Metropoolregio Rotterdam Den Haag De Agenda 2010 – 2014
1
Agenda 2010-2014 Metropoolregio Rotterdam-Den Haag 16 november 2010
Inhoud: Metropoolregio Rotterdam Den Haag........................................................................................ 1 De Agenda 2010 – 2014............................................................................................................. 1 Brief van de Colleges van B&W aan de gemeenteraden ....................................................... 3 A. METROPOOL STRATEGIE................................................................................................ 6 Missie ..................................................................................................................................... 6 Een richting voor prioriteiten ................................................................................................. 7 Versterken van concurrentiepositie ........................................................................................ 9 Conclusies ............................................................................................................................ 10 B. PRIORITEITEN EN MAATREGELEN ............................................................................. 11 1. Bereikbaarheid ................................................................................................................. 11 a. Eén vervoersautoriteit voor Metropoolregio, daarna één concessiegebied .................. 11 b. Gezamenlijke strategie infrastructuurprojecten ........................................................... 12 c. Rotterdam The Hague Airport...................................................................................... 13 d. Verkeersprojecten voor de middellange termijn .......................................................... 13 e. Met Randstadrail van Zuidplein naar Zee .................................................................... 13 f. verkenning HSL Metropoolregio-Duitsland ................................................................. 13 g. Eén OV-plattegrond voor de metropoolregio............................................................... 14 2. Aantrekkelijke metropool................................................................................................. 15 a. Verstedelijkingsafspraken ............................................................................................ 15 b. Metropolitaan Landschap Hof van Delfland................................................................ 15 c. Cultuur.......................................................................................................................... 16 d. Topsport en Olympische Spelen 2028 ......................................................................... 17 e. Stadspassen................................................................................................................... 19 3. Duurzame kenniseconomie .............................................................................................. 20 4. Arbeidsmarkt en onderwijs .............................................................................................. 24 5. Bestuur en samenwerking ................................................................................................ 26 a. bestuur .......................................................................................................................... 26 b. samenwerking............................................................................................................... 26 C. COMMUNICATIE.............................................................................................................. 30
2
BRIEF VAN DE COLLEGES VAN B&W AAN DE GEMEENTERADEN
De colleges van Rotterdam en Den Haag hebben op 16 november jl in een gezamenlijk overleg besloten de samenwerking in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag te intensiveren. Sinds april 2009 werken wij aan een Metropoolregio waarin bewoners en bedrijven zich optimaal kunnen ontplooien en (internationale) bezoekers zich welkom voelen. Dit is o.a. zichtbaar bij de naamswijziging van Rotterdam The Hague Airport en de opening van de Randstadrail van Den Haag Centraal naar Rotterdam Centraal. wij gaan dit proces de komende vier jaar verder aanjagen. Wij informeerden u daar eind vorig jaar over (rm 286 – BSD/2009.4765). De samenwerking in de metropoolregio moet pragmatisch en concreet zijn en organisch groeien zonder nadruk op institutionele vraagstukken. De opdracht die de beide steden zichzelf stellen is dat de belangrijkste veranderingen vanuit de twee steden moeten komen. Wij zien de metropoolregio nadrukkelijk niet als een nieuwe bestuurslaag maar in eerste instantie als een netwerk waarin effectieve, informele vormen van samenwerking op het juiste schaalniveau gerealiseerd worden. Het verzoek aan de provincie is met concrete maatregelen (Greenport, Hof van Delfland) een bijdrage te leveren aan de metropoolregio. Inleiding In de metropoolregio Rotterdam Den Haag, van Leiden tot en met Dordrecht, wonen bijna 3 miljoen mensen en bevinden zich ijzersterke economische clusters. Dat was zo en dat kan ook in de toekomst zo zijn. Met 17% van de bevolking verdient de metropoolregio ruim 20% van het nationaal inkomen. Door een gericht regionaal, metropolitaan beleid kan deze regio in 2020 tot de Europese topregio’s horen. Door te profiteren van de geringe afstand tussen Rotterdam en Den Haag kunnen we schaalvoordelen realiseren die onze steden als Metropoolregio aantrekkelijker en concurrerender maken. Feitelijk functioneert het gebied ook al als één daily urban system: het gebied waarbinnen zich het overgrote deel van de dagelijkse beegingen voor wonen, werken en onderwijs afspelen. Daarmee kan de metropoolregio de motor van de Nederlandse economie worden en een vooraanstaande positie in de internationale concurrentie innemen. Het benutten van deze potentie gaat niet vanzelf. We moeten maatregelen nemen voor de verbetering van de interne en externe bereikbaarheid, van de regionale economie en van het (hoger) onderwijs, de ruimtelijke ordening en stimulering van de arbeidsmarkt. Maar er zijn ook andere voordelen aan samenwerking verbonden zoals bij het organiseren van sportieve evenementen en het samengaan van de Rotterdamse stadspas en de Haagse Ooievaarspas. Hieronder volgt een uitwerking van deze beleidsagenda. Bereikbaarheid We gaan meer samenwerken om de bereikbaarheid te verbeteren en we laten de vervoerssystemen beter op elkaar aansluiten zodat de reiziger beter wordt bediend. De autoen OV verbindingen tussen Rotterdam en Den Haag vormen de slagaders van de metropoolregio. Richting het Rijk zetten we ons gezamenlijk in voor de top 10 meest urgente infrastructuur projecten (zoals ook afgesproken in het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel) en we streven ernaar om met de stadsregio’s een integratie van de openbaar vervoerssystemen in de Metropoolregio te realiseren zodat de reiziger beter bediend wordt. We gaan daarom toewerken naar één vervoersautoriteit in de metropoolregio. Voor deze oplossing is het van belang dat de stadsregio’s deze lijn gaan volgen. Maar we beginnen met maatregelen waarmee we meteen voordeel kunnen bereiken zoals praktische samenwerking tussen de vervoersbedrijven RET en HTM. Economische Agenda 3
De economische concurrentiepositie gaan we versterken door in te zetten op de meest kansrijke sectoren. Internationaal gaan we meer samenwerken in de acquisitie en promotie van de metropoolregio. De metropoolregio Rotterdam Den Haag is nu internationaal nog een subtopper. In de regio bevinden zich een groot aantal stuwende sectoren waarvan de hoofdkantoren zich vaak in deze regio bevinden. Dit zijn de motoren achter het economische succes van de regio. Het realiseren van dit potentieel is echter niet vanzelfsprekend. Daarvoor moet de metropoolregio het economische fundament en het innovatievermogen verbeteren. Daarom werken we onder meer mee aan een onderzoek naar een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij en naar campusontwikkeling rondom de universiteiten. Een belangrijke opgave is ook aanwezige kennis bij de kennisinstellingen beter commercieel te benutten. De metropoolregio is het schaalniveau om deze opgave aan te pakken. Den Haag en Rotterdam nemen daartoe het initiatief en werken samen met andere partijen (overheden, universiteiten, bedrijven). De wethouders Economische Zaken van Rotterdam en Den Haag hebben een intentieverklaring getekend waarin zij uitspreken samen te werken bij promotie en acquisitie door WFIA en RIA. Deze verklaring is bij deze raadsmededeling gevoegd. Rotterdam en Den Haag gaan onderzoeken welke kansen er in de metropoolregio zijn voor de arbeidsmarkt. Een eerste stap daarin is een strategische benadering van de top 25 werkgevers van Den Haag en Rotterdam. Werklocaties We gaan de oprukkende leegstand van werklocaties te lijf door scherpere keuzes te maken over locaties: welke ontwikkelen we wel en welke niet. De marktontwikkelingen voor de korte en middellange termijn dwingt investeerders scherpe keuzes te maken. Dat dwingt tot het maken van keuzes in locatieontwikkeling. Binnen de stadsregio’s maken we daarover al afspraken. Ook op de schaal van de metropoolregio kan strakkere afstemming plaatsvinden. Ter ondersteuning daarvan komt er een gemeenschappelijke set van gegevens en analytisch kader. Dat maakt monitoring van de ontwikkelingen van werklocaties op het schaalniveau van de metropoolregio mogelijk. Onderwijs en innovatie De drie universiteiten in de metropoolregio kunnen zich meer als een eenheid presenteren. Daardoor kunnen zij gezamenlijk tot de top 5 van de wereld horen. Rotterdam en Den Haag willen samen met Delft en Leiden deze ontwikkeling steunen waar zij kunnen. Greenport Westland De glastuinbouw in Greenport Westland is van grote economische betekenis en draagt bij aan de sterke exportpositie van de metropoolregio. Bereikbaarheid en kennisontwikkeling staan hoog op de agenda van de greenport en daarmee van de metropoolregio. Er zijn mogelijkheden de kenniseconomie die hiermee verbonden is verder uit te bouwen, bijvoorbeeld in samenwerking tussen regionale kennisinstellingen en met de Landbouwuniversiteit van Wageningen. Voorzieningen (cultuuraanbod, sport, evenementen) Wij gaan voor een aantrekkelijke metropool met aansprekende cultuur- en sportvoorzieningen. Rotterdam steunt Den Haag om in 2018 Culturele Hoofdstad te worden. De beide colleges hebben hierover een convenant getekend. Wij zullen de raad daarover binnenkort uitgebreider informeren. Wij gaan voorts quick wins vinden in de marketing en arrangementen, bijvoorbeeld een gratis OV-kaartje in combinatie met culturele bezoeken. Daardoor bevorderen wij het bezoek aan elkaars evenementen. 4
Rotterdam en Den Haag vullen elkaar goed aan en zullen meer samen optrekken bij het organiseren van sportieve evenementen. Met een betere onderlinge bereikbaarheid binnen de metropoolregio worden voorzieningen en evenementen slimmer afgestemd. Rotterdam en Den Haag slagen er al in internationaal aansprekende sportevenementen binnen te halen. De Metropool is nog kansrijker als de steden samenwerken bij het binnenhalen van topsportevenementen door de sterke kanten te benadrukken. Voor Den Haag zijn dat de kust, strand en zee en voor Rotterdam de accommodaties en infrastructuur. De samenwerking biedt kansen bij het organiseren van evenementen in de stad (promotie, trainingslocaties, overnachtingen, sponsoring). Bij een aantal topsportevenementen is het schaalvoordeel van de Metropoolregio zo groot, dat we evenementen beter gezamenlijk kunnen organiseren. Het gaat vooral over topsportevenementen waarbij verschillende speelsteden of sporten voor nodig (WK’s en EK’s in teamsporten, Olympische Spelen). Stadspassen De stadspassen van Rotterdam en Den Haag worden mogelijk samengevoegd tot één pas voor inwoners uit de metropoolregio. Voor de inwoners van de metropoolregio biedt een gezamenlijke stadspas het voordeel van meer keuzes en meer voorzieningen. De schaalvoordelen van één pas leiden wellicht tot meer gunstige afspraken met de exploitanten van voorzieningen. Het is technisch mogelijk één stadspas voor de inwoners van de Metropoolregio te realiseren. Weliswaar verschilt de opzet van de Ooievaarspas (bedoeld voor mensen met een laag inkomen) met die van de Rotterdampas (generiek beschikbaar, bijna gratis voor minima), maar dat hoeft de integratie van de passen niet in de weg te staan. De mogelijkheden hiervan gaan we onderzoeken met als doel in 2012 een gezamenlijke pas aan te bieden. Hof van Delfland Het Hof van Delfland tussen Den Haag en Rotterdam is in potentie een ‘Central Park’ binnen de metropoolregio, maar heeft nog niet de gewenste kwaliteit en is onvoldoende bereikbaar en bekend voor recreatie. De komende jaren wordt er fors (€ 180 mln.) in de kwaliteit van het gebied geïnvesteerd (met name natuurontwikkeling). Knelpunt blijft de bereikbaarheid per fiets en de aantrekkelijkheid van de stadsranden. Dit is een dossier waarin de provincie een leidende rol voor de metropoolregio kan spelen. Daarnaast zullen wij met andere betrokken gemeenten concrete afspraken maken om een aantal knelpunten in het fietsroutenetwerk binnen 4 jaar op te lossen. Synergie en samenwerking tussen de gemeentelijke organisaties Onze voornemens kunnen we efficiënter uitvoeren door in organisatorische en personele zin samen te werken. De reistijd tussen beide steden is kort genoeg voor grote synergievoordelen. Op het gebied van P&O gaan Rotterdam en Den Haag o.a. vacatures uitwisselen, een gezamenlijke flexpool opzetten, een gezamenlijk traineeprogramma aanbieden en onderzoeksfaciliteiten combineren.
