Knetterende Letteren Het huistijdschrift van Luisterpunt Juni 2015
Inhoudsopgave: Op de Hoogte De vernieuwde online-catalogus van Luisterpunt Het Festival van Vlaanderen in Gent Heerlijk ontspannend: ‘Zonder voorschrift’ van Pieter Aspe Heerlijk ontspannend: ‘De zoon’ van Jo Nesbø Auteurs lezen voor: ‘Ik kom terug’ van Adriaan van Dis Een gesprek met Johan Op de Beeck over zijn boeken over Napoleon Het Neusje van de Zalm: Günter Grass De blikken trommel De rokken van de ui Een gebied zonder eind De bot Mijn eeuw In krabbengang De box : verhalen uit de donkere kamer Kat en muis Hedendaags: ‘Guantánamo dagboek’ van Mohamedou Ould Slahi Historie. Historia. ‘Nieuwe meesters, magere tijden: eten en drinken tijdens de Eerste Wereldoorlog’ van Diane De Keyzer en ‘Brood willen we hebben: honger, sociale politiek en protest tijdens de Eerste Wereldoorlog in België’ van Giselle Nath Vertel me een verhaal: ‘Verdwaald’ van Emma Donoghue Het hoorspel ‘De koning blijft de koning’ van Toos Staalman
Op de Hoogte De vernieuwde online-catalogus van Luisterpunt Onlangs staken we onze online-catalogus voor Daisy- en brailleboeken in een nieuw jasje. De bedoeling daarvan is het grasduinen in onze boekencollectie nog aantrekkelijker te maken. Zo zijn er bijvoorbeeld meer en efficiëntere zoekmogelijkheden. Als u naar onze online-catalogus gaat zijn er twee mogelijkheden: - Ofwel merkt u dat u in een nieuwe omgeving bent en dan is er geen probleem. - Ofwel merkt u dat u nog steeds in de oude catalogus zit en dan is er ook geen probleem. Alleen moet u dan op ‘F 5’ drukken en dan zit u wel in de vernieuwde catalogus. De gebruikers van smartphones en tablets moeten op de vernieuwknop drukken. Iedereen aan boord? Jawel. Dan hebben we nu allemaal de nieuwe en fraaie startpagina voor onze neus. En wel een die aangeeft dat er drie zoekmogelijkheden zijn: een eenvoudige, een meer gedetailleerde en een via romangenres. We beginnen met de eenvoudige zoekmogelijkheid. In een zoekbalk ziet u staan: ‘Vul hier uw zoektermen in’. Niets nieuws onder de zon. Hier kunt u -zoals u dat gewoon bent- zoeken op auteur of op titel. Maar wist u dat u ook kunt zoeken op een combinatie van beide? Dus met een woord uit de titel en een deel van de naam van de auteur. Bijvoorbeeld als u zich afvraagt of we het boek ‘De zaak Alzheimer’ van Jef Geeraerts in onze collectie hebben, maar u niet goed weet hoe ‘Geeraerts’ wordt geschreven, of hoe ‘Alzheimer’ wordt geschreven, dan kunt u invullen: ‘Jef’ en ‘zaak’. En dan komt u terecht bij –u raadt het- ‘De zaak Alzheimer’ van Jef Geeraerts. We gaan verder. En we komen op een plaats waar u kunt aanvinken of u wenst te grasduinen in de Daisy-collectie, in de braillecollectie of in beide collecties samen. We gaan nog verder en we komen aan bij de tweede mogelijkheid, te weten: ‘Meer gedetailleerd zoeken’. Hier kunt u een onderwerp opgeven, bijvoorbeeld: ‘Wereldoorlog I’. Of de naam van een inlezer, bijvoorbeeld: ‘Greet Pernet’, en dan krijgt u alle boeken die door haar werden ingelezen. U kunt ook de boeken die vertaald werden uit één welbepaalde taal opvragen, bijvoorbeeld het Japans. En dan krijgt u bijna alle Japanse boeken uit onze collectie. ‘Bijna’, want bij oudere boeken is er geen taalaanduiding meegegeven. Voor kinder- en jeugdboeken kunt u zoeken binnen een bepaalde leeftijdscategorie, bijvoorbeeld: vanaf 14 jaar. U kunt grasduinen binnen onze collectie boeken ingelezen in het Frans of in het Engels.
En u kunt als selectiecriterium opgeven dat u er de voorkeur aan geeft om uitsluitend te grasduinen in de boeken ingelezen door een Vlaamse stem of door een Nederlandse stem. De derde mogelijkheid dan: ‘Zoeken op genre’. Hier kunt u alle boeken opvragen van een bepaald romangenre, bijvoorbeeld: ‘psychologische literatuur’, ik zeg maar wat. Bent u na het zoeken terecht gekomen op de resultatenpagina, dan kunt u in de menubalk bovenaan door op de link ‘start’ of op het ‘Luisterpuntlogo’ te drukken, terugkeren naar de startpagina. Ziezo. We zijn rond. Nog een tip heb ik voor u: bovenaan rechts op de menubalk staat het woord ‘Uitleg’. Als u hierop klikt krijgt u gedetailleerde en actuele informatie over de catalogus. Hier staat bijvoorbeeld ook, voor het geval u twijfels hebt over de juiste schrijfwijze van een bepaalde familienaam, een alfabetische lijst van alle vrijwillige inlezers en van alle auteurs die hun eigen werk inlazen. U merkt het, door een bezoek aan onze vernieuwde online-catalogus maakt u zeker en vast kennis met een heleboel boeken die u nauw aan het hart zullen liggen. Hebt u nog vragen of opmerkingen, dan kunt u altijd terecht bij Ann Voet op het telefoonnummer 02/423.04.14. of u kunt mailen naar
[email protected]
Het Festival van Vlaanderen in Gent Een bericht van Annelore Camps van het Festival. Ook dit jaar geniet je in september opnieuw van een uitzonderlijke dienstverlening voor personen met een visuele beperking. Omdat muziek toegankelijk moet zijn voor iedereen levert Gent Festival van Vlaanderen jaar na jaar diverse inspanningen zodat ook jij comfortabel van onze concerten en evenementen kan genieten. Ontdek onze comfortbeleving: -
Je betaalt 5 euro per concert of evenement
-
Je begeleider mag gratis meekomen
Indien je zelf geen begeleider meebrengt, lenen wij graag één van onze vrijwillige begeleiders uit -
Je kan vervoer van en naar de concerten aanvragen
Indien gewenst krijg je van ons een programmaboekje in brailleschrift of grootletterdruk Je bespreekt je inschrijving rechtstreeks met een medewerker van Gent Festival van Vlaanderen
Schrijf je in via
[email protected] of 09 243 94 86. DONDERDAG 17 SEPTEMBER 12UUR30 – SIESTA MUSICALE: BOJAN CICIC – HANDELSBEURS GENT Even energie opladen? Kom tijdens de middagpauze genieten van onze muzikale oase. Wij voorzien voldoende comfort en muziek om bij weg te dromen. Kwestie van de middag te starten met een portie vitaliteit. Voor alles een eerste keer. Zoals een vioolsolo uitgevoerd op darmsnaren. Te gek voor woorden en Bojan Cicic kan het! Werkelijk niets staat deze inventieve Kroatische violist in de weg. Voor deze Siesta Musicale selecteerde hij zijn favoriete vioolmuziek door de eeuwen heen met Biber, Bach en Max Reger. Ongezien en ongehoord! Dit concert duurt 45 minuten en kan voorafgegaan of gevolgd worden door een broodjeslunch bij Brasserie Ha’. VRIJDAG 18 SEPTEMBER 20UUR30 – ESTHER YOO en PIERRE AMOYAL – SINTBAAFSKATHEDRAAL GENT Tijdens het Next Generation Project serveert Gent Festival van Vlaanderen een unieke concertbeleving: een jong, opkomend talent deelt het podium met een gerenommeerd artiest. Esther Yoo samen met leermeester en held Pierre Amoyal. Je wordt meteen meegezogen in dit verhaal van ‘leerling versus leermeester’, een verhaal van startend succes tegenover een klepper van wereldformaat begeleid door het ensemble Camerata Lausanne. ZATERDAG 19 SEPTEMBER 20UUR30 – THE JULIET LETTERS - NTGENT Rockgod Elvis Costello boetseert zijn songs met een veelheid aan stijlen en muzikale invloeden, van punkpop en new wave over jazz tot country en folk. Begin de jaren ’90 raakte hij ook in de ban van klassieke muziek. Samen met het Brodsky strijkkwartet schreef hij een aantal brieven aan Juliet Capulet, Shakespeare’s grootste liefdesheldin. Het