaan er van uit dat dat al in 1920 het geval was). De fabriek op de Raam zal door (Opa Wim) W.J. Steenland gedurende 1925 opnieuw zijn opgebouwd. Na 1925 huurde zijn broer Theo een pakhuis en ging samenwerken met ene Stamts. Wat er werd verhandeld of gemaakt is niet bekend. Dat heeft hij dan gedaan tot 1930, want toen ging Theo voor Douwe Egberts (tabakswaren) werken. Van 1932 tot 1938 heeft Theo een kleine stoelenfabriek gehad. Aangezien Theo in 1936 nog op het adres Wachtelstraat 4 woonde, kan misschien worden aangenomen dat de stoelenfabriek achter het huis was gevestigd.
1926 In dit jaar werd een bouwvergunning afgegeven voor “oprichten houtzagerij en meubelfabriek (10 elektromotoren)” op Raam 144a. Dit zal mogelijk een uitbreiding hebben betekend van de bestaande fabriek. Dit is ook het laatste jaar dat Opa Wim werd genoemd als zijnde woonachtig op de Cronjéstraat 11. Bij de bouwvergunning van 1925 werd gesproken over 2 nummers op de Raam (144 en 146). Op 22 juni 1926 is het gezin naast de fabriek gaan wonen op Raam 144. Voor zover uit de gemeentearchieven te achterhalen is, woonde het gezin van Opa Wim dus van 1919 of 1920 tot juni 1926 in de Cronjéstraat.
1927 Eenmaal op de Raam wonend bouwde Opa Wim Steenland in een houten loods een kruiser die hij de naam Maris Stella gaf. Maar de boot was dermate hoog geworden dat de achtergevel van de fabriek moest worden gedemonteerd om de boot uit de loods te krijgen. Op een foto is te zien dat de kruiser als stalen casco werd geleverd. De houten opbouw en het interieur maakte Opa Wim Steenland. We zien deze kruiser voor het eerst in de familiearchieven op een foto uit augustus 1931. Opa Wim en Oma zijn daarop met 4 van hun kinderen zien. De kruiser deed dienst tot 1953.
1931-1932 In deze jaren werd de
Sacramentskerk in de wijk Korte
4 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Akkeren in Gouda gebouwd. De firma Steenland maakte de kerkbanken. Die werden gemaakt van Japans eiken, botanische naam: Quercus mongolica. Mogelijk werden ook enige bijpassende betimmeringen gemaakt. Op 9 september 1932 werd de Sacramentskerk geconsacreerd door de bisschop van Haarlem. Wanneer er later (tot 1980) kleine reparaties nodig waren, werden deze gratis uitgevoerd door een van de personeelsleden die in de buurt woonde. In die tijd werden ook bowling/kegelbanen en mogelijk bowlingballen gemaakt.
1936 Op maandag 11 mei 1936 brak brand uit in de Stearine Kaarsenfabriek Gouda-Apollo. De brandende stearine dreef weg op het bluswater. Via de riolen dreef het de Hollandse IJssel in. Maar ook op de Turfsingel dreef de gestolde stearine op het water. De familie Steenland schepte dankbaar een hoeveelheid uit het water en die brokken stearine werden nog tot en met 1980 in de meubelfabriek gebruikt om de gietijzeren werkbladen van de zaag-, schaaf- en freesmachines minder stroef te maken. Het voordeel van stearine was dat het geen vlekken maakte, om die reden gebruikten de meubelmakers het ook in vloeibare vorm om de punten van stalen of messing schroeven in te dopen. De weerstand bij het indraaien werd daarmee veel kleiner en de breukkans van de schroef nam af.
1938 De krant De Rijnbode meldde in haar editie van 25 mei 1938 over zeilraces het volgende: Zeilwedstrijd Noordereinderplas in Alphen, klasse E: 1e plaats Th. Steenland. De jongste broer Gerard maakte rond deze periode zijn eerste volledig houten 16m2 zeilboot (die helaas in de oorlogsjaren door de bezetters werd geconfisqueerd). Mede oprichter van de timmerwerkplaats, Theo (1885), heeft niet altijd in de meubelfabriek gewerkt. Hij had begin jaren dertig een dienstverband als vertegenwoordiger in tabaksgoederen bij Douwe Egberts. (Theo’s vader, overleden in 1902, was van beroep sigarenmaker). Theo was religieus en trad in 1938 in de Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven in Berkel-Enschot in. Onder de naam broeder Mattheus verbleef hij daar tot zijn overlijden in 1967.
1939 De krant De Rijnbode meldde in haar editie van 5 juni 1939 over zeilraces het volgende: 16m2 klasse: De Zomerdroom van Steenland was de snelste.
Oorlogsjaren In de levensbeschrijving van Thed Steenland staat vermeld dat hij tijdens de oorlog in krijgsgevangenschap heeft gezeten. De familie werkte en woonde op de Raam. Daar was een verstopplekje in de droogkamer van de fabriek omdat de bezetters nog wel eens controles hielden i.v.m. de tewerkstelling.
5 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Omdat er in de oorlogsjaren minder werk was en nauwelijks tabak, gingen de zonen voor eigen gebruik tabak verbouwen op een stuk land aan de rand van Gouda en liet de geoogste tabak verwerken tot sigaretten. Materialen waren moeilijk te verkrijgen of duur. Kromme spijkers werden dan ook recht geslagen om opnieuw te worden gebruikt.
1941 De krant De Rijnbode meldde in haar editie van 16 juli 1941 over zeilraces het volgende: Elfhoeven plas Reeuwijk, 16m2 klasse, 3e plaats W. Steenland.
1943 Op 18 mei 1943 schreef de Firma Gebroeders Steenland, Meubelfabriek en Machinale Houtbewerking zich in bij de Kamer van Koophandel. Er werden vijf firmanten genoemd, Opa Wim en zijn vier zonen. Als vestigingsplaats werd genoemd Raam 144, Gouda. Zomer 1943 won Thed Steenland het zeilkampioenschap in de 16m2 klasse met de Zomerdroom. Opa Wim was één van de medeondertekenaars van de onderscheiding. De zeilboot Zomerdroom heeft Opa Wim voor 1936 mogelijk zelf gemaakt.
1944 Nel Steenland trouwde met Coen den Boer Jr., Coen was zoon van Coen den Boer Sr. die een meubelfabriek had op de Bosweg in Gouda.
1946 In 1946 werd de bouwvergunning verkregen voor “Bouw meubelfabriek” op het adres Schielands Hoge Zeedijk 29, 31 en 33. Maart 1947 werd met de bouw begonnen. Zoon Frans vertelt: “secretaresse Ina had uit de overlevering vernomen dat bedrijven die na de oorlog het initiatief namen voor productievergroting, van regeringswege voorrang kregen bij de aankoop van grond en bouwmaterialen. Mogelijk was dit ingegeven in het kader van het Marshall-plan”.
