PROFESSIONELE VRIJWILLIGE EIGEN In deze krant kunt u kennismaken met verschillende projecten en programma’s. Een groot deel daarvan presenteert zich in workshops op een of meerdere regiobijeenkomsten. U vindt ook informatie hoe u contact kunt leggen met het project waarvan u meer wilt weten.
KRACHT
KRACHT
KRACHT samen voor jeugd JUNI - OKTOBER 2013
Samenwerken met vrijwilligers, hoe doe je dat? Marian van der Klein, onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut, zal op de zes bijeenkomsten een lezing verzorgen over de samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers. Hoe kun je die samenwerking goed organiseren? Wat moet je wel doen en wat niet? Welke ervaringen zijn er tot nu toe opgedaan en wat kunnen we daarvan leren? Basis voor haar lezing is de handreiking ‘Pedagogische civil society voor beginners’. Om meteen maar dè hamvraag te stellen: Hoe organiseer je die samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers goed?
Iets voor uw collega’s? De samenwerkende brancheorganisaties organiseren in totaal zes bijeenkomsten. Enthousiast geworden? Attendeer dan ook een collega op deze bijeenkomsten. 11 juni
> Zwolle
17 juni
> Amsterdam
24 september > Amersfoort 3 oktober
> Eindhoven
10 oktober
> Rotterdam
14 oktober
> Arnhem
Alle informatie en aanmelden via www.vrijwillige-inzet.nl
‘Van één standaard recept voor goede samenwerking is geen sprake. Het luistert best nauw en verschilt per sector. Belangrijk is in ieder geval dat beroepskrachten uit een bepaalde sector aansluiting zoeken bij bestaande initiatieven van vrijwilligers. Ga niet zelf weer een project uit de grond stampen en op eigen houtje vrijwilligers proberen te werven. Werk samen met ketenpartners en vrijwilligersorganisaties in de regio. Sluit aan op de trein die al rijdt. Dan heb je veel meer kans van slagen.’
Is het moeilijk om vrijwilligers te vinden? ‘De klassieke vrijwilliger die zich jarenlang verbindt aan een organisatie zie je steeds minder. Maar in het minder formele circuit wordt ontzettend veel vrijwillige inzet gegeven. Aan de buurvrouw die hulp nodig heeft, bij de sportclub, op school, bij buurtactiviteiten, bij kerken en ga zo maar door. Vrijwilligers zitten overal, mensen doen graag iets voor elkaar. Organisaties hebben de neiging dat allemaal te willen institutionaliseren, met werkinstructies, deskundigheidsbevordering en pedagogische
Een initiatief van:
De kracht van vrijwillige coaching Vrijwilligers die jongeren coachen. Zij helpen jongeren die ‘even lastig zitten’, of die moeite hebben met werk of school, weer op weg. Zo’n coach ondersteunt de jongere gedurende ongeveer een jaar bij het maken van (toekomst)plannen en keuzes. School of werk zijn daarbij belangrijk, maar ’t kan ook om heel andere dingen gaan.
Met een financiële bijdrage van
De coach helpt de jongere bij het versterken van zijn vaardigheden en mogelijkheden. Ook wordt er aandacht besteed aan het sociale netwerk van een jongere. Een vrijwillige coach kan iemand zijn uit het eigen netwerk of een vrijwilliger die zich heeft aan-
gemeld. Wat kunnen deze coaches en mentoren bieden bovenop de reguliere zorg- en welzijnsvoorzieningen? Hoe loopt de samenwerking met professionals? Wat zijn mogelijkheden, grenzen en valkuilen? Travers Welzijn heeft veel ervaring met vrijwillige coaching en mentoring en begeleidt coachingstrajecten voor kinderen en jongeren in de leeftijd van 11 tot 27 jaar. MEER INFORMATIE www.traverswelzijn.nl/29-coaching. html
interventies. Dat kan ook afschrikken. Probeer aan te sluiten bij wat er gebeurt. Het gaat om het effect, de vraag of het helemaal methodisch verantwoord is, is vaak minder relevant.’
Betekent dat dat je blij moet zijn met alles wat vrijwilligers willen doen? ‘Het moet natuurlijk wel aansluiten bij de doelstellingen van je organisatie. Daar kun je over in gesprek gaan. Het is verstandig en gezond om je op voorhand te realiseren dat een vrijwilliger andere dingen doet én dingen anders doet dan een beroepskracht. Daar moet je ruimte aan bieden. Als je de samenwerking aangaat met een bestaande groep vrijwilligers of club van vrijwilligers, kun je ze natuurlijk best uitdagen om met een pedagogische bril naar hun activiteiten te kijken. Om een concreet voorbeeld te geven: als je samen wilt werken met een sportvereniging, vraag dan eens hoe zij hun eigen rol zien bij aanpak van geweld op en langs het speelveld. Zijn ze er echt alleen voor het voetbalspel, of willen ze meer, en wat kan jij als professional daarbij betekenen?’
Wat is de belangrijkste succesfactor in de samenwerking tussen de beroepskracht en de vrijwilliger?
MARIAN VAN DER KLEIN
‘De relatie is één van de belangrijkste bouwstenen voor een duurzame samenwerking. Praat met en luister naar elkaar. Wees duidelijk in je verwachtingen, maar wees niet bevoogdend. Geef mensen de kans en ruimte om hun talent te ontplooien. Waardeer de inzet van mensen en toon die waardering. Ga niet op je strepen staan en beschouw de vrijwilliger niet alleen als een paar extra handen. Ieder mens heeft iets toe te voegen aan de dienstverlening van jouw organisatie, betaald en onbetaald. Als je dat goed in je achterhoofd houdt, zou het zo maar kunnen dat de samenwerking een structureler karakter krijgt dan je aanvankelijk misschien dacht. Als een vrijwilliger zich gehoord en gekend voelt, is de kans dat hij of zij blijft veel groter.’ De handreiking Pedagogische civil society voor beginners. Hoe professionals en vrijwilligers goed kunnen samenwerken rond jeugd en gezin vindt u op de website van het Verwey-jonker Instituut: www.verwey-jonker.nl/jeugd/ thema_s/opvoedenindecivilsociety en via deze link: www.verwey-jonker.nl/doc/jeugd/ Pedagogische-civil-society-voorbeginners_2801_web.pdf
2
PROFESSIONELE KRACHT • VRIJWILLIGE KRACHT • EIGEN KRACHT • SAMEN VOOR JEUGD
Werken met vrijwilligers
RMO-essay: de gewoonste zaak van de wereld
Diverse vrijwilligersorganisaties werken mee aan de serie regiobijeenkomsten rond vrijwillige inzet die de samenwerkende brancheorganisaties organiseren in juni, september en oktober 2013. Die organisaties en de mensen die er werken, beschikken over een schat aan kennis over het werken met vrijwilligers en alles wat daarbij komt kijken. Vier vragen aan Ismene Borger van het Steunpunt Vrijwilligerswerk en Maatschappelijk Makelaar bij de LEVgroep in Nuenen en Son & Breugel.
samen sterk voor jeugd! De bijeenkomsten Professionele kracht, vrijwillige kracht, eigen kracht: samen voor jeugd d zijn een gezamenlijk project van zes brancheorganisaties: ActiZ, GGD Nederland, GGZ Nederland, Jeugdzorg Nederland, MOgroep en VGN. De bijeenkomsten worden gerealiseerd met een financiële bijdrage van ZonMw vanuit het Programma Vrijwillige inzet voor en door jeugd en gezin.
V.l.n.r. Nienke Kuyvenhoven – MOgroep, Trudi Peters – GGD Nederland Jacqueline de Vries, ActiZ Marcel Senten – projectmedewerker Monique Strijdonck – GGZ Nederland Susan Osterop – VGN Kitty van Julsingha – Jeugdzorg Nederland
Het gaat hier om vrijwillige inzet die professioneel wordt aangestuurd. De uitvoering in een Lokale Organisatie MeeleefGezin (LO-MLG) vindt plaats door Indigo/Preventie GGz voor trainen en screenen van meeleefgezinnen en door een organisatie thuisbegeleiding voor werven of begeleiden. We hopen met dit concept ‘uitbuik’en uithuis-plaatsingen te voorkòmen.
