Knetterende Letteren Het huistijdschrift van Luisterpunt November 2014
Inhoudsopgave:
Op de Hoogte Onze opendeurdag ‘Oorlog en terpentijn’ van Stefan Hertmans Gratis rijden met de trein App laat blinden lezen: 'beste uitvinding sinds braille' Heerlijk ontspannend: ‘Het misverstand’ van Irène Némirovsky Heerlijk ontspannend: ‘Het meisje dat uit het duister kwam’ van Diane Lierow Auteurs lezen voor: ‘Het Belgisch huwelijk’ van Marc Reugebrink Een gesprek met Kris Smet over haar boek ‘Liefde met alle geweld: agressie tegen vrouwen in huiselijke kring’ 1: Boeken die zowel in Daisy als in braille-enkel beschikbaar zijn 2: boeken die enkel in Daisy beschikbaar zijn. 3: Boeken die uitsluitend in braille-enkel beschikbaar zijn Het Neusje van de Zalm: Haruki Murakami 1: Leven en werk van Murakami 2: Murakami lezen is verslavend 3: Een gesprek met Murakami 4: Boeken van Murakami die zowel in Daisy als in braille-enkel beschikbaar zijn, met luisterfragmenten en in chronologische volgorde 5: Boeken van Murakami die enkel in Daisy-luistervorm beschikbaar zijn, met luisterfragmenten en in chronologische volgorde. Hedendaags: ‘Woorden weten alles: het verhaal van het Nederlands in honderd woorden’ van Ludo Permentier Historie. Historia. ‘Leopold I: de eerste koning van Europa’ van Gita Deneckere Vertel me een verhaal: ‘Driemaal bij dageraad’ van Alessandro Baricco Het hoorspel ‘De Coburger’ van Mark De Bie
Op de Hoogte Onze opendeurdag Op de laatste dag van november, zondag de dertigste is dat, is het zover: opendeurdag in uw geliefde bibliotheek Luisterpunt. Van halftwee tot halfzes staan onze deuren in Laken wagenwijd open voor u en voor iedereen die u dierbaar is. Wat valt er die dag allemaal te beleven? Workshops met demo’s en uitleg over onze nieuwe service: downloaden en streamen van Daisy-boeken. De workshops worden gegeven door Jeroen Baldewijns, coördinator van het Vlaams Digitaal Oogpunt. Een bezoek aan de uitleendienst. Uitleg over de collectievorming, over de catalogus, over onze dienst communicatie en promotie, over de muziek in Knetterende Letteren en over de gebruikersraad van Luisterpunt. Een stand met leeshulpmiddelen, met uitleg over de werking van Daisy-spelers en van de anderslezen-app. Een bezoek aan de opnamestudio waar u -mocht u dat wensen- zelf een korte tekst kunt inspreken waarna u die opname dan op een audio-cd krijgt. Een stand met onze Twin Visionkaarten over de Groote Oorlog. In het kader van Music for Life van Studio Brussel verkopen enkele medewerkers tombolalootjes, gedrukte boeken per kilo en zelfgebakken lekkers. De hoofdprijs is een Plextalk Pocket Linio, een online Daisy-speler, geschonken door de firma Plextalk, waarvoor onze dank. Een vertelsessie voor jong en oud van de enige echte Mark Tijsmans. Voormalig Ketnetwrapper en acteur in de series ‘Flikken’ en ‘Thuis’, maar bovenal schrijver van coole jeugdboeken. En als kers op de taart een gesprek tussen Frieda Van Wijck en de veel gelauwerde schrijver van ‘Oorlog en terpentijn’ Stefan Hertmans. Hertmans leest ook een stukje voor. Zou dat geen aangename dag kunnen worden? Als u er bij bent, zeker en vast wel! Concreet nu: Wanneer? Zondag 30 november van halftwee tot halfzes. Waar? In de Luisterpuntbibliotheek, Gustave Schildknechtstraat 28, in 1020 Laken. Parkeergelegenheid? Is normaal gesproken geen probleem.
Komt u met de trein? Dan begeleiden we u graag van Brussel-Centraal naar de bibliotheek en omgekeerd: van de bibliotheek naar Brussel-Centraal. Afspraak ’s middags tussen kwart voor één en één uur in de lokettenzaal van treinstation Brussel-Centraal. De stoet vertrekt stipt om één uur. We rijden met de metro naar Luisterpunt. ’s Avonds om halfzes vertrekt de stoet opnieuw van Luisterpunt naar Brussel-Centraal. Inschrijven voor onze opendeurdag hoeft niet. U bent ook zo welkom. Maar als u wil deelnemen aan de workshop over Daisy-online is het wel nodig dat u zich inschrijft. Geeft u dan ook op aan welke sessie u de voorkeur geeft, die van halftwee of die van kwart voor drie. Het aantal deelnemers is beperkt. Er vlug bij zijn is dus de boodschap. Hebt u een smartphone of een tablet, gelieve deze dan mee te brengen. Ook als u wil deelnemen aan de stoet van het treinstation naar de bibliotheek en terug, is het voor ons handig als u zich inschrijft. Hoe schrijft u zich in? Telefonisch op het nummer: 070 2-4-6 070. Of via het inschrijvingsformulier op onze website www.luisterpuntbibliotheek.be/opendeurdag
‘Oorlog en terpentijn’ van Stefan Hertmans De centrale gast op onze opendeurdag is dus Stefan Hertmans. En daar zijn goede redenen voor. Zijn grootvaderroman 'Oorlog en terpentijn' is een meesterwerk. En voor de derde keer op rij is de schrijver genomineerd voor een grote literaire prijs. Het boek -intussen goed voor 100.000 verkochte exemplaren- staat nu ook op de toplijst van de AKO Literatuurprijs die op 13 november wordt uitgereikt. Eerder zag Stefan Hertmans nipt de Libris en de Gouden Boekenuil aan zijn neus voorbij glippen, maar voor 'Oorlog en terpentijn' ontving hij al wel de Vlaamse Cultuurprijs voor Proza en de Gouden Uil Prijs van de Lezer. De oorlog in de titel ‘Oorlog en terpentijn’ is de Eerste Wereldoorlog, de terpentijn staat voor de schilderkunst: de schrijver verhaalt hoe het leven van zijn grootvader, een amateurschilder, door die oorlog misvormd is. Halfweg het boek loopt korporaal Urbain Joseph Emile Martien de oorlog in –te voet, met dagmarsen tot tachtig kilometer. Het vertelperspectief verschuift dan: hij krijgt de ik-stem die de auteur zichzelf voordien had toegeëigend: dit relaas over de grote slachting van '14-'18 gaat tenslotte terug op z'n eigen memoires. Urbain heeft op hoge leeftijd een paar cahiers volgepend over zijn vroege leven, hij heeft die in 1981 aan zijn kleinzoon gegeven en die heeft ze drie decennia lang ongelezen gelaten. Dat bleek het betere idee: die cahiers hebben er alles bij gewonnen dat ze nu in handen gevallen zijn van een inmiddels matuur schrijver, die al zijn talent mobiliseert (de stilistische precisie van de dichter, de zwier van de essayist, de hogere componeerkunst van de romancier) om het leven van zijn grootvader te restaureren. Wat kan je nog toevoegen aan al die gruwelijke boeken over de Groote Oorlog? Stefan Hertmans stelt zelf de vraag, en zijn antwoord komt uiteindelijk neer op honderd bladzijden, de kern van zijn boek, en ze zijn alle honderd goed. Want ze berusten op de getuigenis van een goed observator, gebracht met de stilistische controle van een goed schrijver. Eén voorbeeld maar, uit die beroemde ochtend dat de IJzervlakte onder water werd gezet, een detail waar de schrijver de soldaat allicht voor nodig had, want het valt nauwelijks te verzinnen:
‘Wat we echter de volgende ochtend in de schemer voor ons zagen, sloeg iedereen in de benen: een massa honden, konijnen, katten, wezels, bunzingen en ratten kwamen, de snuiten net boven de waterlijn, als een onwerelds leger de rivier overzwemmen, met hun gevoelige snuiten talloze driehoeken trekkend in het gladzwarte wateroppervlak…’ (…) Stefan Hertmans geeft zijn grootvaders geschriften een brede bedding mee: de interpretatie van een leven. Van de verdoemenis van de oorlog is de man nooit hersteld, maar er doet zich in zijn leven nog een drama voor, minder luidruchtig dan de inslaande obussen, maar niet minder bepalend: de dood van zijn verloofde door de Spaanse griep in 1919. Hij huwt haar zus, ‘een goedmoedige, van passie verstoken vrouw, die in bed met een regenjas aan sliep’. De tristesse van het bestaan van de ‘gehuwde weduwnaar’ die zijn grootvader geworden is doen versmelten met het megadrama van een aan flarden geschoten humaniteit, dat is het werk van een toverkunstenaar. Stefan Hertmans. Oorlog en terpentijn. Speelduur: 13 uur. Boeknummer: 21826. Braille-enkel. 17 banden. boeknummer: 30355.
Gratis rijden met de trein Hebt u een definitieve invaliditeit van uw gezichtsvermogen van tenminste 90% en is die erkend door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid? Dan kunt u gratis reizen met de trein. Dat is genoegzaam bekend. Maar wist u ook dat uw begeleider gratis kan meereizen met de trein…? Nee? Dat kan wel degelijk, maar dan moet u in het bezit zijn een begeleiderskaart. Uw eigen kaart kunt u aanvragen via uw gemeentebestuur en de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. De begeleiderskaart kunt u aanvragen bij de NMBS.
App laat blinden lezen: 'beste uitvinding sinds braille' Een artikel uit De Morgen. Gebruikers van een nieuwe app die blinden 'laat zien' door teksten luidop voor te lezen, zijn laaiend enthousiast. Bij de ontwikkeling van het product is zowel een topingenieur van Google als het Belgische bedrijf Sensotec betrokken. "Beste uitvinding sinds braille." "Een levensreddende app." Een willekeurige greep uit de commentaren op Twitter over de app KNFB Reader maakt duidelijk hoe enthousiast gebruikers zijn. En die geestdrift valt enigszins te begrijpen. De app laat blinde mensen toe te luisteren naar een auditieve weergave van een geprinte tekst, waardoor gebruikers in hun dagelijkse leven veel onafhankelijker kunnen zijn, van het lezen van een menukaart op restaurant over het lezen van productinfo in de supermarkt tot het volgen van een tekst in een klaslokaal. De app is het resultaat van een vier decennia durende samenwerking tussen de National Federation of the Blind en Ray Kurzweil, directeur engineering bij Google, die samen het bedrijf KNFB Reading oprichtten. Het West-Vlaamse bedrijf Sensotec zorgde voor de technische ontwikkeling van de app, zegt algemeen directeur Frank Allemeersch.
"We hadden vijf jaar geleden al mee een versie ontwikkeld voor Symbian, het besturingssysteem van Nokia-telefoons. Omdat dat verdween, maakten we vorig jaar een versie voor iPhone. De ontwikkeling van deze app hebben wij helemaal zelf gedaan. De reacties zijn enorm enthousiast. In enkele dagen tijd zijn er al iets meer dan duizend downloads geweest." "De app kost 99 dollar (de app kost in de Belgische iTunewinkel 89,99 euro), wat een enorm verschil is met de app die we vijf jaar geleden maakten. Die kostte 1.000 dollar (omgerekend 779 euro). Het grote verschil zit in het feit dat het op iOS makkelijker en vlugger gaat om een app te ontwikkelen. Bovendien hadden we de basisinvestering al gedaan. Dat het verschil in prijs zo groot is, verklaart wellicht voor een deel ook het enthousiasme bij gebruikers, die het vroegere product al gebruikten." Bij Sensotec, een bedrijf uit Jabbeke dat zich specialiseert in het ontwikkelen van apps voor mensen met een visuele beperking, werken 35 mensen. Met de ontwikkeling van de app is een team van acht mensen een jaar lang bezig geweest. De app is ook beschikbaar in het Nederlands en het Frans. "Google heeft al laten weten dat ze interesse hebben in het ontwikkelen van de app voor Android. Mogelijk zullen we ook dat doen", zegt Allemeersch. Tot zover het artikel uit De Morgen. Een voorstelling van de KNFB Reader staat op www.knfbreader.com. Voor meer info kunt u terecht op het telefoonnummer van Sensotec: 050/39.49.49. Integra, en sinds kort ook Sensotec, verkopen eveneens een android smartphone die ook kan scannen en voorlezen. Het toestel heet ‘Smart Vision’. De voordelen hiervan zijn: blindvriendelijke bediening, Kapten GPS, een loep, een OCR scanner en Daisy-apps. Het telefoonnummer van Integra is 016/38.72.70.