1947 Tot en met 1947 was de fabriek aan de Raam 144-146 in Gouda gevestigd. In de jaren op de Raam werden veel meubelen geproduceerd voor meerdere hotels in Amsterdam. Mogelijk voor de eetkamer, salon en hotelkamer. Dat waren vaak flinke orders. Blijkbaar had Opa Wim goede contacten in Amsterdam. De gemaakte stoelen werden op een dekschuit geladen en via de gracht op de Raam of de Singel naar Amsterdam verscheept. In vroeger tijden werd zo’n boot nog door een paard dat op het jaagpad liep getrokken. Uit alle verhalen en documenten blijkt dat er in de fabriek altijd keihard gewerkt werd en dat er soms lange dagen werden gemaakt. Het volgende voorbeeld is dan ook illustratief: Opa Wim was eens op een avond op de Raam bezig met lintzaagwerk en het afschrijven hiervoor met mal en potlood met inachtneming van het draadverloop, scheuren en kwasten in het hout. (Alle rechte onderdelen werden meestal op de cirkelzaag gezaagd. Alles met een kromming zoals: stoelstijlen, armleggers etc. met de lintzaag). Het was niet ongebruikelijk 6 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
dat er dan wel eens iemand binnen liep om een praatje te maken. Na het praatje bromde de bezoeker (die wellicht langer bleef dan gedacht) dat hij die avond niets verdiend had. Waarop Opa Wim zei: maar ik wel. Want hij was in de tussentijd doorgegaan met afschrijven. Op 26 maart 1947 werd de eerste steen gelegd voor een nieuwe fabriek op de Schielands Hoge Zeedijk. Do Steenland heeft een uitgebreide foto reportage van de bouw gemaakt. De kraan langs de Hollandse IJssel werd gebruikt om bouwmateriaal aan te voeren. Het metselwerk voor de muren werd uitgevoerd tijdens de hete zomer. De bouwvakkers bleken achteraf 1 laag stenen te veel te hebben opgemetseld. Dit correspondeerde dus niet goed met de staalconstructie voor het dak. Het was niet doenlijk om het stenen metselwerk nog te herstellen. Om die reden kon het regenwater niet goed naar de afvoergoten lopen en stonden er na een regenbui vaak plassen op het dak. Frans Steenland vertelt over de bouw: “de gele metselstenen voor de buitenmuren waren vermoedelijk afkomstig van vliegveld Valkenburg. De stenen waren in camouflagekleuren geschilderd, maar aan de blinde zijde van de spouwmuur maakte dat niet uit. Op de foto’s van de bouw in 1947 is goed te zien dat de binnenmuren en de keldermuren bijna allemaal met kalkzandstenen waren gemetseld. Op andere foto’s is weer te zien dat er stenen met de hijskraan vanaf de steiger, uit een binnenvaartschip werden gehesen. Deze werden op de smalspoorkar gezet en op het middenterrein gelost. Naast de genoemde stenen werden er ook klinkers aangevoerd voor het maken van de straat. De betonnen cassette-dakplaten en cementzakken, voor het pleisterwerk van de binnenmuren, werden later ook aangevoerd over water. Het lieren van de hijskraan werd allemaal handmatig met ‘ellebogenstoom’ uitgevoerd. De bekabeling voor de fabriek was afkomstig van een mijnenveger die recent was gesloopt. Het is goed mogelijk dat de 2-gangs stoomketel en de stoomleidingen ook uit deze mijnenveger kwam. De stoomketel is over water aangevoerd en met een drijvende bok, die vanuit Rotterdam naar Gouda was gesleept, op de kade van de meubelfabriek gehesen”. Tegelijkertijd met de bouw van de fabriek werd een houten loods met puntdak gebouwd voor opslag. Frans vertelt hierover: “er wordt vermoed dat dit de loods was die mogelijk bij de Nieuwe Gouwe heeft gestaan. Medio 1954 werd deze loods opnieuw verplaatst, als verlenging van de al bestaande tochtloodsen. Op het middenterrein werd vervolgens in 1954/1955 een stenen magazijn gebouwd, dat door de familie Steenland steevast werd aangeduid als “magazijn” en ook wel ‘nieuwe fabriek’”.
1948 Op 5 januari 1948 verhuisde de meubelfabriek van de Raam 144-146 naar de Schielands Hoge Zeedijk 33. Het voor die tijd moderne bedrijf werd veel 7 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
bezocht door bezoekers/collegae vakmensen die interesse hadden voor de gebruikte moderne technieken. Eind 1948 was meubelfabriek Steenland exposant op een meubelbeurs in Utrecht. Frans Steenland vertelt: “Hiervan zijn in ieder geval 3 foto’s bewaard gebleven. Hierop zien we gestoffeerde en ongestoffeerde losse fauteuils, armstoelen, een paar salontafels en wat voorbeelden van betimmeringen. Tegen de wand hangt een bord met de volgende tekst: Gebr. STEENLAND, GOUDA, SPECIALITEIT IN ZITMEUBLEN, Hotel- en caféinstallaties, Betimmeringen”.
1949 Maandag 15 augustus 1949 werd een personeelsdag gehouden. Er zijn enkele foto’s van. In de jaren 40 en daarna werd stoffeerderij Koemans regelmatig ingeschakeld als de meubelfabriek stoelen gestoffeerd moest afleveren. Wim Koemans leverde goede kwaliteit.
1950 Op 17 april 1950 werd de Firma Gebroeders Steenland lid van de Centrale Bond van Meubelfabrikanten (CBM). In een interessant document valt te lezen dat er toen 49 man personeel in dienst was. De 5 firmanten (Opa Wim en 4 zonen) werden genoemd met hun adres. Ook werd in dit document het jaar van oprichting vermeld: 1903. Wilhelmus Johannes Steenland, oprichter van de meubelfabriek, overleed 31 mei 1950 en werd begraven op de RK begraafplaats op de Graaf Florisweg in Gouda. Zijn vier zoons: Thed, Wim, Cees en Gerard, zetten het bedrijf voort. De hobby’s van zowel oprichter Opa Wim Steenland als de vier zoons waren: zeilen, varen en het noodzakelijke onderhoud van boten. Daarnaast hadden Opa Wim en enkele zonen ook nog botenbouwen als hobby.
1951 Per 24 januari 1951 woonden alle 4 firmanten op de Dijk, Thed op 33A, Wim op 37, Cees op 31 en Gerard op 35. Met 35 en 37 worden de woonhuizen bedoeld die rond 1948 zijn gebouwd. In april 1951 kwam Leo Heisterborg bij het bedrijf werken. Een jonge vent van ruim 17 jaar (geboren 19 oktober 1933). Hij groeide in de loop der jaren uit tot boekhouder en spil van het bedrijf. Dat moge blijken uit het feit dat hij in 1977 tot adjunct-directeur werd benoemd. Na sluiting van het bedrijf eind 1980 kreeg hij een management functie bij Van Berkesteijn.
1953 In de nacht van 31 januari op 1 februari werd Nederland getroffen door een enorme watersnoodramp in Zeeland en een deel van Zuid-Holland. Vele zeedijken braken door het samenvallen van een enorme orkaan en springvloed. Bij Stolwijkersluis stroomde het water over de IJsseldijk. Op 1 februari werden alle grote bomen aan de Schielands Hoge Zeedijk te Gouda gekapt. Door hun voortdurend bewegen in de zware storm dreigde een dijkdoorbraak. Het waterpeil in de Julianasluis bij Gouda stond die zondag op 3.75 meter boven NAP. Volgens de overlevering 8 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
stroomde bij meubelfabriek Steenland de kelder vol met water. Reeds op 4 februari 1953 was het peil in de Hollandse IJssel alweer zo laag, dat van gevaar geen sprake meer was. Frans Steenland vertelt over zijn ooms: “om zich wat meer vertrouwd te maken met de technische gegevens van hout en het herkennen van de soorten bezochten medio 19521953 firmanten Thed, Wim en Gerard een serie van studiedagen in Waddinxveen. John Ter Laak, oprichter van de NeHoSoC, verzorgde deze cursus. Met een 30-tal houtsoorten, aansnijmes en een loep werden de anatomische eigenschappen van de soorten bestudeerd voor de herkenning ervan. Op 28 april 1953 werd firmant Thed lid van de toen nog Nederlandse HoutSoorten Club”. Zij gaven regelmatig bladen uit met informatie over houtsoorten en stuurden houtmonsters naar geïnteresseerden. (Zoon Frans heeft na het overlijden van Thed [1980] het lidmaatschap voortgezet en is altijd actief lid van de NeHoSoC gebleven. Sinds 1996 is hij ook actief met redactiewerk en het bestuur. Samen met andere leden maakt hij houtmonsters voor deze vereniging, die op 1 februari 1947 werd opgericht. Hij is altijd op zoek naar nieuwe soorten. Aangezien er rond 50.000 tot 60.000 houtsoorten bestaan en er nu circa 1100 zijn verzameld, ligt er nog volop uitdaging voor hem voor de komende decennia). Op woensdag 13 mei 1953 werd het 50 jarig bestaan van de meubelfabriek gevierd. In de ochtend was er een kerkdienst, daarna een bijeenkomst in de fabriek (hier is een foto van) waar Dick van Wichen een speech hield. Er zijn mooie foto’s van de firmanten en de familie op de werf en ook één die gemaakt is op kantoor voor een glas-in-lood raam met een beeltenis van Opa Wim. Het glas in lood raam werd aangeboden door het voltallige personeel aan de vier firmanten. Het werd gemaakt door Arie van Schaik (broer van meubelmaker Hans van Schaik). Half 2 in de middag ging iedereen (personeel met echtgenoten, de firmanten en directe familie) met 3 bussen (circa 80 mensen) naar de Flora in Heemstede. Vanaf 18.30 uur was er een mooi aangekleed diner in Concordia, Westhaven in Gouda. Voor die feestavond was een uitgebreid programma gemaakt met komische voordrachten, muziekstukjes met viool, piano en mondharmonica. Er werd ook gebruik gemaakt van de dansvloer. De feestcommissie bestond uit L. van Kersbergen, D. van Wichen en J. Visser.