Weet u dat 35% van alle pleegkinderen in de leeftijd is van 0 t/m 4 jaar? Weet u dat krap bemeten één kind één jaar pleegzorg minstens € 25.000 kost? De ervaring leert dat ook ouders met psychiatrische problemen goede ouders kunnen zijn. Het kind verdient het dat zijn ouders die kans krijgen! Infant Mental Health Centra en Stichting MeeleefGezin staan daar samen sterk in. Dàt is bezuinigen in de zorg! Uitvoering van een pilot MeeleefGezin werd mogelijk met subsidie van ZonMw en het Oranje Fonds. De eerste onderzoeksgegevens zijn positief. Het concept MeeleefGezin wordt op een zo uniform mogelijke wijze verspreid door Nederland. Wetenschappers juichen dit initiatief overtuigend toe. MEER INFORMATIE www.meeleefgezin.nl
Bijzondere vriendschappen Ieder mens heeft een vriend nodig. Iemand om mee te lachen, om mee te huilen. Iemand om lekker mee de stad in te gaan, een kop thee te drinken of mee te kletsen. Ook jongeren in de opvang hebben vrienden nodig. Het hebben en het kunnen opbouwen van een gezond sociaal netwerk is van cruciaal belang. Fier Fryslân heeft daarvoor een aanpak ontwikkeld. Vrijwilligers worden gekoppeld aan jongeren die bij Fier verblijven. Het doel van het project Bijzondere vriendschappen is om een netwerk van vriendschappen op te zetten voor de jongeren die bij Fier in de opvang verblijven. Hierdoor kunnen jongeren succeservaringen opdoen en sociale
worden bij belangrijke gebeurtenissen in de organisatie.’
‘Vrijwilligers kunnen heel veel toevoegen aan je organisatie en dienstverlening. Zij beschikken over verschillende talenten die je kunt inzetten in de organisatie en ten bate van de cliënten waarvoor je werkt. Vrijwilligers kunnen ook in hun contacten met de cliënten een belangrijke signaalfunctie hebben’.
Heb je tips voor het werven van vrijwilligers?
Wat is de belangrijkste voorwaarde om een vrijwilliger aan je organisatie te binden?
Liever er een meeleefgezin mee n dan een pleeggezin als het kan! ka Meeleefgezinnen zijn vrijwillige opvangen die uit maatschappelijke betrokk kenheid een jong kind van 0 t/m 4 jaar van ouders met psychiatrische problemen opvangen. Minimaal een dagdeel in de week en een weekend in de maand. Ouders kunnen zo herstellen, in hun kracht komen en hun eigen therapie volgen, zonder hun kind even ‘in mind’ te hoeven houden. Vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Er zijn duidelijke afspraken die in een overeenkomst worden vastgelegd.
Wat is in jouw woorden de toegevoegde waarde van een vrijwilliger?
competenties oefenen in de praktijk. Door de complexe problematiek waarmee deze jongeren te maken hebben, is het belangrijk dat de hulpverlener betrokken is bij de contacten die de jongere heeft en daar ook wat mee doet. Fier heeft het project bijzondere vriendschappen inmiddels geïntegreerd in het zorgprogramma. Een goede samenwerking tussen hulpverleners en vrijwilligers is daarbij vanzelfsprekend. Wat is de toegevoegde waarde van zo’n contact voor de jongeren? Hoe stimuleer je hulpverleners om de contacten met vrijwilligers te onderhouden? MEER INFORMATIE www.fierfryslan.nl/Bijzonderevriendschappen-2.ashx
‘Je moet je als organisatie voorbereiden op het werken met vrijwilligers. Goed kijken welke taken er zijn, kijken of deze geschikt zijn om door een vrijwilliger te worden gedaan. Maar ook zoeken naar een juiste taakverdeling tussen beroepskrachten en vrijwilligers. Het is belangrijk voor de vrijwilliger om een zinvolle taak te krijgen die past bij zijn/haar mogelijkheden en interesses èn om gewaardeerd te worden voor zijn/haar inzet. Als dat in balans is, kan vrijwilligerswerk een waardevolle aanvulling zijn op de professionele inzet.’
‘Laat zien wat je doet als organisatie, bijvoorbeeld in de media. Organiseer een open dag en bied de mogelijkheid om vrijblijvend een dagje mee te lopen als vrijwilliger, bijvoorbeeld tijdens een landelijke manifestatie als NL Doet. Maak ook gebruik van het netwerk van de huidige vrijwilligers. Zij weten vaak wel wie in hun omgeving het vrijwilligerswerk ook leuk zou vinden en goed zou kunnen doen. Vaak is het makkelijker om vrijwilligers te werven voor een kort project. Daaruit kun je misschien weer mensen werven die zich langer willen binden aan de organisatie.’
De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) heeft zich met regelmaat uitgesproken over de gewenste koers van het jeugd- en gezinsbeleid. Geen directe overheidsinterventies gericht op het individu, maar versterking van sociale netwerken, van de zogeheten ‘pedagogische civil society’. Het lijkt erop dat deze gedachte weerklank heeft gevonden. De term keert terug in beleidsstukken, en ondervindt bij bestuurders en professionals steeds meer gehoor. Maar hoe vernieuwend is deze benadering? En leidt het echt tot verandering in de praktijk? Ter gelegenheid van het vertrek van Micha de Winter als lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling hebben Pieter Hilhorst en Michiel Zonneveld een reflectie geschreven op de waarde van de pedagogische civil society. Hun essay is verschenen onder de titel De gewoonste zaak van de wereld. Radicaal kiezen voor de pedagogische civil society.
Wat moet je absoluut niet doen als je met vrijwilligers werkt?
Te downloaden via www.adviesorgaan-rmo.nl Kijk onder publicaties, Essays
‘Niet doen: vrijwilligers aan hun lot overlaten. Zij verdienen waardering voor hun inzet en ze moeten ondersteund worden in hun werk waar dat nodig is, bijvoorbeeld door cursussen. Verder is het belangrijk dat vrijwilligers ook een “stem” hebben in de organisatie en dat ze betrokken
Praten over seks: jongeren informeren jongeren Sense is het landelijke informatiepunt voor jongeren t/m 24 jaar voor alle vragen over seks. Het bestaat o.a. uit een website, telefonische-, email- en chatconsulten en spreekuren. Deze spreekuren vinden plaats bij de lokale GGD-en. Vrijwilligers – jongeren uit de doelgroep – worden ingezet op plaatsen waar veel jongeren zijn: uitgaansgelegenheden, festivals, introductiedagen van hbo of universiteit, projecten over seksualiteit op een ROC etc. Hun opdracht: zoveel mogelijk informatie delen en de website www.sense.info promoten. Via de campagne worden jongeren geïnformeerd over seks en relaties en – zo nodig – doorgeleid naar de GGD. ‘Voor de GGD Brabant-Zuidoost betekent dat we zowel in Eindhoven als Helmond spreekuur houden, en soms op locatie’, aldus Ans van de Ven-de Laat, preventiemedewerker bij de GGD Brabant-Zuidoost. Tijdens de Soa/Sense-spreekuren kunnen jongeren anoniem en kosteloos vragen stellen over seks en een Soa test laten doen. Het spreekuur
wordt uitgevoerd door speciaal hiervoor opgeleide verpleegkundigen en artsen.
Promotie-activiteiten UÊ i }iëÀi >>}>> iÌ Ê geren, vragen stellen als; ken je Sense? Wat is de meest voorkomende soa? Waar kun je de morning afterpil verkrijgen? UÊ 1Ì`ii Û> -iÃi}>`}iÌÃ] o.a. condoom, lippenbalsem, lolly, concertlampje, zonnebril,
neptattoo, visitekaartjes etc. UÊ Ì½Ã >i Û> }iÀi « de love bank, een bank in de vorm van love lips. Met op de achtergrond een ixxi-wand met toepasselijke afbeeldingen. Deze foto’s worden geplaatst op de facebookpagina van de GGD.
Werving vrijwilligers ‘Tot nu toe lukt het om jongeren uit ons eigen netwerk te werven voor dit werk’, vertelt Ans van de Ven- de Laat. ‘We gaan in gesprek met een HBOV-opleiding om te kijken of het mogelijk is hun studenten hiervoor in te zetten, bijvoorbeeld in de vorm van een project waar ze dan studiepunten voor kunnen krijgen.’ MEER INFORMATIE • www.sense.info • www.ggdbzo.nl Ans van de Ven-de Laat,
[email protected], telefoon 088 00 31 237
PROFESSIONELE KRACHT • VRIJWILLIGE KRACHT • EIGEN KRACHT • SAMEN VOOR JEUGD
3
Jongeren trainen jongeren in omgang sociale media Jongeren die hulp ontvangen van Combinatie Jeugdzorg laten anderen leren van hun ervaringen: ze geven workshops over het omgaan met sociale media. Daar wordt iedereen beter van, ook de jongeren. Van cliënt tot talentvolle ervaringsdeskundige! Jongeren zijn deskundig en handig met computers. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek lopen Nederlandse jongeren voorop en zijn ze in hoge mate actief op sociale netwerken als Hyves, Facebook, Twitter, dus ook jongeren in de jeugdzorg. Dit maakt hen ervaringsdeskundigen. En van die ervaringen kunnen wij leren. Sociale media hebben een groot, globaal bereik, en zijn ook aantrekkelijk voor mensen die kwaad willen. Bijvoorbeeld het overnemen van iemands identiteit of cyberpesten, waarbij privacygevoelige informatie en de openbaarheid ervan een belangrijke rol spelen.
