Kleinschalig Leidsche Rijn Verslag excursie Beeldkwaliteit in Praktijk Is Leidsche Rijn van dichtbij net zo groots als op de kaart? Vrijdag 25 mei ontdekten we dat dat wel meevalt. Met een gemêleerd gezelschap van (landschaps-)architecten, stedenbouwkundigen, welstandsleden en opdrachtgevers bracht ik een bezoek aan dit nieuwe Utrechtse stadsdeel. Gewapend met camera’s, beeldkwaliteitplannen en uiteenlopende verwachtingspatronen, bestudeerden en bediscussieerden we de uitwerking van beeldregie op een aantal kleurrijke projecten.
Kleinschaligheid Het thema van de middag was ‘kleinschaligheid’. Hoewel de bezochte plannen sterk van elkaar verschillen wat betreft o.a. ontwikkelwijze, marktsegment, dichtheid en structuur, delen zij een fijnmazige geleding van bouwmassa’s, architectuur en openbare ruimte. Deze fijnmazigheid resulteert in een, voor Vinex-locaties, bovengemiddelde kans tot individualiteit. Het vraagt echter ook om een doordachte beeldregie die ruimte biedt aan veelvormigheid. Dat maakt deze projecten tot interessante studieobjecten. Wat zijn succesfactoren voor het vertalen van ruimtelijke ambities naar voldoende samenhang en kwaliteit? De Woerd De Woerd is een project van Mulleners + Mulleners Architecten, in opdracht van Bouwfonds. Het bureau kreeg de kans om alles van stedenbouwkundig plan tot de inrichting van de openbare ruimte en de architectuur van 500 woningen uit één hand te ontwerpen. Beeldregie middels een beeldkwaliteitplan was zodoende in dit plan overbodig. Wel stelde Mullener + Mulleners voor eigen gebruik een set met spelregels op ten aanzien van de inrichting van de buurt.
Een dorpse sfeer in De Woerd
Stedelijkheid in het centrum van De Hoven
verslag excursie Beeldkwaliteit in Praktijk – Leidsche Rijn, 25 mei 2012
1
De Hoven Het stedenbouwkundig plan voor de buurt De Hoven is uit handen van KK Architects (Krier & Kohl). Voor de uitwerking van de 1800 woningen in deze centrumwijk van Vleuterweide, stelde het bureau een gedetailleerd beeldkwaliteitplan op. Onder supervisie van KK Architects, realiseerde een beperkt aantal ontwikkelaars en architecten vervolgens de samenhangende deelprojecten. Vrije kavels Rond het Maximapark, het groene hart van Leidsche Rijn, bevindt zich een aantal projecten met overwegend vrije kavels. De projecten aan de noord- en oostzijde van het park zijn reeds gerealiseerd. We bezochten de projecten De Eiken, Leypark, Park Noord en Park Oost. Voor al deze plannen zijn beeldkwaliteitplannen gemaakt met (voor vrije kavels) relatief hoge ambities. Er is met name ingezet op bijzondere gevelelementen en kapvormen. De Eiken en Leypark zijn ontworpen door BFAS en stonden onder supervisie van Stefan Bödecker. Park Noord en Park Oost zijn ontworpen door Faro en West 8, die ook de supervisie van deze projecten op zich namen. Bijzondere elementen in Park Noord en Park Oost, vormen de ‘Berlagekavels’, kavels voor blikvangers die de verschillende deelprojecten rond het park met elkaar verbinden. Net als in de verslagen van de vorige excursies, zal ik hieronder in drie thema’s trachten de bevindingen van de groep te verwoorden. Deze thema’s zijn structuur / drager, schaal en vakmanschap.