1954 Dit jaar werd een bouwvergunning verkregen voor “Bouw magazijn”. Zoals bekend werd in 1947, samen met de bouw van de fabriek, een tijdelijke houten loods met puntdak voor opslag gebouwd. Zoals eerder vermeld was dit de loods die mogelijk bij de Nieuwe Gouwe heeft gestaan. Het was een redelijk eenvoudige demontabele constructie. De loods werd gedemonteerd en in het nieuwe stenen magazijn was ruim plaats voor drooghoutopslag, spuiterij, fietsenstalling, kantine, expeditie en 4 garageboxen. 9 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
In augustus 1954 stelde economisch bureau Stallaert een rapport op over de firma Steenland. Als eerste probleem werd genoemd: de loonkosten. Het bedrijf maakte op Stallaert een goede indruk. Het machinepark was goed verzorgd en de magazijnruimte zou door nieuwbouw worden uitgebreid (hier werd gesproken over het stenen magazijn). Bureau Stallaert noemde als taken: oplossen loonvraagstuk (er werd gesproken over een premiesysteem), verhoging productie, betrouwbare kostprijsberekening, controle efficiency, het maken van een verlies- en winstberekening per artikel. Er werden allerlei overzichten gemaakt zoals een overzicht van machines en van het bijhouden van de voorraad.
1955 In 1955 vonden de 4 gebroeders, tussen alle drukke werkzaamheden door, ook nog tijd voor een steprace op de werf. Het is mistig gebleven wie de winnaar is geworden. Tweede helft jaren 50 gingen (enkele van) de gebroeders op bezoek bij de HAL met een voorbeeld van een armstoel bedoeld voor het interieur van de HAL schepen. De inkoper zette de stoel bovenop de tafel waaraan onderhandeld werd over prijs en levertijd etc. Kort voordat de deal mogelijk rond zou komen, gooide de inkoper de stoel bewust van de tafel op de grond. De stoel gaf geen krimp en de deal was rond!! (Van twee andere bedrijven, die eerder dan Steenland offertes hadden uitgebracht, overleefde de stoel deze ruwe behandeling niet). De armstoelen werden gemaakt van essenhout, een deel van het blindhout was mogelijk beukenhout. Info voor de echte meubelmakers onder ons: vrij stevige proporties, veel Rye 52 rondfreeswerk. De binnenzijde van de zittingregels hadden meerdere groeven bij de poten en stijlen, de hoekklossen waren in contraprofiel en ook gegroefd. Klossen werden na het lijmen van het frame (pen en gatverbinding) ook gelijmd en geschroefd. Beresterk dus. Lijmwerk van opdikstukken met warme beenderlijm, constructies met witte houtlijm. De reden dat het zo sterk moest zijn was dat het zitmeubel tegen de constante beweging van het schip bestand moest zijn.
1957 In 1957 werd een bouwvergunning verkregen voor “bouw magazijn met 2 bovenwoningen”. Dit zouden de 2 hoge woningen nrs. 35 en 37 worden met de toonzaal eronder.
1958 Op 22 oktober 1958 diende architect Stuurman het bestek in voor de bouw van “een magazijn met twee etagewoningen”. Wat hier magazijn genoemd werd is uiteindelijk de toonzaal geworden. De bouw werd begroot op 109.000 gulden exclusief een post ‘onvoorzien’ van 500 gulden.
1959 Op 12 januari 1959 kwam Ina Scholten meubelfabriek Steenland. Ze kwam te meubelmakerij en ze werd ingewerkt
(bijna 20 jaar oud) in dienst bij werken op het kantoor in de door boekhouder Leo
10 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Heisterborg. Ze zou er bijna 10 jaar werken tot augustus 1968. Bij interviews in 2014 herinnerde Ina zich die tijd nog levendig. Zo kwamen er vele leuke anekdotes boven water uit de jaren 60. Zo herinnerde Ina zich een meneer Sleegers die Steenland vertegenwoordigde voor de Windsor modellen. De tuintjes rond de fabriek werden steevast onderhouden door de oudste firmant, Thed. Daar mocht niemand aankomen, maar het werd Ina toegestaan om bij speciale gelegenheden wat bloemen uit de tuin te plukken. Firmant Thed noemde haar dan altijd ‘de vlinder met de schaar’. Secretaresse Ina Mul-Scholten vertelt: “de broer van Opa Wim, broeder Mattheus (van geboorte Theo) kwam jaarlijks op bezoek bij de meubelfabriek. Mogelijk om zijn kennis van houtbewerking bij te spijkeren alsmede familiebezoek”. Meubelfabriek Steenland maakte houten dekstoelen en armstoelen voor de Holland-Amerika Lijn (HAL). Tijdens de maiden trip van de SS Rotterdam (V) op 3 september 1959 gingen firmanten Thed en Wim Steenland mee. Ze zullen ongetwijfeld trots zijn geweest op de blank essen dekstoelen, uitgevoerd met messing beslag, die aan de HAL waren geleverd voor dit schip. Een jaar eerder (op 13 september 1958) had koningin Juliana dit schip te water gelaten. Frans Steenland vertelt: “volgens het modellenboek werden de eerste Steenland HAL-armstoelen gemaakt voor de Statendam, modelnr.203, een aantal jaren later voor de SS Rotterdam met model nr. 260. Voor het zonnedek de essen ligstoelen nr. 281”. Secretaresse Ina Mul-Scholten vertelt: “meubelfabriek Steenland werd, naar de woninginrichters toe, vertegenwoordigd werd door de heer Sleegers uit Rotterdam. De heer Sleegers vertegenwoordigde meerdere meubelfabrieken op commissie basis. In mijn jaren op kantoor was het nog lang gebruikelijk dat toeleveranciers of het transportbedrijf Gravesteijn contant werd betaald aan het loket, na indiening van een nota”.
1959-1960 In 1959, tot begin 1960, werden de woonhuizen met de nummers 35 en 37 met toonzaal eronder gebouwd. Onder de gloednieuwe huizen bevond zich een grote toonzaal waar de meubelfabriek al zijn stoelen tentoon kon stellen. Uit een verjaardagslijst van 10 oktober 1960 blijkt dat er op dat moment circa 35 mensen in dienst waren, inclusief de 4 gebroeders. Adri Steenland vertelt: “de lichtkoepels op het dak van de fabriek gaven zomers behalve licht ook veel warmte door. Om dat een beetje te temperen werden in de lente vaak een of meerdere zonen aan het werk gezet om met kalk, opgelost in water, de koepels een wit tintje te geven. In het najaar sleet dat laagje er wel weer af zodat het klusje het volgende jaar weer herhaald moest worden”. 11 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
1961 In 1961 werd een bouwvergunning verkregen voor “verbouwing twee woningen tot kantoor met archiefkelder”. Dit betrof de 2 lage woningen met de nummers 35 en 37. Voor zover bekend werden die 2 woningen afgebroken. Op de vrijgekomen plaats werd op nummer 33 de nieuwe kantoorruimte gebouwd die vanaf zomer 1962 tot eind 1980 dienst zou blijven doen. Een intern rapport gaf een overzicht van de gewerkte uren in de machinale in 1961. Door 21 man werd gedurende 50 weken in totaal 45.735 uur gewerkt. Een gemiddelde van 43,6 uur per week. De normale werkweek was gemiddeld 45,7 uur. Het verschil van 2,1 uur per man zal verklaard kunnen worden door zaken als werkoverleg en ziekteverlof. Op 27 april 1961 bevestigde de directie de met de Kern gemaakte afspraken. Deze afspraken hielden o.a. in dat in de maanden mei t/m september 46 uur per week zou worden gewerkt op de doordeweekse dagen, zodat in die periode de zaterdagen vrij waren. Er is geen document bewaard waarin de leden van de Kern genoemd worden. In elk geval bestond de Kern uit de heren Hommels en Van Kersbergen. De aanname is verder dat de Kern tevens mogelijk bestond uit de chefs van de afdelingen: de heren Ab van Rossum (chef montage), Arie Rodenburg (chef spuiterij) en mogelijk ook Wim Pater (machinale, tijdschrijver).