Aangeleerde rollen zeggen iets over de sociale rollen van een man of vrouw in de samenleving. Mede door deze
verschillen in rollen zijn verwachtingen rondom grenzen en het aangeven ervan lastig. WE CAN Young is een campagne met een duidelijk doel: dat jongeren respectvol met elkaar omgaan en zich bewust zijn van grenzen als het gaat om seks en relaties. Een peer to peer project van en voor jongeren waarbij ze actief deelnemen aan het maatschappelijk debat en ja zeggen tegen grenzen stellen: ze zijn changemakers! Van welke strategieën maken jonge changemakers gebruiken om geweld
Mamma weet alles en Opvoeden Samen Aanpakken zijn twee methodieken die als doel hebben om informele netwerken rondom gezinnen te stimuleren en te versterken. Uitgangspunt daarbij is een minimale professionele inzet en een maximale aansluiting bij de behoeften van ouders. Vrijwillige inzet en ‘voor en door’ zijn de kernwoorden waar het om draait. tegen meisjes aan te pakken? Hoe zetten ze een campagne op om homoseksualiteit bespreekbaar te maken? En welke acties voeren ze uit om in hun gemeente jongeren bewust te maken van stereotypebeelden? WE CAN Young is een internationaal initiatief waarbij jongeren optimaal participeren. MEER INFORMATIE www.wecanyoung.nl Nathaly Mercera,
[email protected]
De grenzen van de pedagogische civil society
‘Vrijwilligers gaan andersoortige relaties aan. Beroepskrachten staan in de ogen van mensen vaak meer op afstand, terwijl vrijwilligers gevoelsmatig dichterbij lijken te staan. Vaak delen zij kenmerken met de mensen die zij helpen, bijvoorbeeld in levensovertuiging, leefomgeving of ervaring. Ook fysiek is er vaak een grotere nabijheid. Een vrijwilliger kan je vaak veel makkelijker raadplegen, ook in het weekend. Bij een beroepskracht zit dat er niet in. In sommige gevallen worden mensen daarom liever geholpen door een vrijwilliger. In de jeugdzorg doen sommige mensen zelf veel moeite om uit de buurt te blijven van de beroepskrachten.’
Wil de burger wel ‘geholpen’ worden door een vrijwilliger? ‘Ja, de civil society is al lang een
feit, vrijwillige inzet is overal, vaak zonder dat dat als vrijwilligerswerk wordt ervaren of benoemd. In een aantal domeinen verkiezen mensen juist vrijwillige inzet boven ondersteuning door beroepskrachten, en andersom. Veel hangt af van de relatie; de een wil graag dat oma op de kinderen past, de ander heeft dat juist liever niet. Ervaringsdeskundigheid van vrijwilligers is vaak een belangrijke factor, die je bij een beroepskracht misschien niet tegen komt. De meeste mensen vinden het prettig als een ervaringsdeskundige komt praten over rouwverwerking. Iemand die ‘het heeft meegemaakt’, sluit wellicht beter aan dan een 25-jarige beroepskracht.’
Wat zijn de grenzen van vrijwillige inzet? Of kun je vrijwel voor alles een beroep doen op vrijwilligers? ‘De vraag of iemand capabel is, is belangrijker dan de afweging of hij wel of niet betaald wordt. Iemand
De methodieken bestaan al enkele jaren en vallen sinds enige tijd onder één dak wat betreft organisatie en uitvoering. De methodieken worden zowel los als gecombineerd ingezet, op allerlei verschillende manieren en daardoor is een diversiteit aan ervaringen opgedaan. Belangrijke elementen daarvan zijn bijvoorbeeld de samenwerking met het lokale veld, van (zelf)organisaties van oudergroepen tot professionele zorginstellingen. En natuurlijk, het bereik van ouders en het verlagen van de drempel om actief deel te nemen. Want hoe bouw je zo’n netwerk eigenlijk op en hoe houd je het in stand?
rijke uitgangspunten die je niet uit het oog moet verliezen, wat zijn mogelijke valkuilen en wat zijn elementen voor succes? MEER INFORMATIE www.mammaweetalles.nl www.opvoedensamenaanpakken.nl. Een brochure over de methodieken is te downloaden via: www.radaradvies.nl/publicaties Contact: Marian Zandbergen 06 – 2121 2690
[email protected].
Radar Advies, bureau voor sociale vraagstukken, organiseert en stimuleert samen met ouders de vorming van informele netwerken. Wat zijn belang-
Prokkelen voor jong en oud
Lucas Meijs, bijzonder hoogleraar Strategic Philanthropy aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam zal tijdens drie bijeenkomsten een lezing verzorgen over de grenzen van de pedagogische civil society. Wat kunnen we wel verwachten van de inzet van vrijwilligers in het pedagogisch domein, en wat niet? Wat is de belangrijkste meerwaarde van de inzet van vrijwilligers naast beroepskrachten?
MEER INFORMATIE
[email protected]
Informele netwerken stimuleren
WE CAN Young Meisjes zijn verantwoordelijk voor het aangeven van grenzen, jongens niet. Jongens moeten altijd zin hebben, anders zijn ze homo. Jongens zijn sterker dan meisjes, dus zij zijn nooit slachtoffer. Dit is maar een greep uit de stereotypen over hoe jongens en meisjes zich horen te gedragen. WE CAN Young wil daar verandering in brengen.
Jongeren geven hierover informatie aan andere jongeren. De selectie van de jongeren gebeurt op basis van kennismaking en het horen van hun talenten en ervaringen. Doel van de training is te komen tot bewustwording. Wat is het effect van sociale media? Wat doe je wel, en wat niet? Wat zijn de risico’s? Jongeren kunnen dit beter aan elkaar overbrengen en nemen dit sneller van elkaar aan. Door leden uit de doelgroep methodisch in te zetten (peer to peer), bereik je het grootste preventieve effect.
Van 3 tot en met 8 juni stond Nederland weer bol van de Prokkels. Maar wat is een Prokkel nu eigenlijk? En hoe wordt dat georganiseerd?
LUCAS MEIJS
die een rijbewijs heeft, kan de buurtbus besturen. De mogelijkheden en competenties van vrijwilligers moeten de doorslag geven. Maar ook de civil society heeft haar tekortkomingen zoals particularisme, paternalisme, amateurisme en gebrek aan middelen. Particularisme betekent dat burgers in de civil society zelf bepalen wie ze gaan helpen en waarmee. In sommige gevallen – denk bijvoorbeeld bij het beslissen over het uit de ouderlijke macht zetten – is zoveel mogelijk objectiviteit gewenst. Juridische dwangmaatregelen mogen in een democratie nooit gebaseerd zijn op particuliere afwegingen, niet van een individu en ook niet van een groep.’
Een Prokkel is een prikkelende ontmoeting tussen mensen met en zonder verstandelijke beperking. Jaarlijks vinden in de eerste week van juni, overal in Nederland, activiteiten plaats waarbij mensen met en zonder verstandelijke beperking elkaar ontmoeten. Deze Prokkels worden vrijwillig georganiseerd door bijvoorbeeld zelfstandig ondernemers (zzp’ers), vertegenwoordigers van zorginstellingen, gemeenten, scholen, verenigingen, fondsen, en lokale bedrijven. Zij investeren allemaal belangeloos tijd in dit initiatief, omdat zij graag iets willen bijdragen aan de integratie en participatie van mensen met een verstandelijke beperking. De Prokkels verschillen van een sportactiviteit tot een gezamenlijke theatervoorstelling, een buurtfeest, een fietstocht, een kunstmarkt of een schilderles. Er worden steeds meer Prokkels georganiseerd waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten. Wie organiseren dat en waarom doen ze dat? Docenten van middelbare scholen en ROC’s stimuleren het Prokkelen. Mede daardoor zijn er
veel jongeren bij betrokken. Wat voor soort activiteiten worden er georganiseerd? Is Prokkelen ook geschikt voor ernstig meervoudig verstandelijk beperkte mensen? En kun je de jeugd daar wel mee kennis laten maken? Hoe effectief is een eenmalige activiteit of kennismaking? Op de website www.prokkel.nl staan de Prokkels die van in de Week van 3 tot en met 8 juni door het hele land werden georganiseerd, met vrijwel uitsluitend inzet van vrijwilligers (er is maar 1,2 fte betaalde inzet aanwezig voor het totale project). Daar vindt u ook de nodige achtergrondinformatie.
prok·kel de; m -s, -en 1 prikkelende ontmoeting tussen mensen met en zonder verstandelijke beperking
4
PROFESSIONELE KRACHT • VRIJWILLIGE KRACHT • EIGEN KRACHT • SAMEN VOOR JEUGD
Allemaal Opvoeders: wat kan het CJG doen? Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kan een belangrijke rol spelen in het versterken van de opvoedkracht rond gezinnen. Vanuit dat uitgangspunt experimenteerden elf gemeenten twee jaar lang in het project Allemaal Opvoeders met verschillende initiatieven. Deze waren gericht op het versterken van het sociale netwerk rond gezinnen, door het bevorderen van ontmoeting en uitwisseling.
