KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
Kunstpiloten is een serie programma’s (duur 25 min. per aflevering) die inzicht biedt in het begrip ‘de kunstwereld’ vanuit uiteenlopende onderwerpen, verspreid over verschillende kunstdisciplines. Door middel van verschillende invalshoeken wordt kunst in de grote stad belicht. Vier grote steden in de Randstad komen aan bod: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Elke aflevering van Kunstpiloten staat in het teken van een thema zoals de machtigste mensen in de kunstwereld, bijzondere verzamelaars of de kosten van kunst. Er zijn acht afleveringen:
Page 1
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
DOCENTENHANDLEIDING Inhoudsopgave - Kunstpiloten in de klas - De serie - Vak en niveau - Lesmethode - Lesmateriaal - Aflevering 1. Die met de verzamelaars - Aflevering 2. Die met de starters - Aflevering 3. Die over commercie - Aflevering 4. Die met de kassa - Aflevering 5. Die over de macht - Aflevering 6. Die over de grenzen - Aflevering 7. Die achter de schermen - Aflevering 8. Die met je eigen draai - Keuzeopdracht: Een collectie van betekenis hangt samen - Keuzeopdracht: Backstage in de festivalwereld - Keuzeopdracht: Video Projection Mapping - Naar Buiten in Rotterdam - Naar Buiten in Utrecht Let op: voor de opdrachten Naar Buiten in Amsterdam en Naar Buiten in Den Haag is geen aparte docenteninstructie in deze handleiding opgenomen.
Page 2
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
KUNSTPILOTEN IN DE KLAS De serie Kunstpiloten is een serie programma’s (duur 25 min. per aflevering) die inzicht biedt in het begrip ‘de kunstwereld’ vanuit uiteenlopende onderwerpen, verspreid over verschillende kunstdisciplines. Door middel van verschillende invalshoeken wordt kunst in de grote stad belicht. Vier grote steden in de Randstad komen aan bod: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Elke aflevering van Kunstpiloten staat in het teken van een thema zoals de machtigste mensen in de kunstwereld, bijzondere verzamelaars of de kosten van kunst. Er zijn acht afleveringen: p. 6 p. 9 p. 10 p. 13 p. 15 p. 17 p. 20 p. 22
Die met de verzamelaars Die met de starters Die over commercie Die met de kassa Die over de macht Die over de grenzen Die achter de schermen Die met je eigen draai
De afleveringen zijn te bekijken via de website www.kunstpiloten.nl. Vak en niveau Het lesmateriaal bij de afleveringen van Kunstpiloten sluit aan bij het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) voor de bovenbouw van havo en vwo. Daarnaast passen enkele opdrachten uit de serie bij het vak Kunst Algemeen. Het lesmateriaal heeft betrekking op de volgende eindtermen: Domein A: culturele activiteiten Deelname aan culturele activiteiten gespreid naar de verschillende kunstdisciplines beeldende vorming, dans, drama, literatuur, muziek. HAVO 6x, VWO 8x in totaal. Domein B: kennis van kunst en cultuur De kandidaat kan vorm, inhoud, functie en historische achtergronden van kunstuitingen aangeven en daarbij ingaan op: - onderlinge relaties tussen deze aspecten - relaties tussen kunstdisciplines - invloeden die (sub)culturen op elkaar kunnen hebben Domein C: praktische activiteiten Deelname aan / praktische activiteiten gericht op het maken van een eigen werkstuk / productie, binnen 1 of meer kunstdisciplines. Domein D: reflectie De kandidaat kan m.b.t. de culturele activiteiten - verslag doen van zijn ervaringen, interpretaties en waarderingen - deze toelichten onder verwijzing van vorm, inhoud, functie en historische achtergronden
Page 3
DOCENTENHANDLEIDING
KUNSTPILOTEN
- deze koppelen aan ervaringen met praktische activiteiten - aan de hand daarvan reflecteren op zijn keuzen en zijn ervaringen Lesmethode Kunstpiloten is niet aan een lesmethode gebonden. Het functioneren van ‘de kunstwereld’ als onderwerp op zichzelf komt in een methode niet op één moment naar voren, waardoor het materiaal zich goed leent om bij verschillende onderwerpen aan te haken. Lesmateriaal Bij iedere aflevering zijn opdrachten ontwikkeld, die in 1 tot 2 lesuren uitvoerbaar zijn. De afleveringen staan op zichzelf en kunnen modulair uitgevoerd worden. Iedere les start met een introductie waarbij klassikaal een woordenwolk wordt gemaakt met betrekking tot de hoofdvraag (zie tabel 1). Vervolgens wordt de aflevering bekeken en maken de leerlingen tussendoor en/of achteraf de opdrachten. Naast de opdrachten bij de afleveringen zijn er drie keuzeopdrachten met de volgende titels: Video Projection Mapping, Backstage in de festivalwereld en Een collectie van betekenis hangt samen. Deze opdrachten kunnen worden ingezet als grote, overkoepelende eindopdrachten. Ze sluiten aan bij een of enkele afleveringen van Kunstpiloten, maar kunnen ook los daarvan worden uitgevoerd (zie tabel 2). Tot slot is er voor elk van de vier steden waar Kunstpiloten is opgenomen (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht) een Naar Buiten opdracht waarbij leerlingen de stad ingaan om er opdrachten te maken over een tentoonstelling, museum, kunst in de openbare ruimte of publiek gebouw. Zie hiervoor tabel 3. Tabel 1: opdrachten bij de afleveringen Aflevering
Centrale vraag
Invulling, tijdsduur
1. Die met de verzamelaars
Wat beweegt de (kunst)verzamelaar?
inleiding (woordenwolk): 10 min bekijken aflevering: 25 min opdracht 1: 5 min opdracht 2: 15 min / huiswerk
2. Die met de starters
Hoe zet je je eerste stappen in de kunstwereld ?
inleiding (woordenwolk): 10 min bekijken aflevering: 25 min opdracht 1: 15-20 min opdracht 2: huiswerk / volgende les
3. Die over commercie
Kunnen kunst en commercie hand in hand gaan?
inleiding (woordenwolk): 10 min bekijken aflevering: 25 min opdracht 1: 10 min opdracht 2: 5 min opdracht 3: huiswerk / volgende les
4. Die met de kassa
Wat kost kunst en waarom zijn de prijzen zo vastgesteld?
inleiding (woordenwolk): 10 min bekijken aflevering: 25 min opdracht 1: 5-10 min opdracht 2: 5 min
5. Die over de macht
Wie heeft de macht in de kunstwereld?
inleiding (woordenwolk): 10 min bekijken aflevering: 25 min opdracht 1: 2 min per deelvraag opdracht 2: 5-10 min opdracht 3: huiswerk / volgende les
Page 4
DOCENTENHANDLEIDING
KUNSTPILOTEN
6. Die over de grenzen
Hoe ver kun je gaan?
inleiding (woordenwolk): 10 min bekijken aflevering: 25 min opdracht 1: 10 min opdracht 2: 5 -10 min
7. Die achter de schermen
Hoe gaat het er aan toe achter de schermen bij de Rotterdamse Kunsthal?