Structuur / drager Stedenbouw boven architectuur Kok Mulleners is stellig. Naar zijn mening heeft voor het slagen van het plan De Woerd, stedenbouw een veel belangrijkere rol gespeeld dan de architectuur. Toonaangevende elementen van het plan; korrelgrootte, het dorpse karakter en variatie in bouwmassa’s / openbare ruimte, zijn ingegeven door keuzes op stedenbouwkundig niveau. De groep is eensgezind in zijn waardering hiervoor. Volgens Kok had het plan ook met platte daken het zelfde kwaliteitsniveau kunnen behalen. Hiervan is niet iedereen even overtuigd. De traditionalistische architectuur van de woningen is immers een belangrijk aspect van de uitstraling van het plan. Juist daar waar buiten de invloed van Mulleners + Mulleners aanpassingen werden doorgevoerd in de detaillering, is (voor de professional) merkbaar afbreuk gedaan aan de consistentie van deze uitstraling.
‘Mullenershof’
‘Dorpspleintje’ met afwijkende bestrating en grote bomen
verslag excursie Beeldkwaliteit in Praktijk – Leidsche Rijn, 25 mei 2012
2
Samenhang Iets vergelijkbaars gebeurt in De Hoven. Hoewel Krier & Kohl middels het beeldkwaliteitplan en voorgeschreven details een duidelijk architectuurbeeld hebben vastgelegd, viel de feitelijke uitwerking van de architectuur onder verantwoordelijkheid van andere architectenbureaus. Het merendeel van de deelprojecten is vrij nauwgezet uitgewerkt binnen de kaders. Maar daar waar een (eigenwijzer?) bureau als Claus en Kaan een deelproject heeft uitgewerkt, valt gelijk op dat hun architectuur bijna krampachtig binnen de stedenbouwkundige kaders is gepast. De samenhang tussen deelprojecten vervaagt daardoor lokaal. Voor beide projecten geldt echter dat de samenhang binnen het project veel duidelijker leesbaar en voelbaar is dan bij veel andere projecten in Leidsche Rijn. Zelfs ondanks, of wellicht wel dankzij de grote diversiteit binnen deze plannen. De inrichting van de openbare ruimte in De Hoven en zeker in De Woerd lijkt sociale cohesie binnen de buurt meer dan gemiddeld te stimuleren. In een buurt als Langerak, die ter referentie bezocht werd, lijkt deze cohesie niet gebaat te zijn bij het feit dat veel woningen zich afkeren van het openbare domein. In de vrije kavelprojecten is samenhang gezocht op een hoger abstractieniveau. Bijzondere gevelelementen en/of dakvormen beogen de gemene delers binnen de afzonderlijke projecten te zijn. Deze verbijzondering bleek de individuele opdrachtgevers voldoende te stimuleren om een relatief hoog kwaliteitsniveau te realiseren. Uitzonderingen daargelaten, zijn zelfs de cataloguswoningen goed afgestemd op de spelregels van de beeldkwaliteitplannen. Echter, niet iedereen is er van overtuigd dat de toepassing van deze spelregels leidt tot voldoende stedenbouwkundige samenhang binnen de projecten. Dit wordt versterkt doordat woningen weinig onderlinge relatie aangaan en met name zijn gericht op de (groene) buitenrand van de projecten. Bovendien is het privédomein gemaximaliseerd. Gemeenschappelijke voorzieningen ontbreken.
een typisch woonstraatje in De Hoven
woningen in Park Oost
Hoekoplossingen In alle bezochte plannen is gekozen voor een verbijzondering van de hoeken van bouwblokken. Met name in De Woerd is dit zorgvuldig opgelost. Dit is onder andere gedaan door uitdrukkelijk te kiezen voor woonfuncties op deze plekken. In Park Noord zijn twee hoekkavels tevens Berlagekavels. Deze kavels blijken lastig verkoopbaar. Waarschijnlijk ligt de oorzaak in de grote afmetingen (lees: prijs) ervan, maar mogelijk spelen ook juist de hoge beeldkwaliteitambities een rol. Parkeren In De Hoven en De Woerd zijn parkeerhoven geïntroduceerd aan de binnenzijden van de blokken. Dit met als doel de parkeerdruk op straat te verlagen. In De Hoven zijn desondanks toch veel parkeerplaatsen aan de straatzijde gerealiseerd.