werd een cyclus van songs over liefde, leven en dood met een alombekende cultplaat tot gevolg. Een plaat die we graag toevertrouwen aan Sioen, onze Costello-voor-de-gelegenheid. Sioen liet al enkele keren een reeks piano’s los op de stad Gent met zijn swingend project ‘123Piano’. Hij tekent voor ingetogen klassiekers en voor songs sterk als bergen. Zijn elastische stem kan de meest uiteenlopende genres aan. Voor The Juliet Letters omringen we hem met de hippe vogels van het Nederlandse Matangi Quartet. De vier musici zijn boegbeelden van een nieuwe generatie klassieke musici: communicatief, uitdagend en verfrissend. Costello’s bloedmooie songs zijn ongetwijfeld in de beste handen! ZONDAG 20 SEPTEMBER VAN 11 UUR TOT 17 UUR- PARKLIFE – PARKBOS GENT Parklife staat voor OdeGand in de natuur. Op deze mooie zondagmiddag trekken we met de tandem naar de prachtige natuur rond Gent. Hier kunnen families en vriendengroepen terecht voor een overdosis muziek en entertainment tijdens deze prachtige nazomerse dag. Hoe oud je ook bent, we stippen die activiteiten aan die voor kinderen en volwassenen met een visuele beperking zeker het ontdekken waard zijn. Ook voor families met jonge kinderen valt er hier heel wat te beleven. Dus zorg dat je erbij bent! Belgerinkel en pedaalgetrappel… Opnieuw verrassen we je met zeer uiteenlopende muzikale parels en dagen we je uit om ze te ontdekken met de tandem. Indien gewenst voorzien we ook vrijwillige voorrijders die met jou op pad gaan! We starten aan Park Grand Noble van het Parkbos in Gent, je kiest zelf
welke artiesten je wil horen en krijgt het programma reeds een tijdje op voorhand doorgestuurd zodat je je parcours op voorhand al kan uitstippelen. Meesterlijk klassiek, swingende jazz of inventieve wereldklanken… je beleeft het allemaal tijdens Parklife! Wie liever niet fietst kan zich ook een hele dag tegoed doen aan muzikale ontdekkingen die je op het muziekplein en in het muziekbos te voet kan bereiken. Voor personen met een visuele beperking voorzien we tandems en indien gewenst tandemvoorrijders. Jij geniet van een programmaboekje in braille of grootletterdruk, enthousiaste tandemvoorrijders, gereserveerde tandems en vervoer van en naar de concertlocatie tot bij je thuis / NMBSstation / bushalte. Je eigen begeleider mag gratis meekomen. En wij willen je er graag bij! DONDERDAG 24 SEPTEMBER 12UUR30 – SIESTA MUSICALE: SPARK – HANDELSBEURS GENT Even energie opladen? Kom tijdens de middagpauze genieten van onze muzikale oase. Wij voorzien voldoende comfort en muziek om bij weg te dromen. Kwestie van de middag te starten met een portie vitaliteit. Spark voegt een spannende nieuwe stem toe aan de creatieve klassieke muziekscène. Het ensemble combineert de virtuositeit en precisie van een klassiek kamerensemble met de kracht en uitstraling van een rockband. De 5 muzikanten zijn zelfs zo vooruitstrevend dat ze een mix van post-klassiek, minimalistische muziek en avant-garde aandurven. Een levendige verbeelding en gedurfd experimenteren liggen aan de basis van hun kunnen. Traditie en innovatie gaan bij Spark hand in hand en brengen een golf van sprankelende passie voort. Dit mag je niet missen! DONDERDAG 24 SEPTEMBER 20UUR30 – ANGELA HEWITT – VLAAMSE OPERA GENT Wat wilde Bach bewijzen met zijn Kunst der Fuge? En waarom is het geheel onafgewerkt gebleven? Het zijn raadsels en meteen ook redenen waarom het werk in een soort geheimzinnigheid baadt. Vast staat dat het een meesterwerk is van veertien fuga’s en vier canons. (Bach was onovertroffen in contrapunt en met deze verzameling leverde hij als het ware een handleiding af. Je zou het bijna als een theoretische uiteenzetting kunnen bestempelen,) maar tegelijk is het werk overweldigend veelzijdig en expressief. Bach’s zwanenzang dragen we over aan Angela Hewitt, de ‘grande dame’ van de piano die wereldberoemd is door haar Bachvertolkingen. Wat Hewitt voor Bach voelt, is moeilijk in woorden te omvatten. Ze wijdde een deel van haar leven aan de componist en nam al zijn solowerk op. Haar cd’s werden terecht bedolven onder prijzen en onderscheidingen. Ze speelt geen Bach, ze zingt Bach op de piano. Hewitt en Bach, dat is pure magie… VRIJDAG 26 SEPTEMBER 20UUR30 – O FADO: MARCO RODRIGUES – LOCATIE NOG TE BEPALEN Alweer een fado-stem van formaat op een van de podia van Gent Festival! Terecht raakt Marco Rodrigues vele harten. Hij zet de fadotraditie van Gent Festival verder. Rodrigues is op korte tijd doorgebroken tot het kransje van leading fadista’s. Wie zijn rijk gekleurde stem hoort, is definitief verkocht. Hij is regelmatig te gast in belangrijke tv-programma’s, maar evengoed kan je hem op een zwoele zomeravond ontdekken in een kleine kroeg in Lissabon. Hoog tijd om dit unieke talent naar Gent te halen en hem die prachtige Portugese levensliederen te horen zingen, gedrenkt in weemoed en melancholie, die Portugese saudade…
Laat ons nu al weten welke concerten je graag bijwoont, wanneer je eventueel begeleiding, vervoer of een aangepast programmaboekje wenst en of je een blindengeleidehond meebrengt. Wij proberen het nodige te doen! Voor je eigen begeleider moeten we ook een extra plaatsje reserveren, dus noteer dit ook bij je inschrijving. Laat ons zeker het telefoonnummer weten waarop we je makkelijk kunnen bereiken. De prijs per activiteit bedraagt 5 euro. Het totale bedrag kan je overschrijven op het rekeningnummer van Gent Festival van Vlaanderen. IBAN: BE06 4470 0158 1122 BIC: KRED BE BB Bank: KBC bank Mededeling: Blind Date 2015, gevolgd door je naam. Opgelet! Het aantal plaatsen per concert is beperkt. Wacht dus even onze bevestiging af voor je je bijdrage op onze rekening stort. De tickets zelf liggen op de avond of middag van het evenement klaar aan de gastenbalie van de concertzaal. Deze is vanaf één uur voor aanvang van het evenement geopend. Voor meer informatie kan je terecht bij Annelore Camps via e-mail
[email protected] of telefoon: 09 243 94 86. Tot zover het bericht van Annelore Camps van het Festival van Vlaanderen.
Heerlijk ontspannend: ‘Zonder voorschrift’ van Pieter Aspe John Bold, een notoire liefhebber van vrouwelijk schoon, houdt er nog enkele andere hobby’s op na: chantage, afpersing, ontvoering en moord. Tenminste, zolang zijn opdrachtgevers hem maar goed betalen en hem voor de rest met rust laten. Dit keer is hij ingehuurd door een schimmige organisatie die de belangen van de grootindustrie in geneesmiddelen behartigt. Een miljardenbusiness die, indien nodig, over lijken durft te gaan. Een vreemde homejacking, die overduidelijk de signatuur van John Bold draagt, leidt speurders Van In en Versavel naar ‘Het Madeliefje’, een bordeel waar niet op een briefje van honderd euro meer of minder wordt gekeken. Het is daar dat Van In met een geheimzinnige, dodelijke bacterie wordt besmet. En dat juist wanneer Versavel eindelijk de liefde van zijn leven lijkt te hebben gevonden en niets liever zou willen dan ongestoord met haar een luxueus liefdesnest op te zoeken. Het enige probleem: Versavel is kroongetuige in deze onverkwikkelijke zaak en lijkt als enige toegang te kunnen verschaffen tot het middel dat Van In weer onder de levenden moet brengen. (…) Pieter Aspe. Zonder voorschrift.
Speelduur: 9 uur. Boeknummer: 22632.