inleiding (woordenwolk): 10 min bekijken aflevering: 25 min opdracht 1: 5 min opdracht 2: 5-10 min opdracht 3: huiswerk
8. Die met je eigen draai
Hoe geef jij je eigen draai aan de inleiding (woordenwolk): 10 min kunstdiscipline waarmee jij je bezig bekijken aflevering: 25 min houdt? opdracht 1: 5-10 min opdracht 2: 30-45 min
Tabel 2: keuzeopdrachten Opdracht
Sluit aan bijaflevering
Inhoud in het kort
Een collectie van betekenis hangt samen
1. Die met de verzamelaars
Aan de hand van De rode boom van Mondriaan een verzameling samenstellen vanuit fascinatie of vanuit beleggingsmotief
Backstage in de festivalwereld
3. Die over commercie
Eigen festival bedenken: bepalen van doelgroep/imago en programmering, en ontwerpen van een affiche
Video Projection Mapping
8. Die met je eigen draai (4. Die met de kassa)
Ontwerp en promotie bedenken voor een videoprojectie op een kunstinstelling in de eigen omgeving
Opdracht
Locatie
Inhoud in het kort
Naar Buiten Amsterdam
Centrale Openbare Bibliotheek (OBA), Oosterdokseiland
Twee ruimten in de bibliotheek met elkaar vergelijken en hiervan één ruimte kiezen als decor voor muziek, een kunststuk en een verhaal
Naar Buiten Den Haag
Gemeentemuseum en GEM
De musea met elkaar vergelijken (binnen- en buitenkant) en nadenken over een nieuw, samengevoegd museum
Naar Buiten Rotterdam
Churchillplein (Cascade) en Skatepark Westblaak (Guard)
Twee beelden bekijken, daarna een locatie zoeken en ontwerp bedenken voor een nieuw kunstwerk
Naar Buiten Utrecht
Eindexamententoonstelling HKU (verschillende locaties mogelijk)
Tentoonstelling bekijken en verzameling van drie werken samenstellen
Tabel 3: Naar Buiten opdrachten
Page 5
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
AFLEVERING 1. DIE MET DE VERZAMELAARS Voorbereiding Bij het maken van de opdrachten hebben de leerlingen computers met internet nodig. Bekijk na de inleiding (woordenwolk) de hele aflevering en laat de leerlingen tot slot de opdrachten maken. Inleiding: woordenwolk Voordat u de aflevering laat zien is het van belang om de hoofdvraag die in de aflevering centraal staat klassikaal te bespreken. Schrijf de vraag op het bord: Wat beweegt de (kunst-)verzamelaar? Laat de leerlingen in tweetallen een antwoord op deze vraag bedenken. Inventariseer alle antwoorden en ideeën in een woordenwolk om de hoofdvraag. Na het bekijken van de aflevering kunt u de woordenwolk verder aanvullen. Opdracht 1 Indien leerlingen zelf geen verzameling hebben (gehad), kunnen ze in een tweetal werken met een klasgenoot die wel een verzameling heeft (gehad). Argumentatie is het belangrijkst, meerdere antwoorden mogelijk. Deze opdracht leent zich goed voor klassikaal nabespreken. Opdracht 2 Tip: deze opdracht leent zich tevens goed voor het vak Kunst Algemeen. A. magisch realisme, Nederlands realisme interbellum, internationaal realisme interbellum, naoorlogse figuratie B. Waarschijnlijk sociologisch (status, had ook een voetbalclub), filosofisch (ik leef voort in mijn verzameling), economisch (waardevermeerdering, en ook van dienst als onderpand bij investeringen), maar ook een zekere interne drang – wellicht biologisch. Argumentatie is het belangrijkst bij deze opdracht, meerdere antwoorden zijn mogelijk.
Page 6
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
BIJLAGE DE VERSCHILLENDE TYPEN VERZAMELAARS De organisatie van de Verzamelaarsjaarbeurs heeft op haar website een test geplaatst waar verzamelaars kunnen testen tot welk type verzamelaar ze behoren. De zeven typen die de Verzamelaarsjaarbeurs in de uitslag van de test noemt zijn de typen die Jaco Berveling (te zien in de aflevering) onderscheidt en omschrijft in ‘Hebben is houden’, zijn boek over de verschillende drijfveren van verschillende typen verzamelaars. Na het doen van de test verschijnt de uitslag, waarbij de verschillende typen op de volgende manier omschreven worden: Heeft u op (bijna) alle typen een gelijk aantal punten gescoord? Dan is er niets bijzonders met u aan de hand. Er is namelijk niet één antwoord op de vraag waarom mensen verzamelen. Mensen hebben verschillende drijfveren en u bent zo iemand. A. De statuszoeker Heeft u de meeste punten gescoord op de A-vragen? Dan geniet u van uw bezit. U laat uw verzameling graag aan anderen zien en u mag er graag over vertellen. Als u merkt dat men onder de indruk is, doet u dat goed. Zeker wanneer andere verzamelaars u blijken te benijden. Het is een heerlijk idee, dat u dingen bezit die niemand anders heeft. B. De handelaar Heeft u de meeste punten gescoord op de B-vragen? Dan bent u net zoveel handelaar als verzamelaar. U loopt al even mee en heeft een scherp oog gekregen voor koopjes. Het komt dan ook voor dat u iets koopt dat u al heeft, gewoon om het daarna met winst te kunnen doorverkopen. Pas maar op, voor u het weet staat u bekend als een gentleman dealer (of gentlewoman dealer, natuurlijk). En nog even en u staat niet meer voor de kraam, maar er achter. C. De jager Heeft u de meeste punten gescoord op de C-vragen? Dan bent u een echte speurneus, een jachthond. Want laten we wel wezen, een beetje verzamelaar heeft nooit genoeg. De lol van het verzamelen zit vooral in het zoeken. Op beurzen, rommel- of boekenmarkten bent u er altijd als een van de eersten en u snuffelt alles systematisch af. Een aanwinst zet u thuis tevreden op zijn plek, maar dan komt al snel het jachtinstinct weer bovendrijven. Rugzak om, wandelschoenen aan en euro’s mee: op pad! D. Het “mijn verzameling ben ik”-type Heeft u de meeste punten gescoord op de D-vragen? Dan bent u een nostalgisch type. Uw verzameling is een bron van herinneringen en houdt uw verleden levend. Als u naar uw verzameling kijkt, dan weet u meestal wel waar, wanneer en in welke omstandigheden u het kocht of kreeg. Zeker als je wat langer verzamelt, wordt zo’n collectie een spiegel van je leven. Je kijkt er in en ziet je eigen geschiedenis terug. E. De verslaafde Heeft u de meeste punten gescoord op de E-vragen? Dan hoeft u zich geen zorgen te maken, maar u bent wel een verzamel-junkie. Als u iets tegenkomt dat in uw verzameling ontbreekt, dan
Page 7
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
moet u scoren. Dat geeft u een enorme kick. Verzamelen wordt gestuurd door instinct en uw lichaam beloont u wanneer u er aan toegeeft. Wanneer u met een nieuwe aanwinst in uw handen staat, krijgt u als beloning een shot geluk. Tot de roes is uitgewerkt natuurlijk, dan begint alles weer opnieuw. F. De compensatie-zoeker Heeft u de meeste punten gescoord op de F-vragen? Dan bent u een compensatie-zoeker. Volgens Freud zitten uw drijfveren diep weggestopt. Zou het verzamelen iets te maken kunnen hebben met een vervelende gebeurtenis in uw jeugd? Mist u iets? Bent u op zoek naar houvast? U verzamelt omdat mensen u nog wel eens willen teleurstellen, uw verzameling zal dat nooit doen. Uw hobby is in ieder geval een gezonde uitlaatklep. Ga er beslist mee door, bedenk dat Freud zelf ook een fanatiek verzamelaar was. G. De filosoof Heeft u de meeste punten gescoord op de G-vragen? Dan zijn we bij de essentie van het verzamelen. Uw verzamelgedrag is gebaseerd op enkele wezenlijke ‘zijns’-vragen. Zou het kunnen dat u verzamelt omdat u de vijandige, chaotische buitenwereld ermee onder controle krijgt? Wie verzamelt, kan eindeloos ordenen en schikken en zo de chaos bedwingen. Ook kunt u over uw verzameling heersen als een vorst. Bovendien is het de ideale manier om sporen na te laten in de tijd. Streven we niet allemaal naar onsterfelijkheid? U verdwijnt, maar uw verzameling blijft. Bron : http://www.verzamelaarsjaarbeurs.nl/verzamelaars-test NB: Als je iets meer over de nuances en onderlinge verbanden tussen deze verzamelaarstypen wilt weten, maar niet het hele boek ‘Hebben en houden’ van Jaco Berveling wilt lezen, kun je het artikel van hem lezen dat hij baseerde op zijn boek. Het artikel staat bij de test, ook op de website van de Verzamelaarsjaarbeurs: http://www.verzamelaarsjaarbeurs.nl/jaco-berveling
Page 8
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
AFLEVERING 2. DIE MET DE STARTERS Voorbereiding Zorg ervoor dat de leerlingen bij deze les gelegenheid hebben om op internet dingen op te zoeken en vragen uit te werken. Bekijk na de inleiding (woordenwolk) de hele aflevering en laat de leerlingen tot slot de opdrachten maken. Inleiding: woordenwolk Voordat u de aflevering laat zien is het van belang om de hoofdvraag die in de aflevering centraal staat klassikaal te bespreken. Schrijf de vraag op het bord: Hoe zet je je eerste stappen in de kunstwereld ? Laat de leerlingen in tweetallen een antwoord op deze vraag bedenken. Inventariseer alle antwoorden en ideeën in een woordenwolk om de hoofdvraag. Na het bekijken van de aflevering kunt u de woordenwolk verder aanvullen. Opdracht 1 Deze opdracht leent zich goed om in tweetallen uit te voeren. Bij enkele vragen van 1b zal de leerling op internet moeten zoeken naar relevante plekken, opdrachten, wedstrijden, goeroes e.d. voor de starter in de specifieke kunstdiscipline. Bij 1c moet het antwoord gezocht worden in het imago van de starter in de discipline, die professioneel over wil komen, met verstand van zaken. Wat moet die persoon niet laten zien? (bijvoorbeeld mislukt werk, of dat hij de hele tijd aan het lanterfanten is, irrelevante privézaken) En wat moet hij/zij zeker delen? (successen, plannen, foto’s van projecten). Veel ‘vrienden’/contacten uit het eigen vakgebied zijn ook nuttig. Opdracht 2 De brief moet vooral enthousiasme uitstralen en talent en ervaring tot nu toe tonen. Ingrediënten voor de brief vormen de antwoorden bij 1b. Het belangrijkste is bij deze opdracht is het nadenken over welke stap gunstig zou zijn voor de gecreëerde starter. Deze opdracht past in de lijn van de vijf adviezen voor startende kunstenaars van kunstcoach Erik Langeveld, die hij in de aflevering opsomt: 1. Ken jezelf 2. Investeer in jezelf 3. Profileer jezelf 4. Zet vooral door 5. Als je een keer op je bek gaat, geniet ervan!