Bronmethodiek: Andersom denken Het versterken van betrokkenheid van mensen bij lokale organisaties of bij hun wijk, dat is het hoofddoel van de Bronmethodiek. Door te inventariseren wat de wensen, voorkeuren, verwachtingen en mogelijkheden van mensen zijn, kun je ze makkelijker betrekken bij de wijk of de activiteiten van de organisatie. Veel mensen doen geen vrijwilligerswerk, simpelweg omdat dat hen nooit is gevraagd en ze er dus nooit over hebben nagedacht. Doe je dat wel, dan willen mensen best iets doen voor hun wijk of buurt. De individualiserende samenleving vereist dat er gericht wordt gevraagd naar particuliere mogelijkheden en wensen. De Bronmethodiek is nadrukkelijk niet bedoeld om alleen vrijwilligers te werven. Het draait er juist om dat in persoonlijke interviews de wensen en verwachtingen van de achterban of wijkbewoners helder worden gemaakt. Door die als uitgangspunt te nemen van de te ontwikkelen activiteiten kun je als
organisatie(s) beter aansluiten op de wensen en heb je meer kans dat bewoners zich betrokken voelen en tonen en zelf een rol willen vervullen. De Bronmethodiek is in de praktijk ontwikkeld door de vrijwilligerscentrale ‘Vrijwillige inzet’ in Arnhem. De methodiek wordt inmiddels op meerdere plaatsen in Nederland toegepast, door verschillende soorten organisaties. Soms door een organisatie alleen, maar vaak ook door een samenwerkingsverband van organisaties. MEER INFORMATIE www.movisie.nl/esi/bronmethodiek
Zorg voor onszelf? Eigen kracht is ‘hot’, ook in het jeugdbeleid. Maar hoe komt dat? Welke theoretische en ideële concepten liggen hieraan ten grondslag? Is Nederland ‘overgeprofessionaliseerd’ als het gaat om opvoeden en opgroeien? Kan je simpelweg een deel van de professionals door vrijwilligers vervangen? Zijn we op zoek naar (nieuwe) opvoedingsidealen: van actief burgerschap tot alles eruit halen wat er in het individuele zelf zit? Of is het een vertaling van een steeds dominantere maatschappij- en mensvisie: iedereen kan alles, en wanneer dat niet lukt ben je zelf verantwoordelijk? Of is de roep om zorg voor onszelf toch niet meer dan een dekmantel voor bezuinigingen? Biedt jeugdbeleid en praktijk gericht op eigen kracht en zorg vanuit de directe omgeving, meer of juist minder kansen voor jeugdigen en de samenleving? Deze vragen hebben Heleen Jumelet & Jolien Wenink voorgelegd aan een keur aan schrijvers, onderzoekers en professionals die in de dagelijkse opgroei- en opvoedpraktijk werkzaam zijn. In 24 essays krijgt u een kleurrijk palet van analyses, overdenkingen en overtuigingen. De antwoorden bieden u een mogelijkheid uw visie aan te scherpen
en u te behoeden voor al te klakkeloze overname van richtinggevende concepten in het jeugdveld. Met bijdragen van: Jan-Willem Bedeaux & Krijnie van de Schotel; Andrea Bos & Franke Roor; Gabriel van de Brink; Goos Cardol; Bart Eigeman; Joan Ferrier; Hans van Ewijk; Pieter Hilhorst; Margreth Hoek; Bob Horjus; Heleen Jumelet & Jolien Wenink; Marian van der Klein; Judith Metz, Lucas Meijs, Lonneke Roza, Eva van Baren, Niek Hoogervorst; Chantal Mies & Lucas Meijs; Pauline Naber & Léon van Lier; Margo Scholte & Ard Sprinkhuizen; Tarik Pehlivan, Leo Rutjes & Adimka Uzozie; Trees Pels & Hans Boutellier; Mark van Ostaijen, William Voorberg & Kim Putters; Linda Terpstra & Anke van Dijke; Kees Verhaar; Monique Volman; Guido Walraven; Daan Wienke; Micha de Winter.
34 jaar praktijkervaring bij de Kindertelefoon Al 34 jaar begeleidt en traint de Kindertelefoon vrijwilligers voor de dienstverlening aan kinderen/jongeren van 8-18 jaar. Deze dienstverlening bestaat o.a. uit gespreksvoering via telefoon en chat. De Kindertelefoonvrijwilligers worden getraind en begeleid. Er is zelfs een Kindertelefoonacademie. In het KT magazine staat veel informatie over de werkwijze, ervaringen
van vrijwilligers en over onderwerpen die aan de orde komen in de gesprekken met de kinderen die bellen naar de Kindertelefoon. Een digitale versie kunt u bekijken op: www.kindertelefoon.nl/ cms-assets/documents/107501-626843. ktmagazineweblr.pdf MEER INFORMATIE www.kindertelefoon.nl
Georganiseerd vrijwilligerswerk is van belang in de pedagogische civil society. Daarnaast zijn ook minder georganiseerde uitingen van inzet en betrokkenheid belangrijk: kennen we elkaars kinderen in onze buurt? Kun je een vraag over je kind gemakkelijk delen? (Hoe) zeg je er wat van als een kind van een ander rottigheid uithaalt? Als dit soort betrokkenheid sterker wordt, worden opvoedvragen minder snel een probleem waar een hulpverlener bij ingeschakeld moet worden. Het CJG kan de ontmoeting en onderlinge steun bevorderen, door breder te werken dan het bieden van individuele hulp. En het CJG kan daarnaast vrijwilligersorganisaties die actief zijn op het terrein van jeugd en gezin ondersteunen en met hen samenwerken.
Verschillende CJG’s In de pilotgemeenten is veel ervaring
«}i`>>°Ê1ÊÕÌÊLÛÀLii`Êinismaken met de huiskamer van het CJG Beijum (Groningen) of met de bijeenkomsten van allochtone vrouwen Moeders aan Zet in Zaanstad. En wat doen als nanny verklede acteurs eigenlijk voor de pedagogische civil society? Elke bijeenkomst staat een andere gemeente centraal.
Rol beroepskracht We zullen specifiek ingaan op de rol van de beroepskracht in het versterken van de pedagogische civil society. Ga je alleen faciliteren of ook organiseren? En wat voor hobbels en succesfactoren zijn er in de samenwerking met (vrijwilligers) organisaties? Hoe krijg je in beeld wat er allemaal al gebeurt en leeft rond gezinnen in jouw wijk, en hoe sluit je daarbij aan? Met medewerking van Pieter Paul Bakker en/of Pink Hilverdink
Dilemma’s in het vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk Rotterdam stimuleert vrijwillige inzet in Rotterdam. Zij adviseert, ondersteunt, schoolt en begeleidt vrijwilligers en organisaties. Vrijwilligerswerk Rotterdam is voortgekomen uit verschillende Rotterdamse vrijwilligerssteunpunten. Er kunnen niet alleen vrijwilligers zelf terecht, maar ook organisaties als ze bijvoorbeeld hun samenwerking met vrijwilligers willen versterken en verbeteren. Daarnaast wordt intensief gebruik gemaakt van de vacaturebank waar vraag en aanbod naar vrijwillige inzet gematched wordt. We legden vier dilemma’s voor aan Annelies Smits, directeur van het CVD, hoofduitvoerder van Vrijwilligerswerk Rotterdam. Vrijwilligers: aansturen of loslaten?
Vrijwilligers: te weinig of genoeg?
‘Ruimte geven aan de talenten van mensen is sowieso belangrijk om ze optimaal te laten functioneren. Vrijwilligers voegen iets anders toe aan je dienstverlening dan beroepskrachten. Kaders zijn belangrijk, sturing zou ik liever vervangen door: ondersteuning bieden.’
