ADVANCED NURSING PRACTICE Secretariaat ANP T (050) 595 70 64 T (050) 595 70 56 E
[email protected] Algemeen T (050) 595 49 00 E
[email protected] www.hanze.nl
KOPSTUKKEN 14
Eyssoniusplein 18 9714 CE Groningen Postbus 3109 9701 DC Groningen
KOPSTUKKEN 14 ADVANCED NURSING PRACTICE The fourteenth group of Masters
KOPSTUKKEN 14 ADVANCED NURSING PRACTICE THE FOURTEENTH GROUP OF MASTERS GRADUATE STUDIES
SCHOOL OF NURSING
The title 'Kopstukken' is related to the relative new profession of nurse practitioner. In Dutch it means 'leader'. In health care we still need leaders to shape this relative new profession in the Netherlands.
3
CONTENT Changes in professional practice and education of the nurse practitioner Joya Smit 4
Need of the general practitioner for support in palliative care for patients with head and neck cancer Rachel Dopheide 30
Study Programme Master ANP
The need for psychosocial care during the fertility process Jeannette Germs - Hemme
Influence of expectations, pain reduction, clinic experiences and physical and mental well-being on treatment satisfaction at a pain clinic Christiaan Beers Compliance of outpatients at an osteoporosis clinic Margreet Bekius
10
18
20
The effect of metformine on vitamin B12 and folic acid in psychiatric patients with (pre) diabetes type 2 Maarten Bruinsma 22 Nutritional deficiencies in bariatric pre-surgical population Willy Burger - Adema The relationship between drug use and falls in the elderly Renate Clifford Sexual dysfunction in MS patients Ytsje Dijkstra
24
26
Influence of the protocol on medical treatment for ADHD prescribing behaviour Geke Grievink
32
34
Somatic health care within the outpatient addiction care programme Joke de Groot 36 Information on waiting times and patient satisfaction in the emergency department Marleen Haanschoten - Mooibroek 38 Quality of information for patients referred to the nurseled heart failure clinic Marjan de Hoop 40 Cardiovascular risks for patients with rheumatoid arthritis Marianne Horbeek - Bloem
42
28 Development of an instrument to measure interaction between nurse and child during wound dressing changes Ina van Ingen Schenau - Veldman 44 2
Non-invasive ventilation on COPD exacerbation patients on a general ward Frieda Janssen 46
Knowledge and skills of adult patients receiving longterm tracheostomal ventilation at home Irma Sinnema 64
How valid is the 4DSQ as a screening tool for autism spectrum disorders? Enrico de Krijger 48
Mortality by isolated AVR and concomitant AVR and CABG in the Netherlands Ammy van der Tol - Paap 66
Reasons to stop systemic treatment of patients with psoriasis Anke van de Lageweg
50
Quality of breast cancer surgery in a small general hospital Sibbelina Visser - Brouwer
52
Prophylactic treatment versus on-demand treatment of adult patients with severe haemophilia Marja Voskuilen 70
54
Effects of lifestyle advice on reducing cardiovascular risk in patients with arterial disease Judith de Weerd - Mans 72
Effects of home blood pressure measurement on HbA1c and blood pressure in patients with diabetes mellitus Sylvia Oostveen 56
Why patients are visiting the emergency department without referral by a general practitioner Jannet Wiegersma - Faber 74
Prevalence of metabolic syndrome after one year of treatment Marja de Ruig
Prevalence and treatment of constipation in nursing home residents Jennifer Wright 76
Relationship of neuropsychological functioning and symptomatic and functional recovery after psychosis Marga van Leersum - Veenstra Sexual functional disorders as side-effects of antipsychotics Marion Paalman
58
The prevalence of postoperative pain at home after day surgery Margriet Schlepers - Beukers 60
List of Graduates Master Advanced Nursing Practice Colophon
Frailty in the elderly older than 75 years in general practices Marja Schuttenbelt
62
68
79
5
CHANGES IN PROFESSIONAL PRACTICE AND EDUCATION OF THE NURSE PRACTITIONER
VERANDERINGEN IN DE BEROEPSPRAKTIJK EN DE OPLEIDING VAN DE VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST
Joya M. Smit
Joya M. Smit
Programme Manager MANP
As successor of Els Albersnagel-Thijssen, I am pleased to accept the invitation to write the introduction of Kopstukken 14. From 1 October 2011, I have been Programme Manager of the Master of Advanced Nursing Practice (MANP) of the Hanze University of Applied Sciences, Groningen (Hanze UAS). Before, I worked for the University Medical Center Groningen for twenty years. First as a nurse, nurse anaesthetist and education coordinator for the department of Anaesthesiology. The last ten years I worked for the Wenckebach Institute. Since the beginning of the profession nurse practitioner and later on the nurse specialist, which is the official name we use in the Netherlands, I have seen the profession developing. At last there is a training programme for nurses allowing them to work on a master’s level in direct patient care. They no longer need to leave health care to continue their career.
Programmamanager MANP
Since I started my job at the Hanze UAS, the nurse practitioner has been back in the news: developments affecting directly or indirectly the competence-oriented curriculum MANP or the daily practice of the nurse practitioner. The characteristic of a competence-oriented curriculum is that it is consistent with the current professional practice. This means that recent developments affecting the daily practice of the nurse practitioner and health care will be reflected in the curriculum in the near future. Legislative changes in the Individual Health Care Professions Act (Wet BIG) and Medicines Act (Geneesmiddelenwet) make it possible for the nurse practitioner to prescribe medication autonomously; an experiment for the next five years. A milestone which we have been waiting for and fundamental for current practice. It is 4
Als opvolger van Els Albersnagel-Thijssen neem ik met genoegen de uitnodiging aan om de inleiding van Kopstukken 14 te schrijven. Per 1 oktober 2011 ben ik Programmamanager van de Master Advanced Nursing Practice (MANP) aan de Hanzehogeschool Groningen. Hiervoor heb ik 20 jaar in het Universitair Medisch Centrum Groningen gewerkt. Eerst als verpleegkundige, anesthesiemedewerker en onderwijscoördinator bij de afdeling Anesthesiologie en de laatste 10 jaar als opleidingscoördinator bij het Wenckebach Instituut. Vanaf het begin heb ik de ontwikkelingen van de nurse practitioner, en later de verpleegkundig specialist gevolgd. Eindelijk een opleiding die verpleegkundigen de mogelijkheid geeft om op masterniveau te functioneren in de directe patiëntenzorg. Een loopbaanontwikkeling die verpleegkundigen kan behouden voor de gezondheidszorg.
Sinds ik ben begonnen bij de Hanzehogeschool Groningen is de verpleegkundig specialist weer volop in het nieuws. Ontwikkelingen die direct of indirect van invloed zijn op het competentiegerichte curriculum van de MANP en/of het uitoefenen van het beroep van verpleegkundig specialist. Het kenmerk van een competentiegericht curriculum is dat deze aansluit op de actuele beroepspraktijk. Dit betekent dat ontwikkelingen binnen het beroep van verpleegkundig specialist en binnen de gezondheidszorg worden meegenomen in het curriculum. De opleiding verandert hierdoor de komende tijd. Met de publicatie van de wetsverandering in de Wet BIG en de Geneesmiddelenwet in de Staatscourant mag de verpleegkundig specialist zelfstandig geneesmiddelen voorschrijven.
7
important to examine critically how these legal changes can be implemented in a complex regulatory environment. The curriculum has been adapted in order for graduates to meet these new requirements. Besides passing a new legislation, on February 17th 2012 the government announced that the number of students at the Master Programmes for Nurse Practitioner and Physician Assistant will be allowed to increase from 300 to 700 per year. In addition the Ministry of Health, Welfare and Sport (VWS) and the Ministry of
Education, Culture and Science (OCW) have committed themselves to finance these extra students. For the Master Programme ANP at Hanze UAS this means an increase of students to 50 or 60 students in the next two years. This is almost twice the current number of students. We are reorganising the current curriculum, so that we can start training more students in the academic year 2013-2014. The training of professionals takes time, energy and money. The current cuts in health care often have a direct influence on the training budget of health care organisations. So the number of future students
6
Voorlopig als experiment voor de komende vijf jaar. Een mijlpaal waar jaren op is gewacht, en waarmee de bestaande praktijk van de verpleegkundig specialist een fundament heeft gekregen. Het is nu van belang dat er kritisch gekeken wordt hoe deze wetsverandering praktisch uitgevoerd kan worden binnen de complexe regelgeving. Het curriculum is inmiddels aangepast om als afgestudeerde aan deze nieuwe eisen te kunnen voldoen. Naast veranderde wetgeving meldt de Rijksoverheid op 17 februari 2012 dat het aantal plaatsen bij de hbo-masteropleidingen voor verpleegkundig specialist en physician assistant de komende twee jaar structureel stijgt van 300 naar 700 plaatsen per jaar. Daarbij is er opnieuw de toezegging gedaan om deze plaatsen te subsidiëren vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Voor de MANP opleiding in Groningen betekent dit de komende twee jaar een uitbreiding van het aantal opleidingsplaatsen naar 50 tot 60. Dit is bijna een verdubbeling van het huidige aantal studenten. Wij zijn nu druk bezig om te kijken hoe wij dit vorm gaan geven, zodat we vanaf het cursusjaar 2013-2014 meer mensen kunnen gaan opleiden. Het opleiden van professionals kost tijd, energie en geld. Bezuinigingen in de gezondheidszorg hebben vaak direct invloed
op het opleidingsbudget en personeelsformatie. Om alle opleidingsplaatsen gevuld te krijgen zijn we dan ook afhankelijk van organisaties in de gezondheidszorg die het belang inzien van de functie van verpleegkundig specialist in de directe patiëntenzorg. Als laatste zijn op 8 maart 2012 de beroepsprofielen van de zorgkundige, verpleegkundige en de verpleegkundige specialist gepresenteerd op het landelijk congres van de V&VN. De huidige beroepsprofielen sloten niet meer aan op hoe er nu gekeken wordt naar gezondheid en de gezondheidszorg. De focus verschuift van aandacht voor de ziekte van de patiënt naar aandacht voor het vermogen van mensen om te leven met ziekten, stoornissen en beperkingen. Het groeiend aantal chronisch zieken, de veranderende vraag van de patiënt en de eis ook voor de toekomst de zorg goed en betaalbaar te houden, vragen om een omslag in het denken en handelen binnen de verpleegkundige beroepsuitoefening. Verpleegkundig specialisten hebben een belangrijke rol om mensen te leren om te gaan met hun ziekte en beperkingen. Dit draagt bij aan de positionering van de verpleegkundige specialist binnen de gezondheidszorg. Ook het Landelijk Overleg Opleidingsmanagers MANP (LOO) wil op verzoek graag een rol vervullen die ten goede komt aan de positionering van de verpleegkundig specialist.
9
depends on whether these organisations realise the importance of the nurse practitioner role in direct patient care. Finally, on 8 March the occupational profiles of the diplomas of nurse, nurse (Bsc) and the nurse practitioner (MSc) were presented at the national congress of the V&VN (an association of health care professionals). Given the growth of people with chronic diseases and our ideas of illness and health care, the current occupational profiles no longer fit. Focus is shifting from illness to the ability to adapt and manage in the face of social, physical, and emotional challenges. The needs of patients are changing as well as the requirements to maintain affordable health care for the future. This requires a different way of thinking and acting within the nursing profession. Nurse practitioners have a unique role in guiding these changes and this will ultimately determine how they will be positioned within health care. The Landelijk Overleg Opleidingsmanagers MANP (a national association of programme managers of MANP) is willing to play a role in this change.
and I hope to be able to say in 10 years’ time that we have a thousand graduates. I hope that reading Kopstukken 14 will give you new insights into how the nurse practitioner can be employed in health care. Joya M. Smit, MSc BN BEd On behalf of the team of the Master of Advanced Nursing Practice
De beroepsgroep, maar ook de negen Hogescholen waar de MANP wordt aangeboden, moeten de komende jaren alert blijven op ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg die op een of andere manier van invloed kunnen zijn op de positionering van de verpleegkundig specialist. Met elkaar kunnen we er dan voor zorgen dat de verpleegkundig specialist haar verworven positie blijft behouden en verder uit kan bouwen om de gezondheidszorg toegankelijker, klantgerichter en kwalitatief beter te maken. Er zijn nu bijna 500 studenten afgestudeerd als Master Advanced Nursing Practice aan de Hanzehogeschool Groningen en ik verwacht dat ik over 10 jaar kan zeggen dat dit er duizend zijn. Ik hoop dat het lezen van Kopstukken 14 u weer nieuwe inzichten geeft in hoe de verpleegkundig specialist kan worden ingezet binnen de gezondheidszorg. Joya M. Smit, MSc
The profession, but also the nine Universities of Applied Sciences which provide a Master Programme ANP, must be alert to developments in health care that affect the positioning of the nurse practitioner in any way. At the moment nearly 500 students have graduated as a Master in Advanced Nursing Practice at the Hanze UAS
Mede namens het kernteam van de opleiding Master Advanced Nursing Practice
8
11
STUDY PROGRAMME MASTER ANP
DE MASTEROPLEIDING ANP
The programme takes two years, during which learning and working is an essential part of the curriculum. An educational plan allows a clear and attainable educational pathway, which allows students to acquire three levels of the competence profile of nurse specialist in training. Demonstrating competences is done in various ways and at various moments. In the so-called Objective Structured Clinical Examination (OSCE), simulated or real practice situations are used to prove that competences have been acquired. Besides, progress in the field of acquiring the required competences is shown at fixed moments. Competences are discussed, and proof is presented to the clinical instructor, the study coach and fellow students. This proof is included in a student portfolio.
In de opleiding vormt leren en werken een wezenlijk onderdeel. Het theoretisch onderwijs wordt aangeboden in modules. Het praktijkopleidingsplan en het portfolio zijn leidraad voor het praktijkleren. Door middel van een praktijkopleidingsplan wordt een inzichtelijk en haalbaar opleidingstraject mogelijk gemaakt, dat de student in staat stelt drie lagen van het competentieprofiel van de verpleegkundig specialist i.o., binnen twee jaar te verwerven. Aantonen van competenties doet de student op meerdere manieren en op meerdere momenten gedurende de opleiding. Deze bewijzen worden opgenomen in een portfolio. De tweejarige voltijd duale opleiding Master Advanced Nursing Practice is gericht op het bereiken van drie gelaagde doelstellingen: 1. verwerven van de algemene competenties van de master ANP en het leggen van een brede generieke medische en verpleegkundige basis in het cursorisch gedeelte van de opleiding (binnen de hogeschool). Voor het bekwaamheidsgebied Klinisch handelen is een basisprofiel ontwikkeld waarin u
The two year full-time dual master degree programme of Advanced Nursing Practice is aimed at meeting three objectives: 1. acquiring general competences of the ANP Master and creating a broad, generic medical and nursing basis in the theoretical part of the study programme (within the university). A basic
profile has been developed for the skills area of clinical conduct that includes a substantiated selection of health complaints and clinical pictures. This means that graduated nurse specialists have a broad range of basic expertise. 2. focusing these competences within the chosen specialism during the practical part of the programme (within the health care institution). A practical training course has been developed for each nursing specialism. Critical professional tasks are the core concept in the form of task cards, which will be executed by the nurse specialist who is being trained for the purpose of qualifying in the care specialism involved. The professional tasks included have been deducted from the Nurse Specialist Competence Profile and offer an opportunity to translate these general competences into concrete professional activities that are typical of the specialism concerned and can be practiced and assessed while working.
10
een beredeneerde selectie aantreft van gezondheidsklachten en ziektebeelden. Alle afgestudeerde verpleegkundig specialisten beschikken hiermee over een brede basisdeskundigheid. 2. het toespitsen van deze competenties binnen het gekozen specialisme in het praktijkgedeelte van de opleiding (binnen de gezondheidszorginstelling). Voor elk verpleegkundig specialisme is een praktijkopleiding ontwikkeld. Centraal staan de kritische beroepstaken, in de vorm van takenkaarten, die de verpleegkundig specialist in opleiding in de praktijk zal uitvoeren, teneinde zich te bekwamen in het betreffende specialisme. De hierin opgenomen beroepstaken zijn afgeleid van het Competentieprofiel van de Verpleegkundig Specialist en bieden de mogelijkheid om deze algemene competenties te vertalen naar concrete beroepsactiviteiten, die kenmerkend zijn voor het betreffende specialisme en die in de praktijk geoefend en beoordeeld worden.
practice situations during so-called Objective Structured Clinical Examination (OSCE). Besides, progress in the field of acquiring the required competences is shown at fixed moments. Competences are discussed, and proof is presented, with the clinical instructor, the study coach and fellow students. This proof is included in a student portfolio. The two year fulltime dual Master degree program of Advanced Nursing Practice is aimed at meeting three layered 3. defining a field objectives: of expertise within the care 1. acquiring of the toANP Master and creating a broad, generic medical and specialism, whichgeneral enables competences the nurse specialist nursing basis in the cursory part of the study program (within the university). A basic profile has give treatments autonomously in an adequate been developed skillsofarea of clinical conduct that includes a substantiated selection of and responsible manner.forA the selection clinical health complaints and clinical pictures. This allows graduated nursing specialists to dispose of a pictures appropriate for the care specialism broad range of basic expertise. involved is made in an expertise profile for the 2. focusing these competences within the chosen specialism during the practical part of the program skills area of clinical conduct. (within the health care institution). A practical training course has been developed for each nursing specialism. Critical professional tasks are the core concept, in the form of task cards, which will be executed in practice by the nursing specialist who is being trained for the purpose of qualifying in the care specialism involved. The professional tasks included have been deducted from the Nursing Specialist Competence Profile and offer an opportunity to translate these general competences into concrete professional activities, that are typical of the specialism concerned and can be practiced and assessed in practice. 3. defining one’s own field of expertise within the care specialism, where the nursing specialist can enter into independent treatment relationships in an adequate and responsible manner. A selection of clinical pictures, which suits the care specialism involved, is made in an expertise profile for the skills area of clinical conduct.
Communication Professionalism Knowledge and science Organization Learning and working Totaal EC
De tweejarige voltijd duale opleiding Master Advanced Nursing Practice is gericht op het bereiken van drie gelaagde doelstellingen: 1. binnen verwerven van de algemeneafbakenen competenties van de master ANP en het leggen van een brede generieke 3. het het zorgspecialisme medische en verpleegkundige basis in het cursorisch gedeelte van de opleiding (binnen de van een eigen deskundigheidsgebied, hogeschool). Voor het bekwaamheidsgebied Klinisch handelen is een basisprofiel ontwikkeld waarin u waarbinnen de verpleegkundig specialist een beredeneerde selectie aantreft van gezondheidsklachten en ziektebeelden. Alle afgestudeerde adequaat en verantwoord zelfstandige verpleegkundig specialisten beschikken hiermee over een brede basisdeskundigheid. behandelrelaties aan kan gaan. Voor het 2. het toespitsen van deze competenties binnen het gekozen specialisme in het praktijkgedeelte van de bekwaamheidsgebied klinisch handelen wordt opleiding (binnen de gezondheidszorginstelling). Voor elk verpleegkundig specialisme is een in eenpraktijkopleiding deskundigheidsprofiel een selectie ontwikkeld. Centraal staan de kritische beroepstaken, in de vorm van takenkaarten, gemaakt ziektebeelden, die passend bij die van de verpleegkundig specialist in isopleiding in de praktijk zal uitvoeren, teneinde zich te bekwamen het betreffende zorgspecialisme. in het betreffende specialisme. De hierin opgenomen beroepstaken zijn afgeleid van het Competentieprofiel van de Verpleegkundig Specialist en bieden de mogelijkheid om deze algemene competenties te vertalen naar concrete beroepsactiviteiten, die kenmerkend zijn voor het betreffende specialisme en die in de praktijk geoefend en beoordeeld worden. 3. het binnen het zorgspecialisme afbakenen van een eigen deskundigheidsgebied, waarbinnen de verpleegkundig specialist adequaat en verantwoord zelfstandige behandelrelaties aan kan gaan. Voor het bekwaamheidsgebied klinisch handelen wordt in een deskundigheidsprofiel een selectie gemaakt van ziektebeelden, die passend is bij het betreffende zorgspecialisme.
Opbouw van het curriculum
Curriculum Cursory part Clinical conduct
specialist i.o., binnen twee jaar te verwerven. Aantonen van competenties doet de student op meerdere manieren en op meerdere momenten gedurende de opleiding. Deze bewijzen worden opgenomen in een portfolio. 13
First year Clinical conduct 1 Clinical conduct 2 Clinical conduct 3 Communication Professionalism Knowledge and science 1
EC 4 4 3 3 2 4
Practical learning course
40 60
Second year
EC
Clinical conduct 4
7
Knowledge and science 2 Organization Practical learning course
8 5 40 60
Theorie Klinisch handelen Communicatie Professionaliteit Kennis en Wetenschap Organisatie Lerend werken (praktijk) Totaal EC
1e jaar Klinisch handelen 1 Klinisch handelen 2 Klinisch handelen 3 Communicatie Professionaliteit Kennis en Wetenschap 1
EC 4 4 3 3 2 4
Praktijkopleidingsplan
40 60
1 European Credit (EC) = 28 study hours
1 European Credit (EC) = 28 studiebelastingsuren
Skills areas and competences 12 The profile defined seven competences and is the starting point for theoretical- and practical education.
Competentieprofiel
2e jaar
EC
Klinisch handelen 4
7
Kennis en Wetenschap 2 Organisatie Praktijkopleidingsplan
8 5 40 60
15
Skills areas and competences The profile defines seven competences and is the starting point for theoretical and practical education. Each competence describes what students have learned during the programme. Clinical conduct Health problems of patients are the keys of four modules of clinical conduct. Methods and techniques are offered in order to get a clear picture of these problems and treat them. Among other things, you learn to perform a relevant and concise anamnesis that is tailored to the patient’s problems. The theme is learning a clinical way of reasoning. You learn to perform a physical exam that suits the specific standards of the specialism. Auscultation, inspection, palpation, and percussion are practiced by training. You learn to select suitable medical research instruments and use them. Communication You train skills that are decisive for tracing ideas, concerns and expectations of the patient about his disease and you acquire skills to define the important factors that influence the health of patients. You learn to discuss relevant information with the patient, his family and other health care providers in order to make optimal care possible. Furthermore, you train your conversational skills needed to interact
with people for whom communication is problematic. Cooperation You learn to develop research, treatment and continuous treatment plans in cooperation with other health care providers, and to have efficient consultations with nurses, physicians, and professional health care providers. You learn to recognize your limitations and understand the roles and knowledge of others involved. You learn to involve the patient and his family in taking decisions and to include the opinions of the patient and health care providers in the treatment plan. Moreover, you also learn to contribute efficiently to other interdisciplinary activities of your team. Organization You learn to deploy time and means effectively in order to find a balance between patient care, income needs, external activities and your personal life. You learn to allocate the limited means in the health sector and health education effectively and to work in a health care organisation efficiently and effectively. You learn to apply information technology in patient care and to keep up-to-date with the latest developments in IT.