1963 Een intern rapport liet uitermate interessante cijfers zien over het jaar 1962. De orders in 1962 waren goed voor in totaal 21.000 stoelen. Daarvoor werden 420.000 onderdelen verwerkt. In dat jaar werkten er 21 man in de machinale met een werkweek van 42 uur. Dat gaf een totaal van 44.000 manuren. Elke 2 uur werd in de machinale per man één stoel geproduceerd. Er werd niets gemeld over de personen in de meubelmakerij en de spuiterij. Op 13 mei vierde de meubelfabriek haar 60-jarig jubileum. Personeel met echtgenotes en familie maakten met een Spido boot een tocht (inclusief lunchbuffet) naar de Deltawerken in Zeeland. Er zijn enige foto’s van bekend. Op 2 oktober 1963 was boekhouder Leo Heisterborg 12½ jaar in dienst. Op het kantoor van Steenland werden foto’s gemaakt met een klein spandoek op de achtergrond met de tekst: 12½ jaar pennevreugd. Leo was in 1951 in dienst was getreden. Alle 4 firmanten en enkele medewerkers waren die dag op kantoor aanwezig om het jubileum mee te vieren.
1964 Op 7 september 1964 kwam de heer Jan Karreman in dienst bij Steenland. Hij was jong, nog geen 15 jaar. Hij werd goed ingewerkt en heeft 16 jaar lang bij de meubelfabriek gewerkt, grotendeels in de meubelmakerij en bij uitzondering soms in de machinale. Dankzij zijn goede geheugen kwamen in 2013 allerlei wetenswaardigheden over de fabriek boven water. Jan Karreman vertelt over die periode: “in 1964 werd er al niet meer op zaterdagen gewerkt. 12 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Ik weet nog wie er in het jaar 1964 werkten in de meubelmakerij en op welke plek. Toen ik begon in 1964 werd er gewerkt van 07.00 tot 08.42 uur, dan een korte pauze tot 09.00 uur. Dan verder tot om half 1 de lunch begon. Die duurde toentertijd een uur. In de middag werd er gewerkt van 13.30 uur tot 17.18 uur. In de tijd van arbeidstijdverkorting (midden jaren 70) werd halve dagen gewerkt (tot 12.00 uur)”. In een document van 1977 werden nieuwe werktijden genoemd en werd om 07.42 uur begonnen. De armstoelen voor de HAL werden na 1964 nog steeds gemaakt voor nieuwe en bestaande schepen van de Holland-Amerika-Lijn.
1966 Op 10 maart 1966 kreeg het personeel een vrije dag i.v.m. het huwelijk van Beatrix met Claus. Op 11 juni 1966 werd er door het personeel een visconcours gehouden in de Stolwijkse vaart. Er deden 19 mensen aan mee waaronder Cees en Gerard Steenland en enkele zonen. De heren Verbree en Ringelenstein organiseerden dit soort dagen wel vaker. Op 17 juni 1966 vierde meubelmaker Wim Hommels zijn 25-jarig jubileum met een feest in de toonkamer. Hier zijn een twaalftal foto’s van. Op 14 december 1966 werd door de vier gebroeders de rechtsvorm van de fabriek veranderd van Firma Gebroeders Steenland in Meubelfabriek Steenland NV. Notaris meester Moerel heeft deze wijziging van rechtsvorm begeleid. In 1966 werd een bouwvergunning verkregen voor “Uitbreiding stookhok met mothok”. Op 26 december 1966 (2e Kerstdag) werd een intern rapport opgesteld over de nieuwe motketel. Gesproken wordt over 340 m3 afval per jaar, oftewel 204 ton. De conclusie was dat de dagelijkse hoeveelheid mot (krullen en zaagsel) in circa 10 uur door de ketel kon worden verstookt. Om de fabriek in de wintermaanden een beetje warm te stoken voor het personeel dat rond 7 uur met de werkzaamheden begon, was meestal de oudste van de 4 broers (firmant Thed) ’s morgens vroeg al een uur of langer bezig met het opstoken van de 2 ketels. Hiertoe werd stookolie en mot gebruikt. De nieuwe ketel (1966) kon per dag circa 800 kg. mot verstoken. Op enig moment daarna is er een keer brand uitgebroken in de motbunker. Medio 1966 zijn er 3 professionele foto’s gemaakt van het grootste deel van de machinale en mogelijk ook van de meubelmakerij. De foto’s van de machinale zijn opgenomen als introductie bij de later gemaakte meubelcatalogus.
1967 Op 1 januari 1967 werd de wijziging van firma naar NV ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel. De firmanten werden nu voor het eerst directeur genoemd. Op dinsdag 14 februari 1967 verscheen de gewijzigde rechtsvorm in een artikel in de Staatscourant. In 1967 werd een bouwvergunning verkregen voor “Uitbreiding meubelfabriek met klimaatkamer”. Deze klimaatkamer was ontwikkeld door TNO Houttechniek, Delft. 13 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Op 24 mei 1967 overleed broeder Mattheus, de broer van Opa Wim Steenland en mede oprichter van de timmerwerkplaats in 1903. Hij werd begraven op de begraafplaats van Abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot. Op vrijdag 10 en zaterdag 11 november vertrokken er bussen vanaf het fabrieksterrein naar de Meubelbeurs te Utrecht. De toegangskaarten werden verzorgd door de directie van de meubelfabriek. Steenland had samen met klassieke kastenproducent Hogenelst in Waddinxveen een stand met stijlmeubelen.
1968 In de zomer van 1966 vierde vlakschuurder Joost Vergeer zijn 25-jarig jubileum met een feest in de toonkamer. Hier zijn een elftal foto’s van. Zoon Frans Steenland vertelt: “in de jaren 1968 tot 1971 kwamen de 4 zonen van firmant Wim in het bedrijf werken. Drie zonen hadden een MTS-opleiding meubelfabricage gedaan en één zoon MTS metaalbewerking. Met alle nieuw opgedane kennis hebben ze in die jaren veel vernieuwingen doorgevoerd, die ook ingegeven werden door steeds groter wordende series, beoogde kostenbesparingen, nauwkeurigheid en kwaliteitsverbeteringen. Zo werd er bij de afkortzaag een takel geïnstalleerd voor de zware planken. De cirkelzaag werd vervangen door een automatische cirkelzaag met retour-transportband. Voor de klimaatkamer die inmiddels werkte, werden pallets gemaakt met standaard maten voor plaatsing en stapeling. De pallets werden met een elektrische stapelaar in en uit de droogkamer gereden. Deze stapelaar werd in de machinale ook als stapelhulp gebruikt. De 4-zijdige schaafbank werd steeds meer toegepast. Er werd een meerkoppen boormachine ontworpen en gemaakt waarmee van onder, van achter en vanaf de koppen gaten ingeboord konden worden. Er werd een extra boortafel gekocht voor 2-zijdige boorbewerking. De walsenschuurmachine werd vervangen voor een breedbandschuurmachine. De elektrische heftruck werd steeds meer gebruikt voor het laden en lossen van vrachtwagens. De opleiding van de vier broers stelde hen in staat om het bedrijf op termijn voort te zetten. Maar ze zagen wel dat de ooms nog 5-15 jaar in het bedrijf werkzaam zouden zijn. Met hun tomeloze energie wilden ze daar liever niet op wachten. Met daarbij wat natte en kille zomers, werd er serieus over nagedacht om te emigreren naar het warme Australië.