Heerlijk ontspannend: ‘Het misverstand’ van Irène Némirovsky Tijdens een zorgeloze zomer worden twee mensen verliefd. Eenmaal terug in de dagelijkse realiteit blijkt de liefde niet tegen de nuchtere werkelijkheid bestand. Een klassieker, zelfs een cliché, maar in ‘Het misverstand’ wordt het door Irène Némirovsky tot grote hoogtes getild. Het is de zomer van 1924, de verarmde aristocraat Yves Harteloup is op vakantie in Hendaye in Frans-Baskenland, en hij ontmoet Denise, een jonge, getrouwde vrouw. In eerste instantie gaan de twee alleen vriendschappelijk met elkaar om, maar als de man van Denise voor zaken wordt weggeroepen slaat de vonk over. Vooral Denise, die 'behoorde tot degenen die de liefde als niet anders dan eeuwig kunnen zien', is reddeloos verloren. Maar wat tijdens de zomer nog zo’n perfecte match leek, valt al snel uit elkaar als Yves en Denise teruggaan naar Parijs – zij naar haar luxueuze huis, hij naar zijn klein, somber appartementje. De manier waarop Némirovsky de kloof tussen de rijke Denise (die nooit bij haar rijkdom stilstaat) en de arme Yves (die enorm onder zijn gebrek aan geld gebukt gaat) is, zoals alles
in deze roman, scherp en trefzeker. Het zit ‘m in de kapotte geiser van de huisbazin van Yves, waardoor hij geen warm bad kan nemen; in de vanzelfsprekendheid waarmee Denise hem vraagt nog een paar dagen langer in Hendaye te blijven, er niet bij nadenkend dat hij op zijn kantoor verwacht wordt. Hoewel Yves uit een rijke familie komt, is er na de Eerste Wereldoorlog weinig meer van het familiefortuin over. Zijn ervaringen aan het front hebben zijn sporen achtergelaten, en waar hij vooral op zoek naar is, is rust. Denise daarentegen wil passie, intensiteit, echte liefde. Ook deze kloof tussen de twee wordt door Némirovsky – die nergens een oordeel velt – haarfijn ontleed: ze kunnen er geen van beiden iets aan doen, maar hun verschillende verwachtingen maken hun liefde kapot. Je ziet het einde natuurlijk al vanaf het begin aankomen, maar dat betekent niet dat ‘Het misverstand’ een deprimerende roman is. Teveel word je in beslag genomen door alle kleine details van de verhouding tussen Yves en Denise, en de voor praktisch iedereen herkenbare emoties die ze ondergaan. ‘Het misverstand’ was de eerste roman van Irène Némirovsky, die in 1942 in Auschwitz zou omkomen, en is nu voor het eerst in het Nederlands verschenen. Een roman die van een bijna banaal gegeven een ontroerende schets van twee verwarde mensen maakt, wil je niet missen. (…) Irène Némirovsky. Het misverstand. Speelduur: 5 uur. Boeknummer: 21667.
Heerlijk ontspannend: ‘Het meisje dat uit het duister kwam’ van Diane Lierow In juli 2005 treft de politie van Florida in een piepklein achterkamertje van een vervallen huis een kind aan, een meisje van een jaar of zes, vervuild en onder de vlooien- en luizenbeten. Ze kijkt dwars door hen heen, wiegend en zwijgend. Het meisje wordt meegenomen en blijkt in haar leven nooit geknuffeld, voorgelezen of verzorgd te zijn. Er lijkt geen hoop op herstel, de jaren dat een kind leert praten en liefhebben liggen al een jaar of drie achter haar. Diane en Bernie Lierow hebben besloten een kind te adopteren. Ze hebben samen al een zoon en willen graag nog een dochter. Liefst een die zindelijk en zelfstandig is en al een beetje voor zichzelf kan zorgen. Maar dan kijken ze in de grote bruine ogen van Dani. Tegen ieders advies in adopteren ze haar. Met kleine stapjes leren ze haar communiceren, eten en liefhebben… (…) Diane Lierow. Het meisje dat uit het duister kwam: een extreem verwaarloosd kind krijgt een tweede kans.
Speelduur: 9 uur. Boeknummer: 21918. 12 braille-enkel-banden. Boeknummer: 15905.
Auteurs lezen voor: ‘Het Belgisch huwelijk’ van Marc Reugebrink Inwijkeling Marc Reugebrink wijdt een hele roman aan de culturele wrijving tussen Nederlanders en Vlamingen. Een nakend huwelijk tussen een 'Ollander' en een Vlaams meisje vormt het ideale vehikel. Een oer-Gents decor zorgt voor pigment. De laatste jaren liet Marc Reugebrink vaker van zich spreken als essayist dan als romancier. Na de Gouden Uil in 2008 voor ‘Het grote uitstel’ veroorzaakte zijn roman ‘Menens’ weinig rimpelingen. Met zijn essaybundel ‘Het geluk van de kunst’ onderstreepte hij met vuur het belang van literatuur. Intussen ontpopte Reugebrink zich steeds uitdrukkelijker als opiniemaker, op zijn blog en in krant en weekblad. Tot zijn recente stokpaardjes horen de culturele waterscheidingen tussen Vlaanderen en Nederland, met alle taalakkefietjes van dien. Helemaal niet verwonderlijk dat Reugebrink nu een hele roman besteedt aan deze kwestie, waarin politiek, geschiedenis en identiteitsvragen zich op de voorgrond dringen. Wanneer de net in België aangemeerde, pas gescheiden Nederlander Max Herder de jonge Isabelle in het vizier krijgt, heeft hij een gevoel van voorbestemdheid. Isabelle is de dochter van een vrijgevochten galeriehoudster en een in alcoholisme verzande schilder. Ze blijkt de ideale introducee voor Max in de Gentse scene. Maar zijn vorige huwelijken, met de wulpse Aline en met de flamboyante Mathilde, spelen hem nog parten. Marc Reugebrink vertelt zijn autobiografisch getinte huwelijkshistorie vanuit het perspectief van diverse personages, zodat er een kakofonie van stemmen ontstaat. Er wordt gepraat en gebakkeleid, gedronken en gefilosofeerd, al dan niet aan de toog. Dat leidt tot een paar fraaie en vaak geestige hoofdstukken, waarin Reugebrink het klankenpalet van Gent adequaat tot zijn recht laat komen. Zo is vrouwengek Giorgio een dankbare figuur en contrapunt voor de reflectieve Max. Milde scherts is er als Herman Brusselmans een gastoptreden krijgt en radioman Jean-Jacques Portus (versta: Jean-Pierre Rondas) en zijn Vlaams-nationalisme in hun hemd worden gezet. Ook de kunstwereld en de journalistiek delen in de brokken. Omdat Reugebrink een aantal Gentenaars aan het woord laat, heeft hij met dit boek ook een heus taalexamen afgelegd. Het is leuk om een Nederlandse auteur uitvoerig te zien omspringen met het Vlaamse taaleigen. Het moet hem opgevallen zijn dat een vraag kan klinken als "Wa edde gij met dienen Ollander?" en dat het antwoord erop kan luiden: "Oe? Wa?" In heel het boek zit zo een waslijst aan taalvarianten verwerkt, die Max opvangt en (omdat hij het niet kan laten, maar wellicht ook ter verduidelijking voor de Nederlandse lezer) corrigeert: toog-toonbank, gefikfak-geflikflooi, pompbak-gootsteen, kleedje-jurkje, schellekesplakjes kaas, gat-reet. Met uitdrukkingen als "iemand binnendoen", "ik kreeg kiekenvlees", "het is in de saccoche", "zich smijten" of "ik ga u laten" moet de Nederlandse lezer het zelf maar uitzoeken. Dat Reugebrink precies deze uitdrukkingen selecteert, geeft wellicht aan hoe ongewoon anders ze voor Nederlanders klinken. Toch, stelt Max vast, zal hij zich die taal nooit helemaal eigen kunnen maken, en verraadt elke uitgesproken klinker en
medeklinker hem "als wat ik ben en hier altijd zal blijven: een vreemdeling, een inwijkeling…". Marc Reugebrink las zijn boek ‘Het Belgisch huwelijk’ zelf voor in onze bibliotheek. Straks hoort u er een fragment uit, maar eerst kunt u luisteren naar een gesprek dat Annemie Tweepenninckx van het Radio-1 programma ‘Bar du matin’ had met hem. Het duurt een kwartier. (…) Marc Reugebrink. Het Belgisch huwelijk. Ingelezen door de auteur. Speelduur: 6 uur. Boeknummer: 21833.
Een gesprek met Kris Smet over haar boek ‘Liefde met alle geweld’ Meestal zijn het mannen die hun vrouw of hun dochter slaan. Maar ook bij moeder zitten de handen al eens los. Veel vrouwen gaan thuis ook gebukt onder psychisch of financieel geweld. Veel van die vrouwen en meisjes komen daar nooit mee naar buiten of vinden de weg niet naar de hulpverlening. Kris Smet –ooit voorzitter van de Raad van Bestuur van Luisterpunt en nu voorzitter van de Stemmencommissie– schreef er een boek over: ‘Liefde met alle geweld’. Ondertitel: ‘agressie tegen vrouwen in huiselijke kring’. Schokkende getuigenissen uit alle lagen van de bevolking en commentaar van deskundigen en hulpverleners wisselen elkaar af. Kris Smet las haar boek zelf in. (…) Tot zover een fragment uit ‘Liefde met alle geweld: agressie tegen vrouwen in huiselijke kring’. Wij vroegen Kris Smet waarom dit boek er moest komen. (…) Kris Smet. Liefde met alle geweld: agressie tegen vrouwen in huiselijke kring. Ingelezen door de auteur. Speelduur: 6 uur. Boeknummer: 22209.
Er zitten nog meer boeken over vrouwenmishandeling in onze collectie. We delen ze netjes op in drie rubrieken:
1: Boeken die zowel in Daisy als in braille-enkel beschikbaar zijn Roddy Doyle. De vrouw die tegen de deur aan liep. Vertaald uit het Engels. Paula Spencer, een 39-jarige vrouw in Dublin, trouwt een man die haar mishandelt, waardoor ze aan de drank raakt. Ze blikt terug op haar leven en huwelijk als ze verneemt dat de man met wie ze zoveel lief, maar voornamelijk leed heeft gedeeld, is omgekomen bij een arrestatie. Speelduur: 8:10. Boeknummer: 3684. 8 braillebanden. Boeknummer: 37051.
J.M. Coetzee. In ongenade. Vertaald uit het Engels. Een ontslagen universitair docent ondervindt aan den lijve hoezeer de raciale verhoudingen in het hedendaagse Zuid-Afrika zijn gewijzigd. Speelduur: 8:07. Boeknummer: 4428. 8 braillebanden. Boeknummer: 38280.
Brandon Jones. Helemaal vrouw en lente. Vertaald uit het Engels. Het leven van twee jonge vrouwen in Noord-Korea en later in ZuidKorea is een aaneenschakeling van misbruik, overheersing en geweld. Speelduur: 14:35. Boeknummer: 21442. 19 braillebanden. Boeknummer: 30723.
Marianne Fredriksson. De kracht van een vrouw. Vertaald uit het Zweeds. Stina, een jonge wetenschapster, is gehuwd met Per. In het begin is de man een zorgvuldige en vrolijke partner, maar al snel verandert hij in een gewelddadige huistiran. Enkel met hulp lukt het Stina om uit de invloedssfeer van de zwaar psychopathische Per te ontkomen.
Speelduur: 7:22. Boeknummer: 15882. 12 braillebanden. Boeknummer: 33855.
2: boeken die enkel in Daisy beschikbaar zijn. Anna Quindlen. Bont en blauw. Vertaald uit het Engels. Fran, een verpleegkundige, wordt door haar man, een politieagent, uiterst geraffineerd mishandeld. Ze gaat er met haar zoontje Robert vandoor. Fran tracht een nieuw leven op te bouwen, maar haar moeizame strijd wordt zwaar gehypothekeerd door de verwijten van Robert dat zijn vader hem ontstolen wordt. Speelduur: 10:50. Boeknummer: 12148.
Simone Lenaerts. Spinnenverdriet. De schrijfster baseerde dit boek op een ware gebeurtenis. Ze volgde van dichtbij het strafproces tegen een vrouw die zich door haar wereldvreemde en veranderende echtgenoot dusdanig getergd weet dat ze alle normbesef verliest en hem in koelen bloede vermoordt. Met deze geschiedenis verweeft zich het verhaal van drie jeugdvriendinnen die elkaar jarenlang uit het oog hebben verloren, maar wier wegen elkaar toevallig weer zullen kruisen. Het is als een moderne Griekse tragedie, waarin de auteur een veelzijdig en aangrijpend beeld schetst van menselijke relaties: van genegenheid tot minachting en haat, ambitie en neergang, moederliefde en wraak. Speelduur: 8:21. Boeknummer: 18943.