‘Het is soms moeilijk om vrijwilligers te vinden en binden. Maar ik ben er van overtuigd dat er een groot potentieel is aan mensen die iets willen doen voor de andere. Alleen benutten we dat te weinig of weten we ze niet te vinden. Het vraagt een andere manier van kijken, zoeken en benaderen. Gebiedsgericht werken, waarbij je sleutelfiguren in de wijk weet te vinden, is daarvoor een goede basis. Dan blijkt een nieuwe groep die zich graag vrijwillig inzet, voorhanden.’
Instituties of informele netwerken? ‘Wij zijn natuurlijk van het tweede. Er gebeurt zoveel in de informele circuits en daar wordt maar beperkt gebruik van gemaakt door de instituties. Als beroepskrachten hulp moeten organiseren, denken ze vaak als eerste aan (collega) instellingen, en niet meteen aan de hulp van de buurman of een familielid. Als we sociale netwerken willen benutten en versterken, vraagt dat om een andere rol van beroepskrachten.’
Helpen of zelfredzaamheid stimuleren? ‘Het is een illusie om te denken dat iedereen zelfredzaam kan zijn. Er zullen altijd kwetsbare burgers blijven die ondersteuning nodig hebben. Maar ook die kun je leren hun hulpbronnen aan te boren en het eigen sociale netwerk helpen te versterken. Zodat mensen een eigen vangnet krijgen en niet direct bij de professional hoeven aan te kloppen.’
MEER INFORMATIE www.cvd.nl www.vrijwilligerswerkrotterdam.nl
(Nederlands Jeugdinstituut) en de pilotgemeenten van Allemaal Opvoeders. MEER INFORMATIE www.allemaalopvoeders.nl Lees ook de special Allemaal Opvoeders van het magazine Inzet Te downloaden via: www.zonmw.nl/nl/publicaties/detail/ magazine-vrijwillige-inzet-special-allemaal-opvoeders/
8cc\dXXc Fgmf\[\ij ·´©§¥°©¦®°¥«©
MI@AN@CC@><
M`a][`c\ddX¨j
?
@JKF:?><<E9LLIK?L@J D`Z_X[\N`ek\i1
§@<;F>@J:?<IFC¨ ?<@DM8E:A>9<@ALD §8cj\i\\e^f\[`[\\`jdf\ka\je\c_Xe[\c\e¨
Vraag het de Vrijwilligerscentrale Het vrijwilligerswerk verandert in een hoog tempo. De ontwikkelingen maken dat je ook met verschillende types vrijwilligers te maken krijgt en dat je het misschien niet meer alleen over ‘vrijwilligers’ moet hebben. Vrijwilligerscentrales beschikken over kennis en ervaring in het werken met vrijwillige inzet. Zo ook de Vrijwilligers Centrale Amsterdam (VCA). Vrijwilligers zijn tegenwoordig onmisbaar in veel organisatie. Maar diezelfde organisaties staren zich ook vaak blind op (het tekort aan) vrijwilligers en hebben nog geen idee hoe ze het vrijwilligersbeleid vorm en inhoud moeten geven. Het vrijwilligerswerk maakt een ontwikkeling door naar meer inhoudelijke deskundigheid, naar een vorm van professionalisering van de activiteiten. Dat vraagt veel van organisaties als het gaat om het werven van nieuwe en aansturen van huidige vrijwilligers. Maar ook als het gaat om het betrekken van een bredere groep mensen en de afstemming van hun activiteiten met die van de bestaande vrijwilligers. De Vrijwilligers Centrale Amsterdam weet wat er komt kijken bij het werken met vrijwilligers. Bijvoorbeeld dat het noodzakelijk is om te blijven investeren in de vrijwilligers. Hoe kun je ze binden aan je organisatie? Wat kunt je doen om vrijwilligers enthousiast en gemotiveerd te houden? Vraag het aan de Vrijwilligers Centrale! MEER INFORMATIE www.vca.nu
PROFESSIONELE KRACHT • VRIJWILLIGE KRACHT • EIGEN KRACHT • SAMEN VOOR JEUGD
5
Werken met vrijwilligers: twee benaderingen ‘Een beroepskracht die vrijwillige inzet wil stimuleren, kan grofweg twee wegen bewandelen’, aldus Cees van den Bos, directeur Vrijwillige Inzet Arnhem. Voor deze krant licht hij de twee benaderingen kort toe. Ook noemt hij aanknopingspunten om deze benaderingen om te zetten in een concrete aanpak.
Family Factory: netwerk van ouders In zo’n zestig gemeenten organiseren vrijwilligers van de Family Factory ‘netwerkactiviteiten’ waar ouders elkaar ontmoeten, inspireren en soms ook helpen. Organisaties in zorg en welzijn zijn daar vaak nauw bij betrokken. Hoe loopt dat en hoe kunnen ouders en professionals optimaal samenwerken? Zorgen dat gezinnen elkaars potentieel benutten: dat is waar het in het netwerk van ouders om draait. Alleen al dit jaar organiseren vrijwilligers van de Family Factory zo’n 600 ‘netwerkactiviteiten’, waarin vaders en moeders elkaar ontmoeten en ervaringen, tips en ideeën uitwisselen. Vaak wordt daarbij samengewerkt met Centra voor Jeugd en Gezin en/of CJG-partners, zoals welzijnsorganisaties of (school)maatschappelijk werk. Er zijn
mooie voorbeelden van vrijwilligers die zich écht gesteund voelen door professionals van het CJG.CJG’s voelen zich steeds meer verbonden met ouders. Want: er wordt samengewerkt! Vanzelf gaat dat echter niet en het kost moeite. Want samenwerken met ouders zit nog niet in de routine, is minder stuurbaar en is echt iets anders dan een peuterconsult of een opvoedcursus. Hoe maak je van je CJG een Centrum van Jeugd&Gezin? Hoe werk je samen
met vrijwilligers aan een sterker netwerk van en voor ouders rondom het CJG? Wat werkt en wat niet en wat vraagt het van jou als professional? De Family Factory heeft inmiddels in zo’n 25 gemeenten ervaring opgedaan. En deelt die ervaringen graag. Het gaat immers om het bouwen van netwerken.
De systeemwereldbenadering, waarbij functie-eisen het uitgangspunt zijn. Door middel van gerichte werving en selectie ga je op zoek naar vrijwilligers die het meest voldoen aan het gestelde profiel. Met vrijwilligersbeleid en randvoorwaarden bind je vrijwilligers aan je organisatie. Om de kwaliteit van de inzet van vrijwilligers zo hoog mogelijk te maken, investeer je in deskundigheidsbevordering en intervisie. Deze benadering heeft een exclusief karakter, omdat mensen die niet aan de gestelde eisen voldoen, uitgesloten worden van deelname. De leefwereldbenadering, waarbij de betrokkenheid en talenten van de vrijwilligers uitgangspunt zijn. Je zoekt werkzaamheden die passen bij iemands betrokkenheid en talenten.
Het woord vrijwilligerswerk staat in de leefwereld synoniem voor lidmaatschap, buurtgevoel, geestverwantschap, ouderparticipatie, deelnemer, actiecomité of zelforganisatie. Mensen geven met hun inzet uiting aan een gezamenlijk doel of ideaal. Ieder draagt daaraan naar vermogen zijn/haar steentje bij. Vaak op basis van wederkerigheid: ‘we doen het met en voor elkaar’. Deze benadering heeft een inclusief karakter, iedereen doet mee en is mede-eigenaar van het vrijwilligersproject. Werkwijze Volg je de systeemwereldbenadering, dan vind je als begeleidende beroepskracht houvast bij de principes van programmamanagement. Volg je de leefwereldbenadering dan biedt ledenmanagement of de Bronmethodiek voldoende aanknopingspunten. Combinaties van beide benadering zijn ook heel goed mogelijk. MEER INFORMATIE www.vrijwilligeinzetarnhem.nl.
MEER INFORMATIE www.familyfactory.nu [email protected] Bel 0345 - 75 21 76
Vrijwilligerswerk: de mogelijkheden en de grenzen Prof. Dr. Evelien Tonkens is bijzonder hoogleraar actief burgerschap bij de afdeling sociologie en antropologie van de Universiteit van Amsterdam. Zij verzorgt op drie van de regiobijeenkomsten een inleiding. Wat kunnen we verwachten?
