Bijdrage van Kris Rongé en Jan Breijne, Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Mieke Cornelis, Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid aan het stakeholderoverleg in het kader van het Energierenovatieprogramma 2020 en de nieuwe Europese Richtlijn Energie-efficiëntie
Deze strategie moet het volgende inhouden: a) een overzicht van het nationale gebouwenbestand, waar passend op basis van statistische steekproefneming; b) de bepaling van kosteneffectieve aanpakken van betreffende renovaties naargelang van het gebouwtype (en het klimaattype); c) beleid en maatregelen om kosteneffectieve grondige renovaties van gebouwen, onder meer in gefaseerde vorm, te stimuleren; d) een toekomstgericht perspectief om investeringsbesluiten van particulieren, de bouwsector en financiële instellingen te begeleiden; e) een op feitelijke gegevens gebaseerde raming van de verwachte energiebesparing en van de voordelen in ruimere zin. Aangaande punt b) van de door de Europese Commissie gevraagde strategie: 1. Volgens de Trias Energetica is de goedkoopste kWh de kWh die niet wordt geproduceerd, maar bespaard. Isolatie wordt altijd als de meest rendabele investering beschouwd. Die zou zichzelf moeten terugverdienen. In de eerste plaats zeker de dakisolatie. Toch zien we dat ondanks de premies die daarvoor zijn voorzien, zelfs dakisolatie niet overal vanzelfsprekend is. Hoe kunnen we, eventueel per gebouwtype (eengezinswoning, woning van een sociale huisvestingsmaatschappij, private huurwoning, appartement, …) en per maatregel (dakisolatie, muurisolatie, energiezuinige beglazing, zuinige verwarming) concrete maatregelen nog extra stimuleren? Tijdig aankondigen (bvb 2018) van het wegvallen van bestaande premies voor die bedoelde maatregelen. Tijdig aankondigen (bvb 2020) van het invoeren van een verplichting voor bvb energiezuinige beglazing, efficiënte ketel in de eerste plaats voor huurwoningen/woningen van sociale huisvestigingsmaatschappij (cfr dakisolatie in wooncode). Wanneer er verplichtingen op komst zijn (vb dakisolatie), een hoge premie uitkeren bij de aankondiging van de toekomstige verplichtingen, en die daarna stapsgewijs laten dalen om snelle investeringen aan te moedigen (en dus geen premie meer geven zodra verplichting definitief van kracht). Dit verloop van het premiebedrag van in het begin aankondigen. (Substantieel) hogere premies voorzien wanneer de isolatie van de volledige gebouwschil aangepakt wordt om grondige renovatie te promoten. Daarbij eventueel wel spreiding van de werken over een paar jaar toestaan indien bij de start van de renovatie een plan wordt uitgetekend door een bouwprofessional waarbij lock-in van de opeenvolgende maatregelen vermeden wordt (met voorwaarde terugstorten verhoogde deel premies indien totale
werken niet binnen termijn van x maand of jaar uitgevoerd). Zo zou de volledige schil isoleren voor meer mensen haalbaar kunnen worden. 2. Welke organisaties kunnen de overheid daarbij behulpzaam zijn en welke acties kunnen zij ondernemen? Gezinsbond heeft interesse 3. Hoe overtuigen we mensen die na al die inspanningen van de overheid toch nog altijd geen of onvoldoende maatregelen hebben genomen? Hoe ver moet daarin worden gegaan? Het antwoord op deze vraag verschilt van doelgroep tot doelgroep, voor elke doelgroep moet een gepast traject uitgezet worden (cfr volgende vraag). Bijkomende vereisten in de Wooncode zijn daarbij wellicht noodzakelijk. Deze moeten dan wel lang genoeg op voorhand aangekondigd worden en er moet per doelgroep een specifieke ondersteuning uitgewerkt worden. Daarbij dient bijzondere aandacht te gaan naar de meest woonbehoeftigden, kwetsbare/moeilijk bereikbare doelgroepen (zoals ouderen, …) en de split incentive tussen huurders en verhuurders. Voor ouderen kan een gunstige regeling voor het verrekenen van investeringen in de successierechten een belangrijke bijkomende stimulans bieden (niet alleen voor de ouderen zelf, maar ook vanuit het oogpunt van hun erfgenamen).