14
Competentieprofiel In het curriculum staat het competentieprofiel centraal dat als uitgangspunt dient voor het aangeboden theoretische onderwijs en het praktijkopleidingsplan. Hieronder wordt per competentie beschreven waarin de student zich ontwikkelt.
patiënten beïnvloeden. U leert relevante informatie te bespreken met de patiënt, zijn familie en andere zorgverleners om optimale zorg mogelijk te maken. Verder traint u gespreksvaardigheden die u nodig hebt voor contact met mensen waarmee de communicatie problematisch verloopt.
Klinisch handelen In vier modulen klinisch handelen staan gezondheidsproblemen van patiënten centraal. Methoden en technieken om deze problemen in kaart te brengen en te behandelen worden u aangereikt. U leert onder meer een relevante, beknopte en op de problemen van de patiënt gerichte anamnese af te nemen. Klinisch redeneren vormt hierbij de rode draad. U leert een, bij de specifieke normen van het specialisme aansluitend, lichamelijk onderzoek te doen. Auscultatie, inspectie, palpatie en percussie worden via vaardigheidstrainingen geoefend. U leert passende medische onderzoeksinstrumenten te kiezen en in te zetten.
Samenwerking U leert onderzoek, behandeling en doorlopende behandelplannen ontwikkelen in samenwerking met andere zorgverleners. Doelmatig overleggen met verpleegkundigen, artsen en professionele zorgverleners maakt hier deel van uit. U leert beperkingen van uw eigen competenties onderkennen en de rollen en kennis van andere betrokkenen begrijpen. U leert de patiënt en zijn familie betrekken bij het nemen van beslissingen en de mening van de patiënt en andere zorgverleners meenemen in het behandelplan. Ten slotte leert u ook doelmatig bij te dragen aan andere interdisciplinaire activiteiten van het team waarin u werkt.
Communicatie U traint vaardigheden die van doorslaggevend belang zijn bij het achterhalen van de opvattingen, zorgen en verwachtingen van de patiënt ten aanzien van zijn ziekte en u verwerft vaardigheden om vast te stellen wat de belangrijke factoren zijn die de gezondheid van
Organisatie U leert tijd en middelen effectief in te zetten om een evenwicht te vinden tussen patiëntenzorg, inkomensbehoeften, externe activiteiten en het privéleven. U leert de beperkte middelen in de gezondheidszorg en –voorlichting effectief toe te wijzen
17
Social conduct You learn to establish decisive health factors affecting patients in order to make an effective contribution to improve the health of individuals and groups. You learn to recognize problems, backgrounds, circumstances or situations and how to look after the interests of patients, the profession, or society and to anticipate any needs.
en doelmatig en doeltreffend te werken in een zorgorganisatie. Het toepassen van informatietechnologie maakt u zich eigen, gericht op doeltreffende toepassing in de patiëntenzorg en op permanente educatie. Maatschappelijk handelen U leert de bepalende gezondheidsfactoren vast te stellen die invloed hebben op de patiënt zodat u doeltreffend kunt bijdragen aan het verbeteren van gezondheid van individuen en groepen. U leert die problemen, achtergronden, omstandigheden of situaties te herkennen waarin de belangen van patiënten, het beroep of de maatschappij behartigd moeten worden en daarop in te spelen.
Knowledge and science You learn to develop, execute and document a personal permanent educational strategy. You learn to assess medical information sources critically. You learn to facilitate the training of patients, students, assistant physicians, nurses and other professionals in the health care sector and by doing research you contribute to the development of new knowledge.
Kennis en wetenschap U leert een persoonlijke permanente opleidingsstrategie te ontwikkelen, uit te voeren en vast te leggen. U leert medische informatiebronnen kritisch te beoordelen. U leert de scholing van patiënten, studenten, arts-assistenten, verpleegkundigen en andere professionals in de zorg te faciliteren en u leert in de rol van onderzoeker bij te dragen aan de ontwikkeling van nieuwe kennis.
Professionalism You learn to provide top quality care with respect and compassion. You are trained to show appropriate personal and interpersonal professional behaviour. You learn to execute your profession in an ethically responsible manner, respecting medical, legal and professional commitments that are part of a self-regulating organization.
Professionaliteit U leert zorg van de hoogste kwaliteit te verlenen op een integere, eerlijke en meelevende wijze. U wordt getraind in het
For more information mail:
[email protected] 16
tonen van gepast persoonlijk en intermenselijk professioneel gedrag. U leert uw beroep op ethisch verantwoordelijke wijze te beoefenen met respect voor medische, juridische en professionele verplichtingen die horen bij een zelfregulerende organisatie. Voor meer informatie kunt u mailen naar:
[email protected]
19
INFLUENCE OF EXPECTATIONS, PAIN REDUCTION, CLINIC EXPERIENCES AND PHYSICAL AND MENTAL WELL-BEING ON TREATMENT SATISFACTION AT A PAIN CLINIC Christiaan Beers
Background and aim Patients suffering from chronic pain are likely to be more often disappointed about the solutions that health care facilities offer to eliminate pain adequately. Research has shown that satisfaction is influenced by several variables. These factors are not equally important, which is demonstrated. This study was focused on acquiring information on the influence of pain reduction, well-being, clinic experiences and expectations on satisfaction whilst being treated at a pain clinic.
Method A quantitative exploratory pilot study with a longitudinal design was conducted. A group of 163 newly referred respondents completed two questionnaires at two different moments. Pain intensity and well-being were surveyed on both occasions. Satisfaction rates, clinic experiences, fulfilled expectations and perceived benefits by treatment were rated only in the second questionnaire, along with ratings of influence of these factors on satisfaction. Findings and discussion Analysis indicated experiences as the most influential variable on satisfaction, followed by pain reduction. Expectations were excluded; it subsequently appeared that this prospective 18
variable was not suitable to be objectively compared to the other retrospective variables. Consequently, well-being was the lowest influencing variable in this study. We also found higher perceived benefits by treatment than measured data would suggest, possibly experiences had a placebo-like effect on therapeutic results and contributed to the feeling of satisfaction. Conclusion and implications We conclude that delivering first class clinical care to diminish pain and improve well-being remains of the utmost importance to pain clinic staff, but in addition time and effort need to be invested to make patients feel they can completely rely on the care given. The influence of this is likely to exceed therapeutic results. Keywords patient satisfaction, pain clinic, adult, attitude of health personnel, physician-patient relations
[email protected] Supervisor: E.W. van den Bosch Medical Centre Leeuwarden, Pain Clinic (Pijncentrum, Medisch Centrum Leeuwarden)
Invloed van verwachtingen, pijnreductie, ervaringen en welbevinden op tevredenheid op een pijnpolikliniek
In dit onderzoek hebben 163 nieuwe patiënten van een pijnpolikliniek vragen ingevuld over pijnintensiteit, welbevinden, tevredenheid, ervaringen, verwachtingen en ervaren voordelen. Ervaringen en de mate van pijnreductie bleken het meest van invloed op de tevredenheid. Topklinische zorg is belangrijk, maar daarnaast moet de patiënt zich vertrouwd voelen. Het is aannemelijk dat dit de invloed van therapeutisch behaalde resultaten overstijgt.
21
COMPLIANCE OF OUTPATIENTS AT AN OSTEOPOROSIS CLINIC
Margreet Bekius
Background and aim Osteoporosis is the consequence of decreased bone mass (calcium and other minerals) and structure (deterioration of bone micro architecture). This leads to a decrease in the strength of the bones and an increased risk of bone fractures. The treatment of osteoporosis with oral bisphosphonate is effective, if patients are compliant. Noncompliance with bisphosphonate is associated with an increased risk of bone fracture. This study focused on the compliance of women who visited an outpatient clinic for osteoporosis.
Method In this non-experimental, transverse, quantitative study women who had started with oral bisphosphonate one year ago were asked to participate. The women who were included received a questionnaire and the Compliance Questionnaire Rheumatology (CQR). This questionnaire was adapted for the specific patient category. The pharmacy was asked for permission to use their data on the provision of bisphosphonate to the study participants. Findings and discussion There were 16 patients who filled in the questionnaire. After one year, 68.8% used the oral bisphosphonates. Side-effects were the reasons to quit using the bisphosphonate. 20
On the CQR 50% of the respondents scored as high compliant, 25% as average and 25% as low compliant. The pharmacy data showed a compliance of 80%. In the study 57.1% scored high compliant on both the CQR and from the data of the pharmacy. This study was carried out on a small scale, and in a relatively short period of time. The results could therefore not necessarily be generalized for all women with osteoporosis and oral use of bisphosphonates. Conclusion and implications The compliance of patients treated for osteoporosis in an outpatient clinic was higher than our expectations based on the literature. Noncompliance is mainly due to the sideeffects of the drug. To increase compliance it is recommended to improve the information about the medication and its side-effects. Keywords compliance, oral bisphosphonate, osteoporosis, women
[email protected] Supervisor: A.M. Schilder Medical Centre Leeuwarden, Osteoporosis clinic (Osteoporose kliniek, Medisch Centrum Leeuwarden)
Therapietrouw van vrouwen met osteoporose
Therapietrouw draagt bij aan de effectiviteit van een behandeling. In deze studie is bij 16 vrouwen met osteoporose hun therapietrouw aan bisfosfonaat onderzocht. Na ongeveer 1 jaar gebruikte ongeveer tweederde van de vrouwen nog dit middel. Vrouwen die gestopt waren deden dit vanwege bijwerkingen. Ongeveer een kwart had een lage therapietrouw.
23
THE EFFECT OF METFORMINE ON VITAMIN B12 AND FOLIC ACID IN PSYCHIATRIC PATIENTS WITH (PRE) DIABETES TYPE 2
Maarten Bruinsma
Conclusion and implications Contrary to results of other research studies we could not demonstrate a relation between Metformin use and vitamin B12 and vitamin B11 deficiencies. Despite of this it is recommended to include blood testing on vitamin B12 and vitamin B11 deficiencies in the annual screening protocol. Keywords metformine, diabetes type 2, psychiatric patient, vitamin deficiencies
Background and aim Metformin is used as a basic treatment in diabetes and is the most commonly prescribed drug to patients with diabetes type 2 in family practices. Use of Metformin can lead to vitamin B12 or vitamin B11 (folic acid) deficiencies. The symptoms of these deficiencies match with psychiatric and neurological syndromes often seen in psychiatric patients. Therefore there is a big risk of misjudgement of vitamin B12 or B11 deficiencies in patients with diabetes type 2 or prediabetic insulin syndrome. The aim of this study was to determine whether the use of Metformine in psychiatric patients leads to vitamin B12 or vitamin B11 deficiencies in the first year.
Method A prospective design was used. Blood samples from patients with diabetes type 2 or prediabetic insulin syndrome using Metformin were tested on serum B12 and folic acid twice during the first year of Metformin use. Findings and discussion Data of 22 patients were analysed: 12 men and 10 women. There was no significant relation between gender, age, duration of Metformin use or dosage of Metformin and vitamin B12 in the blood samples. Confounding is suspected, because patients use vitamin supplements on their own initiative. Nothing can be said on long-term effects of Metformin use on vitamin B12 and vitamin B11 blood levels. 22
[email protected] Supervisor: J. Kappert Organisation for Mental Health Care, somatic department (Somatische Dienst, GGZ Drenthe, Assen)
Het effect van metformine op vitamine B12 en foliumzuur bij GGZ-patiënten met pre- en type 2 diabetes
Metformine, gebruikt door patiënten met diabetes type 2 of prediabetische insulineresistentie syndroom kan leiden tot vitamine B12 en B11 deficiënties. Symptomen hiervan lijken op psychiatrische en neurologische symptomen zoals we die zien bij psychiatrische patiënten. In deze studie is geen relatie gevonden tussen Metformine gebruik en vitamine deficiënties. Toch wordt aangeraden het bloed hierop jaarlijks te controleren.
25
NUTRITIONAL DEFICIENCIES IN BARIATRIC PRE-SURGICAL POPULATION
Willy Burger - Adema
Background and aim Bariatric surgery is an effective treatment for morbid obese patients. In de post-operative period vitamin deficiencies occur as a result of malabsorption, stomach resection and duodenal bypass. The question is whether ‘bad’ dietary habits prior to surgery also caused vitamin deficiencies. This study describes the preoperative vitamin status of bariatric surgery candidates.
Method In a quantitative cross-sectional cohort study the preoperative vitamin status was examined. Through preoperative blood screenings of 100 patients, 6 additional vitamins (vitamin B6, B12, C, D, E and folic acid) and ferritin were determined. Furthermore gender, age, BMI and waist size were recorded. Findings and discussion Several deficiencies were found: haemoglobin 2.0%, ferritin 3.0%, folic acid 5.1%, vitamin B12 6.0%, vitamin C 10.3%, vitamin D 66.0%, and vitamin E 1.0%. Vitamin B6 deficiency was not present, 6.0% instead had an increased vitamin B6. With vitamin C there was a significant difference in gender: 25.0% M versus 6.5% W 24
(p = 0.029). Low normal values of vitamin B12 27.0% and ferritin 7.0% respectively. In this study different treatable deficiencies were found preoperatively. Just a few differences in vitamin deficiencies were detected between various subgroups. The scope of the study was too small for doing reliable subanalyses. Conclusion and implications Several deficiencies in the vitamin status of bariatric surgery candidates were found. Preoperative treatment of deficiencies could prevent postoperative deficiencies and thereby reduce the risk of postoperative deficiencies. Therefore nutritional screening before surgery is important. Keywords nutritional deficiencies, nutritional, bariatric surgery, morbidly obese, malabsorption
[email protected] Supervisor: E. Totté Medical Centre Leeuwarden, Centre of Obesity (Centrum voor Obesitas Nederland, Medisch Centrum Leeuwarden)
Preoperatieve vitaminestatus in een bariatrische chirurgische populatie
‘Slechte’ voedingsgewoonten van obese patiënten kunnen leiden tot vitamine deficiënties. In dit cross sectionele onderzoek is bij 100 patiënten de preoperatieve vitamine status onderzocht. Er zijn meerdere deficiënties in de vitaminestatus van de bariatrische chirurgie kandidaten gevonden. Preoperatieve behandeling van deficiënties kan mogelijk postoperatieve deficiënties voorkomen en daarmee de kans op postoperatieve complicaties verkleinen.
27
THE RELATIONSHIP BETWEEN DRUG USE AND FALLS IN THE ELDERLY
Renate Clifford
Background and aim Many elderly often fall with serious consequences. Various medications and diseases can increase the risk of falling. Within a general practice the presumption was that only a small proportion of all falls is reported to the GP. In this study we want to gain insight into the relation of falls with medication, polypharmacy or diseases in order to give recommendations to reduce the number of falls.
Method A quantitative retrospective study was conducted. In total 40 patients of a general practice and living in a nursing home - 33 women and 7 men, aged 65 and older participated in the study. Data concerning the incidence of falling, medication and diseases which increase the risk of falling were collected. Findings and discussion During the study period fifteen residents fell, resulting in a total of 43 falls. In three cases (7%) a physician was contacted. Related to medication, 54.5% of the residents who use less than 5 medications fell compared to 31.0% of the residents who use 5 drugs or more. Falls occurred for 75.0% of the residents 26
with Parkinson’s disease and for 33.3% of the residents with diabetes mellitus type1. In the group with diabetes mellitus type 2, 71.4% fell. None of the differences were statistically significant. Contrary to what other studies have shown, in this nursing home no significant correlations between polypharmacy and fall risk increasing drugs or diseases and falls were found. The fact that the sample was relatively small with a relatively large number of less mobile elderly, who are less likely to fall, could have influenced these findings. Conclusion and implications In this study, diseases and drugs which increase the risk of falling or polypharmacy did not increase fall incidents. Most fall incidents were not reported to the GP. It is recommended to register all fall incidents and circumstances carefully. Keywords medication, polypharmacy, elderly, falls, nursing home
[email protected] Supervisor: C. de Haan-Koomen General Practitioner De Haan (Maatschap De Haan, Leeuwarden)
De relatie tussen medicijngebruik en valincidenten bij ouderen
Het gebruiken van veel of bepaalde medicijnen kan leiden tot vallen. Bij 40 ouderen uit een verzorgingshuis is gekeken naar hun medicijngebruik, ziektes en eventuele valincidenten. Van deze groep zijn 15 ouderen in totaal 43 keer gevallen in de onderzoeksperiode. Er was geen relatie met medicijngebruik of ziektes. Slechts een klein deel van deze valincidenten werd gemeld bij de huisarts.
29
SEXUAL DYSFUNCTION IN MULTIPLE SCLEROSIS
Ytsje Dijkstra
Background and aim Intimacy problems commonly arise in patients with Multiple Sclerosis (MS), yet they are probably the most underrated problems. The aim of this study was to examine the frequency of intimacy problems occurring among MSpatients and to determine possible causes. On the basis of the data received from this study, adequate information and possible treatment can be given to the patient.
Method This study had a quantitative, non-experimental, cross-sectional design. Participants in this study were patients with diagnosed MS who were being treated at an MS centre. MS related symptoms which could affect sexuality were measured with the Multiple Sclerosis Intimacy and Sexuality Questionnaire-19 (MSISQ-19.) In addition, the impact of sexuality problems on the quality of life was examined. Findings and discussion Of the 125 respondents, 40% reported intimacy problems varying from every now and then to always. There was a weak relation between primary problems and disease duration. There was no correlation between the disease 28
duration and secondary and tertiary problems. No differences between men and women in relation to frequency and causes were found. The respondents of this study scored relatively low in frequency of intimacy problems and on the impact of these problems on their quality of life. These findings are in contrast to other surveys but consistent with our experiences in practice. Conclusion and implications Amongst our patient population, intimacy problems occurred less often and were perceived as less problematic than in previous studies. This study also showed that intimacy problems can arise throughout the entire course of the disease, and can have various causes. Therefore it is of the utmost importance that all MS patients are questioned actively regarding this issue. This way, intimacy problems related to all possible causes can be prevented. Keywords Multiple Sclerosis, intimacy problems, sexual dysfunction
[email protected] Supervisor: E.L. van der Kooi Medical Centre Leeuwarden, department of Neurology, MS centre (MS centrum, Afdeling Neurologie, Medisch Centrum Leeuwarden)
Seksualiteitsproblemen bij Multiple Sclerose
Nagegaan is hoe vaak en waardoor seksualiteitsproblemen voorkomen bij patiënten met Multiple Sclerose. Van 125 patiënten, gaf 40% aan soms tot altijd seksualiteitsproblemen te ervaren. Het blijkt dat deze problemen gedurende het hele ziektebeloop voorkomen en een gevarieerde oorspong hebben. Het blijft van groot belang mensen actief te vragen naar het voorkomen van seksualiteitsproblemen.
31
NEED OF THE GENERAL PRACTITIONER FOR SUPPORT IN PALLIATIVE CARE FOR PATIENTS WITH HEAD AND NECK CANCER Rachel Dopheide
Background and aim This study was conducted to find out how general practitioners (GPs) can be supported in giving palliative care for patients with cancer in lip, oral cavity and oropharynx, since there is hardly any information about the experiences of GPs with this kind of care.
Method A retrospective, qualitative descriptive study was conducted among 10 GPs who gave palliative care to patients who died within one year after the start of this study. All GPs were interviewed in their own practice. In preparation they received a semi-structured questionnaire in which they were asked which disease-specific problems they were confronted with and whether they considered themselves to have sufficient knowledge and skills to provide good palliative care. Findings and discussion Given the low incidence of this kind of cancers GPs had no need for training. All GPs declared their need for transfer and alignment, preferably 30
by telephone, when a palliative-treated patient was transferred to them for co-treatment. Only half of the GPs needed additional written information. Nine out of ten GPs felt that they had insufficient knowledge and skills to provide good palliative care. Though all GPs indicated they could cope with providing palliative care, nine out of ten GPs believed they had insufficient knowledge and skills. Conclusion and implications Because of the lack of skills and knowledge about palliative care in patients with a tumour in the oral and maxillofacial region, GPs feel the need for support by easily accessible consultation by telephone with the head and neck team at the University Medical Center Groningen (UMCG). Keywords general practitioner, palliative care, lip cancer, oral cavity cancer, oropharynx cancer
[email protected] Supervisor: J.L.N. Roodenburg University Medical Center Groningen, Oral and Facial Surgery, Oncology (Kaak- en Aangezichtschirurgie, sectie Oncologie, Universitair Medisch Centrum Groningen)
Behoefte van huisarts aan ondersteuning bij palliatieve zorg aan patiënten met hoofdhalskanker
Ervaringen van huisartsen met palliatieve zorg voor patiënten met hoofd-halskanker en de behoefte aan ondersteuning bij het verlenen van deze zorg zijn in kaart gebracht. Gezien de geringe incidentie van dit type kanker hadden de huisartsen geen behoefte aan bijscholing. Wel is behoefte aan laagdrempelige, telefonische afstemming met het hoofd-halsteam van het Universitair Medisch Centrum Groningen.
33
THE NEED FOR PSYCHOSOCIAL CARE DURING THE FERTILITY PROCESS
Jeannette Germs - Hemme
Background and aim About 30% of the infertile patients had an insufficient coping strategy to deal with their fertility problems. Early identification of these patients is important so that specialized psychosocial care can be offered. This study evaluates the current psychosocial care in a Center for Reproductive Medicine of a University Medical Center. It focuses on patients’ needs for additional contact and related patient characteristics.