Karen Kingsbury. Bevrijding. Vertaald uit het Engels. Wanneer een jonge vrouw met twee kleine kinderen in een opvanghuis voor mishandelde vrouwen terechtkomt, ontmoet zij een invloedrijke dame. Hun levensverhalen vertonen veel overeenkomsten. Speelduur: 10:47. Boeknummer: 16856.
Hanne-Vibeke Holst. Koningsmoord. Vertaald uit het Deens. Dit boek schetst een overtuigend, onderhoudend en vooral ook geestig portret van macht, liefde en wraak. Na de dreun die de sociaal-democraten bij de verkiezingen van 2001 in Denemarken hebben opgelopen, volgt een felle machtsstrijd. De
voor de buitenwereld charismatische ex-minister van Financiën behaalt ogenschijnlijk succes met het weer op de kaart zetten van zijn partij én van zichzelf. Intussen maakt hij van zijn privé-leven een grote puinhoop. Hij mishandelt zijn vrouw steeks vaker. De schrijfster wil de anatomie van de macht ontleden en doet dat voortreffelijk. Speelduur: 20:33. Boeknummer: 8448.
Henriette Akofa. Een slavin in Parijs. Vertaald uit het Frans. De getuigenis van het trieste wedervaren van Henriette, een Togolees meisje, dat onder valse voorwendsels naar Frankrijk werd gelokt om er voor verschillende families zwaar werk te verrichten. Met behulp van een Deense buurvrouw neemt ze het op tegen haar belagers. Speelduur: 5:17. Boeknummer: 5988.
Samia Shariff. Sluier van angst. Vertaald uit het Frans. De Algerijnse Samia wordt geminacht door haar ouders, omdat ze een meisje is. Op haar vijftiende wordt ze uitgehuwelijkt aan een sadist. Later nemen haar ouders haar zoontje af. Er komt een echtscheiding van, met de nodige bedreigingen van haar familie. Uiteindelijk komt Samia met een deel van haar gezin via Frankrijk in Canada terecht. Een tamelijk larmoyant verhaal dat een zwart-witbeeld geeft van de islamitische wereld. Samia is een geboren slachtoffer en de mannen zijn allemaal tiranniek, ontrouw of laf. Speelduur: 12:25. Boeknummer: 9077.
Rania Al-Baz. Getekend voor het leven: uit jaloezie verwoestte mijn man mijn gezicht en mijn carrière. Vertaald uit het Frans. De auteur werd geboren in Saudi-Arabië, waar ze -ondanks de strenge islamitische wetten in haar land die de bewegingsvrijheid van vrouwen ernstig beperken- een bekende mediapersoonlijkheid werd. Binnenshuis wordt zij echter steeds meer geterroriseerd en zelfs mishandeld door haar echtgenoot die veel moeite heeft het succes van zijn vrouw te accepteren. Wanneer Rania uiteindelijk naar Frankrijk vlucht, krijgt de zaak internationale bekendheid. In dit boek vertelt zij niet alleen haar eigen schokkende levensverhaal, maar breekt ook een lans voor de emancipatie van moslimvrouwen over de gehele wereld. Speelduur: 7:21. Boeknummer: 18108.
Twee boeken dan van de Zweedse schrijfster Liza Marklund. Ondergedoken. Wordt vervolgd door: Asiel. Mia zat met haar man en kinderen al ruim twee jaar ondergedoken, omdat ze door haar Libanese ex-verloofde, de vader van haar oudste kind, bedreigd en gestalkt werd. Marklund heeft vanaf dat moment Mia en haar gezin van zeer nabij gevolgd en twee boeken geschreven over hun situatie, die zeer beangstigend was en uitzichtloos leek, hoewel vele instanties zich al jaren met de zaak bezighielden. Aangrijpend, beklemmend, onthutsend, dit in romanvorm geschreven, waargebeurde en goed geschreven verhaal over stalking en geweld tegen vrouwen en hoe weinig daar vaak aan gedaan kan worden. Speelduur: 13:32. Boeknummer: 17590.
Asiel: een westerse balling in de Verenigde Staten. Vervolg op: Ondergedoken. Na vier jaar onderduiken is het voor Maria duidelijk dat ze met haar kinderen in Zweden nooit een normaal leven zal kunnen leiden. Ze zoeken uiteindelijk hun heil in het buitenland om de wraak van Maria's Libanese ex-verloofde te ontlopen. De reis gaat eerst naar Zuid-Amerika, maar Maria weet ten slotte de Verenigde Staten binnen te komen. Daar zal ze, na jarenlange volharding, de eerste westerse vrouw zijn die asiel krijgt op grond van huiselijk geweld in haar geboorteland. Een aangrijpend, waar gebeurd verhaal over de gevolgen van stalking en geweld tegen vrouwen. Speelduur: 14:36. Boeknummer: 9383.
3: Boeken die uitsluitend in braille-enkel beschikbaar zijn Gary Barker. Binnenvallend licht. Vertaald uit het Engels. Binnen de gruwelijke realiteit van geweld en verkrachtingen in Congo zoekt een Amerikaanse journalist naar het geheim van een als een heilige vereerde vrouw met bijzondere geneeskrachten. 10 braillebanden. Boeknummer: 34240.
Ayse. Een bruid van thuis: het verhaal van een gedwongen huwelijk.
Vertaald uit het Duits. Levensverhaal van een Turkse vrouw die als bruid voor een gearrangeerd huwelijk naar Duitsland komt, waar ze te maken krijgt met uitbuiting en huiselijk geweld. 14 braillebanden. Boeknummer: 30193.
Jean Sasson. Voor de liefde van mijn zoon: de zoektocht van een Afghaanse vrouw naar haar gestolen kind. Vertaald uit het Engels. Voor de liefde van mijn zoon is het tragische en ontroerende verhaal van een vrouw die vastberaden is haar zoon terug te vinden die door haar man gekidnapt is. Met verbetenheid vecht ze voor vrijheid en gelijke rechten voor de vrouwen in Afghanistan. 17 braillebanden. Boeknummer: 31818.
Noor Stevens. Kus kus, bezness. Autobiografie van een Nederlandse vrouw, getrouwd met een Egyptenaar, die zich na hun huwelijk ontpopt als een huistiran die uit is op haar geld. 11 braillebanden. Boeknummer: 32025.
Manon Van der Heuvel. Voor de lieve vrede : een persoonlijk relaas van jarenlange geestelijke mishandeling binnen het huwelijk. Manon van der Heuvel was jong en oprecht verliefd op Paul. Ze scheidde van haar man en trouwde hals over kop met de man die voor haar de ware was. Daar was ze vast van overtuigd. Toch vroeg ze al na zes maanden huwelijk de scheiding aan wegens mishandeling. Ze had inmiddels ontdekt dat Paul jaloers, bezitterig en gewelddadig was. Toch hield ze van hem en probeerde opnieuw. Voor de buitenwereld vormden ze, samen met hun vier kinderen, een ideaal gezinnetje, maar de werkelijkheid was helemaal anders. 12 braillebanden. Boeknummer: 36952.
Het Neusje van de Zalm: Haruki Murakami 1: Leven en werk van Murakami Haruki Murakami werd in 1949 geboren in Kioto. Na zijn eerste baan, als verkoper in een platenzaak, runde hij jarenlang een jazzclub. In 1979 debuteerde hij als schrijver, waarna hij dertien romans, tientallen korte verhalen en een klein aantal essaybundels schreef. Zijn werk wordt in meer dan veertig landen vertaald. In 1987 beleefde Murakami zijn definitieve doorbraak met zijn inmiddels wereldberoemd geworden roman Norwegian Wood. Wereldwijd werden van dit boek miljoenen exemplaren verkocht, in 2010 verscheen de indrukkende verfilming. Na het succes van Norwegian Wood woonde Murakami vanaf 1991 vier jaar met zijn vrouw in de Verenigde Staten, waar hij in Princeton lesgaf en er zowel Ten zuiden van de grens als De opwindvogelkronieken schreef. Na de Hanshin-aardbeving in Kobe en de saringasaanval in de metro van Tokyo in 1995 keerde Murakami terug naar Japan, waar hij de slachtoffers van de gasaanval en de leden van de religieuze sekte Aum Shinrikyō interviewde. Hij schreef vervolgens twee informatieve boeken, die later in het Engels zijn gebundeld als Underground. In de daaropvolgende jaren schreef Murakami Spoetnikliefde, Na de aardbeving en Kafka op het strand. Meer recente boeken zijn Blinde wilg, slapende vrouw, After Dark en zijn memoires Waarover ik praat als ik over hardlopen praat. In 2010 verscheen de trilogie Qutienvierentachtig, die velen als zijn magnum opus zien. Murakami heeft diverse internationale prijzen gewonnen, waaronder de Franz-KafkaLiteraturpreis en de Jeruzalem Prize. Ook ontving hij eredoctoraten aan de Universiteit van Luik en de Princeton University. Toch houdt hij er niet van om voortdurend in de publiciteit te staan. Hij legt zelf uit waarom: ‘In Japan zijn drie miljoen exemplaren van Qutienvierentachtig verkocht. Maar ik kan nog steeds over straat of in de bus of metro. Niemand herkent me. Ik verschijn nooit op tv, geef hooguit twee interviews per jaar. Ik wil niet beroemd zijn. Ik wil iets schrijven in het donker, underneath this world. Als ik schrijf, zie ik personen, vreemde dingen, in het donker. Misschien dingen die andere mensen niet zien. That’s my gift.’ (einde citaat). In april 2013 verscheen de Japanse editie van het boek De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren. Er werden binnen een tijdsbestek van slechts één week meer dan een miljoen exemplaren van verkocht. De Nederlandse editie verscheen begin dit jaar. De meeste boeken van Murakami werden vertaald –uitstekend vertaald- door Jacques Westerhoven. Toch was Westerhoven aanvankelijk vooral in Amerikaanse letterkunde geïnteresseerd. Hij studeerde Engels in Amerika toen hij hoorde dat de universiteit van Hirosaki een docent Engels zocht. Zijn visum in de VS liep bijna af, het was een aantrekkelijke baan en daarom koos hij ervoor een jaar of twee in Japan te gaan werken.
Maar hij bleef langer, omdat hij geboeid raakte door land en cultuur, en er zijn vrouw had leren kennen. Inmiddels woont hij al vijfentwintig jaar in Japan.