4. Moeten sociale overwegingen de bovenhand nemen in de strategie (mensen die niet kunnen) of juist de meest energieverslindende woningen eerst worden aangepakt, bijvoorbeeld de villa’s (mensen die niet willen)? Voor alle doelgroepen moet een gepast traject worden uitgezet. Kosten-efficiëntie van de beleidsmaatregelen kan hierin de leidraad zijn. 5. Wat met historisch waardevolle gebouwen? Loont het de moeite om daar veel menselijke energie in te steken? Idem voor (heel) oude gebouwen? Idem voor recente gebouwen, maar nog niet tot op het niveau van kostenoptimaliteit? De laatste loodjes wegen immers het zwaarst, maar brengen additioneel niet veel meer op, bijvoorbeeld in het geval van woningen die zijn voorzien van dubbele beglazing of al enige vorm van isolatie hebben. Historische gebouwen lijken op dit moment geen prioriteit gegeven het relatief beperkte aantal ten opzichte van het vele werk dat nog te verrichten is in ‘gemakkelijkere’ gebouwen. Men moet een evenwicht vinden tussen kosten-efficiëntie en beleidseffect. Waarom beperkte middelen spenderen als deze niet optimaal opbrengen? Eerder investeren in technologische innovatie. Bovendien gaat hier vanuit het erfgoedbeleid zelf al de nodige aandacht naartoe en bestaan er vanuit erfgoed premies voor onderhoud/investeringen in deze gebouwen. Voor gebouwen die qua woonkwaliteit echt ondermaats presteren en die een zeer grondige en dure renovatie zouden vergen om tot een aanvaardbaar kwaliteitsniveau te komen, zou
sloop en vervangingsnieuwbouw een goede optie zijn. (cfr maatregel 2.3.3 in ontwerp Vlaams Mitigatieplan (onderdeel Vlaams Klimaatbeleidsplan)). Voor recente gebouwen die zich toch nog niet op kostenoptimaal niveau bevinden: deze kunnen ook beroep doen op de bestaande premies. Voor de rest lijkt het aangewezen om in eerste instantie vooral te focussen op de grondige renovatie van bestaande (niet recente) gebouwen + ervoor te zorgen dat bijkomende nieuwe gebouwen zeer performant zijn (EPB + BEN, korting onroerende voorheffing, innovatie, …). 6. Moeten de huidige verplichtingen in de Wooncode in verband met dakisolatie worden uitgebreid tot beglazing en verwarming? En zo ja, moeten de eisen dan streng zijn en in de richting van de huidige nieuwbouwnormen worden vastgesteld of eerder op een pragmatisch aanvaardbaar niveau om niet iedereen op kosten te jagen, naar het voorbeeld van de dakisolatieverplichting? Dit lijkt een goede piste te zijn. Een pragmatisch aanvaardbaar niveau lijkt het minimum met eventuele ondersteuning voor wie verder gaat dan het opgelegde. Er moet wel over gewaakt worden dat de kosten voor het halen van de doelstellingen niet volledig worden afgewenteld op de eigenaar van een woning (die al KI, registratiekosten, kosten EPC en keuring elektriciteit betaalt) en dat de verdelingen van de gevraagde inspanningen billijk zijn over de verschillende beleidsthema’s (ook buiten leefmilieu). Anders kunnen er ongewenste neveneffecten ontstaan (verarming bevolking, daling economische groei, minder nieuwbouw, stijging van de huurprijzen). Om dit op te vangen is er dan ook nood aan begeleidende maatregelen voor specifieke doelgroepen (zie ook antw. op vraag 1, 2-5). 