5
A. METROPOOL STRATEGIE MISSIE De steden in de zuidelijke Randstad willen hun internationale concurrentiepositie verder uitbouwen. Daarvoor willen zij het ondernemersklimaat versterken en aantrekkelijke steden zijn om in te wonen, werken en leven. De schaalvoordelen die bij een grote stad horen hebben de afgelopen decennia gezorgd voor een forse welvaartsgroei. Om een koers te kunnen bepalen moeten steden rekening houden met scenario’s vol onzekerheden die bedreigingen en kansen bieden. Rotterdam en Den Haag hebben daarom het initiatief genomen om de samenwerking in de regio te versterken onder de noemer van metropoolregio Rotterdam Den Haag. Zij hebben als missie: “Wij werken samen aan een internationale Metropoolregio, waarin bewoners en bedrijven zich optimaal kunnen ontplooien en (internationale) bezoekers zich welkom voelen. Dit doen we door een betere positionering van ons internationaal concurrerende vestigingklimaat en het uitvoeren van concrete projecten die de bestaande kracht van beide stedelijke regio’s bundelen. Daarmee dragen we bij aan een positie van de Randstad als topregio in Europa” Waarom een metropoolregio Rotterdam Den Haag? • De economische concurrentie om investeringen, groei en werkgelegenheid gaat tussen stedelijke regio’s. In deze concurrentiestrijd moeten we de krachten van onze regio bundelen. Rotterdam en Den Haag vullen elkaar in veel opzichten goed aan (complementair). Aantrekkelijke woon- en werklocaties, een goede bereikbaarheid en een goed opgeleide beroepsbevolking zijn daarbij essentieel. Daarmee draagt de metropoolregio Rotterdam Den Haag bij aan het terugwinnen van de concurrentiepositie van de gehele Randstad. • Geografische nabijheid: De centra van Den Haag en Rotterdam liggen op 20 km van elkaar. Er zit maar 2 km tussen onze stedelijke gebieden. Er is sprake van een voortgaande verstedelijking; beide regio’s groeien feitelijk aan elkaar vast. Dagelijks pendelen meer dan 60.000 werknemers over de regiogrenzen heen. • Door het combineren van de massa en specialisaties van onze stedelijke regio’s kunnen we meer variatie aan banen, woningen, voorzieningen en evenementen bieden. Daardoor worden we aantrekkelijker voor bedrijven, bewoners en toeristen. • Met ruim 2 miljoen inwoners tellen we internationaal mee en komen we eerder in beeld bij ‘decision makers’ (investeringen, toewijzing van evenementen). • Op een aantal beleidsvelden is het effectiever of efficiënter om beleidsinitiatieven gezamenlijk uit te voeren of op elkaar af te stemmen. Tabel 1 Daily Urban system
Op slechts 20 km afstand zijn Rotterdam en Den Haag in feite al één metropool
Aantal werk/opleidingsplaatsen dat binnen 45 min te bereiken is (rood gebied=meer dan 600.000 plaatsen) Metropoolregio is een daily urban system.
6
De Metropoolregio is niet bedoeld als een verzameling van nieuwe acties, maar een programma om de ambities van beide colleges gezamenlijk te realiseren. De onderstaande prioriteiten voor de Metropoolregio sluiten naadloos aan bij de ambities die beide colleges hebben geformuleerd. EEN RICHTING VOOR PRIORITEITEN De recente CPB-studie ‘The Netherlands in 2040’ laat zien dat internationale economische krachten zeer bepalend zijn. In deze studie wordt de vraag gesteld hoe Nederland in 2040 zijn geld verdient. Twee strategische onzekerheden staan daarbij centraal: de (internationale) taakverdeling en de (manier van de) groei van steden. Voor de arbeidsmarkt betekent dat de vraag naar ofwel specialistische geschoolde werknemers of juist generalistisch geschoolde arbeidskrachten. Specialisatie heeft voor een stad als nadeel dat een complete stad geraakt wordt als de specialisatie faalt, bijvoorbeeld omdat een andere stad (soms zelfs op een ander continent) beter presteert, zoals Detroit ondervond met de auto-industrie. Volgens het CPB doen twee factoren er in ieder scenario toe: slimme mensen en sterke steden. De betekenis van deze scenario’s voor Den Haag en Rotterdam is onzeker. De invloed van stedelijk en regionaal beleid op de scenario’s is niet afwezig maar wel beperkt. Factoren waar de stad wél invloed op heeft zijn infrastructuur, woonmilieus en zaken als culturele voorzieningen. In toenemende mate volgt ‘werk’ het ‘wonen’ (bv. Marlet 2009, ‘De Aantrekkelijke Stad’). Dat wil zeggen dat steden met onderscheidende en aantrekkelijke woonattracties er beter in slagen om hoog gekwalificeerde werknemers aan zich te binden. Daardoor presteren deze steden economisch beter dan steden die daar niet in slagen. Dit lukt zeker wanneer dat steden zijn in agglomeraties waarbinnen veel banen bereikbaar zijn. Dat blijkt vervolgens ook een stimulans voor economische groei. Onder meer door technologische ontwikkelingen, lage transportkosten en een meer stabiele internationale omgeving zal globalisering een dominante tred blijven. Klimaat en energiebehoefte dwingen tot een meer duurzame productie. Daar liggen economische innovatiekansen. De Nederlandse arbeidsmarkt kenmerkt zich door krimp. De concurrentie om goed opgeleide werknemers zal daarom verhevigen. In sommige sectoren is alweer sprake van krapte. Voor de Metropoolregio bestaat de opgave om slim om te gaan met schaarser wordende ruimte, verbeteren van de bereikbaarheid en versterken van de sociale structuur. De zuidvleugelsteden kenmerken zich namelijk door een aanmerkelijk minder goed opgeleide beroepsbevolking dan de Noordvleugel. Zie onderstaande tabel (Blauwberg, mei 2010) Tabel 2 opleidingsniveau Hoogopgeleiden als % beroepsbevolking Europese regio’s Londen, koploper onder Europese grootstedelijke regio’s
43 %
Parijs
41 %
Vlaamse Ruit (Antwerpen, Leuven, Brussel en Gent)
37 %
Randstad Holland
34 %
Gemiddelde van 20 stedelijke regio’s in Europese Unie
32 %
Gemiddelde van Nederland
30 %
Gemeenten in Metropoolregio Den Haag
38 %
Leiden
52 %
Delft
42 %
Rotterdam
32 %
7
Vergelijkingssteden Amsterdam
50 %
Amstelveen
43 %
Enschede, laagst genoteerde ‘academiestad’ in Nederland
28 %
In de klassieke economie staat de vraag centraal welke economische sectoren groeien en waarom. In de Economische Agenda voor de Zuidvleugel zijn een aantal economische clusters met groeipotentie geïdentificeerd. Het CPB wijst er op dat clusters zich niet in één regio of zelfs continent bevinden. Zo coördineren multinationals als Boeing en Texas Instruments hun bedrijf vanuit één standplaats, maar vinden de deelprocessen wereldwijd plaats. De economische geografie voegt daar een dimensie aan toe: waarom groeit de ene stad/regio meer dan de andere? Onderzoek van o.a. Gerard Marlet laat zien dat een stad ‘aantrekkelijk’ gevonden moet worden om op vele fronten om succesvol te zijn. Omvang helpt daarbij. Veelzijdige steden doen het economisch beter dan gespecialiseerde en steden die deel uitmaken van netwerken doen het weer beter dan geïsoleerd liggende steden. Schaalvoordelen in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag Om de schaalvoordelen van grote steden zoals een diverse arbeidsmarkt en veel voorzieningen van een hoge kwaliteit nog beter te benutten hebben Den Haag en Rotterdam samenwerking gezocht onder de noemer van de (polycentrische) Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Zij willen en kunnen meer profiteren van elkaars nabijheid en complementariteit. Complementariteit biedt ruimte voor specialisaties die voor een veel groter gebied van betekenis zijn dan alleen de eigen stad. Rotterdam en Den Haag en de andere steden in de directe omgeving kunnen in potentie als zogenaamde ‘polycentrische stedelijke regio’ profiteren van de schaalvoordelen van hun totale gezamenlijke omvang. De nadelen van een grote monocentrische stad kunnen echter afgewend worden. Figuur 1 Verstedelijkingsstrategie
8
Als steden in een polycentrische regio niet samenwerken, worden veel kansen gemist. De voordelen die een monocentrische metropool heeft kunnen door een verdere integratie en samenwerking ook benaderd worden: • een grotere en gespecialiseerde arbeidsmarkt • meer voorzieningen op topniveau: cultuur, vrije tijd, sport, infrastructuur • betere woon- en werkmilieus, in plaats van meer van hetzelfde • gespecialiseerde commerciële en publieke dienstverlening • veel kennisproducerende actoren • kennis en informatie circuleren makkelijker en worden sneller omgezet in innovaties • transport- en verplaatsingskosten zijn kleiner Grote metropolen hebben ook grote nadelen. Uit onderzoek (o.a. Meijers 2009) blijkt dat in vergelijking met één grote stad zo’n polycentrische metropool: • minder crimineel is • woningen er betaalbaarder zijn • groen en natuur dichterbij zijn • er minder sociale polarisatie en segregatie is • de sociale problematiek kleinschaliger is • er minder congestie is (grotere afstanden in minder tijd) • er een lagere concentratie milieuproblemen is VERSTERKEN VAN CONCURRENTIEPOSITIE De twee steden Den Haag en Rotterdam werken daarom aan een beleidsagenda gericht op het verder realiseren van aantrekkelijke woonmilieus in een aantrekkelijke en bereikbare regio en op het stimuleren van kansrijke economische clusters in de kenniseconomie. Dat doen zij niet alleen. De twee stadsgewesten hebben de metropoolregio geagendeerd voor de onderwerpen die hen aangaan: RO, V&V en Economie. Steun komt ook van VNO-West die pleit voor de metropoolregio’s Amsterdam en Rotterdam-Den Haag om economische groei in de Randstad te stimuleren. Onderstaande figuur, ontleend aan het concept voor de Economische Agenda voor de Zuidvleugel, laat zien dat niets doen geen optie is. Zonder maatregelen zakt de metropoolregio verder weg ook al neemt het gemiddelde inkomen nog wel toe. Maar mét maatregelen kan de metropoolregio tot een Europese topregio uitgroeien. De groei van stuwende sectoren biedt ook groei aan de verzorgende sectoren en daarmee direct en indirect ook voor banengroei aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