Heerlijk ontspannend: ‘De zoon’ van Jo Nesbø ‘De zoon’, de nieuwe thriller van Jo Nesbø, is bruut en gewelddadig, maar hunkert ook naar liefde, compassie en vergeving. Sonny slijt zijn dagen in de gevangenis. Hij is een zachte, enigmatische jongen bij wie de andere gevangenen graag te biechten komen, want Sonny luistert zonder te oordelen en vergeeft in ruil voor een paar zakjes heroïne ieders zonden. Zelfs de corrupte gevangenisdirecteur weet dat hij Sonny moorden in de schoenen kan schuiven zonder dat de jongen zich daartegen verzet. Sonny wil niet weg uit de gevangenis, hij wil alleen rust. En zijn dope. Tot een doodzieke gevangene hem opbiecht dat Sonny's vader géén corrupte politieman was die zelfmoord heeft gepleegd. Buiten de gevangenismuren is rechercheur Simon Kefas intussen verwikkeld in het onderzoek naar de dood van een pedofiele priester. Alle sporen die hij volgt, schijnen telkens weer uit te komen bij de grote maffiabaas die Oslo regeert. De 'Tweeling' heeft iedereen in zijn greep: van drugdealer tot politieagent én de gevangenisdirecteur. Als Sonny uit de gevangenis ontsnapt, is de jacht open. De zoon zoekt de moordenaars van zijn vader, maar de moordenaars jagen ook op hem. Pas op de laatste bladzijden van dit kat-en-muisspel blijken het verraad en de leugens nog grotesker dan je zelf zou kunnen verzinnen. Jo Nesbø toont net als in zijn Harry Hole-reeks de lelijke achterkant van het Noorse welvaartsmodel. Vaderloze kinderen, lekgespoten junkies en smerige onderwereldoorlogen met barbaarse wraakpartijen. Alles en iedereen is er te koop. Maar waar Nesbø echt mee verrast zijn de tedere, persoonlijke details die zijn personages bloed geven. De gokverslaafde politieman heeft een vrouw die langzaam blind wordt, de verknipte junkie stelpt op messiaanse wijze het leed van de armen en verworpenen. Hoe gewelddadig ook, Nesbø stop zo veel liefde in ‘De zoon’ dat het boek veel meer is dan een zaterdagavondthriller. (…) Jo Nesbø. De zoon. Speelduur: 14 uur. Boeknummer: 22526. 23 brailleboeken. Boeknummer: 40388.
Auteurs lezen voor: ‘Ik kom terug’ van Adriaan van Dis De moeder van Adriaan van Dis, Marie, loopt tegen de honderd en woont in een rusthuis. Ze loopt steeds moeilijker en heeft een vleesboom in haar maag, die ze altijd bedekt met een kussen. Haar aftakeling gaat gepaard met het verval van haar woning. Een oude vrouw in een oude woning. Ze wil niet meer. Doorleven klinkt haar als een doodvonnis in de oren. Toch houdt ze vol. Ze wil haar verhalen nog kwijt: ‘Een dode moet licht reizen’. Ze is er nu klaar voor om na jaren zwijgen haar lange geschiedenis te vertellen: over Indië, de oorlogen die ze heeft meegemaakt en de grote verliezen die ze heeft geleden. Maar dit alles op haar manier en in haar eigen tempo. Adriaan van Dis, die tot dan toe weinig contact met zijn moeder had, komt vanuit Parijs terug naar Nederland. Hij begint haar te bezoeken. Eerst één keer per week, maar al gauw nemen de bezoekjes in aantal toe. Ook zijn telefoon gaat regelmatig over: zijn moeder die zich weer wat herinnert, een boodschappenlijstje voor hem heeft, of die hem opnieuw vraagt of hij geen pil voor haar kan regelen waardoor het allemaal gauw afgelopen kan zijn. Wanneer zijn moeder verder achteruit gaat, besluit Van Dis in te trekken in een gastenkamer van het rusthuis. In die tijd ziet hij haar elke dag. Samen aan het ontbijt, samen de krant lezen. En alles wat ze vertelt wordt door hem nauwkeurig opgeschreven. ‘Ik kom terug’ is een autobiografisch getinte roman. De grote lijnen komen overeen met de gebeurtenissen in het leven van Adriaans moeder en zijn familie, maar hoeveel precies waar is van wat Marie vertelt, weet je niet. Adriaan zelf weet ook niet hoeveel hij moet geloven van de verhalen van zijn moeder. Dat is ook niet belangrijk. In het boek gaat het om hun verhouding. Uit het verhaal komt een pijnlijke zoektocht naar boven van een zoon die, nog steeds, op zoek is naar de waardering en liefde van zijn moeder. Haar ervaringen en belevenissen hebben haar hard gemaakt. Ze schrikt terug voor een aanraking en wil het niet over persoonlijke gebeurtenissen hebben. Al helemaal niet over haar tijd in het Jappenkamp. Maar nu haar einde voelbaar dichterbij komt, begint ze te praten. Duidelijk wordt dat ze geen warme moeder voor Adriaan is geweest. Toch komen er ook verhalen boven waaruit duidelijk wordt dat ze wel een leuke vrouw kon zijn. Met behulp van zijn psychologe ontdekt en herontdekt Adriaan van Dis de leuke kanten van zijn moeder en de grappige verhalen die ermee gepaard gaan. Het boek is, ondanks het zware onderwerp, humoristisch vanaf het begin. Adriaan van Dis schrijft alles op: telefoongesprekken, brieven en de monologen die zijn moeder houdt. Hierdoor doet het boek in het begin een beetje warrig aan. Losse herinneringen. Fragmenten uit een bewogen leven. De voorgeschiedenis van de verhalen die ze vertelt is nog onbekend, maar wordt duidelijker naarmate het boek vordert. Adriaan van Dis debuteerde in 1983 met Nathan Sid, waarvoor hij in 1984 het Gouden Ezelsoor ontving. In dit boek komen zijn familie en zijn Indische jeugd ook aan bod. Het is duidelijk dat zijn hele familie getekend is door de oorlog. Zijn vader, getraumatiseerd door de oorlog, slaat Adriaan regelmatig. Zijn moeder kijkt op deze momenten de andere kant op. In zijn andere boeken krijgt zijn vader vaak een grote rol toebedeeld, maar in dit boek is de hoofdrol weggelegd voor Marie.
Ook al vormt de familiegeschiedenis vaak de basis voor zijn boeken, toch vraagt Adriaan van Dis zich in het boek meerdere malen af of hij er goed aan doet om alles op te schrijven. ‘Waarom gunde ik haar niet haar geheimen?’ Hij wil doorvragen, gevoelige onderwerpen aansnijden, maar hij wil haar ook niet kwetsen. Samen stellen ze een contract op: hij zijn verhaal en zij een pil. Al met al een heel mooi boek. Bij vlagen ontroerend, humoristisch, soms zelfs een beetje plat en dan weer hoogdravend. Terwijl je door haar leven bladert begin je de hardheid en afstandelijkheid van zijn moeder steeds beter te begrijpen doordat duidelijk wordt waar ze vandaan komt en wat ze heeft moeten meemaken. Het ene moment voel je sympathie voor deze vrouw en het andere moment snap je compleet de frustratie van haar zoon. Een leven mooi verwoord. Adriaan Van Dis las zijn boek ‘Ik kom terug’ zelf in. (…) Adriaan Van Dis. Ik kom terug. Speelduur: 6 uur. Boeknummer: 22640. 12 braillebanden. Boeknummer: 40398.
Een gesprek met Johan Op de Beeck over zijn boeken over Napoleon Op 18 juni 1815 – deze maand precies 200 jaar geleden – leed Napoleon een verpletterende nederlaag in de Slag van Waterloo. Voor de man die zichzelf tot keizer van Frankrijk had gekroond en die zowat heel Europa aan zijn voeten had gelegd, was Waterloo de definitieve ondergang. De carrière van Napoleon is uniek in de wereldgeschiedenis. Historici plaatsen hem in de absolute top van de invloedrijkste figuren aller tijden. Over deze reus schreef Johan Op de Beeck vier kanjers van boeken, tweeduizend bladzijden in totaal. Het is bijzonder appetijtelijke lectuur, maar een mens vraagt zich af hoe de auteur daar de tijd voor vond, want zijn agenda zit eivol. Vlaanderen leerde Op de Beeck in de jaren tachtig kennen als het gezicht van het VRT-journaal. In 1990 verliet hij de Reyerslaan om er later toch weer terug te keren: hij werd o.m. netmanager van Canvas en Ketnet. Intussen had hij in de televisiewereld alle waters doorzwommen. Hij richtte TV Limburg op, werkte voor Kanaal Z en gaf in Lyon leiding aan de internationale nieuwszender Euronews. Een andere internationale uitschieter was een nominatie in Hollywood voor één van zijn documentaires. Momenteel is Johan de spilfiguur van ‘Op de Beeck & Partners’, een media-adviesbureau en vandaag zit hij bij ons in de studio. Hij wordt geïnterviewd door Bert Vereycken. (…) Dan geven we u nu graag de napoleontische boeken van Johan Op de Beeck.
