KM – orkestinstrumenten jaar 4
H3
tijd = gemiddelde lesduur per week
7e sem. ects tijd
musicus instrument/correpetitie lecture-recital
70/30 6 60
maker / performer ensembles: orkestprojecten* plus: kamermuziek**
120 30
ondernemer portfolio 2 projectweken in alle studiejaren onderzoeker scriptiepresentatie
4
10
totaal ects
20 70/30
20 6
10
10
2
profielruimte minors totaal aantal studiepunten per semester
8e sem. ects tijd
120 30
2
4
10
18
18
50
60
* ongeveer 4 projecten per student per jaar ** P: 8 lessen/H: 16 lessen van 60 minuten per jaar per ensemble
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud Verwijzing competenties Leerdoelen
Hoofdvak jaar 4 Hoofdvak hobo jaar 4 Code (16) Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor Zie modulebeschrijving semester 1 1-21 Semester 7 • Je kunt zelfstandig een compositie analyseren die deel uitmaakt van het eindexamenrepertoire en de resultaten hoorbaar maken tijdens het lecture-recital
Semester 8 • Je kunt een recital van een uur verzorgen met werken uit verschillende stijlperioden. • Je kunt een belangrijk kamermuziekstuk uitvoeren. • Je kunt tenminste één werk uit het hoofd spelen. • Je kunt zelfstandig een interessant programma voor het recital samenstellen Coördinerend onderdeel KM Contactpersoon Maarten Dekkers Voertaal Nederlands of Engels Werkvormen • Groeps-praktijkles • Individuele praktijkles Docent Maarten Dekkers Ingangseisen Bronnen, literatuur • Alle grote concerti zoals Strauss, Martinu, Vaughan Williams, Zimmerman. Berio: (indicatief) Sequenza, Castiglione: Alef, Shinohara: Obsession, • Op Engelse hoorn: Donizetti, Hindemith, Yvon, Stephenson of repertoire van vergelijkbaar of hoger niveau Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud v.d. toets Beoordelingscriteria
Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
Toets Hoofdvak hobo jaar 4 2 Praktijktentamen Het uitvoeren van het voorbereide programma • De student heeft een uitstekende techniek van intonatie en pulse. • De student kan zich tijdens het concert op de muzikale uitvoering concentreren. • De student heeft uitstraling • Tijdens de uitvoering maakt de student gebruik van timbre, kleur, dynamiek en pulse. • Dynamiek en structuur van de uitvoering zijn hoorbaar. 50 minuten 1 20 2 20 punts, 0,5 – 10, af te ronden op halven
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud (en relatie werkveld)
Algemene theorievakken jaar 4 KM Lecture-Recital semester 7 Code (16) Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor Het lecture-recital dient ter voorbereiding op het eindtentamen Bachelor, d.w.z. dat de student een presentatie in de vorm van een lecture-recital verzorgt van een werk dat hij/zij zelf op het eindtentamen uitvoert. Voorafgaand aan dit lecture-recital wordt een diepgaand werkstuk t.a.v. de historische context en de structuur van het betreffende werk ingeleverd. Verwijzing competenties 2, 6, 7, 11, 12, 19, 20 Leerdoelen Door middel van deze module worden de verworven competenties t.a.v. het hoofdvak en de muziektheoretische vakken met elkaar in verband gebracht. Coördinerend onderdeel KM Contactpersoon Rijnhard Bokelmann Voertaal Tweetalig (Nederlands/Engels) Werkvormen • Individuele praktijkles • Individuele coaching Docenten Frans de Berg, Rijnhard Bokelmann, Jan Jongbloed, Desiree Staverman, Willem Tanke, Gustavo Trujillo, Marcel Zijlstra, de eigen hoofdvakdocent Ingangseisen Een volledig behaalde Propedeuse, alsmede Analyse 3 & 4, Harmonie 3 & 4, Solfège 3 & 4 en Muziekgeschiedenis 1, 2 & 4. Voor de studenten die verplicht contrapunt volgen: contrapunt 3 & 4. Daarnaast bij voorkeur Analyse 5a, 5b, 6a, 6b en Muziekgeschiedenis 5 & 6. Bronnen, literatuur Door de student verzamelde bronnen en literatuur. Handleiding over vorm en inhoud van het werkstuk. Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud van de toets Beoordelingscriteria
Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