9
Daarmee geven wij ook antwoord op de verslechterende concurrentiepositie van de Randstad in Europa. Binnen de Randstad laat de Zuidvleugel de laatste jaren iets betere groeicijfers zien dan de Noordvleugel maar de achterstand is nog groot. Het Bruto Regionaal Product per inwoner en het gemiddelde huishoudinkomen liggen nog ver achter. Het denken over polycentrische metropolen is niet alleen een Nederlands verschijnsel en is ook niet ‘af’. De komende jaren zullen we daarom zowel concrete programma’s opzetten en acties ondernemen zoals hierna beschreven, maar zal ook gewerkt moeten worden aan verdere verdieping en verbeelding. Daarvoor gaan we ook het gesprek aan met steeds weer andere partijen: bedrijfsleven, andere overheden, wetenschap. Ook van buitenlandse Europese voorbeelden willen we leren. CONCLUSIES Om onze concurrentiepositie te behouden en te verstevigen is samenwerking tussen de steden in de zuidelijke Randstad noodzakelijk. De samenwerking tussen Rotterdam en Den Haag begint zijn vruchten af te werpen. Rotterdam The Hague Airport en Randstadrail dragen bij aan een beter imago voor de regio. In deel B worden de maatregelen beschreven die bijdragen aan de metropoolvorming en die de komende jaren kunnen worden uitgevoerd.
10
B. PRIORITEITEN EN MAATREGELEN 1. BEREIKBAARHEID Rotterdam en Den Haag zijn een polycentrische metropoolregio. Dat betekent we meer inspanning moeten leveren om onze massa’s te combineren en de voordelen van een metropool (variatie aan banen, woningen en voorzieningen, aanwezigheid van topinstituten en evenementen, etc) te benutten. Daarmee is de onderlinge bereikbaarheid het eerste speerpunt voor de metropoolregio. We streven naar een infrastructuur die de schaalsprong naar een ‘metropolitaan’ netwerk heeft gemaakt en ervoor zorgt dat 75% van de knooppunten onderling binnen drie kwartier bereikbaar is. Gezamenlijk zetten we ons in om de ‘missing links’ in de metropoolregio te realiseren en om de vervoerssystemen zo veel mogelijk te integreren. Hiervoor zijn de volgende maatregelen van belang: Figuur 2. OV Bereikbaarheid
a. Eén vervoersautoriteit voor Metropoolregio, daarna één concessiegebied Organisatorische maatregelen kunnen zorgen voor een verdere integratie van de vervoerssystemen in de Metropoolregio. Daardoor wordt de burger beter bediend. Inzet op één vervoersautoriteit voor de metropoolregio maakt het vanzelfsprekend om op metropoolniveau naar vervoersvraagstukken en de vraag van de reiziger te kijken. Het regeerakkoord voorziet in een Infrastructuurautoriteit op Randstedelijk niveau. De burgemeesters van de G4 hebben inmiddels in een brief aan de premier gesteld dat met betrekking tot de vormgeving van een Infrastructuurautoriteit de voorkeur wordt gegeven aan een groeimodel aansluitend op de huidige praktijk: eerst zuidelijke en noordelijke samenwerking en uiteindelijk een randstedelijke infrastructuur autoriteit.
11
Het vormen van één concessiegebied voor de Metropoolregio zou een volgende stap zijn in de verdere integratie van de vervoerssystemen. De kansen en risico’s daarvan worden onderzocht in een business case. Maatregelen: • Den Haag en Rotterdam doen een aanbod aan de minister en gesteund door de stadsregio’s om de vervoersautoriteiten en de concessiegebieden op te schalen naar het niveau van de Metropoolregio’s. Dat betekent ook samenvoegen van de brede doeluitkering Verkeer & Vervoer. Hiervoor kan samenwerking met de metropoolregio Amsterdam gezocht worden. • Opstellen van een business case voor één concessiegebied voor OV in de Metropoolregio, afgerond in februari 2011. • Praktische samenwerking tussen RET en HTM. b. Gezamenlijke strategie infrastructuurprojecten De versterking van de infrastructuur wordt in het Zuidvleugel-verband met het Rijk afgestemd middels de MIRT-verkenningen. Momenteel is er apart voor Haaglanden en voor Rijnmond een MIRT-verkenning. Rotterdam en Den Haag trekken in het overleg met de Rijksoverheid over toekomstige infrastructuurprojecten (BO-MIRT) gezamenlijk op. Wat goed is voor de Metropoolregio is goed voor beide steden. Het regeerakkoord biedt met de nadruk op de haven als mainport, nano-technologie, de Greenports en het cluster voor Internationaal Recht & Vrede voldoende mogelijkheden om het Rijk te overtuigen om te investeren in de Metropoolregio. Immers, de Nieuwe Westelijke Oeververbinding draagt bij aan een betere ontsluiting van de haven en versterkt de verbinding tussen de Greenports, het arbeidspotentieel van de regio Haaglanden en de haven. De A4-passage bij Den Haag verbetert niet alleen de bereikbaarheid van Haaglanden, maar zorgt voor betere doorstroming op de A4-as Rotterdam-Schiphol. De Schaalsprong OV Rotterdam-Zuid betekent voor de Metropoolregio dat voorzieningen (Ahoy, Stadionpark) en toekomstige werkgelegenheid (Stadshavens) beter bereikbaar wordt. OV in de Centrale Zone van Den Haag zorgt voor een betere ontsluiting van werklocaties voor het arbeidspotentieel in de Metropoolregio en van Scheveningen Badplaats. Al deze projecten zijn van metropolitaan belang. Rotterdam en Den Haag verbinden zich aan de bereikbaarheidsprojecten die door het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel aan het Rijk wordt aangeboden: 1. Projecten waarover met het rijk al financiële afspraken zijn gemaakt. Financiering van die projecten is nog niet sluitend. - A13/A16 - Rijnlandroute - Rotterdamse Baan (vh Trekvliettracé) - ZVL-net: capaciteitsverruiming Rotterdam-Den Haag (viersporigheid tussen Delft Zuid en Rotterdam) 2. Nieuwe projecten waarvoor nog geen financiële afspraken zijn gemaakt. - Nieuwe Westelijke Oeververbinding - A4 passage Den Haag & poorten inprikkers - A20-Oost - Brienenoord-/Algera-corridor - A15 Papendrecht-Gorinchem - ZVL-net: OV centrale zone Den Haag - ZVL-net: Kwaliteitssprong OV Rotterdam Zuid i.r.t. Stadshavens
12
-
ZVL-net netwerkverbeteringen: Den Haag-Leiden, Leiden-Zoetermeer en RotterdamHoek van Holland Pakket netwerkversterkende maatregelen Zuidvleugel
Maatregelen: • Beide colleges scharen zich achter de bovenstaande prioritaire infrastructuur projecten. • Voor de Nieuwe Westelijke Oeververbinding wordt een PPS-constructie uitgewerkt. Het Rijk ontvangt daarvoor in 2011 een voorstel. • In de uitwerking van de infrastructuur projecten staat het belang van de gehele Metropoolregio voorop. c. Rotterdam The Hague Airport Rotterdam The Hague Airport moet beter met OV ontsloten worden. Vanaf 13 december 2010 rijdt er een shuttle vanaf de Randstadrail naar de luchthaven. Om uit te groeien naar een luchthaven voor zakenverkeer is het van belang dat het internationale netwerk van zakelijke vluchten wordt versterkt (bijvoorbeeld naar andere VN-steden zoals Genève) en er voorzieningen voor zakenreizigers op de luchthaven aanwezig zijn. d. Verkeersprojecten voor de middellange termijn Naast de majeure infrastructuurprojecten gaan Rotterdam en Den Haag in samenwerking met de stadsregio’s en provincie een aantal flankerende verkeersprojecten starten of verder ontwikkelen. Het gaat o.a. om: - Ketenmobiliteit; - Robuust onderliggend wegennetwerk - Snelle regionale fietsroutes - Stimuleren duurzaam vervoer e. Met Randstadrail van Zuidplein naar Zee Scheveningen is met het strand, evenementen, horeca- en winkelaanbod dé badplaats van de Metropoolregio. Op lange termijn kan een rechtstreekse snelle verbinding van Rotterdam met Scheveningen de aantrekkingskracht van de kustzone en daarmee de gehele Metropoolregio versterken. De recent geopende Randstadrail verbinding tussen Den Haag en Rotterdam Centraal biedt hiervoor de basis. Het doortrekken van deze verbinding vanaf Den Haag Centraal via de Internationale Zone naar Scheveningen moet daarom op termijn mogelijk blijven. Dat maakt het noodzakelijk om bij station Den Haag Centraal een ruimtereservering aan te houden voor doortrekking. Maatregel: •
Den Haag houdt bij station Den Haag Centraal een ruimtereservering aan voor mogelijke toekomstige doortrekking van Randstadrail naar Scheveningen.