Method This cross-sectional cohort study used a structured questionnaire completed by female patients with fertility problems. The questionnaire contained three parts: personal characteristics, the Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) and an evaluation of the currently offered psychosocial care and expressed desires for additional contacts. Differences were calculated between the groups ‘who will certainly make use of any additional contact’ and ‘who would possibly or not do so’. The relationship between the need for additional contact and patient characteristics was also tested.
32
Findings and discussion In total 204 patients returned the questionnaire (response rate 71%). Eighty-three percent of the patients were satisfied with the current psychosocial care. Only 13% would not use additional e-mail contact if offered. Sixteen percent of the patients would not appreciate an evaluation with the clinician at the end of the treatment. A HADS score ≥ 7 appeared to be related to the desire for additional contacts (p = 0.03). A limitation of our study is that we did not record how many unsuccessful treatments patients had undergone, although this could have affected their emotional well-being. Conclusion and implications The majority of the patients are satisfied with the current psychosocial care. The care for infertile patients can be improved by offering additional e-mail contact and a final evaluation with the clinician. Additional support by the medical social worker seems to be primarily relevant for patients with a HADS score ≥7. Keywords infertility, emotional problems, female, screening
[email protected] Supervisor: J.A. Land University Medical Center Groningen, Center Obstetrics (Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde, Universitair Medisch Centrum Groningen)
De behoefte aan psychosociale zorg gedurende het fertiliteitstraject
Een derde van de fertiliteitspatiënten heeft gespecialiseerde psychosociale zorg nodig om beter om te kunnen gaan met vruchtbaarheidsproblemen, zo blijkt uit eerder onderzoek. Nagegaan is wat ervaringen zijn met het huidige aanbod op psycho-sociaal gebied. De meerderheid was hiermee tevreden. Het aanbieden van extra e-mailcontact en een afsluitend gesprek kunnen de zorg verbeteren. Vooral vrouwen met meer depressieve klachten wensen extra begeleiding door een maatschappelijk werker.
35
INFLUENCE OF THE PROTOCOL ON MEDICAL TREATMENT FOR ADHD PRESCRIBING BEHAVIOUR
Geke Grievink
Background and aim A previous study showed that methylfenidate in the treatment of children with ADHD is most effective when the children are monitored monthly and the dosage is adjusted, if necessary. Higher doses of methylfenidate appear to occur when children are intensively monitored. The outcome of this study is the basis for drafting the protocol ADHD in a university centre for child and youth psychiatry. The aim of this study is to determine the influence of the ADHD medical treatment protocol on the prescribing behaviour of doctors concerning methylfenidate.
Conclusion and implications The results of the study can be explained in many ways. A follow-up study in particular ADHD symptoms is necessary to say anything further about this or to improve medical treatment of children with ADHD. Keywords ADHD, children, titration methylfenidate, protocol
Method A total of 50 records of two comparable groups of children with ADHD were reviewed on prescribed doses of methylfenidate in a period before using the ADHD medical treatment protocol and after its implementation. Findings and discussion There was no difference in mean age, gender and ADHD subtypes of the two groups. No differences could be found in prescribed dosages of methylfenidate for children before and after implementation of the ADHD medical treatment protocol. Possible explanations include differences in the recommended medical treatment and the medical protocol or cultural differences. 34
[email protected] Supervisor: L.J. Kalverdijk Accare, University Medical Center Groningen, department of Child Psychology (Universitair Centrum voor Kinder en JeugdPsychiatrie Groningen)
Invloed van het protocol medicamenteuze behandeling bij ADHD op voorschrijfgedrag
Kinderen met ADHD die behandeld worden met methylfenidaat en intensief worden gevolgd krijgen hogere doseringen methylfenidaat, zo blijkt uit onderzoek. Het behandelprotocol is hierop aangepast. In deze studie is gekeken of kinderen behandeld volgens dit protocol, ook werkelijk hogere doseringen krijgen. Dit bleek niet zo te zijn. Vervolgonderzoek op bijvoorbeeld ADHD-symptomen is nodig om verdere uitspraken te kunnen doen.
37
SOMATIC HEALTH CARE WITHIN THE OUTPATIENT ADDICTION CARE PROGRAMME
Joke de Groot
Background and aim It is important that physical health problems of patients with chronic addictions are optimally treated or even prevented. Within the ambulatory addiction social care programme in the North of the Netherlands there is no agreement on how to organise somatic care for patients with severe chronic alcoholism.
Method The data collection process involved interviews with team members of various addiction treatment institutions in the Netherlands, within VNN (the addiction social care centre in the North of the Netherlands), and with general practitioners within the city of Groningen. Furthermore, staff of the outpatient addiction care programme was asked how the somatic care within VNN could be improved. Findings and discussion The role of social care of patients with addictions appears to require a clear signalling function to flag somatic problems amongst patients with chronic alcoholism, which means that the treatment sometimes needs to be 36
taken over from the general practitioner. Roles and responsibilities therefore need to be better defined, so that the role of the doctor at the addiction social care centre can be broadened and the expertise of nurses, specialist nurses and other staff members can be employed more effectively and frequently. To achieve this, clear guidelines should be drawn up, and general practitioners should have better accessibility and process feedback. This will also improve collaboration. Conclusion and implications This investigation has shown that clear views exist on what the somatic care of addicts with chronic alcoholism should look like, but that the development of policy in this regard needs to be facilitated. One of the recommendations is to assign a committee within VNN, which can develop and implement the vision and policies pertaining to somatic care within the social care programme of outpatient addiction treatment of VNN. Keywords chronic alcoholism, somatic health, somatic screening, guidelines
[email protected] Supervisor: A.N. van der Meer-da Silva Pinto Addiction Social Care team Function Assertive Community Treatment (FACT-team, Verslavingszorg Noord Nederland, Groningen)
De organisatie van de somatische zorgverlening binnen de Ambulante Sociale Verslavingszorg
Lichamelijke gezondheidsproblemen bij een chronische alcoholverslaving moeten zo optimaal mogelijk worden behandeld. In deze studie is de organisatie van deze somatische zorg onderzocht. De sociale verslavingszorg signaleert somatische problemen, waarbij de behandeling soms moet worden overgenomen van de huisarts. Samenwerking met de huisarts kan worden versterkt door de toegankelijkheid en terugkoppeling van informatie te verbeteren.
39
INFORMATION ON WAITING TIMES AND PATIENT SATISFACTION IN THE EMERGENCY DEPARTMENT
Marleen Haanschoten - Mooibroek
Background and aim In the emergency department, waiting times and the patient’s experiences during the treatment are important factors in how satisfied the patient is. In order to study the influence that waiting time has on patient satisfaction, a brochure and a video of the emergency department were created and introduced in the emergency department.
Method This was a cross-sectional study using a patient survey to examine patient satisfaction in relationship to the waiting time through the whole process in the emergency department. Data was collected during three different periods of 2 weeks. The first period reflected the current situation, the second period followed the receipt of a brochure and the third period followed a video presentation in the waiting room. The chi square test was used to measure differences in patient satisfaction in the different groups.
38
Findings and discussion A brochure or a video in the waiting room did not significantly influence patient satisfaction. The comments at the end of the patient survey suggest that the information in the brochure or in the video were not registered by the patient. The concept of triage is still unknown. Analysis of these comments showed that there were other factors that were not studied which might have influenced patient satisfaction. Conclusion and implications Information about waiting times is important to the patient but appears to have no influence on patient satisfaction. A large video screen with actual information on waiting times and about the department would be an improvement. Keywords emergency care, waiting time, information video, patient satisfaction, patient education
[email protected] Supervisor: L.P.C. Blasé St. Jansdal Hospital, Emergency Department (Spoedeisende Hulp, Ziekenhuis St. Jansdal, Harderwijk)
De invloed van informatie over wachttijden op tevredenheid op een spoedeisende hulp
Door de informatie aan patiënten op de spoedeisende hulp te verbeteren wordt verwacht dat zij meer tevreden zijn. Een folder en video zijn ontwikkeld. De tevredenheid over het wachten was niet veranderd door deze nieuwe manier van informeren. Goede informatie over wachttijden is wel belangrijk, maar heeft geen invloed op de tevredenheid. Een digitaal wachtkamerscherm wordt aanbevolen.
41
QUALITY OF INFORMATION FOR PATIENTS REFERRED TO THE NURSE-LED HEART FAILURE CLINIC
Marjan de Hoop
Background and aim Patients who are referred to the heart failure clinic are often unsure about the reason for referral. Despite the given information they appear unprepared at first consultation. This study assessed the need of patients with heart failure for information and how much they already know at the time of referral.
Method In this quantitative descriptive study 25 patients completed two questionnaires prior to the first visit of a nurse-led heart failure clinic. Data were collected with the Dutch Heart Failure Knowledge Scale (DHFKS) and were used to test the knowledge level of patients. A supplementary questionnaire was used to investigate the needs for information. Findings and discussion Patients younger than 70 years had a greater need for information than patients older than 70 years (mean rank 17.06 vs. 11.09). The knowledge level according to the DHFKS was 11.0 (SD 2.2). There was no significant difference regarding the level of knowledge between the 40
elderly and younger patients. Patients younger than 70 years with an insufficient score on the DHFKS had more need for information about ‘medication'. Younger patients had a greater need for information than the elderly patients. This can be explained by the fact that younger patients are more assertive and ask more questions than older patients. Conclusion and implications There is no difference between the older and younger patients regarding the level of knowledge and the need for information. The results of this study can be used for revising the existing information on listed parts. Further research into the need for information of heart failure patients regarding their individual questions and situation may improve patient information in the future. Keywords heart failure, education, information needs, knowledge level
[email protected] Supervisor: K. Thomas Health care organisation Noorderboog, department of cardiology (Cardiologie, Zorgcombinatie Noorderboog Meppel)
Kwaliteit van informatieverstrekking bij doorverwijzing naar de hartfalenpoli
Patiënten die voor het eerst op de hartfalenpoli komen, zijn vaak onzeker over de reden van doorverwijzing. Dit onderzoek richt zich op het kennisniveau en de informatiebehoefte van hartfalenpatiënten op een hartfalenpoli. Jongere patiënten hebben meer behoefte aan informatie, maar er is geen verschil in kennis tussen ouderen en jongeren. Resultaten kunnen gebruikt worden voor het herzien van bestaande voorlichting.
43
CARDIOVASCULAR RISKS FOR PATIENTS WITH RHEUMATOID ARTHRITIS
Marianne Horbeek - Bloem
Background and aim Patients with rheumatoid arthritis (RA) have an increased cardiovascular risk, but the prevalence of this risk is not known. It is assumed that the chronic inflammation in RA leads to a (reinforced) inflammation of the vessel wall; this inflammation has a direct adverse effect on the blood vessels. A research was conducted to determine the cardiovascular risk for patients with RA.
Method A prospective, descriptive study included 102 patients. In 88 patients the cardiovascular risk could be determined. Patients with increased cardiovascular risk ≥ 20% were examined for the following three outcomes: abnormal laboratory results in the cardiovascular risk profile, the relationship between RA disease activity and cardiovascular risk and the number of patients already treated for cardiovascular diseases. Findings and discussion The prevalence of increased cardiovascular risks for patients with RA was 75%. Of this group 54% had an increase in glucose level above 5.6 mmol (p= 0.024). The lipid spectrum was normal. There was no correlation between disease 42
activity and cardiovascular risk profile. There were significantly more patients (38%) who used blood-thinning medication than patients who did not use this kind of medication (p=0.03). The cardiovascular risk in patients with RA was increased but was not corrected for traditional risk factors in such as hypertension, smoking, increased cholesterol value, obesity and diabetes mellitus. In the group with increased risk, an increased glucose level was detected. The lipid spectrum was normal, while earlier studies suggested a worsening lipid profile under the influence of inflammation. Conclusion and implications Patients with RA have an increased cardiovascular risk. No relation was demonstrated between an increased disease activity of RA and an increased cardiovascular risk. It is recommended to screen patients with RA on cardiovascular risks in order to give lifestyle advices and to take therapeutic measures to prevent cardiovascular diseases. Keywords rheumatoid arthritis, cardiovascular risk, DAS 28 score.
[email protected] Supervisor: J.P.L. Spoorenberg Nijsmellinghe Hospital, department of rheumatology (Reumatologie, Ziekenhuis Nijsmellinghe Drachten)
Cardiovasculaire aandoeningen bij patienten met reumatoïde artritis
Patiënten met reumatoïde artritis (RA) hebben een verhoogd cardiovasculair risico, maar de omvang van dit risico is onbekend. Bij het in kaart brengen van het cardiovasculair risicoprofiel bij patiënten met RA blijkt driekwart van de patiënten een verhoogd risico te hebben. Daarvan heeft ruim de helft een verhoogd glucosegehalte. Aanbevolen wordt patiënten met RA te screenen op cardiovasculaire risico’s.
45
DEVELOPMENT OF AN INSTRUMENT TO MEASURE INTERACTION BETWEEN NURSE AND CHILD DURING WOUND DRESSING CHANGES Ina van Ingen Schenau - Veldman
Background and aim Wound dressing changes are a daily recurring nursing intervention in the treatment of paediatric patients with burns. These dressing changes are painful and stressful for the child, and for the nurse an unwelcome but necessary action. At our burn centre, video interaction guidance has been introduced to optimize the interaction between the nurse and the child during dressing changes. Nurses find video guidance a valuable and positive experience, but the question is if there is really an improvement in interaction. As far as we know there is no instrument to assess the effect of video interactive guidance on the nursechild interaction. The aim of this study was to develop such an instrument.
Method In a qualitative study, nurses changing dressings in children 0-4 years of age were recorded on video. By microanalysis of the video images, interactions were analyzed by two video interactive guiders and then categorized, using the diagram of successful contact by Biermans (1990). When no new elements were found, the taxonomy was established and tested in an additional four videos of wound dressing changes.
44
Findings and discussion The patterns ‘being considerate’ and ‘attuning’ were sub-divided into different dimensions. Furthermore, nursing intervention was added as an additional dimension to the pattern of ‘attuning’. Burn care centres have done but little research into the role of the nurse during dressing changes in terms of child comfort. The interaction between the child and the nurse appears to play a major role and deserves more attention. Conclusion and implications The development of a taxonomy as a measuring instrument is a step towards optimizing dressing changes. After the interrater agreement on the taxonomy has been tested, it can serve as an instrument for future research concerning the possible contribution of video interaction guidance to burn care. Keywords video interaction guidance, dressing changes, burns, children, taxonomy
[email protected] Supervisor: S.M.H.J. Scholten – Jaegers Martini Hospital, Burn Care Centre (Brandwondencentrum, Martini Ziekenhuis Groningen)
De ontwikkeling van een instrument voor het meten van interactie tussen verpleegkundige en kind tijdens verbandwisseling
Verbandwisselingen bij kinderen met brandwonden zijn voor zowel kind als verpleegkundige een vervelende gebeurtenis. Video-interactiebegeleiding wordt gebruikt om de interactie tussen verpleegkundige en kind te optimaliseren. In dit onderzoek is een instrument ontwikkeld om de interactie tijdens de verbandwisseling te meten, met ‘attent zijn’ en ‘afstemmen’ als dimensies. Voor toepassing in de praktijk is verder onderzoek nodig.
47
NON-INVASIVE VENTILATION FOR PATIENTS WITH COPD EXACERBATION ON A GENERAL
NIV on ICU. This research was carried out for 4 months. Despite the relatively short period it was a good reflection of the number of admissions and the possibilities for NIV on a general nursing ward.
Frieda Janssen
Conclusion and implications This research showed that 50% of the patients with COPD exacerbation within this hospital qualify for NIV on the Nursing Department. If NIV is to start as a treatment of COPD exacerbation, research should be done into the shorter admission duration of these patients within this hospital.
Background and aim Non-invasive ventilation (NIV) is recommended as treatment for patients with COPD exacerbation. At this moment patients treated with NIV are admitted to an Intensive Care Unit. Research shows that NIV can also be applied to a general nursing ward with the same positive results. The aim of this study was to evaluate the number of hospital admissions of patients with COPD exacerbation who can be treated with NIV on a general ward.
Method A quantitative, descriptive research was carried out in the period of September to December 2011. When a patient was admitted, arterial blood gasses, respiratory frequency and quality and the cause of the exacerbation were recorded. On the basis of specific criteria it was determined if a patient on a general nursing ward was eligible for NIV treatment. Findings and discussion The investigation showed that 50% of patients on a general nursing ward were eligible for NIV. The patients who were eligible for NIV received the following treatments: antibiotics, corticosteroids, inhalations, xylomethazoline, azetazolamide, physiotherapy, diet, O2, and 46
Keywords COPD, exacerbation, non-invasive ventilation, criteria, treatment
[email protected] Supervisor: G.P.J. de Leede Bethesda Hospital, department of Pneumonology (Afdeling Longgeneeskunde, Bethesda Ziekenhuis Hoogeveen)
Non-invasieve beademing bij exacerbatieCOPD patiënten op de verpleegafdeling
Dit onderzoek laat zien dat de helft van de patiënten die wordt opgenomen met een exacerbatie COPD in een algemeen ziekenhuis, in aanmerking komt voor non invasieve beademing op de verpleegafdeling in plaats van op de IC. Aanbevolen wordt om bij het inzetten van deze behandeling bij COPD-patiënten op de verpleegafdeling, te onderzoeken of de opnameduur daarmee wordt verkort.
49
HOW VALID IS THE 4DSQ AS A SCREENING TOOL FOR AUTISM SPECTRUM DISORDERS?
Enrico de Krijger
Background and aim Depressive and anxiety disorders are the most common comorbid disorders in patients with an Autism Spectrum Disorder (ASD) and are underdiagnosed. There is a need for ‘ASD friendly’ screening tools. The aim of this study is to demonstrate that 4DSQ scales (depression, anxiety and distress) can accurately predict the existence of a depressive or anxiety disorder in patients with an Autism Spectrum Disorder (ASD).
Method This was a quantitative, cross-sectional descriptive study. Clients with ASD completed the 4DSQ (index test) (n = 60). A psychiatrist (reference test) diagnosed a random sample of these (n = 36) for a depressive or anxiety disorder. The area under the curve (AUC), sensitivity, specificity and likelihood ratios were calculated for the ideal cut-off point of the depression, anxiety and distress scale of the 4DSQ. Findings and discussion The AUC scores (for the absence or presence of a depressive or anxiety disorder) were 0.74, 0.78 and 0.73 respectively for the depression, anxiety and distress scale. The ideal cut-off point for 48
the depression scale was ≥ 2, for the anxiety scale ≥ 8, and ≥ 11 for the distress scale. The sensitivity and specificity for the depression, anxiety and distress scale were 0.75-0.65, 0.75 -0.79 and 0.84-0.65, respectively. Despite the small sample, the reliability of the 4DSQ was demonstrated and argued for this population. It was shown that distress is a measure of coping strategy for patients and may be a cause for a depression or an anxiety disorder. Conclusion and implications The depression, anxiety and distress scale of the 4DSQ accurately predict the existence of a depressive or anxiety disorder in a population of independently living patients with ASD. We recommend more research for this population into the validity of the distress scale as a quick scan, for a depressive or anxiety disorder and for an ineffective coping strategy. Keywords ASD, 4DSQ, screening, depression, anxiety
[email protected] Supervisor: H. Zijlstra Organisation for Mental Health Care (Zorgmaatwerk Harlingen)
Hoe valide is de 4DKL als screeningsinstrument bij Autisme Spectrum Stoornissen?
Depressieve- en angststoornissen zijn de meest voorkomende comorbide stoornissen bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS), maar worden niet altijd vastgesteld door het ontbreken van ASS-vriendelijke screeningsinstrumenten. Uit dit onderzoek blijkt dat met de 4DKL schalen voor depressie, angst en distress goed de aanwezigheid van een depressieve en/of angststoornis kan worden gediagnosticeerd bij zelfstandig wonende mensen met ASS.
51
REASONS TO STOP SYSTEMIC TREATMENT OF PATIENTS WITH PSORIASIS
Anke van de Lageweg
Background and aim Psoriasis is a genetic and chronic skin condition. Many of the patients use systemic treatment, for instance with so-called biologics. Treatment with biologics is expensive and prescription is restricted to dermatologists and to specific rules. It is unknown why patients stop taking them or switch to other medication.
Method In the study we reviewed records of patients with psoriasis who had used some kind of systemic medication in retrospect and recorded the reason why patients stopped taking it or switched to other medication. Findings and discussion A total of 180 patient records were reviewed. In the end, about 130 patients were included in the study. Fifty patients had never used systemic medication or stopped taking medication. The reasons for discontinuing the treatment for most patients and their medications were insufficient effectiveness. Treatment with oral medication was as often stopped by the dermatologist, as by the 50
patient, as being the result of a joint decision. Treatment with biologics was mostly stopped by the dermatologist and often by the patient. Only once abnormal results of a blood test were the reason to stop. Investigation revealed that not all data were recorded in the file correctly. Some cases could therefore not be included into the study. Some patients repeatedly started and stopped taking medication. Conclusion and implications Systemic medication is stopped primarily because of insufficient effectiveness. Medical problems are usually no reason to discontinue the treatment. A review of the frequency and content of blood tests is recommended. Keywords psoriasis, systemic medications, reasons for discontinuation treatment, insufficient effect.
[email protected] Supervisor: R. Vodegel Medical Centre Leeuwarden, department of Dermatology (Dermatologie, Medisch Centrum Leeuwarden)
Redenen om de behandeling met systemische medicatie te stoppen bij psoriasis patiënten
Waarom psoriasis patiënten stoppen met systemische medicatie was onderwerp van onderzoek. De reden om te stoppen was overwegend ‘onvoldoende effect’. Medische problemen zijn veelal geen reden om medicatie te beëindigen. Bij orale medicatie beslist even vaak de arts als de patiënt om te stoppen of gaat het in onderling overleg. Bij biologicals is het vaker de dermatoloog die beslist de medicatie te stoppen.
53
RELATIONSHIP OF NEUROPSYCHOLOGICAL FUNCTIONING AND SYMPTOMATIC AND FUNCTIONAL RECOVERY AFTER PSYCHOSIS Marga van Leersum - Veenstra
Background and aim A high degree of cognitive symptoms during the first psychosis can be associated with poor recovery. A relationship between good neurocognitive functioning and a better recovery is very likely. The aim of this study was to subscribe to the 2- to 5-year-followup of first episode patients related to normal neuropsychological baseline functioning and to investigate if a better cognitive profile can be related to a better symptomatic and functional recovery.