Wat is in uw ogen de belangrijkste meerwaarde van de inzet van vrijwilligers naast beroepskrachten? ‘Meerwaarde voor wie of wat? Voor de kinderen/jongeren en/of hun ouders? Ik zou niet willen beweren dat vrijwilligers voor hen per se meerwaarde hebben of moeten hebben. Dat suggereert dat vrijwilligers iets beter zouden doen dan professionals en ik zou niet weten waarom dat zo zou zijn. Ik vind vrijwilligers van grote, maar niet van grotere waarde dan professionals. Ik vind vrijwilligers vooral van grote waarde bij langdurige inzet, als het om persoonlijke relaties gaat. Plug-in vrijwilligers (korte inzet, weinig uren per week) kun je m.i. alleen inzetten bij werk dat niet om relaties draait, bijvoorbeeld onderhoud, het rondbrengen van folders, het opzetten van kraampjes of assisteren bij een sportdag. Nina Eliasoph heeft in haar onderzoek naar de inzet van vrijwilligers bij huiswerkbegeleiding pijnlijk laten zien hoe vrijwilligers geheel onbedoeld ook destructief kunnen functioneren: jongeren die elke dag een ander advies krijgen over hoe ze hun werkstuk moeten schrijven. Ze vluchten uiteindelijk naar de
kelder om de vrijwilligers te ontlopen en rustig hun huiswerk te maken. Ook de wens van plug-in vrijwilligers om een intieme band met jongeren op te bouwen die ze gedurende een paar maanden eens per twee weken wel eens treffen in een groep, is m.i. misplaatst. Het schendt zelfs het vertrouwen van jongeren in volwassenen die intimiteit en steun beloven – of op zijn minst suggereren – en ze dan toch weer zomaar in de steek laten, vanuit het perspectief van de jongeren.’
Wat zijn de grenzen van vrijwillige inzet? Of kun je vrijwel voor alles een beroep doen op vrijwillige inzet? ‘Zou er echt iemand zijn die denkt dat je voor alles een beroep kunt doen op vrijwilligers? Dat lijkt me tamelijk zot.’
Kun je de pedagogische civil society wel ‘organiseren’ van bovenaf? Moet die niet ‘vanzelf ontstaan’? ‘Dat hoeft niet per se. Wat je wel moet doen, is wat van onderop ontstaat, steunen. Vooral door belemmeringen in regels en geld zoveel mogelijk weg te nemen.’
EVELIEN TONKENS
Wil de burger wel ‘geholpen’ worden door een vrijwilliger? ‘Niet in de persoonlijke, persoonsgebonden zorg, maar wel met bijvoorbeeld praktische dingen als administratie of klussen in huis.’
Wat is de kern van de bijdrage die u gaat leveren tijdens de bijeenkomsten? ‘Ik ga aan iets zeggen over de mogelijkheden en problemen in de verschuiving van professionals naar vrijwilligers en de voorwaarden waaronder meer vrijwillige inzet mogelijk en wenselijk is. Dat doe ik aan de hand van het onderzoek van Eliasoph en ons eigen onderzoek naar de verschuiving van professionals naar vrijwilligers in bijvoorbeeld speeltuinen en buurthuizen (huizen van de wijk). Ook ander onderzoek dat onder mijn leiding is uitgevoerd, naar ‘verplicht vrijwilligerswerk’ van mensen in de bijstand, zal ik daarbij betrekken.’
De waarde van vrijwilligerswerk: Internationale ervaringen Niet alleen in Nederland wordt geprobeerd de samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers te versterken. Het onderzoeksteam Waarde van vrijwilligerswerk, van het Erasmus Centre for Strategic Philanthropy en de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit, onder leiding van Lucas Meys, heeft de resultaten van eigen onderzoek afgezet tegen internationale inzichten en ervaringen. Op verzoek van het onderzoeksteam hebben vijf internationale experts hun inzichten gedeeld in een vijftal artikelen, die bijeen zijn gebracht in de publicatie Vrijwillige inzet in de pedagogische civil society. Unieke
waarde van en mogelijkheden voor het inzetten van vrijwilligers. Zo vertelt Debby Haski-Leventhal over de bijzondere en positieve rol die vrijwilligers spelen in de begeleiding van risicojongeren. Ram Cnaan focust op de sterke sociale netwerken in geloofsgemeenschappen en komt met prikkelende stellingen. Femida Handy en Lonneke Roza beargumenteren dat vrijwilligers ook weleens een belangrijke economische waarde voor organisaties kunnen hebben. De publicatie is te vinden op: www.erim.eur.nl. Zoek op Vrijwillige Inzet
6
PROFESSIONELE KRACHT • VRIJWILLIGE KRACHT • EIGEN KRACHT • SAMEN VOOR JEUGD
Vrijwillige inzet voor kinderen met beperking Een vrijwilliger gaat zwemmen met kinderen met een beperking, lekker wandelen of mee met uitjes. Het klinkt heel gewoon, maar juist voor deze kwetsbare kinderen is speciale aandacht gewenst. Bij Amerpoort hebben ze hier ervaring mee, maar wat komt er bij kijken en hoe regelen we dat? Amerpoort ondersteunt 2.200 mensen met een verstandelijke beperking in de provincies Utrecht, Flevoland en in ’t Gooi. Van jong tot oud, van licht tot ernstig en meervoudig beperkt. Binnen de dienstverlening spelen vrijwilligers een belangrijke rol. Wat is hun rol en wat zijn de verschillende vrijwilligersfuncties binnen de Amerpoort, in het bijzonder binnen de divisie kind en jeugd?
Bij de werving van vrijwilligers staan hun eigen drijfveren centraal: • Vanuit welke motieven wil jij vrijwilligerswerk gaan doen? • Waarom bij Amerpoort? • Wat levert het vrijwilligerswerk je op? • Wat geeft Amerpoort daarvoor in ruil? Samen met de praktische randvoorwaarden als scholing, begeleiding en vrijwilligersbeleid wordt zo gebouwd aan een solide basis voor samenwerking tussen beroepskracht en professional. MEER INFORMATIE Amerpoort, P&O, Floor Hartman (coördinator Vrijwilligerswerk), [email protected]. www.amerpoort.nl/bijzonderamerpoort/vrijwilligers.html
Mentormoeders Memosa is een mentormoederproject gericht op moeders van thuiswonende minderjarige kinderen. Het gaat om vrouwen die mishandeld worden en in een isolement verkeren. Betrouwbare en getrainde vrouwen die zelf moeder zijn, doorbreken de eenzaamheid waarin deze vrouwen met hun kinderen leven: ze bieden contact, steun, advies en begeleiding in wekelijkse huisbezoeken. Om de drempel laag te houden en de toegang tot deze veelal gesloten gezinnen mogelijk te maken, kiest men als invalshoek gezondheidsbevordering en verbetering van de moeder-kind-relatie. Uitgangspunt
Home-Start: thuis in gezinnen
Geweld in het gezin treft vooral ÛÀÕÜiÊiÊ`iÀi°Ê1ÌÊ`iÀâiÊ komt naar voren dat mishandelde vrouwen regelmatig hun situatie verborgen houden voor de buitenwereld en in een isolement raken. Het ondergaan van partnergeweld leidt tot veel gezondheidsklachten waarbij onverklaarde lichamelijke pijn en depressie opvallend veel voorkomen. Het effect op kinderen
die getuige zijn van huiselijk geweld is groot en wordt beschouwd als kindermishandeling.
Mentormoeders Een mentormoeder is zelf ook moeder en beschikt over minimaal een zorgopleiding op MBO-niveau. De mentormoeders zijn getraind in kennis over partnergeweld en depressie, opvoedondersteuning en -begeleiding, communicatievaardigheden
en empowerment van kwetsbare moeders, die mishandeld worden door hun partner. De mentormoeders vervullen naast hun ondersteunende taak, een brugfunctie tussen de vrouwen en hulpverlenende instanties. Zo biedt Memosa laagdrempelige steun, begeleiding en advies op maat door een betrouwbare ondersteuner, in een herkenbare leefsituatie. De mentormoeders kunnen gezien worden als een goede vriendin of buurvrouw, met als pluspunt dat zij ook kennis van zaken hebben. MEER INFORMATIE De methode is opgenomen in de Movisie databank Effect Interventies Huiselijk Geweld: www.movisie.nl/esi/memosa-mentormoeders-huiselijk-geweld. Ook is de informatie voor cliënten en verwijzers terug te vinden op de site van FlexusJeugdplein: www.flexusjeugdplein.nl
Al in 130 gemeenten kunnen ouders van jonge kinderen gebruikmaken van Home-Start. Binnen Home-Start bezoeken vrijwilligers ouders die ondersteuning wensen bij de opvoeding van hun kinderen en/of bij het draaiende houden van hun gezin. De vrijwilligers bieden de ouders een luisterend oor en een steuntje in de rug. De ouders geven zelf aan wat voor steun zij nodig hebben.