1969 In juni 1969 meldde het PCM (productiviteitscentrum voor de meubelindustrie) in een rapport over het doorlichten van de administratie, dat de rechtsvorm van N.V. ‘enkele jaren geleden’ werd gekozen. Verder werd letterlijk het volgende vermeld: De leiding van het bedrijf berust bij vier gebroeders Steenland, te weten: 14 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
1: Th.G. Steenland, 59 jaar Functie: bestekzagerij, drogen, houtontvangst 2: W.J.C. Steenland, 52 jaar Functie: inkoop hout, commerciële contacten, toezicht op de administratie 3: C.S.M. Steenland, 50 jaar Functie: onderhoud machines, inkoop onderdelen en hulpgereedschappen voor machines, stellen van machines (note 2013: Cees deed ook lintzaagwerk en productiewerk in de machinale). 4: G.J.M. Steenland, 48 jaar Functie: toezicht en leiding machinale houtbewerking Verder werden genoemd de heer Van Rossum als leidinggevende van de montage en de heer Rodenburg die leiding gaf aan de spuiterij. Er werd ingegaan op het probleem van opvolging. Er werd gesproken over ‘enige zoons’ die op korte of lange termijn ‘aan de markt’ zouden komen voor de meubelindustrie. Een reorganisatie werd door alle betrokkenen noodzakelijk en gewenst geacht. De reorganisatie moest voorzien in: a) een algemeen directeur, b) een productieleider en c) de opvolging moest geregeld worden. Over de heer Dick van Wichen werd gemeld dat hij de voorcalculaties verzorgde en dat hij verantwoordelijk was voor het maken van tekeningen. De heer W. Pater maakte de houtstaten en hij berekende de gebruikte hoeveelheden hout voor een bepaalde order. Gebleken was dat de nacalculatie weinig afweek van de voorcalculatie. Dit gold voor materiaalverbruik, maar ook voor loonkosten. Tevens werden er kritische kanttekeningen gemaakt over het voorraadsysteem. Er werd gesproken over urenverantwoording die in totaal altijd 43¾ uur per week moest zijn. Aan het eind van het rapport werd een planning voor de reorganisatie voorgesteld. Die begon in augustus 1969 en zou lopen tot december 1970. In november 1969 werd weer meegedaan aan de meubelbeurs in Utrecht met o.a. een nieuw ontworpen Biedermeier bankstel. Verder was er een losbladige meubelcatalogus gemaakt voor de woninginrichters en een losse vouwkaart met 18 verschillende stoelen van eigen ontwerp.
Jaren 60 en 70 De boomgaard naast het magazijn stond vol met appel- en perenbomen en een pruimenboom. Tussen de bomen stonden struiken met eetbare rode bessen. Het grote grasveld moest zomers geregeld gemaaid worden. Als dat eens te laat gebeurde, werd eerst met een zeis het gras gekort. Ook de liguster heggen moesten regelmatig gesnoeid worden. Firmant Thed zorgde ook voor de tuinen langs de fabriekshallen, hij had ‘groene vingers’ en vond dat leuk werk.
15 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
De 4 boxen aan de kop van de nieuwe fabriek werden gebruikt voor het stallen van auto’s en het opslaan van spullen op de zolders van de boxen. Er was zelfs plaats voor een zeilboot. Iedere firmant had zijn eigen box. Houtaanvoer gebeurde inmiddels steeds vaker met een vrachtauto. Nog een enkele keer met een schip en soms ook wel met een treinwagon. Er werd dan door Jos Heijkoop en andere personeelsleden (en familieleden) op het station van Gouda Slavonisch eiken overgeladen op een open vrachtwagen van een transporteur Daarna werd het bestek gezaagd hout zo snel mogelijk in de lange houtloods op latten te drogen gelegd. Frans Steenland vertelt: “in het fotoarchief van voormalig firmant Cees zijn anno 2013 foto’s gevonden van een reis naar Denemarken en Zweden met de CBM (Centrale Bond van Meubelfabrikanten) naar verschillende meubelfabrieken, vermoedelijk in 1965. Mogelijk is bij één van die bedrijven een overeenkomst gesloten voor de vertegenwoordiging door Steenland in Nederland. Er werden 2 tafels en bijpassende stoelen afgeleverd in Gouda in de houtsoorten Palissander en Teak. Van een hoge en zeer mooie kwaliteit, mogelijk bedoeld als vergadertafel voor een directiekantoor. Er is nooit iets van verkocht, mogelijk omdat Steenland ook niet meer over een vertegenwoordiger beschikte die zoiets onder de aandacht kon brengen”. Enige houtleveranciers van Steenland waren in die tijd: Houthandel A. van de Berg in Nieuwerbrug a/d Rijn; zagerij houthandel Verwoerd in Heeselt; houthandel Houtex in Waddinxveen; houthandel Wolff te Haarlem; houtzagerij en houthandel Hulsman in Nieuwersluis; hardhoutimport LamakerDuprée; houthandel Worldwood in Bleiswijk; houthandel ‘Van Hout’ in Mill; houthandel Bomaco in Zellik (B) en een houthandel Amsterdamse Fijnhout. Frans Steenland vertelt: “meestal kregen we wel via kantoor te horen dat er een vrachtwagen onderweg was met hout. We maakten er een gewoonte van om de betreffende vrachtwagen vlot en veilig te lossen, de vrachtbrief te tekenen en de chauffeur te voorzien van koffie, zodat hij snel weer verder kon. Deze aanpak werd gewaardeerd, want de chauffeurs maakten wel eens lange wachttijden mee bij diverse andere bedrijven”. Meubelfabriek Steenland maakte geregeld gebruik van de diensten van houtagentuur P.H.A. Alkemade (uit Noordwijk) die voor de fabriek naar Frankrijk ging om daar Frans eiken in te kopen. Het voordeel van zo’n agent was dat hij de hele markt door en door kende. De firmanten spaarden zo veel tijd door niet zelf op pad te hoeven gaan. Frans Steenland vertelt: “op voorstel van firmant Wim mocht ik in 1975 na overleg een week met messieur Pierre naar Frankrijk om te kijken bij de houtzagerijen aldaar. Alhoewel ik nagenoeg geen Frans sprak, was het toch zeer leerzaam. Altijd eerst een gezellig praatje maken om vervolgens de zakelijke kant van het bezoek te bespreken. Messieur Pierre was een graag geziene inkoper bij de zagerijen”. Natuurlijk ontving de heer Alkemade een commissie voor zijn bemiddeling. 16 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
De houtsoorten die Steenland inkocht hingen af van de wens van de klant. Die bestelde bijvoorbeeld 1000 stoelen waarvan er 300 van essen, 200 van wengé en 500 van eiken moesten worden gemaakt. En dan ging de tekenaar aan de slag om te bepalen hoeveel m3 hout er voor moest worden ingekocht. De diktematen die werden ingekocht varieerden van 26 mm (1 inch) naar 32 mm (5/4”) tot 40 mm (1½”) en ook wel 52 mm (2”) of zelfs 78 mm (3”). De Franse leveranciers keken niet op een mm. en zaagden meestal aan de ruime kant. De Duitse leveranciers daarentegen zaagden de planken altijd krap op maat. De klantenkring varieerde uiteraard. Belangrijke afnemers in de jaren 60 en 70 waren o.a.: UMS Pastoe, AZS (Arie Zwijnenburg Schoonhoven), Eltink in Wychen, Sprij, Kempkes en Eminent. Van circa 1961 tot 1969 ook Simplexa die zijn producten onder de naam Simpla-Lux (zelfbouw) aan de man bracht. Het was een keer zo, dat de bestekzagerij met 150 à 500 afrormosia fauteuils, 2-zits en 3-zits banken bezig was, de machinale met bijna hetzelfde aantal en de meubelmakerij met soortgelijke aantallen. In de meubelmakerij werden de zijden in elkaar gelijmd. Steenland verpakte dan de zijden, regels en alle toebehoren per fauteuil in platte dozen. Frans vertelt: “na 1970 werden de Simpla-lux meubelen steeds minder populair, maar de meubelfabriek mocht zich toch verheugen in steeds weer nieuwe producten en afnemers. Naast de al bestaande grote afnemers als UMS-Pastoe en AZS van huiskamer- en projectmeubelen, kregen we ook contact met weer andere kantoorinrichters en meubelfabrikanten voor de productie van modellen tot en met flinke series. Eigenlijk was het nooit saai met al die verschillende modellen. Zo leverden we tot 1980 ook aan bedrijven zoals: Eminent orgels; Nolte-Bielefeld; Castle Furniture, Driessen, Teska, Vermeulen Mensching, Schalkwijk, Headline, AVA, Steenkamer, Kembo, Exquis, Bemico, Zondag, Hogenelst, Planken, van Drenth, Mulleman, De Toekomst en meubelfabriek Wageningen”.