Napoleons nachtmerrie: 1812: hoe de keizer en zijn soldaten ten onder gingen in Rusland. (…) Napoleons nachtmerrie: 1812: hoe de keizer en zijn soldaten ten onder gingen in Rusland. Speelduur: 18 uur. Boeknummer: 21257. 21 braillebanden. Boeknummer: 15850. Waterloo: de laatste 100 dagen van Napoleon. (…) Waterloo: de laatste 100 dagen van Napoleon. Speelduur: 21 uur. Boeknummer: 22094. De tweedelige biografie van Napoleon: ‘Van strateeg tot keizer’ en ‘Van keizer tot mythe’ is in voorbereiding.
Het Neusje van de Zalm: Günter Grass Naar aanleiding van het overlijden van Günter Grass schreef Geert Van Istendael in De Standaard volgend artikel. Boren waar het pijn doet. Günter Grass: de schrijver als dwarsligger. Günter Grass, zo niet de belangrijkste, dan toch zeker de bekendste Duitse schrijver na de Tweede Wereldoorlog, werd in 1927 geboren buiten Duitsland. Hij was het wandelende geweten van Duitsland en wellicht de grootste meester van de Duitse taal sinds Bertolt Brecht, maar zijn wieg stond in de vrije stad Danzig, de hoofdplaats van een onafhankelijk staatje, met eigen paspoort en munt. Ook vandaag ligt zijn geboortestad buiten Duitsland, al meer dan zestig jaar, haar naam Gdansk laat geen ruimte voor twijfel. De paradox is dat Grass, alleen al door ter wereld te komen buiten Duitsland, een bij uitstek Duitse problematiek in zich meedroeg. Eeuwenlang zijn de verbrokkeling en de onzekere grenzen van het Duitse gebied in Centraal-Europa oorzaak geweest van oorlogen. Oorlog, vooral maar niet alleen die van 1939-1945, is een van de hoofdthema’s in Grass’ omvangrijke oeuvre, in de eerste plaats als lijfelijke ervaring, maar zeker ook als maatschappelijk en Duits gegeven. Die geboorte buiten de grenzen had Grass gemeen met vele groten uit de Duitse literatuur. Ik noem slechts Paul Celan en Herta Müller, maar het zijn er dozijnen. Het bracht een besef met zich mee van onherroepelijk verlies. De Duitse taal en cultuur buiten de grenzen bloeiden ooit van de Baltische staten, via het hedendaagse Polen en Bohemen, tot in de Balkan en het huidige Oekraïne. Dat hebben twee wereldbranden uit Europa weggeschroeid. Grass raakte tot in al zijn vezels doordrongen van de gedachte dat Duitsland die zware boete betaald heeft voor de afschuwelijke, miljoenvoudige misdaden die
Duitsers hebben gepleegd in de twintigste eeuw. Maar het nam de weemoed en het heimwee niet weg naar een Duits universum dat voor altijd verzonken is. Danzig was in de loop van zijn geschiedenis lange periodes verbonden met Polen, het natuurlijke achterland voor zijn haven. Dat heeft de burgers van de stad niet belet om Nederduitse dialecten te bezigen en in grote meerderheid de reformatie van Maarten Luther te volgen. Toen Günter Grass opgroeide, was de voertaal in de stad Duits, hoog en neder, maar op het platteland van de vrijstaat vond je heel wat mensen die het met het Pools verwante Kasjoebisch spraken. Grass’ eigen moeder was Kasjoebisch en katholiek. De grote Duitse schrijver noemde zichzelf graag half Slavisch. Zijn vader was dan weer een protestant, afkomstig uit het Rijnland. Grass heeft dus van kindsbeen af de twee religies opgezogen die het hedendaagse Duitsland gevormd hebben. Het gezin waarin hij opgroeide was niet rijk. Zijn vader hield een kruidenierswinkel open. In 1933 al behaalde de NSDAP de absolute meerderheid in het parlement van Danzig. In Duitsland zelf kreeg Hitler dat jaar krap 44 procent en kon hij slechts door de beruchte noodwetten de macht grijpen. Vader Grass sympathiseerde met het nationaalsocialisme. Günter zou zich later een jonge nazi noemen (in zijn autobiografische boek De rokken van de ui, uit 2006). Op zijn zeventiende werd hij ingelijfd bij de tiende SS-pantserdivisie Frundsberg. Lang heeft hij er niet gediend. Op 8 mei 1945 werd hij gearresteerd door de Amerikanen. Günter Grass was niet eens achttien en hij had al heel Duitsland in het lijf: historische verbrokkeling, twee christelijke religies, Nederduits en Hoogduits, oorlog, Hitler. De geschiedenis van zijn land zal diepe sporen trekken door heel zijn werk. Zeg maar dat zijn boeken drijven in poelen van geschiedenis. Nu is dat in de Duitse literatuur van de twintigste eeuw ver van ongewoon, met Erich Maria Remarque, Heinrich en Thomas Mann, Arnold Zweig, Jünger, Brecht, Hermlin, Johnson, Böll, Dönhoff, Hilsenrath, de reeks namen is nog veel langer. De Oost-Duitse theaterauteur Heiner Müller kreeg zelfs als bijnaam ‘Müller Deutschland’. Dat het niet tot ‘Grass Deutschland’ gekomen is, kan alleen maar liggen aan het onmogelijke ritme van die combinatie. Hitlers duizendjarige rijk is na twaalf jaar vernietigd. De jongeman uit Danzig trok dwars door het geruïneerde vaderland naar het westen. In Düsseldorf ging hij in de leer bij een steenhouwer en vervolgens studeerde hij er grafiek en beeldhouwen aan de kunstacademie. Van 1953 tot 1956 was hij ingeschreven aan de Hochschule für Bildende Künste in Berlijn. Intussen trouwde hij met de Zwitserse balletdanseres Anna Schwarz en hij volgde haar naar Parijs. Ze bleven er wonen tot 1960. Grass maakte niet van de gelegenheid gebruik om grondig Frans te leren. Wel heeft hij me eens verteld dat hij graag een babbeltje sloeg met de Parijse marktkramers. Hij deed de inkopen terwijl zijn vrouw danste. Hij zorgde voor het eten. Ze gingen later uit elkaar. In 1979 hertrouwde hij met de organiste Ute Grunert. Günter Grass stond bekend als een dubbeltalent, maar die benaming schiet schromelijk tekort. Hij was ten minste een driedubbel en zelfs een vierdubbel talent. Hij is tot op hoge leeftijd beelden blijven houwen. Hij tekende kaften voor zijn boeken en stelde geregeld grafiek en/of tekeningen tentoon. Hij was een begaafd kok. En dan is er het talent dat hem wereldberoemd heeft gemaakt. Hij kon schrijven als geen ander. De ene begaafdheid begenadigde de andere. De roman De bot (1977) kun je bijvoorbeeld lezen als een geschiedenis van vierduizend jaar kookkunst. Al in het eerste
hoofdstuk staat het gedicht ‘Worüber ich schreibe’ en de eerste woorden zijn: ‘Über das Essen’. Maar het is een complex boek, zoals altijd bij Grass. Het gaat over matriarchaat. Over vrouwenemancipatie. Over Danzig, uiteraard, maar dan wel de stad waar de Poolse protestbeweging Solidarnosc zich organiseerde op de Leninwerf. Het gaat ook over een Nederduits sprookje, van de visser en zijn vrouw. Wij kennen het als ‘Manneke Timpelentee met zijn veeleisende vrouw’. Maar Grass draait de rollen om: niet de vrouw, de man is de boosdoener. Het heeft de Duitse feministen niet belet bakken vitriool uit te storten over dit boek en zijn auteur. In Parijs had Grass zijn eerste grote werk geschreven, De blikken trommel, volgens miljoenen lezers een weergaloos boek, volgens anderen, bijvoorbeeld literatuurpaus ReichRanicki, een mislukking. Reich-Ranicki zou later zijn oordeel herzien. De blikken trommel verscheen in 1959 en verwierf wereldfaam. Grass laat zijn verhaal vertellen door Oskar Matzerath, die als driejarige al gestopt is met groeien, maar wel het verstand heeft van een volwassene. Niemand let op hem, hij is toch maar een klein kind, dus hij mag overal bij zijn. Bovendien trommelt hij als een bezetene op een blikken speelgoedinstrument en kan hij met zijn stem glas doen barsten. De opkomst van het nationaalsocialisme, de oorlog, het oprukken van het Rode Leger, de