De Home-Start vrijwilligers zijn veelal zelf ouder, en weten hoe veeleisend de opvoeding van jonge kinderen is. Zij hebben een duidelijke toegevoegde waarde: ze stellen ouders in staat hun eigen kracht te (her)vinden. De vrijwilligers zijn actief binnen een professioneel kader: de Home-Start coördinator is een beroepskracht. De coördinatoren bewaken de grenzen en werken samen met andere beroepskrachten binnen de jeugdsector. Dat is de succesformule van HomeStart: een mix van professionele kracht, vrijwillige kracht, én de eigen kracht van ouders. Hiermee biedt Home-Start
een praktische invulling voor het denken over transformatie in de jeugdsector en geeft begrippen als eigen kracht, vrijwillige inzet en participatie handen en voeten. Resultaten van wetenschappelijk onderzoek laten zien dat Home-Start het welzijn van moeders vergroot en hun opvoedstijl positiever en responsiever maakt. Ook zijn in follow-up onderzoek positieve effecten op het kindgedrag vastgesteld. MEER INFORMATIE www.home-start.nl
Ontmoeten, pitchen en plannen realiseren Jongerenfondsen, bedrijven en diverse instanties hebben geld en zijn altijd op zoek zijn naar goede maatschappelijke projecten voor en door jongeren. Blend-it inspireert! biedt jongeren een platform om hun ideeën, plannen en inspiratie te delen met deze partijen. Per stad wil Blend-it inspireert! door een fysieke en aanvullende ‘digitale’ ontmoeting de afstand tussen de wereld van jongeren, fondsen en ondersteunende organisaties verkleinen. Resultaat is dat er meer en meer goede jongereninitiatieven worden uitgevoerd.
Voorafgaand aan de ontmoeting (vaak ’s avonds) worden jongeren geïnformeerd en gemotiveerd om hun ideeën, plannen of inspiratie toe te lichten en te delen met de aanwezige fondsen en organisaties. Een op jongeren geënt programma, direct contact met vertegenwoordigers van fondsen en de kans om direct een financiële bijdrage te winnen voor je plan, nodigt jongeren uit te komen en hun plannen op deze avond verder uit te werken. Hun plannen worden op film via zogenaamde elevator pitches vastgelegd en via sociale mediakanalen zichtbaar voor
iedereen. Op die manier kan ook de digitale ontmoeting georganiseerd worden. Zo is ook de digitale databank ontstaan met jonge initiatiefnemers in de steden waar Blend-it inspireert! is geweest. MEER INFORMATIE www.blend-it-inspireert.nl
PROFESSIONELE KRACHT • VRIJWILLIGE KRACHT • EIGEN KRACHT • SAMEN VOOR JEUGD
7
De Vreedzame Wijk Ongeveer 400 basisscholen in Nederland werken inmiddels met het programma De Vreedzame School. In De Vreedzame School wordt de school beschouwd als een oefenplaats voor actief en democratisch burgerschap. Het is een programma dat is ontstaan om toenemend probleemgedrag van kinderen op scholen terug te dringen. Een logisch vervolg is De Vreedzame Wijk. Er is in onze geïndividualiseerde samenleving behoefte aan ‘sociale verbondenheid’. Op een Vreedzame School leren kinderen op een positieve en zorgzame manier met elkaar omgaan. Leerlingen krijgen een stem, ze mogen meedenken over allerlei zaken, en ze krijgen verantwoordelijkheden. Er worden aparte leerlingmediatoren opgeleid die helpen bij het oplossen van conflicten.
De Vreedzame Wijk Door de positieve effecten van de vreedzame school, is er in veel wij-
ken belangstelling om de aanpak door te trekken naar de wijk. Centraal staat dan een eenduidige pedagogische aanpak bij alle organisaties die in de wijk met kinderen in de basisschoolleeftijd werken. De deelnemende organisaties in de wijk worden geïnformeerd over en getraind in de principes en uitgangspunten van De Vreedzame School. Door aan te sluiten bij de werkwijze van de scholen, worden de pedagogische milieus ‘aan elkaar geknoopt’, en wordt het voor de kinderen duidelijk dat er overal dezelfde ver-
wachtingen worden gehanteerd, en dezelfde regels en afspraken gelden.
Samen verantwoordelijk De doelstellingen van De Vreedzame Wijk richten zich op het niveau van de kinderen, de opvoeders en op wijkniveau. De Vreedzame Wijk verbetert de sociale samenhang doordat professionals, ouders, vrijwilligers, winkeliers en buurtbewoners gezamenlijk, op een coherente wijze, opvoedingsverantwoordelijkheid nemen. Hoe organiseer je de samenwerking op die schaal? Welke rol spelen vrijwilligers daarin? MEER INFORMATIE www.devreedzameschool.nl
Moeders Informeren Moeders Moeders Informeren Moeders (MIM) geeft opvoedingsondersteuning, gezondheidsvoorlichting en een steuntje in de rug aan moeders, met name aan moeders met een eerste kind. MIM heeft onder meer tot doel het zelfvertrouwen, de zelfredzaamheid en het zelfzorgvermogen van de MIM-moeders te vergroten en hun sociale netwerk te versterken. Ervaren moeders gaan maandelijks op bezoek bij de MIM-moeders en praten met hen over de opvoeding en verzorging tot het kind 18 maanden oud is. MIM bestaat al twintig jaar in Nederland. Het is een programma dat de pedagogische civil society versterkt en goed past in de opvoedingsondersteuning die het Centrum voor Jeugd en Gezin kan bieden. MIM helpt de eigen kracht van opvoeders te versterken. Onderzoek bevestigt dat de zelfredzaamheid en ervaren opvoedingscompetentie van MIM-moeders toeneemt en dat zij meer en bewuster aandacht hebben voor de ontwikkeling van hun kind. Bovendien slaagt het programma er jaar na jaar goed in om allochtone moeders te bereiken. MIM draagt een wezenlijk steentje bij aan de bevordering van de maatschappelijke participatie van deze doelgroep.
De organisaties die MIM uitvoeren vormen samen met het Nederlands Jeugdinstituut (Nji) het Samenwerkingsverband MIM. Landelijk projectleider is Klaas Kooijman. Doel van de samenwerking is de voortgang te bewaken en de kwaliteit te stimuleren. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband tot doel om de inhoud van MIM te beheren en verder te ontwikkelen. MEER INFORMATIE www.moedersinformerenmoeders.nl Klaas Kooijman, [email protected], tel 030-230 65 67.
Jongeren Toezicht Team Arnhem Maak jongeren die overlast veroorzaken zelf onderdeel van de oplossing; dat is in een notendop de gedachte achter het Jongeren Toezicht Team Arnhem (JTTA). Het begon allemaal in zwembad De Grote Koppel in de wijk Malburgen. Inmiddels draaien teams van JTTA mee bij voetbalwedstrijden in het Gelredome en verzorgen zij toezicht bij allerlei evenementen door de hele stad. Hoe kun je iets negatief ombuigen naar iets positiefs? Met die vraag worstelde men bij Zwembad De Grote Koppel. Een groep jongeren veroorzaakte er flinke overlast en het inhuren van een beveiligingsbedrijf leidde ook niet tot de gewenste rust. De badmeester, de wijkagent en een jongerenwerker bedachten samen de oplossing. De overlastveroorzakers werden gevraagd om mee te draaien als toezichthouders in het zwembad.
Team Een Jongeren Toezicht Team bestaat uit een groep van tien jongeren die samen toezicht op een locatie of bij een evenement verzorgen. In de groep bestaat een duidelijk hiërarchie. Vijf jongeren zijn ervaren toezichthouders en draaien al langer mee in de teams. Drie plaatsen zijn gereserveerd voor nieuwkomers en jongeren waarvan nog niet duidelijk is of zij kunnen omgaan met hun verantwoordelijkheid. De laatste twee plaatsen worden gevuld door jongeren die via de reclassering bij het project zijn betrokken. De jongeren krijgen een vrijwilligersver-
goeding en dragen een herkenbare outfit, zodat voor iedereen duidelijk is wat hun rol is. Jongeren voor de teams worden geworven op straat en in de jongerencentra, door jongerenwerkers. Maar jongeren melden zich soms ook zelf aan als vrijwilliger. In totaal draaien er nu dertig jongeren mee binnen het JTTA.