Method A prospective longitudinal cohort study of 96 first episode patients was conducted. The cases in this cohort were dichotomized on cognitive profile extracted from data assessed at baseline to determine schizophrenia or rule this out (First Episode Examination). Data concerning the same group of patients assessed during Routine Outcome Monitoring were used to investigate recovery. Recovery was measured by using PANSS-R scores. Functional recovery using GAF scores was related to cognitive symptoms at baseline.
52
Findings and discussion It was discovered that patients with a normal cognitive baseline functioning had less clinical and functional symptoms at follow-up compared to the group with poor neuropsychological functioning. The recovery of patients with poor cognitive neuropsychological baseline functioning appeared to be better. Nevertheless this group had more symptoms during the whole period. This is consistent with findings in other studies describing the trajectories of recovery in schizophrenia related to cognitive symptoms. Conclusion and implications The group with poor cognitive neuropsychological functioning had more symptoms during the whole time frame. The outcomes in this study confirm the need for intensive treatment during the first five to seven years after the first episode. Keywords first episode, schizophrenia, recovery, cognitive symptoms, longitudinal.
[email protected] Supervisor: F.D. van Es University Medical Center Groningen, department of Psychiatry, Psychoses (Afdeling Psychosen, Universitair Centrum Psychiatrie Groningen)
Herstellen patiënten die goed cognitief functioneren tijdens eerste psychose beter?
De invloed van cognitief functioneren ten tijde van eerste psychose op herstel is onderzocht. Patiënten met relatief weinig cognitieve symptomen bleken beter hersteld te zijn. Beide groepen bleken op moment van psychose te verschillen en zijn dus moeilijk vergelijkbaar. De gehele populatie is slecht hersteld. Intensieve behandeling gericht op zowel symptomatisch als functioneel herstel is noodzakelijk.
55
SEXUAL FUNCTIONAL DISORDERS AS SIDE-EFFECTS OF ANTIPSYCHOTICS
Marion Mulder - Paalman
Background and aim The central aim of this study was to emphasise sexual functional disorders as an important aspect in the medicinal treatment of schizophrenia and other related psychotic illnesses. The current idea is that sexual problems in these groups, although often prevalent, are not always taken seriously during treatment and can lead to therapy resistance.
Methods In 2010, 98 patients from two psychiatric health care facilities in the North of the Netherlands took part in the Routine Outcome Monitoring (ROM). This was according to the Pharmacotherapy Monitoring Outcome Survey (PHAMOUS) in which the Subject Rating Scale Antipsychotics (SRA) and the Manchester Short Assessment of Quality of Life (MANSA) were incorporated. The rest of the data, such as results of reports from ROM- PHAMOUS, doctors’ letters, evaluations and treatment plans were obtained from digital patient files.
54
Findings and discussion During the ROM with 98 patients, the SRA was taken with 65 patients and the MANSA with 77 patients. Sexual dysfunction in the SRA was found in 54% of patients. Of the respondents, 51% were dissatisfied with their sexual lives or intimate relationships. These malfunctions are not even mentioned in most clinical reports. For 7% (SRA) and 5 % (MANSA), treatment for having sexual problems was suggested to their general practitioner. Specific treatment goals were not formulated. Conclusion and implications There is a pronounced lack of reports of sexual functional disorders by the health care profession. It is clear that more attention should be paid to the sexual functional disorders of this patient group. It is an important challenge for health care providers to improve this aspect of health care. Keywords schizophrenia, sexual dysfunction, quality of life, antipsychotics, side-effects
[email protected] Supervisor: H. Knegtering Organisation for Mental Health Care, team Function Assertive Community Treatment (FACT-team, Linis|Lentis Groningen)
Aandacht voor seksuele problemen als bijwerking van anti-psychotica
Patiënten met schizofrenie verwante psychotische stoornissen kunnen als bijwerking van hun medicatie, seksuele problemen ervaren. De indruk bestaat dat deze problemen onderbelicht blijven in de behandeling. Uit dit onderzoek blijkt dat seksuele problemen frequent voorkomen, maar dat hiervoor geen behandeldoelen gesteld worden. Hier ligt een belangrijke uitdaging ter verbetering.
57
EFFECTS OF HOME BLOOD PRESSURE MEASUREMENT ON HBA1C AND BLOOD PRESSURE IN PATIENTS WITH DIABETES MELLITUS Sylvia Oostveen
Background and aim It is well known that hypertension frequently occurs among patients with diabetes mellitus. Conventionally, hypertension has been treated with regular checks during outpatient visits. This study evaluated whether home blood pressure measurement (HBPM) may lead to an improvement in HbA1c and systolic blood pressure. The hypothesis holds that HBPM increases self-management and that this has a positive effect on HbA1c and systolic blood pressure. This was studied in a patient population with diabetes mellitus and hypertension being treated in an outpatient department.
Method A pre-experimental study was conducted among 24 patients (intervention group, n = 12; usual care group, n = 12). The intervention group applied HBPM for 3 months and patients were treated via telemonitoring.
Findings and discussion The HbA1c in the intervention group showed no improvement. The intervention group did show an improvement in the systolic blood pressure, however, this improvement was not statistically significant. The intervention group was positive about HBPM; they indicated that they participated better in the treatment of their blood pressure. Since the study was based on a small group of patients, the results cannot be generalized. Conclusion and implications In this research HBPM did not improve the HbA1c, while the improvement of the systolic blood pressure was not significant. It is plausible the small research population (n=12) caused this result. Further research involving larger samples collected over a longer period of time seems necessary to be able to demonstrate significance. Keywords home blood pressure measurement, HBPM, diabetes mellitus, HBA1c, hypertension
[email protected] Supervisor: K.N.J.P. Borst Noorderboog Hospital, outpatients’ clinic Internal Medicine (Polikliniek Interne Geneeskunde, Zorgcombinatie Noorderboog Meppel)
56
Effect van thuis bloeddruk meten op HbA1c en bloeddruk bij patiënten met diabetes mellitus
Veel patiënten met diabetes mellitus hebben last van hoge bloeddruk. Op experimentele wijze is gekeken of Home Blood Pressure Measurement (HBPM) het HbA1c en de systolische bloeddruk verbetert. Het HbA1c veranderde niet. De systolische bloeddruk daalde, maar niet significant. De patiënten waren tevreden over het thuis bloeddruk meten en gaven aan beter betrokken te zijn bij de behandeling.
59
PREVALENCE OF METABOLIC SYNDROME AFTER ONE YEAR OF TREATMENT
Marja de Ruig
Background and aim Metabolic syndrome is a combination of medical disorders that, when occurring together, increase the risk of developing cardiovascular disease and diabetes. Psychiatric patients who are treated with antipsychotics are even more at risk. The aim of this study was to determine the prevalence of metabolic syndrome in psychiatric patients treated with secondgeneration anti-psychotics after have been treated in an outpatient department for a year.
Method A quasi-experimental design was used among ambulant chronic patients in the age of 21-66 years. The first screening took place in 2010; a second screening a year after treatment. Metabolic syndrome was determined on the basis of five clinical criteria of the National Cholesterol Education Programme (2005). The effectiveness of interventions like lifestyle coaching and medication was investigated.
58
Findings and discussion After one year of treatment, prevalence of metabolic syndrome in the outpatient’s clinic was significantly reduced from 44.9% to 28.9%. The Intervention lifestyle coach showed the most significant improvement, followed by treatment with drugs for metabolic syndrome. Due to the relatively small sample, results may be biased. Conclusion and implications Metabolic syndrome was treated effectively in psychiatric patients treated with 2-generation anti-psychotics. Given these positive results it is recommended to extend this kind of treatment to the entire outpatient field. Keywords metabolic syndrome, atypical antipsychotics, chronic psychiatry, outpatient, obesity.
[email protected] Supervisor: J.D. Blom Organisation for Mental Health Care, team Function Assertive Community Treatment (FACT-team, GGz Centraal, Ermelo)
De prevalentie van het metabool syndroom na een jaar behandeling
Psychiatrische patiënten die behandeld worden met 2e generatie anti-psychotica, hebben een verhoogd risicio op metabool syndroom. In dit onderzoek blijkt dat de prevalentie van metabool syndroom bij patienten die een jaar lang behandeld zijn op een polikliniek is afgenomen. Gezien deze resultaten wordt aanbevolen dit zorgaanbod verder uit te breiden naar het volledige ambulante veld.
61
THE PREVALENCE OF POSTOPERATIVE PAIN AT HOME AFTER DAY SURGERY
Margriet Schlepers - Beukers
Background and aim Although a great variety of surgical procedures are performed on an ambulatory basis, little is known about postoperative pain experience at home after ambulatory surgery. This study was performed to assess the prevalence and course of postoperative pain in the early postoperative period after ambulatory surgery.
Methods Over a period of 2 months, 198 patients who underwent day surgery were asked to participate. Data were collected with electronic patient record, pain journal and interviews. Pain intensity was measured using a visual analogue scale (VAS) during 3 days after surgery, three times a day. Pain medication, side-effects, anaesthesia techniques, complications and patient satisfaction were also recorded. Findings and discussion On the day of the operation almost 29.2 % of the patients had moderate to severe pain (defined as mean VAS > 4.) Mean VAS scores were higher than 4 in 29.9% on postoperative day (POD) 1, in 6.1% on POD 2, in 0% on 60
POD 3. Operations of the small chirurgic, gynaecology and the arthroscopy were the most painful procedures. Pain medication was used by 73.7% of the patients as prescribed; 12.1% used nothing at all and the others used a painkiller on own initiative. Nausea was reported by 11.6% of the patients on POD 1; more at spinal anaesthesia than at overall anaesthesia. Conclusion and implications The study showed that one third of the patients were still experiencing moderate to severe pain in the postoperative period after day treatment/surgery even after 2 days. The type of operation should be considered when planning postoperative analgesia for ambulatory surgery. Keywords postoperative pain, ambulatory surgery, analgesia, VAS scores
[email protected] Supervisor: T. Immink – Speet Hospital Röpcke Zweers, department of Anesthesiology (Afdeling Anesthesiologie, Saxenburghgroep Röpcke Zweers Ziekenhuis, Hardenberg)
De prevalentie van postoperatieve pijn na dagbehandeling in de thuissituatie
Steeds meer chirurgische procedures vinden plaats in dagbehandeling. Uit dit onderzoek blijkt dat veel patiënten pijn ervaren na dagchirurgie, zelfs nog na de tweede dag. Vooral bij arthroscopieën, gynaecologische en de kleine chirurgische ingrepen gaf een groot aantal patienten aan veel pijn te hebben. De pijnmedicatie voor de thuissituatie moet beter afgestemd worden op de soort operatie.
63
FRAILTY IN THE ELDERLY OLDER THAN 75 YEARS IN GENERAL PRACTICES
Marja Schuttenbelt
Background and aim Frailty can be seen as increasing vulnerability associated with elderly. It says something about the severity and the speed of the aging process within the individual. In the general family practice it is not always clear what the scale and level of frailty within the elderly population is. The aim of this research was to understand the frailty of the population of 75-year-olds in general practices and which factors were affecting this frailty.
Method This study had a quantitative descriptive and cross-sectional design. To measure the frailty of a random sample (n=50), the Groningen Frailty Indicator (GFI) was used. Of the variables age, gender, multi-morbidity, residential and care conditions were examined on their impact on frailty. Findings and discussion A total of 25 elderly (50%) were classified as being frail, with an average age of 83 years (sd = 4.58). There was no significant correlation between frailty and the variables age, gender and residential conditions. There was a significant correlation between multi-morbidity and frailty (p=0.00). Also the correlation between 62
the amount of care provided and the GFI score was significant (p=0.00). The frail elderly scored high on the social en psychological components of the GFI. Due to the significant difference in age between the sample and the whole population of 75 years and older in general practices, the results cannot be generalized. Conclusion and implications We established what the frailty score was of some of the people who were 75 years or older. The recommendation is to use the frailty assessment in order to establish the frailty in the other elderly patients of the general practice, too. With more in-depth knowledge of how frail the elderly population is, there will be more opportunities to intervene. Keywords frailty, co-morbidity, multi-morbidity, elderly care
[email protected] Supervisors: F.H.A. Zoethout & E.J. Breet General Practioners LemmerRijn (Huisartsengroep LemmerRijn, Lemmer)
Kwetsbaarheid bij ouderen boven de 75 jaar in de huisartsenpraktijk
In dit onderzoek is gekeken naar de omvang en de mate van kwetsbaarheid van de ouderenpopulatie in een huisartsenpraktijk. De helft van de onderzochte 75 plussers is kwetsbaar. Kwetsbaarheid heeft geen relatie met leeftijd, geslacht en woonsituatie. Ouderen met meerdere chronische ziektes en die meer zorg krijgen zijn kwetsbaarder. De kwetsbare ouderen hebben vooral sociale en psychische problemen.
65
KNOWLEDGE AND SKILLS OF ADULT PATIENTS RECEIVING LONG-TERM TRACHEOSTOMAL VENTILATION AT HOME
Irma Sinnema
Background and aim In the Netherlands over 2000 patients receive long-term tracheostomal ventilation in the home situation. Adult patients receiving extramural long-term tracheostomal ventilation rely heavily on their local professional and non-professional caregivers for medical support. However, relevant knowledge and skills of these caregivers have not been studied scientifically. We measured these in a voluntary crosssectional quantitative study with the purpose of using the study outcome to help improve our educational programme on long-term tracheostomal ventilation.
Method In the service region of the Respiratory Home Care Center of the University Medical Center, we studied 36 adult patients (69% response) and their 76 caregivers (100% response). Knowledge of ventilation was tested through a questionnaire and skills were tested using observational checklists by nurse practitioners of the respiratory home care centre. Findings and discussion Measured levels of knowledge and skills were generally high, with no significant differences between professional and non-professional caregivers. In contrast, there were relatively low levels of anatomical positioning of tracheostomy tubes, the functional relevance of cuffed tubes, 64
the ventilator alarms and interventions in case of acute respiratory distress. Although limited in size, our study findings were similar to the few publications in this field. Conclusion and implications In conclusion, although skills and knowledge amongst caregivers were generally good, in some important areas there was room for improvement. Our educational programme will be redesigned to meet those needs. Further research on effects of this new educational programme is recommended. It should be considered to extend the research to other respiratory home care centres. Keywords mechanical ventilation, tracheostomy, respirator, professional education, (non) professional education, caregivers, home nursing
[email protected] Supervisor: J.A. Nieuwenhuis University Medical Center Groningen, Respiratory Home Care Center (Centrum voor Thuisbeademing, Universitair Medisch Centrum Groningen)
Kennis en vaardigheden bij volwassen patiënten met chronische tracheostomale beademing en hun zorgverleners
Bij chronisch tracheostomaal beademde patiënten en hun zorgverleners is gekeken naar de kennis en vaardigheden met beademing. Over het algemeen is dit goed, waarbij er geen verschil was tussen zorgverleners met of zonder medische achtergrond. Meer kennis en vaardigheden zijn nodig over de ligging van de tracheacanule, enkele risico’s, de alarmfunctie van de machines en beleid bij acute benauwdheid.
67
MORTALITY BY ISOLATED AVR AND CONCOMITANT AVR AND CABG IN THE NETHERLANDS
Ammy van der Tol - Paap
Background and aim An aortic valve replacement (AVR) is a risky operation, during which complications can occur, especially in combination with a coronary artery bypass grafting (CABG). It is generally acknowledged that concomitant AVR and CABG have a higher operative mortality rate. However, studies report conflicting results on the long-term mortality. The aim of this prospective study was to explore and compare outcomes and risk factors of isolated AVR and concomitant AVR and CABG in a Dutch patient population.
Methods From 2001 through 2010, 197 patients underwent isolated AVR and 135 concomitant AVR and CABG. Median follow-up length was 48 months. A multivariate Cox proportional hazard analysis was performed to determine the independent risk factors for long-term mortality after aortic valve replacement. Findings and discussion The median age of the population was 73 years (IQR 65 – 78) and 62% was male. Patients in the combined AVR and CABG were older and had worse cardiac risk profiles and pre-operative cardiac statuses. The five-year survival rate was 85% in AVR and 73% in AVR-CABG group (p-value 0.012). Independent risk factors for 66
mortality were higher creatinine, previous CABG and increasing age. The current results were derived from a single centre, so it is uncertain whether they apply to other populations. Nevertheless baseline and clinical outcome parameters were comparable to other studies, indicating our results could very likely be applied to other populations. Unfortunately, there was no data available on whether the aortic valve pathology was regurgitation, stenosis or mixed. Conclusion and implications Patients who underwent aortic valve replacement surgery concomitant with bypass surgery had higher five-year mortality than their counterparts without CABG. Prior CABG, renal function and age, but not concomitant CABG remained associated with increased mortality independently. Keywords coronary artery bypass grafting, aortic valve replacement, mortality, long term outcome, survival, EuroSCORE, valve, surgery, AVR, CABG
[email protected] Supervisor: V.A.W.M. Umans Medical Centre Alkmaar, department of Cardiology (Cardiologie, Medisch Centrum Alkmaar)
Mortaliteit bij geïsoleerde aortaklepvervanging en aortaklepvervanging gecombineerd met coronaire bypasschirurgie
Een aortaklepvervanging is risicovol, zeker in combinatie met coronaire bypasschirurgie. Dit onderzoek richt zich op verschillen in resultaten en risicofactoren bij een klepvervanging alleen en gecombineerd met bypasschirurgie. Patiënten met zowel een nieuwe klep als bypasses, overleden vaker in de eerste vijf jaar na de operatie. Een eerdere bypass, verminderde nierfunctie en leeftijd verhogen de kans op overlijden.
69
QUALITY OF BREAST CANCER SURGERY IN A SMALL GENERAL HOSPITAL
Sibbelina Visser - Brouwer
Background and aim Studies considering the quality of surgery of breast cancer are often focused on mortality. These data were not available in this study because of the short follow-up period. Scientific literature pays little attention to the turnaround times, while guidelines mention these as an important quality standard. The aim of this study was to gain insight into the quality of breast cancer surgery in a specific general hospital compared to other general and teaching hospitals.
Methods Data from 2008, 2009 and 2010 of the hospital under study were compared to data of all other hospitals in the region – both general and teaching hospitals - in a retrospective, longitudinal and non-experimental study. At first, the patient characteristics were compared. Secondly, radicality, the number of breast saving operations, the number of sentinel node procedures and the number of axillary node dissections were compared. Also turnaround times, between diagnosis and surgery, surgery and radiotherapy, and surgery and chemotherapy were compared.
68
Findings and discussion The study population in the hospital under study substantially differed from the population in the other hospitals on specific variables. Patients were older, the tumour staging was lower and the tumour grade was higher. Shorter turnaround was found in the hospital under study. The quality of breast cancer surgery was at least as good. It was established that shorter turnaround times reduce the risk of recurrent disease. Analysis was hampered due to the low number of patients in the hospital under study. Conclusion and implications The quality of the surgery care is just as good as in the other hospitals, and the turnaround times are shorter. It is recommended to do further research on the effect of increasing turnaround times as the result of centralization of breast cancer care in The Netherlands. Keywords breast cancer, volume-norm, indicators, quality of care, turnaround times
[email protected] Supervisors: E.M. de Graaf & K.M. Blaauwensdraat Hospital De Sionsberg, Internal Medicine (Interne Geneeskunde, Ziekenhuis De Sionsberg Dokkum)
Kwaliteit borstkankeroperaties in een klein perifeer ziekenhuis
Kwaliteitsonderzoek besteedt weinig aandacht aan doorlooptijden, terwijl korte doorlooptijden de kans op recidieven verkleint. In dit onderzoek wordt een specifiek ziekenhuis op dit punt vergeleken met andere algemene en opleidingsziekenhuizen. Het ‘onderzoeksziekenhuis’ kent kortere doorlooptijden en scoort op andere criteria minstens even goed als de andere ziekenhuizen. Wanneer borstkanker chirurgie wordt gecentraliseerd moet er ook aandacht zijn voor doorlooptijden.
71
PROPHYLACTIC TREATMENT VERSUS ON-DEMAND TREATMENT OF ADULT PATIENTS WITH SEVERE HAEMOPHILIA
Marja Voskuilen
Background and aim In the Netherlands prophylactic treatment of haemophilia is considered to be the standard of care and it is available for all patients. Still, there are people with severe haemophilia who do not comply with this treatment. The aim of this study was to obtain knowledge and insight into motives of patients with severe haemophilia who refrain from prophylactic treatment.
Method A qualitative study was conducted that used focus groups to research the beliefs, attitudes, experiences and opinions of patients regarding their disease and the problems they perceive in complying with described treatment. We identified adult men with severe haemophilia who used on-demand therapy and invited them to a focus group discussion. A topic list was developed to conduct the discussion, which was held with two focus groups with 5 or 6 participants. This topic list was the basis for labelling the transcribed audiotape. Two investigators conducted labelling and analysis independently.
70
Findings and discussion Participants did not perceive themselves as having stopped prophylaxis but rather being flexible on prophylactic medication. How to deal with haemophilia was mostly decided by individual characteristics such as personality, lifestyle and behaviour. The most frequently cited reasons for refraining from prophylactic treatment were reduction, fluctuation or disappearance of symptoms due to good physical condition. They also mentioned difficulty with venous access. With these relatively small groups we should be careful in interpreting the results. The analysis showed that no saturation was achieved. Conclusion and implications Four categories of reasons to stop have been identified, namely personal history, quality of life, personal characteristics and environment. Professional health care providers should know the different reasons of flexibility to reach consensus about the goals of treatment. Keywords haemophilia, prophylaxes, focus group, compliance, qualitative research.
[email protected] Supervisor: K. Meijer University Medical Center, Groningen, department of Haematology (Sectie Stolling, afdeling Hematologie, Universitair Medisch Centrum Groningen)
Profylaxe versus on-demand behandeling van ernstige hemofilie bij volwassenen
Met een kwalitatieve benadering is onderzocht waarom patiënten afzien van profylactische behandeling bij ernstige hemofilie. Deelnemers geven aan flexibel om te gaan met de behandelmethoden. Belangrijkste redenen om geen profylactische behandeling toe te passen: minder bloedingen en gewrichtsklachten, vergeten, gebrek aan tijd, schema te strak of moeite met het aanprikken van een ader.