f. verkenning HSL Metropoolregio-Duitsland Zowel Den Haag als Rotterdam hebben een sterk internationaal profiel met daaraan gerelateerde werkgelegenheid. De Metropoolregio beschikt over een directe HSL-verbinding met Brussel en Parijs en naar verwachting binnen vier jaar ook met Londen. Vanuit het perspectief van de zakelijke reiziger is het van belang dat de metropoolregio ook een rechtstreekse aansluiting heeft op een HSL naar Duitsland. Minstens één van de IC-stations in de metropoolregio moet rechtstreeks op een HSL naar Duitsland aangesloten zijn. Er zijn verschillende varianten denkbaar: - HSL-Oost: Den Haag Centraal – Utrecht – Arnhem – Ruhrgebied - HSL- brainports & mainports: Den Haag Centraal – Rotterdam – Breda – Eindhoven – Venlo – Ruhrgebied
13
Maatregel:
•
Den Haag en Rotterdam doen richting het Rijk een voorstel een eerste verkenning te maken voor een HSL-aansluiting naar Duitsland.
g. Eén OV-plattegrond voor de metropoolregio. Momenteel heeft de HTM een kaart met het OV-lijnenwerk binnen Haaglanden en de RET een voor de regio Rotterdam. Beide kaarten overlappen elkaar enigszins, maar zeker niet geheel. Vanuit alle reizigersgroepen is het wenselijk om één lijnennetkaart te maken waarop het OVnetwerk in de metropoolregio is opgenomen. Daarop moeten dan ook de belangrijke P+R terreinen worden aangegeven. Maatregel: • Rotterdam en Den Haag overleggen met de stadsregio’s en de vervoersmaatschappijen om in 2011 tot één OV-plattegrond voor de metropoolregio te komen.
14
2. AANTREKKELIJKE METROPOOL a. Verstedelijkingsafspraken Hoogopgeleiden kiezen steeds vaker in eerste instantie een aantrekkelijke leefomgeving en stemmen hun werklocatie daarop af. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag moet daarom een gevarieerd woningaanbod hebben met toegang tot groen en recreatie en aantrekkelijke stedelijke voorzieningen. Den Haag en Rotterdam onderstrepen nogmaals het belang van de in het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel overeengekomen verstedelijkingsstrategie. De essentie hiervan is dat niet langer de kwantiteit van de woningbouwopgave centraal staat maar de kwaliteit van woonmilieus. Mede om deze reden is gekozen voor een hoog percentage binnenstedelijk bouwen (80%). De bereikbaarheids-top 10 verbindt de diverse gebiedsopgaven in de metropoolregio; Den Haag Centrale Zone, Rotterdam-Zuid en Stadshavens, TIC-Delft, As Leiden – Katwijk, Drechtsteden/Deltapoort en de kerngebieden Greenports en Zuidplaspolder. We moeten ervoor waken dat er geen concurrerende ontwikkelingen in vergelijkbare woonmilieus worden gebouwd. De Zuidplaspolder wordt alleen vraaggericht ontwikkeld en zonder concurrentie met lopende groenstedelijke projecten in de Metropoolregio. Concreet betekent dat voor de Zuidplaspolder kleine hoeveelheden landelijk en dorps wonen. Gezien de huidige omstandigheden op de woningmarkt ligt het niet voor de hand om grootschalige uitbreidingslocaties in de regio in uitvoering te nemen. Maatregelen: • Vasthouden aan de verstedelijkingsstrategie waaronder 80% binnenstedelijk bouwen. • Geen nieuwe uitleglocaties ontwikkelen, voordat de huidige ontwikkellocaties (bijv. Lansingerland, Zestienhoven) voldoende zijn gevuld. • Zuidplaspolder vraaggericht ontwikkelen en alleen kleine hoeveelheden landelijk en dorps wonen. De ventielfunctie wordt niet benut. Het Stedenbaan-concept zorgt dat het hoofdspoornet zich kan ontwikkelen tot de ruggengraat van het Zuidvleugelnet en van de verstedelijkingsstrategie van de Zuidvleugel. Stedenbaan beoogt met een samenhangend maatregelenpakket bestaande uit ruimtelijke verdichting rond stations, verbetering van ketenmobiliteit (fiets en P+R), verbetering van de kwaliteit van stations en stationsomgevingen en verbetering van het treinproduct (inclusief een aantal nieuwe stations) steden en dorpen te versterken en een duurzamer mobiliteit mogelijk te maken. b. Metropolitaan Landschap Hof van Delfland Versterking van de internationale concurrentiepositie van de metropoolregio vereist ook de instandhouding en vergroting van de waarde van de groene gebieden. Het betreft dan vooral de waarde op het gebied van natuur, landschap, water, recreatie en cultuurhistorie. Centraal in de metropoolregio ligt het open landschap Hof van Delfland dat de potentie heeft om uit te groeien tot een gevarieerd metropolitaan landschap. Samen met de partners in de Hof van Delflandraad gaan we inzetten op het versterken van de recreatieve voorzieningen en toegankelijkheid van dit gebied. Het Delflandgebied draagt daar nu al aan bij, maar is voor veel bewoners nog ‘onbekend’, ‘ongebruikt’ en daardoor ‘onbemind’. De 17 partijen die deelnemen aan de Hof van Delflandraad hebben als visie gesteld dat dit open gebied moet uitgroeien tot een metropolitaan park. Nu gaat het er om dat de visie wordt uitgevoerd. Juist omdat er zoveel partijen bij betrokken zijn, is een regierol door de provincie vereist. Op 3 december 2010 wordt het investeringsprogramma daarvoor vastgesteld. De colleges van Rotterdam en Den Haag ondersteunen deze visie. Deze visie maakt ook slimme combinaties mogelijk tussen ruimtelijke ingrepen zoals de A4 en de zandmotor met ontwikkeling
15
van natuur en recreatieve voorzieningen. Vanuit de steden is het van belang dat de volgende onderdelen van de visie en investeringsprogramma de komende vier jaar gerealiseerd worden: - fietsverbindingen (met name de fietsroute Hofvijver-Hofplein) - de 2 belangrijkste toegangspoorten aan de stadsranden. Daar liggen kansen om een aantal ontwikkelingen die in deze stadsranden toch starten, te benutten om de recreatieve kwaliteit te vergroten. - marketing van Hof van Delfland in de steden Maatregelen: • De Colleges zetten in 2012 middelen in om ontbrekende schakels in de fietsverbindingen aan te leggen en sluiten daarbij aan bij de Stadsregio’s die hiervoor middelen hebben gereserveerd. Hoogste prioriteit is de westelijke variant van de fietsroute Hofvijver-Hofplein. De provincie en andere betrokken gemeenten worden uitgenodigd om mee te doen in de versnelling in de uitvoering van de visie Hof van Delfland. • Ontwikkeling stadsranden (“poorten”) • Marketing: In 2011 wordt Hof van Delfland opgenomen in de marketingactiviteiten van Den Haag en Rotterdam. c. Cultuur Om kenniswerkers en (internationale) bezoekers te trekken streven we naar een gevarieerd aanbod aan kunst, cultuur, (top)sport met internationale uitstraling. We zetten vooral in op die voorzieningen die de aantrekkingskracht van de metropoolregio versterken. Daarnaast gaan we grote evenementen vaker gezamenlijk organiseren (zoals de steden in het Ruhrgebied hebben gedaan voor Culturele Hoofdstad 2010). c.1. Cultuuraanbod Een gezamenlijke strategie om in het aanbod aan culturele voorzieningen een schaalsprong te maken naar het niveau van de metropoolregio. Rotterdam steunt Den Haag om in 2018 culturele hoofdstad te worden. In november start een kwantitatief onderzoek naar de culturele functies in Rotterdam en Den Haag. Dit onderzoek betreft een scan van de culturele infrastructuren van Rotterdam en Den Haag en wil een antwoord geven op de volgende vragen: waaruit bestaat het culturele aanbod van beide gemeenten? waaruit bestaat de huidige samenwerking en afstemming tussen de cultuurinstellingen in beide steden? wat is de huidige en mogelijke effectiviteit en efficiëntie van de culturele infrastructuur. Zijn deze te verbeteren door samenwerking en afstemming? hoe onderscheidend en competitief is het huidige cultuuraanbod en is deze te verbeteren door samenwerking en afstemming? Dit onderzoek dient mede als onderlegger voor de gezamenlijke strategie richting het rijk inzake de aangekondigde bezuinigingen op cultuur. c.2. Internationale marketing van kunst- en cultuuraanbod via ‘Arts Holland’ In het kader van het landelijke programma Randstad Urgent hebben de G4 met OCW een project laten ontwikkelen dat het bestaande aanbod van kunst en cultuur in de Randstad internationaal prominent op de kaart zet. De titel: Arts Holland. Arts Holland is een unieke samenwerking tussen instellingen op het gebied van cultuur en toerisme en de G4, uitgevoerd door het Nederlands Uitburo (NUB) en het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC). Inmiddels heeft het NUB een businessplan voor de verdere ontwikkeling en implementatie van Arts Holland opgesteld en deze omgevormd tot een subsidieaanvraag voor het landelijke innovatieprogramma ‘Pieken in de Delta’. In januari wordt bekend gemaakt of de aanvraag is
16