verslag excursie Beeldkwaliteit in Praktijk – Leidsche Rijn, 25 mei 2012
3
Daardoor neemt, volgens een aantal deelnemers, zowel binnen als buiten het blok het blik een té prominente positie in. In De Woerd speelt dit probleem minder, waarschijnlijk deels vanwege een lagere woningdichtheid. Groenstructuur Waar de interne stedenbouwkundige structuur van De Woerd geslaagd lijkt te zijn, stoort de maker zich aan het mislukken van een goede aansluiting van het plan op de omgeving. Door het ontbreken van aansluitingen op zowel het Maximapark als het oude lint van de Zandweg is het de brede groenzone van De Woerd een bijna rudimentair park geworden. En dat terwijl de zone onderdeel had moeten worden van het ´J.P. Thijssenlint´ dat als doorlopende groenstructuur meerdere deelplannen met elkaar zou verbinden.
Het ‘J.P. Thijssenlint’ in De Woerd
Schaal Schaal versus dichtheid In alle bezochte projecten is de individuele woning goed herkenbaar. Een relatief goede marktpositie van de woningen / kavels toont aan dat deze plannen gewild zijn. Bewoners lijken zich goed te kunnen identificeren met hun woning. Dat de individualiteit in De Hoven en De Woerd in feite kunstmatig is, deert kennelijk niet. Een zelfde type woning kan meerdere keren voorkomen. De situering is telkens anders en daarmee ook de woonbeleving. In De Hoven is zichtbaar geworsteld met schaal versus dichtheid. Het beeldkwaliteitplan zoekt aansluiting bij ´dorpse ruimtelijk patronen´ voor de woonbuurten, overgaand in een centrum met ´de karakteristieken van een grote en compacte stedelijke kern´. Op de overgang van beide sferen bevinden zich smalle woonstraten met daarlangs ogenschijnlijk hoge herenhuizen. Aan de achterzijden verraden galerijen echter dat deze herenhuizen in werkelijkheid zijn ingevuld met appartementen. De vormentaal van deze galerijen resulteert in een discrepantie met het beeld aan de straatzijde. Op de parkeerterreinen in de binnenhoven is er maar weinig dat herinnert aan de dorpse sferen. Kamperen Ook in de vrije kavelprojecten, met name in het project Leypark, bestaat er enige spanning tussen schaal en dichtheid. De algemene opvatting is dat de gerealiseerde huizen te groot zijn voor hun kavels. De omliggende tuin heeft meer weg van restruimte, het eigen domeintje. ´Kamperen! Hutje mutje en ieder voor zich´, zo wordt het door een van de deelnemers gekarakteriseerd.
verslag excursie Beeldkwaliteit in Praktijk – Leidsche Rijn, 25 mei 2012
4
‘kamperen’ in Park Noord
Voortuinen Uiteraard is de diepte van de toegepaste voortuinen in alle plannen van invloed op de breedte van de profielen. De diepte heeft daarnaast uiteenlopende gevolgen heeft gehad op het gebruik van de voortuinen. In de hogere dichtheden ontbreekt de voortuin of is deze niet meer dan een schrikstrook in de overgang van openbaar naar privé. Het ontwerp van De Woerd voorziet in diverse voortuinen van vier meter diep. Kok Mulleners licht toe dat deze maat zó gekozen is dat parkeren in die voortuin niet mogelijk zou moeten zijn. De praktijk leert helaas dat ook een tuin van vier meter diep effectief kan worden getransformeerd naar parkeerruimte. Voor- versus achtertuin Een verspringende voorgevelrooilijn en een diepe voortuin dragen bij aan een informele uitstraling en een landelijk karakter van de vrije kavelprojecten. De voortuin claimt daardoor een significant deel van de kavel. Het gevolg daarvan is dat er veel minder achtertuin overblijft dan de allure van de voortuin en het formaat van de meeste woningen doen vermoeden. Daar waar de diepe voortuinen op het zuiden zijn georiënteerd, ontstaat een situatie waarbij de voortuin de functie van de achtertuin min of meer overneemt. Hoewel het niet is toegestaan, zou voor deze bewoners de verleiding om te experimenteren met hoge erfscheidingen in de voortuin dan ook wel eens groot kunnen worden.