Page 9
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
AFLEVERING 3. DIE OVER COMMERCIE Voorbereiding Na de inleiding (woordenwolk) bekijkt de klas de aflevering in gedeeltes: Pauzeer de aflevering na het interview met Egbert Rietveld voor opdracht 1; Pauzeer de aflevering na het interview met Menno Baars voor opdracht 2; Bekijk de rest van de aflevering en laat de leerlingen daarna opdracht 3 maken. Inleiding: woordenwolk Voordat u de aflevering laat zien is het van belang om de hoofdvraag die in de aflevering centraal staat klassikaal te bespreken. De hoofdvraag van deze aflevering is: Kunnen kunst en commercie hand in hand gaan? Schrijf de volgende vraag op het bord: welke voorbeelden ken je waarin kunst en commercie samengaan? Laat de leerlingen in tweetallen een antwoord bedenken. Inventariseer alle antwoorden en ideeën in een woordenwolk om de hoofdvraag. Na het bekijken van de aflevering kunt u de woordenwolk verder aanvullen. Opdracht 1 A. De mok heeft weinig te maken met het gedachtegoed van Gerrit Rietveld, maar is vooral geproduceerd om winst mee te maken. B. Egbert Rietveld noemt als pluspunt dat er veel modellen op de mok staan die niemand kent. Dit sluit aan bij het doel van Rietveld by Rietveld: “We willen de wereld laten zien dat Rietveld veel meer is dan alleen een Rood-Blauwe of Zig Zag stoel.” C. De leerling denkt na over wat de bedoelingen van de producten van Rietveld by Rietveld zijn, en wat die van het Centraal Museum zijn, en maakt dan zijn eigen afweging. Overwegingen hierbij kunnen zijn: De kleinzoon wil de bedoelingen van zijn opa bewaken, en zal dat in zijn beslissingen altijd voor laten gaan op ideeën die niet met die van zijn opa stroken, maar wel meer geld op zouden leveren. Zijn opa wilde zichzelf niet als merk promoten. Hij had niet als doel snel veel geld te verdienen, maar om zijn ideeën over universele tijdloze vormen uit te kristalliseren (zie Extra context: de mok is geen Stijl). De kleinzoons handelen met verschillende redenen: familiesentiment, bewondering voor het gedachtegoed van Gerrit Rietveld, maar wellicht daarbij ook om geld te verdienen met de inmiddels beroemde naam en beroemde ideeën. Rietveld op een mok (door het Centraal Museum in het Rietveldjaar) is bedoeld om door middel van het merk, wat de naam Rietveld uiteindelijk geworden is, te verkopen. Het is een merchan-
Page 10
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
diseproduct. Net zoals er bijvoorbeeld bekende zangers op t-shirts en mokken staan. Hiermee wordt de zanger een merk, en daaraan kan verdiend worden. De koper kan laten zien dat hij van de zanger, of in dit geval: van Rietveld houdt. De vormen en ideeën van Gerrit Rietveld zijn wereldberoemd inmiddels, het is een stijlicoon, een grondlegger. Het museum houdt hiermee het gedachtegoed levend, ze besteden immers aandacht aan de persoon met het gedachtegoed. Extra context: De mok is geen Stijl Als de leerling al meer weet van de achtergrond van de Stijl en de uitgangspunten van Rietveld kan het antwoord ook aan de filosofie van Rietveld gekoppeld worden. Rietveld zocht met een aantal tijdgenoten (De Stijl) naar de universele tijdloze vormen, naar de basiselementen van waar alles uit bestaat, waarin de universele verhoudingen uit de natuur terugkomen. In de ontwerpen dient vorm de functie (bijvoorbeeld zitten, of drinken). En de vorm zelf representeert de ‘universele orde’ te zijn. Elke vorm van versiering past hier dus niet bij. Een mok die niet ontdaan is van alles wat niet puur in dienst staat van het weerspiegelen van de universele harmonie en universele verhoudingen (zoals een opdruk, van een stoel, ook al is het een Rietveld stoel) past daarmee niet in de filosofie van Rietveld. De kleuren die Gerrit Rietveld gebruikt, zijn ook niet bedoeld als versiering, maar als accenten om balans te creëren en het object daarmee onderdeel van een grotere structuur te laten zijn, deel te laten worden van de ruimte waarin het zich bevindt. Opdracht 2 A. Op de vraag zijn vele antwoorden mogelijk; aan de stelling dat bepaalde kunst ‘te commercieel’ is kunnen verschillende redenen ten grondslag liggen. Overwegingen waarbinnen de discussie zich afspeelt zijn: Ze betichten de intentie van de kunstenaar. Bij het maken van het werk zou het uitgangspunt te veel gericht zijn geweest op geld verdienen om het geld verdienen, en daarmee niet oprecht zijn. Kunstenaars zouden zich volgens degenen die deze stelling innemen bij het maken van hun werk puur bezig moeten houden met het zoeken naar antwoorden op een artistieke probleemstelling. Zoals bijvoorbeeld het verbeelden van een concept. Zonder zich bezig te houden met of er met de ene oplossing meer geld te verdienen valt dan met de andere oplossing. Commercie kan wel, maar dan als gevolg: als iets goed is kan het geld opleveren, heel goed is heel veel geld, en dat is o.k. want de artistieke prestatie is ernaar, en dat mag gewaardeerd worden. (zie 1e punt: Maar als de kunstenaar het bedoeld heeft om veel geld mee te verdienen en zich in zijn keuzen bij het maken daar vooral door laat leiden, is het niet meer oprecht, niet puur, niet oorspronkelijk, geen directe uiting van de ziel meer.) B. Bij commercieel succes speelt toegankelijkheid een belangrijke rol, veel mensen moeten het mooi of goed of leuk vinden. Het moet in bepaalde mate herkenbaar zijn, inhaken op al gebaande paden en/of leunen op successen uit het verleden.
Page 11
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
Extra context: Van modernisme naar postmodernisme Het spanningsveld tussen kunst en commercie hoort bij het modernisme, waarin het grote publiek achterbleef bij de abstracte kunsttheorieën van de ‘high culture’. Dit bleef zo tot de jaren 80 (met de Pop Art in de jaren 50/60 als uitzondering en vreemde eend in de bijt.) Vanaf de Romantiek werd de kunst autonoom, ‘kunst om de kunst’. Vanaf dat moment verwijdert het zich van het grote publiek, de ‘gewone man’. In de eerste helft van de 20e eeuw wordt er in hoog tempo vernieuwd (kubisme, de stijl, cobra, actionpainting,...), dat wat als ‘ware kunst’ werd beschouwd ging voorbij aan de gewone man. Vanaf de jaren 80 is de scheidslijn tussen kunst en commercie sterk ter discussie komen te staan (postmodernisme). Wat het grote publiek vindt, kan juist kwaliteit zijn. In het postmodernisme spelen kunstenaars met deze veranderende inzichten. Opdracht 3 Bij deze opdracht verwerven de leerlingen inzicht in de positie van hun persoonlijke voorkeuren ten opzichte van andere artiesten/artikelen/films op een lijn van commercieel/niet commercieel. Ze denken na over de bedoelingen van de makers bij de dingen om hen heen. Opdracht 3b leent zich goed voor een discussie tussen leerlingen die dezelfde kunstdiscipline hebben gekozen.
Page 12
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
AFLEVERING 4. DIE MET DE KASSA Voorbereiding Na de inleiding (woordenwolk) bekijkt de klas de aflevering in gedeeltes: pauzeer de aflevering steeds na een interview en laat de leerlingen een inschatting maken in de tabel van die persoon (dus pauzeer na Hans van Bentem voor opdracht 1a, pauzeer na het interview met Denis Oudendijk voor opdracht 1b en 1c, etc.). De leerlingen maken opdracht 2 na de aflevering. Inleiding: woordenwolk Voordat u de aflevering laat zien is het van belang om het hoofdonderwerp dat in de aflevering centraal staat klassikaal te bespreken. Bij ‘Die met de kassa’ zijn er twee vragen waarmee u de aflevering kunt inleiden. Schrijf de eerste vraag op het bord: Welke soorten ‘kunst in de openbare ruimte’ ken je? (In de aflevering zijn te zien: beelden, glaskunst in ramen van bepaalde flats, grote schilderijen op muren in de stad, architectuur, graffiti) Laat de leerlingen in tweetallen een antwoord op deze vraag bedenken. Inventariseer alle antwoorden en ideeën in een woordenwolk om de hoofdvraag. Na het bekijken van de aflevering kunt u de woordenwolk verder aanvullen. Schrijf dan, voor een tweede woordenwolk, de tweede vraag op het bord: Op basis waarvan komt de prijs van een kunstwerk tot stand? (Bijvoorbeeld: productiekosten, uurloon assistenten, materiaalkosten, vervoerkosten en plaatsingskosten, bekendheid kunstenaar) Opdracht 1 Geef niet te veel tijd voor het beantwoorden, het gaat om een inschatting. a. Hans van Bentem Transport en plaatsing met een kraan
€ 7500,-
b. Denis Oudendijk Denis heeft wel eens een windmolenwiek aangeschaft voor een kunstwerk. Hoeveel denk je dat dat kostte?