Bondsrepubliek van Konrad Adenauer en haar Wirtschaftswunder, dat alles krijgen we te zien door de ogen van Oskar. Het is een schelmenroman van het zuiverste water. Het boek heeft nog voor een schandaal gezorgd in die Bondsrepubliek van Adenauer. De stad Bremen weigerde Grass haar prestigieuze literaire prijs toe te kennen, hoewel die toch door een onafhankelijke jury was toegekend. Waar Grass schreef, waren schandalen nooit ver. De blikken trommel wordt het eerste deel van een trilogie over Danzig. Hij voegde er nog Kat en muis en Hondenjaren aan toe. Altijd Danzig, altijd nationaalsocialisme, altijd Tweede Wereldoorlog. Maar altijd anders. Kat en muis bijvoorbeeld kun je lezen als een jongensboek, over jongensvriendschap en jongensverraad. In 1961 leerde Grass Willy Brandt kennen. Al gauw verbond hen hechte vriendschap. Grass werd lid van de SPD en engageerde zich voluit in de verkiezingsstrijd. Hij was ervan overtuigd dat Duitsland de actieve, politieke, republikeinse inzet van zijn burgers nodig heeft om de nog zo jonge democratische traditie voorgoed te verankeren, om te kunnen blijven wat het goddank geworden is na de val van het nationaalsocialisme, namelijk een fatsoenlijke, democratische staat. Grass’ verhouding tot de politiek was er een van onenigheden, zeg maar ruzies en grote verzoeningen. Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 zei hij luid en duidelijk dat hij de bliksemsnelle vereniging die kanselier Kohl zo drastisch doorvoerde, heilloos vond. Duitsland, zo stelde Grass, is telkens opnieuw uitgegroeid tot een gevaar voor zichzelf en Europa, wanneer het een te hechte eenheid nastreefde. Duitsland heeft er belang bij zijn diversiteit te koesteren, vond hij. Toen hij in 1995 een omvangrijke roman produceerde over de hereniging, Een gebied zonder eind, werden alweer bakken vitriool zijn deel. Op de cover van het weekblad Der Spiegel zag je de machtige recensent Marcel Reich-Ranicki afgebeeld terwijl hij het boek in tweeën scheurde. Grass liet een erudiete Oost-Duitser en zijn Stasi-spion door het verhaal
van de vereniging wandelen. Het lijkt wel of ze aan elkaar vastgeklonken zijn. Alweer schreef Grass over Duitse geschiedenis: van 1848, het jaar toen de hoop op een democratisch bestel de bodem werd ingeslagen, tot 1990. De critici die hem verweten dat in dit boek vrijwel niets gebeurt, hebben er niets van begrepen. Grass is er wonderwel in geslaagd het trage, bedachtzame levensritme te vatten dat de alledaagse sleur in de DDR soms zo aangenaam kon maken. En dat natuurlijk al lang verdwenen is. In 1999 kreeg Grass de Nobelprijs voor literatuur en terecht. Zijn montere, zwarte fabels schetsen een portret van de vergeten kanten van de geschiedenis, zo oordeelde het comité in Stockholm. Ik vind dat trefzeker geformuleerd. Grass heeft altijd willen schrijven tegen het vergeten in zijn land. Telkens opnieuw, onvermijdelijk, zo leek het, boorde hij waar het pijn deed. Telkens opnieuw belandde de schrijver in woedend onweer. Telkens opnieuw ergerde hij. Maar net dat was, dat is, volgens Grass, de taak van de schrijver. Zijn roeping. Zijn verdomde plicht. Op het Internationaal PEN-congres 1986 in Hamburg vatte hij zijn levenshouding zo samen: ‘Zoals ik hem voor ogen heb, moet de schrijver als tijdgenoot altijd dwars tegen de tijdgeest in gaan.’ Ook in de nieuwe eeuw bleef Grass schrijven tegen het vergeten. Bleef hij ergernis teweegbrengen. In zijn autobiografische boek De rokken van de ui bekent hij open en bloot dat hij gerekruteerd werd door de SS. En weer: bakken vitriool. Grass, die was uitgegroeid tot het levende en schrijvende geweten van Duitsland, tot dé waarschuwende stem, tot dé dwarsligger waar je, met of tegen je zin, wel naar móést luisteren, tot dé morele autoriteit in het publieke en politieke debat, deze Grass was ooit een ordinair meelopertje, een nazi, een SS’er dan nog wel. Ik vrees dat hij door zijn wel heel late bekentenis honderdduizenden bewonderaars voorgoed teleurgesteld heeft. En dat hij zijn morele gezag verspeeld heeft. Ik snap ook niet goed waarom hij zijn rekrutering door de SS niet veel vroeger wereldkundig heeft gemaakt, hij was per slot van rekening geen vrijwilliger, het had amper enkele maanden geduurd en als iemand zich grondig bekeerd had tot de democratie, dan was het wel Grass. Hij noemde het zelf zijn domme trots. Of was het een listige verkoopstunt? Grass was daar zeker niet vies van. Overigens kreeg ook dit boek alle lof. De recensent in de Frankfurter Allgemeine vond dat hij sinds zijn trilogie over Danzig niets had geschreven dat het hierbij kon halen. Wat blijft? Een stoet weergaloze boeken. Dat Duits. Dat gebeeldhouwde en toch vederlichte Duits. Mag ik één boek bijzonder aanbevelen? Dit is mijn lieveling: Trefpunt Telgte. Over een bende dichters in het jaar 1648. De dichters zijn groots en laf, je hebt er gewetensvolle ambachtslui bij en losgeslagen zuiplappen, fanatieke dogmatici en breeddenkende humanisten, onnozelaars en lucide wijzen. Kortom, mensen. Maar het gaat over veel meer: over Grass’ eigen generatie literatoren, over oorlog (de tachtigjarige), ethiek, gore drift. In een oeuvre met talloze toppen, de allerhoogste top. Volgens mij toch. (…)
Dan geven we u nu graag een overzicht van de boeken van Günter Grass en wel in deze volgorde: eerst drie boeken die in beide vormen beschikbaar zijn, dan vier boeken in Daisyluistervorm en tot slot nog één brailleboek.
De blikken trommel Hoofdpersoon is Oskar, die als dwerg min of meer onder en boven de wet is gesteld en de wereld observeert zonder taboes te kennen. Op zijn onafscheidelijke trommel slaand wandelt hij door het leven, door het Derde Rijk, door de oorlogsjaren, door het Wirtschaftswunder. Hij wordt medewerker van het ‘Fronttheater’, gaat in de zwarte handel, in de kunst, gaat werken bij een bedrijf dat grafzerken produceert, speelt in een jazzorkest, hij wordt van een moord verdacht, maar de echte dader wordt gevonden en Oskar vreest nu dat hij binnenkort ontslagen wordt uit het rustige gekkenhuis waar hij zijn levensverhaal schrijft. De blikken trommel is een onvergetelijk meesterwerk, dat steeds weer nieuwe generaties weet te boeien. (…) De blikken trommel Geconverteerd Daisy-boek. Speelduur: 28 uur. Boeknummer: 2626. 32 braillebanden. Boeknummer: 38402
De rokken van de ui Autobiografie waarin Grass vertelt wat voorafging aan zijn schrijverschap. Het boek begint in 1939 bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en eindigt op het moment dat hij samen met zijn vrouw Anna, een balletdanseres, naar Parijs is verhuisd, waar hij zijn eerste roman schrijft, De blikken trommel, die in 1959 verschijnt. De rokken van de ui is niet alleen een ontroerende persoonlijke geschiedenis, het is ook een geschiedenis van Duitsland en van de wereld. Deze autobiografie waarin Grass bekende dat hij als 17-jarige dienst nam als lid van de Waffen-SS, bezorgde hem de kritiek van heel moraliserend Duitsland. Een feit dat de hoge kwaliteit van dit literaire egodocument overschaduwde, want het verhaalt meesterlijk over zijn ontwikkeling tot kunstenaar. Daarbij onthult Grass soms, suggereert hij vaak en versluiert hij de suggestie weer op intrigerende wijze. Dobbelde hij nu wel of niet met Paus Ratzinger in krijgsgevangenschap? (…) De rokken van de ui Speelduur: 16 uur. Boeknummer: 8922 23 braillebanden.