Vakmanschap Traditionalisme “…De kunst is om “in stijl” te bouwen, ter meerdere glorie en expressie van de individuele opdrachtgever, koper of gebruiker en als bijdrage aan de gemeenschappelijke kwaliteit van het Centrum en de Hoven…”1 In De Hoven staat een consistente uitwerking van het architectuurbeeld hoog in het vaandel. Veel bewoners hebben dit geadopteerd en verfraaien hun traditionalistische voorgevel met bijpassende lantaarns, levensbomen en andere nostalgische attributen. In de binnenhoven was zichtbaar minder budget beschikbaar om in detail op deze sfeer voort te bouwen. Achtergevels ontberen de speelsheid van de voorzijde en een serie identieke bergingen omzoomt als een uitgestrooide blokkendoos de parkeerterreinen. Het betreden van een willekeurige binnenhof voelt daardoor als een kijkje achter de coulissen van een zorgvuldig geregisseerd toneelstuk. Doordat er geen ruimte is voor grote bomen, is er niets dat het stenige beeld kan verzachten.
verslag excursie Beeldkwaliteit in Praktijk – Leidsche Rijn, 25 mei 2012
5
In de Woerd is het traditionalisme minder ver doorgevoerd. In de binnenhoven was iets meer oog / budget voor detail dan in De Hoven. Het contrast tussen binnen en buiten voelt er ineens veel minder groot. Een wandeling door straten, steegjes en hoven voelt in De Woerd daardoor bijna als het dwalen door een oud dorp.
‘Wij bouwen met allure’, woning langs de Europaweg
binnenhof op de overgang van dorps naar stedelijk krakter
Afgeschuinde hoeken Het stratenpatroon van De Woerd voelt informeel maar is in feite bijzonder orthogonaal. Tijdens het ontwerp bleek dat de vuilniswagen niet in alle bochten van het plan voldoende ruimte zou hebben. Daarom is er bij een aantal hoekwoningen voor gekozen om een afgeschuinde gevel te introduceren. Deze pragmatisch bedoelde ingreep wordt door de deelnemers aan de excursie echter ervaren als een incident. De afgeschuinde hoeken introduceren een nieuwe richting die elders niet voorkomt in het plan. Ze vallen daardoor uit de toon met de rechthoekige opzet. Erfscheidingen In heel Leidsche Rijn zijn vanuit de gemeente / de ontwikkelaar hagen van een meter hoog aangeplant als erfscheidingen tussen woonkavels en openbaar gebied. De eerste vijf jaar worden deze hagen collectief onderhouden. De bijdrage die dit levert aan de ruimtelijke samenhang van de deelprojecten is enorm en wordt door de groep gewaardeerd. Na vijf jaar verwacht de gemeente dat de hagen voldoende volgroeid en geaccepteerd zullen zijn. De verantwoordelijk voor het onderhoud gaat dan over naar de bewoners. Helaas blijkt nu al dat niet alle bewoners feeling hebben met de hagen. Met name op hoekkavels ontstaan hogere en andere erfscheidingen dan voorgeschreven. Het afdwingen van behoud / herstel van de hagen blijkt hier bijzonder lastig.