€ 300,-
c. Denis Oudendijk Hoeveel betaalt hij vrienden die helpen per uur?
€ 10,-
d. Joep van Lieshout Totaalkosten beeld
€ 218.487,(exclusief btw)
e. Joep van Lieshout Het schoonmaken van het beeld kost de gemeente per jaar
ca. € 1000,-
f. Graffiticollectief Lastplak Boetebedrag voor het aanbrengen van graffiti
€ 100,-
Opdracht 2 Argumentatie op grond van de inhoud van de uitspraak is hierbij het belangrijkst. Deze vraag leent zich uitstekend voor een klassikale discussie.
Page 13
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
Extra opdracht Wie bepaalt? Joop van Caldenborg is een voorbeeld van iemand die invloed heeft op waar de gemeente Rotterdam haar geld aan besteedt als het gaat om kunst in de openbare ruimte. Hij heeft er mede voor gezorgd dat het beeld Santa Claus, in de volksmond bekend als ‘Kabouter Buttplug’, in Rotterdam kwam te staan. Dit omdat hij als lid van de Internationale Beeldencommissie de gemeente Rotterdam adviseerde. Hij heeft veel invloed op de kunstwereld. Hij is daar een bekend persoon omdat hij veel geld heeft en investeert in kunst. Hij heeft een grote en belangrijke kunstcollectie opgebouwd met veel belangrijke en beroemde kunstwerken, die veel musea graag van hem lenen voor tentoonstellingen. Er wordt waarde gehecht aan zijn mening. Wie vind jij dat er thuishoort in een commissie die mag beslissen welk bijzonder kunstwerk geplaatst mag worden op een belangrijke plek in de stad? Het moet een kunstwerk zijn dat gewaardeerd wordt door kunstkenners en door de bewoners van de stad. a. Stel een commissie op van minstens drie leden, en leg uit waarom zij erin moeten zitten volgens jou. Waar moeten ze verstand van hebben? b. Kun je ook wennen en gehecht raken aan iets dat je eerst lelijk vond? Antwoorden: A. Het goed kunnen beargumenteren van de eigen mening is het bij deze vraag het belangrijkst. Te denken valt aan: -
Volksvertegenwoordigers (en wie zijn dat volgens de leerling?)
-
Iemand die veel verstand heeft van kunst in de openbare ruimte (en wie zou dat zijn ?)
-
Iemand die weet welke kunstenaars erg gewaardeerd worden door kunstkenners (specia listen, en wie zijn dat?)
-
Iemand die peilt waar de mensen uit de stad voor zouden kiezen (en hoe peil je dat?)
-
Iemand die verstand heeft van wat het allemaal gaat kosten (en wie zou dat zijn?)
B. Een goed voorbeeld is de Eiffeltoren; nu het meest succesvolle symbool van het moderne Frankrijk, ooit als een wanstaltig stalen constructie gezien. Veel mensen vinden het nog steeds een lelijk of raar ding, maar tegelijkertijd is het wel een heel succesvolle attractie en een symbool geworden dat niemand meer wil missen.
Page 14
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
AFLEVERING 5. DIE OVER DE MACHT Voorbereiding Print vooraf het artikel ‘Artiesten geven rechten uit handen’ van NRC Next uit en kopieer deze, of laat de leerlingen het artikel zelf opzoeken: http://www.nrcnext.nl/blog/2011/01/21/artiestengeven-rechten-uit-handen/. Na de inleiding (woordenwolk) bekijkt de klas de aflevering in gedeeltes: • Pauzeer de aflevering na het interview met Van Gogh Museumdirecteur Axel Rüger voor opdracht 1a; • Pauzeer de aflevering na het interview met Clyde Menso, directeur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst voor opdracht 1b; • Pauzeer de aflevering na het interview met Henk Schiffmacher voor opdracht 1c; • Bekijk de rest van de aflevering en laat de leerlingen opdracht 1d, 2 en 3 maken. Inleiding: woordenwolk Voordat u de aflevering laat zien is het van belang om de hoofdvraag die in de aflevering centraal staat klassikaal te bespreken. Schrijf de hoofdvraag op het bord: wie heeft de macht in de kunstwereld? Laat de leerlingen in tweetallen een antwoord op deze vraag bedenken. Inventariseer alle antwoorden en ideeën in een woordenwolk om de hoofdvraag. Na het bekijken van de aflevering kunt u de woordenwolk verder aanvullen. Opdracht 1 A. De museumdirecteur is afhankelijk van:het (museum)publiek en recensenten. (Als de bezoekersaantallen teruglopen, en daarmee de inkomsten en het imago, en als de recensies over de tentoonstellingen slecht zijn, zal hij onder vuur komen te liggen.) B. Kunstenaars en kunstinstellingen (voor projectfinanciering enz.) zijn afhankelijk van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. C. Een kunstenaar is afhankelijk van (de waardering van) het publiek en opdrachtgevers. D. Ze beweren iets tegenovergestelds; Maya Meijer is het niet eens met het idee ‘wie betaalt, bepaalt’: “dat zou nooit werken […] je kan meedenken, je oordeel wordt op prijs gesteld, soms. Maar niet alleen omdat je betaalt.” Opdracht 2 A. Hoeveel een bepaald kunstwerk waard is, wordt bepaald door de museumdirecteur (en galeriehouders), want hoe hoger de waardering voor een bepaalde kunstenaar, hoe hoger het bedrag dat voor een bepaald kunstwerk betaald wordt. Natuurlijk kan een kunstenaar zelf de prijs van een werk bepalen, maar over het algemeen zal hij dat bedrag afstemmen op wat de afnemers (o.a. musea, en vermogende kunstkenners) er voor willen betalen. B. Welke kunstenaars bekend worden, hangt af van verschillende personen. De invloed van de museumdirecteur is heel direct (hij bepaalt of het werk van een kunstenaar überhaupt te zien is. Dit geldt ook voor galeriehouders). Dit moet dan wel een museum zijn waarbij kunst getoond
Page 15
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
wordt van hedendaagse en/of niet al heel erg bekende kunstenaars. Het Van Gogh Museum heeft dat doel niet, al wordt er niet alleen werk van Van Gogh vertoond. Indirect kunnen subsidiefondsen, mecenassen en eventueel andere kunstenaars helpen door de voorwaarden te scheppen waaronder kunstenaars hun werk kunnen doen en waar ze het kunnen tonen. C. Hoe een kunstwerk eruit moet zien, wordt bepaald door de kunstenaar zelf. Kunstenaars kunnen zich natuurlijk wel (bewust of onbewust) laten leiden door wat zij verwachten dat in de smaak zal vallen bij museumdirecteuren en subsidieverstrekkers, etc. Opdracht 3 A. Platenmaatschappijen, sponsoren en televisiekanalen hebben belang bij macht over de deelnemers. Zij verkrijgen namelijk (direct of indirect) inkomsten uit de verkoop van de muziek van de artiesten. Televisiekanalen hopen het risico op negatieve beeldvorming te minimaliseren. B. De deelnemer doet mee in de hoop op succes, bekendheid en geld. Het voordeel voor de deelnemer zou dus kunnen zijn dat een aantal belangrijke grote partijen in hem of haar investeren, en de carrière daarmee een snelle sprong maakt. Of het verloop van de gewenste carrière ook volgens wens kan gaan, is de vraag. De kandidaat moet zich, zoals in het artikel, te lezen valt aan talloze regels houden. C. Andere manieren om beroemd te worden zijn bijvoorbeeld: een opleiding volgen (het conservatorium of de popacademie); een andere (bekende) artiest overtuigen van jouw talent (mecenas); die kan jou promoten; zelf het grote publiek proberen te bereiken door YouTube of MySpace. Verdiepingsopdrachten: Regering 1. Zoek uit welk budget de huidige regering voor kunst en cultuur uittrekt en naar welke instanties dat geld precies gaat. Kies een van die instanties en zoek uit waar zij dit geld aan besteden. 2. Politieke partijen die in de regering zitten hebben invloed op hoeveel geld er aan kunst en cultuur besteed wordt, en waaráán dat geld besteed wordt. Kies drie politieke partijen. Hoeveel willen deze partijen uittrekken voor kunst en cultuur? Zoek uit waar zij dit geld aan besteden.