gehonoreerd, maar de vooruitzichten zijn positief. Eerdere gesprekken met medewerkers van Pieken in de Delta wijzen op een positieve grondhouding. d. Topsport en Olympische Spelen 2028 d.1 Topsport evenementen dragen bij aan een aantrekkelijke metropool voor bewoners en bezoekers, en bieden ook een excellente mogelijkheid om de steden en de sport in beeld te brengen. Bij de inwoners van Den Haag en Rotterdam; ook nationaal en internationaal. Sportevenementen dragen niet alleen bij aan de promotie van steden en sport, maar genereren ook grote economische spin-off. Topsportprestaties vormen bovendien een geliefd gespreksonderwerp en een belangrijke bron voor nationale en lokale trots. Topsport heeft kortom een enthousiasmerende en positieve uitwerking op jong en oud. Het spreekt tot de verbeelding en vormt een inspiratiebron voor velen. Rotterdam en Den Haag slagen er beiden in internationaal aansprekende evenementen binnen te halen. De Metropool is kansrijker als de steden samenwerken bij het binnenhalen van topsportevenementen waarbij de sterke kanten van beide steden worden benadrukt. Voor Den Haag zijn dat de kust, strand en zee en voor Rotterdam de accommodaties en infrastructuur. In de samenwerking zijn er kansen om de Metropoolregio meer te betrekken bij de evenementen die in een stad georganiseerd worden (promotie, trainingslocaties, overnachtingen, sponsoring). Bij een aantal topsport evenementen is het schaalvoordeel van de Metropoolregio zo groot, dat evenementen beter gezamenlijk georganiseerd kunnen worden. Het gaat dan met name op topsportevenementen waar verschillende speelsteden of sporten voor nodig zijn (WK’s en EK’s in teamsporten, Olympische Spelen). Maatregelen: • Gezamenlijk binnen halen van topsportevenementen, zoals de Universiade. d.2 Olympisch plan: Rotterdam en Den Haag gaan gezamenlijk voor OS2028 De ambitie om de steden van Olympisch niveau te maken, komt voort uit het Olympisch Plan 2028 van NOC*NSF en de positieve reactie daarop van het kabinet. Het Olympisch Plan 2028 bestaat uit topsportontwikkeling, breedtesportontwikkeling, sociaal-maatschappelijk terrein, welzijn, economie, ruimtelijke ordening, evenementen en media-aandacht. Het doel van het Olympisch Plan 2028 van NOC*NSF is om heel Nederland met ''sport in de volle breedte'' naar Olympisch niveau te brengen, met de organisatie van de Olympische- en Paralympische Spelen in 2028 als mogelijke uitkomst. Het kabinet ziet sport ook als een effectief middel om Nederland op vijf terreinen naar Olympisch niveau te tillen. Rotterdam en Den Haag willen een bijdrage leveren aan de ambities uit het Olympisch Plan 2028. In dat kader is de vestiging van de leerstoel Internationaal Sportrecht vanwege het T.M.C Asserinstituut aan de Erasmus Universiteit Rotterdam alvast een interessante mijlpaal. Het Haagse Asserinstituut en de Rotterdamse Erasmus Universiteit willen zich profileren als kennisknooppunt voor internationaal sportrecht. T.b.v. deze leerstoel is er door beide steden geïnvesteerd in de aanstelling van een AIO. De verwachting is dat Rijksinvesteringen in infrastructuur mede gestuurd zullen worden vanuit de keuze voor de Olympische hoofdstructuur. Een kandidaatstelling door de metropoolregio kan als versneller dienen voor investeringsbeslissingen. Dit schaalniveau biedt de juiste massa en onderscheidende kwaliteiten. Rotterdam en Den Haag hebben gezamenlijk, onder de noemer Dutch Delta Games, een variant voor de OS2028 uitgewerkt waarbij het zwaartepunt van de Spelen in de metropoolregio ligt. In deze variant wordt uitgegaan van de bestaande (gebieds)agenda, worden de Spelen een katalysator van de Metropoolagenda en kan de erfenis na de Spelen (“legacy”) een positieve zijn. Deze variant heeft als majeur voordeel boven andere 17
varianten dat er nauwelijks extra grote infrastructurele werken naast de gebiedsagenda nodig zijn en dat de erfenis na de spelen goed is in te passen. Er is derhalve sprake van een “no regretbenadering”. Mocht de keuze niet op de Metropoolregio vallen dan noch is dit proces waardevol voor het realiseren van rijksbetrokkenheid bij de agenda van de Metropoolregio en voor het uiteindelijk verkrijgen van een substantieel deel van de te organiseren sport- en cultuurevenementen tijdens en voor de Spelen. Naar verwachting beslist het kabinet in de eerste helft van 2011 over welke voorkeursvariant uitgangspunt wordt.
d.3 Voortzetting Gateway to the Games Dit jaar heeft een delegatie uit Rotterdam en Den Haag, samen met de G-4, NOC*NSF en het NBTC deelgenomen aan Sportaccord in Dubai, het toonaangevende wereldcongres met beurs voor alle internationale sportbonden. Op een stand is onder de vlag van Holland Moves getoond dat de steden Den Haag en Rotterdam graag gastheer kunnen en willen zijn van internationale sporttoernooien, congressen en trainingsstages. Op dit moment werken Topsport Rotterdam en Den Haag Topsport aan de follow up. Een gerichte acquisitie van internationale trainingsstages in Rotterdam en Den Haag ter voorbereiding op de Olympische Spelen in Londen. Enige zorg is dat de nationale trainingsselecties hun “thuisvoordeel” niet graag delen met concurrenten uit andere landen. Maatregelen: • Rotterdam en Den Haag gaan zich gezamenlijk inzetten voor de Zuidvleugel variant in het Nederlands Olympisch Plan 2028 • Gateway to the Games: Gezamenlijke acquisitie van internationale trainingsstages in Rotterdam en Den Haag ter voorbereiding op de Olympische Spelen in Londen. Ingezet wordt op de sporten volleybal, zeilen, hockey, handbal, judo, boksen, hippische sport en tafeltennis.
18
d.4 Afstemmen voorzieningen Om het proces van metropoolvorming aan te jagen kunnen de twee steden het goede voorbeeld geven door in deze tijd van bezuinigingen er duidelijk voor te kiezen elkaar nadrukkelijker te betrekken in ontwikkelingen van grotere sportvoorzieningen. Als er sprake is van een concurrerend verzorgingsgebied kan samen onderzocht worden in hoeverre dit nadelige effecten heeft voor reeds bestaande voorzieningen in de metropoolregio. Tevens kan bij aanleg van grootschalige voorzieningen samenwerking gezocht worden om beide steden en de gehele metropoolregio van het initiatief te laten profiteren. Maatregelen: • Grootschalige voorzieningen worden alleen nog aangelegd indien deze van betekenis zijn voor de gehele metropool en er geen concurrerende verdubbelingen optreden. • In iedere business case voor sportvoorzieningen die een bovenstedelijk service gebied als draagvlak nodig hebben, wordt het effect op andere sportvoorzieningen binnen de Metropoolregio meegenomen. • Sportvoorzieningen die een grootschalig service gebied nodig hebben en de steden binnen de metropoolregio bedienen, worden gebouwd op locaties die binnen de Metropoolregio goed bereikbaar zijn. • Informatie uit haalbaarheidsstudies naar sportvoorzieningen zal door de steden gedeeld worden. In deze haalbaarheidsstudies staat informatie over onder andere verzorgingsniveau en concurrentiepositie ten opzichte van andere voorzieningen. We streven als metropoolregio naar een aantrekkelijk voorzieningenniveau om onze kracht als woonregio te versterken. Gebruik maken en versterken van de aanwezige kennis en daarmee tegelijkertijd kosten besparen door onderzoeken niet ‘dubbel’ uit te voeren kan hieraan bijdragen. • Zo lang Rotterdam niet beschikt over een ijsbaan en 50m bad, wordt aan de inwoners van Rotterdam een alternatief aangeboden in Den Haag. De Uithof en het Hofbad (gereed in 2012) worden opgenomen in het arrangement van de Rotterdampas. e. Stadspassen Het is technisch mogelijk om één stadspas voor de inwoners van de Metropoolregio te realiseren. Vanaf medio 2011 zal de Ooievaarspas het zelfde ICT-systeem hebben als de Rotterdampas. Indien er politiek voldoende draagvlak is, is een gezamenlijke stadspas binnen deze collegeperiode mogelijk. Het voordeel van een gezamenlijke stadspas is de grotere schaal, meer deelnemers en daardoor een aantrekkelijker aanbod.
Voor de inwoners van de metropoolregio zou een gezamenlijke stadspas het voordeel hebben van meer keuzes en meer voorzieningen. En de schaalvoordelen van één pas leiden mogelijk ook tot meer gunstige afspraken met de exploitanten van voorzieningen. Weliswaar verschilt de opzet van de Ooievaarspas (bedoeld voor mensen met een laag inkomen) met die van de Rotterdampas (generiek beschikbaar, gratis voor minima), maar dat hoeft de integratie van de passen niet in de weg te staan. Bijvoorbeeld een generiek beschikbare Metropoolpas kan in de markt gezet worden, waarbij de Haagse minima een Ooievaars-arrangement op hun Metropoolpas kunnen krijgen. Indien er voldoende politiek draagvlak hiervoor is, is een gezamenlijke stadspas binnen deze collegeperiode mogelijk. Maatregel: • De stadspassen van Rotterdam en Den Haag worden in 2012 samengevoegd tot één pas voor inwoners uit de metropoolregio.