Perceptie De Hoven versus De Woerd In eerste opzicht zijn er tussen de projecten De Hoven en De Woerd veel parallellen te trekken. De Woerd kan echter onder de deelnemers aan de excursie op meer waardering rekenen dan De Hoven. Waarschijnlijk is dat voor een deel te verklaren doordat in De Woerd zowel fysiek als financieel meer ruimte was om een gebalanceerde opzet te maken. Een andere belangrijke succesfactor in De Woerd is gelegen in het feit dat Mulleners de buurt van schets tot straatsteen consistent kon uitwerken. Toch blijkt dat De Hoven een zeer gewilde woonwijk is. Zelfs in een moeilijke woningmarkt staan woningen er maar kort te koop, en dat terwijl de prijzen er bovengemiddeld hoog zijn. Uiteraard speelt het hoge voorzieningenniveau
verslag excursie Beeldkwaliteit in Praktijk – Leidsche Rijn, 25 mei 2012
6
hier een rol. De vraag die zich echter opdringt is in hoeverre de perceptie van ruimtelijke kwaliteit verschilt tussen (bouw-) professionals en eindgebruikers / bewoners. Bij een volgende excursie zal ik daarom meer bewoners uitnodigen om hierover mee te praten.
een relatief groene binnenhof in De Hoven
een hofje met sociale woningbouw in De Woerd
Vrije kavels In de vrije kavelprojecten zijn wisselende successen geboekt. Het meest illustratief is de rij woningen langs het Maximapark in De Eiken. Deze serie begint met een notariswoning die in weinig opzichten aansluit bij het beoogde architectuurbeeld. Klassieke zuilen aan weerszijden van de entreepartij getuigen van een creatieve interpretatie van het beeldkwaliteitplan. De eigenaren vinden het prachtig en we horen niets over klachten uit de buurt. Een minstens net zo creatieve interpretatie van het beeldkwaliteitplan is de houten woning van Rocha Tombal Architecten even verderop. Deze woning past volledig binnen het beeldkwaliteitplan. Het contrast met de notariswoning kon niet groter. Professionals zijn lovend over dit pand. De buren snappen het niet en kunnen de architectuur allerminst waarderen. Van een afstandje en door de oogharen beschouwd blijkt de subtiel gedetailleerde houten woning wonderwel meer uit de toon te vallen dan de protserige notariswoning.
Notariswoning in De Eiken
Houten woning Rocha Tombal
Leidsche Rijn? Fietsend door Leidsche Rijn passeerden we een veelheid aan buurten met een divers palet aan verkavelingen, architectuurstijlen en woningtypen. Ruimtelijke zwaartepunten of samenbindende structuren die door het hele stadsdeel
verslag excursie Beeldkwaliteit in Praktijk – Leidsche Rijn, 25 mei 2012
7
voelbaar zijn, ontbreken goeddeels. Behalve enkele grote landschappelijke en infrastructurele lijnen, zijn het vooral (soms onbedoelde) zichtlijnen die de veelheid van Leidsche Rijn tot één geheel smeden. Weinig bomen in Leidsche Rijn zijn al volwassen. Als daar verandering in komt, verdwijnen de zichtlijnen langzaam. Zal het stadsdeel daarmee uiteindelijk versnipperen tot een verzameling suburbane buurten? De één wat compacter en met wat meer voorzieningen dan de ander? Hoe wil Leidsche Rijn zich in de toekomst profileren ten opzichte van de stad? Is een overkoepelende beeldregie nodig? Een beeldregie die ook doorwerkt in beheer?
1
Maximapark, het groene hart van Leidsche Rijn, begint langzaam vorm te krijgen (links restaurant Anafora door West 8 / Pierre Cuypers)
1
Beeldkwaliteitsplan Vleuterweide Deelplan 4, pagina 5 – Rob Krier Christophe Kohl Architecten, 04-10-2004
verslag excursie Beeldkwaliteit in Praktijk – Leidsche Rijn, 25 mei 2012
8