1970 Op 8 oktober 1970 vierde tekenaar Dick van Wichen zijn 25-jarig jubileum met een feest in de toonkamer. Hier zijn een tiental foto’s van.
1971 In maart 1971 emigreerden drie van de vier zoons van firmant Wim Steenland naar Australië. De oudste zoon, Wim Jr., volgde zijn drie jongere broers 30 augustus 1972. Daarmee werd de spoeling van opvolging binnen de familie meteen al dunner. De personeelslijst die op 8 september 1971 werd gemaakt, geeft aan dat er op dat moment 41 mensen in dienst waren. Daarvan werkten er 23 in de machinale (inclusief de firmanten Thed, Cees en Gerard Steenland, alsmede Wim Jr., de oudste zoon van Wim Sr.). 9 personen vielen onder het kopje ‘handwerk’, ook wel ‘montage’ genoemd. In het dagelijkse taalgebruik werd altijd over de meubelmakerij gesproken. 3 à 4 personen werkten in de spuiterij en nog eens 5 op 17 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
kantoor, inclusief W.J.C. Steenland, boekhouder Leo Heisterborg, tekenaar Dick van Wichen en 2 dames die de (loon)administratie, boekhouding en de telefoon verzorgden. Op 30 september 1971 overleed, volkomen onverwacht, firmant Cees Steenland tijdens een zakenreis (aankoop van hout) in Duitsland. Hij werd slechts 52 jaar oud. 5 oktober sloot de meubelfabriek een dag haar deuren i.v.m. de begrafenis van Cees Steenland. Rond deze tijd was firmant Thed Steenland gedwongen zijn werkzaamheden bij de meubelfabriek (deels) neer te leggen i.v.m. een versleten rug. Zoon Paul Steenland (toen 12 jaar) vertelt over deze periode (1971): “Aangezien mijn vader Thed door zijn rug niet alles meer kon hielp ik na schooltijd met klusjes als het controleren van de verwarming, het maken van mot in de avonduren (afvalhout versnipperen, zodat de volgende dag de ketels weer konden worden gestookt) en het afsluiten van de vele deuren van de fabriek. In die tijd bestonden er nog zogeheten sperblokken, piekuren in de ochtend en middag waarin de stroom extra duur was. Electra was in de avonduren veelal voordeliger. Ik laadde ook wel eens vrachtwagens toen ik ouder was”. De eigen modellen waren goed voor circa 5 tot 10% van de omzet. De houtsoorten die Steenland gebruikte voor de productie waren onder andere Duits, Frans, Japans en Slavonisch eiken, Duits en Frans beuken, Duits en Frans essen, Frans en Zwitsers noten, Peren, Kersen, Iepen, Wengé, Palissander, Amerikaans mahonie, Afrikaans padoek, Teak, Afrormosia, Panga Panga, Ramin, Sipo en Sapeli mahonie, Niové, Ovangkol, Iroko, Amerikaans wit en rood eiken, Tasmaans eiken, Carolina pine. Voor derden werden in hoofdzaak massief houten meubelen, rompen en meubelonderdelen geproduceerd. Afhankelijk van de houtsoorten die in een bepaalde periode gangbaar waren, was er een verschuiving door de jaren heen. Van oudsher zijn eiken voor zichthout en beuken (zowel voor zicht- als blindhout) heel veel gebruikt. Benamingen die in het modelnummerboek voorkomen zijn: huiskamergarnituur, fauteuil, armstoel, scheepsarmstoel, stoel, slaapkamerstoel, vouwstoel, klapstoel, crapaud, theaterklapstoel, vierzitsbank, driezitsbank, tweezitsbank, draaistoel, tafel, kleutergarnituur, scheepsinstallatie, taboeret, kuipstoel, toiletbankje, dekstoel, stuurstoel, bankstel, lattenbank, barometer, orgelbankje, orgelpedalen en sierlijsten. Hout is een natuurlijk materiaal en vakmanschap is nodig om er op de juiste wijze mee om te gaan. Er ging ook wel eens wat mis. Zo werd rond 1972 een partij Panga-Panga hout té snel gedroogd waardoor de kleur geel bleef in plaats van de bedoelde kleur bruin. Met ammonia werd dat probleem gedeeltelijk opgelost. In 1974 werd door firmant Wim samen met Frans Steenland een mooie stam Sipo mahonie gekocht die daar in planken van 45 mm. werd gezaagd. Deze aankoop was ten behoeve van een order tafelonderstellen voor UMS Pastoe. Maar deze planken bleken te breed voor de kortzaag en het laatste deel moest met de handzaag worden gezaagd. Rond 1977 bleek een partij wengé hout (om keukenbladen van te maken) niet droog te krijgen door korstverharding. 18 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Dit zijn enkele voorbeelden van problemen uit de praktijk. In de meeste gevallen was het vakmanschap van firmanten en personeel meer dan voldoende om prachtige producten te maken en klanten voor lange tijd aan zich te binden. Theo Steenland vertelt: “ook mijn vader, firmant Gerard, kreeg in 1971 rugproblemen. Er moest een pen in zijn rug gezet worden. Hierdoor zou hij zeker een jaar niet meer kunnen werken. Om die reden mocht ik 2 maanden eerder uit militaire dienst om vanaf 1971 voor toezicht in de machinale te zorgen. In die ca. 2 jaar kreeg ik ook wel wat assistentie van Adri en Paul. En van Frans als hij vakantiewerk deed in de machinale. Medio 1973 ging ik bij houthandel Fetim-Becol werken in Amsterdam”.
1972 De oudste zoon van firmant Thed, Adri Steenland, heeft vanaf eind juli 1972 tot april 1973 in de fabriek hand- en spandiensten verricht. In tegenstelling tot zijn broers Frans en Paul had hij geen technisch inzicht in het meubelvak. Hij was, net als zijn oom firmant Wim, meer administratief vaardig. Adri vertelt over deze tijd: “Hoewel mijn vader geen zware werkzaamheden meer kon uitvoeren door zijn versleten rug, bleef hij wel alles wat er in de fabriek gebeurde van dag tot dag volgen. Na de middelbare school had ik enkele banen gehad en ik was in deze periode op zoek naar de juiste administratieve baan voor de toekomst. Maar al had ik geen technische kennis van hout, de fabriek was ook voor mij een onderdeel van mijn leven. Ik besloot tussen twee banen door een tijdje in de fabriek te gaan werken. Dat betrof o.a. werkzaamheden in de machinale, hout opstapelen in de loodsen, het rijden met de heftruck en allerhande voorkomende klussen. De meubelfabriek had 2 houtloodsen waar het hout werd gedroogd. Die loodsen waren toen nog niet toegankelijk voor een heftruck. Het hout werd handmatig in de loodsen opgestapeld. Geleidelijk groeide wel het besef dat dit met een heftruck veel efficiënter zou werken. Op maandag 7 augustus 1972 werd begonnen met de werkzaamheden. Daartoe werden de betonnen binten uit de loodsen gehaald; vervolgens moest de grond worden gevlakt en daarna het betonijzer geplaatst. Broer Frans en ik maakten de bekisting. Nadat dat allemaal gebeurd was werd er beton gestort. Binnen 10 dagen was de helft van de lange loods voorzien van een prachtige gladde betonlaag. Mijn vader was in die periode op vakantie met mijn moeder en broer Paul (cruise naar Scandinavië) en bij terugkomst was hij aangenaam verrast dat een aantal personeelsleden, Frans en ikzelf een deel van de loods toegankelijker hadden gemaakt. Deze betonvloer beviel zo goed dat in het jaar erna ook de korte houtloods van deze vloer werd voorzien. Voorjaar 1973 vond ik de juiste administratieve baan voor mijn toekomst en in de jaren daarna heb ik alleen nog in de avonduren klussen gedaan voor de meubelfabriek zoals het maken van ‘mot’ (zaag- en schaafkrullen) en het afsluiten van de fabriek ‘s avonds”.