19
3. DUURZAME KENNISECONOMIE a. Economische agenda Zuidvleugel De metropoolregio Rotterdam Den Haag is internationaal een subtopper. In de regio bevinden zich een groot aantal stuwende sectoren waarvan de hoofdkantoren zich ook vaak in deze regio bevinden. Om de economie te stimuleren moet vooral worden gefocust op negen kansrijke stuwende sectoren: (1) Transport&Logistiek, (2) Chemie&Energie, (3) Greenports, (4) Recht,Vrede&Veiligheid, (5) Cleantech (6) Life Sciences&Health, (7) Pensioenen&Verzekeringen, (8) Maritiem en (9) ICT&Telecom. Dit zijn de motoren achter het economisch succes van de regio. De stuwende sectoren in de Zuidvleugel kunnen in 2020 naar schatting tot EUR 24 miljard bijdragen aan de groei van het Bruto Regionaal product. Als daarnaast nog de gevolgen voor de verzorgende sectoren worden meegenomen, kan het extra Bruto Regionaal Product nog toenemen tot EUR 30-40 miljard in 2020. Het realiseren van dit potentieel is echter niet vanzelfsprekend. Daarvoor moet de metropoolregio het economische fundament verbeteren (bereikbaarheid, RO, onderwijs-arbeidsmarkt, profilering en imago, beleid en regels), het innovatievermogen in sleutelsectoren versterken (minder versnippering innovatieregelingen, meer valorisatie) en krachten bundelen. De metropoolregio is het schaalniveau om deze opgave aan te pakken met de steden (w.o. ook Leiden en Dordrecht) als belangrijkste actoren. Om deze reden wordt momenteel een Economische Agenda voor de Zuidvleugel opgesteld waarin Rotterdam en Den Haag participeren. Deze agenda zal naar verwachting in december worden vastgesteld. Inhoudelijk bestaat er bij beide colleges breed draagvlak voor de analyse die aan deze agenda ten grondslag ligt en voor een groot deel van de voorgestelde maatregelen. De regierol bij de uitvoering van de maatregelen moet echter veelal bij de steden in de metropoolregio liggen. Op grond van het adviesrapport zijn de volgende acties in afspraken vastgelegd door de 3 portefeuillehouders (Rotterdam, Den Haag en Gedeputeerde). Een eerste stap op het terrein van de arbeidsmarkt zetten Den Haag en Rotterdam bij het benaderen van de 25 grootste werkgevers in de regio. Zie hiervoor paragraaf 4 Arbeidsmarkt en Onderwijs. Maatregelen: •
• • •
•
Een samenwerkingsagenda tussen WFIA en RIA. Met gezamenlijke promotie en een gerichte branding strategie kan het internationale profiel van de metropoolregio versterkt worden. Op 16 november hebben de colleges van Rotterdam en Den Haag een intentieverklaring getekend, waarmee de samenwerking tussen WFIA en RIA wordt versterkt (zie agendapunt 5) Onderzoek naar omzetten regionale subsidie-instrumentarium naar kredietfaciliteit (revolving fonds) en naar behoefte matching vraag / aanbod financiering Onderzoek haalbaarheid Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) Met centrumsteden in de metropoolregio (Leiden, Den Haag, Delft, Rotterdam en Dordrecht) komen tot een aanpak op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt; een eerste stap daarin is een strategische benadering van de top 25 werkgevers van Den Haag en Rotterdam. Gemeenschappelijke opgaven rondom innovatie & kennisvalorisatie: campusontwikkeling rond de universiteiten en kennisinstellingen (Leiden Bio Science Park, Haagse Campus, Stadshavens Rotterdam / Technologisch Innovatief Complex (TIC) Delft), kennisvalorisatie bij universiteiten en kennisinstellingen in de metropoolregio en innovatiebevordering door kruisbestuiving tussen gevestigde clusters, op de thema’s Biobased chemie, Clean & Lean logistiek en Duurzame Greenports. Voor dit laatste cluster ligt de regie bij de provincie.
20
b. samenwerking kennisinstellingen Voor de concurrentiekracht van de metropoolregio is het essentieel dat kansrijke, internationaal onderscheidende clusters de kans krijgen zich verder te ontwikkelen. De overheid kan dat onder andere stimuleren door voor deze clusters te kiezen bij de gebiedsontwikkeling en door een ‘triple helix’ netwerk op te bouwen tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven. In september 2010 is de regionale kenniseconomie agenda voor de regio Rotterdam Delft gelanceerd. Deze agenda biedt perspectief om in metropoolverband verder te worden ontwikkeld. Voor het aanjagen van innovatie is het belangrijk dat kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid hun inspanningen bundelen. Een van de voorgestelde maatregelen betreft de vorming van kenniscolleges. De kenniscolleges geven een stimulans aan innovatie in de sectoren clean tech delta, medical delta, talentontwikkeling en campus ontwikkeling. Dat zijn sectoren die ook voor de metropoolregio van grote potentiële waarde zijn. Maatregelen: • Rotterdam en Den Haag onderzoeken of Den Haag een bijdrage kan leveren aan de Kenniscolleges c. Scherpe keuzes ontwikkeling werklocaties De marktontwikkelingen voor de korte en middellange termijn dwingt investeerders om scherpe keuzes te maken. Dat dwingt ook tot keuzes in locatie-ontwikkeling. Binnen beide stadsregio’s is sprake van overaanbod van kantoren en bedrijfsterreinen. Dat dwingt tot samenwerking. Gezamenlijk met de stadsregio’s gaan de steden leegstand bestrijden en voorkomen. Vanuit de Metropoolregio organiseren we draagvlak om tot strakkere afstemming in het aanbod van werklocaties te komen, inclusief bestuurlijke keuzes voor (her)ontwikkeling, schrappen en transformatie van werklocaties. Ter ondersteuning daarvan komt er een gemeenschappelijke set van gegevens en analytisch kader, waardoor monitoring van de ontwikkelingen van werklocaties op het schaalniveau van de metropoolregio mogelijk is. Maatregelen: • Vanaf 2011 een gemeenschappelijke set van gegevens en analytisch kader voor afstemming van kantoorlocaties in Metropoolregio. • Opschalen afstemming werklocaties (bedrijventerreinen en kantoren) naar schaalniveau Metropoolregio. • Uitstel ontwikkeling kantoor- en werklocaties om overaanbod te verminderen. d. Greenport Westland Met het Westland heeft de metropoolregio het grootste glastuinbouwcluster van Nederland. Het Westland (incl. het Oostland) is vanwege haar exportpositie van grote betekenis voor de Nederlandse en regionale economie. Zowel steden als Greenport hebben belang bij een hoger niveau van kennis en innovatie. Verschillende kennisinstellingen in deze regio zijn gespecialiseerd in glastuinbouw. De Landbouwuniversiteit van Wageningen heeft een dependance in het Westland. De TU Delft, TNO, WUR Glastuinbouw, Haagse Hogeschool en Hogeschool INHolland hebben een platform opgericht waar de kennis en netwerken van de verschillende instellingen met elkaar worden verbonden. Deze Greenport Campus is er om ondernemers in de glastuinbouw en hun toeleveranciers te helpen om hun innovatieve ideeën tot bloei te laten komen en om aan hun behoefte aan vakopleidingen tegemoet te komen. De Greenport Campus wordt ondersteund door de provincie en het ministerie van EZ. Voor de ontwikkeling van de Greenport is stimuleren van kennisontwikkeling en innovatie bij glastuinbouwbedrijven en hun toeleveranciers essentieel. Samen met de provincie zal worden gekeken naar cofinancieringsmogelijkheden voor innovatieve projecten, zoals de Greenport Campus. In samenwerking met provincie/stadsregio worden de verbindingen tussen de Greenports en hun
21
achterland versterkt. Voor de glas- en tuinbouwsector is in Naaldwijk een gedeeld branche-service punt opgericht waarin Den Haag en Rotterdam participeren. e. Duurzaamheid Op dit punt vullen Den Haag en Rotterdam elkaar goed aan. Rotterdam heeft vooral een flinke opgave in de haven (industrie, watermanagement en energietransitie), terwijl Den Haag als kuststad (energieopwekking) en centrum voor internationaal recht (emissierechten) mogelijkheden heeft. Tegelijkertijd hebben beide steden de ambities om woningen, kantoren en publieke gebouwen energiezuiniger te maken. Rotterdam en Den Haag zullen samen optrekken bij de tweede ronde van het proces van Europees duurzaam aanbesteden van gemeentelijke gebouwen in 2011. Rotterdam heeft de afgelopen jaren flink in dit project geïnvesteerd en zo het proces zorgvuldig uitgestippeld en vastgelegd. Verder komt er in 2010 nog een research- and developmentkalender met vermelding van de opleveringsdata van verschillende pilotprojecten (warmte- en koudetechnologie, energieopwekking, duurzame mobiliteit, etc). Maatregelen: • Rotterdam en Den Haag gaan de aanpak duurzame gemeentelijke gebouwen medio 2011 gezamenlijk aanbesteden. • Den Haag steunt Rotterdam om in 2014 European Green Capital te worden. • Kennisuitwisseling organiseren over onder meer rijden op aardgas dan wel op elektriciteit en benutting van aardwarmte. f. Marketing, Promotie & Acquisitie Een belangrijk onderdeel van de Agenda 2010-2014 voor de “Rotterdam The Hague Metropolitan Region” vormt een gezamenlijke aanpak van de marketing van de Metropoolregio. Doel van de Metropoolmarketing is om de regio dusdanig te profileren bij de voor de metropoolregio belangrijke doelgroepen, dat deze er voldoende bekend mee zijn (bekendheid), voldoende aantrekkelijk vinden (attitude) dat men er voor kiest (gedrag). De steden Rotterdam en Den Haag hebben ieder een duidelijke eigen identiteit. Om de Metropoolregio te positioneren is het juist belangrijk bij de sterke identiteit van de steden aan te sluiten. De steden Rotterdam en Den Haag hebben een aantal belangrijke overeenkomsten: - De internationale oriëntatie, de wereldfocus: Rotterdam World Port World City, Den Haag als Internationale Stad van Vrede en Recht. Beide steden hebben internationaal een unieke positie. - Watersteden: de ligging aan zee/riviermond. - Groot gespecialiseerd opleidingenaanbod langs de as Leiden-Den Haag-Delft-Rotterdam - Het groene gebied tussen beide steden: Van groot belang in de concurrentie met stedelijke regio’s in Europa waar een groen tussengebied ontbreekt. - Ondernemerschap. - Groot cultureel aanbod, aandacht voor architectuur. - Een grote diversiteit aan carriere-mogelijkheden, met een aantal niche-markten. Deze unique selling points van de metropoolregio worden in de communicatie, marketing en positionering consequent gebruikt. Het Plan van Aanpak is gericht op het versterken van bestaande initiatieven. Er wordt geen grote campagne gestart om de Metropool in het algemeen ‘aan de man te brengen’. Van een nieuw logo of uitgewerkte huisstijl zal geen sprake zijn. Wel is een analyse nodig van de exacte opgave voor de Metropoolmarkting: Wat moet bereikt worden? Hiervoor wordt een korte quick scan gedaan, gebaseerd op een concurrentie-analyse (van andere Metropoolregio’s) en gesprekken met betrokkenen bij de Metropoolaanpak. Wie zijn de meest kansrijke doelgroepen van de Metropoolmarketing? In eerste instantie kan de focus vooral liggen op: 22
-
Bedrijven: vooral de grotere (inter)nationale bedrijven Bezoekers: vooral nationaal en internationale bezoekers, die worden gestimuleerd om combinatiebezoeken af te leggen - Stakeholders / decision makers: in het kader van gezamenlijke lobbyactiviteiten voor bijvoorbeeld sportevenementen, cultuurevenementen, congressen, filmopnames, etc. De inwoners van de regio zelf zijn voor de communicatie over de Metropool een belangrijke doelgroep, maar minder voor de Metropoolmarketing. Mogelijk kunnen ook studenten een kansrijke doelgroep zijn, afhankelijk van de nadere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en gemeentes op regioniveau. Voor de verschillende doelgroepen worden een corporate story en kernboodschappen geformuleerd. De kernboodschap voor de marketing van de metropoolregio wordt in het voorjaar van 2011 verder uitgewerkt aan de hand van de concrete projecten waar Den Haag en Rotterdam mee aan de slag gaan. Maatregel: • Opstellen van een marketingplan gericht op bedrijven, bezoekers en stakeholders ter versterking van bestaande initiatieven.