Page 16
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
AFLEVERING 6. DIE OVER DE GRENZEN Voorbereiding Na de inleiding (woordenwolk) bekijkt de klas de aflevering in gedeeltes: • Pauzeer de aflevering na het interview met Jonas Staal voor opdracht 1a; • Pauzeer de aflevering na het interview met Farhad Forountanian voor 1b, 1c en 1d; • Bekijk de rest van de aflevering en ga daarna verder met opdracht 2. • Indien u de extra opdracht wilt uitvoeren, hebben de leerlingen internet nodig. Inleiding: woordenwolk Voordat u de aflevering laat zien is het van belang om de hoofdvraag die in de aflevering centraal staat klassikaal te bespreken. • Schrijf de hoofdvraag op het bord: wie heeft de macht in de kunstwereld? • Laat de leerlingen in tweetallen een antwoord op deze vraag bedenken. • Inventariseer alle antwoorden en ideeën in een woordenwolk om de hoofdvraag. • Na het bekijken van de aflevering kunt u de woordenwolk verder aanvullen. Opdracht 1 Tip: begin met het begrip ‘engagement’; leerlingen kennen het woord wellicht niet, maar is in deze context belangrijk. Zie de extra informatie op de volgende pagina. A. De antwoorden lenen zich goed voor een gesprek of discussie in de klas. Hierbij kunt u het volgende meenemen: In Nederland is er sinds de aanslagen in de V.S. op 11 september 2001, en de moorden op Fortuyn (2002) en van Gogh (2004), angst voor politieke aanslagen. Olof van Winden en Jonas Staal hebben het in hun kunstuitingen over deze angst op zichzelf en de maatschappelijke ontwikkelingen die daarbij horen. De discussie bij hun kunstuitingen gaat echter vooral over de vraag wanneer iets gezien moet worden als een kunstuiting en wanneer iets gezien moet worden als een dreigement. Kan iedereen dat onderscheid zien? En is, als je weet dat het als kunst bedoeld is, het gevaar geweken? In deze discussie valt bijvoorbeeld ook te denken aan de Deense cartoontekenaar Kurt Westergaard, die in 2005 de profeet Mohammed tekende met een bom in zijn tulband. Sindsdien moet de cartoonist ondergedoken leven. Dit heeft veel verontwaardiging opgeroepen en discussies veroorzaakt over de vrijheid van meninguiting. Bij hem was het duidelijk dat het een kunstvorm betrof (cartoon), maar dat had geen enkele invloed op de mening van zijn bedreigers. B. Zie ook de extra informatie over censuur hieronder. Voorbeelden van censuur zijn: jeugdprogramma’s, gewelddadige programma’s op latere tijdstippen, reclameposters i.v.m. seksualiteit of roken, Amerikaanse talkshowpiepjes bij vloeken, (scheld)woorden die uit muziek worden gewist. C. In Iran zijn de leiders bang voor aanslagen op of antibewegingen tegen hun regime. Ze willen hun machtspositie bewaken en daarom precies bepalen wat het volk wel en niet te zien en te
Page 17
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
horen krijgt. Dit moet op een lijn staan met hun ideeën over goed en kwaad. Deze visie op goed en kwaad hangt nauw samen met hun visie op en praktisering van de islam. Kritiek op het regime en op de islam wordt in dit land geenszins getolereerd. D. Overeenkomsten die genoemd kunnen worden tussen de Nederlandse en Iraanse autoriteiten in deze gevallen: Ze trekken beide een grens; niet alles mag. Ze zijn beide bang voor politieke aanslagen. Olof van Winden zei in de aflevering dat “angst en paranoia” de redenen van zijn arrestatie lijken te zijn. Dit zou je ook in het geval van Iran zo kunnen zien. De Nederlandse autoriteiten willen met de arrestaties laten zien dat ze de Nederlandse samenleving bewaken, waarin de vrijheid van meningsuiting belangrijk wordt geacht. En dus dulden ze geen aanslagen en bedreigingen. Ook de Iraanse autoriteiten willen laten zien dat ze hun regime bewaken en dus geen aanslagen dulden. Wàt ze bewaken is anders, dàt ze beide hun waarden willen bewaken is een overeenkomst te noemen. Verschillen die als antwoord gegeven kunnen worden: In Nederland wordt het oppakken zelf ter discussie gesteld, het oppakken door de autoriteiten mag hier openlijk betwist worden. Er wordt hier streng getoetst of met de aanklacht de vrijheid van meningsuiting in het geding is. Wat ‘vrijheid van meningsuiting’ is wordt in deze gevallen bediscussieerd en misschien wel geherdefinieerd, maar het wordt in elk geval gezien als een belangrijk goed. In Nederland wil de regering niet koste wat kost blijven zitten en hier controle over houden; we leven in een democratie. In Iran is dit niet het geval. Extra informatie: engagement en censuur Engagement (het woord betekent letterlijk: zich ergens toe verplichten) duidt op de zelfopgelegde verplichting van de kunstenaar zich met zijn werk in dienst te stellen van een politiek, sociaal, religieus of moreel ideaal en zo mee te werken aan de verandering van de samenleving om dat ideaal te verwezenlijken. http://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0006.php#e053 Censuur is het gebruiken van macht om informatie achter te houden of aan banden te leggen (bijv. door de staat, een groepering, of individuen). Censuur kan enerzijds gebruikt worden om te voorkomen dat de macht van een bepaalde instantie wordt ondermijnd, maar anderzijds ook met het idee de burger te beschermen. Er is preventieve censuur, waarbij niet zonder toestemming vooraf gepubliceerd mag worden (in Nederland werd bijv. film tot 1977 gecensureerd door een Centrale Commissie voor de Filmkeuring), en repressieve censuur, waarbij na publicatie een verbod of andere maatregelen tegen de publicatie worden getroffen. http://nl.wikipedia.org/wiki/Censuur_%28informatie%29
Page 18
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
Opdracht 2 Mogelijke antwoorden 1. Bijvoorbeeld: Kunstenaars zijn er om mooie dingen te maken, die fijn zijn voor iedereen om naar te kijken. Politici zijn voor de politiek. 2. Bijvoorbeeld: Kunstenaars kunnen zo de maatschappij kritisch belichten, een spiegel voorhouden, controleren en scherp houden 3. Bijvoorbeeld: Als mensen zich bedreigd voelen. Als mensen zich gekwetst voelen. Dit sluit aan op de ‘code’ van fotograaf Daimon Xanthopolous, te zien in de aflevering. Hij vertelt dat hij zijn onderwerpen (zoals bijvoorbeeld slachtoffers van kinderhandel) altijd in bescherming zal nemen. Het belang van de personen die hij fotografeert gaat dan boven het belang van het aan de kaak stellen en zichtbaar maken van het probleem kinderhandel op zichzelf. Hij zoekt in zulke gevallen dan naar andere middelen dan de fotografie, bijvoorbeeld radio-interviews, om toch het verhaal te vertellen. Extra opdracht: De Geert Wilders Werken Deze opdracht leent zich goed als vakoverstijgende opdracht met maatschappijleer (bescherming van onze grondwet) en/of Nederlands (argumentatieve vaardigheden). Jonas Staal werd i.v.m. zijn ‘De Geert Wilders Werken’ in 2005 opgepakt. Op het internet is veel te vinden over de twee rechtszaken die volgden. Jonas Staal zag de rechtszaken als onderdeel van het hele kunstproject De Geert Wilders Werken. Leerlingen gaan met dit onderwerp aan de slag door zich als aanklager of verdediger op te stellen en hiervoor argumenten te verzamelen. De opdracht kan in groepsverband, schriftelijk of in de vorm van een (klassikale) discussie worden uitgewerkt.