2: Murakami lezen is verslavend Haruki Murakami is even verslavend als sashimi (dat Japans gerecht van verse, rauwe vis en schelpdieren die met een zeer scherp mes in dunne schijfjes gesneden wordt) en met elke nieuwe roman dikt het legertje fans aan. Drie mogelijke verklaringen voor onze kamikazetrouw. Geen betere vorm van literaire klantenbinding dan een hoofdpersonage waar het publiek zich in herkent. In tegenstelling tot andere wereldschrijvers die vaak intellectuelen met Indiana Jones-allures, dokters, architecten, politici of, lekker gemakkelijk, succesvolle of minder succesvolle auteurs laten opdraven als protagonist, zijn de vertellers in een doorsnee-Murakami-roman, nou ja, doorsnee. Elckerlycks, alledaagse mannen en vrouwen die een grijs bestaan leiden, zonder veel pieken en dalen, maar daar best gelukkig mee zijn en niet per se overlopen van ambitie. Het voorbeeld bij uitstek daarvan is Toru Okada uit Murakami’s doorbraakroman De opwindvogelkronieken. Op de openingspagina's staat Toru, net als u en ik op een doordeweekse dag, spaghetti te koken. Hij zit even tussen twee jobs in - zijn vorige baan was iets vaags, veredelde loopjongen in de juridische sector - maar maalt niet om zijn werklozenbestaan; zijn grootste zorg is de kooktijd van zijn pastaslierten, de nieuwe roman waarmee hij zich knus op de bank wil nestelen en de poes die blijkbaar is weggelopen. Dat hij opgebeld wordt door een onbekende vrouw die hem erotische fantasieën toefluistert, kan hem gestolen worden. Nog voor ze hem kan opwinden, heeft Toru alweer neergelegd seksueel avontuur, élk avontuur, interesseert hem maar matig. Tot ook zijn vrouw van de aardbodem verdwijnt. Dan moet hij, met nadrukkelijke tegenzin, wel in actie schieten. Enige onwil is Murakami's protagonisten niet vreemd. Ze staan niet te springen om de sleur te doorbreken, worden zelfs opstandig als hun schepper hen bizarre opdrachten probeert op te solferen. Liefst van al willen ze eenvoudigweg met rust gelaten worden, hun krant lezen, een jazzplaatje beluisteren, een paar biertjes doen. Maar als het moet, dan moet het, en schoorvoetend sukkelen ze de wonderlijke avonturenwereld van Murakami binnen. Murakami's hoofdpersonages zijn ook tamagotchi's (Japanse virtuele huisdieren dus): op gezette tijden, om de zoveel pagina's, moeten ze eten, drinken en slapen. Net als echte mensen. Murakami spendeert heel wat alinea's aan etensbeschrijvingen - een primaire nood waar literaire helden van andere auteurs verstoken van blijven - en ook die aandacht voor het alledaagse kweekt betrokkenheid. U moet ook meermaals per dag naar de koelkast, of, indien die weeral leeg is, naar de winkel. Een heel gedoe, het leven - Murakami begrijpt u. Meer nog: Murakami heeft van u een held gemaakt. Common people, akkoord, maar dat is niet voldoende. Enerzijds wil iedereen zijn zondag spenderen op de bank, hapje en drankje binnen handbereik, filmpje op de buis, en anderzijds weerklinkt, heel stilletjes en diep vanbinnen, nogal altijd de lokroep van het avontuur. Een groots en meeslepend leven - en in die escapistische aandrang hebt u in Murakami een bondgenoot gevonden. Veel hoeft u, en het hoofdpersonage, niet te doen: het sprookje komt gewoon aanbellen. Daar staan ze plots voor de deur: de spookgeneraals, de
dwergen, de wandelende Johnnie Walker-logo's, de mysterieuze en wulpse vrouwen die u nogmaals: onder mild protest - meelokken naar een droomwereld die verdacht veel op de echte wereld lijkt, ware het niet van de geheime deuren, de liften die parallelle universums aandoen en de pratende katten die u onderweg lastigvallen. Een vleugje surrealisme is ons Magritte-volk nooit misvallen. Of het magisch-realisme van Johan Daisne, dat u nog kent van op de schoolbanken, wat meteen de populariteit van Gabriel García Marquez en Isabel Allende verklaart. Stapels Zuid-Amerikanen hebt u tien jaar geleden verslonden. Nu is het tijd voor een Japanner, die weliswaar aanleunt bij een literaire traditie waarin het niet steekt op een draak of een samoerai meer of minder, maar u als lezer bij het handje neemt: zijn protagonisten zijn nuchtere wezens die hun verbazing over de stoet sprookjesfiguren niet onder stoelen of banken steken. 'Een pratende aap? Een schaap met een ster op zijn vacht? Oké, het zal wel. For the sake of argument dollen we graag mee.' Doch, Murakami houdt mate, last regelmatig een kritische frons in en zorgt dat zijn werk nooit helemaal van de aardse pot gerukt is. Want u moet maandag gewoon weer gaan werken, liefst zonder nazinderende hallucinaties. Murakami schenkt u dromen, geen wereldschokkende visioenen. Murakami houdt van zijn vak, en dat voel je. Hij is er ook verdraaid goed in - zelf ben ik mateloos jaloers op mensen die nog aan Murakami mogen beginnen, die voor het eerst zijn taalgevoel, humor en zin voor alledaagse tragiek mogen proeven. Oké, Murakami's boeken zijn vaak inwisselbaar, en hij doet weinig moeite om te vernieuwen - in Japan gold hij lange tijd zelfs als een crowdpleaser, een pulpschrijver die het literaire equivalent van manga's op de markt gooide - maar an sich is er niets mis mee. Zijn romans zijn telkens net dat tikkeltje anders, slagen er telkens in je weer ademloos aan de sofa vast te nagelen. Soms wil je gewoon een goed boek lezen, net als Murakami's hoofdpersonages: op de bank, een meeslepende klepper op de schoot, een biertje binnen handbereik - we vallen, net als Murakami, in herhaling. Populistisch of niet, en passant raakt Murakami wel grote thema's aan. Zeker zijn meest grimmige roman, Norwegian Wood, snijdt diep: verloren liefdes, zelfmoord, de fragiliteit van vriendschappen - Murakami's critici mogen hem dan wel verwijten dat hij veredelde stripverhaaltjes neerpent, het zijn er vaak van hoogstaand niveau en niet zelden spelen zich tussen Murakami's kaften shakespeareaanse drama's af. En als hij u tussendoor iets kan vertellen over de Japans-Chinese Oorlog, of u een kleine geschiedenis van de jazz kan meegeven, zal hij het niet laten. Zo levert hij het ideale product af voor de zelfrelativerende meerwaardezoeker: hoogstaand amusement dat zichzelf niet dodelijk ernstig neemt en tegelijk de zware thema's niet schuwt.
3: Een gesprek met Murakami De jonge Nederlandse schrijver Auke Hulst zocht Haruki Murakami eind vorig jaar op in Hawaï. Dit is zijn verslag. Een logischer plek om Haruki Murakami te treffen dan Hawaï is nauwelijks denkbaar: halverwege Japan en het vasteland van Amerika, op een archipel die tegelijk echt en illusoir is. Het is december, en Murakami zit in de laatste weken van zijn gastschrijverschap aan de
Universiteit van Hawaï. Hij houdt kantoor in Moore Hall, een leerfabriek in de heuvels boven Honolulu. Het betonnen trappenhuis ligt vol bouwmaterialen en stof, aan het stucwerk haal je zo je nette jasje open, het behang bladdert, de tegelvloeren herinneren aan grootmoeders pannenlappen. In de verte prikken de steriele hoteltorens van Waikiki Beach in een Hockneyblauwe lucht. Al vijfendertig jaar bereist Murakami een eigen universum waarin de grens tussen het aardse en surreële poreus is geworden. Hij schrijft over buitenstaanders die leven in een stedelijke wereld die is samengesteld uit gelijke delen Japanse en Amerikaanse cultuur. Spirituele detectives. De nieuwste roman van de gedoodverfde Nobelprijswinnaar is De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrims¬jaren, waarin de titelfiguur zonder waarschuwing of verklaring wordt verstoten door een bijzonder hechte vriendengroep. De pijn heeft zich door de jaren in zijn binnenste verhard, tot een nieuwe vriendin hem dwingt te onderzoeken wat er nu eindelijk in zijn studententijd is voorgevallen. Murakami blijkt een kleine, afgetrainde man die je liever de hand schudt dan dat hij voor je buigt. Hij draagt een korte broek - een straatschoffie met een vroegoud hoofd. De kamer waarin hij me uitnodigt, is hooguit anderhalve bij twee meter groot. De inrichting is spartaans: een boekenkastje met eigen werk en een stalen bureau waarop een foto van zijn literaire held Franz Kafka rondslingert. Murakami spreekt afgemeten Engels met een topzwaar accent, soms met lange pauzes waarin hij zich even helemaal in zichzelf lijkt terug te trekken, zijn woorden en gedachten wegend. Lachen kan hij gelukkig ook. Ik lees hem een passage voor uit Waarover ik praat als ik over hardlopen praat, zijn boek over romanschrijven, het lopen van marathons, en de parallellen tussen die twee. Daarin omschrijft Murakami zichzelf als een werkpaard, niet een racepaard. Om de bron van creativiteit te bereiken moet hij met een beitel in de hand de rotsen splijten. Met de jaren, zo schrijft hij, heeft hij zich zowel fysiek als technisch de vaardigheden aangeleerd om snel nieuwe bronnen te vinden. Wat deed in het geval van De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren het water stromen?, vraag ik hem. 'Dit boek is ontstaan uit een simpel gegeven. Of beter: een wond. Tsukuru Tazaki wordt verstoten door vrienden, iets wat mezelf ook is overkomen. Niet één keer, maar vaker, en vooral op latere leeftijd. Je zou over een patroon kunnen spreken. Ik ben zeer onafhankelijk, volledig gericht op de eisen van mijn werk. Daar voelen sommige mensen zich uiteindelijk niet prettig bij. Ze keren zich af. Hoe onafhankelijk ik ook ben, die afwijzing kwetst me.' Als het u op latere leeftijd overkwam, waarom koos u dan voor een jongere hoofdpersoon? 'Jonge mensen zijn kwetsbaarder. Ervaringen zijn nieuw en vers en dat biedt meer mogelijkheden ze te onderzoeken. Maar eerlijk gezegd had ik ook het gevoel dat mensen van mijn leeftijd minder het recht gegund is om diep gekwetst te zijn. Pijn heb je maar te verbergen. Lezers zouden met een oudere hoofdpersoon minder makkelijk kunnen meevoelen.' Het boek vertelt over zowel de kracht als het gevaar van intense vriendschappen. In eerder werk, met name 'Norwegian wood', speelt het destructieve potentieel van vriendschap ook al een rol.
'Vriendschap is ingewikkeld. Toen ik jong was, had ik voldoende vrienden, maar onze levens zijn te veel veranderd. Nieuwe vrienden maken is lastig. Schrijven is een eenzaam vak, geschikt voor egoïsten. Mensen houden misschien van boeken, maar van de persoonlijkheid van een schrijver?' U heeft uzelf weleens als 'saai' en 'niet al te slim' omschreven. Soortgelijke dingen denkt de 'kleurloze' Tsukuru Tazaki over zichzelf. 'Ik weet dat als ik schrijf, ik anders ben dan anderen. Maar zodra ik wegloop van mijn schrijftafel ben ik niets bijzonders. Het bureau is voor mij wat de telefooncel is voor Superman, met dien verstande dat Superman in zijn dagelijkse kloffie alleen maar doet of hij doorsnee is. Ik bén het. Zeker als tiener dacht ik wat Tsukuru Tazaki denkt. Welke bijzondere gaven heb ik nou helemaal? Geen enkele.' Namen spelen een belangrijke rol in dit boek. Iedereen in de groep heeft een kleur in zijn naam, behalve Tsukuru. 'Het vraagstuk van namen heeft me lang beziggehouden. In mijn eerste boeken hebben de personages geen namen in de traditionele zin. De verteller is altijd een naamloze ik, anderen heten J of de Rat. Ik voelde me opgelaten bij het idee iemand een naam te moeten geven. Alsof ik me de rol van God wilde aanmeten. Dat zegt, denk ik, vooral iets over mijn verhouding tot mijn schrijverschap. Ik was schrijver, maar ik voelde me ongemakkelijk bij dat idee. Niet dat ik twijfelde over mijn vaardigheid, zeker niet, ik twijfelde of ik mezelf wel schrijver kon noemen. Uiteindelijk besloot ik een realistische roman te schrijven, Norwegian wood. Als je realisme ambieert, worden namen belangrijk. Het was een uitdaging aan mezelf. Zo gaat het eigenlijk bij elk boek: ik leg de lat mentaal op een bepaalde hoogte, en neem me voor die hoogte te halen. Als het boek voltooid is, is er de voldoening.' De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren is de meest traditionele roman die u heeft geschreven sinds Norwegian wood. Over dat boek heeft u ooit gezegd dat het een bewuste poging was door te breken naar de mainstream. Tegenwoordig verkoopt u miljoenen exemplaren wereldwijd, dus doorbreken lijkt me niet langer de motivatie. 'Vóór Norwegian wood verkocht ik gegarandeerd 100.000 exemplaren. Niet slecht, absoluut niet, maar ik voelde dat ik veel meer mensen zou kunnen bereiken. Ik ben ambitieus, ook wat dat betreft. Norwegian wood was de koevoet waarmee ik de poort kon openbreken. En na dat boek zei ik tegen mezelf: oké, dit kan ik dus, maar het is niet wat ik wil. Ik was nog steeds dezelfde schrijver, en daaraan moest ik recht doen. Waarom ik nu toch weer getrokken word door het realisme, kan ik niet zeggen. Ik heb niets te bewijzen. Misschien is het omdat ik ouder ben? En wat kan het eigenlijk ook schelen? Ik ben nergens bang voor. Ik kan schrijven wat ik wil.' Ik had het gevoel dat het misschien een reactie was op het immense en complexe drieluik Qutienvierentachtig. 'Ik wilde zeker niet direct nóg zo'n boek schrijven! Toen ik aan Qutienvierentachtig begon, was het maar een klein idee. Iemand stapt uit een taxi en klimt van een verhoogde snelweg naar beneden. Wat gebeurt er? Dat idee kreeg ik toen ik op een snelweg in Tokio vast kwam
te staan. Daarna groeide en groeide het onder mijn handen. Ik had geen idee waar het naartoe ging, maar dat houdt me nieuwsgierig. Het niet-weten is de motor.' U werkt zonder plot, zonder synopsis? 'John Irving vertelde me ooit dat hij het eindpunt van zijn romans niet kent, maar wel piketpalen slaat. Ik heb geen enkele bewegwijzering. Het is reizen zonder landkaart. Het enige wat ik nodig heb, is zelfvertrouwen - het geloof dat ik ooit, op een dag, het verhaal waaraan ik begin ook daadwerkelijk zal kunnen beëindigen. Voordat ik die kracht in mezelf voel, begin ik niet eens.' Norwegian wood bleek voor Murakami geen onverdeelde zegen. Het boek was zo'n verpletterend succes in eigen land dat hij er zich niet langer prettig voelde. Hij ontvluchtte de aandacht en woonde acht jaar in het buitenland, in Italië, Griekenland en, vooral, Amerika. Bovendien gaf hij steeds minder interviews. Hij vergaarde de reputatie van iemand die met tegenzin spreekt en ook lastig te interviewen is, een beeld dat door Murakami zelf niet ontkracht wordt. De deur van zijn kamer in Moore Hall is behangen met een gelamineerd vel waarop een uitdrukkelijk verbod op opnemen en fotograferen van de gastschrijver staat. En voorafgaand aan het gesprek had Murakami's assistente vanuit Tokio strikte instructies gezonden: geen seconde langer dan de vooraf afgesproken tijd, en géén politieke onderwerpen graag. Op beide punten blijkt Murakami verrassend flexibel. 'Soms beleef ik zelfs plezier aan interviews. Als schrijver ben je nooit zo goed verbaal als op papier, maar ik moet het zo nu en dan proberen. Lezers willen een stem horen bij het werk. Ik moet er simpelweg voor waken dat het er te veel worden. Allemaal een kwestie van discipline.' Is er angst teleur te stellen? 'Ik ben geen geestige of overdreven intelligente man. Dus ik verwacht niet dat ik heel scherp uit de hoek ga komen. Als je jezelf goed kent, kun je jezelf moeilijk teleurstellen.' Uw werk is heel intuïtief. Erover praten zou tot creatieve verlamming kunnen leiden. 'Daar ben ik niet bang voor. Mijn brein is nogal eigenaardig. Als ik aan het schrijven ben, kan ik het in tweeën splitsen. Dat ontdekte ik tijdens het schrijven van Hardboiled-Wonderland en het einde van de wereld. Dat boek bestaat uit twee parallelle werelden. Ik had geen idee hoe die uiteindelijk bij elkaar zouden komen en hoe ze zich tot elkaar zouden verhouden. Maar ik voelde intuïtief dat het goed zou komen. Ik zou tegelijk games kunnen programmeren én spelen, zonder dat ik, de speler, zou weten hoe ik, als programmeur, het spel bedoeld heb.' Hawaï is een interessante locatie. Een groot deel van de eilanders heeft Japanse wortels, maar tegelijk is er de herinnering aan Pearl Harbor. 'Ik woon hier vooral omdat het vanuit Tokio maar zes uur reizen is. Mijn moeder is negentig en sukkelt met haar gezondheid. Als ze fitter was geweest, had ik mogelijk in New York of Berlijn gewoond.' Evengoed toeristische bestemmingen die anonimiteit impliceren.