7. Is het verantwoord de huidige verplichting van dakisolatie (R-waarde 0,75 m²K/W) tegen 2020 te verstrengen, m.a.w. de regelgeving opnieuw te herzien? Wat na 2020? Gegeven de relatief lage geëiste R-waarde kan deze norm in 2020 verstrengd worden. Best wordt dan de norm relatief hoog geplaatst zodat een verdere verstrenging niet meer hoeft. Ook hier geldt dat dit tijdig dient aangekondigd te worden. Dit geldt ook algemeen voor eventuele nieuwe verplichten: de norm wordt best vanaf het begin hoog genoeg - maar weliswaar haalbaar – te liggen zodat deze niet een paar jaar later verstrengd moet worden. Anders kan je situaties krijgen van iemand waar iemand de investering gedaan heeft met het gedacht dan in orde te zijn om dan twee jaar later dezelfde investering opnieuw te moeten doen door de verhoogde vereisten. Een andere mogelijkheid is om in de regelgeving – van in het begin - een verstrengingspad op te nemen cfr bij de EPB-eisen. Dan kan men zelf de keuze maken. 8. Wie betaalt wat? Hebben de banken een rol te spelen, of houden ze het bij business-asusual (marktkredieten)? Welke rol heeft de bouwsector te spelen? Een beter krediet dan marktkrediet betekent waarschijnlijk subsidies geven uit de algemene middelen? Als daar geld voor is? Mogelijks kunnen banken korting geven op de markrente als de overheid kan zorgen voor een grotere instroom aan dossiers (in casu leningen voor energierenovatie).
9. Welke rol kunnen de media spelen: geschreven pers, al dan niet gespecialiseerd, amusements- TV, radio, twitter, facebook, … Geef enkele concrete voorbeelden. Hoe deze media kosteneffectief stimuleren? De media hebben een belangrijke rol te spelen om te informeren en sensibiliseren. Aantonen dat deze stimulansen kosten effectief zijn lijkt niet eenvoudig en op het eerste zicht ook niet nodig. Aangaande punt c) van de door de Europese Commissie gevraagde strategie: 10. Hoe stimuleer je dat niet één, maar meerdere maatregelen worden genomen, eventueel in gefaseerde vorm, maar in een logische volgorde om “lock-in” effecten te vermijden? Geen premie of ondersteuning meer bij het nemen van slechts 1 maatregel als na audit blijkt dat meerdere maatregelen kunnen genomen worden in het betreffende gebouw (Substantieel) hogere premies voorzien wanneer de isolatie van de volledige gebouwschil aangepakt wordt om grondige renovatie te promoten. Daarbij eventueel wel spreiding van de werken over een paar jaar toestaan indien bij de start van de renovatie een plan wordt uitgetekend door een bouwprofessional waarbij lock-in van de opeenvolgende maatregelen vermeden wordt (met voorwaarde terugstorten verhoogde deel premies indien totale werken niet binnen termijn van x maand of jaar uitgevoerd). Zo zou de volledige schil isoleren voor meer mensen haalbaar kunnen worden. 11. Is het nuttig om ook een tweede, derde, … maatregel te verplichten als men van plan is om een bepaalde maatregel te nemen? (Cfr. de verplichting om eerst het dak voldoende te isoleren om recht te hebben op groenestroomcertificaten voor zonnepanelen.) In sommige gevallen (bvb PV panelen en dakisolatie) lijkt dit nuttig, in andere zeker niet (bvb verplichte vloerisolatie). De bijkomende investeringskomsten kan eigenaars afschrikken om het totale pakket maatregelen dan uit te voeren. Zo wordt dan geen enkele maatregel uitgevoerd. Het nemen van meerdere maatregelen (indien mogelijk) kan wel gestimuleerd worden door enkel dan een premie uit te keren 12. Wanneer zijn zulke gecombineerde maatregelen kosteneffectief en in welke mate effectiever dan afzonderlijke? Is de verplichting of de sturing naar gecombineerde maatregelen geen rem om hoe dan ook een energiebesparende maatregel te nemen (afwachtende houding)? Ja, mogelijks kan je een investeringsportefeuille opbouwen (bvb een verbintenis dat de komende 5 jaar een reeks maatregelen zullen worden uitgevoerd) met graduele subsidies gedurende het traject. 13. Welke combinaties zijn het nuttigst? Moet er een hiërarchie worden ingebouwd van combinaties die in de eerste plaats, dan wel vervolgens moeten worden gestimuleerd?