Page 19
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
AFLEVERING 7. DIE ACHTER DE SCHERMEN Voorbereiding Bekijk na de inleiding (woordenwolk) de hele aflevering en laat de leerlingen vervolgens de opdrachten maken. Inleiding: woordenwolk Voordat u de aflevering laat zien is het van belang om de hoofdvraag die in de aflevering centraal staat klassikaal te bespreken. • Schrijf de vraag op het bord: Wie werken er allemaal bij Kunsthal Rotterdam en wat is hun taak? • Laat de leerlingen in tweetallen een antwoord op deze vraag bedenken. • Inventariseer alle antwoorden en ideeën in een woordenwolk om de hoofdvraag. • Na het bekijken van de aflevering kunt u de woordenwolk verder aanvullen. Opdracht 1 Alle worst case scenario’s zijn voor iedereen vervelend natuurlijk; alle medewerkers hebben er last van als iets niet goed gaat, want alle medewerkers samen zorgen ervoor dat de Kunsthal goed loopt. In deze vraag moet het antwoord worden gezocht bij degene die het meest betrokken zal zijn bij de omschreven situatie. “Het ergste dat kan gebeuren wat betreft mijn taak? Diefstal en beschadiging van kunstwerken.” Nummer(s).: 2.de suppoosten “Het zou heel erg zijn als de boodschap van een tentoonstelling die je wilt overbrengen, helemaal verkeerd begrepen wordt.” Nummer(s).: 3. Hoofd Educatie (evt. ook 5. Hoofd Marketing en Communicatie en 1. de directrice) “Het is heel vervelend als bijvoorbeeld leveranties, kunsttransporten, te laat en onvolledig arriveren. Hierdoor komt de deadline (de opening van de tentoonstelling) onder druk te staan. Het ergste zou dus zijn wanneer het opbouwen van de tentoonstelling nog niet klaar zou zijn op het moment van de opening.” Nummer(s).: 4. Hoofd Technische Dienst / Hoofd Productie (evt. ook 1. de directrice) “Een tentoonstelling die door pers en publiek wordt afgebrand is toch wel zeer pijnlijk en moeilijk recht te breien. Ruim 30% van onze bezoekers komt op aanraden van iemand die ze goed kennen naar de Kunsthal, en wanneer ze van iedereen horen dat de tentoonstelling slecht is komt er weinig publiek, met weinig inkomsten tot gevolg...” Nummer(s).: 5. Hoofd Marketing en Communicatie (evt. ook 1. de directrice)
Page 20
DOCENTENHANDLEIDING
KUNSTPILOTEN
Opdracht 2 Functie
Is nodig bij de voorbereiding van een tentoonstelling
directrice
x
suppoosten
Is nodig als de tentoonstelling gestart is (‘loopt’) x
Hoofd Educatie
x
x
Hoofd Technische Dienst/Productie
x
x (productie niet, technische dienst wel)
Hoofd Marketing en Communicatie
x
x
Hoofd Beheer
x (staat los van de tentoonstelling, maar bezig met het pand)
x
kassamedewerker
x
kunstenaar*
x
grafische vormgever (poster, flyer, catalogus)*
x
tentoonstellingsbouwers*
x
drukkerij*
x
transportbedrijf*
x
Er zijn nog meer mensen bij de voorbereidingen betrokken, zoals onder andere: verzamelaars en andere musea (om kunstwerken te lenen, een Kunsthal heeft geen eigen collectie), tentoonstellingsontwerpers, technici, leveranciers (van wc-papier tot alles voor het Kunsthal Café, bouwmateriaal voor de tentoonstelling, boeken en spullen voor in de Kunsthal Shop, etc.), schoonmakers. Als de tentoonstelling loopt, zijn mogelijke aanvullingen: medewerkers van Kunsthal Café en Kunsthal Shop, schoonmakers.
Page 21
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
AFLEVERING 8. DIE MET JE EIGEN DRAAI Voorbereiding Zorg dat er tekenmaterialen in de klas zijn voor opdracht 2. Bekijk na de inleiding (woordenwolk) de hele aflevering en laat de leerlingen daarna met de opdrachten aan de gang gaan. Inleiding: woordenwolk Voordat u de aflevering laat zien is het van belang om de hoofdvraag die in de aflevering centraal staat klassikaal te bespreken. De hoofdvraag m.b.t. de kunstenaars in deze aflevering is: Hoe geef jij je eigen draai aan de kunstdiscipline waarmee jij je bezig houdt? • Schrijf de volgende vraag op het bord: Welke voorbeelden ken je van kunstuitingen die iets heel anders doen dan de andere(n) in hun soort/discipline? (alle disciplines mogelijk) (iets anders= iets nieuws, iets eigens) • L aat de leerlingen in tweetallen een antwoord op deze vraag bedenken, en kort benoemen wat er dan anders, nieuw is. • Inventariseer alle antwoorden en ideeën in een woordenwolk om de hoofdvraag. • Na het bekijken van de aflevering kunt u de woordenwolk verder aanvullen.
Opdracht 1 A. Doelstelling van deze vraag is dat de leerling nadenkt over wat hij/ zij origineel vindt en dat los ziet van wat hij/ zij het leukst of mooist vond in de aflevering. B. De precieze scheidslijn tussen wat versiering is, en wat kunst, is lastig aan te geven. De vraag leent zich dan ook voor een gesprek over het verschil tussen versieren, decoreren en wat iets tot kunst maakt. Iets kan kundig gemaakt zijn, maar daardoor hoeft het geen kunst te zijn. Onverwachte, eigenzinnige combinaties en toepassingen spelen een belangrijke rol bij het bestempelen van iets als ‘kunst’. Ook de bedoelingen van de maker spelen een belangrijke rol. Wilde hij/zij iets heel mooi, vakkundig namaken? Of bedenkt en ontwikkelt de maker iets nieuws in het genre, waarmee iets eigens, op zijn/haar persoonlijke wijze verteld (/ verbeeld) wordt? In de aflevering zijn voorbeelden te zien van kunstenaars die iets ongewoons ontwikkelen en toepassen in hun eigen discipline (de bijzondere stof met ledlampjes, de ruimtelijkste airbrushillustratie ooit willen maken op onverwachte plekken en objecten, games maken die iets doen dan wat je in andere games ziet, nieuwe manieren ontwikkelen en toepassen van lichaamsversiering). Het grensgebied kan ook besproken worden aan de hand van dit voorbeeld: De versierde tas / de tot kunst verheven tas: Een tas met allerlei spiegeltjes en stickers wordt door iemand tot een heel eigen tas gemaakt. De tas wijkt nu af van hoe de tas er oorspronkelijk uitzag toen hij uit de winkel kwam. Maar daarmee blijft het nog steeds ‘slechts’ een versierde tas. Het zou als kunst ervaren kunnen worden als iets
Page 22
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
anders (bijvoorbeeld een broodtrommel) tot tas gemaakt wordt, of de tas gebruikt wordt om iets anders van te maken, waardoor het fenomeen tas an sich verandert. Een andere invalshoek hierbij is dat stickers en spiegeltjes op zichzelf niet bedoeld zijn om op tassen te plakken of stikken, en deze materialen hierbij dus origineel gebruikt worden (zoals de ledverlichting in de kleding van Anouk Wipprecht). Als de stickers en spiegeltjes op zichzelf verder echter niets nieuws verbeelden dan blijft het ‘versieren met origineel materiaal’. Wordt de tas door middel van de stickers en spiegeltjes bijvoorbeeld omgevormd tot een compleet futuristisch aandoend geval waar spullen in kunnen, dan is het hierbij de grens tussen ‘versieren’ en ‘tot kunststuk geworden’ gepasseerd. De tas kan hierbij dan bijvoorbeeld volledig volgeplakt zijn met de stickers, en de stickers zijn ook nog geplakt een bepaald patroon; de tekst op de stickers doet er niet meer toe als tekst maar werkt mee als beeldelement, de vorm van de tas is doelgericht hoekig vervormd door de stugge stickers, en de spiegeltjes zijn hoekig en geven het een glimmend space- uiterlijk.weinig publiek, met weinig inkomsten tot gevolg...” Nummer(s).: 7. Hoofd Marketing en Communicatie (evt. ook 1. de directrice) Opdracht 2 Door middel van dit stappenplan leren de leerlingen zaken buiten hun context te plaatsen. Ze bekijken de specifieke eigenschappen van heel gewone objecten/attributen die hen omringen, en van bekende personages en verhalen. Deze elementen gaan ze gebruiken om te komen tot iets nieuws. Door middel van dit stappenplan kan de leerling in betrekkelijk korte tijd zelf ervaring opdoen met het veranderen en omvormen van iets dat ze als saai bestempelen in de eigen omgeving, tot iets met een nieuwe uitstraling en betekenis. Tevens is het een oefening in ontwerpen, het vormgeven van ideeën, en een kennismaking met toegepaste kunst. Bij het bespreken van de ontwerpschetsen kan weer ingegaan worden op de verschillen tussen iets versieren, en iets zo veranderen dat het als kunst gezien wordt, zoals in de klas besproken bij opdracht 1. Vindt de leerling dat hij/zij het voorwerp/object vooral versierd heeft, of is er meer gebeurd dan versieren alleen?