'Dat is waar. Wat ik vooral fijn vind aan Hawaï, is dat het er onrealistisch uitziet en toch echt is. De mensen die hier wonen en werken zijn echte mensen, met echte levens, al zien toeristen vooral een sprookjesland.' U sprak over discipline. Hoe ziet uw schrijfdag eruit? 'Ik sta vroeg op, om een uur of vier, en werk minimaal vier à vijf uur per dag. Elke dag. Soms zelfs tien uur, maar dat is zeldzaam. Het is een fysiek veeleisende bezigheid, dus ik probeer fit te blijven door dagelijks hard te lopen en te zwemmen. Zonder fysieke kracht, geen discipline; zonder discipline, geen fysieke kracht. Om tien uur ga ik naar bed. Voor mij geen nachtleven.' Voelt u zich ooit schuldig over uw manier van leven? 'Mensen verwachten misschien dat schrijvers kleurrijker zijn. Zoals Hemingway, Fitzgerald of Dostojevski. Maar zo ben ik niet.' Ik bedoel eigenlijk: jegens uw vrouw of vrienden. Schrijvers zijn vaak ontoegankelijk. Ze leven in hun hoofd. 'Wie zich daarover schuldig voelt, zal niet lang schrijven! Al moet ik zeggen: voor mijn veertigste was ik flexibeler. Met het jonge lichaam valt nog te woekeren, later wordt discipline doorslaggevend. Mijn voldoening komt uit het werk, en een paar kleine liefhebberijen, zoals het verzamelen van vinyl.' Met het uithoudingsvermogen van Murakami zit het wel goed. In 2014 viert hij vijfendertig jaar schrijverschap, een lange carrière waarin hij zelden blijk heeft gegeven van afgenomen vitaliteit. Een carrière die, naar eigen zeggen, ontstond als bij donderslag. Eind jaren 70 zat hij in het Jingu Stadion, waar zijn favoriete honkbalteam, de Yakult Swallows, een middagwedstrijd afwerkte. Precies op het moment dat slagman Dave Hilton het tweede honk rondde, dacht Murakami: 'Ik ga een roman schrijven. Dat kan ik.' Murakami runde in die tijd een jazzbar met zijn vrouw. Hij was 29. Wanneer ik suggereer dat dat verhaal toch iets te fraai is, protesteert Murakami. 'Nee, zo ging het. Heus. Het was alsof er veren uit de lucht vielen, en ik mijn handen maar hoefde uit te steken om ze op te vangen. Mijn eerste twee romans, Hear the wind sing en Pinbal, die op mijn instructie nooit buiten Japan werden uitgebracht, schreef ik tussendoor, op misschien twintig procent van mijn vermogen. Toen besloot ik de club te sluiten, en me volledig op het schrijven toe te leggen.' Het boek dat u vervolgens schreef, Jacht op het verloren schaap, heeft alle elementen die in uw werk zijn blijven terugkeren. De outsider die een speelbal van omstandigheden wordt, de intuïtieve opbouw, het magisch-realisme. 'Je zegt: magisch-realisme, maar voor mij is het zo echt als de wereld. Het is míjn realisme. Murakami-realisme. Het valt me op dat vooral Europeanen en Amerikanen erg bezig zijn met labels. Magisch-realisme. Postmodernisme. Noem maar op. Aziatische lezers staan daar nooit bij stil.' In Kafka op het strand schrijft u: 'Wanneer je uit de storm tevoorschijn komt, zal je niet dezelfde persoon zijn als degene die de storm inliep. Dat is waar die storm over gaat.'
'Ik wil zélf veranderen tijdens het schrijven van een boek. Als de reis niets met me gedaan heeft, dan is de reis zinloos geweest. Mijn personages doorstaan de storm, maar ikzelf en de lezer ook. Iedereen moet na het verhaal ten goede veranderd zijn, hoe duister, zwaar en deprimerend het verhaal ook is. In die zin ben ik een moralist. Vergelijk me met de verteller die in een donkere grot de holenmensen moed inspreekt en wapent tegen de nacht.' U deinst er niet voor terug dingen onopgehelderd te laten. Ook in Tsukuru Tazaki weten we niet precies hoe enkele misdaden in elkaar steken. 'Het doet niet ter zake. De verandering is waar het om draait. Als de verandering heeft plaatsgegrepen, is het verhaal voltooid.' U noemde schrijven een zeer ongezond beroep omdat de schrijver zichzelf moedwillig blootstelt aan het gif in de geest. 'O ja, ik kan het voelen als ik aan het schrijven ben. Als je naar bepaalde plekken gaat, komt er iets kwaadaardigs mee. Zonder gif zou een verhaal niet boeien.' Wat is dat gif? Eenzaamheid? 'Eenzaamheid is voor mij een natuurlijke staat. Ik heb het over iets wat onnatuurlijk en kwaadaardig is. Een gevoel. Nauwelijks in woorden te vatten. Gelukkig kan ik, zoals gezegd, mijn brein splitsen. Ik heb de kracht elk moment voor de gezonde kant van de scheidingswand te kunnen kiezen. Maar wee als ik een misstap maak.' Heeft u een verklaring voor uw succes buiten Japan? 'Die vraag heb ik vele mensen gesteld. Ik ben er zelf wel benieuwd naar.' Laat me een paar mogelijkheden schetsen. U heeft lang in het buitenland gewoond. Uw kosmopolitische voorkeuren - bijvoorbeeld qua eten en muziekvoorkeuren - zorgen dat zowel Japanse als westerse lezers tegelijk iets exotisch en iets vertrouwds geboden wordt. 'Ook als ik in Japan gebleven was, zou dit succes hebben kunnen gebeuren. Het zit niet in levensstijl, het zit in hoe mijn geest werkt. Ik ben wellicht door die afstand Japan scherper gaan zien, maar als verhalenverteller ben ik dezelfde gebleven. Ik heb een grote liefde voor de Japanse taal. Een prachtig instrument, hoewel ik het doelmatig gebruik. Niet zoals Kawabata, Tanizaki of Mishima, voor wie de schoonheid van taal een doel op zich was.' U schrijft over mensen die onthecht zijn, soms freelance, soms werkloos. Losse familiebanden, weinig vrienden. Terwijl Japan lang het land was van sterke familiebanden en trouw aan één werkgever. De laatste jaren is, door economische omstandigheden, het leven van jonge Japanners meer op dat van uw hoofdpersonen gaan lijken. En op dat van westerse jongeren. 'Inderdaad, mijn personages werken niet voor Mitsubishi of Sony, maar voor zichzelf. Ze willen oprecht in het leven staan. Veel jonge mensen in Japan zoeken zo'n leven. Toen ik jong was, was de samenleving nog intens conformistisch. Mijn ouders waren diep teleurgesteld toen ik niet voor een grote firma ging werken, maar een jazzcafé begon. Ik was een outcast. Nu zijn er veel meer mensen zoals ik. Ik denk dat veel lezers op zoek zijn naar rolmodellen. Mijn verhalen wijzen ze in zekere zin de weg.'
Wat uw werk vooral uitvergroot, is het knagende gevoel dat er iets niet klopt, al weten we niet wat. Het leven is te complex geworden, macht te ondoorzichtig. 'Mijn werk werd in Duitsland ontdekt na de val van de Berlijnse Muur. En in Amerika na 11 september. Opvallend. Ooit was alles helder: een kapitalistisch blok hier, een communistisch blok daar. De wereld is zoveel onduidelijker geworden. Mensen voelen zich klein en hulpeloos. Ik heb weleens de kritiek gehad dat mijn personages zo passief zijn, vooral in mijn vroege werk. Maar zijn mensen dan niet passief? Een klassieke held gaat op reis om een draak te doden, nu hoef je geen lange reis meer te maken. Het komt gewoon naar je toe. En het is geen draak, het zijn mensen, en soms dingen die je niet eens kunt zien. De storm. We kiezen de storm niet. De storm kiest ons.' In 2009 gaf u in Israël een controversiële lezing, waarin u onder meer zei: 'Als ik moet kiezen tussen een hoge, solide muur, en het ei dat tegen die muur kapotslaat, sta ik altijd aan de kant van het ei.' Dat was een zeldzaam politieke uitspraak en ze riep zowel bewondering als afschuw op. 'Toen ik die speech gaf, werd gedacht dat ik bedoelde dat de Palestijnen de eieren zijn, en de Israëliërs de muur. Maar het is gecompliceerder dan dat. Iedereen kan ei én muur zijn. Als het Palestijnse raketten regent op je wijk, ben je als Israëliër het ei. En als Israëlische straaljagers uitrukken, is de Palestijn het ei.' Ik vatte het op als een mission statement. Een sleutel tot uw werk. 'Ja, je verzetten tegen de grotere machten.' Zoals u zich eigenlijk al een leven lang verzet. Door tot afschuw van uw ouders een jazzclub te beginnen. Door schrijver te worden. 'Mijn vader en moeder doceerden beiden Japanse literatuur. Dus besloot ik een hekel te hebben aan Japanse literatuur. Daar begon het mee. Toen ik jong was, las ik alleen maar buitenlanders. Dostojevski. Kafka. Veel schrijvers uit de negentiende eeuw. Geweldig. Maar ook detectives, sciencefiction en veel Amerikanen. Geen Japanse schrijver heeft op mij de invloed gehad die Raymond Chandler of Francis Scott Fitzgerald hadden. Beiden lees ik nog steeds, en beiden heb ik vertaald.' Met de jaren lijkt uw werk minder zelfgericht geworden. Niet alleen is de ik-vorm geweken voor de derde persoon, uw werk voelt humaner. Zeker na 1995, het jaar van de aardbeving in Kobe en de terreuraanslag op de metro van Tokio. U kwam terug naar Japan en schreef 'Underground' en 'Na de aardbeving'. 'Ik had het gevoel dat ik in mijn werk meer open moest staan voor de wereld. Ik wilde verantwoordelijkheid nemen. Ik ben opgegroeid in Kobe. Het huis van mijn ouders is die dag ingestort. De aardbeving en de sarinaanslag door de Aum Shinrikyo-sekte waren twee dreunen voor een toch al wankele bevolking. Japan veranderde enorm in de jaren 90. Het economisch wonder leek uitgewerkt, en mensen werden introspectief. Wat is er met ons gebeurd? We zijn rijker geworden, waarom zijn we dan niet gelukkiger? We waren bang, verkeerden in vertwijfeling. Het was een moment om weer idealistisch te zijn.' Hoe kijkt u aan tegen het huidige Japan, na de tsunami en na Fukushima?
