Kleine overlopertjes Hoe we zo snel mogelijk hoofdluizen de school uit krijgen – en houden!
Inhoud Hoe we zo snel mogelijk hoofdluizen de school uit krijgen – en houden! Een stukje geschiedenis Wat zijn hoofdluizen Wat zijn neten Hoe komen we aan hoofdluis Hoe merk je of iemand hoofdluis heeft? Controle op hoofdluis Behandeling van hoofdluis Behandeling met chemische middelen
Ieder schooljaar steken ze wel een keer de kopjes op: hoofdluizen. Kleine beestjes die geen kwaad kunnen maar wel behoorlijk lastig kunnen zijn, en die nog steeds een ‘vies’ gevoel oproepen, hoewel hygiëne er niets mee te maken heeft. Als hoofdluis opduikt, kunnen wij als ouders en school samen ervoor zorgen dat het zo snel mogelijk weer verdwijnt en dat zo weinig mogelijk kinderen er last van krijgen. In deze folder lees je hoe we dat kunnen doen. Bewaar hem daarom goed. Zodra op school hoofdluis wordt gesignaleerd, wordt dat bekend gemaakt. Als iedereen de richtlijnen in de folder volgt, krijgen de hoofdluizen geen kans om zich verder door de school te verspreiden.
Behandeling met plantaardige middelen Behandeling met een luizenkam
Voorkom nieuwe besmetting Regelmatige controle na besmetting Wat doen we op school tegen hoofdluis? Behandeling van de omgeving Nog enkele aandachtspunten
Een stukje geschiedenis Hoofdluis is iets van alle tijden. In de middeleeuwen bijvoorbeeld hoorde het bij het dagelijkse leven. Ook relatief kort geleden, in de tweede wereldoorlog, kwam hoofdluis zo vaak voor dat niemand er een probleem van maakte. Na de tweede wereldoorlog werden chemische bestrijdingsmiddelen uitgevonden waarmee de hoofdluizen grotendeels uitgebannen werden. Hiermee verdween ook de kennis over luizen, de luizeneitjes (neten) en de bestrijding ervan. De oorspronkelijke bestrijdingsmiddelen verloren hun werkzaamheid en werden zelfs verboden omdat ze schadelijk voor de gezondheid bleken, niet alleen die van de luizen maar ook van mensen. Momenteel zijn goede bestrijdingsmiddelen verkrijgbaar die veel mindere schadelijk zijn.
Toch komt hoofdluis weer vaker voor. Eigenlijk alle scholen krijger er ieder schooljaar wel mee te maken. Soms gedurende korte tijd, soms maandenlang. Dit komt onder meer omdat er een groot taboe rond hoofdluis is ontstaat: ouders durven niet te melden dat hun kind hoofdluis heeft omdat ze danken dat anderen hen dan vies zullen vinden. Echter, als het vóórkomen van hoofdluis pas laat in de omgeving bekend wordt, hebben de beestjes zich al over veel andere mensen kunnen verspreiden. Daarnaast verliezen sommige chemische bestrijdingsmiddelen hun werkzaamheid zodat de hoofdluizen niet helemaal verdwijnen.
Wat zijn hoofdluizen Hoofdluizen zijn kleine, grauwe beestjes van ongeveer 3 millimeter lengte, ongeveer zo groot als een speldenknop. Ze leven van bloed en komen alleen bij mensen voor, vrijwel uitsluitend tussen de hoofdharen. Iedereen kan hoofdluis krijgen! Het maakt niet uit hoe lang het haar is en of het haar schoon of vies is. Met hygiëne heeft het
voorkomen van hoofdluizen dus niets te maken! Je raakt de luizen niet kwijt door het haar te wassen met een gewone shampoo, omdat de luis zich heel stevig aan het haar vast kan houden. Ook de neten (de luizeneitjes) zitten zo stevig vastgeplakt aan de haren, dat ze niet weg te wassen zijn.
Wat zijn neten Neten zijn de eitjes van hoofdluizen. Meestal zijn ze witgeel van kleur. Ze zijn ongeveer 1 millimeter lang en lijken wat op roos. Toch is het verschil gemakkelijk te herkennen: roos zit los en kan uitgeborsteld worden, de neten zijn moeilijk los te krijgen. Een volwassen hoofdluis legt zes tot acht eitjes per dag. Die plakken ze als het ware vast aan de haren, vlak boven de hoofdhuid. Dat doen ze het liefst op warme plekjes, bijvoorbeeld achter de oren, in de nek en onder de pony. De neten komen na ongeveer een week uit. En na nog eens een week leggen deze nieuwe luizen ook eitjes. Dat blijven ze de resterende drie weken van hun leven doen. Zo kan het aantal luizen op een hoofd in korte tijd sterk toenemen.