23
4. ARBEIDSMARKT EN ONDERWIJS In het woon-werkverkeer pendelen ca. 67.000 werkenden tussen de stadsregio’s Haaglanden en Rotterdam (Rijnmond). Zeker voor hoogopgeleiden vormt de metropoolregio al één arbeidsmarkt. Voor de middellange termijn zal de verdergaande vergrijzing van onze samenleving en de (kwalitatieve) krapte die dat op de arbeidsmarkt tot gevolg heeft, een belangrijke opgave vormen in de metropoolregio. Andersom kent de metropoolregio een relatief hoger aandeel jongeren maar deze zijn onvoldoende gekwalificeerd. Samen met het bedrijfsleven en de onderwijssector willen we hier een passend antwoord op geven. Hierbij is de aansluiting tussen onderwijs(aanbod) en arbeidsmarkt een belangrijk aandachtspunt.
a. Gezamenlijke benadering van de Top-25-werkgevers. De ambitie is om een werkconferentie te organiseren waar bedrijfsleven én onderwijssector met elkaar afspraken maken over de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. Hierbij richten we ons op de grootste werkgevers in onze metropoolregio. Een goede voorbereiding daarvan is essentieel; er lopen immers al veel initiatieven en de gemeente heeft op het gebied van de arbeidsmarkt en het onderwijs geen sterk sturende rol. Daarom houden we eerst een schouw van de knelpunten in kansrijke sectoren als techniek, onderwijs en stadsspecifieke speerpuntsectoren (Den Haag: overheid, vrede & recht / Rotterdam: moderne haveneconomie). Voor de sector zorg loopt al een soortgelijk initiatief. Op elk van de overige thema’s organiseren we miniconferenties met geïnteresseerde werkgevers, onderwijsinstellingen, brancheorganisaties en gemeenten. Het doel van deze conferenties is het bevorderen van kennisoverdracht tussen het hoger onderwijs en het grootbedrijf en MKB in de Metropoolregio. Deze miniconferenties hebben vooral een netwerkkarakter en worden ook op die manier gefaciliteerd. Nieuwe contacten krijgen hierdoor een vruchtbaar vervolg.
24
Maatregen: • Rotterdam en Den Haag nemen het initiatief om op Metropoolregio niveau tot een betere afstemming te komen tussen de vraag op de arbeidsmarkt en het onderwijsaanbod. Daartoe organiseren de steden in maart 2011 miniconferenties met werkgevers, brancheorganisaties en onderwijsinstellingen.
b. Samenwerking universiteiten De drie universiteiten in de metropoolregio kunnen zich meer als een eenheid presenteren. Daardoor kunnen zij gezamenlijk tot de top 5 van de wereld horen. Rotterdam en Den Haag willen samen met Delft en Leiden steunen waar zij kunnen.
25
5. BESTUUR EN SAMENWERKING a. bestuur De regering komt met voorstellen over het regionale bestuur. Allereerst is er sprake van een opschaling van het provinciale bestuur in de Randstad (Noord- en Zuid Holland, Utrecht en Flevoland). Vervolgens worden bevoegdheden op het gebied van vervoer en infrastructuur van rijk, provincies, regio’s en gemeenten in de Randstad overgedragen aan een te vormen Infrastructuurautoriteit. De WGR+ wordt afgeschaft. Daarnaast wordt taakdifferentiatie op gemeentelijk niveau mogelijk gemaakt. Het kabinet wil ook taken, waaronder op het gebied van de ruimtelijke ordening en economie, decentraliseren naar provincies en gemeenten waarbij de provincies zich beperken tot hun kerntaken op ruimtelijk en economisch terrein en natuurbeleid en het toezicht en de regie op de ruimtelijke ordening en volkshuisvesting gaat naar de provincies. De regering wil economische clusters maximaal faciliteren. Innovatieve en ingewikkelde behandelingen in de gezondheidszorg, hoe groter de noodzaak deze te concentreren in enkele topziekenhuizen. Hoe deze voorstellen concreet vorm krijgen is nog niet ingevuld. Decentralisatie naar een Randstadprovincie en opschaling vanuit de WGR+-gebieden naar deze zelfde Randstadprovincie betekent een zware rol voor de randstadprovincie op grote afstand van de dagelijkse praktijk. Een infrastructuurautoriteit op deze zelfde schaal die naast de Randstadprovincie bestaat levert veel competentiegeschillen op. Een Randstadprovincie kan op termijn voordelen bieden maar staat haaks op de ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar waarin juist de vleugels van de Randstad als relevant schaalniveau gezien werden. In de G4-brief aan de Minister-president wordt dan ook voorgesteld om aan te sluiten bij deze organische ontwikkeling: “We bepleiten een groeimodel: eerst zuidelijke en noordelijke samenwerking, zoals ook al in de planning zit voor de metropoolregio’s van enerzijds Rotterdam en Den Haag en anderzijds Amsterdam, Utrecht e.o. Bouw hierop voort en creëer langs deze weg de Randstadautoriteit”. Het daily urban system waarin mensen zich dagelijks bewegen voor werk of opleiding ligt op het niveau van de stadsgewesten met een forse overloop tussen de beide stadsgewesten in de metropoolregio. Dat geldt ook voor veel van de in het regeerakkoord genoemde economische clusters en ook voor topziekenhuizen is de metropoolregio het juiste schaalniveau. Het instrument van taakdifferentiatie waarbij centrumgemeenten taken vervullen voor omliggende gemeenten kan ook helpen bij de metropoolvorming. Rijks- en provinciale taken kunnen ook deels door de centrumsteden worden vervuld. Maatregelen: • De metropoolregio neemt samen met de noordvleugel het initiatief voor de invulling van de bestuurlijke verankering van de metropoolregio’s binnen de context van het regeerakkoord b. samenwerking Om het proces van metropoolvorming aan te jagen geven de twee steden het goede voorbeeld. De in de vorige paragrafen genoemde maatregelen zijn hiervan een illustratie. Onze beleidsvoornemens kunnen efficiënter worden uitgevoerd door de samenwerking ook in organisatorische en personele zin te versterken. De reistijd tussen beide steden is kort genoeg om vergaande synergievoordelen te halen. Achterliggende gedachte hierbij is, dat - ondanks tempoverschillen - de dynamiek in beide organisaties veel parallellen kent. Samenwerking kan dan beleidswinst opleveren. De ontwikkelingen bij de gemeente Den Haag en Rotterdam laten op het beleidsveld van personeel en organisatie veel overeenkomsten zien:
26
•
Organisatieontwikkeling (resultaatgericht werken, het “nieuwe werken”, generieke functies, duurzame inzetbaarheid/ flexibiliteit) • Organisatorische schaalvergroting • krimp (autonoom en t.g.v. bezuinigingen) • beheersingsvraagstuk bij inhuur externen • MD-top en HRD (leiderschap, directeurentraject, metropoolleergangen) • Overig (internettijdperk, ERP, shared services, excellente dienstverlening, e.d.) Van samenwerking op dit beleidsveld wordt daarom synergie voor de beide steden en in het verlengde daarvan voor de Metropoolregio verwacht. De gemeentesecretarissen van Rotterdam en Den Haag zullen verdergaande mogelijkheden verkennen op het gebied van uitwisseling van personeel en een gezamenlijk mobiliteitscentrum. Verwacht wordt dat het meeste rendement kan worden bereikt in het hogere segment van het personeel door het uitwisselen van vakinhoudelijke experts en functionarissen met organisatiespecifieke know how. In de lagere functies (t/m ss/sk 8) zal uitwisseling vermoedelijk weinig opleveren. De activiteiten die Den Haag en Rotterdam ontwikkelen kunnen er op termijn toe leiden dat de regionale arbeidsmarkt voor de overheid in het totale Metropoolgebied van Haaglanden en Rijnmond middels een mobiliteitsbank wordt ontsloten. Wisselstroom voor personeel Op diverse vakgebieden lopen al initiatieven en wordt uitwisseling van kennis goed benut. Kansen voor samenwerking worden gezien als het om de externe arbeidsmarkt gaat en bij uitwisseling van personeel. De volgende mogelijkheden zijn in kaart gebracht: • Outplacement van personeel op de externe arbeidsmarkt (gezamenlijk optrekken in afstemming over/ afspraken met kansrijke partijen) • Wederzijds ontsluiten van alle vacatures voor mobiliteitskandidaten (moeilijk invulbare vacatures worden na interne werving eerst bij de andere gemeente uitgezet schaal 10-15, vacatures schaal 1-9 worden altijd uitgewisseld als er geen SBK/ HPK kandidaten intern te plaatsen zijn) • Management development; met uitwisseling van 14+ vacatures wordt al geëxperimenteerd. (Samenwerking bij uitwisseling van de ambtelijke top - algemeen directeuren - loopt al en kan buiten beschouwing blijven.) • Daarnaast is er voor de groep 14+ een gemeenschappelijk programma voor leiderschapsontwikkeling en zijn er diverse trainingsprogramma’s afgesproken. • Kennisuitwisseling over de werkwijze van de headhunter/ recruitmentcapaciteit • Koppelen van elkaars flexibele schil (gezamenlijke flexpool voor interim-management en/of projectmanagement). MD gevorderd talent: een stage bij een andere gemeente als onderdeel van de metropoolleergang, SIOO en Transstad. Rotterdam en Den Haag bundelen de volgende concrete activiteiten met het oogmerk praktische aanpakken voor uitwisseling en flexibel inzetten van personeel te testen. Deze activiteiten worden tussen oktober en januari 2010 gestart of lopen in sommige gevallen al. Hieronder worden de contouren van 4 kansrijke activiteiten geschetst. Activiteit 1: uitwisselen van vacatures Situatie: Rotterdam heeft een programma Flexibiliteit en Mobiliteit (hierin is ook taakstellend 1000 fte krimp opgenomen) en ook in Den Haag moet fors bezuinigd worden met grote personele gevolgen. Toch zal herbezetting van vacatures onvermijdelijk zijn. Voor sommige groepen medewerkers kan een kans in een nieuwe setting een mooie carrièrestap zijn.