'We moeten ons idealisme snel hervinden. We moeten onze kerncentrales sluiten en bouwen aan een nieuw land. Dit is hét moment voor zelfvertrouwen. Maar ik vrees dat de window of opportunity alweer aan het sluiten is. De regering van president Abe is absoluut niet van plan kerncentrales te sluiten. Ondertussen wordt het leger versterkt en wordt China steeds meer gedemoniseerd. We hebben rechts-radicalen aan de macht. Dat is een groot probleem.' Voelt u geen aandrang een zegsman voor links te worden? 'Zo nu en dan doe ik mijn zegje. Maar in de kern ben ik een verhalenverteller. Dat is wat ik kan. Ik zal mijn raam opendoen en iets naar de mensen schreeuwen. Maar daarna moet het raam weer dicht, en moet ik me op het werk concentreren.' Er valt een lange stilte, waarin Murakami in de benauwde ruimte lijkt op te lossen. Dan slaat hij zijn blik weer op. 'En toch. Ik zoek wegen om iets te doen. Als ik iets kan doen, zal ik het doen. Maar waar, hoe en wanneer? Ik weet het niet.'
4: Boeken van Murakami die zowel in Daisy als in braille-enkel beschikbaar zijn Norwegian Wood. Watanabe is een stille en buitengewoon serieuze jonge student in Tokio. Hij is dol op Naoko, een mooie jonge vrouw, maar hun wederzijdse liefde wordt getekend door de tragische dood van zijn beste vriend en haar geliefde, jaren geleden. Watanabe went aan het campusleven en de eenzaamheid en afzondering die hij daar ervaart, maar Naoko kan de druk en de verantwoordelijkheid van het leven niet verdragen. Terwijl zij zich verder terugtrekt in haar eigen wereld, vindt Watanabe aansluiting bij andere studenten en voelt zich aangetrokken tot een jonge, onafhankelijke en seksueel geëmancipeerde vrouw. Norwegian Wood is een indringend verhaal over romantiek en volwassenheid, over de onmogelijke en dappere liefde van een jonge man. (…) Norwegian Wood. Speelduur: 13 uur. Boeknummer: 18153. 20 braillebanden. Boeknummer: 34035.
Dans dans dans. We volgen de mystieke en spirituele zoektocht van de naamloze hoofdpersoon, een freelance ditjes-en-datjes schrijver uit Tokio. Lokkende dromen over een oude liefde voeren hem terug naar het "Dolfijnenhotel". Dat vormt het toneel van machtige confrontaties met uiteenlopende personages. Murakami creëert, met de voor hem typerende schrijfstijl, een
magisch realistisch samenspel, waarin fantasie, droom en werkelijkheid soms met elkaar op de loop lijken te gaan. (…) Dans dans dans. Speelduur: 21 uur. Boeknummer: 16425. 24 braillebanden. Boeknummer: 15818.
De opwindvogelkronieken. Het noodlot slaat wel erg hard toe bij Toru Okada: hij raakt zijn baan kwijt, zijn kat is spoorloos en dan komt zijn vrouw ook ineens niet meer thuis na haar werk. De tocht die daarop volgt, op zoek naar zijn vrouw en kat brengt hem in contact met een aantal bizarre mensen, zoals twee gestoorde zusters, een tamelijk vreemde tiener, een oude soldaat die de slachtingen in China net voor de Tweede Wereldoorlog heeft gadegeslagen en een zeer dubieuze politicus. Murakami neemt de lezer mee op een subliem geschreven avontuur waarin niets is wat het lijkt. Wat op het eerste gezicht een misdaadroman lijkt, blijkt bij nadere lezing een onderzoek naar de grenzen van het menselijke bewustzijn. Het volstrekt absurde wordt als vanzelfsprekend opgevoerd en toch lijkt de oplossing af en toe zeer nabij. (…) De opwindvogelkronieken Speelduur: 35 uur. Boeknummer: 21679. 49 braillebanden. Boeknummer: 32185.
Kafka op het strand. Kafka Tamura loopt op zijn vijftiende verjaardag van huis weg om te ontsnappen aan zijn onmogelijke vader. Tegelijkertijd gaat Nakata, een man op leeftijd die nooit volledig hersteld is van een bizar ongeluk in zijn jeugd, weg uit zijn vertrouwde omgeving om op zoek te gaan naar een verdwenen kat. Er wordt een brute moord gepleegd, maar de identiteit van zowel de dader als het slachtoffer is een groot raadsel. Katten praten met mensen, vissen vallen uit de lucht en in het bos verschuilen zich soldaten die sinds de Tweede Wereldoorlog niet ouder zijn geworden. Kafka op het strand is het verhaal van een mythische ontdekkingstocht, van hedendaagse taboes, vadermoord en moederliefde. Bovenal is het een betoverende en vindingrijke roman van een groot stilist. (…) Kafka op het strand. Speelduur: 20 uur. Boeknummer: 17059.
40 braillebanden. Boeknummer: 33910.
Blinde wilg, slapende vrouw. Haruki Murakami bewijst met deze fantastische verhalenbundel opnieuw dat hij elke literaire vorm beheerst. De lezer vindt krassende kraaien, een misdadige aap en een ijscoman op zijn pad, en wordt geconfronteerd met de dromen die ons leven bepalen en de wensen die we koesteren. Bij een onverwachte ontmoeting in Italië, een romantische ballingschap in Griekenland, een vakantie op Hawaii of in de greep van het dagelijks leven worden de personages geraakt – door het opgloeien van een vuurvliegje, een pijnlijk verlies, opvlammende erotiek en de schrijnende afstand tussen mensen die eigenlijk snakken naar elkaars nabijheid. (…) Blinde wilg, slapende vrouw. Speelduur: 15 uur. Boeknummer: 17130. 17 braillebanden. Boeknummer: 15367.
En dan de trilogie Qutienvierentachtig. Boek een. 1q84 is het ijzingwekkend spannende verhaal van Tengo en Aomame. Tengo is wiskundeonderwijzer en de ghostwriter van een bestsellerauteur. Aomame is sportschoolinstructrice, maar pleegt daarnaast moorden in opdracht. Zij hebben op het eerste gezicht niets met elkaar te maken, maar gaandeweg wordt duidelijk dat hun paden elkaar vroeg gekruist moeten hebben, en het ziet ernaar uit dat dit weer gaat gebeuren. Aomame raakt verzeild in een parallelle wereld, die ze '1q84' noemt. De q staat voor question mark - vraagteken. Met een huiveringwekkende vaart voert Haruki Murakami de lezer mee naar Tokyose hotelkamers, gewelddadige sekten, nachtclubs en een geheimzinnige jonge vrouw, met een wel heel bijzondere afwijking. (…) Qutienvierentachtig. Boek een. Speelduur: 18 uur. Boeknummer: 19541. 26 braillebanden. Boeknummer: 32798.
Qutienvierentachtig. Boek twee. In het tweede boek van de trilogie ontrafelt het verhaal van Tengo en Aomame zich verder. Steeds meer wordt bekend over de parallelle wereld 1q84. Vragen worden beantwoord, maar nieuwe raadsels duiken op. En is dat de wereld van 1q84, of die van 1984? De gebeurtenissen stevenen af op een verbluffend spannende apotheose, en laten de lezer snakkend naar adem achter.
(…) Qutienvierentachtig. Boek twee. Speelduur: 16 uur. Boeknummer: 19542. 24 braillebanden. Boeknummer: 32799.
Qutienvierentachtig. Boek drie. Aomame kan niet weg uit de flat waar ze zich schuilhoudt, Tengo kan niet weg bij zijn stervende vader, en Ushikawa kan niet weg achter de verborgen camera waarmee hij op ze loert. Ieder bezint zich op zichzelf. Wat kunnen ze anders doen? Maar wie zal de eerste zijn die deze patstelling verbreekt? Wat is de werkelijke reden dat de sekte Aomame ten koste van alles levend in handen wil krijgen? En wie is de mysterieuze NHK-collecteur die bij alle drie op de voordeur bonst? In deze zinderende roman brengt Haruki Murakami zijn meesterlijke trilogie tot haar onverbiddelijke, ontroerende ontknoping. (…) Qutienvierentachtig. Boek drie. Speelduur: 20 uur. Boeknummer: 19585. 30 braillebanden. Boeknummer: 31874.
5: Boeken van Murakami die enkel in Daisy-luistervorm beschikbaar zijn Hard-boiled wonderland en het einde van de wereld. Door de experimenteerzucht van een professor belandt een jongeman in zijn eigen onderbewuste geest: een ommuurde stad waar geen tijd en geen dood bestaan en het leven grijs en gelijkmatig verloopt. Alle ik-bewustzijn van mensen gaat fragmentarisch over op eenhoorns die 's nachts buiten de stadsmuren worden gejaagd om te sterven. (…) Hard-boiled wonderland en het einde van de wereld. Speelduur: 14 uur. Boeknummer: 772.
Ten zuiden van de grens, ten westen van de zon. Hajime is naast de succesvolle eigenaar van een nachtclub ook echtgenoot en vader. Jaren eerder was hij verliefd op Shimamoto, maar hij is haar uit het oog verloren. Dan komen ze elkaar weer tegen, en blijkt dat haar leven gehuld is in geheimen. Hajime zet alles op alles om zijn jeugdliefde weer te veroveren.
(…) Ten zuiden van de grens, ten westen van de zon. Speelduur: 8 uur. Boeknummer: 657.
De olifant verdwijnt. Een olifant verdwijnt op raadselachtige wijze uit zijn onderkomen aan de rand van de stad, een pasgetrouwd stel pleegt een overval op een McDonald's-filiaal en eist dertig Big Macs en een dansende dwerg treedt in het lichaam van een dromende man. In deze bundel verhalen, die zich grotendeels afspelen in de buitenwijken van Tokyo, overschrijdt Haruki Murakami telkens weer de grens tussen droom en realiteit. Met minimale middelen weet hij de alledaagse werkelijkheid iets te kantelen, waardoor er een surreële, magische sfeer ontstaat. (…) De olifant verdwijnt. Speelduur: 6 uur. Boeknummer: 6939.
Slaap. Verhaal dat reeds eerder verscheen in de verhalenbundel De olifant verdwijnt. 'Ik heb al zeventien dagen niet geslapen'. Zo begint het verhaal over een vrouw die 's nachts geen oog meer dichtdoet. Maar het voelt anders dan de slapeloosheid die zij in haar studententijd meemaakte: dit keer is zij op raadselachtige wijze niet moe. 's Nachts, als haar man en zoon in bed liggen, leidt ze een tweede leven. De nachten zijn veel opwindender dan de eentonige dagen, maar ook veel gevaarlijker. (…) Slaap. Speelduur: anderhalf uur. Boeknummer: 20515.
Spoetnikliefde. Een jonge leraar is verliefd op een meisje, dat op haar beurt verliefd is op een 17 jaar oudere, getrouwde vrouw. (…) Spoetnikliefde. Speelduur: 9 uur. Boeknummer: 9359.
Na de aardbeving. Vaste grond onder je voeten hebben is een veilig gevoel, maar als die grond opeens dreigt weg te vallen, kan dat heel nare gevolgen hebben. De zes verhalen in deze bundel exploreren de psychologische gevolgen die een aardbeving teweeg kan brengen, zelfs als zij ver weg gebeurt. De hoofdpersonen zien vaak geen uitweg in hun bestaan, maar zij zijn allemaal Gods kinderen, ook de reusachtige kikker die Tokyo voor een zekere vernietiging behoedt. In Na de aardbeving is Murakami op zijn absurde, grappige, ontroerende best. (…) Na de aardbeving. Speelduur: 5 uur. Boeknummer: 9835.
After dark. Vervreemding is het centrale thema in deze roman die speelt in een Japanse grootstad. Een meisje van 19 brengt de nacht lezend in de kroeg door. Daar ontmoet ze een student die ook haar beeldschone zus kent - een zus die in haar slaap wordt gadegeslagen door een sinistere figuur. Daar doorheen worden ook andere verhaallijnen geweven: die van een gevechtskampioene, een prostituee, een gangster en een computerspecialist. Opnieuw een vernuftig gecomponeerd verhaal dat speelt op het grensgebied tussen droom en werkelijkheid. (…) After dark. Speelduur: 6 uur. Boeknummer: 7188.