1973 Op 14 februari 1973 werd de rechtsvorm van de meubelfabriek overgezet van NV naar BV. Deze nieuwe rechtsvorm was in Nederland op 29 juni 1971 ingevoerd en blijkbaar was dit 19 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
voor Steenland een interessante optie. Op 22 februari schreef de KvK de wijziging in in haar bestand. Willem Hoogendijk, accountant sinds 21 december 1966, werd aangesteld als commissaris. Op 22 februari voerde de KvK nóg een wijziging door. De BV gaf aan naast productie ook te willen gaan handelen. Gedacht werd aan import en export en stoffering. Vrijdagavond 11 mei 1973 werd het 70-jarig bestaan van de fabriek gevierd in restaurant Elfhoeven in Reeuwijk. Er was een diner en gelegenheid tot dansen. Een personeelslijst van 10 oktober 1973 onthulde dat er op dat moment 38 personen in dienst waren, inclusief de firmanten Wim en Gerard. Thed Steenland werd onder het kopje ‘incidenteel’ genoemd waaruit we kunnen opmaken dat hij door rugproblemen niet meer in staat was volledig te werken. Die rugproblemen waren er al in 1971. Een van de relatiegeschenken die de firma weggaf aan relaties was een houten briefopener met als opschrift ‘Steenland stoelen’.
1974 Frans Steenland, zoon van firmant Thed, vertelt over deze periode: “Nadat ik de MTS in Rotterdam had afgemaakt, heb ik een driejarige meubelopleiding op HTS niveau gevolgd. De eerste 2 jaar daarvan studeerde ik in Engeland, in de plaats High Wycombe, westelijk van London. Daar was ook de firma gevestigd bij wie de meubelfabriek een bijzondere freesmachine had gekocht waarmee we een voorsprong hadden gekregen op de concurrentie. Het derde jaar van mijn studie volgde ik colleges in Rosenheim, Duitsland. Nadat ik de studie in de zomer van 1974 succesvol had afgerond, ben ik in september 1974, na sollicitatie, in dienst gekomen bij de meubelfabriek. Ik was één van de beoogde opvolgers van mijn vader en ooms. Om het bedrijf in al zijn facetten goed te leren kennen, ben ik in het begin een langere periode werkzaam geweest op alle afdelingen zoals: afwerkerij, meubelmakerij, machinale en tekenkamer. De bedoeling achter deze volgorde was, dat ik de problemen signaleerde die veroorzaakt konden zijn door voorgaande handelingen of bewerkingen. In deze periode werkten er circa 20 mensen bij de meubelfabriek. Bij een zending Panga Panga hout in 1974 vonden we in de droogloods grote levende kakkerlakken tussen de planken, meegekomen uit Afrika. Zo maakten we van alles mee”.
1975 In 1975 werd aan firmant Thed Steenland een certificaat uitgereikt door de Centrale Bond van Meubelfabrikanten: 50 jaar in het vak. Thed moet dus in 1925 op 15 jarige leeftijd zijn begonnen in de fabriek van zijn vader. De angst van Thed voor brand in de fabriek was wel bekend. Nu we de historie beter kennen en weten dat het bedrijf op de Raam in 1925 afbrandde, is die angst ook beter te begrijpen. Thed was toen 15, die brand moet een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten. Op 21 mei 1975, op zijn 65e verjaardag, trad firmant Thed Steenland terug als directeur. 20 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Aan het eind van de werkweek was het min of meer gebruik dat de firmanten, al dan niet samen met zoons, naboomden op kantoor of in de fabriek over de gebeurtenissen van die week. Eén been op tafel daarbij was een typische Steenland houding. Midden jaren 70 is er een arbeidstijdverkorting geweest. Er werd toen halve dagen gewerkt. In die periode is één man van de machinale ontslagen. Verder bleef het personeelsbestand tussen 1974 en 1980 vrijwel gelijk.
1976 Dat de grote passie van de familie Steenland zich op het water afspeelde is wel bekend. Eind jaren 20 bouwde Opa Wim al een kruiser op de Raam die hij de naam Maris Stella gaf en die intensief gebruikt werd voor weekenden en vakanties tot 1953. Tevens bezat hij een 16m2 met de naam Zomerdroom. De zonen en dochters van Opa Wim deden later niet onder voor vader, zoals elders al aangegeven.
1977 In een krantenbericht van maart 1977 werd gemeld dat de meubelfabriek niet langer denkt aan de overdracht van het bedrijf aan derden. W.J.C. (Wim) en G.J.M. (Gerard) wilden binnen ‘afzienbare tijd’ het bedrijf overdragen aan de heren L.C. Heisterborg en F.A.C. Steenland. Frans Steenland vertelt: “Ik werd in september 1977 benoemd tot bedrijfsleider van de fabriek en gelijktijdig werd op 1 september 1977 boekhouder Leo Heisterborg aangesteld als adjunct-directeur. Leo deed de kantoorwerkzaamheden zoals: inkoop, klantcontacten en de boekhouding. Ik was vooral bezig met het maken van werktekeningen, calculaties, werkzaamheden in de bestekzagerij en ik was tevens werkvoorbereider. Het machinepark van de fabriek kende een bijzondere machine; een snelle en maatvaste RYE52 carousselfreesmachine die in High Wycombe, Engeland al voor 1954 was gekocht. De afzuiging van de machines liep via de vloer naar de kelder onder de machinale. Door onderdruk in de machinale ontstond altijd tocht bij openstaande deuren. Het was mijn wens om door een aanpassing in het afzuigsysteem de onderdruk op te heffen en zodoende ook te besparen op de verwarmingskosten. Het is hier echter nooit van gekomen”. Frans volgde samen met Leo een managementcursus. Op 23 september 1977 werden nieuwe werktijden bekend gemaakt aan het personeel. Er werd in die tijd 8 uur per dag gewerkt, van 07.42 tot 16.30 uur, met een koffie pauze om 9 uur en een lunch pauze van een half uur tussen 12.30 en 13.00 uur. Het laatste personeelsnummer dat in 1977 werd uitgegeven was nummer 243.
1978 Donderdag 11 mei 1978 werd het 75 jarig bestaan (13 mei) van de meubelfabriek gevierd in Alphen a/d Rijn met bowlen en een barbecue. Rond deze periode werden voor Eminent orgelpedalen gemaakt. Die dienden te worden gelakt. Het is een keer voorgekomen dat verzuimd was harder bij te mengen in de lak, 21 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
waardoor de pedalen bleven plakken. Er zat niets anders op dan de pedalen schoon te wassen met thinner en opnieuw te lakken. Op 3 juni 1978 had het bedrijf met een grote tegenslag te maken toen Dick van Wichen plotseling overleed. Daardoor was Frans Steenland gedwongen om, sneller dan bedoeld, de taken van Dick over te nemen. Die taken waren onder andere: tekeningen maken, calculaties en werkvoorbereiding. Op 6 november 1978 ging Paul Steenland bij Van Berkesteijn in Waddinxveen werken. Hij zou er ruim 3 jaar blijven tot Kerst 1981.
1979 Eind 1979 of begin 1980 zijn er (na een bemiddeling door het CBM) onderhandelingen begonnen tussen Steenland en Van Berkesteijn omtrent een overname van personeel, materiaal, orders en klanten. Firmant Thed Steenland was aanwezig bij het begin van deze onderhandelingen. De onderhandelingen werden strikt geheim gehouden door de 3 firmanten. De familie en het personeel wist in die tijd nog van niets. Wel was duidelijk geworden dat adjunct-directeur Leo Heisterborg en bedrijfsleider Frans Steenland financieel niet in staat waren om een overname van het bedrijf te bekostigen. De firmanten waren op een leeftijd gekomen, waarop ze binnenkort met pensioen wilden gaan.