27
Doel: Onderzoek in de praktijk de toegevoegde waarde van het publiceren van elkaars vacatures voordat extern wordt geworven, dan wel wordt besloten tot niet vervullen (selectieve vacaturestop). Aanpak: De interne arbeidsmarkt organiseren en beheren Rotterdam en Den Haag ieder voor zich. Als interne herplaatsing niet lukt, worden de vacatures over en weer bekendgemaakt aan het concern. Door middel van quick search wordt bezien of er realistische matchkansen zijn. Voorwaarde is, dat de resp. kaartenbakken met mobiliteitskandidaten “op orde” zijn (minimaal cv, competentie/arbeidsmarktprofiel en intakegesprek met recruiter). Sollicitatie en selectie zijn altijd op basis van wilsovereenstemming (vrijwilligheid). Naar afspraken over sollicitatie-inspanningen e.d. in een re-integratieplan of mobiliteitsovereenkomst wordt in de gesprekken niet gevraagd. Verwachte opbrengst: mogelijk meer herplaatsingskansen bij begeleiden “van werk naar werk” en behoud van expertise voor de beide gemeenten. Eerste stap: maken van concrete werkafspraken tussen de mobiliteitscentra van Rotterdam en Den Haag. Activiteit 2: gezamenlijke flexpool Situatie: Den Haag bereidt een beperkte flexpool (10) voor en zoekt naar kansrijke formules om er ervaring mee op te doen. Rotterdam beschikt geruime tijd over een gedegen interim-pool (BRIM) van een behoorlijke omvang (50). Voor beide organisaties is momenteel financiering van overhead een probleem. Door elkaars interim-managers in te zetten op de wederzijdse IM-klussen wordt de markt vergroot. Benutting van capaciteit en ervaring van Rotterdam kan efficiënt zijn. Doel: Beproef in de praktijk de effectiviteit en efficiency van koppeling van elkaars flexibele schil. Aanpak: De interne arbeidsmarkt organiseren en beheren Rotterdam en Den Haag ieder voor zich. Verwachte opbrengst: Efficiënte benutting van elkaars flexibele schil. Beperking van externe inhuur. Eerste stap:'BRIM uitnodigen om een voorstel te doen/ scenario's uit te werken voor een gezamenlijke interim-pool. Voorafgaand hieraan worden gesprekken gevoerd over de randvoorwaarden waarbinnen het voorstel wordt ontwikkeld' Activiteit 3: gezamenlijke klussen Situatie: Den Haag beschikt over een operationele aanpak van een klussenmarkt. Rotterdam organiseert capaciteit voor klussen op aanvraag vanuit het mobiliteitscentrum. Door elkaars klussen over en weer te publiceren wordt een grotere kans op succesvolle matches vergroot. Doel: aanzienlijk betere benutting van de capaciteit van de eigen personele voorraad voor klussen. Aanpak: Publiceer klussen gelijktijdig, op elkaars netwerk. Opbrengst: Kostenbesparing door minder externe inhuur; goed werkgeverschap en duurzame inzetbaarheid. Eerste stap: maken van concrete werkafspraken tussen de mobiliteitscentra van Rotterdam en Den Haag. Activiteit 4: gezamenlijke stageplekken Situatie: In G4-verband wordt door SIOO, Metropoolleergang en Transstad samengewerkt op het gebied van HRD. Stages bij elkaars organisatie zijn hierbij nog niet standaard. Doel: onderzoek de bruikbaarheid van vaste stage-uitwisseling tussen de steden. Aanpak: Maak onderling stage-uitwisseling een vast bestanddeel in de gezamenlijke HRDtrajecten. Maak hierover gezamenlijke afspraken en verwerk het in het curriculum van de leergangen Opbrengst: Kennisverbreding en verlaging van de mobiliteitsdrempels tussen de steden. Eerste stap: Uitwerken van stageprogramma’s en zoeken naar een plekkenvoorraad. De projectleiders zullen de aanpak voor de pilots de komende maanden uitwerken.
28
Gezamenlijk mobiliteitscentrum De procesmanagers hebben gevraagd de bruikbaarheid van een gezamenlijk mobiliteitscentrum te onderzoeken. Rotterdam en Den Haag zien hier op korte termijn beperkt kansen voor. Er zijn twee varianten verkend, nl. de fysieke en de virtuele. Ongeacht de vorm is het essentieel de verantwoordelijkheid voor de werking van zo’n gezamenlijk centrum goed te stellen en te beleggen. Een mobiliteitscentrum als een fysieke eenheid heeft om verschillende redenen niet de voorkeur: o Zowel in Den Haag als in Rotterdam zijn de resp. mobiliteitscentra sterk in opbouw. Koppeling werkt vertragend en verstoort de eigen positionering. o suboptimaal, te bureaucratisch in de startfase, geen complementaire expertise (waar Den Haag niet sterk in is, is Rotterdam ook niet sterk, bijv. kennis van de externe arbeidsmarkt); o teveel overhead (gezamenlijke stuurgroep, eigen management en bedrijfsbureau, e.d.) o voor beide gemeenten teveel afstand met als risico een verminderde herkenbaarheid en vindbaarheid . o weinig toegevoegde waarde. Daar waar sturing en regie tussen personeelsstromen nodig is (m.n. in de top) is samenwerking al georganiseerd. o kostenverhogend. Een virtueel en netwerkachtig gezamenlijk mobiliteitscentrum kan wel zinvol zijn, want o eigen regie wordt beter ondersteund o eigentijdse invulling van goed gemeentelijk werkgeverschap o transparant o “light” georganiseerd. o alleen inzetten op kracht (rest niet doen of met tijdelijke expertise) o ervaringen elders (rijk) leveren een bewezen bruikbaarheid o Op termijn te koppelen aan de mobiliteitsnetwerken van de Haaglanden- en Rijmond gemeenten. o kostenverlagend. Het mobiliteitscentrum omvat dan in de kern een aantal gezamenlijke afspraken en professionele IT-ondersteuning. Verdere uitwerking ligt na evaluatie van het pilotprogramma in het verschiet. Gezamenlijke traineeplekken Voor beide gemeenten geldt dat traineeplekken onder druk komen te staan. De gemeentelijke diensten bieden de traineeplekken aan en te verwachten is dat de bezuinigingen weinig ruimte zullen geven voor nieuwe arbeidsplaatsen. De ambitie om gezamenlijke traineeplekken te initiëren levert de metropoolvorming direct winst op. Jonge ambtenaren gaan werken vanuit een metropoolvisie waarbij het gezamenlijke belang van de regio uitgangspunt is. Dit maakt traineeplekken in de metropoolregio uitdagend voor potentiële kandidaten waardoor we voor hoge kwaliteit kunnen gaan. Het streven is niet om identieke contracten en kaders vast te stellen maar wel om pragmatisch de uitwisseling te versterken. Maatregelen: • Uitwisseling vacatures, gezamenlijke flexpool, gezamenlijke klussen, gezamenlijke stageplekken en virtueel mobiliteitscentrum waarbij de afspraak geldt dat onderlinge detachering niet als externe inhuur gezien wordt) • In 2012 een gezamenlijk traineeprogramma starten op basis van pragmatische afspraken
29
C. COMMUNICATIE Zichtbaarheid voor de burger Belangrijk is dat de Metropoolregio ook voor burgers betekenis heeft. Een aantal maatregelen in de Metropoolagenda vergroten op korte termijn de zichtbaarheid van de Metropoolregio voor burgers: - Een plattegrond van het OV in hele Metropoolregio in de bushokjes - De aanleg van fietspaden in het Hof van Delfland - Gezamenlijke inzet voor de Olympische Spelen - Een gedeeld branche service punt voor banen in de glastuinbouw - Het Metropoolpanel, een gecombineerd bewonersonderzoek Een aantal maatregelen zijn op de langere termijn pas zichtbaar voor de burger, maar hebben dan wel een grote impact, zoals: - de aanleg van infrastructuur - betere dienstverlening door de integratie van vervoersorganisatie - het openhouden van het groene tussengebied en realisatie van aantrekkelijke binnenstedelijke woonmilieus - een aantrekkelijk aanbod kunst & cultuur - vestiging van topsportvoorzieningen op locaties die binnen hele Metropoolregio goed te bereiken zijn. - Voorkomen van grootschalige leegstand van kantoren Interne Communicatie Maandelijks verschijnt een nieuwsbrief. Deze is gekoppeld aan de intranetsites van beide gemeenten. De nieuwsbrief is bestemd voor medewerkers van beide gemeenten die werken aan een van de Metropoolprojecten. Daarnaast gaat de nieuwsbrief naar relevante bestuurders van Rotterdam en Den Haag. De nieuwsbrief bevat informatie over de Metropoolprojecten en berichten die van belang voor de regio zijn. Externe communicatie Conform het communicatieplan wordt de publiciteit gezocht bij ijkpunten in de regio. De afronding van RandstadRail was zo’n moment. Op de planning voor 2010 staat de ondertekening van het cultuurconvenant tussen Rotterdam en Den Haag over Den Haag cultuurstad 2018; de samenwerkingsovereenkomst tussen WFIA en RIA, het Kennisfestival op Rotterdam-The Hague Airport en de OV ontsluiting van dit vliegveld. Er is een voorstel gemaakt voor de inrichting van specifieke website voor de Metropoolregio. In eerste instantie eenvoudig van opzet, maar modulair uitbreidbaar. Dit in verband met toekomstige deelname aan de Metropoolregio van andere gemeenten en regionale instituten en instellingen. De website bevat een interactieve geografische kaart van de regio met “gelaagde thematische informatie”, bijvoorbeeld: bereikbaarheid, cultuurinstellingen, belangrijkste sportaccommodaties, kenniscentra. Daarnaast is er een voorstel voor een zogenaamde “hand-out”; een eenvoudige informatieve folder met basale informatie over de Metropoolregio bestemd voor relevante doelgroepen in de regio. Deze folder is bestemd voor bestuurders en projectmedewerkers bij hun externe contacten. ------------------------------------------------
30