73
EFFECTS OF LIFESTYLE ADVICE ON REDUCING CARDIOVASCULAR RISK IN PATIENTS WITH ARTERIAL DISEASE Judith de Weerd - Mans
Background and aim Patients with cardiovascular disease run a high risk of new or increased manifestation of their atherosclerotic disease. Reducing the cardiovascular risk shows an increase of the morbidity and cardiovascular mortality for these patients. This study evaluated the effects of lifestyle advice and treatment by the nurse practitioner on reducing cardiovascular risk in patients with manifest arterial disease, the so-called secondary prevention, at a recently launched vascular prevention clinic.
Method One year after the first consultation at the outpatient vascular prevention clinic, the first fifty patients were invited to evaluate the risk factors after treatment. The primary outcome measure in this study was the reduction of cardiovascular risk by assessing the existing risk factors such as smoking habits, exercise behaviour, BMI, systolic blood pressure, and LDL cholesterol level. The results of the initial consultation were compared with the results one year after the start of treatment.
72
Findings and discussion The findings show that there was an overall improvement in blood values for the patients. Both systolic and diastolic blood pressure showed an improvement and physical activities increased. For the majority of the patients the medication was optimized. It was a small sample and it is open for discussion whether these findings can be generalized to the whole population. Conclusion and implications In conclusion we can say that the treatment and supervision of the nurse practitioner is effective in reducing cardiovascular risk factors. In order to validate the results, an evaluation of the vascular prevention clinic should take place with a larger number of patients in the future. Keywords cardiovascular risk factors, cardiovascular prevention, secondary prevention
[email protected] Supervisor: C. Kroon Nij Smellinghe Hospital, Internal Medicine, department of Vascular Diseases (Vasculaire polikliniek, Interne Geneeskunde, Ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten)
Effecten van leefstijladviezen op het reduceren van cardiovasculair risico bij patiënten met arterieel vaatlijden
Een cardiovasculaire aandoening kan snel verergeren. Het reduceren van risicofactoren betekent minder morbiditeit en mortaliteit. Het is belangrijk te weten wat het effect van leefstijladviezen is. Een jaar na een eerste bezoek op de vasculaire preventie polikliniek zijn enkele risicofactoren gereduceerd. Zo bewegen de patiënten meer, hebben ze een betere bloeddruk en betere bloedwaarden.
75
WHY PATIENTS ARE VISITING THE EMERGENCY DEPARTMENT WITHOUT REFERRAL BY A GENERAL PRACTITIONER Jannet Wiegersma - Faber
Background and aim During office hours, the general practitioner (GP) in the Netherlands functions as a gatekeeper, which is of great importance. In the evenings, at nights and weekends, self-referrers visit medical posts. But nevertheless, there are many self-referrers who come to the emergency department. This makes the costs of health care higher than is necessary. The aim of this study was to investigate why people come to the emergency department (ED) without consulting a GP first.
Method In the period of 15 September to 15 October 2011, all patients who visited the emergency department without referral by a general practitioner were asked about their reasons to visit. Personal and diagnostic data were documented as well as the urgency of their complaints.
Findings and discussion There were 214 patients who visited the ED on their own initiative. The most frequent reasons were ‘didn’t think of the GP’(56) and ‘my complaint was too urgent’ (46). Most patients had surgical complaints of the skeleton or muscles (112) and skin (18). Of the total patient population 61.6% was under the age of 29. There were 88 patients who visited the emergency department within office hours. Conclusion and implications Approximately two thirds of the patients visiting the Emergency Department without referral could have been treated by a GP. Bypassing the GP arises mainly from unfamiliarity or uncertainty about the existing rules. Patients have difficulty estimating the urgency of their complaints and consequently the specialist care required in acute injury. Keywords emergency department, referral, triage
[email protected] Supervisor: L.P.C. Blasé St. Jansdal Hospital, Emergency Department (SpoedEisende Hulp, St. Jansdalziekenhuis Harderwijk)
74
Factoren die het oneigenlijk gebruik van de SEH beïnvloeden
Waarom en welke patiënten naar de spoedeisende hulp komen zonder verwijzing van de huisarts is onderzocht. Binnen 1 maand bezochten 214 patiënten de SEH op eigen initiatief. De meeste mensen hadden ‘niet aan de huisarts gedacht’ of ‘vond de klacht te urgent’. Tweederde van deze patiënten hoorden eigenlijk te worden geholpen in de eerstelijn.
77
PREVALENCE AND TREATMENT OF CONSTIPATION IN NURSING HOME RESIDENTS
Jennifer Wright
Background and aim Constipation is a common problem in nursing homes. People think that it reduces the quality of life. The prevalence of constipation increases with aging, especially in the elderly aged 65 and older. The aim of this study was providing insight into the prevalence and treatment of constipation in nursing home residents on somatic and psychogeriatric wards.
Method A cross-sectional, non-experimental study in which forty psychogeriatric and forty somatic nursing home residents were selected by random sampling. A structured questionnaire was used to determine constipation. The questionnaire was based on the validated Rome III criteria. Findings and discussion The prevalence of constipation in nursing home residents was 70%. Constipation, use of laxatives and wheelchair use occurred more often in the residents of the somatic wards than in residents of the psychogeriatric wards. The higher prevalence of constipation in the residents of somatic wards is partly due to the 76
higher amount of wheelchair use. The study made no distinction in the type of constipation. The focus was on symptoms of the diagnosis of constipation. Of the residents who already used laxatives, it was not known whether this was prescribed for organic or functional constipation. This can make a difference in the treatment of constipation. Conclusion and implications This study showed that constipation is more common in residents on somatic wards than in residents on psychogeriatric wards. Prevention and treatment of constipation should focus on wheelchair use, choice of laxatives and (additional) intake of fibres. Keywords constipation, elderly, nursing home, treatment
[email protected] Supervisor: L. Schuring Health care organisation Noorderboog, Centre of Expertise (Expertisecentrum, Zorgcombinatie Noorderboog, Meppel)
Prevalentie en behandeling van obstipatie bij verpleeghuisbewoners
Hoe vaak obstipatie voorkomt en wat de behandeling hiervan is, is onderzocht bij bewoners van somatische en psychogeriatrische afdelingen in een verpleeghuis. Meer dan tweederde van de bewoners heeft obstipatie. Obstipatie en laxantiagebruik komen meer voor bij bewoners van somatische afdelingen. Mensen die in een rolstoel zitten, hebben 6,5 keer meer kans op obstipatie.
79
MASTER ADVANCED NURSING PRACTIVE
Joya M. Smit MSc BN BEd Programme Manager MANP Gerard J. Jansen PhD Lecturer Knowledge and Science and teammember MANP Marijke C. Kastermans MSN Lecturer Knowledge and Science 78
LIST OF GRADUATES
JANUARI 2000 MARCO ANTONI > Werk/stage: Verpleegkundig stafmedewerker in een kliniek voor intensieve behandeling van psychiatrische patiënten, de Evertskliniek Santpoort / Afstudeerproject: Het opzetten van een multidisciplinair consultatieteam JAN AUKES > Werk/stage: Psychiatrisch Centrum Nijmegen, afdeling Opname en crisisinterventie; hij heeft stage gelopen bij de consultatieve psychiatrische dienst van het UMC St. Radboud Nijmegen en ziekenhuis Bernhoven, locatie Oss / Afstudeerproject: Probleemgedrag bij bewoners van een verpleeghuis JANTJE BOUSEMA > Werk/stage: Verpleegkundig specialist in verpleeghuis Old Wolde Winschoten / Afstudeerproject: Het verbeteren van decubituszorg in het verpleeghuis HEDIE BRODIE > Werk/stage: Thoraxcentrum, afdeling Cardiologie, Academisch Ziekenhuis Groningen; zij heeft stage gelopen bij het harttransplantatieteam / Afstudeerproject: De functie van nurse practitioner op de polikliniek voor patiënten die een harttransplantatie hebben ondergaan CARLA BROERS > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiologie, Medisch Centrum Alkmaar / Afstudeerproject: Vormgeven van een zorgketen voor bypass-patiënten ARIANNE VAN BRUGGEN > Werk/stage: Afdeling Neonatologie, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Neonatale nazorg vanuit het ziekenhuis MARGREETH EDZES > Werk/stage: Wijkverpleegkundige Stichting De Zijlen Tolbert, verstandelijk gehandicaptenzorg / Afstudeerproject: Standaardzorgplan voor verstandelijk gehandicapten met spinabifida vanuit diverse classificaties binnen de gezondheidszorg LINDA EHLEBRACHT > Werk/stage: Gezondheidscentrum Assen Noord / Afstudeerproject: Samenwerking tussen huisarts en nurse practitioner op het gebied van de zorgverlening aan chronisch zieken
81
KARIN DE GOOIJER > Werk/stage: Nurse practitioner Thoraxcentrum, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: - Pre-operatieve voorlichting aan longpatiënten MARISKA HAMMINGA > Werk/stage: Afdeling Eerste Hulp, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Het vormgeven van de poliklinische zorg aan patiënten die een operatie hebben ondergaan in verband met borstkanker FROUKJE KLIJNSTRA > Werk/stage: Nurse practitioner Thoraxcentrum, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Pijnmanagement bij patiënten na een hartoperatie CAROLA LENFERINK > Werk/stage: Nurse practitioner Thoraxcentrum, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Samenwerking tussen de nurse practitioner en de afdelingsverpleegkundige VICTOR PETERS > Werk/stage: Nurse practitioner Anesthesiologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Het verbeteren van de continuïteit in de pre-operatieve pijnbestrijding EVERT JAN PRUIM > Werk/stage: Nurse practitioner Anesthesiologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Het voorkomen van postoperatieve nausea and vomiting WILMA RUIGROK VAN DER WERVEN > Werk/stage: Nurse practitioner op de poliklinieken Chirurgie en Dermatologie, Albert Schweitzer Ziekenhuis, locatie Zwijndrecht / Afstudeerproject: Het opzetten van een spreekuur van een nurse practitioner op de polikliniek chirurgie LINDA TIMMERHUIS > Werk/stage: Zorgcentrum de Koppel te Almelo als hoofd Zorg en verpleging; zij heeft stage gelopen in zorgorganisatie Reggeland in Almelo / Afstudeerproject: Psychiatrische problematiek in een verzorgingshuis SEPTEMBER 2000 ALETTA HEKTOR > Werk/stage: Gedifferentieerd verpleegkundige voor de bedrijfsvoering, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Implementatiemodel van de IntermedoG voor de verpleegafdeling E3VA CHRIS HORJUS > Werk/stage: Nurse practitioner Neurochirurgie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: De nurse practitioner, het ‘ribstuk’ voor de RIP-patiënt JUDITH VAN HOUTEN > Werk/stage: Verpleegkundige Neonatologie, Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn / Afstudeerproject: En dan naar huis... Een kwalitatief onderzoek naar de (na)zorg van couveusekinderen en hun ouders KEES MEIJER > Werk/stage: Nurse practitioner Chirurgie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Eéndagsdiagnostiek mamma-afwijkingen 80
ALBERT OOSTEROM > Werk/stage: Nurse practitioner, Universitair Medisch Centrum Utrecht / Afstudeerproject: Het hart op de tong. Harttransplantaties TIES RODIJK > Werk/stage: Nurse practitioner, Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn / Afstudeerproject: Zelfmanagement bij kinderen met astma INGRID SAAN > Werk/stage: Beleidsmedewerker District Huisartsen Vereniging Groningen / Afstudeerproject: Geriatrische advanced practice nurse anamnese SEPTEMBER 2001 GERT BOSVELD > Werk/stage: Docent Verpleegkunde / Afstudeerproject: MDS-spreekuur EDITH DE KOCK > Werk/stage: Nurse practitioner Kinderoncologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Een nurse practitioner op de afdeling Kinderoncologie ANTJE KORSTEN-HARTMAN > Werk/Stage: Nurse practitioner Diabetische voetenpolikliniek, Twenteborg Ziekenhuis te Almelo, Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) / Afstudeerproject / Poliklinisch pad voor ‘diabetische voet patiënten’ WIETIE LOLKEMA > Werk/Stage: Nurse practitioner Reumatologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Beroepscompetenties nurse practitioner Reumatologie PIET VAN DER MEULEN > Werk/Stage: Nurse practitioner Interne Geneeskunde, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Onderzoek naar de meest ingrijpende bijwerking van langdurig gebruik van combinatietherapie door HIV-positieve patiënten, namelijk: lipodystrofie MARIËT RAATGEVER > Werk/Stage: Nurse practitioner Mammacare, Universitair Medisch Centrum Utrecht / Afstudeerproject: Patiënttevredenheid nurse practitioner mammacare ALETTE SPRIENSMA > Werk/Stage: Nurse practitioner Orthopedie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: De rol van de nurse practitioner in de zorgketen van de totale heuppatiënt MIREILLE VELTHUIS > Werk/Stage: Nurse practitioner Vasculaire geneeskunde en diabeteszorg, Universitair Medisch Centrum Utrecht / Afstudeerproject: Risicoprofielverlaging bij patiënten met perifeer vaatlijden SJOUKJE DE WIT > Werk/Stage: Kala Azar project North Sudan, Artsen zonder Grenzen / Afstudeerproject: Wat doet een nurse practitioner in Soedan?
83
SEPTEMBER 2002 RON BAKKER > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiologie/Hartbewaking, VU Medisch Centrum Amsterdam / Afstudeerproject: Van hartfalenverpleegkundige naar advanced practice nurse hartfalen SJAAK BARMENTLOO > Werk/stage: Nurse practitioner Psychiatrie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Richtlijnen met zorgresultaten DONNY BAUDOIN-GERARDS > Werk/stage: Nurse practitioner Interne Geneeskunde, Streekziekenhuis Coevorden-Hardenberg / Afstudeerproject: ‘Eye opener’; pré-operatieve screening cataractpatiënten door de nurse practitioner INA BOERMA > Werk/stage: Nurse practitioner Brandwondencentrum, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: De nurse practitioner in de brandwondenzorg DICKY BOSSCHER > Werk/stage: Nurse practitioner Interne Geneeskunde, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Lange termijn gezondheidsproblemen na longtransplantatie LOUK VAN DOORN > Werk/stage: Nurse practitioner Spoedeisende Hulp, Rijnland Ziekenhuis Leiderdorp / Afstudeerproject: Multi-dimensionale beoordeling van de geriatrische traumapatiënt op de afdeling spoedeisende hulp TINEKE DUYTS > Werk/stage: Nurse practitioner Hematologie/Oncologie, Medisch Spectrum Twente Enschede / Afstudeerproject: Een andere lijn in het leukaferese proces JENNI DE GROOT > Werk/stage: Nurse practitioner Oncologie, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Advanced nursing practice binnen het oncologisch centrum Leeuwarden TON HAANS > Werk/stage: Nurse practitioner Intensive Care, UMC St. Radboud Nijmegen / Afstudeerproject: Kwestie van ‘zelfstandig’ ademen MARCO HEERINGS > Werk/stage: Nurse practitioner Neurologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Urologische screening bij mensen met multiple sclerose INGRID HULST > Werk/stage: Nurse practitioner Heelkunde, Ziekenhuis Leyenburg Den Haag / Afstudeerproject: Het opzetten van een spreekuur door de nurse practitioner traumatologie voor de polikliniek traumatologie ADRIANA JONKHEIM > Werk/stage: Nurse practitioner Hartbewaking, Ziekenhuis Hilversum / Afstudeerproject: Diagnostiek bij verdenking op een acuut coronairsyndroom GERARD JORNA > Werk/stage: Nurse practitioner Kinderneurologie/Kinderneurochirurgie, UMC St. Radboud Nijmegen / Afstudeerproject: Angst bij ouders die een kind hebben met ontregeldeepilepsie JACQUELINE KNOLL > Werk/stage: Nurse practitioner Kinderdialyse, CUKZ St. Radboud Nijmegen / Afstudeerproject: Het behandelzorgprofiel van een kind met chronischenierinsufficiëntie op de afdeling kinderdialyse van het CUKZ St. Radboud te Nijmegen 82
GILL MCLEAN > Werk/stage: Nurse practitioner Neurologie, VU Medisch Centrum Amsterdam / Afstudeerproject: Het ontwikkelen en implementeren van een totaalzorgproces voor patiënten met de ziekte van Parkinson op de klinische en poliklinische afdeling neurologie JANNEKE NIESSEN > Werk/stage: Nurse practitioner Intensive Care, Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn / Afstudeerproject: Factoren die invloed hebben op ontwennen van de beademing ARIEKE PROZEE > Werk/stage: Nurse practitioner Instroom, dr. S. Van Mesdagkliniek Groningen / Afstudeerproject: Somatische zorgverlening binnen de forensische psychiatrie WILMA SEPPENWOOLDE > Werk/stage: Nurse practitioner Neonatologie, Isala Klinieken Zwolle / Afstudeerproject: Gesprekken met de ouders op de NICU MILLY SMIT-ZWEZEREIJN > Werk/stage: Nurse practitioner Anesthesiologie, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam / Afstudeerproject: Geprotocolleerde pijnmeting, pijnregistratie en pijnbestrijding bij postoperatieve patiënten: implementatie en effectiviteit MARIËLLE VAN VLODROP > Werk/stage: Nurse practitioner Intensive Care, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam / Afstudeerproject: Geprotocolleerde pijnmeting, pijnregistratie en pijnbestrijding bij postoperatieve patiënten: implementatie en effectiviteit RIEN VAN VOORST Werk/|Stage Nurse practitioner Consultief Psychiatrische Dienst, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: De ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn delirium voor de afdeling thoraxchirurgie van het Academisch Ziekenhuis Groningen GERDA DE WAARD-VAN DER LEE > Werk/stage: Nurse practitioner Spoedeisende Hulp, St. Franciscus Ziekenhuis Roosendaal / Afstudeerproject: Zelfverwijzers op de spoedeisende hulp: de zorg voor nurse practitioners? BERT ZOMER > Werk/stage: Nurse practitioner HIV Zorg, UMC St. Radboud Nijmegen / Afstudeerproject: Een verpleegkundig zorgprofiel voor de HIV-geïnfecteerde allochtone patiënt SEPTEMBER 2003 HENK VAN AERT > Werk/stage: Nurse practitioner Cardio-Chirurgie, Thoraxcentrum Amphia Ziekenhuis Breda / Afstudeerproject: Heropname na een hartoperatie BERT ANDELA > Werk/stage: Nurse practitioner Centrale Spoedopvang, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Wie eerst? HANNY BERGSMA > Werk/stage: Nurse practitioner Intensive Care, Medisch Centrum Rijnmond Zuid / Afstudeerproject: De implementatie van een richtlijn voor beademingsontwenning ANNELIES BOEKHOUT > Werk/stage: Nurse practitioner Dagverpleging, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Amsterdam / Afstudeerproject: Bijwerkingen adjuvante hormonale therapie
85
ANNIE BOLSTER-GERRITSEN > Werk/stage: Nurse practitioner sectie Voortplantingsgeneeskunde, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: De ontwikkeling van een lifestyleprogramma voor subfertiele patiënten van de voortplantingsgeneeskunde NATHALIE BOSS > Werk/stage: Nurse practitioner Orthopedie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Effect van een exit-video op determinanten van revalidatiegedrag SASKIA CLAASSEN > Werk/stage: Nurse practitioner Mammacare, Catharina Ziekenhuis Eindhoven / Afstudeerproject: Borstkanker: geen nieuwe ziekte, wel nieuwe ontwikkelingen GEORGE DAMHUIS > Werk/stage: Nurse practitioner Neonatologie, Erasmus Medisch Centrum, locatie Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam / Afstudeerproject: Nosocomiale infecties op de afdeling neonatologie ADRY DIEPENBROEK > Werk/stage: Nurse practitioner Triple H, zorgvernieuwingsafdeling, Meander Medisch Centrum Amersfoort / Afstudeerproject: Behandeling van risicofactoren PATRICIA DODEMONT > Werk/stage: Nurse practitioner Vaatchirurgie, Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen / Afstudeerproject: De ontwikkeling van een protocol voor diagnostiek en behandeling van vaatpatiënten RUTH EGGER > Werk/stage: Nurse practitioner Hematologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Het autologe stamceltransplantatie traject ANNELIES EPPING > Werk/stage: Nurse practitioner U-man research, Universitair Medisch Centrum Utrecht / Afstudeerproject: Screenen van patiënten die in aanmerking komen voor wetenschappelijk onderzoek ODILE FRAUENFELDER > Werk/stage: Nurse practitioner Neonatologie, Erasmus Medisch Centrum, locatie Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam / Afstudeerproject: Nosocomiale infecties op de afdeling neonatologie CHRIST-JAN VAN GANZEWINKEL > Werk/stage: Nurse Practitioner Neonatologie, Máxima Medisch Centrum Eindhoven / Afstudeerproject: Chronische pijn bij de pasgeborene: een Delphi survey JANINE GLAZEMAKER > Werk/stage: Nurse practitioner Oncologie/Hematologie, Ziekenhuis Rijnstate Arnhem / Afstudeerproject: Follow-up behandeling van primair mammacarcinoom; doel, inhoud en organisatie CARINE DE GRAAFF > Werk/stage: Nurse practitioner Huisartsenpraktijk, Artsenmaatschap Klazienaveen/Zwartemeer / Afstudeerproject: De nurse practitioner als schakel in doelmatiger eerstelijnszorg in het verzorgingshuis ELLY GRAVELAND > Werk/stage: Nurse practitioner Chirurgie Orgaandonatie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Inventarisatie ondersteuning orgaandonatie 84