1980 Jos Steenland, zoon van firmant Wim, keerde in 1980 terug naar Nederland en startte zijn eigen interieurbedrijf in de expeditie en kantine van meubelfabriek Steenland. Hij maakte in die tijd veel interieurs voor kapperszaken. Paul Steenland assisteerde zijn neef Jos en vertelt over deze periode: “Jos zette in Gouda zijn Australische bedrijfje voort. Bij verschillende handelingen had hij nog wel eens een helpende hand van mij nodig bij bijvoorbeeld lijmen, monteren, tilwerk, intern transport etc. Hij huurde hiervoor een deel van de expeditie en kantine van meubelfabriek Steenland”. Op 30 maart 1980 overleed firmant Th.G. Steenland op 69 jarige leeftijd. Vrijdagmorgen 4 april kreeg het personeel van de fabriek de gelegenheid om de begrafenis van firmant Thed te kunnen bijwonen. Op 12 september 1980 kwam het Steenland personeel bijeen in de toonkamer voor een mededeling. Het betrof de bedrijfsbeëindiging van meubelfabriek Steenland. Pas de dag daarvoor werden de leden van de familie Steenland hierover geïnformeerd. Op 1 oktober 1980 nam meubelfabriek H.A. van Berkesteijn in Waddinxveen van Steenland BV de lopende orders en klanten over. De Kamer van Koophandel omschreef het als: ‘overgedragen’. Meubelfabriek Steenland was na 77 jaar definitief gestopt. De BV Steenland werd door de KvK nu omschreven als: ‘verhuur van onroerend goed’. Frans Steenland vertelt: “ Van de toenmalige ploeg van 20 mensen bij Steenland zijn er 12 meegegaan naar Van Berkesteijn. Deze mensen begonnen op 1 oktober 1980 daar te werken. Ze kregen als bonus 100 gulden netto per gewerkt dienstjaar. Van Berkesteijn nam hen over inclusief alle opgebouwde rechten (behoud van dienstjaren). Het toeleveringswerk van Steenland was voor vrijwel 100% overgegaan naar Van Berkesteijn”. 22 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Leo Heisterborg heeft ongeveer 2 jaar gewerkt bij Van Berkesteijn en is daarna gaan werken bij AZS in Schoonhoven. Frans Steenland werkte in Waddinxveen op het bedrijfsbureau van de machinale. Paul Steenland (dat was puur toeval overigens) werkte al bij Van Berkesteijn sinds november 1978. Paul Steenland herinnert zich nog wat er in september 1980 gebeurde: “Ik werd door Joop van Berkesteijn gevraagd even mee te gaan voor een gesprek. Hij had het er zichtbaar moeilijk mee mij te vertellen dat Steenland BV zou worden overgenomen door Van Berkesteijn BV, mede omdat ik al bij hem in dienst was. Hij verzekerde mij dat mijn vader (die inmiddels in maart 1980 was overleden) van die overnameplannen op de hoogte was geweest. Joop had mijn vader beloofd mij daarover in te lichten als het zo ver was. Ik was verbaasd het te horen omdat er thuis met geen woord over gesproken was (goed geheim gehouden dus)”. Acht personeelsleden van Steenland BV zijn niet meegegaan naar Waddinxveen. Van Berkesteijn had zowel hout als stoelen voor een groot gedeelte overgenomen. Ook zouden zij nog een deel van de inventaris en machines overnemen. Jos Steenland, de jongste zoon van firmant Wim, nam een deel van de machines van Steenland BV over voor zijn eigen interieurbedrijf.
1981 Terugkijkend op die tijd kan worden gesteld dat er bij Van Berkesteijn een heel andere cultuur heerste dan bij Steenland. Maar vooral ook een heel andere kijk op kwaliteit. In minder dan een jaar tijd wist Van Berkesteijn door discutabele kwaliteit het grootste deel van de overgenomen klanten zoals Pastoe, Zwijnenburg, Steenkamer en Kembo van zich te vervreemden. Van Berkesteijn kon de hoge standaard van de Steenland meubelen niet evenaren. Er kwamen klachten en geen vervolgorders. Het gevolg was dat 8 maanden na de overname van orders en personeel al een noodgedwongen inkrimping noodzakelijk bleek. Op zaterdag 15 mei 1981 verscheen een artikel in de Goudsche Courant waarin vermeld werd dat Van Berkesteijn 17 van de 43 personeelsleden op de productieafdeling ging ontslaan. Dat waren voornamelijk oudere mensen. Er werd die dag ook een sociaal plan gepresenteerd. Medio oktober 1981 kregen ook vijf van de jongere personeelsleden ontslag. Op 30 september 1981 begeleidde notaris de Boer de akte van overdracht van de grond, woonhuizen en gebouwen van Steenland BV op de Dijk. Ze werden verkocht aan buurman vleeswarenfabriek Compaxo. Op 16 oktober 1981 traden de laatste 2 eigenaren, Wim en Gerard, af als directeur. Dezelfde dag werden 2 leden van de familie van Van der Post aangesteld als bestuurders.
23 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Op 14 december 1981 werd de handelsnaam van Meubelfabriek Steenland gewijzigd in Compaxo Onroerend Goed BV. Meubelfabriek Steenland hield na 77 jaar definitief op te bestaan. Op 16 oktober 1981 zegde Frans, na de 2e ontslagronde, zijn baan bij Van Berkesteijn op. Hij had er precies een jaar gewerkt. Op 9 november begon hij bij Compaxo waar hij in 2014 nog altijd met plezier in de productie werkt. Op 25 december 1981 vertrok Paul Steenland bij Van Berkesteijn. Paul herinnert zich nog wat er zich toen afspeelde: “Er was inderdaad minder productiewerk, maar gelukkig kon Van Berkesteijn wat werk overnemen van Eminent Electronics. Dat bedrijf liet een nieuw pand aan de Staringlaan in Waddinxveen bouwen. Medio 1981 kwam het verzoek of ik met 2 collega’s op uitleenbasis bij Eminent wilde gaan werken. Toen kreeg ik net voor de Kerst 1981 ontslag aangezegd. Maar ik kon bij Eminent blijven en mijn contract werd omgezet van inleenkracht naar een vaste baan. Een geluk na een moeilijke tijd. Tot op de dag van vandaag zouden reorganisaties en ontslag als een rode draad door mijn werkzame leven blijven lopen”. De timmerwerkplaats die 13 mei 1903 door W.J. Steenland was opgericht en waarin later zijn 4 zonen Thed, Wim, Cees en Gerard een leven lang werkten, was na 77 jaar op 1 oktober 1980 tot een einde gekomen.
2013 De geschiedenis van de meubelfabriek werd door de familie Steenland door middel van een digitaal fotoalbum en een Kroniek vastgelegd voor het nageslacht.
2014 Medio 2014 werd een verbeterde en meer uitgebreide Kroniek en personeelslijst gemaakt. Het fotoarchief werd verder uitgebreid, veel familieleden en oud werknemers vonden relevante foto’s in hun fotoalbums en die werden toegevoegd aan het grote bestand foto’s.
24 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland
Informatie familie Steenland Opa Wim (Wilhelmus Johannes) Thed (Theodorus Gerardus Do (Theodora Sophia Maria) Fieke (Sophia Maria) Wim (Wilhelmus Johannes Cornelis) Cees (Cornelis Simon Maria) Gerard (Gerardus Johannus Maria) Nel (Petronella Johanna Maria)
Geboren 28 nov. 21 mei 20 maart 21 aug. 24 jan. 10 jan. 14 maart 15 sept.
1877 1910 1912 1913 1917 1919 1921 1923
Overleden 31 mei 1950 30 maart 1980 13 nov. 1994 21 febr. 2009 21 sept. 1996 30 sept. 1971 23 okt. 2002 In leven mrt. 2014
Alle gegevens onder enig voorbehoud. Copyright: overname van foto’s en teksten in overleg met de auteur. Aanvullingen (foto’s, feiten etc.) blijven van harte welkom. Informatie over de stamboom van de familie Steenland vind u op de site My Heritage (Steenland Web Site). Deze site is door Anneke Steenland gemaakt a.d.h.v. gegevens van Frits Steenland uit Zierikzee. Adri Steenland Noordhoef 83 2804 SC Gouda Telefoon: 0182-531498 E-mail:
[email protected]
25 Kroniek Meubelfabriek Steenland – Streekarchief Gouda © Adri Steenland