Eerst grondig isoleren en dan pas ketel vernieuwen (om overdimensionering te voorkomen). Er kan wel informatie verspreid worden over welke hiërarchie het beste is (vanuit kostenefficiëntie, pragmatisme, …). Deze hiërarchie opleggen lijkt niet wenselijk. Er kan eventueel wel gewerkt worden met differentiatie in de premiehoogte naar gelang een combinatie meer wenselijk is of niet. Hierbij moet wel voorzien worden dat mensen die één van de wenselijke maatregelen (bijvoorbeeld dakisolatie) reeds uitvoerden in het verleden niet benadeeld worden. Aangaande punt d) van de door de Commissie gevraagde strategie: 14. Naar welke horizon moet worden gestreefd? 2020 en verder? Welk tijdspad voor verstrenging van wetgeving of inzet van financiële middelen? Voor particulieren lijkt een aankondiging van gewijzigd beleid best 10 jaar op voorhand te gebeuren. Vermoedelijk kan de bouwsector en de financiële sector zich sneller aanpassen aan veranderende wetgeving. Daarnaast moet ook een langere termijnvisie (2050) beschikbaar te zijn. Hoe zien onze gebouwen (inclusief het grote bestaande woningpark) eruit? Indien we een goed beeld hebben op waar we naartoe moeten werken, kan er ook betere communicatie zijn op korte en lange termijn naar particulieren toe en kunnen lock-in effecten beter vermeden worden. Om innovatie en investeringen in de bouwsector te stimuleren, is een lange termijnvisie ook zeer gewenst. 15. Hoe kunnen respectievelijk particulieren, de bouwsector en de banken worden geresponsabiliseerd? Particulieren: sensibilisatie rond lock-in + opzetten specifieke instrumenten zoals beschreven bij punt a-c. 16. Welke zijn de voorwaarden waaronder deze actoren bereid zijn om hun medewerking te verzekeren? Rendabiliteit? Kennis 17. Wat is de rol van de overheid, alleen faciliteren of ook zelf investeren, al dan niet bij derden? Hoe kan ze haar voorbeeldrol waarmaken? Voor bepaalde doelgroepen initiatieven zoals sociale dakisolatieprojecten Zie ESCO functie pdf onderaan Aangaande punt e) van de door de Commissie gevraagde strategie: 18. Hoe kan een – op feitelijke gegevens gebaseerde – raming worden gemaakt van de verwachte energiebesparing, globaal en per mogelijke maatregel? Binnen welke tijdslijn?
Het globaal besparingspotentieel zal volgen uit de inventaris van het gebouwenbestand (aangevuld met EPB en EPC gegevens en gegevens over aantal gezinnen). De besparing per maatregel is gekend uit voorgaande studies. Met uitzondering van die maatregelen die verplicht zullen zijn, zal het zaak zijn om een goede inschatting te kunnen maken van de bereidheid van de bevolking tot het nemen van die maatregelen. 19. Wat zijn naast energiebesparing en tewerkstelling nog andere voordelen van energierenovatie, met een onderscheid tussen de globale benadering van het nationale (residentiële) gebouwenbestand (bijvoorbeeld verbetering van de betalingsbalans) en de benadering op het niveau van elke individuele eigenaar of bewoner (bijvoorbeeld comfortverbetering)? Comfortverbetering, verbetering van het binnenhuismilieu (indien de renovatie op een goede manier wordt aangepakt natuurlijk (vb problemen bij slecht uitgevoerde na-isolatie van binnenmuren) en dus bijhorend ook een daling van gerelateerde gezondheidsklachten, daling energiefactuur, verbetering luchtkwaliteit (door minder daling verwarmings- en koelingsvereiste), …
Algemene opmerking: Een inspirerende voorbeeld is het Britse Green deal met een mooie oplossing voor onder andere het huurder-verhuurder-probleem en waarbij renovatie van gebouwen via een derde betalersysteem kan gebeuren. 24.05.2013 The Times - Home Works.pdf