Hoe komen we aan hoofdluis Hoofdluizen zijn kleine overlopertjes. Ze kunnen niet springen. De besmetting vindt dan ook alleen plaats via direct contact. Bijvoorbeeld als spelende kinderen met hun hoofden dicht bij elkaar zitten. En via de mutsen en kragen van de jassen op volle kapstokken en bij het passen van kleding in de winkel. Maar besmetting kan ook plaatsvinden door het gebruik van dezelfde kam, bijvoorbeeld na zwem- of gymles, in volle trams, bussen of treinen of via het hoofdkussen. Net als bij muggenbeten is het ene kind vatbaarder voor hoofdluis dan het andere. Verder houdt de luis, net als de mug, eigenlijk van bijna iedereen. Omdat kinderen dichter bij elkaar spelen, komt hoofdluis bij hen veel vaker voor dan bij volwassenen. Maar in principe kan iedereen hoofdluis krijgen.
Behandeling van hoofdluis Je kunt in korte tijd van hoofdluis afkomen. Dat kan op twee manieren, nl. met chemische bestrijdingsmiddelen of door kammen met een speciale kam. Behandeling met hoofdlotions, crèmes of shampoo
Hoe merk je of iemand hoofdluis heeft? Over het algemeen veroorzaken hoofdluizen alleen maar jeuk. Bij een eerste besmetting begint die jeuk pas na één tot twee weken. Bij volgende besmettingen ontstaat die jeuk vrijwel meteen. Voor zover bekend dragen hoofdluizen geen ziekten over. Door het krabben kunnen wel korstjes op de hoofdhuid komen en daardoor kunnen wel infecties ontstaan.
Controle op hoofdluis Je kunt op twee manieren controleren of iemand hoofdluis heeft. Ten eerste: Je kunt de luizen zoeken met een kam, bij voorkeur een stofkam. (Dit is hetzelfde als een vlooienkam voor huisdieren). Kam het haar uit boven een stuk wit papier of boven de wasbak. Doe dit van achteren naar voren. Krab goed met de kam over de hoofdhuid, omdat luizen meestal vlakbij zitten. Zorg voor goed licht anders zie je zet niet. Als je luizen vindt, kun je ze wegspoelen. Ten tweede kan je zoeken naar neten. Kijk vooral goed bij de haren in de nek, achter de oren en op het voorhoofd. Als je de haren pluk voor pluk optilt en goed bij de hoofdhuid kijkt, kun je kleine geelwitte korreltjes zien die vastzitten aan het haar. Ze kunnen er niet gemakkelijk uitgekamd worden, zoals roos. Als je neten ziet, zijn er waarschijnlijk ook luizen.
Behandeling met chemische middelen Speciale hoofdlotions, crèmes of shampoos waar luizen en neten dood van gaan, zijn te koop bij drogist en apotheek. Het is belangrijk goed de gebruiksaanwijzing te volgen. Na de behandeling moet je met een stofkam de dode luizen uit het haar kammen. De dode neten laten zich niet wegkammen: wel kun je haren waarop je ze ziet zitten wegknippen of ze met Hexoll crèmespoeling uit het haar wassen. Na behandeling zijn alle luizen gedood. De neten volgen langzamerhand in de dagen die volgen. Omdat geen levende luizen overblijven, kan je kind na behandeling gewoon naar school. Het is overigens verstandig de behandeling na zeven tot tien dagen te herhalen. Het kan namelijk gebeuren dat toch een neet of luis de behandeling op het hoofd en in de omgeving overleeft en terug op het hoofd kruipt. Deze luizen kunnen een nieuw ‘gezin’ stichten. Soms wordt geadviseerd om tot een week na gebruik van het hoofdluisbestrijdingsmiddel niet te zwemmen, omdat het chloorwater de werking van het middel zou verminderen.