Boeknummer: 34083
Een gebied zonder eind Deze roman speelt zich af in Berlijn tussen december 1989, vlak na de val van de muur, en het najaar van 1991, en wordt dan ook beschouwd als de roman van de 'Wende'. Hoofdpersoon is de zeventigjarige Fonty, die als dossierbode werkt bij het instituut dat de nalatenschap van de DDR regelt. Fonty wordt constant vergezeld en op de vingers gekeken door ene Hoftaller, de eeuwige opportunist, die zich altijd in dienst stelt van de heersende staatsmacht. Langzaam doemt uit de rijkdom aan verhalen een beeld op van het moderne Duitsland. De politieke 'boodschap' was voor velen onwelkom. (…) Een gebied zonder eind Geconverteerd Daisy-boek. Speelduur: 29 uur. Boeknummer: 3639 26 braillebanden. Boeknummer: 35288
De bot De steeds opnieuw gereïncarneerde botvis, die zich gedurende tweeduizend jaar heeft opgeworpen tot bevorderaar en verdediger van de mannenrechten, staat nu terecht voor een vrouwentribunaal. (…) De bot Geconverteerd Daisy-boek. Speelduur: 26 uur. Boeknummer: 2844.
Mijn eeuw 'Mijn eeuw' evoceert in honderd korte verhalen evenveel jaren Duitse geschiedenis. Over elk jaar van de voorbije eeuw brengt het een kort verhaal, een anekdote, een brief, een toespraak, een verslag, een stukje memoires of de weergave van een gesprek. Grass laat de complete twintigste eeuw opdraven: grote gebeurtenissen verteld door oma's en spionnen, door gevangenen en glasfabrikanten, en dertien keer ook door hemzelf. (…) Mijn eeuw Geconverteerd Daisy-boek.
Speelduur: 11 uur. Boeknummer: 6734.
In krabbengang Alles draait rond het schip Wilhelm Gustloff dat in 1945 door Russische torpedo’s tot zinken werd gebracht. De auteur stelt hier een aspect van de Duitse geschiedenis aan de orde dat volgens hem te lang onbesproken is gebleven en waarvan de nawerkingen nog steeds voelbaar zijn, o.a. in het ontstaan van de Duitse neo-nazi beweging. (…) In krabbengang Geconverteerd Daisy-boek. Speelduur: 7 uur. Boeknummer: 6322.
De box : verhalen uit de donkere kamer In deze autobiografische bundel 'Verhalen uit de donkere kamer' laat Grass zijn acht volwassen kinderen aan een tafel keuvelen over hemzelf, soms ieder voor zich, vaker allemaal door elkaar. Hij vader legt hen de woorden in de mond die ze zouden kunnen denken en voelen over hun beroemde vader, maar hij biedt hen ook de kans om eigenzinnig en kritisch te spreken en nodigt uit tot begrip voor 'een ontoereikende vader'. Uiteraard komen vaders boeken uitvoerig aanbod, zijn relaties, zijn tics en temperament, de plekken waar ze verbleven. (…) De box: verhalen uit de donkere kamer Speelduur: 6 uur. Boeknummer: 17710
Kat en muis In de verhoudingen van een Duitse jongeman tot zijn omgeving, ten tijde van de nazi's, keert telkens het kat-en-muis-motief terug. 9 braillebanden. Boeknummer: 33873.
Hedendaags: ‘Guantánamo dagboek’ van Mohamedou Ould Slahi Een welbespraakte, aardige, democratiegezinde moslim was op het verkeerde moment op de verkeerde plaats en zit nu al jaren gevangen in Guantánamo. Zijn boek over zijn verblijf is nu vrijgegeven: een intelligente beschouwing over een gruwelijk systeem.
Tegen het einde van zijn indringende memoires over zijn eerste jaren als gevangene in Guantánamo vraagt de Mauritaniër Mohamedou Ould Slahi de lezer zich nog eens in hem te verplaatsen: ‘Stel je voor dat je naar bed gaat, al je zorgen opzijschuift en nog wat geniet van je favoriete tijdschrift voor je gaat slapen. Je bent niet bevreesd dat je midden in de nacht uit je bed zult worden gesleept om naar een plek te worden gebracht waar je nooit eerder was, waar je niet wordt toegestaan te slapen en waar je de hele tijd wordt getiranniseerd. Stel je nu voor dat je totaal niets meer over je leven te zeggen hebt, over wanneer je slaapt, opstaat, eet, naar de wc gaat. Stel je voor dat je hele wereld bestaat uit een cel van krap twee bij tweeënhalve meter.’ En dan komt de clou: ‘Als je dat allemaal voor de geest hebt geroepen, weet je nog steeds niet wat het echt inhoudt een gevangene te zijn.’ Het is in eerste instantie een droef stemmende conclusie: is zijn hele gruwelijke relaas van dan al meer dan driehonderd pagina’s in zijn eigen ogen vergeefs geweest? Heeft hij dan voor niets verteld over zijn arrestatie in Mauritanië, zijn geheime ‘rendition’ door de CIA naar een gevangenis in Jordanië voor keiharde verhoren, zijn verplaatsing acht maanden later naar de beruchte Bagram-gevangenis in Afghanistan en tenslotte de hemeltergende martelingen in Guantánamo? Is zijn missie om de buitenwereld te laten weten, ‘zo eerlijk mogelijk, naar de Amerikaanse regering, mijn broeders en mijzelf toe’, hoe het is om een gevangene in Guantánamo te zijn, mislukt? Want je kunt het je toch niet voorstellen? Ik denk het niet, althans niet helemaal. Die voorgaande honderden pagina’s zijn mij tenminste ettelijke malen de rillingen over de rug gelopen bij het lezen over het lot van deze man die ook nog eens echt onschuldig is – dat weet je dan al dankzij de uitstekende inleiding van de bezorger van dit unieke document, de Amerikaanse dichter, non-fictieschrijver en mensenrechtenactivist Larry Siems. Mohamedou Ould Slahi schreef zijn boek in 2005 in zijn cel op Guantánamo, nadat de door Rumsfeld en Cheney goedgekeurde martelingen door vooral de militaire inlichtingendienst (de FBI was altijd tegen geweest) waren stopgezet. Hij zit er nog steeds, wat zijn boek des te schrijnender maakt: in 2010 gelastte een rechter zijn vrijlating, maar de regering-Obama (ja, diezelfde die Guantánamo wil sluiten) ging in beroep en de zaak is nog steeds niet beslist. Slahi’s boek werd na jarenlange inspanningen van zijn advocaten onlangs vrijgegeven, in hevig gecensureerde vorm – het zit vol zwarte doorhalingen. Op zich is nog wel te begrijpen dat de Amerikanen na 9/11 hun oog op hem lieten vallen. Slahi wordt sinds het verschijnen van zijn memoires wel beschouwd als ‘de Forrest Gump van Guantánamo’. Net als dat filmpersonage was hij vaak op belangrijke plekken op belangrijke momenten, of anders gezegd: op het verkeerde moment op de verkeerde plek. De moslim Slahi werd geboren in het straatarme Mauritanië maar wist door zijn intelligentie eind jaren tachtig een beurs te krijgen om voor ingenieur te studeren in Duitsland. In 1990 sloot hij zich korte tijd aan bij de moedjahedien-splintergroep Al-Qaida in Afghanistan, toen nog een soort bondgenoot van de Amerikanen, om tegen het communistische regime te vechten. Toen dat was omvergeworpen, keerde hij terug naar Duitsland en wilde hij niets meer met Al-Qaida te maken hebben. Uit beleefdheid bleef hij echter wel af en toe contact houden met leden, ook al omdat een ervan een aangetrouwde neef was. Een islamist was hij in Duitsland zeker niet, maar die losse contacten zouden hem nog lang worden nagedragen. Een belangrijke reden daarvoor was dat hij eind 1999 zijn geluk ging proberen in Montreal, Canada. Daar ging hij naar een moskee die tot zijn pech enkele maanden eerder ook was