Page 23
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
KEUZEOPDRACHT: EEN COLLECTIE VAN BETEKENIS HANGT SAMEN Voorbereiding Deze keuzeopdracht sluit aan op de aflevering “Die met de verzamelaars” van Kunstpiloten, maar kan eventueel ook los daarvan worden gegeven. Bij deze opdracht hebben de leerlingen een computer en internet nodig en de bijlage ‘De verschillende typen verzamelaars’. Doel De leerling verwerft met deze opdracht inzicht in de beweegredenen van verzamelaars, en de verschillende visies achter hun verzamelingen. Een beeldend kunstwerk bezit vele verschillende kwaliteiten, die voor verschillende soorten verzamelaars interessant kunnen zijn. Samenhang, op welk gebied dan ook, is voor elke verzameling van belang. Het gaat erom dat de leerlingen niet zomaar vijf schilderijen met bijvoorbeeld bomen, of van Piet Mondriaan gaan zoeken, maar eerst nadenken over de aard van hun verzameling, en de beweegreden erachter, en daar hun keuzes op baseren. Antwoorden De collectie van werken bij A, verzamelen uit fascinatie, zal gebaseerd zijn op zaken als inhoud, stijl, onderwerp. De collectie van werken bij B, verzamelen als belegging, moet kunststukken bevatten die veel geld waard zijn of naar verwachting zullen worden en gewild zijn. Ook moeten ze een overeenkomst hebben, maar dat kan ook de maker zijn (de topstukken van…, in die-en-die periode…). Bij A3 en B3:Bij deze opdracht is het van belang dat onderlinge verschillen tussen een ‘soort’ gekozen plek worden opgemerkt. Galeries, beurzen enz. hebben allemaal hun eigen specialiteit en doelgroep. Vandaar het verzoek om een specifiek voorbeeld in Nederland te noemen. Bij B4: Een verzameling wordt meer waard wanneer je de collectie zelf aanvult met zeer goed daarbij passende stukken; de afzonderlijke stukken versterken elkaar en zijn zo samen nog meer waard dan los van elkaar. Het werk van de jonge kunstenaar wordt meer waard wanneer hij/zij uitgroeit tot een top-kunstenaar en grote successen boekt, vooral wanneer dit succes internationaal is. Een van de werken uit de collectie kan natuurlijk een werk van een grote meester blijken te zijn, en daarmee in waarde stijgen. In ‘Die met de verzamelaars’ liet Jan Six (de elfde) een schilderijtje zien waarvan de maker nog niet bekend was. Hij vertelde daarbij dat op het moment dat dat wel bekend zou worden de waarde zeer waarschijnlijk zou stijgen.
Page 24
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
KEUZEOPDRACHT: BACKSTAGE IN DE FESTIVALWERELD Voorbereiding Deze keuzeopdracht sluit aan op de aflevering “Die over commercie” van de tv-serie Kunstpiloten, maar kan ook los daarvan worden gegeven. De leerlingen hebben bij deze opdracht een computer met internet nodig. Bij de laatste opdracht zijn schetsmaterialen nodig en zal worden geverfd. Doel In deze opdracht doet de leerling kennis op van een veel voorkomend concept in de kunst- en cultuursector: een festival. Wat komt er allemaal bij kijken voordat het festival daadwerkelijk plaatsvindt en een succes wordt? Hier worden drie onderdelen uitgelicht: het kiezen van de optredens (programmeren), het vaststellen van een imago, en het maken van een affiche. De leerling: verwerft inzicht in de drijfveren achter beslissingen die gemaakt worden bij het organiseren van een festival. oefent in het werken vanuit een concept en bijbehorende kaders van waaruit gedacht wordt. doet kennis op van de functie van het inspelen op een doelgroep met bijbehorende subculturen. Een festival biedt iets unieks, een gelegenheid voor ‘gelijkgestemden’. Dit zorgt ervoor dat je de bezoeker voor je kunt winnen. Denken in termen als ‘subcultuur’ en ‘doelgroep’ kan soms stigmatiserend zijn, en vooroordelen bevorderen. Maar het is in veel toegepaste kunst, zoals reclame, ook een middel om tot een duidelijk beeld te komen, in dit geval is dat beeld het festivalimago. En dat is weer nodig om bezoekers te trekken. Opdrachtvariaties Inkorten De opdracht kan ook in verkorte vorm uitgevoerd worden door een van de twee onderdelen weg te laten (het programmeren of het ontwerpen van het affiche). Toevoegingen Een vooronderzoek, waarbij de leerling twee festivals vergelijkt. Te denken valt daarbij aan een plaatselijk klein festival met een klein budget vergelijken met een heel groot festival, zoals Lowlands (multidisciplinair, zeer duidelijk imago, experimenteert met steeds ‘groenere’ techniek, dat ook past bij de doelgroep). De leerling zoekt welke specifieke vormen van subsidie en sponsoring passen bij de het soort festival en de gekozen kunstdiscipline, om de inkomsten van het festival aan te kunnen vullen. De leerling bedenkt een publiciteitsstunt voor het festival, die past bij de inhoud en doelgroep ervan, en waarbij gebruik gemaakt wordt van de voor het festival gekozen kunstdiscipline.
Page 25
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
Aanvullingen bij opdracht 3 De leerling kan voor het festival een moodboard maken in collagevorm. Dit kan in plaats van het affiche, of als extra verdiepingsopdracht. Laat de leerlingen drie festivalposters zoeken van festivals die vergelijkbaar zijn met hun keuze. Laat ze opschrijven welke van die drie ze het best bij het soort festival vinden passen. Dit kunnen eventueel ook drie posters uit verschillende jaren van eenzelfde festival zijn. Laat de leerling een top drie van lettertypen voor titel, en een top drie voor de rest van de flyer selecteren, en deze aan twee personen voorleggen die niet weten welk festival de leerling gaat promoten. Hij/zij vraagt aan deze personen wat zij vinden dat de letter uitstraalt, waar ze aan moeten denken bij deze soort letter. Laat deze mening meewegen in de definitieve keuze.
Page 26
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
KEUZEOPDRACHT: VIDEO PROJECTION MAPPING Voorbereiding Deze keuzeopdracht sluit aan op de aflevering “Die met je eigen draai” van de tv-serie Kunstpiloten, en heeft ook raakvlakken met de aflevering “Die met de kassa”, maar kan eventueel ook los van deze opdrachten worden gegeven. De leerlingen hebben een computer met internet nodig bij de opdrachten. Het bekijken van de filmpjes bij opdracht 1 kan tevens klassikaal worden gedaan. Doel In deze opdracht oefent de leerling in het werken vanuit een concept en bijbehorende kaders van waaruit gedacht wordt wanneer een kunstenaar in opdracht werkt, in dit geval een speciale reclameopdracht met specifieke wensen. Bij ‘Video Projection Mapping’ kun je je onderwerp op verschillende manieren benaderen. Grofweg is er een onderscheid tussen benaderen vanuit vorm, en benaderen vanuit inhoud. In alle gevallen wordt er van de omtrekvorm van het object waarop geprojecteerd wordt uitgegaan, de projectie past precies op hetgeen waarop geprojecteerd wordt. Dit om een zo ruimtelijk mogelijk en daarmee ‘echt’ effect te krijgen, dat een ‘werkelijke illusie’ opwerkt. Vervolgens kan naast de omtrekvorm ingegaan worden op de andere vormeigenschappen van hetgeen waarop geprojecteerd wordt. De bestaande lijnen en vlakken die het ‘projectiescherm’ (het object waarop geprojecteerd wordt) bevat, kunnen zelfs het hoofdonderwerp of thema zijn. Bijvoorbeeld ramen en zuilen wanneer het een gebouw betreft, in een voorstelling die draait om ritme en structuur. Daarnaast kan op de inhoud, de achtergronden, de betekenis van hetgeen waarop geprojecteerd wordt, worden ingegaan. Bij een gebouw kan de functie of geschiedenis ervan, of van de plek, in de voorstelling worden betrokken. Opdrachtvariaties Extra bij opdracht 3: Laat leerlingen bij het bedachte filmpje bijpassende muziek uitkiezen. In plaats van een reclame (promotie), kan de inhoud van het beeldverhaal ook ingaan op de geschiedenis: Op welke plek is het gebouw dat bij de gekozen organisatie / kunstinstelling hoort gevestigd? De leerlingen kunnen beknopt de geschiedenis van het gebouw of van deze plek uitzoeken. De school zelf zou ook het onderwerp van Video Projection Mapping kunnen zijn.