De beschikbare middelen tegen hoofdluis en neten zijn Loxazol (lotion), Crinopex (shampoo), Noury (lotion), Prioderm (lotion en crème) en Para-speciaal (spray; speciaal geschikt voor kleding en tapijt) en Insect Ex (shampoo en spray). Over het algemeen werken lotions het best. De GGD West-Utrecht adviseert Prioderm, Loxazol en Para-Speciaal. In sommige gevallen blijken luizen echter resistent tegen de werkzame stof permetrine, die onder meer in Loxazol voorkomt. Als dit het geval is, kun je terugvallen op middelen op basis van malathion (onder meer Prioderm en Noury). Die hebben als nadeel een onaangename geur. Het is niet mogelijk om besmetting met hoofdluis te voorkomen door preventief chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Behandeling met plantaardige middelen Sommige ouders hebben er bezwaar tegen om chemische bestrijdingsmiddelen tegen hoofdluis te gebruiken. Het komt ook voor dat iemand overgevoelig voor de middelen is. En ook zwangere vrouwen mogen deze middelen niet gebruiken. Dan is er een plantaardig alternatief in de vorm van een zg. combi pack dat Tee Trea Oil bevat: een Tea Tree Shampoo, Tea Tree Oil 100% 10ml en een luizenkam. Volg de instructies in de verpakking nauwkeurig op. Behandeling met een luizenkam. Om te beginnen kun je het haar elke avond zorgvuldig met een stofkam kammen. Je haalt de luizen er op ze manier uit, de neten blijven echter zitten. Daarom moet het kammen minstens twee tot drie weken lang, liefst nog langer, volgehouden worden. Als dat heel zorgvuldig gebeurt, worden steeds alle jonge luizen die uit de eitjes komen meteen
verwijderd, totdat alle eitjes uitgekomen zijn. Effectiever dan de stofkam is een speciale metalen netenkam, bijvoorbeeld de Nisskakam. Met deze kam verwijder je ook neten uit het haar. Toch moet ook met deze kam minstens twee tot drie weken lang elke dag gekamd worden. Je kunt de behandeling met stof- of netenkam effectiever maken door deze voor iedere kambeweging in een schaaltje water met azijn (verhouding 5 : 1) te dopen. De azijn zorgt ervoor dat het schilletje van de neet oplost zodat de neet eerder dood is. Als je secuur te werk gaat, kan je kind gewoon naar school omdat er geen levende luizen kunnen overlopen naar andere kinderen. Het behandelen met hoofdlotion en shampoo heeft echter de voorkeur omdat dit meer succes heeft.
Voorkom nieuwe besmetting Als je eigen omgeving op orde is, moet je natuurlijk voorkomen dat (opnieuw) een besmetting van buitenaf plaatsvindt. In het hoofdstukje “Hoe komen we aan hoofdluis” zie je een aantal plaatsen waar luizen kunnen ‘overlopen’. De meest beruchte zijn wel de kapstokken op school en bij verenigingen/clubs. Je kunt je kind de jas in een dichtgebonden plastic zak laten ophangen. Vooral bij vochtig weer is het echter beter als de jas niet in een dichte zak gepropt hoeft te worden. Iets handiger is dan een zogenaamde ‘luizencape’. De meest eenvoudige vorm hiervan is een kledinghanger waarvan de haak door de bodem van een plastic zak wordt gestoken. De jas hangt dan onder de omgekeerde plastic zak op de hanger aan de kapstok. Zo’n luizencape is natuurlijk ook van stof te maken. Je kunt de jassen het beste ‘ingepakt’ laten ophangen tot de school het sein ‘veilig’ geeft gegeven.
Regelmatige controle na besmetting Als de hoofdluis verdwenen is, is het belangrijk om elke week te blijven controleren of iemand van het gezin weer luizen heeft. Ook als je denkt dat in je gezin geen hoofdluis voorkomt, is deze wekelijkse controle belangrijk. Want als er dan toch luizen komen, ben je er snel bij om ze aan te pakken. Je moet wel het hele gezin tegelijk controleren, zodat je ook de luizen die overgelopen zijn te pakken hebt.
Wat doen we op school tegen hoofdluis?
Behandeling van de omgeving
Om het verspreiden van hoofdluis op school tegen te gaan, hebben wij op de Timotheüsschool een aantal afspraken gemaakt. Om te beginnen vinden we het een slechte zaak dat rond hoofdluis soms nog een taboe bestaat. We praten in de klas gewoon over hoofdluis en hopen zo mee te helpen aan het doorbreken van dat taboe. Ook dragen wij op deze wijze bij aan het leren omgaan met de persoonlijke verzorging van ieder kind, hetgeen past binnen de gezondheidseducatie, een verplicht vakgebied op de basisscholen. We willen al zo vroeg mogelijk beginnen met het doorbreken van het taboe. Daarom leren de kleuters onze eigen variant op het liedje Hansje Pansje Kevertje.
Luizen kunnen alleen op mensenhoofden langere tijd overleven. Maar als ze op muts, sjaal of kussensloop terechtkomen, kunnen ze het daar toch nog wel enkele dagen uithouden. In die periode kunnen ze overlopen naar andere hoofden of terugkruipen op het eigen, behandelde hoofd en zo een nieuwe besmetting veroorzaken.