JOSETTE HERMES > Werk/stage: Nurse Practitioner Neonatologie, Erasmus Medisch Centrum, locatie Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam / Afstudeerproject: Nosocomiale infecties op de NICU van het Erasmus MC-Sophia JACOB HOLWERDA > Werk/stage: Nurse practitioner Anesthesiologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Redenen van ongeplande opname na chirurgische dagbehandeling INA HOLWERDA-STRAVER > Werk/stage: Nurse practitioner Interne Geneeskunde, Reumatologie Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Het indiceren van multidisciplinaire zorg voor patiënten met reumatoïde artritis TOON JANS > Werk/stage: Nurse practitioner Anesthesiologie, Bernhoven Ziekenhuis, locatie Oss / Afstudeerproject: Implementatie van PCA binnen het bestaande protocol post-operatieve pijnbestrijding JAN JANSE > Werk/stage: Nurse practitioner Cardio-Chirurgie, Amphia Ziekenhuis Breda / Afstudeerproject: Efficiënt gebruik van een meetinstrument voor vroegtijdige herkenning van delirium binnen de cardiochirurgische afdeling KEES KAMP > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiologie, Van Weel-Bethesda Ziekenhuis / Afstudeerproject: Het multidisciplinair voorlichtingsproces binnen de klinische hartrevalidatie MARIEKE KEERS > Werk/stage: Nurse practitioner Psychiatrie, GGz Winschoten / Afstudeerproject: Integraal protocol bij opname van psychiatrische patiënten CORA KLAASSE BOS > Werk/stage: Nurse practitioner Dagverpleging, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Amsterdam / Afstudeerproject: Bijwerkingen adjuvante hormonale therapie JENNY KOEKKOEK > Werk/stage: Nurse practitioner Triple H, zorgvernieuwingsafdeling, Meander Medisch Centrum Amersfoort / Afstudeerproject: Behandeling van risicofactoren ANNEMIEKE KREITER > Werk/stage: Nurse practitioner Chirurgische gastro-enterologie, urologie, gynaecologie, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Amsterdam / Afstudeerproject: Ontwikkeling van een patiënten informatiedossier EMILE LUIJTEN > Werk/stage: Nurse practitioner Thoraxchirurgie, Erasmus Medisch Centrum Rotterdam / Afstudeerproject: Het reduceren van angst bij de cardio-chirurgische patiënt in de postoperatieve niet klinische periode MICHÈLE MALLÉE > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiothoracale Chirurgie, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam / Afstudeerproject: Onderzoek naar mogelijkheden om met behulp van het klinische pad de ligduur te verkorten voor hartkleppatiënten HENK MALLO > Werk/stage: Nurse practitioner Immontherapie, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Amsterdam / Afstudeerproject: Bestrijding van koorts tijdens immunotherapie
87
JOSÉ MUSKENS > Werk/stage: Nurse practitioner Reumatologie, St. Maartenskliniek Nijmegen / Afstudeerproject: Ontwikkeling van een controle vervolgspreekuur voor patiënten met reumatoïde artritis TALLY NORDER > Werk/stage: Nurse practitioner Reumatologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: De nurse practitioner in een huisartsenpraktijk voor de oudere slecht mobiele chronisch zieke patiënt MENNO PRINS > Werk/stage: Nurse practitioner Neonatologie, Isala Klinieken Zwolle / Afstudeerproject: Thoraxfotomal studie HENNIE RANSIJN > Werk/stage: Nurse practitioner Verloskamers, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam / Afstudeerproject: De verloskundige dagbehandeling: het eerste levensjaar van een nieuwe zorgverlening SJAAK REKKER > Werk/stage: Nurse practitioner Anesthesiologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Medische evaluatie bij patiënten met chronische lage rugpijn op een pijnpoli ERIC DE ROODE > Werk/stage: Nurse practitioner Anesthesiologie en Pijnbestrijding, Medisch Centrum Alkmaar / Afstudeerproject: Zorginnovatie in de anesthesiologie; de resultaten na de invoering van een acute pijn service PHILINE ROOZENDAAL > Werk/stage: Nurse practitioner, eerste luitenant, Koninklijke Luchtmacht Woensdrecht / Afstudeerproject: De advanced practice nurse binnen een gezondheidscentrum van de Koninklijke Luchtmacht LENIE RUITER > Werk/stage: Nurse practitioner Interne Geneeskunde, Van Weel Bethesda Ziekenhuis Dirksland / Afstudeerproject: Thuisbehandeling van de patiënt met diep veneuze trombose in een been PETRA SIPKEMA > Werk/stage: Nurse practitioner Neonatologie, Máxima Medisch Centrum Eindhoven, locatie Veldhoven / Afstudeerproject: Volume garantie beademing versus drukgestuurde beademing MARIJKE SMULDERS > Werk/stage: Nurse practitioner, Polikliniek/kliniek Dermatologie, Medisch Centrum Haaglanden, locatie Antoniushoeve Leidschendam / Afstudeerproject: Patiënten met een ulcus cruris PETER SPEKREIJSE > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiologie, Medisch Spectrum Twente, Enschede / Afstudeerproject: Triage op de cardiologie; opvang en organisatie rondom de cardiologische patiënt CORINA SPRAAKMAN > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiothoracale Chirurgie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: De dagelijkse visite op de verpleegafdeling cardiothoracale chirurgie 86
BIANCA TAN-URGERT > Werk/stage: Nurse practitioner Polikliniek Cardiologie, Franciscus Ziekenhuis Roosendaal / Afstudeerproject: Componenten van zorg op hartfalenpoliklinieken, vertaald naar de praktijk van het Franciscus Ziekenhuis CARLA TEIRLINCK-STEVENS > Werk/stage: Nurse practitioner Spoedeisende Hulp, Franciscus Ziekenhuis Roosendaal / Afstudeerproject: Het geschikte triagesysteem voor de SEH van het Franciscus Ziekenhuis te Roosendaal YVONNE VAN DER TUIJN > Werk/stage: Nurse practitioner Neonatologie, VU Medisch Centrum Amsterdam / Afstudeerproject: De invloed van werkdruk van verpleegkundigen op het aantal infecties op de NICU CINDY VERSTAPPEN > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiologie, Catharina Ziekenhuis Eindhoven / Afstudeerproject: Onderzoek naar de effecten van de hartfalenpoli ARJEN DE VRIES > Werk/stage: Nurse practitioner Centrum Cardiologie, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Implementatie evidence based protocollen bij behandeling van patiënten met risicofactoren voor hart- en vaatziekten, met behulp van ICT HENRI VAN DE WETERING > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiologie & Project coördinator CHANCE@HOME-study, Isala klinieken & Diagram BV Zwolle / Afstudeerproject: Onderzoek naar de effecten van thuisbehandeling met diuretica in een transmuraal model, bij hartfalenpatiënten NATHALIE WITTEBOLLE > Werk/stage: Nurse practitioner Chirurgie (mammacare), Diakonessenhuis Utrecht / Afstudeerproject: Evaluatie van het chirurgisch zorgproces van de borstkankerpatiënt in het Diakonessenhuis Utrecht EELKJE WOLF > Werk/stage: Nurse practitioner Pré-operatieve Screening, Universitair Medisch Centrum Utrecht / Afstudeerproject: Pré-operatieve zorg op de polikliniek in ontwikkeling HAN ZEEGERS > Werk/stage: Verpleegkundige Spoedeisende Hulp, Gemini Ziekenhuis Den Helder / Afstudeerproject: Zelfverwijzers op de spoedeisende hulp SEPTEMBER 2004 HANS VAN DER AA > Werk/stage: Verpleegkundige consulent, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Ingelicht of voorgelicht ALIE ALBRONDA-DIJKSTRA > Werk/stage: Nurse practitioner Kindergeneeskunde, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Een functie en een afdeling in ontwikkeling MARIANNE ARTS-SANDERS > Werk/stage: Nurse practitioner Reumatologie, Franciscus Ziekenhuis Roosendaal en Ziekenhuis Lievensberg Bergen op Zoom / Afstudeerproject: Onderzoek naar aard en frequentie van polikliniekbezoek en anti TNF- therapie
89
FOPPE BEKKEMA > Werk/stage: Nurse practitioner Chirurgie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Clinical care map of patients undergoing endovascular anuerysm repair GERRIE BLADDER > Werk/stage: Verpleegkundig consulent, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: “Hoe gaat het met u?” CHRISILDE BOSMA-VAN DEN ENGEL > Werk/stage: Nurse practitioner Orthopedie, Ziekenhuis Nij Smellinghe Drachten / Afstudeerproject: Een multidisciplinair voorlichtingstraject voor heup-prothese patiënten SUZAN BRUGMANS > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiothoracale chirurgie, Catharina Ziekenhuis Eindhoven / Afstudeerproject: Een multidisciplinair klinisch pad met een Decision Support System voor de cardiothoracale chirurgische patiënt TACO BUITENHUIS > Werk/stage: Nurse practitioner Abdominaal chirurgie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Vroeg postoperatief voeden TINY DAUVEN > Werk/stage: Nurse practitioner Kinderlongziekten, Maaslandziekenhuis Sittard / Afstudeerproject: Samenwerking bij astma geeft lucht...!!! AUKJE DOES-DEN HEYER > Werk/stage: Nurse practitioner Mammacare, Leids Universitair Medisch Centrum / Afstudeerproject: Op weg naar herstel INGE EEKHOUT > Werk/stage: Nurse practitioner Mammachirurgie, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Amsterdam, Nederlands Kanker Instituut / Afstudeerproject: Adviesgesprek voor patiënten met een mammacarcinoom CORIEN EELTINK > Werk/stage: Nurse practitioner Hematologie, VU Medisch Centrum Amsterdam / Afstudeerproject: Zorgrisico’s en de zorgbehoeften van de oudere patiënt JAN ELDERS > Werk/stage: Nurse practitioner Hartsimulatie en Electrofysiologie, Catharina Ziekenhuis Eindhoven / Afstudeerproject: Preoperatieve screeningspolikliniek voor electrofysiologie patiënten JUDITH FRINGS > Werk/stage: Nurse practitioner afdeling Triple H, Meander Medisch Centrum Amersfoort, locatie Lichtenberg / Afstudeerproject: Protocolontwikkeling: drieluik van diagnostiek, zorgresultaten en interventies SUZANNE GERRETSEN > Werk/stage: Nurse practitioner Mammapolikliniek, Medisch Centrum Haaglanden Den Haag, locatie Westeinde / Afstudeerproject: Wie verstrekt er informatie aan de patiënt? ROB GREUTER > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiologie, Kennemer Gasthuis Haarlem, locatie E.G. / Afstudeerproject: Angstreductie bij hartinfarctpatiënten 88
HELEEN HAUER > Werk/stage: Nurse practitioner Mammachirurgie, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Amsterdam, Nederlands Kanker Instituut / Afstudeerproject: Adviesgesprek voor patiënten met een mammacarcinoom KEETIE VAN DE HEI > Werk/stage: Nurse practitioner Orthopedie, Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen / Afstudeerproject: De ontwikkeling van een zorgpad HILKO HEIN > Werk/stage: Nurse practitioner Neonatologie, Isala Klinieken Zwolle / Afstudeerproject: Ontwikkelingsgerichte zorg op de neonatologie intensive care unit RESI VAN DER HOEVEN-VOORWINDEN > Werk/stage: Nurse practitioner huisartsenpraktijk, Gezondheidscentrum Frankenslag Den Haag / Afstudeerproject: Patiënten met hypertensie in de huisartsenpraktijk JEANNE HOGELING-KOOPMAN > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiologie, Medisch Centrum Alkmaar / Afstudeerproject: Revalidatie na bypassoperatie NEL VAN HOLSTEIJN-LANGSTRAAT > Werk/stage: Nurse practitioner Mammacare, Reinier de Graaf Groep Delft / Afstudeerproject: Postoperatieve voorlichting na een operatie aan de mamma: een taak voor de nurse practitioner ANTOINETTE HOLTERMAN > Werk/stage: Verpleegkundig consulent Oncologie, Isala Klinieken Zwolle, locatie Weezenlanden / Afstudeerproject: Sla de handen ineen SANDRA DE JONGE-WEBER > Werk/stage: Nurse practitioner Harttransplantatie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: “Overleven” leven met een donorhart NENNE VAN KALSBEEK > Werk/stage: Avond/nachthoofd Verpleeghuis, Stichting ‘het Huis’ Harderwijk / Afstudeerproject: Onbeschreven maakt onbemind CORA DE KIVIET > Werk/stage: Nurse practitioner Cystic Fibrosis, Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht / Afstudeerproject: Te veel en te weinig JOOST KOENEN > Werk/stage: Nurse practitioner Vasculaire geneeskunde, Ziekenhuisgroep Twente Almelo / Afstudeerproject: Cardiovaculair risicomanagement ELLY KROL-WARMERDAM > Werk/stage: Nurse practitioner Mammapolikliniek, Leids Universitair Medisch Centrum Leiden / Afstudeerproject: Family life CHRISTIEN VAN DER LINDEN > Werk/stage: Nurse practitioner Spoedeisende Hulp, Medisch Centrum Haaglanden Den Haag / Afstudeerproject: Pijnbeoordeling op de spoedeisende hulpafdeling ROBBERT VAN DER LOOIJ > Werk/stage: Nurse practitioner Intensive Care, Catharina Ziekenhuis Eindhoven / Afstudeerproject: Did you sleep well?
91
MARJAN MOURIK > Werk/stage: Nurse practitioner Kindergeneekunde, IJsselland Ziekenhuis Capelle aan de IJssel / Afstudeerproject: Infuusbeleid: moet het anders? HENNIETA MULDER > Werk/stage: Nurse practitioner Huisartsenpraktijk, Stichting Geriant Julianadorp / Afstudeerproject: Een dementie medicatie polikliniek ANNEMARIE VAN NIEROP-KNOL > Werk/stage: Nurse practitioner Verpleeghuis, Stichting Oosterlengte, Verpleeghuis Old Wolde Winschoten / Afstudeerproject: Intensieve revalidatie na een cerebro vasculair accident BENTHE PEDERSEN > Werk/stage: Nurse practitioner Thoraxchirurgie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Een klinisch zorgpad SWADES RAMCHARAN > Werk/stage: Nurse practitioner Intensive Care, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Standaardisering wondbehandeling en wondverzorging MARLIES RIJKERS > Werk/stage: Nurse practitioner Triple H, Meander Medisch Centrum Amersfoort, locatie Lichtenberg / Afstudeerproject: De opzet van een osteoporose fractuurpoli AONE VAN ROIJ > Werk/stage: Nurse practitioner Reumatologie, St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg / Afstudeerproject: Onderzoek naar aard en frequentie van polikliniekbezoek en anti TNF- therapie PAUL SCHOLTEN > Werk/stage: Nurse practitioner Orthopedie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: De diabetische voet MONIQUE SCHOTTEN > Werk/stage: Nurse practitioner Kinderhematologie, Universitair Medische Centrum Utrecht, Divisie kinderen / Afstudeerproject: Verbetertraject voor het maken van behandelschema’s voor kinderen met leukemie MARGARETH SIEMONS > Werk/stage: Nurse practitioner Kinderlongziekten, Medisch Centrum Alkmaar / Afstudeerproject: De grote overstap CORRY SMEULDERS > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiothoracale chirurgie, Catharina Ziekenhuis Eindhoven / Afstudeerproject: Een multidisciplinair klinisch pad met een Decision Support System voor de cardiothoracale chirurgische patiënt JOKE SPRIK-BAKKER > Werk/stage: Nurse practitioner Revalidatie, Academisch Ziekenhuis Groningen, Centrum voor Revalidatie, locatie Beatrixoord / Afstudeerproject: Nazorg voor mensen met een dwarslaesie in het centrum voor revalidatie GINI VAN TIL > Werk/stage: Nurse practitioner Cardiologie, Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen / Afstudeerproject: “Het gaat niet goed” KARIN TIMM-VAN RUITENBURG > Werk/stage: Nurse practitioner Dermatologie, IJsselland Ziekenhuis Capelle aan de IJssel / Afstudeerproject: Pijn bij patiënten met een ulcus cruris 90
MAJA VAN TRIGT > Werk/stage: Nurse practitioner Kinderhematologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Divisie kinderen / Afstudeerproject: Op weg naar acute lymfatische leukemie-10 RIEKJE VENEMA > Werk/stage: Nurse practitioner Anesthesiologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Acute pijn service MARGRIET VESTERS > Werk/stage: Nurse practitioner Hartfalen, Kennemer Gasthuis Haarlem, locatie E.G. / Afstudeerproject: Zorg rondom hartfalen, gedeelde zorg JUDITH VIERDAG > Werk/stage: Nurse practitioner Reumatologie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Op de polikliniek reumatologie SASKIA VLEER-DE BIE > Werk/stage: Nurse practitioner Dagbehandeling Oncologie, Medisch Centrum Alkmaar / Afstudeerproject: Een kwestie van geven en nemen SILVIA VAN VLIET-SCHAFROTH > Werk/stage: Nurse practitioner Abdominale Chirurgie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Poliklinische nazorg abdominale chirurgie door nurse practitioners NYNKE VAN DER WAL > Werk/stage: Nurse practitioner Psychiatrie, Academisch Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Somatische screening bij schizofrenie BERNADETTE WEVERS > Werk/stage: Nurse practitioner Verpleeghuis, Saxenburgh Groep, Verpleeghuis Clara Feyoena Heem / Afstudeerproject: Anti-decubitusbeleid zorgcentrum HardenbergGramsbergen JUNI 2005 AGNIETJE BAKKER > Werk/stage: Nurse practitioner Jeugdgezondheidszorg 0 – 4 jaar, Thuiszorg Groningen / Afstudeerproject: Ouderparticipatie bij het ontwikkelingsonderzoek op het consultatiebureau ANNEMARIE BOSCH > Werk/stage: Nurse practitioner, Huisartsengroepspraktijk Scheemda / Afstudeerproject: Cardiovasculair risicomanagement in de eerstelijnsgezondheidszorg ANNE-MARGREETH DAM > Werk/stage: Nurse practitioner, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Spontane mictie tijdens thoracale epidurale analgesie BEREND DIJKMEIJER > Werk/stage: Nurse practitioner, Thuiszorg Groningen / Afstudeerproject: Taakherschikking in het verzorgingshuis ELLEN DUYM > Werk/stage: Nurse practitioner thuishemodialyse, Dialyse Centrum Groningen / Afstudeerproject: Nachtelijke thuishemodialyse
93
WILLEM EIJGENRAAM > Werk/stage: Nurse practitioner cardiologie, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Polikliniek boezemfibrilleren WINNIE VAN EL > Werk/stage: Nurse practitioner, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Diabetes en dialyse in dialoog RITA GEORG > Werk/stage: Nurse practitioner HIV/AIDS, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: HIV en stabiliteit GRIETJE VAN DER HAAR > Werk/stage: Nurse practitioner kinderoncologie en palliatieve zorg, Gelre Ziekenhuis Apeldoorn / Afstudeerproject: Palliatieve terminale zorg voor kinderen RENÉ VAN HEERDE > Werk/stage: Nurse practitioner, Stichting Icare Hoogeveen / Afstudeerproject: Astmacontrole RIA IJSAKKERS > Werk/stage: Nurse practitioner, Gezondheidscentrum Almere / Afstudeerproject: Zorg en zelfzorg rond kleine klachten MIGCHIEL KINGMA > Werk/stage: Nurse practitioner, Oncologisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Kwaliteitsverbetering bij infusietherapie GERDA LENSEN > Werk/stage: Nurse practitioner dermatologie, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Van tijdige begeleiding naar preventie bij jonge - werkneemsters met atopisch eczeem WIL NAGELMAKER-VAN DER LOOS > Werk/stage: Nurse practitioner, Gezondheidshuis Stadshagen Zwolle / Afstudeerproject: Inloopspreekuur in de huisartsenpraktijk ALBI POPKEN-HOOGEVEEN > Werk/stage: Nurse practitioner, Icare Thuiszorg Drenthe / Afstudeerproject: Knelpunten in de palliatieve zorg RIA SCHEFFER > Werk/stage: Nurse practitioner kindergeneeskunde, Gelre Ziekenhuis Apeldoorn / Afstudeerproject: Opvang ernstig zieke kinderen RIDY SEVERS-RASING > Werk/stage: Nurse practitioner, Huisartsenpraktijk Brinkgreven Deventer / Afstudeerproject: Allochtonen en anticonceptie SOFIA SMIT-ESPINALT MONTAÑO > Werk/stage: Nurse practitioner poli vrouwenartsen, Delfzicht Ziekenhuis Delfzijl / Afstudeerproject: Waar is het dossier! MARIANNE VARENHORST > Werk/stage: Nurse practitioner, Thuiszorg Groningen / Afstudeerproject: In het verzorgingstehuis MARIEKE VERSCHOOR > Werk/stage: Nurse practitioner, Gezondheidscentrum Lewenborg Groningen / Afstudeerproject: Tabaksverslaving en de Minimale Interventie Strategie NICOLIEN WIERS > Werk/stage: Nurse practitioner, Centrum voor Revalidatie Beatrixoord Groningen / Afstudeerproject: Sport- en zwemgroepen van het astmafonds 92
ANKE WINKEL-VENINGA > Werk/stage: Nurse practitioner Jeugdgezondheidszorg 0 - 4 jaar, Thuiszorg Groningen / Afstudeerproject: Multidisciplinair FENNY WUBBELS-BLAAUWGEERS > Werk/stage: Nurse practitioner chirurgie/orthopedie, Saxenburgh Groep Hardenberg / Afstudeerproject: Fractuur- & Osteoporosepolikliniek JUNI 2006 TRINETTE BLIJHAM > Werk/stage: UMCG Centurm voor Thuisbeademing / Afstudeerproject: Noninvasief beademen ja of nee? SYBILLA BOS > Werk/stage: Thuiszorg Sensire De Slinge, Winterswijk / Afstudeerproject: Kenmerken van slaapmiddelengebruikers in de huisartsenpraktijk SOPHIE BUNSKOEK > Werk/stage: Universitair Medisch Centrum Groningen, Interne kliniek / Afstudeerproject: Optimaliseren van de gecombineerde radiochemotherapie-behandeling bij inoperabele hoofd-halstumoren NELLEKE DRUKKER > Werk/stage: Universitair Medisch Centrum Groningen, Dermatologie / Afstudeerproject: Effect van zalfdosering volgens de Finger-Tip Unit op self-efficacy JEROEN FROELING > Werk/stage: Thuiszorg Groningen / Afstudeerproject: Preventie van risicofactoren van hart- en vaatziekten in de huisartspraktijk BEN GOOSSELINK > Werk/stage: R.A.V. IJsselvecht b.v., Zwolle / Afstudeerproject: 1-1-2 Melding, geen vervoer ANDA HAZENBERG > Werk/stage: Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Validiteitsonderzoek naar de TOSCA transcutanemeter HENK-JAN HONDELINK > Werk/stage: Medisch Spectrum Twente, locatie Ariënsplein Enschede / Afstudeerproject: Klinisch pad voor patiënten die een -pacemaker-gerelateerde ingreep ondergaan LEO KLINK > Werk/stage: R.A.V. IJsselvecht b.v., Zwolle / Afstudeerproject: Beoordeling van het elektrocardiogram door ambulanceverpleegkundigen ASTRID KUSTER > Werk/stage: GGZ Groningen, locatie Winschoten / Afstudeerproject: Antipsychotica-gebruik van patiënten in het Assertive Community Treatment JEANNETTE LIEFERS > Werk/stage: Ziekenhuis Nij Smellinghe / Afstudeerproject: Resultaat van de gewrichtsvervangende operatie vanuit het perspectief van de patiënt GINEKE MUNTING-GJALTEMA > Werk/stage: Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Wachttijdreductie op de CSO SANDRA NIEMARKT > Werk/stage: Zorggroep Noorderbreedte, locatie Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Vallen- en dan...