Kangoeroecorrespondentie. Een man die een mooi meisje op straat heeft gezien wordt gekweld door het besef van een gemiste kans. Een bezoek aan de dierentuin inspireert een kantoorklerk om zijn ziel bloot te leggen aan een onbekende vrouw. Een jonge vrouw ontdekt dat ze een enorme aantrekkingskracht uitoefent op een groen monster in haar achtertuin. (…) Kangoeroecorrespondentie. Speelduur: 8 uur. Boeknummer: 20413.
De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren
Over het begin van ‘De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren’ (Atlas Contact) hangt de zwarte sluier van de diepste melancholie. De twintigjarige student Tsukuru Tazaki wordt ruw verstoten uit het vriendengroepje dat sinds de middelbare school ‘een perfecte vijfhoek’ vormde. Hij heeft geen idee van de beweegredenen van zijn vier vrienden, houdt het er overdreven schuldbewust maar op dat hij ‘iemand zonder enige inhoud’ is, en geeft zich over aan het deprimerende Niets. Vijf maanden lang rouwt hij, een hoopje ellende kamperend in het voorportaal van de dood. Zestien jaar later is Tsukuru gediplomeerd ingenieur en bouwt hij om den brode stations, maar verder lijkt het ‘verdomme net of mijn leven stil is blijven staan’. Die emotionele stilstand blokkeert ook de relatie met zijn nieuwe vriendin en dus tijgt Tsukuru op onderzoek. Hij bezoekt vrienden van vroeger en reconstrueert stap voor stap de gebeurtenissen van zestien jaar terug, om uiteindelijk (een versie van) de hele puzzel te leggen in een zomerhuisje in uitgestrekte Scandinavische bossen. (…) De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren. Speelduur: 12 uur. Boeknummer: 22190.
Hedendaags: ‘Woorden weten alles’ van Ludo Permentier Taal is oorlog. Liefde. Geografie. Geschiedenis. En toekomst. Laboratorium van een evoluerende samenleving. Taal is betekenis. Filosofie. Gelaagd, om eens geen substantief te gebruiken. Taal is alles. Alles is taal. Dat is de boodschap van De Standaard-columnist Ludo Permentier. Ooit was hij er redacteur en auteur van het onmisbare De Standaard Stijlboek. Sinds hij bij de Taalunie werkt, schrijft hij wekelijks een column over taal. Over de wonderen van woorden. Met een anachronisme zou je Permentier een taalminnaar kunnen noemen, maar dan wel een die met humor vertelt over taal, en over onszelf. Nee, de auteur van dit boek weet niet alles over woorden. Hij toont wel aan dat in woorden veel te vinden is over onze wereld, ons verleden, onze verborgen gevoelens en gedachten, de manieren waarop we met elkaar omgaan. Dit is dus niet alleen een verhaal over het Nederlands, maar ook een verhaal over mensen. Het vertrekt honderd keer uit een zinnetje dat u misschien zelf al hebt uitgesproken ('Ik doe mijn ding'), of dat u in de krant hebt gelezen zonder dat er een lampje ging branden ('De schietpartij was een fait divers'), of dat in de gesproken of digitale media tussen al het gedaas verloren is gegaan ('Ah, op die manier'). Ludo Permentier gaat aan zulke zinnetjes dan toch peuteren, en probeert te achterhalen wat erin zit, of het nu een vooroordeel, een denkfout of een marketingtruc is. Dat levert verrassende, grappige, soms ontroerende verhalen op. Over taal, maar dus vooral over onszelf. Straks is Ludo Permentier twaalf minuten te gast bij Joos van Radio 1. Maar nu eerst twee columns uit ‘Woorden weten alles’. Het eerste uit het boek: ‘Adresje’ en het laatste: ‘Zever’. (…) Ludo Permentier. Woorden weten alles: het verhaal van het Nederlands in honderd woorden. Speelduur: 6 uur. Boeknummer: 21717.
Historie. Historia. ‘Leopold I: de eerste koning van Europa’ van Gita Deneckere De eerste koning der Belgen had zich te schikken naar een liberale grondwet, zo was het afgesproken. Leopold I deed dat slechts kwaadschiks. Maar hij koesterde niet alleen een Belgische, maar ook een Europese roeping: de orde en de vrede bewaren op het continent. De monarchie mag dan wel uit de feodaliteit stammen, de eerste koning der Belgen, Leopold I, is toch een verkozen staatshoofd. Al koos niet 'de natie' hem, maar wel het Nationaal Congres, de verkozen vergadering die het nieuwe België zijn instellingen en zijn grondwet gaf. En voor dat Nationaal Congres had ook alleen een elite kunnen stemmen. Maar in die legitimiteit kreeg Leopold op 4 juni 1831 wel de stem van bijna 78 procent van de leden. Ruim een maand later, op 17 juli, stak Leopold vanuit Londen per koets de Belgische grens over op het strand van wat nu De Panne is. Hij kreeg er bloemen van Pauline l'Olivier, een meisje van tien, gekleed als nimf, voor een publiek van prominenten en enkele tientallen vissers en boeren uit de buurt. In Veurne volgde een feestelijker ontvangst, waarna de tocht verderging naar Oostende, Brugge, Gent en Aalst, met steeds meer volk langs de weg, en eindigde in Laken, zijn nieuwe residentie, waar op de avond van 19 juli een vijftien kilometer lange rij nieuwsgierigen stond te wachten. Twee dagen later legde Leopold de eed af in een feestelijke tribune op het Paleizenplein in Brussel - in de publieke ruimte dus, niet in het parlement zoals nu. Die koning der Belgen bleef een Europese prins, geboren in wat nu Duitsland is, gevormd in onder andere Sint-Petersburg, Parijs en Wenen, die trouwde met de Britse kroonprinses Charlotte en in Engeland woonde, ook nadat hij weduwnaar werd. 'Zijn' België kende hij amper, al beviel zijn contact met de Belgen hem prima. In 1848 vond Leopold dat die Belgen zelfs het algemeen stemrecht konden krijgen - een toen revolutionaire gedachte. Het bestond nog nergens en ook in België mochten alleen rijken naar de stembus. Leopold zei dat dan ook niet publiek, maar in een brief aan zijn nicht en collega, koningin Victoria. Toen, in 1848, trok weer een golf van revoltes over Europa. Meerdere tronen gingen eraan ten onder, zoals die van Leopolds schoonvader, de Franse koning Louis-Philippe. Koning Leopold overwoog zelfs even wat zijn verre nazaat Albert II in 2013 effectief zou doen: abdiceren. Maar het hoefde niet. Er gebeurde in 1848 zo goed als niets in België. Als het volk weerstond aan de revolutie, kon dat volgens Leopold vast ook 'verstandig' omgaan met stemrecht. Al zei hij dat maar bij wijze van spreken, in een keuvel onder familieleden die in dezelfde branche actief zijn. Leopold was niet bepaald een democraat, wel, in zijn relatie met 'het volk', eerder een paternalist of, in hedendaagse termen, een populist. In 1830-'31 vloeiden met zijn koningschap twee ambities samen. De ene was de Belgische. Die ietwat per toeval ontstane nieuwe staat moest zich een plaats zoeken in Europa. Sinds het Congres van Wenen van 1815 deden de conservatieve grootmachten er alles aan om
een herhaling te voorkomen van een trauma als de Franse Revolutie, zo nodig met militaire interventies. Ze zochten stabiliteit en conflictbeheersing, om oorlogen als de Napoleontische te voorkomen. Dat het in 1830 in het toen met Nederland verenigde België tot een revolutie was gekomen, toonde aan dat het nog niet snor zat met die stabiliteit. Wat zouden ze doen: de revolutie erkennen of net bestrijden? Door een reeks toevalligheden werd het toch: erkennen. Maar onder voorwaarden. Vond de revolutie haar bron in een vooruitstrevend, liberaal politiek project, België mocht zich toch geen republiek permitteren: te revolutionair. Het bracht een zoenoffer in een compromis, de constitutionele monarchie, met een koning die nooit eigenmachtig, maar alleen binnen de grenzen van de grondwet kon opereren. Om daar een titularis voor te vinden, kwam Leopold op de proppen. Tot die tijd, waarin nationale staten nog definitief vorm moesten krijgen, was het verre van ongebruikelijk dat 'prinsen zonder land' ergens anders een taak als monarch opnamen. Had het lot van Griekenland er rond 1830 wat zonniger uitgezien, dan was Leopold daar koning geworden. Voor België was hij niet eens de eerste keuze. Het Nationaal Congres koos eerst de hertog van Nemours, tweede zoon van de Franse koning Louis-Philippe. Maar die keuze viel slecht in de diplomatie; Brussel smeedde maar beter geen te nauwe band met Parijs. En LouisPhilippe zelf vond België een te onzeker project voor zijn onervaren zoon. Het evenwicht viel in het midden toen de 'Engelse' weduwnaar Leopold als Belgisch koning in 1832 trouwde met Louis-Philippes dochter Louise. Toch was Leopold niet zomaar een adellijke huurling die op een vacature afkwam. Als lid van de veeleer Europees dan nationaal denkende adel zag hij in die blauwbloedige internationale de garant van Europa's stabiliteit. Met België als het sluitstuk, zowel zijn werkveld als zijn uitvalsbasis voor een eigen buitenlandse politiek. Voorts trof het dat hij het uitstekend kon vinden met de Rothschild-bankiers, niet onbelangrijk voor een nieuw land dat flink wat kaskrediet kon gebruiken. Leopolds internationalisme toont zich in de huwelijkspolitiek, waardoor de Coburgs, al stamden ze uit een klein hertogdommetje, toch de eerste viool konden spelen, in België, maar ook in Groot-Brittannië, Rusland of Portugal. Tot bij koning Boudewijn bleef dat internationale perspectief aanwezig, niet meer via huwelijken, maar door geprivilegieerde banden aan te houden met andere monarchieën, ook in Japan, Thailand, Saoedi-Arabië of het Iran van de sjah. Belgische bedrijven deden daar hun profijt mee. Die Europese dimensie van Leopold I kreeg in de Belgische historiografie tot nu toe weinig aandacht. Dat zette de Gentse hoogleraar Gita Deneckere evenwel recht in haar monumentale biografie van deze 'eerste koning van Europa', die vorig jaar bekroond werd met de Henriëtte Beaufort-prijs. Dat België in 1848 vanuit conservatief standpunt de revolutionaire golf met succes doorstond, kon Leopold sterken in zijn ambitie. Het was een persoonlijke verdienste, maar bevestigde ook het succes van het Belgische compromis, dat moderne vrijheden efficiënt combineerde met een grondwettelijke monarchie. Dat leidde tot de definitieve consolidering van Belgiës tot dan toe wat onzekere bestaan als onafhankelijk land.
Niet dat Leopold erg enthousiast was over de grondwet die 'those Belgians' hem hadden opgesolferd. Zijn hele regeerperiode door bleef hij foeteren op het korset dat hem was aangemeten, en rekte hij zijn bevoegdheden zo ver mogelijk op. De formule die het Nationaal Congres had bedacht, onderging een reality check: wat hield het precies in dat de politieke verantwoordelijkheid niet lag bij de koning maar bij de regering? Zeker de eerste jaren leidde dat in de praktijk geregeld tot armworstelen. Zoals met de vraag wie burgemeesters en gouverneurs benoemde: de politiek of hijzelf? Via hen had hij namelijk graag een netwerk van getrouwen uitgebouwd. Het werd een compromis: burgemeesters moesten lokaal verkozen zijn, gouverneurs niet - dat is nog altijd zo. Leopold had het net zo moeilijk met de democratie van zijn tijd als met het beginsel van de moderne politiek: dat er verschil van mening bestaat. Daarin toonde hij zich als een monarch van een voorbije tijd, al zou zijn achterkleinzoon Leopold III daar niet veel anders over denken. Leopold zag zichzelf als de garant van de objectiviteit en het algemeen belang. Hij hoopte daarbij op bijval van de publieke opinie, aangezien politici volgens hem niet verder keken dan het privé- en partijbelang. Hij vond zijn nauwste bondgenoten bij de katholieke adel en grootgrondbezitters. Met hen deelde hij de overtuiging dat de kern van de nationale identiteit lag in het katholicisme. Het almaar uitdijende conflict tussen katholieken en liberalen vond hij dus rampzalig. Maar van het unionisme dat hij zo consequent nastreefde, ook door actief in de politiek tussen te komen, bleef bij zijn dood in 1865 al niets meer over. Gita Deneckere kiest een focus die veel verder gaat dan de meeste biografieën, die Leopold vooral in zijn Belgische context situeren. Daarover zegt zij het volgende: 'Leopold deed bijzonder veel moeite om familieleden op Europese tronen te krijgen, en hij is daar op een spectaculaire manier in geslaagd. Dat de historiografie over hem die Europese laag vaak onderschat, komt ook door de Eerste Wereldoorlog, waarin al die naties tegenover elkaar stonden. Daardoor werd dat Europese netwerk doorbroken.' 'Het is vreemd dat Leopold I relatief weinig aandacht krijgt bij historici: er is heel veel bronnenmateriaal over hem beschikbaar, het is gemakkelijk toegankelijk, hij had een vrij goed leesbaar handschrift en uit zijn talloze brieven spreekt een romantisch levensgevoel, dat ze ook heel aangenaam om lezen maakt. Hij toont zich ook wel nurks en betweterig, maar ik vind hem een fascinerende figuur.' Uw eerdere studies over sociaal verzet en straatprotest staan wel ver af van de hermelijnen wereld van royalty. 'Ik ben er net toe gekomen door die belangstelling voor dat volk op straat. Waarom willen mensen vandaag in Royalty op VTM alles weten over de kinderen van Filip en Mathilde? Het volk ervaart de monarchie nog altijd als een stabiliserende factor en ze geniet een legitimiteit die groter is dan die van de politiek en de instellingen.' 'Na de Franse Revolutie en de scheiding van kerk en staat moest de monarchie zichzelf opnieuw uitvinden, wilde ze blijven voortbestaan. Dat heeft Leopold I gedaan, van in zijn Engelse tijd, toen hij merkte dat het volk een politieke factor begon te worden. Hij zag snel in dat het mogelijk was om als symboolfiguur het volk blijvend aan het regime te binden.'