Hansje Pansje Luisje, die zat eens op een haar. Daar kwam de stofkam, die vond Hansje naar. Wat hij ook probeerde, die kam was veel te vlug. Hansje Pansje Luisje, die kwam niet meer terug. Als in een klas hoofdluis is aangetroffen, krijgen alle kinderen in die klas een briefje meer voor thuis. In dit briefje vragen we de ouders om hun kinderen twee tot vier weken lang, elke dag te controleren op hoofdluis. Ook wordt gevraagd eventuele besmetting meteen aan de leerkracht te melden. De ouders van het besmette kind worden direct telefonisch door de directeur van de school op de hoogte gebracht van de besmetting. Natuurlijk blijft een dergelijk melding anoniem. Vanzelfsprekend worden op school ook mogelijk ‘schuilplaatsen’ van hoofdluizen, zoals verkleedspullen en bankstellen, gereinigd. Als na vier weken de hoofdluizen nog niet verdwenen zijn, volgt een herkansing van opnieuw vier weken. Blijven de luizen deze aanpak overleven, dan zien wij als school geen andere mogelijkheid meer dan ouders in te zetten die de kinderen op school controleren. Vanzelfsprekend wordt ook in dat geval zorgvuldig omgegaan met de namen van de kinderen bij wie hoofdluis wordt aangetroffen. In het uiterste geval zullen we de jeugdverpleegkundige van de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de regionale GGD inschakelen. Het mag duidelijk zijn dat dit een laatste middel is. Als iedereen meewerkt, hoeft het zover niet te komen.
Het is dus belangrijk ook je omgeving tegen hoofdluizen te behandelen. Hierbij kun je denken aan: Kleding. Kleren kun je reinigen door ze zo heet mogelijk te wassen, op minstens 60 graden, of door ze te laten stomen. Kleding die niet tegen deze hoge temperaturen bestand is, kun je minstens twee dagen en nachten, liefst zelfs een week opbergen in een dichtgebonden plastic zak. De luizen gaan dan door gebrek aan zuurstof en voeding. Klop de kleding daarna goed uit. Eventueel na een week herhalen. Kleren die niet zo vaak in de wasmand terechtkomen. Je kunt hierbij denken aan truien die na een keer dragen weer in de kast worden gelegd. In dit geval moet ook alle kleding in de kledingkast gewassen worden! Sjaals, jassen en mutsen Het beddengoed De autostoelen. Je kunt deze eventueel eerst inspuiten met Paraspeciaal en daarna goed zuigen. De bank met stoffen bekleding. Ook te behandelen met Paraspeciaal. Vloerbedekking. Denk eraan regelmatig goed te stofzuigen. Een speelkleed. Verkleedspullen. Poppenkleren. Haarkammen- en borstels. Knuffels.
Alle (menselijke) huisgenoten doen mee! Omdat hoofdluizen overlopers zijn, is de kans groot dat andere gezinsleden – ook de ouders! – eveneens hoofdluis hebben. Het is daarom van belang het hele gezin te controleren. Voordat een ander de stofkam gebruikt, moet deze wel even in een sopje worden afgewassen.
De ‘nacontroles’ moeten bij alle gezinsleden worden uitgevoerd, ook degenen bij wie geen hoofdluis was aangetroffen! Omdat de hoofdluis alleen bij mensen voorkomt, blijven de huisdieren buiten schot.
Nog enkele aandachtspunten Ga bij voorkeur geen kleding kopen als één van de gezinsleden hoofdluis heeft, want via het passen van kleren kunnen luizen overlopen op nieuwe kleding. Pas vooral ook geen mutsen! Zorg er in ieder geval voor dat iedereen een eigen kam heeft en een eigen muts opzet.
Meldt hoofdluis meteen! Geef het meteen door aan anderen als in je gezin iemand hoofdluis heeft. Op school maar ook bij buren of vriendjes, bij clubs of verenigingen. Maak je geen zorgen over wat anderen van je zullen denken. Immers, de hoofdluizen in jouw gezin zijn weer bij iemand anders vandaan gekomen. En het is veel vervelender als andere mensen besmet raken, omdat jij niets hebt gezegd!
Tenslotte Tenslotte willen we nogmaals benadrukken hoe belangrijk het is dat IEDEREEN de richtlijnen volgt. Het is de verantwoordelijkheid van ons allemaal om ALLE kinderen tegen hoofdluis te beschermen. Hoe alerter wij als ouders reageren en hoe zorgvuldiger we dat doen, des te sneller is het probleem de wereld, of in ieder geval de school uit.
Deze folder Uitgave: Timotheüsschool Linschoten Illustraties: Marga van Eck Met dank aan: wijkverpleegkundige mw. N. van Erp Bronnen: ‘Hoofdluis, wat doen we er tegen?’ GGD West-Utrecht ‘Achtergrondinformatie over luizen en neten’ GGD West-Utrecht Informatieboek GGD Nederland op internet: www.ggd.net/infobank ‘Klein luizenboek’ Asta Medica bv - Diemen Internetsite producent luizenmiddelen: www.nefarma.nl