95
BASTIAAN NIJENBOER > Werk/stage: Scheper Ziekenhuis Emmen, afdeling Pulmonologie / Afstudeerproject: Kennis, het medicijn? MADELON POPMA > Werk/stage: Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: ‘Naar tevredenheid’ HELEEN RAAPHORST-VAN DRUNEN > Werk/stage: Huisartsen Zorgcentrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Wensen en verwachtingen van de huisartsenzorg in de nieuwbouwwijk Zuiderburen INA REITSEMA-BOER > Werk/stage: Verpleeghuis Carint, Delden / Afstudeerproject: Gebruik van medische richtlijnen in het verpleeghuis CAROLIEN RODIJK-CENTS > Werk/stage: Zorgorganisatie Reggeland Almelo / Afstudeerproject: Werken met richtlijnen in het verpleeghuis MARIJKE STEGENGA > Werk/stage: Verpleeghuis De Enk, Zuidlaren / Afstudeerproject: Drukte om druk; implementatie van een decubitusrichtlijn PIETER STOLTE > Werk/stage: Nieuw Woelwijck, Sappemeer / Afstudeerproject: Pijnassessment bij mensen met een verstandelijke handicap NICO TÖNJES > Werk/stage: R.A.V. IJsselvecht b.v., Zwolle / Afstudeerproject: Gebruik van het ambulanceprotocol “indicatie fixatie wervelkolom” (LPA6) WIETSE VEENSTRA > Werk/stage: Scheper Ziekenhuis Emmen, afdeling Hartfalenpolikliniek / Afstudeerproject: Effect van erytropoëtine op inspanningstolerantie en -kwaliteit van leven bij mensen met hartfalen HANNEKE VAN DER VELDE-VAN WARNERS > Werk/stage: Universitair Medisch Centrum Groningen,locatie Beatrixoord / Afstudeerproject: Therapietrouw in nazorg na longrevalidatie MARGRIET VENEMA > Werk/stage: GGz Groningen, locatie Zuidlaren / Afstudeerproject: Knelpunten in de somatische zorgverlening aan schizofrene patiënten HETTIE VERSTEEG-SCHILT > Werk/stage: Isala Klinieken, locatie Weezenlanden / Afstudeerproject: De multidisciplinaire dyspnoepolikliniek INGRID WEST > Werk/stage: Thuiszorg Groningen / Afstudeerproject: Het SAMPC-model in het palliatief overleg van netwerk Noord-Groningen ANITA WUBBELS > Werk/stage: Stille Maatschap Huisartsengroep Coevorden / Afstudeerproject: Prevalentie van perifeer arterieel vaatlijden bij mensen met diabetes type 2 ANNE ZIJLSTRA-BOUWMANS > Werk/stage: Thuiszorg Groningen, locatie Zuidhorn / Afstudeerproject: Borstvoeding…hoezo stoppen?
94
JUNI 2007 ILSE BIJKERK > Werk/stage: Zorggroep Noorderbreedte, afdeling Bornia Herne / Afstudeerproject: Hoe gaat het nu met U? JUDITH BOS > Werk/stage: Medisch Centrum Leeuwarden, Mammapoli Oncologisch Centrum / Afstudeerproject: Beleid en zorgverlening bij de radiologisch onzeker benigne afwijking in de mammae HAN DEULING > Werk/stage: UMCG Groningen, Afdeling Cardiologie / Afstudeerproject: Sluiten van de arteria femoralis na cag/pci d.m.v. manuele compressie, angioseal of -starclose; effectiviteit en patiëntencomfort KARIN FEICKE > Werk/stage: UMCG, Afdeling Voortplantingsgeneeskunde / Afstudeerproject: Tevredenheidsinventarisatie en -evaluatie van patiënten die intra-uteriene inseminatiebehandelingen ondergaan RENEA GERLACH > Werk/stage: Huisartspraktijk van der Veen, Nieuweschans en Huisartsenpost Groningen / Afstudeerproject: Therapietrouw complex! Overwegingen bij ouderen die een rol spelen bij -therapietrouw voor medicatiegebruik ASTRID HAARSMA > Werk/stage: Medisch Centrum Leeuwarden, Mammapoli Oncologisch Centrum / Afstudeerproject: Beleid en zorgverlening bij de radiologisch onzeker benigne afwijking in de mammae PIETER HEMSTEEDE > Werk/stage: Huisartsenpraktijk Coevorden / Afstudeerproject: Depressieve stemming bij ouderen in de woonzorgcentra van Coevorden KLAASKE HILBOLLING > Werk/stage: Scheper Ziekenhuis Emmen, Afdeling Plastische Chirurgie / Afstudeerproject: Mammareductie: “De zwaarte van het besluit” MARIJE HOUMES > Werk/stage: Medisch Centrum Alkmaar, Afdeling Anesthesiologie en pijnbestrijding / Afstudeerproject: Postoperatieve pijnstudie; lokaal anesthesie m.b.v. een -disposable -pijnpomp bij -orthopaedische patiënten RIK MANGE > Werk/stage: Ijsselmeerziekenhuizen, Emmeloord/Lelystad, Afdeling Anesthesiologie / Afstudeerproject: Het anesthesiologische preoperatieve interview, een waardevol gesprek? LIDA MEEMS > Werk/Stage: Scheperziekenhuis Emmen, Klinische geriatrie / Afstudeerproject: Vroegsignalering delirium MARIKE MOED > Werk/stage: Huisartsenpraktijk Feij, Meppel / Afstudeerproject: Slaapmedicatie in de huisartsenpraktijk
97
ANNE PERSYN > Werk/stage: Nij Smellinghe Drachten, Afdeling Anesthesiologie / Afstudeerproject: Postoperatieve pijnbestrijding in de thuissituatie na dagbehandeling COR SCHMOHL > Werk/stage: Hendrik van Boeijen, Assen, Afdeling Medische Dienst / Afstudeerproject: Het medisch consumptieprofiel van mensen met een verstandelijke beperking ANKE SCHURINGA > Werk/stage: Verslavingszorg Noord Nederland, Locatie Vondellaan Groningen, Afdeling Crisis en Detoxificatie / Afstudeerproject: Zorgverlening rondom de verslaafde zwangere vrouw in Noord-Nederland ILONA SIEBELT > Werk/stage: Isalaklinieken Zwolle, Afdeling Poli vaatchirurgie / Afstudeerproject: Klinische observatie versus objectieve criteria bij de diabetische voet JESSICA SIEMONS > Werk/stage: Huisartsenpraktijk Kuiper, Verbeek en de Vries te Hoogeveen / Afstudeerproject: Integrale valpreventie-aanpak bij ouderen: de IVAPO-methode HANS WARNING > Werk/stage: Medisch Centrum Leeuwarden, GGZ Ziekenhuispsychiatrie / Afstudeerproject: Somber en ziek. De bruikbaarheid van INTERMED als instrument van screening voor depressie bij kanker CORRIE WEERSING > Werk/stage: Scheper Ziekenhuis Emmen, Afdeling mammapoli / Afstudeerproject: Stereotactische biopsie “hoe tactisch?” AUDREY WESTENDORP > Werk/stage: Medisch Centrum Leeuwarden, Afdeling Voedingsteam / Afstudeerproject: Obstipatie voorkomen; ontlast een hoop! MARI ANNE DUITS > Werk/stage: KNO polikliniek UMCG / Afstudeerproject: “Is ’t joe noar ’t zin?” MARIEKE VAN DE GROOTEVHEEN (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: UMC Utrecht / Afstudeerproject: Behandeling achter de rug, hoe nu verder? TANJA HAMM-FABER (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: Erasmus MC, Rotterdam / Afstudeerproject: Ruggenmergstimulatie JENNY HAZEN > Werk/stage: WZH De Sonneruyter, Voorburg / Afstudeerproject: Vertalen en toepasbaar maken van een buitenlandse evidence based richtlijn PETRA KENTIE (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: UMC Utrecht / Afstudeerproject: Een haalbaarheidsstudie naar verpleegkundige begeleiding voor patiënten met constitutioneel eczeem via E-health EVELIENA VAN DE KRAATS (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein / Afstudeerproject: De winst is voor de patiënt! JACQUELINE DE LEGE-KORSTANJE (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: Albert Schweitzer ziekenhuis. locatie Dordwijk, afdeling neonatologie, Dordrecht / Afstudeerproject: Beïnvloedende factoren op de borstvoeding van prematuur geboren kinderen 96
ELLEN LOS (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: Gezondheidscentrum De Doc, Den Haag / Afstudeerproject: Interventiestrategie bij het metabool syndroom ANNEKE VAN NES-RITSEMA (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: Albert Schweitzer ziekenhuis,polikliniek -chirurgie, Dordrecht / Afstudeerproject: Kwaliteitsonderzoek van het diagnostisch traject voor de mammapatiënt JUDITH PRINS-CORNELISSE (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: Erasmus Mc te Rotterdam, afdeling Klinische Genetica / Afstudeerproject: Internet, een nieuw medium voor patiënten; maar hoe betrouwbaar is die informatie? ELS RIJNBEEK (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: Leids Universitair Medisch Centrum, afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten, Leiden / Afstudeerproject: Kwaliteit van leven voor en na levertransplantatie INGRID SNIJDERS (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: Vaatcentrum, Atrium medisch centrum, Heerlen / Afstudeerproject: Ontwikkeling van een voorlichtingsprotocol over de angiografie en de percutane transluminale angioplastiek (PTA) KEES VALENTIJN (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: Internistische vasculaire polikliniek Diakonessenhuis Zeist Huisartspraktijk Wolgadreef Utrecht Noord / Afstudeerproject: De hypertensie carrousel MONIQUE VEENSTRA-VAN SCHIE (afgestudeerd in 2005) > Werk/stage: Groene Hart Ziekenhuis, GoudaTransmuraal Centrum Midden-Holland, Gouda / Afstudeerproject: Medicinale behandeling van kinderen met astma in de huisartspraktijk JUNI 2008 ANITA ADEMA > Werk/stage: nurse practitioner nefrologie, Scheperziekenhuis Emmen / Afstudeerproject: Als lust een last wordt. Hypertensie, chronische nierinsufficiëntie en seksualiteit JACQUELINE AUGHUET > Werk/stage: nurse practitioner Acute Zorg, Huisartsenpost Lelystad Afstudeerproject:Taakherschikking op de huisartsenpost Lelystad: een rol weggelegd voor de nurse practitioner ANITA BAKKER > Werk/stage: nurse practitioner cardiologie, polikliniek hartrevalidatie, Scheperziekenhuis Emmen / Afstudeerproject: Het bereik en reikwijdte van de richtlijn Hartrevalidatie 2004 JANNEKE VAN DEN BERG > Werk/stage: nurse practitioner huisartsenzorg, Eerstelijns Medisch Centrum Arcanum, Amersfoort / Afstudeerproject: Evaluatie van het klantgerichte inloopspreekuur in de huisartsenpraktijk
99
MARJA DALES-VRIJ > nurse practitioner oncologie, Delfzicht Ziekenhuis Delfzijl Afstudeerproject: Het effect van risicomanagement op de voedingstoestand bij chemotherapie TANJA DIETERMAN-SMID > Werk/stage: nurse practitioner hartfalen, St. Lucas ziekenhuis, Winschoten / Afstudeerproject: Telemedicine en hartfalen. De meerwaarde van telemonitoring in de thuissituatie MARIANNE VAN DOMMELEN > Werk/stage: nurse practitioner centrum voor thuisbeademing, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Kwaliteit van leven van patiënten met chronische ademhalingsondersteuning JORIEN VAN HALL > Werk/stage: nurse practitioner ambulancezorg, RAV IJssel-Vecht, Zwolle / Afstudeerproject: Huisarts of 112 bellen? Prehospitale diagnostiek en triage bij het CVA en de kans op trombolyse AGE HUNSE > Werk/stage: nurse practitioner ziekenhuispsychiatrie, Ziekenhuis Nij Smellinghe Drachten/GGZ Friesland, psychosomatisch team / Afstudeerproject: Ervaringen met het toepassen van veiligheidswanten als vrijheidsbeperkende interventie in een algemeen ziekenhuis ALBERT HUTTEN > Werk/stage: nurse practitioner emergency care, Regionale Ambulancevoorziening, IJssel-Vecht, Zwolle / Afstudeerproject: ‘Chain of survival’; kenmerken van de zorgverlening na een acute hartstilstand buiten het ziekenhuis ANITA JONKERS > Werk/stage: nurse practitioner psychiatrie, Lentis, Zorggroep Linis / Afstudeerproject: Multidisciplinaire aanpak ter voorkoming van gewichtstoename bij antipsychoticagebruik ESTHER KLEINE-STREUTKER > Werk/stage: nurse practitioner geriatrie, Saxenburgh Groep Hardenberg / Afstudeerproject: Randvoorwaarden voor een geheugenpolikliniek binnen de Saxenburgh Groep AAFKE KLUNGEL > Werk/stage: nurse practitioner harttransplantatie, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Parameters van overleving na hartlongtransplantatie JAN KRAAK > Werk/stage: nurse practitioner diabetespolikliniek, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Telemedicine voor Diabetes Mellitus type 2 patiënten als alternatief voor belastende polikliniekcontacten MIEKE KUILDER > Werk/stage: nurse practitioner oncologie, Scheper Ziekenhuis Emmen / Afstudeerproject: Het effect van risicomanagement op de voedingstoestand bij chemotherapie RAGNHILD LAMBREGTS > Werk/stage: nurse practitioner ziekenhuispsychiatrie, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Herkennen van depressieve klachten bij patiënten met hartfalen 98
PAULA MENTINK > Werk/stage: nurse practitioner public health, Hulpverleningsdienst Groningen / Afstudeerproject: De vetstrijd. Kinderen en overgewicht: ouders en obstakels HENK-JAN MULDER > Werk/stage: nurse practitioner urologie, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Gevolgen en impact van de behandeling voor prostaatkanker JOLANDA VAN DER PLOEG > Werk/stage: nurse practitioner polikliniek heelkunde, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Afvallen en opstaan... HENK JAN POT > Werk/stage: nurse practitioner acute zorg, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) Amsterdam / Afstudeerproject: Vermindering van de werkdruk op de huisartsenpost. Een rol voor de nurse practitioner PETER RUIKES > Werk/stage: nurse practitioner acute pijnbestrijding, Meander Medisch Centrum Amersfoort / Afstudeerproject: Postoperatieve pijnbestrijding na laparoscopische cholecystectomie WILMA DE VRIES-TREFFERS > Werk/stage: nurse practitioner stemmingsregulatiepoli, Centrum Integrale Psychiatrie, Lentis Groningen zorggroep Welnis / Afstudeerproject: Invloed van MBCT op hartcoherentie bij patiënten met recidiverende depressies SIETA VAN DER WEIDE > Werk/stage: nurse practitioner geheugenpolikliniek centrum geriatrie, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Hoe gaat het met …? Telefonische medicatiebegeleiding van mantelzorgers van Alzheimer-patiënten die met Galantamine worden behandeld SIETSKE WIJMA > Werk/stage: nurse practitioner verstandelijk gehandicaptenzorg, Talant Drachten / Afstudeerproject: Banden aan banden. Terugdringen van fixatie in de zorg voor verstandelijk gehandicapten HANS VAN WOERKOM > Werk/stage: nurse practitioner ziekenhuispsychiatrie, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Risicoscreening voor een delier bij ouderen met een heupfractuur. Herkennen is voorkomen JOKE VAN ZIJTVELD > Werk/stage: nurse practitioner emergency care, GGD Flevoland, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam / Afstudeerproject: De invloed van de Rapid Responder op de aanrijtijden van ambulances
101
JUNI 2009 HANS BOERSEMA > Werk/stage: Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: AngioSeal versus Manuele Compressie bij STEMI patiënten. Complicaties na het verwijderen van de arteria femoralis sheath na dotterbehandeling HENK BOONMAN > Werk/stage: Verpleeghuis De Die Amsterdam / Afstudeerproject: Urineweginfectie bij verpleeghuiscliënten. Diagnostiek op basis van specifieke of aspecifieke symptomen MINKE BOUMA > Werk/stage: Oncologie, Scheper Ziekenhuis, Emmen / Afstudeerproject: Relatie tussen de Groninger Frailty Indicator en toxiciteit en effectiviteit van chemotherapie bij ouderen met longkanker JAN WILLEM BRAKEL > Werk/stage: Preventieve Vaat Poli, afd. vaatchirurgie/ vasculaire geneeskunde, Scheper Ziekenhuis Emmen / Afstudeerproject: Screening patiënten met perifeer arterieel vaatlijden op aneurysma’s van de aorta abdominalis DINEKE BROEKHUIZEN > Werk/stage: Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Een beroerte en nazorg. Ervaringen met de zorg voor jonge mensen met een beroerte GERDA CRONENBURG > Werk/stage: Vanboeijen, locatie Het Erf, Meppel / Afstudeerproject: Pijnmeting met de PACSLAC-D bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking CORA DRENT > Werk/stage: Polikliniek Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Accare, Groningen / Afstudeerproject: Pubers en pillen. De beleving van en ervaring met gebruik van stimulantia bij ADHD NANNA GELLING > Werk/stage: Refaja Ziekenhuis polikliniek dermatologie, Stadskanaal / Afstudeerproject: Effecten van patiënttevredenheid op kwaliteit van leven bij patiënten met atopisch eczeem THEA HAK > Werk/stage: Huisartsenpraktijk, Stadskanaal / Afstudeerproject: Het verminderen van het benzodiazepinegebruik in de huisartsenpraktijk ARJAN HARSEVOORT > Werk/stage: Isala klinieken Zwolle / Afstudeerproject: De parameters van botopbouw bij de volwassen patiënt met Osteogenesis Imperfecta LUTJE HUIJBREGTS > Werk/stage: GGD Gelre-IJssel Apeldoorn; Huisartspraktijk Lemelerveld/ Afstudeerproject: De kwaliteit van het hepatitis B beleid bij GGD Gelre-IJssel JULIAN HULST > Werk/stage: Somatische dienst, GGZ Drenthe, Assen / Afstudeerproject: Farmacologische behandeling van dyslipidemie bij patiënten met schizofrenie
100
MARITA KWARTSZ > Werk/stage: Poli Chirurgie, IJsselmeerziekenhuizen, Lelystad / Afstudeerproject: De prevalentie van ernstige vermoeidheid na borstkanker SYLIVA LULOFS > Werk/stage: Ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten / Afstudeerproject: Determinanten van een verlengde klinische opnameduur bij heupfractuurpatiënten na een operatieve ingreep ANNEMIEKE MEIJSTER > Werk/stage: Isala Klinieken, afdeling Anesthesiologie, Acute pijnbestrijding, Zwolle / Afstudeerproject: Epidurale pijnbestrijding bij acute pancreatitis MARJAN MEINEMA > Werk/stage: polikliniek neurologie, Ziekenhuis Bethesda, Hoogeveen / Afstudeerproject: De TIA-poli: de effecten van snellere diagnostiek en behandeling op preventie van cerebro-vasculaire accidenten MIRJAM NAUTA > Werk/stage: Longziekten, Ziekenhuis de Tjongerschans / Afstudeerproject: Nazorg voor de COPD patiënt. Zijn vraag en aanbod op elkaar afgestemd? JOHN PIJPKER > Werk/stage: verpleeghuis ‘de Twaalf Hoven’, Winsum / Afstudeerproject: Interventies bij agressie van bewoners met een dementiesyndroom in een verpleeghuis ANNIEKE DE RUITER > Werk/stage: Voedingsteam, Medisch Centrum, Leeuwarden / Afstudeerproject: Kennis van verpleegkundigen aangaande risicofactoren en symptomen van obstipatie HENRI RUTTEN > Werk/stage: Zorgcoördinatie, Lentis, Groningen / Afstudeerproject: Lichaam en Geest. Kwaliteit van leven bij mensen met een psychotische stoornis en comorbiditeit BETTY TANASALE > Werk/stage: Afdeling Hematologie, UMCG, Groningen / Afstudeerproject: Beenmergonderzoek en pijn WEMKE TUINIER > Werk/stage: UMCG Polikliniek Late Effecten Kinderoncologie (PLEK) / Afstudeerproject: Kennis van ziekte, behandeling en mogelijke late effecten onder volwassenen die in hun jeugd kanker hebben gehad MARTHA VALLINGA > Werk/stage: Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Zelfmanagement tijdens een ziekenhuisopname van diabetespatiënten de mening van zorgverleners JACOBA VAN DER VEEN > Werk/stage: Afdeling longgeneeskunde, Ziekenhuis de Tjongerschans, Heerenveen / Afstudeerproject: Voorlichting aan patiënten met COPD in het ziekenhuis. Een onderzoek naar het aanbod van voorlichting en de patiëntenbehoefte KARIN WISSEL > Werk/stage: dr. S. van Mesdagkliniek, Groningen / Afstudeerproject: Op gewicht blijven met clozapine. Een onderzoek naar het begeleidingsprogramma in het forensisch psychiatrisch centrum dr. S. van Mesdag
103