Dan moest hij wel een ander soort koning worden? 'De monarchie seculariseerde door de uitvinding van de familiemonarchie. De middenklasse aanvaardde de decadente klaploperij van de vorsten niet langer. Leopold en Charlotte speelden daarop in en gebruikten de media om van zichzelf een beeld van deugdzaamheid en huiselijkheid te verspreiden, dat nauw aansloot bij de burgerlijke waarden van de middenklasse. In Rusland hoefde dat toen nog niet, omdat de media en de publieke sfeer er nog niet in dezelfde mate waren ontwikkeld. Het mislukte huwelijk tussen Leopolds zus Juliane en Constantijn, de broer van tsaar Alexander, kon er gewoon verborgen blijven.' 'Het nadeel daarvan was natuurlijk dat schandalen ook aandacht zouden krijgen, maar dat is de keerzijde van dezelfde medaille en het werkt net zo goed om het volk blijvend geïnteresseerd te houden in de monarchie.' Wat wilde die adel, of toch Leopold, betekenen voor de wereld? 'Leopold zag de monarchie in Europa als een dam tegen de nieuwe revolutionaire tendensen. Maar hij erkende wel de kracht van de liberale en nationale ideeën van de negentiende eeuw, zoals blijkt uit zijn betrokkenheid in Griekenland en België. Hij probeerde te bemiddelen tussen twee tijdperken, met als doel om in Europa de vrede te bewaren tussen de natiestaten.' 'Maar dat betekende ook dat hij in België de gevangene was van het parlementaire systeem; hij had geen andere keuze dan de grondwet te aanvaarden. Daarvoor was hij ook aangezocht door de Belgische revolutionairen van 1830, die een symboolfiguur nodig hadden. Het maakte weinig uit wie dat zou worden, maar hij moest wel bereid zijn om de revolutie te aanvaarden, en dat was niet vanzelfsprekend, want de liberale en nationale ideeën waarop de Belgische revolutie steunde, vertegenwoordigden ongeveer alles waar de Heilige Alliantie van toen tegen was.' Was hij dan slechts een huurling, die alleen een vacature als koning invulde? 'Het zou niet correct zijn om Leopold alleen als een marionet te zien. Dat hij niet veel kon doen, betekende natuurlijk ook dat hij niet veel verkeerd kon doen. Maar hij had twee redenen om dat contract toch te aanvaarden: om in België de rust de herstellen - hij sprak soms heel afstandelijk over these Belgians - en in het belang van de vrede in Europa.' 'De twee gingen samen. Hij dacht dat, als België niet kon blijven bestaan, ook het evenwicht in Europa verloren zou gaan. In die zin was het Belgische verhaal van meet af aan een Europees verhaal. Dat is lang vanuit een negatieve invalshoek bekeken, waarin België niet meer is dan een artificiële constructie van de toenmalige grootmachten. Maar door er dieper op in te gaan, is ook het belang van België mij duidelijker geworden: het was een noodzakelijk stukje van de puzzel.' Wat betekende de Belgische natie voor Leopold? 'Hij gaf daar een heel conservatieve invulling aan. Voor hem was dat de kerk, de plattelandsbevolking, de dociele Vlaming, een soort populisme avant la lettre. Hoewel hij zelf een protestant was, vond hij dat de religiositeit in katholiek België zoveel mogelijk bewaard moest blijven. Hoe sterker de kerk, hoe gunstiger voor het regime, vond hij.'
'Leopold had het niet zo begrepen op de nieuwe, vertegenwoordigende instellingen, maar des te meer op het volk: het "werkelijke, tegenover het "wettelijke, land. Maar hoewel hij achter de schermen wel voortdurend sakkerde op de grondwet en de politici, anders dan koning Leopold III een eeuw later probeerde hij niet om de grondwet te ondermijnen. In zijn eigen tijd maakte de Franse keizer Napoleon III ook zonder meer een einde aan veel moderne vrijheden.' In 1848 braken overal in Europa revoluties uit, maar niet in België. Lag dat aan Leopold? 'Hij kon daar weinig aan doen. Ik weet niet wat hij had kunnen doen als er zich wel iets had voorgedaan. Er gebeurde niets omdat er geen revolutionaire organisatie bestond, anders dan in Frankrijk. En zoals daar is gebleken, was er niet veel nodig om het regime ten val te brengen.' 'De Belgische radicalen waren te zeer gehecht aan de verworvenheden van de Belgische revolutie om de stap naar een sociale revolutie te zetten. Dat er niets gebeurde, heeft Leopolds prestige in Europa gediend en het gaf hem de kans om bij andere vorsten de werkzaamheid van zijn recept aan te tonen. Zoals België, amper achttien jaar na zijn revolutie, ermee kon bewijzen dat het een levensvatbaar en stabiel land was.' Leopold hield niet van politieke verdeeldheid, maar zijn unionisme kon hij niet definitief doordrukken. 'Daarom kon hij niet overweg met de liberalen, die hij zag als de aanstokers van verandering en verdeeldheid. In de laatste jaren van zijn leven kon de Belgische politiek hem gestolen worden. In 1864 was er ook een lange en moeizame regeringsvorming (lacht), door de toenemende partijenstrijd, de politieke polarisatie en de afwezigheid van een duidelijke meerderheid. Hij baalde ervan dat de unionistische verbinding niet meer werkte.' Zijn zoon Leopold II was een heel andere koning, bij wie die Europese dimensie afwezig is. Is dat niet vreemd, want Europa behoorde toch tot het familiekapitaal? 'Hij behoorde tot een andere generatie met een heel verschillende mentaliteit. Hij bewonderde Napoleon III en maakte zich de idee van het Europa der naties eigen, waarbij hij zelfs een waanzinnig plan bedacht om België groter te maken, onder meer door Nederland aan te vallen.' 'Wat mij verbaast, is dat Leopold I zijn zoon haast geen opvoeding als troonopvolger heeft gegeven. Niet dat het hem niet kon schelen, alleen had hij heel weinig vat op zijn zoon. Je ziet zo de kloof groeien tussen die twee, en dat verbeterde er niet op naarmate de latere Leopold II de wereld afschuimt voor allerlei wilde avonturen die zijn vader helemaal niet goedkeurde. Op de duur kreeg Leopold I zelfs een viscerale afkeer van zijn zoon. Maar hij had niets aan hem te zeggen en gaf het uiteindelijk ook op.' Was Leopold I een goede koning? 'Ja, zowel in functie van zijn eigen project als voor België. Hij zorgde ervoor dat België kon blijven bestaan. Wij beseffen niet goed meer hoe België in zijn tijd industrieel uitgroeide tot een van de sterkhouders in Europa. Vandaag deemsteren de natiestaten weg, en dat blijkt duidelijker dan elders in België, met zijn twee talen, eventueel twee culturen, dat wil ik nog in het midden laten...'
De politiek correcte uitdrukking is: met zijn twee democratieën. 'Nee, laat maar. We hebben vandaag de neiging om historisch over België te spreken als een klein, eigenaardig landje, maar dat is een anachronisme. In de negentiende eeuw was het een van de moderne staten die pasten in de vooruitgang van de geschiedenis. En dat land heeft Leopold mee geconsolideerd.' (…) Gita Deneckere. Leopold I: de eerste koning van Europa. Speelduur: 43 uur. Boeknummer: 21681. Tussen ons gezegd en gezwegen: het hoorspel op het einde van deze Knetterende Letteren gaat over Leopold I.
Vertel me een verhaal: ‘Driemaal bij dageraad’ van Alessandro Baricco De veelgelauwerde Italiaanse auteur Alessandro Baricco is me er eentje. In zijn laatste roman ‘Meneer Gwynn’, over een kopiist die levens van anderen portretteert, verwees hij naar een niet-bestaand boek waaruit Meneer Gwynn plagiaat zou hebben gepleegd. Dat boek, ‘Driemaal bij dageraad’, was een uit drie delen bestaand portret van een man en een vrouw, overwegend vol dialogen, dat geschreven was door Akash Narayan. Nu ligt ‘Driemaal bij dageraad’ in de winkel onder Baricco's naam. En het bestaat inderdaad uit drie verhalen. Die starten allemaal in een Amerikaans stadshotel, een ijle, onpersoonlijke en schmutzige plek, waarna via een dialoog een schurende intimiteit ontstaat tussen een man en een vrouw die steeds een ander en toch ook dezelfden zijn. In het eerste verhaal zijn Malcolm en Mary Jo rond de veertig. In het tweede verhaal is Mary Jo zestien en Malcolm rond de zestig en in het derde verhaal is Malcolm dertien en Mary Jo zesenvijftig. Het kan niet en het gebeurt toch, want zo is literatuur. Na een start van verfijnde, wat weerbarstige dialogen begint Baricco in ieder verhaal in de indirecte rede aan overpeinzingen en valt de opgebouwde intimiteit plots uit elkaar. De personages worden bij dageraad gescheiden door het vooropgezette plan van de tegenspeler. Nieuwsgierigheid naar het verhaal van de ander, dat drijft deze personages. Dat kom je nog weinig tegen in onze samenleving. De meeste mensen zijn vooral in zichzelf en hun eigen verhalen geïnteresseerd, of in de mogelijkheid om het binnen het verhaal van de ander over zichzelf te hebben (getuige daarvan: Facebook). Daar lijden deze hoofdpersonen niet aan. Hun interesse is intrinsiek. Ze laten de ander in hun waarde, en krijgen daarmee zelf meer gewicht. De bevraagden lichten hun doopceel echter nooit volledig, omdat hun verleden naar mislukking stinkt. Daarom vragen ze er een prijs voor. Wil de ander het verhaal horen, dan zal die iets moeten opgeven en een nieuw begin moeten maken. Verhalen kosten iets, zo lijkt Baricco te stellen. Omdat ze iets bieden wat niets anders ons kan schenken. Alleen met verhalen, de omweg, kun je tot de essentie van ons bestaan komen en de diepere, melancholische stromen van het leven voelen. Als er iets is waartoe literatuur in staat is, is het dat wel: de kern omvatten. De oudere Malcolm vertelt bijvoorbeeld aan de zestienjarige Mary Jo dat het licht waarin je woont als je jong bent het licht zal zijn waarin je voorgoed zult leven. Wie opgroeit in een schaduw, of in boosaardigheid, zal dat gevoel nooit meer van zich afschudden: het is een kil licht waarin alle dingen hun kleur verliezen, voorgoed. Dat zet aan het denken. U kunt nu luisteren naar het eerste verhaal van ‘Driemaal bij dageraad’. (…)
Dit was het andante con moto uit ‘Der Töd und das Mädchen’ van Franz Schubert uitgevoerd door het Takacs Quartet. Alessandro Baricco. Driemaal bij dageraad. Speelduur: 2 uur. Boeknummer: 21622. Meneer Gwynn. Speelduur: 6 uur. Boeknummer: 20771.
Het hoorspel ‘De Coburger’ van Mark De Bie In deze monoloog laat de auteur de luisteraar de laatste levensuren meemaken van koning Leopold I. Hij schetst niet alleen het portret van een vorst en de tijd waarin hij leefde, maar vooral van een man die z'n einde voelt naderen en die met gemengde gevoelens terugblikt op gelukkige en minder gelukkige momenten uit zijn leven. (…)