Opbrengst De resultaten zijn spectaculair; waar het Jongeren Toezicht Team actief is, is er geen sprake meer van overlast. Het succes van het team zoemde rond. Sinds 2008 spelen de jongeren ook een rol bij de thuiswedstrijden van Vitesse en bij clubevenementen in het Gelredome Succesfactoren: UÊ VÌivÊLiÌÀii UÊ ,`iiÊiÊ
lÀ>ÀV
i UÊ >V
} UÊ 6iÀ>ÌÜÀ`i
i`Ê}iÛi UÊ ->iÜiÀ} MEER INFORMATIE http://www.rijnstad.nl/jongeren_ toezicht_team.html
Love & Sens(e)uality Love&Sens(e)uality is een peer education programma, gericht op lager opgeleide (ROC) jongeren. Het voorlichtingsprogramma gaat over seksuele gezondheid. Het doel is bewustwording en gedragsverandering ten aanzien van de eigen seksuele gezondheid. Uitgangspunt van peereducatie is dat leden (peereducators/vrijwilligers) uit de doelgroep methodisch worden ingezet bij voorlichtingsactiviteiten. De preventieboodschap (kennis, inzicht, vaardigheden, houding) wordt uitgedragen aan een groep die vergelijkbare sociale status, leeftijd en opleiding heeft. Leerlingen van het ROC spreken onderling dezelfde taal en begrijpen elkaar daardoor beter. De voorlichtingsboodschap – het bevorderen van de seksuele gezondheid – zal beter overkomen.
Het peereducatie programma Love & Sens(e)uality bestaat uit zes lessen waarin de ROC studenten van niveau 3 of 4 voorlichting krijgen over verschillende thema’s o.a. liefde en relatie, anti-conceptie, soa en weerbaarheid. Daarna kunnen zij zelf voorlichting geven aan andere ROC-studenten (studenten van lagere leerjaren en/of lagere niveaus). MEER INFORMATIE www.loketgezondleven.nl Voor jongeren: www.sense.info Stina Seegers, Gezondheidsbevorderaar Seksuele Gezondheid GGD Noord en Oost Gelderland, [email protected], 088-443 33 09
8
PROFESSIONELE KRACHT • VRIJWILLIGE KRACHT • EIGEN KRACHT • SAMEN VOOR JEUGD
Kennis verspreiden Het ZonMw-programma Vrijwillige Inzet voor en door Jeugd en Gezin liep van 2009 – 2012. De zes regiobijeenkomsten die de samenwerkende brancheorganisaties nu organiseren, zijn een rechtstreeks uitvloeisel van dat programma. Met de bijeenkomsten willen de brancheorganisaties de kennis, inzichten en ervaringen die zijn opgedaan in het programma verspreiden onder hun leden en de onderlinge samenwerking stimuleren. Karin van Gorp, programmacoördinator bij ZonMw, blikt terug èn vooruit. KARIN VAN GORP
Wat was in het kort het doel van het programma? ‘Het ZonMw-programma had tot doel de actieve rol van bewoners van buurten, wijken en dorpen (civil societies) bij het opvoeden en opgroeien te stimuleren, oftewel de pedagogische civil society te versterken. Hierbij wilden we door het programma samenwerking en uitwisseling tussen gemeenten, jeugdzorg, welzijnswerk en vrijwilligersorganisaties stimuleren op het gebied van actief burgerschap rondom opvoeden en opgroeien.’
Wat is er bereikt in de periode dat het programma liep? ‘Praktijkprojecten, ontwikkelingsprojecten, onderzoek en allerlei
communicatieactiviteiten hebben bijgedragen aan het ondersteunen van een actieve rol van bewoners van buurten en wijken bij het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren. Deze projecten hebben ook tal van direct bruikbare kennis en producten opgeleverd, Daarmee kunnen vrijwilligersorganisaties, CJG’s en gemeenten hun voordeel doen. We merken daarnaast dat ‘de pedagogische civil society’ een geaccepteerd begrip is geworden.
Wat is de aanleiding om deze bijeenkomsten te organiseren? ‘Binnen het ZonMw-programma is veel kennis ontwikkeld en praktijkervaring opgedaan waar professionals en managers binnen de
jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg en het welzijnswerk profijt van kunnen hebben. We streven ernaar deze kennis en ervaring zo breed mogelijk te verspreiden in de jeugd- en welzijnssector en gemeenten en het onderwijsveld. ‘
Wat is de beoogde opbrengst van deze bijeenkomsten? ‘We hopen dat deze bijeenkomsten de deelnemers ondersteunen door het geven van achtergronden en goede praktijkvoorbeelden, die het realiseren van de pedagogische civil society in de praktijk vergemakkelijken. En dat de resultaten uit het programma daardoor geborgd worden, mede met het oog op de transitie jeugd.’
Inspiratie én informatie Over het thema vrijwillige inzet ten behoeve van jeugd en gezin is een hoop informatie te vinden op het internet. Om u op weg te helpen in het digitale oerwoud geven we u graag een paar tips:
Algemeen • www.vrijwillige-inzet.nl • www.zorgbetermetvrijwilligers.nl Kennisinstituten • www.nji.nl (Nederlands Jeugdinstituut), dossier Vrijwillige Inzet • www.movisie.nl (Sociale vraagstukken), dossier Vrijwillige Inzet • www.verwey-jonker.nl/jeugd (onderzoek), dossiers Maatschappelijke Participatie en Jeugd • www.zonmw.nl (stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie), programma Vrijwillige Inzet door en voor Jeugd en Gezin • www.jso.nl (Expertisecentrum Jeugd, Samenleving en Ontwikkeling), dossiers Jeugd & Jongeren en Participatie Brancheorganisaties: • www.actiz.nl (Brancheorganisatie Jeugdgezondheidszorg) • www.ggd.nl (Vereniging GGD’s) • www.ggznederland.nl (Brancheorganisatie voor geestelijke gezondheidszorg en verslaving) • www.jeugdzorgnederland.nl (Brancheorganisatie Jeugdzorg) • www.mogroep.nl (Brancheorganisatie welzijn & maatschappelijke dienstverlening) • www.vgn.nl (Brancheorganisatie voor aanbieders van zorg- en dienstverlening aan mensen met een handicap) • www.vng.nl (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) • www.nov.nl (Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk) Netwerken/Overig • www.lcfj.nl (Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg) • www.njr.nl (Nationale Jeugdraad) • www.ouders.nl (Ouders Online) • www.groeikracht.net (Community van ouders en professionals)
Colofon Deze informatiekrant Professionele kracht, vrijwillige kracht, eigen kracht: samen voor jeugd is een uitgave van de MOgroep, ActiZ, GGD Nederland, GGZ Nederland, Jeugdzorg Nederland en VGN. Oplage: 1.500
Tien voorbeelden uit de pedagogische civil society
Renske van der Graag en Marian van der Klein leest u in het rapport Tien cases uit de pedagogische civil society: professionals en vrijwilligers werken samen. Tien casestudies gecombineerd met tips voor een goede match tussen professionele en vrijwillige inzet. De tips zijn bruikbaar voor de samenwerking binnen de eigen organisatie (tussen vrijwilligers
Ontwerp & vormgeving Ontwerpstudio Spanjaard Realisatie De Smaakmakers Communicatie, Driebergen-Rijsenburg
In vele projecten werken professionals en vrijwilligers samen rond jeugd en gezin. De tendens: meer gebruik maken van informele netwerken en vrijwilligers, om zo gezinnen te ondersteunen en problemen te voorkomen of tijdig te herkennen. Tien voorbeelden ter inspiratie! Het Verwey-Jonker Instituut onderzocht tien praktijkvoorbeelden van samenwerking in de pedagogische civil society. Hoe verloopt de samenwerking tussen professionals en vrijwilligers op het gebied van jeugd en gezin? Wat gaat er goed in hun samenwerking en op welke punten kan het beter? De bevindingen van de onderzoekers
Teksten Paul van Bodengraven, met medewerking van Nienke Kuyvenhoven, Marcel Senten, Gerdiene de Vreede
en professionals), maar ook voor de samenwerking tussen verschillende soorten organisaties, bijvoorbeeld tussen CJG’s en vrijwilligersorganisaties als Humanitas. U kunt het rapport downloaden via www.verwey-jonker.nl/jeugd, thema ‘Opvoeden in de civil society’.
Fotografie De gebruikte foto’s dienen als illustratiemateriaal. Afgebeelde personen hebben geen directe relatie tot de betreffende artikelen, tenzij anders vermeld © Marcela Barsse, Clear Stock Concepts, Claudia Dewald, Digital Skillet, GlobalStock, Mark Hatfield, Jo Havel, Edvard Kirbus, PearleEye, Sietske Raaijmakers, Stuart Rayner, Chris Tack, Erna Vader
Redactieadres: MOgroep Maliebaan 71H 3581 CG te Utrecht T 030 721 0 721 www.mogroep.nl