bezocht door een man die rond diezelfde tijd op de grens met de VS was opgepakt met een auto vol explosieven die hij op het vliegveld van Los Angeles tot ontploffing had willen brengen. Sindsdien werd ‘Al-Qaidaman’ Slahi opzichtig door de geheime diensten in de gaten gehouden. Daarom besloot hij in 2000 terug te keren naar Mauritanië, en op dat moment beginnen zijn memoires. De eerste maanden thuis, vertelt Slahi, moest hij een serie arrestaties en ondervragingen ondergaan over Al-Qaida en de ‘Millenniumplot’, maar hij werd telkens vrijgelaten. Dat veranderde na 9/11 2001. Op uitnodiging van de Mauritaanse politie reed hij eind september zelf naar het hoofdbureau, om nooit meer terug te keren. Slahi werd er door de Amerikanen van verdacht een belangrijke speler te zijn geweest bij de voorbereiding van 9/11. Zijn familie las pas drie jaar later in een Duitse krant dat hij in Guantánamo zat. Nog zo’n schrijnend feit: de FBI, die hem op Cuba het eerst ondervroeg, concludeerde al vrij snel dat Slahi slechts een enorme pechvogel was. Maar de militairen dachten er anders over: zijn onschuldige telefoongesprekken waren ‘code’ geweest, zijn ontmoetingen met AlQaida-mensen helemaal niet uit beleefdheid, zijn ontkenningen ‘leugens’. Uit dat paranoïde universum kon hij niet ontsnappen. Het Pentagon trouwens ook niet: foltering is dan de natuurlijk lijkende volgende stap. En zo begon het: het eindeloze geschreeuw, de keiharde muziek in de pikdonkere mini-cel, telkens als hij in slaap viel het toegeblafte bevel om op te staan en de wc extreem schoon te maken (Een haar? Nog een keer!) of zijn bed perfect op te maken of weggesleept te worden voor verhoor, uren gebogen moeten staan, geketend aan de vloer, elk uur liters water naar binnen gegoten krijgen, zijn eten in dertig seconden op moeten eten na heel lang geen enkel voedsel, geen daglicht zien, nauwelijks weten of het dag of nacht is, de voortdurend gemaskerde bewakers om hem heen, de seksuele intimidaties van de vrouwelijke ondervragers, geblinddoekt zijn en niet weten wanneer hij geslagen zou worden, zogenaamd ontvoerd worden, in totale duisternis in een bootje op zee, de keiharde klappen op zijn hele lichaam, waarna ze zijn kleren volstopten met ijsblokjes zodat de wonden niet gingen zwellen en de misdaad onopgemerkt bleef, de intimiderende dreigementen over wat er met hem zou gebeuren, met zijn moeder – dat allemaal en nog veel meer, maanden lang, elke dag. Maar dat is denk ik niet wat Slahi bedoelde toen hij schreef dat dat niet mogelijk is. Ik denk dat hij wil zeggen: ik kan het wel vertellen en je zult wel met me meevoelen, maar dan nóg zul je me niet begrijpen. Voor wat ik heb meegemaakt, de intensiteit, de lengte en diepte ervan, bestaan eigenlijk de woorden niet. En daarmee betoont Slahi zich niet alleen een goed verteller over zijn lot, maar ook een intelligent beschouwer ervan. Hij doet in de verte denken aan Holocaust-getuigen als Paul Celan en Primo Levi, die niet alleen vertelden wat ze hadden meegemaakt, maar ook schreven dat ze eigenlijk hun ervaringen niet onder woorden konden brengen: die waren te uniek, te extreem, de taal schoot hier tekort, je kon er met je getuigenissen eigenlijk alleen maar naar wijzen. Tel daarbij op Slahi’s opmerkelijk humorvolle, relativerende en van verbittering gespeende manier van vertellen. Zijn vermogen om onderscheid te maken tussen goede en slechte Amerikanen. Zijn voortdurende hameren op zijn rechten als mens. Zijn overduidelijke liefde voor de democratie en afkeer van extremisme. En dan weet je: deze man is een pr-
nachtmerrie voor de Amerikanen: een welbespraakte, aardige, democratie-gezinde moslim, kortom een fatsoenlijk mens. Ik denk dat ze nu al vijf jaar zoeken naar de juiste woorden om hem vrij te laten – of voor altijd vast te houden. (…) Mohamedou Ould Slahi. Guantánamo dagboek: onthutsend verslag van een man die al jarenlang onschuldig gevangen zit. Speelduur: 13 uur. Boeknummer: 22662.
Historie. Historia. ‘Nieuwe meesters, magere tijden’ van Diane De Keyzer en ‘Brood willen we hebben’ van Giselle Nath Niet alleen in de loopgraven aan het front was het leven geen pretje tijdens de Eerste Wereldoorlog. Bezet België was de hongersnood nabij. De hulpactie van een comité van notabelen kon het ergste vermijden. Het organiseerde niet alleen de voedseldistributie, het bereidde als een schaduwregering in het bezette land ook de naoorlogse tijd voor. Twee boeken beschrijven hoe het land zich redde, het ene in getuigenissen uit de tijd, het andere in een ambitieuze analyse. 'Het is niet aan de IJzer alleen dat moed wordt betuigd. Onze Vlaamse vrouwenwereld is ook een heldenheer vanaf de moedige koningin tot de geringste ongeletterde, armste loonarbeidster.' Dat noteerde de scherpzinnige Gentse schrijfster Virginie Loveling in 1915 in haar dagboek over de Eerste Wereldoorlog. Laat het een vingerwijzing zijn voor de herdenking van de 'Groote Oorlog': die speelde zich niet alleen af in de loopgraven aan de IJzer. Behalve dat het wel degelijk ging om een wereldoorlog, werd ook de burgerbevolking zwaar getroffen. Ook in België, waar de Duitse invasie de prelude was voor een hard bezettingsregime, dat het land naar de rand van de hongersnood duwde. Lovelings heldenleger - het saluut aan koningin Elisabeth even terzijde gelaten - bestaat uit al die vrouwen dankzij wie het land die vier jaar bezetting kon overleven. Diane De Keyzer, die al meer boeken schreef over het dagelijkse leven in het verleden, citeert Loveling graag in ‘Nieuwe meesters, magere tijden’, een degelijk gedocumenteerd boek over 'eten en drinken' in die oorlogsjaren. Zoals het toen betaamde, was het aan vrouwen om zich in de voedselschaarste te beredderen en voor het gezin iets op tafel te krijgen. Dat vergde veel geduld en inventiviteit en De Keyzer beschrijft dat met verve. 4 augustus 1914: in de weken en maanden die volgen, vluchten duizenden Belgen het land uit, weg van het oorlogsgeweld. De grensgebieden worden overspoeld door vluchtelingen. Zij krijgen uit Nederlandse, Franse en Britse handen brood, warme soep en een bed aangeboden. Intussen maken in de bezette steden en dorpen andere meesters de dienst uit. Het zouden magere tijden worden: na drie maanden oorlog was er niet één gram betaalbare
tarwe meer te koop. Alles was schaars, duur en er was niets nog te krijgen zonder geld, veel geld, bons en voedselhulp uit Amerika. Diane De Keyzer groeide op in een familie waar 'het moest nog 'ns oorlog worden' geen holle uitspraak was. Gefascineerd door de verhalen van haar grootmoeders over hun zoektocht naar oorlogskost ging ze zelf ook op zoek: in dagboeken, in brieven, in fotoalbums en receptenschriften. Maar ook in de aantekeningen en werken van schrijvers, schilders en tekenaars uit die tijd. Ze ontdekte meer over de woeker en de smokkel, maar ook over de grote vindingrijkheid van moeders die hun oorlogsrecepten noteerden in een wanhopige poging hun familie toch te voeden. ‘Nieuwe meesters, magere tijden’ biedt een ware schat aan verhalen van vluchtelingen, gesloten grenzen en de massale voedselhulp. Tot in de kleinste dorpen van dit land vertellen zij nu - honderd jaar later - over de oorlog van gewone mensen. (…) Op Ring TV werd het boek van Diane De Keyzer zo voorgesteld: (…) Diane De Keyzer. Nieuwe meesters, magere tijden: eten en drinken tijdens de Eerste Wereldoorlog. Speelduur: 13 uur. Boeknummer: 22665. 15 braillebanden. Boeknummer: 16130. (…) Een boek dat nauw aansluit bij dat van Diane De Keyzer is ‘Brood willen we hebben: honger, sociale politiek en protest tijdens de Eerste Wereldoorlog in België’ van de jonge academica Giselle Nath. Het boek bekijkt de precaire voedselsituatie in België sociaal en politiek: wat die opleverde aan protest en hoe overheden daarom een sociale politiek creëerden. Daarvoor diende het Nationaal Hulp- en Voedingscomité, dat met de import en distributie van voedsel de ergste hongersnood kon afwenden. Het deed dat onder patronage van notabelen en diplomaten, en met vertakkingen in het hele land. De Duitsers gedoogden dat, omdat het hongeropstanden voorkwam; een leger wil nu eenmaal een rustig achterland. Het belang van dit comité is moeilijk te overschatten. Behalve dat het de ravitaillering organiseerde, werkte het ook als een patriottisch schaduwkabinet, naast de naar Frankrijk gevluchte regering. Zijn voorman, de bankier Emile Francqui, trad op als een soort onderkoning van België. Francqui en de zijnen forceerden in en na de oorlog een sociale en politieke modernisering van het al decennia door conservatieve katholieken bestuurde, starre land. België was toen economisch wel een grootmacht, maar leek verder in alles op een achterlijk lagelonenland. Het comité drukte onder meer het enkelvoudig algemeen mannenstemrecht door. Niet uit idealisme, maar om een revolutionaire opstand van de oorlogsmoeë bevolking te voorkomen.