MIRJAM WIT > Werk/stage: Medisch Centrum Alkmaar / Afstudeerproject: De invloed van Diabetes Mellitus op de lange termijn uitkomsten van een coronaire bypass operatie IRENE WITTEVEEN > Werk/stage: Polikliniek dermatologie, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Patiëntenervaringen met psoriasiszorg in Medisch Centrum Leeuwarden GERT WOLTERS > Werk/stage: BinG ACT-team, Lentis/VNN Groningen / Afstudeerproject: Schizofrenie, antipsychotica en verslaving: samenhang met metabool syndroom en vitamine B-deficiënties PETER ZUIDAM > Werk/stage: Polikliniek Kinder- en Jeugdpsychiatrie, GGZ Meerkanten, Lelystad / Afstudeerproject: Onderdosering van methylfenidaat bij kinderen na afsluiting tweedelijns GGZ contact JUNI 2010 ANJA BINNENMARS > Werk/stage: Polikliniek Interne, Scheper Ziekenhuis Emmen / Afstudeerproject: Invloed van chemotherapie op het cognitief functioneren DAPHNE DE BOER > Werk/stage: Universitair Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Accare Groningen / Afstudeerproject: Detecteren van bijwerkingen van de medicamenteuze behandeling bij kinderen met ADHD RACHEL BORSBOOM > Werk/stage: Centrale Ziekenboeg, Koninklijke Marine Den Helder / Afstudeerproject: Het elektronisch voorschrijfsysteem (EVS): mate van gebruik en ervaringen van artsen en ziekenverplegers binnen de Koninklijke Marine JENNY BROUWER > Werk/stage: Synaeda Psycho Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Het effect van een gedragstherapeutische ADHD training voor volwassenen op psychisch welbevinden en symptomen KIM BUITENWERF > Werk/stage: Doktersdiensten Groningen / Afstudeerproject: Uitkomsten van triage en behandeling van zelfverwijzers op de Huisartsenpost Groningen door de Nurse Practitioner IRIS FEENSTRA > Werk/stage: Afdeling Vaatchirurgie, Isala klinieken Zwolle / Afstudeerproject: Het preventieve effect van de gentaspons op postoperatieve infecties bij vaatchirurgische ingrepen via de lies JENSKE GEERLING > Werk/stage: Interne Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Systematische screening van psychologische distress bij patiënten die zijn verwezen naar een palliatief consultteam
102
HENDYKE GERDS > Werk/stage: Afdeling Cardiologie, Thoraxcentrum, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: The effectiveness of a nurse-led secondary prevention clinic for patients diagnosed with acute coronary syndromes ANJA GOTINK > Werk/stage: Polikliniek Kinder- en Jeugdpsychiatrie, GGZ Meerkanten Elburg / Afstudeerproject: Bijwerkingen van het gebruik van antipsychotica bij kinderen en jongeren AKKIE GROEN > Werk/stage: Interne Geneeskunde, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: De betrouwbaarheid van de diabeteshulphond in het signaleren van hypoglycemie RINA DE HEER - HOEK > Werk/stage: Huisartsen Collectief ‘Het Hogeland’ Usquert / Afstudeerproject: Beschikbaarheid van medische gegevens in een verzorgingshuis GERARD HELMUS > Werk/stage: Parkhove, Stichting Palet Leeuwarden / Afstudeerproject: Gedragsbeïnvloedende medicatie bij ouderen met dementie in kleinschalige woonvormen en het traditionele verpleeghuis LOBKE HOEKSTRA > Werk/stage: Afdeling Algemeen en Crisis, Lentis Linis Groningen / Afstudeerproject: Meet de HONOS voldoende effectiviteit van de behandeling? HENRY TEN HOEVE > Werk/stage: Gezondheidsdienst, Rijksinrichting voor jongeren De Doggershoek Den Helder / Afstudeerproject: Het gebruik van de behandelrichtlijn na psychiatrische screening van jongeren in een gesloten jeugdinrichting RITA HOMMA > Werk/stage: Parkhove, Stichting Palet Leeuwarden / Afstudeerproject: Vrijheidsbeperkende interventies in kleinschalige woonvormen versus verpleeghuis JAN KARSTEN > Werk/stage: Woonzorgcentrum IJsselheem / Afstudeerproject: Pijnmeting bij cliënten met een dementie syndroom ELLY KIEVIT - EBBERS > Werk/stage: Polikliniek voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie, GGZ Meerkanten Hardenberg / Afstudeerproject: De betrouwbaarheid van het klinisch oordeel als methode om ouders van kinderen met autisme spectrum stoornissen te screenen op ASS FEMIA KLOPPENBURG > Werk/stage: Polikliniek Longgeneeskunde, Röpcke-Zweers Ziekenhuis Hardenberg / Afstudeerproject: De naleving van de NVALT richtlijn Voeding en COPD in het ziekenhuis Hardenberg INKY VAN DER KWAAK - SUDHUES > Werk/stage: Huisartsengroep Oosterbroek, Zuidbroek / Afstudeerproject: Medicatiereview in combinatie met Shared Decision Making en kwaliteit van leven bij de oudere patiënt met polyfarmacie RENATE LEEUWIS - DE VRIES > Werk/stage: Afdeling Longgeneeskunde, Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Delfzicht Delfzijl / Afstudeerproject: Erlotinib gerelateerde bijwerkingen van de huid bij patiënten met niet-kleincellig longkanker
105
PETRA MEIJER > Werk/stage: Afdeling longziekten, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Het effect van Continuous Positive Airway Pressure op cardiovasculair risico bij patiënten met Obstructief Slaap Apneu Syndroom ALIEN OVING > Werk/stage: Polikliniek Orthopedie, Ziekenhuis Nij Smellinge Drachten / Afstudeerproject: De ontwikkeling van een vragenlijst voor populaties met de diagnose subacromiaal impingement syndroom (SAIS) CHRISTINE ROGGE - SLIEKER > Werk/stage: Polikliniek Urologie, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Kijk op het leven na testiscarcinoom: psychosociale aspecten SILTA SITLAPERSAD > Werk/stage: Polikliniek Anesthesiologie, Medisch Centrum Zuiderzee ziekenhuis Lelystad / Afstudeerproject: Perioperatieve bètablokkade bij niet cardiale chirurgie: obligaat of discutabel THIJS STRIKWERDA > Werk/stage: Centrum voor Revalidatie, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Ziekteperceptie, participatie en autonomie bij patiënten die een derdelijns longrevalidatieprogramma volgen HANNY TERLUIN > Werk/stage: Afdeling Neurologie, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Onderzoek naar redenen om patiënten met een acuut herseninfarct niet te trombolyseren MARGJE TIMMERMAN > Werk/stage: Afdeling Neurologie, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Carotis endarteriëctomie binnen twee weken na CVA als kwaliteitsindicator GONNIE TOXOPEUS > Werk/stage: Synaeda Psycho Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Pilotstudie naar de effectiviteit van een interventie tegen eenzaamheid onder volwassenen in de tweedelijns psychiatrie HERMA UITERWIJK > Werk/stage: Dialyse Centrum Groningen / Afstudeerproject: Vitamine K inname en vitamine K status bij hemodialyse patiënten WENDY DE VALK - BEDIJN > Werk/stage: Hartfalencentrum, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: Het effect van telemedicine op de kwaliteit van leven bij hartfalenpatiënten NYHA klasse III/IV RIA VAN DER VEGT - VAN DEN AKKER > Werk/stage: Hartfalenpolikliniek, Diaconessenhuis Meppel / Afstudeerproject: Hartrevalidatie bij patiënten met chronisch hartfalen JOSÉ VERSTEEGEN > Werk/stage: Ministerie van Justitie / Afstudeerproject: Prevalentie van defaecatieklachten bij gedetineerde methadongebruikers
104
THERESIA VISSIA - KAZEMIER > Werk/stage: Afdeling Kindergeneeskunde, Universitair Centrum Groningen / Afstudeerproject: De voedingstoestand van kinderen met Pulmonale Arteriële Hypertensie: relatie met de ernst van de ziekte en overleving JAN VAN DER WOLDE > Werk/stage: Afdeling Chirurgie, Ziekenhuis Bethesda Hoogeveen / Afstudeerproject: Evaluatie van de toepassing van het ERAS protocol na electieve colorectale chirurgie GEA YPENGA > Werk/stage: Polikliniek Oncologie en Hematologie, Ziekenhuis Bethesda Hoogeveen / Afstudeerproject: Kwaliteit van zorg bij hoofdhuidkoeling ter voorkoming van haarverlies in verband met chemotherapie VRIJGESTELD, OP GROND VAN EVC, VOOR DE PROEVE VAN DE MODULE ONDERZOEKER JILLDINE NIEHOF > Accare, Universitair Centrum voor Kinder- en Jeugd Psychiatrie, Groningen ANNET SCHAAP > Medisch Centrum Alkmaar, Afdeling Cardiologie, Alkmaar ASTRID KOOPS > Universitair Medisch Centrum Groningen, Afdeling Cardiologie, Groningen PETRA WIJTVLIET > Martiniziekenhuis, Afdeling Cardiologie, Groningen JUNI 2011 FROUKJE ANJEMA > Werk/stage: Polikliniek ADHD, Universitair Centrum Psychiatrie Groningen / Afstudeerproject: Prevalentie van winterdepressie bij volwassenen met ADHD INEKE BAAS-ARENDS > Werk/stage: Cavari Clinics, Groningen / Afstudeerproject: De diagnostische accuratesse van een prescreeningstool voor het opsporen van hoog cardiovasculair risico EVELYN BONTSEMA > Werk/stage: Welnis, Lentis Groningen / Afstudeerproject: De invloed van persoonlijkheidskenmerken op het ontstaan van postpartum depressie YMKJE BOUMA > Werk/stage: Nieuw Toutenburg, Expertise centrum, Noorderbreedte, Noardburgum / Afstudeerproject: Vitamine D3 suppletie bij bewoners in het verpleeghuis ter reductie van valincidenten MARLÈNE BRAAM > Werk/stage: Afdeling Longziekten, Scheper Ziekenhuis Emmen / Afstudeerproject: Risicofactoren voor prostaatcarcinoom bij mannen met een positieve prostaatcarcinoom antigeen 3 test en negatieve prostaatbiopten VINCENT COPIER > Werk/stage: Jonx, Lentis Delfzijl / Afstudeerproject: De invloed van Methylfenidaat op de groei van kinderen/adolescenten met ADHD LOUIS DEKENS > Werk/stage: Huisartspraktijk, Ten Boer / Afstudeerproject: Hypertensieverlaging door persoonlijke benadering?
107
TJITSKE VAN DIJK > Werk/stage: Ziekenhuis Nij Smellinghe, Orthopedie, Drachten / Afstudeerproject: Effecten van de intra-articulaire heupinjectie CHRISTINE VAN DOMMELEN > Werk/stage: Anesthesiologie, MC Groep, Lelystad/Emmeloord / Afstudeerproject: Pijnstilling en comfort bij postoperatief gebruik PCA pleister versus IV-PCA morfine HEDI FOPPEN > Werk/stage: Medisch Centrum de Maat, GGz Centraal, Ermelo / Afstudeerproject: Metabool syndroom bij atypische antipsychotica INGE VAN GELLEKOM > Werk/stage: Afdeling Cardiologie, Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen / Afstudeerproject: Voorlichtingsbehoeften van patiënten na een myocardinfarct MARJOLEIN GROEN > Werk/stage: Polikliniek Bipolaire Stoornissen, Universitair Centrum Psychiatrie Groningen / Afstudeerproject: Zelfstigma en ziekte-inzicht bij patiënten bipolaire stoornissen HILLY DE HAAN-RIJPMA > Werk/stage: Polikliniek Cardiologie, Ziekenhuis Bethesda, Hoogeveen / Afstudeerproject: Screening en diagnostiek hart- en vaatziekten op de Rapid Access Polikliniek in cijfers JACQUELINE HOLTHUIS > Werk/stage: Reumatologie, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Participatie en zelfmanagement bij Reumatoïde Artritis via het Internet ELSKE DE JONG > Werk/stage: Crisisafdeling, Verslavingszorg Noord Nederland, Groningen / Afstudeerproject: Ghb-problematiek in beeld. Een inventariserend onderzoek binnen de hulpverlening in Noord Nederland KARIN KLEIN > Werk/stage: Professor Tuntlerhuis, Zorggroep Meander, Ter Apel / Afstudeerproject: Het effect van kleinschalig wonen op het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen en het aantal valincidenten JANTIEN MAST > Werk/stage: Linis, Lentis Groningen / Afstudeerproject: Het bespreekbaar maken van seksuele functiestoornissen als bijwerking van psychofarmaca ANNE MIEDEMA > Werk/stage: FACT, Linis, Lentis Groningen / Afstudeerproject: De relatie tussen behandelduur en effecten van antipsychotica: een cross-sectionele studie ALETTA MOLENAAR-MOLENSCHOT > Werk/stage: Afdeling Spoedeisende Hulp, Ziekenhuis St.Jansdal, Harderwijk / Afstudeerproject: Het effect van de inzet van een verpleegkundig specialist op de wachttijden op de spoedeisende hulp ELISE PIETERSEN-KOERSELMAN > Werk/stage: Neurologie, Röpcke Zweers Ziekenhuis, Saxenburggroep, Hardenberg / Afstudeerproject: De relationele gevolgen van een CVA. Is er verschil tussen patiënt en partner?
106
JANET VAN POPTA > Werk/stage: Centrum voor Thuisbeademing, Universitair Medisch Centrum Groningen/ Afstudeerproject: Airstacken bij neuromusculaire patiënten: wordt het adequaat ingezet en is het effectief? ERIK POTZE > Werk/stage: FACT, Linis, Lentis, Winschoten / Afstudeerproject: Vergelijking van behandeling van bipolaire stoornissen met de richtlijn LYDIA REDELAAR > Werk/stage: Afdeling Cardiologie, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Effectiviteit, veiligheid en patiëntcomfort van Angio-Seal en ExoSeal bij het sluiten van de arteria femoralis JOKE SMIT > Werk/stage: Afdeling Longtransplantatie, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Beloop en consequenties van maagontledigingsstoornissen na longtransplantatie DIANA THOMA-SLOOTS > Werk/stage: Polikliniek Cardiologie, Refaja Ziekenhuis Stadskanaal / Afstudeerproject: De ervaren participatie van de patiënt met chronisch hartfalen HELGA VISSER-VAN DER WEIDE > Werk/stage: Huisartsen Zorgcentrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Het effect van medicatiebeoordeling op farmacotherapie en therapieontrouw bij patiënten met polyfarmacie KATHINKA VAN VLIET > Werk/stage: Polikliniek Chirurgie, MC Zuiderzee, Lelystad / Afstudeerproject: Therapietrouw aan hormoontherapie na mammacarcinoom ANNEKE WIERSUM > Werk/stage: Scheper Ziekenhuis Emmen / Afstudeerproject: De invloed van diverse factoren op het gebruik van antihypertensiva en het melden van bijwerkingen VRIJGESTELD, OP GROND VAN EVC, VOOR DE PROEVE VAN DE MODULE KENNIS EN WETENSCHAP DOETIE VISSER > Antonius Ziekenhuis Sneek, Afdeling Geriatrie JUNI 2012 CHRISTIAAN BEERS > Werk/Stage: Pijncentrum, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Invloed van verwachtingen, pijnreductie, ervaringen en welbevinden op tevredenheid op een pijnpolikliniek MARGREET BEKIUS > Werk/Stage: Osteoporose kliniek, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Therapietrouw van vrouwen met osteoporose MAARTEN BRUINSMA > Werk/Stage: Somatische Dienst, GGZ Drenthe Assen / Afstudeerproject: Het effect van metformine op vitamine B12 en foliumzuur bij GGZ-patiënten met pre- en type 2 diabetes
109
WILLY BURGER - ADEMA > Werk/Stage: Centrum voor Obesitas Nederland, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Preoperatieve vitaminestatus in een bariatrische chirurgische populatie RENATE CLIFFORD > Werk/Stage: Maatschap de Haan Leeuwarden / Afstudeerproject: De relatie tussen medicijngebruik en valincidenten bij ouderen YTSJE DIJKSTRA > Werk/Stage: MS centrum, Afdeling Neurologie, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Seksualiteitsproblemen bij Multiple Sclerose RACHEL DOPHEIDE > Werk/Stage: Kaak- en Aangezichtschirurgie, sectie Oncologie, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Behoefte van huisarts aan ondersteuning bij palliatieve zorg aan patiënten met hoofd-halskanker JEANNETTE GERMS – HEMME > Werk/Stage: Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: De behoefte aan psychosociale zorg gedurende het fertiliteitstraject GEKE GRIEVINK > Werk/Stage: Accare, Universitair Centrum voor Kinder- en JeugdPsychiatrie Groningen / Afstudeerproject: Invloed van het protocol medicamenteuze behandeling bij ADHD op voorschrijfgedrag JOKE DE GROOT > Werk/Stage: FACT-team Verslavingszorg Noord Nederland, Groningen Stad/ Afstudeerproject: De organisatie van somatische zorgverlening binnen de Ambulante Sociale Verslavingszorg MARLEEN HAANSCHOTEN - MOOIBROEK > Werk/Stage: Spoedeisende Hulp, Ziekenhuis St. Jansdal Harderwijk / Afstudeerproject: De invloed van informatie over wachttijden op tevredenheid op een spoedeisende hulp MARJAN DE HOOP > Werk/Stage: Cardiologie, Zorgcombinatie Noorderboog, Meppel / Afstudeerproject: De kwaliteit van informatieverstrekking bij doorverwijzing naar de hartfalenpoli MARIANNE HORBEEK – BLOEM > Werk/Stage: Reumatologie, Ziekenhuis Nijsmellinghe Drachten / Afstudeerproject: Cardiovasculaire aandoeningen bij patiënten met reumatoïde artritis INA VAN INGEN SCHENAU – VELDMAN > Werk/Stage: Brandwondencentrum, Martini Ziekenhuis Groningen / Afstudeerproject: De ontwikkeling van een instrument voor het meten van interactie tussen verpleegkundige en kind tijdens verbandwisseling FRIEDA JANSSEN > Werk/Stage: Afdeling Longgeneeskunde, Bethesda Ziekenhuis Hoogeveen / Afstudeerproject: Non-invasieve beademing bij exacerbatie-COPD patiënten op de verpleegafdeling ENRICO DE KRIJGER > Werk/Stage: Zorgmaatwerk Harlingen / Afstudeerproject: Hoe valide is de 4DKL als screeningsinstrument bij Autisme Spectrum Stoornissen? 108
ANKE VAN DE LAGEWEG > Werk/Stage: Dermatologie, Medisch Centrum Leeuwarden / Afstudeerproject: Redenen om de behandeling met systemische medicatie te stoppen bij psoriasis patiënten MARGA VAN LEERSUM - VEENSTRA > Werk/Stage: Afdeling Psychosen, Universitair Centrum Psychiatrie Groningen / Afstudeerproject: Herstellen patiënten die goed cognitief functioneren tijdens eerste psychose beter? MARION MULDER - PAALMAN > Werk/Stage: FACT-team, Linis|Lentis Groningen / Afstudeerproject: Aandacht voor seksuele problemen als bijwerking van anti-psychotica SYLVIA OOSTVEEN > Werk/Stage: Polikliniek Interne Geneeskunde, Zorgcombinatie Noorderboog Meppel / Afstudeerproject: Effect van thuis bloedruk meten op HbA1c en bloeddruk bij patiënten met diabetes mellitus MARJA DE RUIG > Werk/Stage: FACT-team GGZ Centraal, Ermelo / Afstudeerproject: De prevalentie van het metabool syndroom na een jaar behandeling MARGRIET SCHLEPERS – BEUKERS > Werk/Stage: Afdeling Anesthesiologie, Saxenburghgroep Röpcke-Zweers Ziekenhuis Hardenberg / Afstudeerproject: De prevalentie van postoperatieve pijn na dagbehandeling in de thuissituatie MARJA SCHUTTENBELT > Werk/Stage: Huisartsengroep LemmerRijn Lemmer / Afstudeerproject: Kwetsbaarheid bij ouderen boven de 75 jaar in de huisartsenpraktijk IRMA SINNEMA > Werk/Stage: Centrum voor Thuisbeademing, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Kennis en vaardigheden bij volwassen patiënten met chronische tracheostomale beademing en hun zorgverleners AMMY VAN DER TOL – PAAP > Werk/Stage: Cardiologie, Medisch Centrum Alkmaar / Afstudeerproject: Mortaliteit bij geïsoleerde aortaklepvervanging en aortaklepvervanging gecombineerd met coronaire bypasschirurgie SIBBELINA VISSER – BROUWER > Werk/Stage: Interne Geneeskunde, Ziekenhuis De Sionsberg Dokkum / Afstudeerproject: Kwaliteit borstkankeroperaties in een klein perifeer ziekenhuis MARJA VOSKUILEN > Werk/Stage: Sectie Stolling, Afdeling Hematologie, Universitair Medisch Centrum Groningen / Afstudeerproject: Profylaxe versus on-demand behandeling van ernstige hemofilie bij volwassenen JUDITH DE WEERD – MANS > Werk/Stage: Vasculaire polikliniek, Interne Geneeskunde, Ziekenhuis Nij Smellinghe Drachten / Afstudeerproject: Effecten van leefstijladviezen op het reduceren van cardiovasculair risico bij patiënten met arterieel vaatlijden
111
JANNET WIEGERSMA – FABER > Werk/Stage: Spoedeisende Hulp, St. Jansdalziekenhuis Harderwijk / Afstudeerproject: Factoren die het oneigenlijk gebruik van de SEH beïnvloeden JENNIFER WRIGHT > Werk/Stage: Expertisecentrum, Zorgcombinatie Noorderboog Meppel / Afstudeerproject: Prevalentie en behandeling van obstipatie bij verpleeghuisbewoners VRIJGESTELD, OP GROND VAN EVC, VOOR DE PROEVE VAN DE MODULE KENNIS EN WETENSCHAP GREETJE VAN ZUIDEN-VAN HOUTEN > Werk/Stage: Afdeling Reumatologie en Klinische Immunologie, Universitair Medisch Centrum Groningen
110
COLOPHON
Editor Hanze UAS Groningen, Staff Office Marketing & Communication Coördination Derna Wijkstra Design Eddy Kootstra Sariske Kok Press Grafische Insustrie De Marne © 2012 MANP, Hanzehogeschool Groningen, University of Applied Sciences 112