Page 27
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
NAAR BUITEN IN ROTTERDAM Cascade en Guard Deze Naar Buiten-opdracht sluit zeer goed aan op de aflevering ‘Die met de kassa’ van de serie Kunstpiloten. Hierin vertelt Hans van Bentem bij zijn beeld Guard, en Joep van Lieshout bij zijn beeld Cascade. Ze geven er onder andere antwoord op de vraag waarom volgens hen kunst in de openbare ruimte waardevol is. Groepjes Cascade bevindt zich op het drukke Churchillplein in Rotterdam. Om het beeld is echter weinig ruimte voor voetgangers. In het geval van een grote klas kan deze klas het beste in groepjes opgedeeld worden, waarna deze de programmaonderdelen in verschillende volgorde doorlopen. Guard bevindt zich aan de rand van het ‘Skatepark Westblaak’ in de straat Westblaak, in het midden van de middenberm, ter hoogte van de haaks daarop staande zijstraat Eendrachtsstraat (zie routebeschrijving leerlingen). Er is hier voldoende ruimte voor een klas. Onderweg, in de straat Westblaak, tijdens het uitvoeren van de foto-opdrachten, genieten kleinere groepjes ook de voorkeur. Fotocamera Op de route tussen de twee beelden in, wordt van de leerlingen verwacht dat ze vijf foto’s maken van plekken waar zij nog een beeld zouden willen plaatsen. Na het bezoeken van het tweede beeld, is het belangrijk dat er een moment uitgetrokken wordt om de leerling na te laten denken over de keuze voor een van deze vijf. Naar deze gekozen plek gaat de leerling terug, om de foto’s van verschillende aangezichten te maken. Aanvullende informatie bij Cascade van Joep van Lieshout In opdracht van SIR (Sculpture International Rotterdam) maakte Marieke van Lippe een documentaire van 24 minuten over het ontstaan en plaatsen van Cascade: ‘Cascade: Nieuw beeld voor de Coolsingel’. Enkele citaten uit de documentaire (13:00 min.) Joep van Lieshout: “Op die plek hoort een verticaal ding te staan.” “Het moet iets zijn dat met de architectuur en de grootstedelijkheid te maken heeft.” (13:12 min.) “Ik vind dat het bij Rotterdam past. Wij zijn natuurlijk ook een soort olievaten. Zoiets kun je je in Amsterdam, of in Parijs niet voorstellen, of in Rome. Het is typisch Rotterdams. Tegelijkertijd vind ik ook dat het iets moet zeggen over de tijd waarin we leven. Niet zo heel letterlijk hoeft het erover te vertellen, maar het moet er mee in aanhaken. En het wat ook heel belangrijk is is dat mensen uit Rotterdam, of in elk geval de mensen die het zien, die op staat lopen, er iets aan kunnen beleven.”
Page 28
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
(14.26 min. ) Joep van Lieshout: “ De economie is van zo’n groot belang op de samenleving. Zoals nooit te voren. Alles is uit te drukken in tijdwaarde en geldwaarde. De economie stuurt als een onzichtbare hand onze hele maatschappij.” “Ik vind de economie heel erg boeiend. Ik vind het de meest interessante wetenschap die er is, en ook de meest onvoorstelbare, onhandelbare.” “We leven nu op een punt dat we heel rijk zijn, tenminste hier in Europa, en ontzettend gezond en lang kunnen leve. Mensen kunnen reizen, lezen, vertier zoeken.” “Maar er zit een maartje aan al dat je moois. Je kunt je afvragen: hoe lang kun je daarmee doorgaan?” “Op een gegeven moment komt er het onvermijdelijke punt dat het niet meer kan.” (16:20 min. ) Hoe zie je dat terug in het beeld? Joep van Lieshout: “Het is een opeenstapeling van olievaten die in een wankel evenwicht zijn, die in een soort bevroren beweging van in elkaar storten, of naar beneden vallen als een waterval..En daaroverheen kruipen allerlei figuren. En die figuren die gaan omhoog, en die glijden ook wel eens naar beneden toe, de een helpt de andere, de ander wordt weer naar beneden getrapt. In die zin is het een parallel met het leven: die strijd om aan de ene kant zo rijk en zo gelukkig mogelijk te worden combineren met verantwoord bezig zijn.” (22:07 min.) Speech Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, bij de onthulling van het beeld op 6 maart 2010. Hij zegt dat iedereen er zijn eigen associaties bij het beeld zal hebben. De voorbeelden die hij geeft zijn: - - -
het faillissement van de consumptiemaatschappij een ode aan de taaiheid van de mens doet denken aan de opbouw van de stad
(23:14 min) De speech van Joep van Lieshout bij de onthulling: “Zal er ooit een strijd zijn om grondstoffen en olie, zoals deze mannetjes, die op de vaten kruipen, proberen een plekje te veroveren, elkaar naar boven helpen, elkaar naar beneden duwen, en uiteindelijk een positie proberen te vinden in deze Cascade, deze bevroren waterval van vaten... Of: zal de mens zijn genialiteit gebruiken om op het juist moment een oplossing te vinden voor de problemen die ons te wachten staan?” http://www.sculptureinternationalrotterdam.nl/new/index.php?a=news&id=92 Aanvullende informatie bij Guard van Hans van Bentem Uit: ‘Avro Kunstuur - Hans van Bentem – GUARD’ Hans van Bentem “ Het is gemaakt naar aanleiding van een aantal reizen in Japan, waar ik gefascineerd was door de waanzinnige beeldcultuur: de combinatie van toekomstvisies, manga-tekenfilms, bouwpakketten, freaks. ‘Otaku’ betekent mensen die helemaal in een bepaalde subcultuur duiken.” The Guard een ‘Gundam robot’, Gundam is een anime-serie (manga). “Maar veel mensen denken aan Transformer, en Transformer is weer de Amerikaanse variant op het Gundam-verhaal.” “De skatecultuur heeft veel verwantschappen met de graffiticultuur, de street-art, design rondom de skatecultuur. Dat heeft ook weer raakvlakken met manga, en manga is natuurlijk de moeder van de Japanse strip.”
Page 29
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
“Het mooie is dat ik zelf ooit een handtekeningenactie heb gehouden om een skatepark te krijgen toen we jong waren, in Zoetermeer, waar niks te beleven was voor de jeugd. Is ook gelukt, maar een soort mini-skateparkje. Als we toen hadden geweten dat ooit zoiets kwam...ja da’s ongelooflijk. En nu is dan vanuit de vraag van de skaters zelf, dat beeld van mij, dat veel later is gemaakt, hier terechtgekomen: voor mij is de cirkel rond.” http://www.youtube.com/watch?v=UFJZilrR2O4&feature=related Bron: ‘Op zoek naar het DNA van Rotterdam’ (tekst: Arno Smits) Dagmar Veenstra, een van de gidsen van ‘Rotterdam ArchiGuides’ : Over de vormgeving van het skatepark zelf: “De kleuren van het grafische kunstwerk waar wij nu overheen lopen, zijn de kleuren van de politiebusjes. De skaters die overal door de politie werden weggestuurd, skaten nu over de politie heen, als het ware. Er worden EK’s en WK’s gehouden. Alles, tot en met de bankjes, is skateproof.” Over Guard: “Als een wachter overziet deze ‘transformer’ het skatepark. Transformers zijn van iedereen, ze zijn niet van een bepaalde kleur of afkomst.” http://www.nlstreets.nl/NL/magazine/op-zoek-naar-het-dna-van-rotterdam/
Page 30
KUNSTPILOTEN
DOCENTENHANDLEIDING
NAAR BUITEN IN UTRECHT De eindexamententoonstelling Deze Naar Buiten-opdracht sluit met name goed aan op de afleveringen Die met de starters, Die met de verzamelaars en Die met je eigen draai van Kunstpiloten. Doet u deze Naar Buiten opdracht op een andere eindexamententoonstelling dan die van de HKU, let dan op of de exposities van de verschillende studierichtingen verspreid zijn over meerdere locaties. Meestal is dit het geval. Raadzaam is daarom te bekijken waar de meeste richtingen op één plek vertegenwoordigd zijn, en welke richting(en) u met uw klas zeker wilt bezoeken. In het geval van de HKU is de verdeling al enkele jaren hetzelfde. Verschillende afdelingen bieden op verschillende locaties, en op verschillende momenten (van mei t/m september) hun eindexamenkandidaten de mogelijkheid hun werk te tonen aan het grote publiek. In 2011 was de verdeling zoals hieronder aangegeven. Aannemelijk is dat dit de komende jaren dezelfde strekking zal hebben op het gebied van het opsplitsen van de richtingen en tijden, maar kijk voor actuele informatie hierover op de website van de HKU. Eindexamenexpositie Design, Fine Art en Education (4 dagen, eind juni/begin juli 2011). Alle Design-afdelingen exposeren aan de Ina Boudier-Bakkerlaan 50, Fine Art en de Docentenopleiding exposeren aan de Tractieweg 41. Eindexamenfestival Theater (ongeveer een maand, van half mei t/m half juni 2011). De acteurs, schrijvers, theatervormgevers, docerend theatermakers, docenten theater, digitale theatermakers en gameontwerpers presenteren hier hun werk. Eindexamenconcerten Conservatorium vinden in 2011 in mei, juni en juli plaats. Kunst, Media & Technologie exposeert het eindexamenwerk in september (2011). Tips Vaak zijn er plattegrondjes beschikbaar bij de entree van het gebouw. Het is handig als u dit plattegrondje bij aanvang even goed met leerlingen bekijkt. Wilt u zeker weten dat er plattegrondjes aanwezig zal zijn dan is het raadzaam van te voren even met de faculteit te bellen. Bekijk vooraf op de website van de HKU (www.hku.nl) welke studierichtingen op de betreffende locatie aanwezig zijn. Bespreek bij aanvang even kort de inhoud van alle studierichtingen. Om de leerlingen niet te verliezen en de opdrachten te bespreken is het handig om ze na elke opdracht even te laten terugkeren naar een centraal punt.
Page 31