Hoe dat in de praktijk verliep, onderzocht Giselle Nath in de diepte voor het agrarische dorp Aartrijke en de industriestad Gent. Het contrast tussen deze twee locaties levert niet alleen kleurrijke verhalen op. Het toont vooral hoe verschillend zowel de schok van de oorlog als de versnelde modernisering die er het gevolg van was, werd ervaren in twee zo verschillende gemeenschappen. Is dit boek uiterst leesbaar, het blijft allerminst hangen in anekdotiek of goedkope moraal. Het beschrijft hoe de oorlog de basis legde voor wat de verzorgingsstaat zou worden, een verworvenheid die net nu op de helling staat. De argumenten in de discussies daarover klinken vandaag erg vertrouwd. Even vertrouwd is dat bijvoorbeeld het mattheuseffect er meteen ingebakken zat, met een sociale politiek dus die genereuzer uitviel voor de middengroepen dan voor de onderlaag. Ook die geschiedenis is nog niet voorbij. (…) Giselle Nath was te gast bij Koen Fillet en Sven Speybrouck van het Radio 1 programma ‘Interne keuken’. Hun gesprek duurt 18 minuten. (…) Giselle Nath. Brood willen we hebben: honger, sociale politiek en protest tijdens de Eerste Wereldoorlog in België. Speelduur: 12 uur. Boeknummer: 21675.
Vertel me een verhaal: ‘Verdwaald’ van Emma Donoghue Twee keer is de in Ierland geboren Emma Donoghue voorgoed vertrokken. Toen ze twintig was ging ze studeren in Engeland. Acht jaar later trok ze naar Canada. Voor de liefde. In 'Verdwaald' brengt ze veertien prachtige verhalen die alle over migratie gaan. Historische fictie, zo noemt Donoghue haar verhalen. Ze vertellen op een paar uitzonderingen na over onbekende mensen die emigreerden naar Noord-Amerika. De bundel overkoepelt een periode van vier eeuwen en is onderverdeeld in wat je hoofdstukken zou kunnen noemen: 'Vertrek', 'Op doortocht', 'Aankomst en nasleep'. Elk verhaal krijgt een naschrift waarin Donoghue uitlegt waarop ze steunde voor haar kortverhaal. Meestal archieven of brieven, soms krantenartikels. Zo een naschrift is nuttig. Elk verhaal is ook een soort tranche de vie, slechts een stukje uit het leven van de personages. Momenten waarop belangrijke beslissingen zijn genomen, of zaken zijn gebeurd die het leven van de personages in grote mate hebben beïnvloed. Het verhaal laat ons nieuwsgierig achter met de vraag: wat is er daarna gebeurd? In de korte naschriften kan je dat meestal lezen. 'Man en jongen' is een beetje een uitzondering in het geheel. Het gaat om het min of meer bekend verhaal van Jumbo, een olifant van het Londense Zoölogische Genootschap die aan het Amerikaanse Barnum werd verkocht. Zijn jarenlange oppasser, Matthew Scott, vertelt Jumbo dat ze moeten emigreren, de Atlantische Oceaan moeten oversteken. Dat zich verzetten geen zin heeft. Maar dat hij meegaat, waar Jumbo ook belandt. Een prachtig
liefdesverhaal tussen twee wezens die niet uit vrije wil emigreren. En wie doet dat wel, lijkt Donoghue zich af te vragen. Nog ontroerender is in het deeltje 'Op doortocht' het verhaal van Jane Johnson die nog een dag te varen heeft vóór ze na een bootreis van vijf weken in Québec zal aankomen. Ze vertrok in Belfast, vergezeld van twee kleine kinderen. We zijn in 1849, misschien wel het ergste jaar van de Ierse hongersnood. Haar man Henry is haar een jaar geleden voorafgegaan en ze verwacht hem op de kade in Québec. Dertien authentieke brieven vertellen voor een stuk zelf hun verhaal. De gevoelens van Henry en Jane vertolkt Donoghue in korte gedachtestromen. 'Maak me tot wat ik nog niet ben geweest, een goede vader, een zorgzame echtgenoot', bidt Henry tot zijn niet sentimentele God. Hij zal de kade van Québec niet meer halen. Cholera. 'Het verloren zaad' uit 'Aankomst en nasleep' speelt in Cape Cod in 1639. Op de nederzetting Yarmouth speelt Richard Berry de zelfbenoemde opperrechter. Hij heeft voor de plantage nieuwe wetten gemaakt en veroordeelt Seb die drie kinderen verloor tot een zware boete 'omdat hij onbetamelijke en blasfemische opmerkingen uitsprak tegen zijn Schepper'. Seb moet zijn varken afstaan om de boete te kunnen betalen. Later zal Berry bezeten geraken door het seksleven van de andere bewoners van de plantage en vindt hij zich 'Gods eigen engel'. In elk verhaal toont Donoghue enorme sympathie voor haar personages. Of het nu Berry is op Cape Cod. Of een paar dieven die het lijk van president Abraham Lincoln willen stelen. Of Nikker Brown die zijn meester vermoordt, wegvlucht en wordt vergezeld door de vrouw van zijn vermoorde meester. Sommige historische verhalen doen heel actueel aan. Zo gaat het nu eens over kindsoldaten en verkrachting als oorlogsmisdaad, dan weer over een meisje dat nooit zal weten waar ze vandaan komt, nog een ander over de problemen van integratie als de nieuwe bestemming niet beantwoordt aan de verwachtingen. Niet alleen qua inhoud is 'Verdwaald' een schitterende verhalenbundel vol melancholie en hoop. Ook stilistisch is elk verhaal een juweeltje. Emma Donoghue schrijft even briljant in zowel de eerste, tweede als derde persoon en geeft elk personage een compleet eigen stem. U kunt nu luisteren naar het verhaal ‘Voorwaarts’ over een jonge vrouw die het beste van haar leven probeert te maken. (…) Dit was, rechtstreeks uit een overjarige grammofoonhoorn, ‘The Village Blacksmith’ gezongen door de Nieuw-Zeelandse bariton Oscar Natzke. Emma Donoghue. Verdwaald. Speelduur: 7 uur. Boeknummer: 22305.
Het hoorspel ‘De koning blijft de koning’ van Toos Staalman Ten huize van een lerarenechtpaar. Toen het eerste kind kwam, en op de voet gevolgd werd door een tweede, gaf zij het lesgeven op om "moeder aan de haard" te spelen. Maar al snel wordt zij jaloers op haar man, die nog dag aan dag voor de klas kan staan, terwijl zij zich thuis moet bezighouden met de verzorging van twee huilende 'handenbinders', zoals ze haar kinderen noemt. Ze wil dezelfde rechten en dezelfde plichten als de man, en dan meer bepaald als haar eigen echtgenoot, die net hetzelfde diploma heeft als zij. De man doet een voorstel: "Jij gaat mijn werk doen en ik blijf thuis en verzorg de kinderen", een voorstel dat de feministe zonder nadenken aanvaardt. (…)