Toets 1 Lecture-recital 7 1 Presentatie d.m.v. een lecture-recital (voor alle studenten m.u.v. compositiestudenten) of mondelinge presentatie (voor compositiestudenten) Het gekozen werk wordt tijdens het tentamen uitgevoerd en besproken. Er wordt een diepgaand werkstuk gevraagd waarin de meest relevante onderwerpen uitgebreid aan bod komen. • De student dient blijk te geven van voldoende kennis, inzicht en vaardigheden t.a.v. de behandelde compositie. Dit moet zowel blijken uit het ingeleverde werkstuk als de mondelinge presentatie. • De student dient d.m.v. de toets blijk van inzicht te tonen in de historische context, de stilistische aspecten, alsmede de grote structuur, de frasering, het harmonische verloop, alsmede de melodische en ritmische ontwikkeling van de door hem/haar voorbereide compositie. • Voor alle studenten m.u.v. de compositiestudenten: De student dient een zinvol verband te kunnen leggen tussen de analyse en de uitvoeringspraktijk en deze relatie tijdens de uitvoering van het werk hoorbaar te maken. • Voor alle compositiestudenten: De student dient een zinvol verband te leggen tussen het geanalyseerde werk/de geanalyseerde werken en het werk dat hij/zij zelf componeert en dient dit met concrete voorbeelden aan te tonen. 45 minuten 100% 6 2 20 punts, 0,5 – 10, af te ronden op halven
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud (en relatie werkveld)
Verwijzing competenties Leerdoelen
Samenspel jaar 4 Samenspel orkestinstrumenten en harp jaar 4 Code (16) Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor De module samenspel orkestinstrumenten en harp richt zich voornamelijk op de competenties ‘vermogen tot samenwerken’ en ‘communicatie’ binnen een muzikale context. Het onderdeel Kamermuziek heeft een directe verbinding met de beroepspraktijk van de studenten orkestinstrumenten en harp. Naast de eerder genoemde sociale competenties spelen hier nadrukkelijk ook artistieke competenties een rol. Het onderdeel Orkestprojecten is met name bedoeld om ervaring op te doen met de praktijk van de orkestcultuur en de podia. 3-10 Kamermuziek: • Je toont goede samenspelvaardigheid (zoals balans en muzikale communicatie) • Je toont goede klankkwaliteit • Je demonstreert goede intonatie • Je demonstreert goede sociale communicatie (zoals podiumvaardigheid)
Orkestprojecten: Je volgt deze modules in alle studiejaren om ervaring op te doen met de praktijk van de orkestcultuur en de podia zodat je weet aan welke algemene regels een orkestmusicus zich moet houden. Je speelt in de projecten waarvoor je bent ingeroosterd. Dit zijn er ca. vier per jaar. Coördinerend onderdeel KM Contactpersoon Erik Zwiep Voertaal Nederlands of Engels Werkvormen • Groeps-praktijkles • Individuele praktijkles Docent Kamermuziek: Nancy Braithwaite, Sander Sittig, Henk Guittart, Jeroen den Herder, Bart van de Roer, Bram van Sambeek, Tomi Shimon Ingangseisen Bronnen, literatuur Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud v.d. toets Beoordelingscriteria
Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud v.d. toets Beoordelingscriteria
Orkestprojecten: afhankelijk van project Geen Afhankelijk van project Toets 1 Orkestprojecten 2 Presentie Gedurende het studiejaar registreert de orkestinspectie de aanwezigheid van iedere student. • Aanwezigheid • Discipline • Zulks ter beoordeling van de orkestinspectie nihil 1 6 2 VD/NVD Toets 2 Kamermuziek 2 Praktijktoets Het uitvoeren van de voorbereide compositie • Functioneren van de groep gedurende het jaar • Techniek, samenspel, ritmiek, intonatie, toonvorming, balans en stijlkennis • Uitstraling
Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
• Aanwezigheid (100% is verplicht) • Communicatievaardigheden • Professionaliteit, muzikaliteit, artisticiteit 30 minuten 1 6 2 20-punts schaal, afronden op halve punten
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud (en relatie werkveld)
Portfolio jaar 4 Portfolio jaar 4 Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor Algemeen: Het Portfolio is een module waarbinnen diverse activiteiten vallen. Sommige activiteiten worden door Codarts georganiseerd (bijvoorbeeld de projectweken), andere activiteiten worden door de student zelf vormgegeven (individuele studieactiviteiten). Beide type activiteiten hebben met elkaar gemeen dat ze gericht zijn op oriëntatie op de verdere studie en op de beroepspraktijk. Ze brengen de student in contact met verschillende aspecten van het kunstvak, zowel op het gebied van de verschillende beroepsrollen als op het gebied van de verschillende disciplines binnen de kunsten. Deze brede oriëntatie op het kunstvak, prikkelt de student te reflecteren op zijn eigen ambities en profiel en deze om te zetten in concrete keuzes tijdens en na de studie. Het Portfolio in jaar 4 bestaat uit twee projectweken. Deze projectweken hebben elk jaar een andere vorm en een ander thema.
Verwijzing competenties Leerdoelen Coördinerend onderdeel Contactpersoon Voertaal Werkvormen Docent Ingangseisen Bronnen, literatuur Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud vd toets
3, 5, 13, 15, 19 De projectweken dienen als oriëntatie op verschillende aspecten van het kunstvak. Het opdoen van nieuwe ideeën en ervaringen staat hierbij voorop. Er worden geen leerdoelen getoetst aan het einde van de module. Muziek (JPW+KM) Renske Wassink Engels Diverse werkvromen mogelijk, verschilt per projectweek Verschilt per projectweek Geen Verschilt per projectweek Toets 1 Projectweek 1 1 Deelname (adhv presentielijst) De projectweek wordt getoetst aan de hand van een deelnamepercentage. Studenten die niet (voldoende) aanwezig waren, dienen een vervangende opdracht in te leveren.
•
• •
• • •
de vervangende opdracht projectweek heeft de vorm van extra Individuele Studie Activiteiten. De student legt verslag van deze activiteiten volgens de ISA systematiek (zie handreiking ISA). Hierbij worden hetzelfde format en dezelfde inleverwijze en deadline gehanteerd; de vervangende opdracht heeft een studielast van 28 uur; elke projectweek heeft een thema, de extra ISA’s vinden plaats in het kader van dit thema. Het management van de opleiding ziet erop toe dat bij het ontwerpen van de projectweek het thema ook wordt vertaald naar een duidelijk kader voor de vervangende opdracht. Indien verschillende vakgroepen/studierichtingen een ander thema kennen, werkt dat door in de vervangende opdracht; bij de Codarts-brede projectweek wordt het thema voor de vervangende opdracht afgestemd tussen de verschillende opleidingen; binnen twee weken of zodra bekend is welke studenten de projectweek gemist hebben, wordt door de opleiding gecommuniceerd wat de vervangende opdracht inhoudt; als een student een deel van de projectweek wel heeft bijgewoond, kan hij die uren meenemen in de verantwoording van de extra ISA’s;
Beoordelingscriteria Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud vd toets Beoordelingscriteria Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
Deelname minimaal 75%. Dat wil zeggen dat van een project van 8 dagdelen, maximaal 2 dagdelen gemist mogen worden. Van een project van 4 dagdelen mag maximaal 1 dagdeel gemist worden. nvt 50% 1 2 VD/NVD voldaan / niet voldaan Toets 2 Projectweek 2 2 Deelname (adhv presentielijst) Zie Projectweek 1 Deelname minimaal 75%. Dat wil zeggen dat van een project van 8 dagdelen, maximaal 2 dagdelen gemist mogen worden. Van een project van 4 dagdelen mag maximaal 1 dagdeel gemist worden. nvt 50% 1 2 VD/NVD voldaan / niet voldaan
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud (en relatie werkveld)
Verwijzing competenties Leerdoelen
Coördinerend onderdeel Contactpersoon Voertaal Werkvormen Docent Ingangseisen Bronnen, literatuur Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud v.d. toets
Scriptie Scriptie Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor Voor elke kunstprofessional is het van essentieel belang dat hij/zij met een onderzoekende houding naar zijn eigen vakgebied kijkt en zijn bevindingen kan presenteren. Aan die vaardigheden wordt gewerkt in deze onderzoeksmodule. Op basis van het onderzoeksvoorstel zoals opgesteld in de module ‘scriptievoorbereiding’ voert de student zelfstandig een onderzoek uit en doet hiervan schriftelijk (scriptie) en mondeling (scriptiepresentatie) verslag. De student wordt in dit proces begeleid door een scriptiebegeleider. De module scriptie draagt met name bij aan de ontwikkeling van de beroepsrollen musicus, maker/performer en onderzoeker. 3, 4, 12, 13, 14, 15, 19, 20, 21 De student is in staat zelfstandig zijn onderzoeksvaardigheden in te zetten De student is in staat bronnen te selecteren en interpreteren. De student is in staat zijn bevindingen binnen een context te plaatsen • De student is in staat keuzes en ideeën te beargumenteren. • De student is in staat feedback constructief te verwerken in zijn proces en werk. De student is in staat conclusies te verbinden aan onderzoeksresultaten De student is in staat een brug te slaan tussen zijn bevindingen en zijn vakgebied/muzikale praktijk • De student is in staat onderzoeksresultaten en conclusies te presenteren Muziek (JPW&KM) Marijke Tielenius Kruijthoff Ned/Eng • Individuele coaching • Verschillende scriptiebegeleiders (formele en technische begeleiding) • Verschillende hoofdvakdocenten (vakinhoudelijk aanspreekpunt) Module Scriptievoorbereiding (jaar 3) afgesloten met een voldoende Codarts Handleiding Scriptie en gekozen/aanbevolen literatuur Toets Scriptie 1 Scriptie en presentatie • Een geschreven scriptie • Een presentatie van de belangrijkste bevindingen en conclusies Wanneer de scriptie niet is ingeleverd of als er geen groen licht is van de scriptiebegeleider, wordt een student niet ingepland voor een scriptie presentatie en is de toets niet behaald. Het geschreven werk en de scriptie-presentatie zijn complementair. De presentatie is dus meer dan slechts een samenvatting van de scriptie; het is een aanvulling, verdediging en/of verduidelijking op het geschreven werk. De scriptie en de scriptie-presentatie worden beoordeeld door een commissie bestaande uit een voorzitter, de scriptiebegeleider van de student en een hoofdvakdocent. In sommige gevallen kan de scriptiecoördinator besluiten een extern expert zitting te laten nemen in de commissie in plaats van de hoofdvakdocent.
Beoordelingscriteria
De scriptie-presentatie is openbaar en wordt bijgewoond door zoveel mogelijk medestudenten/geïnteresseerden. Bij verschillende vakgroepen is het verplicht voor studenten om presentaties van medestudenten bij te wonen. • professionele relevantie van het onderzoeksonderwerp • toepassing van de onderzoeksvaardigheden en de methode • selectie, gebruik en interpretatie van de bronnen • reflectie en omgang met feedback • verbinding van onderzoeksresultaten aan de conclusies
Toetsduur
Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
• argumentatie en structuur van het geschreven werk • verzorging en taalgebruik van het geschreven werk • helderheid, argumentatie en structuur van de presentatie • verzorging en taalgebruik van de presentatie • beantwoording van vragen/feedback van commissie en gasten • functionaliteit van de presentatie in relatie tot het geschreven werk 45 minuten (20 minuten presentatie, 10 minuten vragen/discussie, 15 minuten evaluatie beoordeling) • Bij verschillende vakgroepen is het verplicht voor studenten om presentaties van medestudenten bij te wonen, de toetsduur wordt dan automatisch verlengd. Het geschreven werk en de presentatie moeten beiden met een voldoende (20 punts) worden afgesloten. Het gemiddelde van deze twee cijfers bepaalt het eindcijfer (20 punts) 4 2 20 punts 0,5-10 afgerond op halven